Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Wat is een verhouding?

Een verhouding tussen twee grootheden geeft aan hoeveel keer groter of
kleiner de ene grootheid is ten opzichte van de andere.
Een voorbeeld is : voor 1 kilo appels betaal je 2 euro. Als je 2 kilo koopt
dan betaal je 4 euro en als je 3 kilo koopt dan betaal je 6 euro.
Als je n van de getallen in een verhouding bijvoorbeeld 3 keer zo groot
maakt, moet je dat met het andere getal doen. In het voorbeeld van het
de appels, krijg je dan 3 staat tot 6.
Het gewicht en de prijs die je moet betalen verhouden zich als 1 staat tot
1
2 of 1:2 of ook 2

De notatie van verhoudingen


1 staat tot 10 = 1 : 10 =

1
10

Je zegt altijd 1 staat tot 5 of 1 op de 5 of 1 van de 5


Aan de derde notatie kun je zien dat breuken ook een onderdeel van
verhoudingen. Je geeft met een verhouding ook een deel van een geheel
weer.
Verhoudingen kunnen ook weergegeven worden in percentages
De verhouding 1 op de 10 is dezelfde verhouding als 10 op de 100 en kan
je dus schrijven als 10%.
40% is hetzelfde als 40 op de 100 en 4 op de 10 en 2 op de 5.

Rekenen met verhoudingen


Aantal koekjes
De verhouding koekjes dat je kunt bakken en het aantal gram bloem dat je
nodig hebt is 2 staat tot 45. Hoeveel gram bloem heb je nodig voor 15
koekjes?
Antwoord:
Reken eerst het aantal gram bloem per koekje uit en daarna voor 15
koekjes.
45 : 2 15 = 337,5 gram bloem.
Kaas
De verhouding tussen prijs in centen en aantal gram kaas is 41 staat tot
50. Hoeveel euro kost een stuk kaas van 875 gram?
Antwoord:
Reken weer eerst wat de kaas per gram kost, en dan voor 875 gram kaas.
41 : 50 875 = 717,5 cent dus 7,18 euro.

Percentage
Bereken 45% van 85 euro.
Antwoord:
45 op de 100 van 85 = 45 : 100 85 = 38,25.
Korting op de jas
Hoeveel procent korting krijg je als je op een jas die 70 euro kost, 17,50
euro korting krijgt.
Antwoord:
De verhouding is 17,50 staat tot 70.
17,50 : 70 100 = 25%
Je rekent eigenlijk eerst de korting per euro uit, en daarna per 100.

Rekenen met verhoudingstabellen


De afspraak bij het rekenen in een verhoudingstabel is wat je boven doet, doe je
ook onder. Dit geldt ook anders om. Als je het getal boven vermenigvuldigt met 5
moet je dit met het getal daaronder ook doen.
Voorbeeld

2,5

gramm
200
en

500

euro's

11,2
22,50
5

4,50

2,5

1000
0,0225

Omdat je elk getal in de bovenste rij kan vermenigvuldigen met


0,0225 om het getal eronder te krijgen, heb je te maken met een
verhoudingstabel.

Voorbeeld 1
Als 1 kg 4,25 euro kost, hoeveel kost dan 650 gram?
Antwoord:
Maak een tabel met verhouding 1000 gram en 4,25 euro, en reken naar
650 gram.
:1000 650
grammen 1000
euro's
4,25

1
650
Dus je betaalt voor 650 gram 2,76
0,00425 2,76 euro.

:1000

650

Voorbeeld 2
Als je voor 450 gram koekjes 4 eieren nodig hebt, hoeveel koekjes kan je
dan maken met 6 eieren?
Antwoord:
Maak een tabel met verhouding 450 gram en 4 eieren, en reken naar 6
eieren.
:4
6

gramme
450
n
eieren
4

112,
675
5
1
6

:4

Dus je kunt met 6 eieren 675 gram koekjes


bakken.

Voorbeeld 3
Hoeveel vrachtwagens reden te hard als 9% van de 3500 langskomende
vrachtwagens een snelheidsbekeuring hebben gekregen?
Antwoord:
Maak een verhoudingstabel met aantal en procent en vul in dat 3500
autos 100% is, en reken naar 9%.
:100
9
aantal 3500
procen
100
t

3,5

31,5

:100

Het antwoord is dus ongeveer 32


vrachtwagens.

Voorbeeld 4
Als je op een koelkast van 730 euro, 156 euro korting krijgt, hoeveel
procent korting kreeg je dan?
Antwoord:
Maak een verhoudingstabel met aantal en procent en vul in dat 730 euro
100% is, en reken naar 156 euro.
:730
156
aantal
procent

730
100

1
0,137..
:730

156
21,4
156

Het antwoord is 21,4%.

You might also like