Professional Documents
Culture Documents
TaalVitaal WB H6
TaalVitaal WB H6
TaalVitaal WB H6
gisteren gedaan?
Uitleg
1 Het perfectum (I)
In de volgende tekst zijn de vormen van het perfectum vetgedrukt.
Gisteren heb ik een drukke dag gehad. s Morgens heb ik hard gewerkt. Daarna heb ik samen met
een vriendin geluncht en hebben we gewinkeld.
s Avonds heb ik voor een paar vrienden gekookt. Ze zijn niet zo lang gebleven, dus ik ben lekker
vroeg naar bed gegaan.
Het perfectum gebruik je voor een handeling of situatie in het verleden die klaar is, afgelopen is:
K
O
0
54 vierenvijftig
werken:
leren:
ge +
stam
d/t
ge +
ge +
werk
leer
+
+
t
d
Meestal geldt: is de laatste letter van de stam een t, k, f, s, ch of een p, dan eindigt het
participium op een t:
ge +
maak
maken:
ge +
fiets
fietsen:
Les
Let op!
landen:
Aan het eind van een woord of een syllabe staat nooit een dubbele consonant. Dus is de
laatste letter van de stam een d of een t, dan krijgt het participium niet een extra d of t:
ge +
land
ge +
zet
55 vijfenvijftig
Oefeningen
.
.
Uitspraak
i1
30
De eu
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
ja
nee
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z eu?
z
z
z
z eu!
z
z
z
i3
32
6.
i2
Intonatie
z
z
z
z
z
z
nee
z
z
z
z
z
z
Woordaccent
31
opstaan
vergeten
aantrekken
2.
perfectum
gisteren
belangrijk
3.
medecursist
infinitief
onhartelijk
4.
terug
afspraak
gedicht
5.
wegrijden
verhuizen
ontmoeten
56 zesenvijftig
Infinitief:
Infinitief:
Infinitief:
Infinitief:
Infinitief:
Infinitief:
Infinitief:
Infinitief:
Infinitief:
i5
1.
Perfectum
Infinitief:
Heb je gisteren
Perfectum
7. Hebben jullie al
Infinitief:
fietsen
Perfectum
i4
Les
.
(maken)
(spellen)
(vragen)
(zeggen)
. (kennen)
? (werken)
? (lunchen)
i6
1.
2.
3.
Sandra
57 zevenenvijftig
(luisteren)?
(horen)?
(wonen).
(praten)
4.
Ik
(hebben) het
Perfectum
niet
(lukken).
5.
Gisteren
6.
7.
Van wie
(trouwen).
(fietsen).
(leren)?
Perfectum
i7
1.
2.
3.
4.
5.
Ze kamperen in Domburg.
6.
7.
Perfectum
(zijn)
i8
Zoek de fout.
gespeld
gezett
getekend
2. gevraagt
geleerd
gezegd
geluncht
3. gewerkt
gekent
gehoord
gefietst
4 . gelukt
gefietsd
geprobeerd
getrouwd
58 achtenvijftig
i9
Luisteren
33
Les
i10
Luisteren
34
a) Lees de vragen.
b) Luister naar de tekst en geef antwoord op de vragen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
59 negenenvijftig
Leer
tip
Woordenschat
Hebt u thuis een nieuw woord in het woordenboek opgezocht? Gebruik
dat woord dan in de volgende les. Zo kunt u controleren:
Heb ik het passende woord gevonden?
Gebruik ik het nieuwe woord op de juiste manier?
i11
En u?
i12
Lezen
a) Lees de vragen.
b) Lees de tekst op pagina 56 in het tekstboek (De verjaardagskalender) en geef antwoord op de
vragen.
1.
2.
3.
U hoort er echt bij als u op deze kalender staat. Wat betekent deze zin?
4.
5.
6.
7.
Waarom wel/niet?
8.
60 zestig