Download as rtf, pdf, or txt
Download as rtf, pdf, or txt
You are on page 1of 7

Meer met Minder

Een net minder geeft de publieke omroep meer ruimte voor kwaliteit
Door Frank Morel

UTRECHT - De kans is groot dat de Nederlandse Publieke Omroep (NPO)


bij de komende kabinetsformatie een belangrijke rol gaat spelen. Bijna alle
politieke partijen hebben in hun verkiezingsprogramma een fikse
inkrimping van de middelen voor het publieke bestel opgenomen.
Tegenstanders wijzen er echter op dat de bezuinigingen wel eens ten koste
kunnen gaan van de kwaliteit van de programmas. Om die kwaliteit te
waarborgen, zal de publieke omroep een net in moeten leveren om op die
manier met minder middelen tot een beter resultaat te komen.

De huidige economische crisis en de enorme bezuinigingsoperatie, die deze met zich meebrengt,
heeft de noodzaak van de hervormingen in het publieke bestel voor de Haagse politiek duidelijk
gemaakt. Dit blijkt uit de verschillende verkiezingsprogrammas voor de stembusgang op 9 juni.
CDA en PvdA zijn het meest huiverig voor grote veranderingen en zien het liefst dat de huidige
opzet gehandhaafd blijft. Al geeft men tussen de regels door wel ruimte voor het eventueel
terugbrengen van het aantal publieke netten van drie naar twee.
GroenLinks en de PVV willen de grootste wijzigingen doorvoeren. Als het aan deze partijen ligt,
worden de omroepverenigingen aan de zijlijn geplaatst. De publieke omroep zou onafhankelijke
redacties moeten hebben, die op de kwaliteit van de programmas kunnen worden afgerekend.
Waar GroenLinks nog plaats heeft voor twee publieke netten, wil de PVV terug naar slechts een
net.
Of het gaat lukken om de omroepverenigingen uit het publieke bestel te krijgen, valt nog te
bezien. De omroepen zijn breed verankerd in de Nederlandse samenleving. In een nieuwe opzet
van de publieke omroep kunnen de omroepen prima een rol vertolken. Als men zich richt op het
brengen van programmas over cultuur, opinie en het maken van Nederlands drama zijn er
mogelijkheden genoeg. Ook kunnen omroepen gaan samenwerken of om beurten een
programma maken, zoals eerder bij Netwerk gebeurde. Een inkrimping van het aantal netten
betekent echter wel dat de omroepen gekort zullen worden in hun financile middelen.

De publieke omroep is het laatste bolwerk van de verzuiling


Tweede Kamerlid Mariko Peters van GroenLinks is blij met de algehele opvatting in politiek Den
Haag dat er iets moet veranderen bij de publieke omroep. Volgens de mediawoordvoerder van de
oppositiepartij is het huidige systeem ,het laatste bolwerk van de verzuiling.
,,Wij willen erop kunnen vertrouwen dat overheidsgeld voor publieke diensten zodanig wordt
besteed dat het aan de behoefte van de hele samenleving tegemoet komt en niet bovenmatig
aan hen die zich in groepjes of verenigingen hebben georganiseerd. Zeker niet, als dat
voornamelijk historische groepjes zijn, die privileges hebben verworven en al helemaal niet
wanneer de overgrote meerderheid van de bevolking niet langer tot dat soort groepjes behoort,
aldus Peters.
Fijntjes wijst de politica erop dat van de grote partijen niet al te veel verwacht moet worden als
het om aanpassing van het publieke bestel gaat. ,,De Partij van de Arbeid is nauw verbonden aan
de VARA en het CDA aan de KRO. Door deze verbanden verandert er niets.
In de optiek van Peters moet de publieke omroep het met een zender minder en met
onafhankelijke redacties gaan doen. ,,GroenLinks wil een bestel met twee publieke zenders met
beide een onafhankelijke redactie. Het geld gaat direct naar deze redacties en dus niet naar de
omroepen. De redacties moeten er voor waken dat het geld wordt besteed aan
kwaliteitsprogrammas en dat de voor het publiek belangrijkste doelen van de publieke omroep,
namelijk het brengen van nieuws en achtergrond, goed worden ingevuld. De kwaliteit moet niet
alleen aan de hand van marktaandeel en kijkcijfers worden bepaald, maar worden getoetst aan
kijkeroordelen en de mening van experts, zoals dat ook bij de BBC gebeurt.

Zijn we op weg naar een Nederlandse BBC, waarin onafhankelijke redacties met belastinggeld
objectieve programmas maken? Dit alles zonder inmenging van politieke partijen of andere
organisaties. Mariko Peters hoopt van wel en krijgt hierin bijval van Frank de Vree, verbonden
aan de Universiteit van Amsterdam als hoogleraar Journalistiek. De Vree ziet hierin een manier
om de publieke omroep beter bestuurbaar te maken.
Alleen is de hoogleraar minder enthousiast over de mogelijkheid dat deze variant in Nederland
zal worden toegepast. ,,De coalitie tussen CDA en Pv/dA enerzijds en KRO en VARA anderzijds
draagt in ieder geval niet bij aan het oplossen van het bestuursprobleem bij de publieke omroep.
Daar komt de vanuit de overheid opgelegde profileringsdrang van de omroepen en de macht, die
de verschillende omroepbesturen in Hilversum hebben, nog bovenop. Maar deze situatie bestaat
al jaren en ik zie dat ook niet zo snel veranderen.
De publieke omroep zou zich, volgens De Vree, moeten beperken tot twee netten die zich richten
op nieuws en cultuur. ,,De commercile omroepen doen op dat vlak weinig tot niets. Daar liggen
kansen voor de publieken. Het probleem is echter dat sommigen binnen de publieke omroep
denken dat het hun taak is om met RTL en SBS te concurreren. Sommige programmas van de
publieke omroepen kunnen ook zo bij de commercilen op de buis.

als de BBC. Wel is er binnen de belangenvereniging het besef dat er wat moet veranderen
binnen de publieke omroep. In een reactie op het consultatiedocument van 15 december 2009,
waarin toenmalig minister Ronald Plasterk zijn toekomstvisie op de publieke omroep uit de
doeken doet, stelt de secretaris van de omroepsectie van de NVJ, Marc Visch, dat de publieke
omroep uit twee netten zou moeten gaan bestaan, een voor de actualiteit en een voor culturele,
opinirende en amuserende programmas. Hierin is ruimte voor de traditionele omroepen, die
volgens Visch bijdragen aan een pluriform programma-aanbod, maar het moeten er wel minder
worden. De omroep moet immers een afspiegeling zijn van de maatschappij. De maatschappij is
veranderd, maar nog steeds maken dezelfde omroepen in Hilversum de dienst uit. Daarnaast zou
de invloed uit Den Haag minder moeten. De omroepen zullen zelf voor vernieuwing moeten
zorgen.

De noodzaak voor verandering is in vele lagen van het omroeplandschap doorgedrongen. Een
onafhankelijk nieuwskanaal, waarin de NOS een grote rol kan vervullen, en een net voor de
omroepverenigingen, waar men zich moet gaan richten op het brengen van kwaliteitsdrama,
opinirende programmas en het nodige amusement, lijkt de beste oplossing.
Dat laatste is in voorgaande jaren een steeds belangrijkere peiler geworden voor de publieke
omroep. De best bekeken programmas, naast de journaals en sportprogrammas, zijn de
avondshows van Paul de Leeuw en de spelshows van de TROS. Wat dat betreft is het een utopie
om te denken dat de publieke omroep zou kunnen draaien op dramaseries, documentaires en
een goed opinieprogramma. De kijker wil nu eenmaal ook wat te lachen hebben of de
verrichtingen van een goede kandidaat in een spelprogramma volgen.
Maar het een hoeft het ander niet uit te sluiten. In de weekeinden kun je scoren met de
amusementsprogrammas en op doordeweekse avonden kun je een goede documentaire of
Nederlandse dramaserie brengen. Dit is echter afhankelijk van de omroepen, zoals Marc Visch
van de NVJ al stelde. Zij zullen voor de veranderingen op het vlak van de programmering moeten
zorgen. De politiek kan hier alleen een kader met voorwaarden en richtlijnen voor opstellen. Met
meer samenwerking vanuit de omroepen, door kennis en middelen te bundelen, moet dit mogelijk
zijn.

Men moet wel beseffen dat kwaliteit nu eenmaal duur is


Zoals eerder is vermeld, wil het CDA het liefst zo min mogelijk veranderen. Volgens
fractiewoordvoerder media in de Tweede Kamer, Joop Atsma, blijft het verdelen van de zendtijd
op basis van de ledenaantallen de beste manier. ,,Daar is destijds heel bewust voor gekozen.
Omroepen ontstaan omdat ze steun hebben vanuit de samenleving. In totaal hebben ze drie
miljoen leden. De programmas worden bij wijze van spreken van onderop gemaakt. Dat
waarborgt een pluriform programma-aanbod.
Dat pluriforme ziet de parlementarir echter niet genoeg terug in de programmas. ,,Bij sommige
programmas weet ik niet van welke omroep ze zijn. Vooral inhoudelijk wordt er veel hetzelfde
gemaakt en uitgezonden. Hier zou voor mijn part strakkere regelgeving voor moeten worden
opgesteld.
Een aanpassing of een verandering van het systeem zou, volgens Atsma, niet aan de orde
hoeven zijn. ,,In het huidige bestel is het mogelijk om omroepen, die niet goed presteren of
afspraken niet nakomen, uit het bestel te zetten. En een open blik naar potentile toetreders is in
mijn optiek een eerste beginsel om de bestaande omroepen scherp te houden. We zijn ons er
echter wel van bewust dat andere partijen in willen grijpen en het systeem willen hervormen. We
zijn benieuwd naar die plannen.

Volgens Huub Wijfjes, universitair docent Journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen en


bijzonder hoogleraar Geschiedenis van Radio en Televisie aan de Universiteit van Amsterdam, is
het helemaal niet zo beroerd gesteld met de Nederlandse publieke omroep. In plaats van een
verandering van de opzet van het publieke bestel pleit de wetenschapper er juist voor dat de
publieke omroep meer geld moet krijgen om zijn primaire taak goed te vervullen:
kwaliteitsprogrammas maken op terreinen die bij de commercile omroepen niet aan bod komen.
Daarbij denkt hij aan kunst en cultuur, kwaliteitsdrama en educatieve programmas. ,,De hele
discussie om minder geld in de publieke omroep te investeren vind ik vreemd. Want het staat
haaks op wat we eigenlijk willen: een publieke omroep die zich in kwaliteit onderscheid van alle
andere zenders.
Wijfjes wijst erop dat de positie van de publieke omroep nog steeds heel krachtig is. ,,Als je het
televisieaanbod aan de vrije markt zou laten, worden de eerder genoemde onderwerpen niet of
nauwelijks meer vertoond op televisie. Een commercile omroep kiest alleen voor inhoud die geld
oplevert.
Een mogelijk oplossing om de kwaliteit van de publieke omroep te verhogen ligt, volgens Wijfjes,
in meer samenwerking tussen de bestaande omroepen. ,,In de jaren negentig zag je dat door
samenwerken kwalitatief goede progammas als NOVA, Netwerk en Zembla ontstonden. Nu
worden die verbanden weer afgebroken, omdat de politiek vindt dat een omroep een eigen
gezicht moet hebben. Wat dat betreft is het duidelijk dat het overheidsbeleid niet altijd consistent
is geweest.
Wijfjes pleit voor een rele blik op de publieke omroep. ,,Als je ziet wat de commercile
omroepen aan programmas bieden, is dat vaak van bedroevende kwaliteit. RTL en SBS maken
nog wel eens eigen drama of een journalistiek programma, maar op de andere zenders is alles
aangekocht. Mensen willen programmas zien die aansluiten bij hun identiteit. Nederlands drama
is duur om te maken, zeker omdat je het meestal niet, zoals de BBC, door kan verkopen. Maar
men moet beseffen dat kwaliteit nu eenmaal duur is.

Bij de omroepverenigingen maakt men zich zorgen over de gevolgen van de bezuinigingen, die
bij veel politieke partijen in de verkiezingsprogrammas staan. De meest extreme standpunten,
die van GroenLinks en de PVV, waren voor directievoorzitter van de KRO, Koen Becking, reden
om zijn 460.000 leden per brief op te roepen vooral niet op die partijen te stemmen.
EO-directeur Arjan Lock is het met de opvattingen van Becking eens, maar zegt zelf nooit een
dergelijke brief aan zijn leden te zullen versturen. ,,Iedereen bepaalt natuurlijk zelf wat men wil
stemmen. Maar ik begrijp wel waarom Becking dit heeft gedaan. GroenLinks en de PVV willen
dusdanig grote veranderingen binnen het publieke bestel doorvoeren, die de omroepen
buitenspel zetten. Ik vind de huidige opzet met de verdeling van zendtijd aan de hand van
ledenaantallen de beste manier om te zorgen dat iedere Nederlander zich kan identificeren met
de publieke omroep. Het waarborgt de pluriformiteit van de programmering.
Over de eventuele veranderingen, die de publieke omroep te wachten staan, wil Lock nog niets
zeggen. ,,Laten we eerst eens afwachten wat het resultaat van de komende verkiezingen is. Ik
begrijp best dat er moet worden bezuinigd en dat de publieke omroep hierdoor ook in moet
leveren. Het enige wat ik hoop is dat dit niet ten koste zal gaan van het programmabudget. Op
het gebied van overhead en bureaucratie zie ik wel mogelijkheden om te besparen. We zullen
wel zien wat de tijd ons brengt.

Zoals dat bij vele onderwerpen het geval is, heeft iedere politieke partij en iedere wetenschapper
zijn eigen kijk op de publieke omroep. Joop Atsma roemt de huidige publieke omroep, doordat de
programmas van onderop worden gemaakt. Hierdoor is er, volgens de CDAer voor ieder wat
wils. Dit ontkracht hij vervolgens wel door te stellen dat hij het programma-aanbod niet pluriform
genoeg vindt.
Hiermee heeft Atsma zeker een punt. Veel programmas lijken op elkaar of ze zouden niet
misstaan bij de commercile omroepen. De publieke omroepen moeten zich juist van elkaar en
van de commercile concurrentie onderscheiden. Het blijkt dat dit in het huidige bestel
onvoldoende gebeurd. Een andere opzet van de publieke televisie, waarin duidelijk is vastgelegd
wie wat maakt en een scherpe scheiding kent van nieuws en actualiteit ten opzichte van andere
soorten programmas, zal dit mogelijk maken.
Het pleidooi van Huub Wijfjes voor meer financile middelen voor de publieke omroep is
hartverwarmend, maar in de huidige economische tijd niet echt realistisch te noemen. Er zal op
alle vlakken van de overheidsuitgaven moeten worden bezuinigd en daar zal de publieke omroep
niet aan ontkomen. De middelen, die de publieke omroep krijgt, zullen beter moeten worden
benut. Dat is te bereiken door het geld over minder netten en minder omroepen uit te smeren.
Daarnaast zitten er grote mogelijkheden in de samenwerking tussen omroepen die Wijfjes
voorstaat.
De stelling van Wijfjes, dat er met een relere blik naar de publieke omroep moet worden
gekeken, is zeker waar. De NPO is geen BBC, dat zijn programmas in alle hoeken van de wereld
door kan verkopen. Het besef moet er zijn dat een spiegeling aan de Britten eigenlijk niet mogelijk
is en Nederland het daarom net iets anders moet doen. Door een onafhankelijke nieuws- en
actualiteiten net op te zetten en een net voor de overige programmering te reserveren, is het
mogelijk om met minder middelen een beter resultaat te behalen.
Dat de omroepverenigingen niet enthousiast zijn over de plannen van verschillende politieke
partijen spreekt voor zich. Maar om je leden dan van ongevraagd stemadvies te voorzien, zoals
KRO-voorzitter Becking dat deed, gaat wat ver. EO-bestuurder Lock vindt de huidige opzet van
de publieke omroep de best mogelijke en dat is, gezien de trouwe EO-achterban, goed te
begrijpen. Toch ziet de directeur mogelijkheden om te bezuinigen. Zijn opmerking dat dit echter
niet ten koste moet gaan van het programmabudget is een goede. Toch zal het geld ergens
vandaan moeten komen. Een net minder kan wat dat betreft een behoorlijke besparing opleveren
zonder dat dit ten koste gaat van het budget voor de programmas.

Al met al moeten we concluderen dat de publieke omroep in zijn huidige vorm zijn langste tijd wel
gehad heeft. Na de ontzuiling van de afgelopen veertig jaar zijn de omroepen, om met Mariko
Peters te spreken, het laatste bolwerk van de verzuiling. Daarnaast maken de vele
omroepverenigingen, die deel uit maken van het bestel, de publieke omroep onoverzichtelijk en
moeilijk te besturen.
Het is alleen te hopen dat het volgende kabinet wel beseft dat voor publieke televisie van goede
kwaliteit nu eenmaal veel geld nodig is. Het grofweg snijden in de budgetten is geen oplossing.
Door een net af te stoten en de omroepen er toe te bewegen meer samen te gaan werken, kan
het totale budget van de publieke omroep wel omlaag, maar kan de kwaliteit verbeteren. Er is
minder geld nodig voor het onderhouden en vullen van een net, waardoor de middelen, die er
zijn, beter kunnen worden benut.
Daarom moet de publieke omroep worden omgevormd tot een bestel dat uit twee netten bestaat.
Een net voor de nieuws-, sport- en andere actualiteitenprogrammas, waar een onafhankelijke
redactie de scepter zwaait, en een tweede zender, waar de omroepverenigingen zich toe moeten
leggen op programmas over cultuur, opinie en amusement. Op deze manier kan de publieke
omroep met minder geld meer kwaliteit brengen.
Bronnenlijst
Geschreven bronnen
Internet

http://wetten.overheid.nl/BWBR0025028/geldigeheidsdatum_14-05-2010
Titel - Mediawet 2008, geldend op 14-5-2010
Datum - 14 mei 2010

http://www.nvj.nl/nieuws/bericht/visie-nvj-op-de-toekomstverkenning-voor-de-publieke-
omroep
Titel - Visie NVJ op de toekomstverkenning voor de publieke omroep
Datum - 22 maart 2010

http://www.vvd.nl/actueel/853/orde-op-zaken-vvd-verkiezingsprogramma
Titel - Orde op Zaken
Datum - 9 april 2010

http://www.pvv.nl/images/stories/Webversie_VerkiezingsProgrammaPVV.pdf
Titel - De agenda van hoop en optimisme
Datum - 23 april 2010

http:www.sp.nl/service/rapport/100324_concept_verkiezingsprogramma.pdf
Titel - Een beter Nederland voor minder geld
Datum - 24 maart 2010

http://nu.pvda.nl/berichten/2010/04/concept-verkiezingsprogramma.html
Titel - Iedereen telt mee
Datum - 7 april 2010

http://www.parool.nl/parool/nl/2264/TWEEDE-
KAMERVERKIEZINGEN/article/detail/296280/2010/05/25/KRO-waarschuwt-voor-stem-
op- PVV-en-GroenLinks.HTML
Titel - KRO waarschuwt voor stem op PVV en GroenLinks
Datum - 25 mei 2010

Boeken

Wim van de Donk en Christina von Wackerbarth


Identiteit en kwaliteit van de publieke omroep
Valkhof Pers, Nijmegen/2005
ISBN: 9056251929

Gesproken bronnen

Joop Atsma
Tweede Kamerlid CDA, fractiewoordvoerder media
Via mail: j.atsma@tweedekamer.nl
Mail ontvangen op 20 april 2010

Mariko Peters
Tweede Kamerlid GroenLinks, fractiewoordvoerder media
Via mail: m.peters@tweedekamer.nl
Mail ontvangen op 22 april 2010

Prof. Dr. Frank van Vree


Hoogleraar Journalistiek en Voorzitter afdeling Mediastudies aan de Universiteit van
Amsterdam
020-5253847
Gesproken op 20 april 2010

Prof. Dr. Huub Wijfjes


Universitair docent Journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen en Bijzonder
hoogleraar Geschiedenis van Radio en Televisie aan de Universiteit van Amsterdam
050-3635269
Gesproken op 12 mei 2010

Arjan Lock
Directeur van de Evangelische Omroep
035-6474645
Gesproken op 31 mei 2010

You might also like