Professional Documents
Culture Documents
15 16 Pblo Lesvoorbereiding 13
15 16 Pblo Lesvoorbereiding 13
Campus Noord 2
Oudesteenweg 81
2060 Antwerpen
03 613 14 05
http://praktijkweb.kdg.be
LESVOORBEREIDING
naam:
school:
Sien Horsting
De Kleine Jacob
doestage:
leerjaar:
nr:
13
opleidingsgroe
p:
3de
datum:
(uur) van:
tot:
1PBLOe
15-4-16
15u15
13u25
mentor:
Lieve Cools
aantal lln:
20
leergebied:
Wereldorintatie
leerdomein:
Techniek
lesonderwerp:
nagekeken
door:
op:
Beginsituatie
De banken staan al in eilandjes van 4. (voorgaande les muvo: muziek)
Deze les wordt in CO-teaching gegeven.
Kerndoelen
De leerlingen orinteren zich op de stevigheid van verschillende papieren vormen, profielen en
verbanden en experimenteren daarmee in de les.
De leerlingen ontdekken dat constructies steviger worden door driehoekige of gebogen elementen
te gebruiken.
De leerlingen kunnen een brug bouwen van papier.
Situering (leerplan en/of leergebiedoverschrijdende eindtermen)
LEERPLAN WERELDORIENTATIE (VVKBaO, 2010)
Mens en techniek
6.11 Kinderen kunnen zeggen aan welke eisen een bestaande constructie en een constructie de ze
zelf willen maken of gebruiken, moet voldoen.
6.12 Kinderen kunnen hun materialenkennis en hun kennis van constructie-, bereidings-, en
bewegingsprincipes gebruiken bij het ontwerpen van een constructie.
6.13 Kinderen kunnen een constructieactiviteit of een bereiding correct uitvoeren.
6.14 Kinderen kunnen gebruik maken van hun kennis over en vaardigheid in techniek om een
bereiding te maken en een constructie uit elkaar te halen of in elkaar te zetten.
6.15 Kinderen kijken kritisch naar een zelfgemaakt product.
6.16 Kinderen kunnen in concrete ervaringen stappen van het technisch proces herkennen.
LEERGEBIEDOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN:
Leren leren:
Houdingen en overtuigingen: De leerlingen kunnen op hun niveau leren met:
nauwkeurigheid, efficintie, wil tot zelfstandigheid, voldoende zelfvertrouwen, houding van
Aantal bijlagen
Aantal bijlagen
Duur
Fasering
in min.
15
Leerinhoud (WAT)
Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)
Verhaal (bijlage 1)
2 kabouters
A4-papier
Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
De leerkracht
De leerlingen
Groep
antwoorden: nee.
luisteren naar een
verhaal.
antwoorden: een brug
bouwen, een vlot
maken, met een
luchtballen, met een
raket
antwoorden: een brug.
Fotos bruggen
(bijlage2)
Duur
in min.
Fasering
Leerinhoud (WAT)
per lesfase noteer je een duidelijke titel, tenminste n leerdoel en
omschrijf je zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof of de vaardigheid
De leerlingen kunnen
-ervaren dat driehoekige constructies stevig zijn.
-driehoeken aanduiden in constructies.
-informatiebronnen opnoemen.
-informatie uit een filmpje verwoorden.
Brainstorm:
Filmpje, boek, fotos, internet, realiteit,
Materiaal: papier
Afstand: min. 35 cm
Gewicht: boek
Materiaal testen: driehoekige en gebogen constructies.
Tekst filmpje:
Als ik een plank op deze twee oevers leg Zie je, dan
zie je, dat ie doorbuigt. Wow, en niet zon beetje ook! Ik
durf er niet eens op te gaan staan! Maar: als ik de plank
ertussen zet
Kijk: nu is ie veel steviger!
Nou, ik kan er zelfs op zitten!
He he, nou, je hebt het net al kunnen zien: als ik m
erop leg, dan buigt het een beetje door. Maar wat als ik
de plank nou twee keer zo dik maak?
Dan is ie gelijk een stuk steviger. Nou ja, hij kraakt nog
wel een beetje. En op zon soort brug moeten er
natuurlijk allemaal dingen overheen: fietsen, autos,
vrachtwagens. Om m nog ietsje steviger te maken
zetten we er een pilaar onder. Hoppakkee. Dan is ie
gelijk een stuk steviger.
Stel, dat hier boten onderdoor moeten varen of dat er
een diep ravijn is. Nou, dan kan dit niet, dit ding moet
weg. Ik kan de brug ook op een andere manier stevig
maken.
Altijd zorgen, dat je het op maat doet en het liefst op
een vierkwartsmaat.
Kijk: kleine latjes, een lange lat. Nou, het is nog niet
echt stevig h. Het gaat op en neer. En, er moeten dus
latjes tussen hier. Nou, laten we maar doen dan!
Zo, de brug terug. De pijler kan weg, die hebben we niet
meer nodig. En als het goed is, is ie alweer een stuk
steviger.
Driehoeken zie je heel vaak. Een driehoek is namelijk
Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)
Filmpje Schooltv
20 zakjes met
rietjes en touw
Boek
Plakband
Lijmstiften
scharen
Papiervellen A3
Papiervellen A4
Papierstroken
puzzelstukjes
Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
De leerkracht
Groep
De leerlingen
antwoorden: internet,
boeken, filmpjes,
architect,
bekijken de fotos.
antwoorden: met hout,
van metaal, driehoeken,
bogen, stenen,
Duur
in min.
Fasering
Leerinhoud (WAT)
per lesfase noteer je een duidelijke titel, tenminste n leerdoel en
omschrijf je zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof of de vaardigheid
Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)
Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
De leerkracht
vierkant.
toont de driehoek en het vierkant.
zegt: Probeer maar, help elkaar een beetje.
En? Wat is het stevigste? Zeker? We zagen dat ook al
in het filmpje daarnet h.
Dus we kunnen ervan uit gaan dat driehoeken in een
constructie toch wel voor een bepaalde stevigheid
zorgen. Ja h? Anders zouden we die vorm niet zo
vaak zien terugkomen in al die fotos.
Groep
De leerlingen
antwoorden: de
driehoek.
antwoorden:
antwoorden:
antwoorden: Een brug
maken.
antwoorden: Van papier.
antwoorden: 35 cm
antwoorden: Nee.
antwoorden: Het moet
een boek kunnen
dragen.
Duur
Fasering
Leerinhoud (WAT)
per lesfase noteer je een duidelijke titel, tenminste n leerdoel en
omschrijf je zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof of de vaardigheid
in min.
Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)
Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
De leerkracht
zijn groepje. Je mag pas beginnen zoeken als
iedereen zijn puzzelstukje heeft.
Groep
De leerlingen
vormen groepjes.
3a
Plakband
Lijmstiften
scharen
Papiervellen A3
Papiervellen A4
Papierstroken
Gekleurd papier
Speel
tijd
Speeltijd
25
3b
antwoorden:
experimenteren.
antwoorden: dubbel
vouwen, verkreuken,
antwoorden: door
driehoekige of gebogen
constructies.
experimenteren.
Duur
Fasering
Leerinhoud (WAT)
per lesfase noteer je een duidelijke titel, tenminste n leerdoel en
omschrijf je zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof of de vaardigheid
in min.
Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)
De leerkracht
Niet om iets helemaal in te tapen zodat het steviger
wordt.
deelt materialen uit.
zegt: Bedoeling is dat jullie in jullie groep een brug
ontwerpen en maken die aan de vooropgestelde
voorwaarden voldoet.
wijst naar het bord.
zegt: Bespreek hoe jullie te werk gaan, zorg dat
iedereen iets gedaan heeft. Werk samen, want
samen sta je sterk. Bundel jullie ideen,
experimenteer en ga dan aan de slag.
Groep
De leerlingen
Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
Plakband
Lijmstiften
scharen
Papiervellen A3
Papiervellen A4
Papierstroken
Duur
Fasering
in min.
10
Leerinhoud (WAT)
10
Opruimen en prijsuitreiking
Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)
Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
De leerkracht
zegt: Goed, de jury gaat zijn werk doen. Wie vertelt
nog eens wat we precies moeten nakijken?
We kijken na of de brug minstens 35cm kan
overbruggen, we kijken of na of ze het gewicht van
het boek aankan, dan vergelijken we alle bruggen
met elkaar. De langste, de stevigste en de mooiste
krijgen een prijs.
Groep
De leerlingen
antwoorden: de lengte,
het gewicht, de
uitstraling,
Bordschema
Aanvullingen
Bijlage 1:
In een prachtig bos, vlakbij de stad woont een groep boskabouters. Ze wonen in rood met witte paddenstoelen en ze wonen er al heel lang.
In de eerste paddenstoel die je tegenkomt wonen Hummetje en Hommetje, net terug van een verre reis. Verderop heb je dan nog Haakje en Oogje met hun 3 kindertjes Pim, Pam en Pet, de
gebroeders Plens en Plons, Tak en Steeltje, met hun kindertjes Blad en Wortel, Flop en Flap en nog veel meer anderen. En natuurlijk is daar de paddenstoel van Wieltje.
Wieltje is eigenlijk geen boskabouter, maar een tuinkabouter. Lang geleden woonde hij bij mensen in de tuin en met zijn kruiwagentje ruimde hij 's nachts alle rommel uit de tuin op.
Maar opeens had hij er genoeg van. Op een nacht duwde hij zijn kruiwagentje de weg op naar het bos. Eerst vonden de boskabouters hem een beetje raar, maar Wieltje was heel slim n handig
en dus mocht hij blijven. De boskabouters vonden zijn kruiwagen zo gaaf, dat Wieltje besloot een heleboel wielen te gaan maken voor nieuwe kruiwagens. Hij had al een schuur vol wielen. Maar
omdat niemand wist hoe het verder moest, gebeurde er verder niets mee.
Op een mooie herfstavond zegt kabouter Flop tegen zijn vrouw Flap dat hij niet meer tevreden is over hun paddenstoel. De kap is verlept en verkleurd en de deur, van aan elkaar gebonden takjes,
klemt en piept. Ook de stam is aan een verfje toe.
"Ik wil wel verhuizen, maar dan niet meer naar een paddenstoel".
"Kabouters wonen altijd in een paddenstoel. "zegt Flap. "Waar wil jij dan in wonen?"
"Ik weet het niet, ik moet er over nadenken" zegt Flop. Plotseling horen ze een enorme klap. De paddenstoel schudt heen en weer.
Flap en Flop rennen naar buiten en even later valt hun hele huis om.
"O sorry, hoor" horen ze in de boom boven hun. "Ik liet per ongeluk een kastanje vallen. Dat huis van jullie kan ook nergens tegen". Pluis de eekhoorn verdwijnt grijnzend tussen de takken van de
boom. "Ohhhh, wat moeten we nu doen?" , jammert Flap.
"Heel eenvoudig, we gaan verhuizen", antwoordt Flop.
Die nacht slapen ze bij de buren en de volgende ochtend roept Flop alle kabouters bij elkaar. "Wij gaan verhuizen, niet naar een paddenstoel, maar h naar iets anders. Verderop bij de rivier (wat
eigenlijk maar een heel klein stroompje water is, maar dat weet Flop niet) heb ik laatst een hele berg van h een soort van h blokjes gezien. Ik denk dat als je die op elkaar stapelt je wel een soort
van h huis kan maken".
"Zal ik meegaan om te helpen", vraagt Wieltje. "Ik heb bij de mensen ook wel eens zoiets gezien".
"Nee", zegt Flop dapper. "We kunnen het zelf wel. We nodigen jullie allemaal uit als ons huis klaar is". En daar gaan Flop en Flap, op zoek naar een nieuw huis.
Zie je daar die blokjes, Flap? roept Flop. Ooh, wat tof zeg, maar hoe geraken we tot ginder?
Flop kijkt bedenkelijk. Zwemmen? vraagt hij met een bang stemmetje. Flap kijkt Flop verbaasd aan. Plens en Plons zijn de enige kabouters die kunnen zwemmen. Ik ben bang van water, dat
durf ik niet.
Wat nu gedaan?
Bijlage 2: