Professional Documents
Culture Documents
Verslag Prestatie 3 NH DD 05022017
Verslag Prestatie 3 NH DD 05022017
3
Onderzoek
naar
werkvormen
die
onderzoekend
leren
stimuleren.
INLEIDING 4
CONTEXT 4
AANLEIDING 5
ONDERZOEKSVRAAG 6
OPZET 6
VERKENNING 7
PLAN VAN AANPAK EN MIDDELEN 7
LITERATUURVERKENNING 10
PRAKTIJKVERKENNING 12
RESULTATEN EN ANALYSE 13
WAT IS OOL? 13
WAAROM OOL? 16
WELKE VAARDIGHEDEN HEEFT EEN STUDENT NODIG VOOR OOL? 18
WELKE WERKVORMEN ZIJN ER? 20
WELKE VAARDIGHEDEN ZIJN TE STIMULEREN DOOR MIDDEL VAN OOL? 22
WELKE WERKVORMEN PASSEN BIJ OOL? 22
IN HOEVERRE HEBBEN STUDENTEN VAN HET NIMETO EEN ONDERZOEKENDE HOUDING? 23
WELKE ERVARING HEBBEN DOCENTEN MET OOL? 25
WELKE WERKVORMEN GEBRUIKEN DOCENTEN OP SCHOOL EN MET WELKE ERVARING? 27
SAMENVATTING 29
HET BEROEPSPRODUCT 31
EVALUATIE EN REFLECTIE 33
LITERATUURLIJST 35
Dit verslag is tot stand gekomen omdat ik als student aan de HU bezig ben met de
studie Pedagogisch Didactisch Getuigschrift. Als onderdeel van deze opleiding dienen
studenten een beroepsproduct te schrijven dat antwoord geeft op een vraag die vanuit
school komt. Als docent marketing geef ik les op het Nimeto Utrecht en in het afgelopen
half jaar heb ik mij beziggehouden met het schrijven voor de nieuwe onderwijsstructuur.
Mijn onderzoeksopdracht is in die hoedanigheid tot stand gekomen.
Context
Creren is het sleutelwoord, het werkwoord van Nimeto Utrecht. Dit DNA zit overal.
Nimeto Utrecht is een bevlogen vakschool, een zelfstandig, kleinschalig en veilig vak-
college op mbo-niveau, dat met ervaren vakmensen vakgerichte opleidingen aanbiedt.
Nimeto Utrecht is een inspiratiebron, een platform voor zelfontplooiing voor studenten
in meerdere vakgebieden. De studenten worden voorbereid op een toekomst binnen
een drietal beroepenvelden:
Vormgeving en Styling
Creatieve Techniek
Vastgoed en makelaardij
Nimeto Utrecht heeft een aantal stappen gemaakt om optimaal gebruik te kunnen
maken van de herziening kwalificatiestructuur zodat zij beter kan anticiperen op de
toekomst en de inrichting van het onderwijs.
Door de grote overeenkomsten tussen de opleidingen RPC en KIA zijn deze twee
opleidingen samengevoegd tot n opleiding Styling, Interieur en Vormgeving en door
het onderwijs in te richten op veelzijdigheid en het ontwikkelen van beroepskracht en
beroepsidentiteit.
In een klimaat van eigen verantwoordelijkheid leidt het Nimeto studenten op tot
zelfstandige vakmensen. Verbonden met de communicatieve, functionele, commercile
De kennisgebieden zijn een lijn van modules. Een module gaat over kennis en
vaardigheden. Het is een reeks workshops dat wordt afgesloten met een eindopdracht.
Elke module bestaat uit 21 klokuren, verdeeld over 6 blokken van 3,5 uur. Het verhaal
van de module is het avontuur, of de reis, waarin een student wordt meegenomen.
Studenten leren technieken, maar ze worden ook geleerd hoe die technieken tot elkaar
verhouden en wat je daar als ruimtelijk vormgever mee kan, door bijvoorbeeld
technieken te combineren. De studenten participeren actief in plaats van dat ze passief
moeten luisteren. Een workshop is om genspireerd te raken en biedt de docent de kans
om actieve en creatieve werkvormen tot te passen. Dat maakt een workshop uitdagend
en leuk om aan deel te nemen.
Aanleiding
In het afgelopen jaar ben ik gevraagd om het curriculum voor het kennisgebied
onderzoeken te helpen schrijven. Onderzoeken gaat over onderzoeken en analyseren
van bijvoorbeeld diversiteit, waarden, vormen, materialen, creativiteit, koopkracht met
als doel om tot een concept te kunnen komen.
Studenten in het eerste jaar komen veelal vanuit het vmbo en zijn niet gewend om zelf
op onderzoek uit te gaan en verwachten docent gestuurde lessen. Mijn ervaring is dat
Onderzoeksvraag
In samenwerking en uiteindelijk in opdracht van de curriculum cordinator Frans van
Oostrom, ben ik daarom gaan onderzoeken welke werkvormen het meest geschikt zijn
om onderzoekend en/of ontwerpend leren te stimuleren. De onderzoeksvraag luidt
daarom:
Opzet
In het komend hoofdstuk geef ik toelichting van mijn verkenning voordat ik over ga tot
de resultaten die uit de literatuur en praktijkonderzoek zijn gekomen. Daarna kun je de
samenvatting van de onderzoeksresultaten lezen en vervolgens ga ik over tot de
voorwaarden en eisen van het beroepsproduct. In de bijlage zijn de ruwe data van het
praktijkonderzoek en het daadwerkelijke beroepsproduct toegevoegd. Overigens zal ik
onderzoekend en/of ontwerpend leren in het vervolg afkorten met OOL (onderzoekend
en ontwerpend leren).
1. Wat is OOL?
2. Waarom OOL?
3. Welke vaardigheden heeft een student nodig voor OOL?
4. Welke werkvormen zijn er?
5. Welke vaardigheden zijn te stimuleren door middel van werkvormen?
6. Welke werkvormen passen bij OOL?
7. In hoeverre hebben studenten van het Nimeto een onderzoekende houding?
8. Welke ervaring hebben docenten met OOL?
9. Welke werkvormen gebruiken docenten op school?
10. Welke ervaring is er op school met werkvormen?
Vanaf augustus 2016 ben ik begonnen met orinteren. Ik ben mij gaan inlezen in de
materie van OOL en werkvormen. In November is de onderzoeksvraag geformuleerd en
in December goedgekeurd (zie bijlage).
De evaluatie van de docenten handleiding zal pas in de loop van dit jaar getoetst kunnen
worden. De docenten kunnen er vanaf maart gebruik van gaan maken en het lijkt
logisch om ze even de tijd te geven om er ook echt mee te werken.
Huidige leerlijn Bezoeken: beschrijven. Door middel van gesprek, November 2016
onderzoeken.
Ik zal in de literatuur ook verkennen welke werkvormen er zijn en welke rol deze kunnen
spelen. In de opleiding voor PDG aan de HU is wel aandacht besteed aan werkvormen,
maar om mijn onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, zou ik mij meer moeten
verdiepen in de mogelijkheden. De literatuur zal mij hierbij helpen, maar waarschijnlijk
weten mijn collegas ook een hoop bronnen of contacten die ik kan onderzoeken.
Vervolgens ga ik op zoek naar de ervaring van mijn collegas op het gebied van OOL. Wat
vinden zij van de houding van de studenten, welke ervaringen hebben zij met OOL en/of
werkvormen en welke mening vormen zij hierover? Omdat ik een grote groep docenten
wil bereiken, ga ik een online vragenlijst ontwerpen en verspreiden. Ik kan dit via het
programma Forms van office 365 eenvoudig digitaal ontwikkelen en verspreiden. Het
voordeel hiervan is dat de resultaten ook overzichtelijk in tabellen en grafieken en/of
diagrammen worden getoond. Dat scheelt mij een hoop tijd doordat ik niets handmatig
in hoef te voeren en het automatisch wordt verwerkt.
Als ik de informatie uit de bovenstaande drie delen heb vergaard, verwacht ik voldoende
informatie verzameld te hebben zodat ik conclusies kan trekken, verbanden kan leggen
en de deelvragen kan beantwoorden.
Het einddoel van mijn onderzoek is om een handleiding te schrijven voor de docenten
die lesgeven bij de opleiding Styling, Interieur en Vormgeving. Het is een handleiding die
docenten de informatie, motivatie en tips geeft om OOL toe te passen in de lessen.
Het boek effectieve didactiek (Broesden, 2016) gaat uit van de principes van Marzano,
een Amerikaanse onderzoeker die spreekt over de vijf dimensies van leren. Dat heeft
veel verbanden met OOL en dit boek heb ik als eerste gelezen.
Het boek Goed Gezien (Geene & Schreuder, 2004) bleek minder geschikt voor mijn
onderzoek, omdat het meer geschreven is voor studenten op het mbo om hen te
helpen bij het opzetten van een onderzoek. Het gaf wel goede inzichten voor mijn eigen
opzet van onderzoek. Onderzoek vaardigheden voor docenten (Losse,
Onderzoeksvaardigheden voor docenten, 2009) blijkt ook een boek dat gericht is op
onderzoek op academische en hbo niveau en daarom minder geschikt voor mijn
onderzoek. Aan het boek Onderzoekende leren stimuleren (Groof, Donche, & Petegem)
heb ik heel veel gehad. De opzet van het boek is heel theoretisch maar geeft inhoudelijk
veel tips en richting aan wat ik voor mijn onderzoek nodig bleek te hebben.
De site leraar 24 geeft een aantal voorbeelden van actieve werkvormen maar is niet
volledig. En zo zijn er nog tientallen sites die met voorbeelden komen. Ik heb ook heel
wat bestanden kunnen downloaden van het internet. Ik was echter op zoek naar een
bron met een goed overzicht van alle mogelijke werkvormen met daarbij een
omschrijving van het doel van die werkvorm. Ik heb op aanraden van de docent PDG en
mijn teamleider het boek Het gaat steeds beter (Bijkerk & Heide van der, Wilma, 2006)
aangeschaft en ik ervaar dat als een helder overzichtelijk boek dat heel veel handvatten
geeft voor mijn onderzoek. Door het lezen van dit boek kwam ik tot de conclusie dat het
kiezen van werkvormen belangrijk is, maar je leerdoel eigenlijk nog meer. Zij hebben de
Vanuit deze verkenning heb ik het zoeken van antwoorden op mijn deelvragen
schematisch weergegeven:
Hulp bij onderzoek Praktijkonderzoek in de school Het boek dat vanuit de studie
(Donk & Lanen, 2015) wordt aangedragen voor
ondersteuning bij onderzoek.
Definitie OOL OOL stimuleren: effecten, Boek met theoretische kennis, tips
maatregelen en principes (Groof, en voorwaarden voor OOL,
Donche, & Petegem)
Site met veel informatie over OOL.
site W&T
Overzicht werkvormen Het gaat steeds beter! (Bijkerk & Een boek waarin activerende
Heide van der, Wilma, 2006) werkvormen overzichtelijk zijn
ingedeeld in vijf soorten.
Welke vaardigheden zijn nodig OOL stimuleren: effecten, Geeft antwoord op de kernvraag
voor OOL? maatregelen en principes (Groof, hoe OOL optimaal ondersteunen
Donche, & Petegem) bij leerlingen?
Welke vaardigheden zijn te Het gaat steeds beter! (Bijkerk & Een boek waarin activerende
stimuleren door middel van Heide van der, Wilma, 2006) werkvormen overzichtelijk zijn
werkvormen? ingedeeld in vijf soorten.
OOL stimuleren: effecten,
maatregelen en principes (Groof,
Donche, & Petegem)
Site W&T
Omdat ik in een keer een grote groep mensen wilde bevragen (Donk & Lanen, 2015, p.
blz.154), heb ik gekozen voor een online vragenlijst. Ik heb goed gekeken naar de
volgorde van de vragen (Donk & Lanen, 2015, p. blz. 208). Ik wilde niet teveel vragen,
want de ervaring op school is dat iedereen het druk heeft en als het beantwoorden van
de vragen teveel tijd kost, is de kans groter dat ik te weinig respondenten krijg. Ik ben
uiteindelijk gekomen op 20 vragen en verwacht niet meer dan 10 minuten van hun tijd
in beslag te nemen.
Door de vragen per e-mail te versturen met een hyperlink naar de online omgeving van
office 365 maak ik het mijn docenten ook zo gemakkelijk mogelijk om de vragen in te
vullen. Het kan zowel via de computer als op de telefoon ingevuld worden. Forms is een
programma waarmee ik meteen de resultaten van de respondenten kan bekijken en die
het ook meteen grafisch weergeeft en ik kan de resultaten eenvoudig downloaden naar
Excel voor eventueel verdere verwerking.
Eerst heb ik de vragen geformuleerd om te bespreken met mijn coach. Deze heb ik een
aantal keren aangepast, vervolgens een test gedaan bij een aantal vrienden voordat ik
de vragen ook daadwerkelijk verstuurd heb.
De vragen zijn zowel gesloten als open, afhankelijk van mijn doel voor de vraag. Tevens
zitten er controlevragen bij om te controleren of ik met het antwoord op de vraag ook
echt de juiste conclusie mag trekken. Ik heb voor de vragen over werkvormen gekozen
voor een vijfpuntsschaal vraag omdat ik de mate wilde meten.
De enqute heb ik naar alle docenten gemaild die lesgeven in Styling, Interieur en
Vormgeving. Zij zijn degene die de lessen nu verzorgen en die mogelijk straks ook met
mijn handleiding voor OOL aan de slag moeten gaan.
Uiteraard heb ik gezorgd voor een goede inleiding en geef ik de docenten de context
waarom ik ze vraag deze vragen in te vullen en wat zij er zelf aan hebben. Ik beloof ook
de resultaten met hen te delen in maart.
Wat is OOL?
De expertgroep Wetenschap en Techniek Basisonderwijs (2005) gaf aan dat er behoefte
was aan een samenhangende visie op wetenschap en techniek in het primair onderwijs.
Zij achtten een didactische aanpak bij wetenschap en techniek de juiste oplossing bij
deze behoefte. Ze ontwikkelde Leren onderzoekend en ontwerpend leren (LOOL). Het
accent lag op de mogelijkheden voor de ontwikkeling van de wetenschappelijke houding
van leerlingen. Dit werd in samenhang gebracht met de conceptuele ontwikkeling (van
Graft en Kemmers, (2007) en na toevoeging van de zeven stappen modellen is het OOL
gaan heten. Dit onderzoek is vooral uitgegaan van de benadering van OOL door Graft en
Kemmers ,2007).
In het proces van OOL staat de actieve kennisconstructie van leerinhouden centraal en
vergaren studenten inhoudelijk kennis van een bepaalde discipline. Maar daarbovenop
verwerven studenten onderzoek vaardigheden door de verschillende onderzoeksfasen
te doorlopen en ontwikkelen ze op termijn een meer onderzoekende houding (zion et
al., 2007). Ze gebruiken verschillende bronnen om hun inzicht in een bepaald thema of
probleem te verbeteren en leren hoe ze probleemstellingen in een discipline op een
gestructureerde wijze kunnen aanpakken (Groof, Donche, & Petegem).
OOL beoogt de ontwikkeling van een diepere en betekenisvollere kennis bij de leerling,
omdat er kennis wordt vergaard op een actieve en authentieke manier. (Manlove,
Lazonder & de Jong, 2006)
Bij OOL wordt er gebruik gemaakt van het 7 stappen model, zoals hieronder staat
weergegeven:
2. Verkennen: leerlingen worden eigenaar van het probleem of gaan op zoek naar
de beantwoording van de vraag. Ze gaan gegevens verzamelen, vragen stellen, ideen
opperen, voorspellingen doen, oplossingen formuleren door te brainstormen en aan te
rommelen.
7. Verdiepen: leerlingen hebben zich een beeld ontwikkeld van een concept dat zij
schriftelijk of mondeling in eigen woorden kunnen beschrijven. Of inzicht in de gebruikte
technische principes en de keuze van gebruikte materialen. Dit beeld krijgt betekenis in
de belevingswereld van de student. Door te reflecteren, discussiren en te vergelijken
gaat het ontwerp of onderzoek ijken.
Gelet op de maatschappelijke uitdagen van vandaag, wordt het aanwakkeren van een
onderzoekende houding bij studenten steeds vaker als een belangrijke doelstelling van
het onderwijs beschouwd (Groof, Donche, & Petegem).
Veel huidige beroepen bestonden vijftien jaar geleden niet, andere beroepen zijn
ingrijpend veranderd. Weet iemand hoe de arbeidsmarkt er over tien of dertig jaar
uitziet? Welke beroepen zijn er dan? De grote vraag is: hoe leiden we de studenten van
vandaag op tot de ruimtelijk vormgevers van morgen? Dat kan alleen als ze de
beschikking hebben over een magazijn van kennis en vaardigheden waaruit ze naar
hartenlust putten om in het vak ruimtelijk vormgeven aan de slag kunnen.
Een deel van de competenties die leiden tot kennis als vermogen kunnen we aanduiden
als onderzoek competenties. Ze omvatten de kennis, vaardigheden en attitudes die
iemand nodig heeft om aan onderzoek te doen en/of om met een onderzoekende
houding in het leven te staan. Het Nimeto speelt een sleutelrol in de ontwikkeling van
deze kennis als vermogen. Het past bovendien goed bij de kennis en vaardigheden die
een ruimtelijk vormgever zou moeten beheersen en bij de nieuwe onderwijsvisie van het
Nimeto.
Uit een evaluatiegesprek met studenten (januari 2017, zie bijlage) blijkt dat studenten de
zelfstandigheid die ze krijgen tijdens de lessen, als prettig ervaren. Ze komen met plezier
naar school en ervaren het positief dat studenten worden aangesproken op hun
volwassenheid.
Er zijn echter ook nog workshops waarbij de docent 3,5 uur informatie aan het zenden is
en dat kan niet. Dat leidt tot concentratieverlies van de studenten en het wordt ervaren
als zwaar. Verder vragen de studenten zich soms af of ze wel de dingen leren die ze
moeten leren. Ze willen een goede balans tussen praktisch en theoretisch.
Het Nimeto wil kennis als vermogen bij studenten stimuleren en dat bestaat uit
competenties om relevante kennis te signaleren en te absorberen, kennis te
combineren en verder te ontwikkelen, te vertalen en te gebruiken. (Oostrom, 2016)
Vanuit het Kwalificatiedossier zijn er een hoop aanknopingspunten voor OOL. Een
opsomming van de kennis die studenten dienen te hebben als ruimtelijk vormgever en
die door OOL tot stand kunnen komen, zijn:
Pas wanneer iemand over de nodige nieuwsgierigheid beschikt, vaardig is in het opzetten van
empirisch onderzoek, beschikt over conceptuele voorkennis waaruit kan worden geput en ook
inzicht heeft van de gangbare normen en aard van wetenschappelijk onderzoek, kunnen we
van onderzoek competentie spreken. (Groof, Donche, & Petegem, 2012)
Voor het OOL heeft een student ten minste drie intelligenties nodig (Ebbens &
Ettekoven, 2013), namelijk:
Kunnen waarnemen
Eigen mening kunnen vormen en die helder verwoorden.
Mediawijsheid: het bewust en kritisch gebruiken en verwerken van digitale
informatie.
Informatievaardigheden: op efficinte wijze gepaste informatie zoeken en selecteren.
Denkvaardigheden: kritisch denken, effectief argumenteren en beweringen
analyseren en evalueren.
Probleemoplossend vermogen: een probleem definiren en denkstappen maken om
het op te lossen. Vragen kunnen stellen.
Creativiteit: bedenken en ontwikkelen van een vernieuwend en passend idee of
product.
Interpersoonlijke en communicatieve vaardigheden: uitwisselen van informatie.
Zelfregulatie: het vermogen om doelen te stellen, een relevante strategie te kiezen en
te monitoren of het doel bereikt is.
Ondernemendheid: zoeken en benutten van kansen in de omgeving, initiatief nemen
en proactief handelen.
Nieuwsgierigheid: de student moet zelf iets willen uitzoeken.
Zelfs als een student beschikt over de onderzoek competenties, is dat nog geen
voorwaarde voor succes. Motivatie en context spelen een belangrijke rol: studenten
moeten begrijpen waarom ze iets zullen onderzoeken en ze moeten het zelf willen.
Het is bekend dat de motivatie van studenten om te leren groter wordt als bij het
bepalen van de leerinhoud vragen van studenten centraal staan, of dat het aanbod
verwondering en nieuwsgierigheid oproepen. (SLO, sd)
De belangrijkste doelstelling is dat leerlingen werken aan vragen die voor hen
interessant zijn (Veneklaas, 2007).
Het boek het gaat steeds beter (Bijkerk & Heide van der, Wilma, 2006) heeft de
werkvormen in vijf categorien onderverdeeld:
De belangrijkste doelen die met ijsbrekers behaald kunnen worden, zijn: voorkennis
inventariseren, ervaringen uitwisselen, kennismaking, groepen indelen, gedrag
bespreekbaar maken (Verrassingseffect met aan het eind van de les pas de realisatie),
energieniveau van de studenten verhogen en om een les te evalueren.
Samenwerkend leren is geen synoniem van werken in groepen. Bij echt samenwerkend
leren is er sprake van goed en actief luisteren, leren uit te leggen, elkaar helpen, vragen
stellen, gezamenlijk beslissingen nemen, respect voor een ander, conflicten oplossen,
verantwoordelijkheid nemen en taken verdelen.
Bij OOL dient de student telkens het 7 stappen model door te lopen, ongeacht de vraag
of het probleem waarvandaan ze werken. Het is daarom belangrijk dat de docent zorgt
voor een goede instructie van de 7 stappen en dat deze regelmatig worden herhaald:
studenten moeten de instructie overnemen omdat ze dan effectief tot handelen kunnen
overgaan (Geerts & Kralingen, 2015).
Verder blijkt uit het handboek van leraren dat vragen stellen een goede manier is om
ervoor te zorgen dat studenten hun kennis over een bepaald onderwerp activeren en
dat is een van de grondleggers van OOL.
Het onderwijsleergesprek wordt in het handboek van leraren (Geerts & Kralingen, 2015)
ook aangeprezen om een nieuw thema te introduceren omdat het voorkennis activeert
en verfrist maar ook om te reflecteren en evalueren. Dit past ook prima in het principe
van OOL omdat er van de studenten een kritische houding verwacht wordt waar door
middel van vragen stellen je gaat onderzoeken. Dit kan ook in een kleiner groepje zijn,
wat bij OOL meestal het geval zal zijn.
Ik wil hierbij ook de onderwijsregelkring aanhalen (Geerts & Kralingen, 2015, p. blz. 122)
waarbij je voor de keuze van werkvorm goed kijkt naar het leerdoel, dan de
instructievorm selecteert en de kring pas verlaat nadat het leerproces en leerproduct is
geevalueerd. Ook dit sluit aan bij OOL, waarbij gezegd wordt dat je alle 7 stappen altijd
moet doorlopen om de effectiviteit te halen van deze werkvorm.
Indien de student nog niet alle vaardigheden van OOL beheerst, wordt het lastig om met
OOL aan de slag te gaan omdat dan het beoogde doel mogelijk niet gehaald wordt. Het
is aan te raden om de studenten de 7 stappen van het OOL goed onder de aandacht te
brengen. Zeker in het eerste jaar van het Nimeto, waar het voor studenten een geheel
nieuwe manier van werken kan zijn. Je kunt verwachten dat door herhaling, het in het
tweede jaar bijvoorbeeld minder relevant is omdat ze de vaardigheden al beheersen.
Het is in ieder geval verstandig dat de docent de student extra ondersteund tijdens het
proces van OOL.
OOL is eigenlijk al een effectieve didactische werkvorm. Maar de student beheerst niet
automatisch al alle vaardigheden als hij/zij net op het Nimeto zit om OOL te kunnen
toepassen. Daarom dienen we het 7 stappen model te instrueren en de student daar
telkens weer mee laten werken om het te beklijven.
Bijna driekwart van docenten zegt dat studenten inhoudelijk kritische vragen stellen
over de lesstof maar docenten zijn niet overtuigd dat studenten daarmee dan ook een
onderzoekende houding hebben. Dit kan liggen aan het feit dat studenten niet
voldoende doorvragen en genoegen nemen met het eerste antwoord dat ze krijgen,
zoals bij vraag 2 en 3 wordt genoemd.
Ik had verwacht dat er iets meer uitschieters zouden zijn in heel erg of zelfs ook in nog
onvoldoende of eigenlijk helemaal niet, wat dat betreft valt het mij mee. Maar ik zie
hierin wel voldoende uitdaging om de onderzoekende en leergierige houding van de
studenten te verbeteren. Het zou mooi zijn als we toch zeker 10% in de top kunnen
organiseren en dat de meerderheid van de studenten een onderzoekende houding gaat
krijgen.
Omdat ik zeker wilde weten dat docenten begrepen wat ik bedoel met een leergierige,
onderzoekende houding heb ik nog twee controlevragen gesteld:
Vraag 3: Wat voor gedrag vertonen studenten, waaruit blijkt dat ze geen
onderzoekende houding hebben?
De meeste antwoorden gaan over interesse tonen, durven vragen te stellen, actieve
werkhouding en nieuwsgierige houding en initiatief nemen. Ook worden antwoorden
gegeven die gaan over het wel/niet betekenisvol zijn van de les.
Ik concludeer eerder dat studenten wel vragen stellen maar nog niet voldoende
doorvragen en nog niet voldoende een onderzoekende houding hebben. De volgende
vraag uit mijn onderzoek is gericht op de docent en zijn/haar ervaring met OOL.
Vraag 5: Vind je het fijn als studenten inhoudelijk (kritische) vragen stellen over
de lesstof? Waarom wel/niet?
Alle docenten zien graag dat studenten vragen stellen over de lesstof. Ik concludeer
hieruit dat ze bereid zijn om studenten te stimuleren onderzoekend te leren.
De meerderheid is van mening dat fieldresearch niet mag ontbreken bij het
kennisgebied onderzoeken.
Een grote hoeveelheid is ook van mening dat deskresearch en observatie niet mag
ontbreken bij het kennisgebied onderzoeken.
In overig worden associren, focusgroepen, materiaalonderzoek experimenteren, zelf
ervaren en beleven, brainstormen en beter online zoeken genoemd.
Van een creatieve school, met creatieve docenten, had ik verwacht dat er veel meer
suggesties uit zouden komen, ik vind het nog wat beperkt. Ik concludeer hieruit dat ik de
docenten nog kan helpen bij varirende werkvormen en ik concludeer hieruit dat het
OOL nog niet in de volledige vorm zoals het bedoeld is (7 stappen), wordt gehanteerd.
Ik heb in de enqute niet alle werkvormen kunnen onderzoeken, maar ben op zoek
gegaan naar de mate waarin spelvormen, opdrachtvormen, interactievormen,
Dit onderzoek bevestigt dat OOL een goede methode is om te gebruiken op het Nimeto.
Omdat het studenten helpt bij het leren van de 21e eeuw vaardigheden en past bij de
kennis en vaardigheden die een vormgever zou moeten leren. Het onderzoek heeft
aangetoond dat de docenten open staan voor deze methode. Ook studenten hebben
aangegeven het fijn te vinden om zelfstandig aan hun eigen leerproces te werken en
minder docent gestuurd les te krijgen van bijvoorbeeld een docent die in een workshop
3,5 uur kennis aan het zenden is.
Om OOL toe te passen, dient er gewerkt te worden met het 7 stappen model (zie
handleiding docenten). Vanuit het kwalificatiedossier zijn er voldoende onderwerpen die
aansluiten bij OOL. Ook deze suggesties worden opgenomen in de handleiding. Om
studenten te helpen, coachen, begeleiden en stimuleren in het 7 stappen proces van het
OOL, zijn een aantal werkvormen die hierbij kunnen helpen. De werkvormen die OOL
kunnen stimuleren, zijn terug te lezen in de handleiding.
Het was in eerste instantie de bedoeling om OOL toe te passen in het kennisgebied
onderzoeken. Ik heb aangetoond dat OOL toegepast zou moeten worden in alle
kennisgebieden om zo de student te helpen bij de vaardigheden die van hem of haar na
school verwacht worden. Taalvaardigheden zoals discussiren, debat voeren, mening
vormen en/of verwoorden, presenteren, bronnen verwerken spelen een belangrijke rol
in OOL en kunnen zowel bij Nederlands als andere kennisgebieden toegepast worden.
Rekenen kan helpen bij een analytische blik en bekijken en/of verwerken van tabellen,
grafieken en data.
Door meer te doen met OOL in het onderwijs van Nimeto, ontwikkelt de student zich als
een zelfstandige, kritische student die de kennis en vaardigheden heeft om iets te
onderzoeken en weet dat er meestal meerdere oplossingen/antwoorden zijn voor een
probleem of vraagstelling. Doordat de student de juiste onderzoek vaardigheden heeft,
kan de student een keuze maken en beargumenteren waarom zij welke oplossing kiest.
De handleiding OOL is bedoeld voor alle docenten die lesgeven bij de opleiding Styling,
Interieur en Vormgeving.
In eerste instantie was het de bedoeling een handleiding te schrijven die per e-mail
verspreid zou worden. Maar tijdens het schrijven van dit onderzoek, lijkt een website die
voor alle docenten toegankelijk is, een betere optie.
Een site kan ten alle tijden aangepast worden en is eenvoudig toegankelijk. Er kunnen
documenten aan toegevoegd worden en het nodigt docenten mogelijk zelfs uit om er
zelf ook documenten en/of artikelen aan toe te voegen.
Ik wil voorkomen dat het slechts een theoretisch stuk wordt, dat eenmaal gelezen, in de
kast onderop de stapel beland. Het moet docenten enthousiasmeren om onderzoekend
en/of ontwerpend aan de slag te gaan met hun lessen en het moet handige tips geven
om hen daarbij te helpen. Door voorbeelden te geven en overzichtelijk weer te geven
welke werkvormen het onderzoekende en/of ontwerpende leren stimuleren. Een site
lijkt daarom de beste keuze.
Deze informatie zal functioneren als de onderlegger op basis waarvan het curriculum
voor het kennisgebied onderzoeken geschreven zal worden. De docenten van
kennisgebied onderzoeken moeten met OOL werken. Hiervoor dient nog wel een
vervolgonderzoek plaats te vinden, om uit te zoeken welke onderwerpen het meest
geschikt worden bevonden door zowel docenten als door studenten. Dit kan gebeuren
door middel van interviews of focusgroep gesprekken. Uit onderzoek (vraag 19 en 20) is
een eerste orintatie gedaan en kunnen eerste gesprekken gevoerd worden.
Ik hoop dat ik met de handleiding de eerste stap heb gezet en dat het een beweging op
school heeft opgestart. Dat ik mijn collegas ook enthousiast kan maken voor OOL. Ik
hoop ook dat we met input van collegas de site nog meer verdieping kunnen geven.
Door discussies te voeren, artikelen en tools toe te voegen etc.
Ik heb een artikel gelezen over stichting leerKRACHT (leerKRACHT, sd) en hun
leerKRACHT-aanpak en dat inspireert mij om te kijken in hoeverre we dit zouden kunnen
toepassen op het Nimeto voor de OOL-lessen. Ik heb zelf 18 jaar ervaring in de
marketing en communicatie en ik merk dat ik gewend ben om te werken op basis van
een gedegen briefing, met een duidelijk doel en met een kritische blik. Ik denk dat
docenten elkaar scherp kunnen houden met de leerKRACHT-aanpak: bordsessies
houden, gezamenlijk lessen ontwerpen, elkaars lessen bezoeken en
feedbackgesprekken.
Het onderzoeksproces was een uitdaging voor mijzelf. In mijn vorige baan als
accountdirector bij een reclamebureau heb ik vaak te maken gehad met
onderzoeksbureaus. Adverteerders werken veel met onderzoeksbureaus en briefings
komen meestal door middel van een strateeg of consultant en is meestal gebaseerd op
onderzoek. Ook als een campagne als concept werd goedgekeurd, moest deze eerst
En ik heb een onderwerp gekozen waar ik uiteindelijk van denk dat het goed bij mij past
en waar ik mij ook nog meer in zou willen verdiepen. Het past in mijn manier van
werken, het past bij de manier van lesgeven (eigen verantwoordelijkheid,
zelfstandigheid bij studenten) en hoe ik als moeder ook mijn kinderen opvoed. Ik ben
van nature iemand die het liefst onder deadlines werkt. Daar ben ik ook in dit proces
best wel op gewezen door mezelf want zoals altijd denk ik achteraf dat ik eerder had
moeten beginnen. Wat misschien ook wel iets te kritisch is, want ik ben al het hele jaar
bezig met het lezen van boeken over dit onderwerp. Ik ben gelukkig ook een doorzetter
en dat heeft ervoor gezorgd dat ik heel systematische door alle stappen kon ploegen om
het voor elkaar te krijgen. Op je 45e weer studeren, terwijl je een nieuwe baan als docent
hebt en een gezin dat je draaiende houdt, heeft mij ook af en toe geleerd om even een
stap terug te doen. Wat je in je hoofd hebt, komt er niet altijd even goed uit. Soms zit
iets in je hoofd, maar kun je niet de juiste woorden vinden en moet je een bepaald
hoofdstuk of artikel weer opnieuw doornemen om het toch voor elkaar te krijgen. Ik
ben praktisch ingesteld en niet theoretisch: ik doe liever dan dat ik eerst alles overweeg
en analyseer.
Het geeft me ook heel veel energie om weer met zoveel passie en energie ergens aan te
werken. Het weer iets leren is leuk! En daar kan ik dan ook wel aan wennen. Ik heb het
ook al in de reflecties van prestaties 1 en 2 aangegeven: ik ben heel kritisch naar mijzelf
en eigenlijk nooit tevreden. Ik zou continue weer veranderingen kunnen aanbrengen.
Maar dat maakt het ook juist zo interessant. Het is mensenwerk en je leert elke dag
weer en hoe meer kennis, hoe meer je weer zult willen veranderen. Ik ben overtuigd van
OOL en het past ook bij mijn persoonlijkheid: eigenwijs, nooit bang om te leren en heel
nieuwsgierig.
Donk, C. v., & Lanen, B. v. (2015). Praktijkonderzoek in de school (tweede, herziene druk, zesde
oplage ed.). Bussum: Coutinho.
Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren, basisboek. Groningen, NL: Noordhoff
Uitgevers.
Eijk, L. v. (2012). blog onderzoekend en OOL . (L. v. Eijk, Redacteur) Opgehaald van
onderzoekendenontwerpendlerentechniek.blogspot.nl:
http://onderzoekendenontwerpendlerentechniek.blogspot.nl/2012/02/theorie-ool.html
Geene, W., & Schreuder, M. (2004). Goed gezien. Onderzoeksvaardigheden in het onderwijs.
Den Haag, NL: Pak.
Geerts, W., & Kralingen, v. R. (2015). Handboek voor Leraren. Bussum , NL: Coutinho.
verbreding techniek basisonderwijs (VTB) voor onderzoekend en OOL. (sd). Opgehaald van
file:///Users/nanjahuijgen/Downloads/OOL.pdf
http://leerling2020.nl/,
http://www.canonberoepsonderwijs.nl/21ste-eeuwse-vaardigheden-in-het-mbo,
http://www.ecbo.nl/1_1892_Kernvaardigheden-in-het-mbo.aspx,
https://talentstimuleren.nl/thema/stimulerend-signaleren/rijke-leeractiviteiten,
http://wij-leren.nl/leeromgevingen.php.
http://www.wetenschapsknooppunten.nl/onderzoekend-en-ontwerpend-leren.html
http://wetenschapentechnologie.slo.nl/componenten-van-w-en-t/onderzoeken-en-
ontwerpen
http://www.zinmag.nl/zinmag-editie-5-juni-2015/een-onderzoekende-houding-
ontwikkelen-biedt-perspectief/#.VxOPET-0JLg
http://www.ecbo.nl/_images/user/ecbo%2016-219-21ste-eeuwse-vaardigheden-mbo-de-
toekomst-begint-vandaag.pdf
http://downloads.slo.nl/Documenten/Poster-A3-OenO-v2.pdf
http://downloads.slo.nl/Repository/wetenschap-en-technologie-in-het-basis-en-speciaal-
onderwijs.pdf
http://wij-leren.nl/cooperatieve-werkvormen-artikel.php
http://wij-leren.nl/lerende-school-aanpak.php
http://wij-leren.nl/leeromgevingen.php
http://wij-leren.nl/didactische-werkvormen-boek.php
http://www.reneeconradi.nl/motivatie-binnenstebuiten-intrinsiek-motiveren-via-een-
extrinsieke-weg/
http://www.schoolaanzet.nl/fileadmin/contentelementen/school_aan_zet/Opbrengsten_
CfP_2013-2014/Lessenserie_Sport___Energie-ond_leren.pdf
http://www.primas-project.eu/artikel/nl/1221/nascholingsmodules/view.do
http://www.scientix.eu/web/guest