Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 39

PRESTATIE

3
Onderzoek naar werkvormen die onderzoekend
leren stimuleren.

Nanja Huijgen, docent marketing

Nimeto Utrecht, opleiding Styling, Interieur en Vormgeving

Amsterdam, 2 februari 2017


Inhoudsopgave

INLEIDING 4
CONTEXT 4
AANLEIDING 5
ONDERZOEKSVRAAG 6
OPZET 6

VERKENNING 7
PLAN VAN AANPAK EN MIDDELEN 7
LITERATUURVERKENNING 10
PRAKTIJKVERKENNING 12

RESULTATEN EN ANALYSE 13
WAT IS OOL? 13
WAAROM OOL? 16
WELKE VAARDIGHEDEN HEEFT EEN STUDENT NODIG VOOR OOL? 18
WELKE WERKVORMEN ZIJN ER? 20
WELKE VAARDIGHEDEN ZIJN TE STIMULEREN DOOR MIDDEL VAN OOL? 22
WELKE WERKVORMEN PASSEN BIJ OOL? 22
IN HOEVERRE HEBBEN STUDENTEN VAN HET NIMETO EEN ONDERZOEKENDE HOUDING? 23
WELKE ERVARING HEBBEN DOCENTEN MET OOL? 25
WELKE WERKVORMEN GEBRUIKEN DOCENTEN OP SCHOOL EN MET WELKE ERVARING? 27

SAMENVATTING 29

HET BEROEPSPRODUCT 31

EVALUATIE EN REFLECTIE 33

LITERATUURLIJST 35

BIJLAGE 1: HANDLEIDING DOCENTEN 37


BIJLAGE 2 : FORMULIEREN ONDERZOEK 38
BIJLAGE 3: RESULTATEN PRAKTIJKONDERZOEK 39

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 2


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Prestatie 3 Nanja Huijgen, 3
Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Inleiding

Dit verslag is tot stand gekomen omdat ik als student aan de HU bezig ben met de
studie Pedagogisch Didactisch Getuigschrift. Als onderdeel van deze opleiding dienen
studenten een beroepsproduct te schrijven dat antwoord geeft op een vraag die vanuit
school komt. Als docent marketing geef ik les op het Nimeto Utrecht en in het afgelopen
half jaar heb ik mij beziggehouden met het schrijven voor de nieuwe onderwijsstructuur.
Mijn onderzoeksopdracht is in die hoedanigheid tot stand gekomen.

Context

We zijn goed, kunnen nog meer als we durven. En we durven.

Creren is het sleutelwoord, het werkwoord van Nimeto Utrecht. Dit DNA zit overal.

Nimeto Utrecht is een bevlogen vakschool, een zelfstandig, kleinschalig en veilig vak-
college op mbo-niveau, dat met ervaren vakmensen vakgerichte opleidingen aanbiedt.
Nimeto Utrecht is een inspiratiebron, een platform voor zelfontplooiing voor studenten
in meerdere vakgebieden. De studenten worden voorbereid op een toekomst binnen
een drietal beroepenvelden:

Vormgeving en Styling
Creatieve Techniek
Vastgoed en makelaardij

Deze vakschool streeft door samenleven, samenwerking, wederzijds respect en


waardering, naar een goed klimaat waarin iedereen tot maximale ontplooiing komt.

Nimeto Utrecht heeft een aantal stappen gemaakt om optimaal gebruik te kunnen
maken van de herziening kwalificatiestructuur zodat zij beter kan anticiperen op de
toekomst en de inrichting van het onderwijs.

Door de grote overeenkomsten tussen de opleidingen RPC en KIA zijn deze twee
opleidingen samengevoegd tot n opleiding Styling, Interieur en Vormgeving en door
het onderwijs in te richten op veelzijdigheid en het ontwikkelen van beroepskracht en
beroepsidentiteit.

In een klimaat van eigen verantwoordelijkheid leidt het Nimeto studenten op tot
zelfstandige vakmensen. Verbonden met de communicatieve, functionele, commercile

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 4


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
inhoud van de opleidingen staan kennis, vaardigheden, beroepshouding en creatief
vermogen centraal.

Om aan de verwachtingen van studenten en externe relaties te voldoen, sluiten de


opleidingen goed aan op het voorbereidend onderwijs en de eisen van het werkveld.

Bij de opleiding Styling, Interieur en Vormgeving werken we met kennisgebieden. Een


kennisgebied is het domein waarbinnen de student onderzoek doet naar complexe
vaardigheden. Het is wat een ruimtelijk vormgever moet beheersen en kan toepassen.
We hebben de kennisgebieden kijken, bedenken, visualiseren, realiseren, onderzoeken,
verkopen en organiseren.

De kennisgebieden zijn een lijn van modules. Een module gaat over kennis en
vaardigheden. Het is een reeks workshops dat wordt afgesloten met een eindopdracht.
Elke module bestaat uit 21 klokuren, verdeeld over 6 blokken van 3,5 uur. Het verhaal
van de module is het avontuur, of de reis, waarin een student wordt meegenomen.
Studenten leren technieken, maar ze worden ook geleerd hoe die technieken tot elkaar
verhouden en wat je daar als ruimtelijk vormgever mee kan, door bijvoorbeeld
technieken te combineren. De studenten participeren actief in plaats van dat ze passief
moeten luisteren. Een workshop is om genspireerd te raken en biedt de docent de kans
om actieve en creatieve werkvormen tot te passen. Dat maakt een workshop uitdagend
en leuk om aan deel te nemen.

Na de module start altijd een projectperiode, waarin de student de theorie en de


vaardigheden van de module kan toepassen. De projecten zijn opdrachten uit de
beroepspraktijk. Denk hierbij aan de styling van een nieuw restaurant, een evenement
of de vormgeving van een stand voor een beurs.

Aanleiding
In het afgelopen jaar ben ik gevraagd om het curriculum voor het kennisgebied
onderzoeken te helpen schrijven. Onderzoeken gaat over onderzoeken en analyseren
van bijvoorbeeld diversiteit, waarden, vormen, materialen, creativiteit, koopkracht met
als doel om tot een concept te kunnen komen.

Tijdens mijn onderzoeksproces kwam ik er al snel achter dat onderzoekend en/of


ontwerpend leren heel goed past bij de nieuwe onderwijsvisie van het Nimeto en in het
bijzonder bij het kennisgebied onderzoeken. De opzet van de workshops verplicht
docenten te kiezen voor een actieve werkvorm en mijn ervaring is dat studenten nog
onvoldoende een onderzoekende houding hebben.

Studenten in het eerste jaar komen veelal vanuit het vmbo en zijn niet gewend om zelf
op onderzoek uit te gaan en verwachten docent gestuurde lessen. Mijn ervaring is dat

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 5


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
studenten niet weten waar ze moeten zoeken en al gauw genoegen nemen met het
eerste antwoord dat ze vinden. We willen juist dat studenten doorzoeken, doorvragen
en nieuwsgierig zijn. Het Nimeto wil de onderzoekende houding stimuleren en zal
daarom naar mijn mening op zoek moeten gaan naar werkvormen die onderzoekend
en/of ontwerpend leren, stimuleren.

Onderzoeksvraag
In samenwerking en uiteindelijk in opdracht van de curriculum cordinator Frans van
Oostrom, ben ik daarom gaan onderzoeken welke werkvormen het meest geschikt zijn
om onderzoekend en/of ontwerpend leren te stimuleren. De onderzoeksvraag luidt
daarom:

Welke werkvormen stimuleren het onderzoekend leren?

Opzet
In het komend hoofdstuk geef ik toelichting van mijn verkenning voordat ik over ga tot
de resultaten die uit de literatuur en praktijkonderzoek zijn gekomen. Daarna kun je de
samenvatting van de onderzoeksresultaten lezen en vervolgens ga ik over tot de
voorwaarden en eisen van het beroepsproduct. In de bijlage zijn de ruwe data van het
praktijkonderzoek en het daadwerkelijke beroepsproduct toegevoegd. Overigens zal ik
onderzoekend en/of ontwerpend leren in het vervolg afkorten met OOL (onderzoekend
en ontwerpend leren).

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 6


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Verkenning

Voordat ik antwoord kon geven op de hoofdvraag welke werkvormen stimuleren het


OOL? heb ik de volgende deelvragen geformuleerd:

1. Wat is OOL?
2. Waarom OOL?
3. Welke vaardigheden heeft een student nodig voor OOL?
4. Welke werkvormen zijn er?
5. Welke vaardigheden zijn te stimuleren door middel van werkvormen?
6. Welke werkvormen passen bij OOL?
7. In hoeverre hebben studenten van het Nimeto een onderzoekende houding?
8. Welke ervaring hebben docenten met OOL?
9. Welke werkvormen gebruiken docenten op school?
10. Welke ervaring is er op school met werkvormen?

De antwoorden op de vragen, inclusief de hoofdvraag zijn tot stand gekomen door de


literatuur en de praktijk te verkennen. Een antwoord op vraag een tot en met zes is
gevonden in de literatuur. Om te voorkomen dat ik met elke docent in gesprek moest
voeren, heb ik voor de beantwoording van vraag zeven tot en met tien een enqute
opgezet zodat ik in een keer de reactie van mijn collegas kon verwerken. De opgedane
kennis uit de literatuur en praktijk heeft mij in staat gesteld een conclusie en
aanbeveling te schrijven. Dankzij dit onderzoek, ben ik in de gelegenheid geweest om
een handleiding voor docenten te schrijven. Een handleiding die docenten het wat, hoe
en waarom van OOL, helpen begrijpen en die hen richting kunnen geven bij het
schrijven van het curriculum voor het nieuwe onderwijssysteem van Styling, Interieur en
Vormgeving.

Plan van aanpak en middelen


Voor dit onderzoek, ben ik zelf aan de slag gegaan via de OVUR-techniek (Groof, Donche,
& Petegem). De OVUR-techniek gaat uit van 4 fasen (orinteren, verkennen, uitvoeren en
reflecteren) en zijn gebaseerd op het National Education Standard (Groof, Donche, &
Petegem).

Vanaf augustus 2016 ben ik begonnen met orinteren. Ik ben mij gaan inlezen in de
materie van OOL en werkvormen. In November is de onderzoeksvraag geformuleerd en
in December goedgekeurd (zie bijlage).

In November ben ik begonnen met het selecteren en rangschikken van opgedane


informatie en het ontwerpen van de enqute en inplannen van het daadwerkelijke

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 7


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
onderzoek. In januari zijn de resultaten van de enqute verwerkt en ben ik gaan
schrijven op basis van wat ik in de literatuur en de praktijk heb gevonden.

Naar verwachting zal ik eind januari/begin Februari met de curriculum cordinator in


gesprek kunnen gaan om het beroepsproduct te overhandigen en te evalueren.

De evaluatie van de docenten handleiding zal pas in de loop van dit jaar getoetst kunnen
worden. De docenten kunnen er vanaf maart gebruik van gaan maken en het lijkt
logisch om ze even de tijd te geven om er ook echt mee te werken.

Hieronder staat schematisch weergegeven welke bronnen ik voor welke beantwoording


heb gebruikt en wat de planning hiervoor is geweest:

Wat? Hoe? Wanneer?

Wat is OOL? Bestuderen: beschrijvend, definirend. t/m November 2016


Literatuuronderzoek

Welke vaardigheden OOL? Bestuderen: beschrijvend, definirend. t/m November 2016


Literatuuronderzoek

Kunnen werkvormen OOL Bestuderen: beschrijvend, definirend. t/m November 2016


stimuleren? Literatuuronderzoek

Onderzoeksvraag Bezoeken: beschrijven. Formulier ondertekenen November 2016


formuleren.

Huidige leerlijn Bezoeken: beschrijven. Door middel van gesprek, November 2016
onderzoeken.

Opzetten enqute: Bevragen: beschrijven, verklaren en vergelijken. December 2016


Werkvormen op school, Vragenlijst opstellen en enqute verspreiden
ervaring en houding student.

Conclusies. Bestuderen: beschrijven, verklaren, vergelijken. Januari 2017


Schrijven rapport

Beroepsproduct: schrijven Bestuderen: beschrijven, verklaren, evalueren. Januari 2017


handleiding docenten. Schrijven rapport

Reflectie Bezoeken: beschrijven. Gesprek Januari 2017

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 8


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Eigenlijk is het onderzoek in drie delen te verdelen.

Het eerste deel is literatuuronderzoek. Om een aantal definities helder te krijgen en te


verkennen welke mogelijkheden er zijn. Ik ga op zoek naar de definities die in de hoofd-
en deelvragen zijn vernoemd en ik zoek uit welke vaardigheden een student nodig heeft
om onderzoekend te kunnen leren.

Ik zal in de literatuur ook verkennen welke werkvormen er zijn en welke rol deze kunnen
spelen. In de opleiding voor PDG aan de HU is wel aandacht besteed aan werkvormen,
maar om mijn onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, zou ik mij meer moeten
verdiepen in de mogelijkheden. De literatuur zal mij hierbij helpen, maar waarschijnlijk
weten mijn collegas ook een hoop bronnen of contacten die ik kan onderzoeken.

Ik ga op zoek naar welke vaardigheden een student nodig heeft om onderzoekend te


kunnen leren. Zijn er voorwaarden waaraan een student moet voldoen en zijn deze aan
te leren door middel van werkvormen? Zo ja, door welke?

Voor het tweede deel ga ik in gesprek met de curriculum cordinator en kennisgebied


verantwoordelijke om te bespreken of de deelvragen zoals ik die wil formuleren akkoord
zijn en om te achterhalen wat de leerlijn voor het kennisgebied onderzoeken is.

Vervolgens ga ik op zoek naar de ervaring van mijn collegas op het gebied van OOL. Wat
vinden zij van de houding van de studenten, welke ervaringen hebben zij met OOL en/of
werkvormen en welke mening vormen zij hierover? Omdat ik een grote groep docenten
wil bereiken, ga ik een online vragenlijst ontwerpen en verspreiden. Ik kan dit via het
programma Forms van office 365 eenvoudig digitaal ontwikkelen en verspreiden. Het
voordeel hiervan is dat de resultaten ook overzichtelijk in tabellen en grafieken en/of
diagrammen worden getoond. Dat scheelt mij een hoop tijd doordat ik niets handmatig
in hoef te voeren en het automatisch wordt verwerkt.

Als ik de informatie uit de bovenstaande drie delen heb vergaard, verwacht ik voldoende
informatie verzameld te hebben zodat ik conclusies kan trekken, verbanden kan leggen
en de deelvragen kan beantwoorden.

Het einddoel van mijn onderzoek is om een handleiding te schrijven voor de docenten
die lesgeven bij de opleiding Styling, Interieur en Vormgeving. Het is een handleiding die
docenten de informatie, motivatie en tips geeft om OOL toe te passen in de lessen.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 9


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Literatuurverkenning

Ik ben in eerste instantie online gaan zoeken, maar de zoekopdracht onderzoekend


leren biedt op google al 130.000 zoekresultaten dus ik moest specifieker zijn om ook
echt de geschikte bronnen te kunnen achterhalen en de juiste informatie te vinden. Je
komt veelal informatie tegen die gaat over wetenschappelijk onderwijs of over
basisonderwijs. Zo ook de site leraar24, daarin staan veel videos maar die richten zich
ook op het basisonderwijs. Er is wat dat betreft veel minder informatie te vinden over
OOL dat specifiek gericht is op het mbo.

OOL komt uit de wetenschap vandaan en de site Wetenschap en techniek geeft


theoretische en praktische informatie over OOL. Het is een site die tot stand is gekomen
door het ministerie van OCW en heeft mij veel hulp geboden. Het geeft veel informatie
over de W&T-benadering bij kinderen op de basisschool. Op deze site is een handreiking
te lezen die in opdracht van het Ministerie van OCW tot stand is gekomen. Bij W&T-
onderwijs gaan de ontwikkeling van houding, vaardigheden en kennis hand in hand.
Ondanks dat het een benadering is voor kinderen op de basisschool, is het principe ook
geschikt voor het mbo.

Het boek effectieve didactiek (Broesden, 2016) gaat uit van de principes van Marzano,
een Amerikaanse onderzoeker die spreekt over de vijf dimensies van leren. Dat heeft
veel verbanden met OOL en dit boek heb ik als eerste gelezen.

Het boek Goed Gezien (Geene & Schreuder, 2004) bleek minder geschikt voor mijn
onderzoek, omdat het meer geschreven is voor studenten op het mbo om hen te
helpen bij het opzetten van een onderzoek. Het gaf wel goede inzichten voor mijn eigen
opzet van onderzoek. Onderzoek vaardigheden voor docenten (Losse,
Onderzoeksvaardigheden voor docenten, 2009) blijkt ook een boek dat gericht is op
onderzoek op academische en hbo niveau en daarom minder geschikt voor mijn
onderzoek. Aan het boek Onderzoekende leren stimuleren (Groof, Donche, & Petegem)
heb ik heel veel gehad. De opzet van het boek is heel theoretisch maar geeft inhoudelijk
veel tips en richting aan wat ik voor mijn onderzoek nodig bleek te hebben.

De site leraar 24 geeft een aantal voorbeelden van actieve werkvormen maar is niet
volledig. En zo zijn er nog tientallen sites die met voorbeelden komen. Ik heb ook heel
wat bestanden kunnen downloaden van het internet. Ik was echter op zoek naar een
bron met een goed overzicht van alle mogelijke werkvormen met daarbij een
omschrijving van het doel van die werkvorm. Ik heb op aanraden van de docent PDG en
mijn teamleider het boek Het gaat steeds beter (Bijkerk & Heide van der, Wilma, 2006)
aangeschaft en ik ervaar dat als een helder overzichtelijk boek dat heel veel handvatten
geeft voor mijn onderzoek. Door het lezen van dit boek kwam ik tot de conclusie dat het
kiezen van werkvormen belangrijk is, maar je leerdoel eigenlijk nog meer. Zij hebben de

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 10


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
werkvormen in vijf categorien verdeeld wat het overzichtelijk maakt om te lezen voor
welk doel je welke werkvorm in kunt zetten.

Vanuit deze verkenning heb ik het zoeken van antwoorden op mijn deelvragen
schematisch weergegeven:

Wat? Bron? Toelichting

Hulp bij onderzoek Praktijkonderzoek in de school Het boek dat vanuit de studie
(Donk & Lanen, 2015) wordt aangedragen voor
ondersteuning bij onderzoek.

Definitie OOL OOL stimuleren: effecten, Boek met theoretische kennis, tips
maatregelen en principes (Groof, en voorwaarden voor OOL,
Donche, & Petegem)
Site met veel informatie over OOL.
site W&T

Overzicht werkvormen Het gaat steeds beter! (Bijkerk & Een boek waarin activerende
Heide van der, Wilma, 2006) werkvormen overzichtelijk zijn
ingedeeld in vijf soorten.

Welke vaardigheden zijn nodig OOL stimuleren: effecten, Geeft antwoord op de kernvraag
voor OOL? maatregelen en principes (Groof, hoe OOL optimaal ondersteunen
Donche, & Petegem) bij leerlingen?

Goed gezien (Geene & Schreuder,


2004)
Geeft inzicht welke onderzoek
Site W&T vaardigheden studenten nodig
hebben om onderzoek te kunnen
doen.

Welke vaardigheden zijn te Het gaat steeds beter! (Bijkerk & Een boek waarin activerende
stimuleren door middel van Heide van der, Wilma, 2006) werkvormen overzichtelijk zijn
werkvormen? ingedeeld in vijf soorten.
OOL stimuleren: effecten,
maatregelen en principes (Groof,
Donche, & Petegem)

Site W&T

Huidige leerlijn onderzoeken. Kwalificatiedossier en Het kwalificatiedossier en het


onderwijsplan onderwijsplan van het Nimeto
dient inzicht te kunnen geven.

Opzetten enqute Praktijkonderzoek in de school Geeft inzicht in welke vragen te


(Donk & Lanen, 2015) stellen.

Werkvormen op school, ervaring Praktijkonderzoek in de school Uit de antwoorden van docenten


en houding student. (Donk & Lanen, 2015) kan ik hopelijk conclusies trekken
en verbanden leggen.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 11


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Praktijkverkenning

Omdat ik in een keer een grote groep mensen wilde bevragen (Donk & Lanen, 2015, p.
blz.154), heb ik gekozen voor een online vragenlijst. Ik heb goed gekeken naar de
volgorde van de vragen (Donk & Lanen, 2015, p. blz. 208). Ik wilde niet teveel vragen,
want de ervaring op school is dat iedereen het druk heeft en als het beantwoorden van
de vragen teveel tijd kost, is de kans groter dat ik te weinig respondenten krijg. Ik ben
uiteindelijk gekomen op 20 vragen en verwacht niet meer dan 10 minuten van hun tijd
in beslag te nemen.

Door de vragen per e-mail te versturen met een hyperlink naar de online omgeving van
office 365 maak ik het mijn docenten ook zo gemakkelijk mogelijk om de vragen in te
vullen. Het kan zowel via de computer als op de telefoon ingevuld worden. Forms is een
programma waarmee ik meteen de resultaten van de respondenten kan bekijken en die
het ook meteen grafisch weergeeft en ik kan de resultaten eenvoudig downloaden naar
Excel voor eventueel verdere verwerking.

Eerst heb ik de vragen geformuleerd om te bespreken met mijn coach. Deze heb ik een
aantal keren aangepast, vervolgens een test gedaan bij een aantal vrienden voordat ik
de vragen ook daadwerkelijk verstuurd heb.

De vragen zijn zowel gesloten als open, afhankelijk van mijn doel voor de vraag. Tevens
zitten er controlevragen bij om te controleren of ik met het antwoord op de vraag ook
echt de juiste conclusie mag trekken. Ik heb voor de vragen over werkvormen gekozen
voor een vijfpuntsschaal vraag omdat ik de mate wilde meten.

De enqute heb ik naar alle docenten gemaild die lesgeven in Styling, Interieur en
Vormgeving. Zij zijn degene die de lessen nu verzorgen en die mogelijk straks ook met
mijn handleiding voor OOL aan de slag moeten gaan.

Uiteraard heb ik gezorgd voor een goede inleiding en geef ik de docenten de context
waarom ik ze vraag deze vragen in te vullen en wat zij er zelf aan hebben. Ik beloof ook
de resultaten met hen te delen in maart.

De volledige vragenlijst is te bekijken in de bijlage maar ook online op:


https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=-
CdkSD7us0KW0r8big7iIDB0wtfNmyBPqENb6R9h2vtURDdCM05WUjdNRlNBNjNFVFU5TVl
VUElERC4u

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 12


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Resultaten en analyse

Nu ik de literatuur heb gelezen en het praktijkonderzoek heeft plaatsgevonden, ben ik in


de gelegenheid te analyseren, verbanden te leggen en conclusies te trekken en om de
deelvragen van het onderzoek te beantwoorden.

Wat is OOL?
De expertgroep Wetenschap en Techniek Basisonderwijs (2005) gaf aan dat er behoefte
was aan een samenhangende visie op wetenschap en techniek in het primair onderwijs.
Zij achtten een didactische aanpak bij wetenschap en techniek de juiste oplossing bij
deze behoefte. Ze ontwikkelde Leren onderzoekend en ontwerpend leren (LOOL). Het
accent lag op de mogelijkheden voor de ontwikkeling van de wetenschappelijke houding
van leerlingen. Dit werd in samenhang gebracht met de conceptuele ontwikkeling (van
Graft en Kemmers, (2007) en na toevoeging van de zeven stappen modellen is het OOL
gaan heten. Dit onderzoek is vooral uitgegaan van de benadering van OOL door Graft en
Kemmers ,2007).

In het proces van OOL staat de actieve kennisconstructie van leerinhouden centraal en
vergaren studenten inhoudelijk kennis van een bepaalde discipline. Maar daarbovenop
verwerven studenten onderzoek vaardigheden door de verschillende onderzoeksfasen
te doorlopen en ontwikkelen ze op termijn een meer onderzoekende houding (zion et
al., 2007). Ze gebruiken verschillende bronnen om hun inzicht in een bepaald thema of
probleem te verbeteren en leren hoe ze probleemstellingen in een discipline op een
gestructureerde wijze kunnen aanpakken (Groof, Donche, & Petegem).

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 13


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Onderzoekend leren is meestal gericht op het ontdekken van eigenschappen, relaties en
verbanden. Een onderzoeksvraag is het startpunt van OOL. Bij het ontwerpend leren,
qua proces vergelijkbaar met onderzoekend leren, richt men zich op het oplossen van
een probleem. Het zijn beide activerende werkvormen waarmee leerlingen inhoudelijke
kernconcepten, inzichten en vaardigheden opdoen. Voor beide werkvormen heeft een
student creativiteit, nieuwsgierigheid en kritisch vermogen nodig.

OOL beoogt de ontwikkeling van een diepere en betekenisvollere kennis bij de leerling,
omdat er kennis wordt vergaard op een actieve en authentieke manier. (Manlove,
Lazonder & de Jong, 2006)

Studenten doen onderzoekservaringen op door middel van experimenten en ze leren


conclusies te trekken of een oplossing te ontwerpen (Haury, 2002). Er wordt ook veel
geleerd door sociale interacties tussen leerlingen (Dugan & Gott, 2002; Syh-Jong, 2007).
Ook draagt OOL bij aan een positievere houding ten opzichte van leren en een hogere
motivatie, volgens Harlen (2001) en Jarvis & Pell (2005). Dit doordat leerlingen actiever
bij het proces betrokken zijn en ze daardoor het leren als rijker en interessanter ervaren
(SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), sd).

Bij OOL wordt er gebruik gemaakt van het 7 stappen model, zoals hieronder staat
weergegeven:

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 14


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Het 7 stappenmodel bepaald de volgende fasen:

1. Confrontatie: het op te lossen probleem en/of behoefte is duidelijk. Er wordt


waargenomen, herkent, vergeleken en de onderzoeksvraag wordt geformuleerd waarbij
een duidelijke vraag of probleem wordt omschreven.

2. Verkennen: leerlingen worden eigenaar van het probleem of gaan op zoek naar
de beantwoording van de vraag. Ze gaan gegevens verzamelen, vragen stellen, ideen
opperen, voorspellingen doen, oplossingen formuleren door te brainstormen en aan te
rommelen.

3. Onderzoek opzetten/ontwerp schetsen: de leerlingen weten wat voor


experiment ze gaan doen/ welk onderzoek nodig is om hun onderzoeksvraag te
beantwoorden. Ze gaan op zoek naar bronnen, experimenteren met materiaal,
meetinstrumenten en gereedschap en maken plannen voor de uitvoering van het
experiment of onderzoek.

4. Onderzoek uitvoeren/ontwerp realiseren: het product of onderzoek komt tot


stand. Waarin studenten gaan waarnemen (kijken, voelen, luisteren, ruiken, proeven),
metingen uitvoeren, gereedschappen gebruiken, materialen bewerken, volgens hun
plan werken, uitkomsten bijhouden in een logboek, ordenen, vergelijken, data
verwerken en constateren.

5. Concluderen/testen en uitvoeren: de resultaten worden in verband gebracht


met de onderzoeksvraag of het probleem. Het product wordt getest op werking van
eisen waaraan het moet voldoen. Studenten formuleren conclusies, argumenteren,
leggen verbanden tussen de oplossing en de gestelde eisen en herkennen
onvolkomenheden.

6. Presenteren: de student presenteert de uitkomst van het onderzoek aan mede


studenten en de docent door bijvoorbeeld een verslag te maken, te presenteren en/of
demonstreren, uit te leggen en een portfolio aan te leggen.

7. Verdiepen: leerlingen hebben zich een beeld ontwikkeld van een concept dat zij
schriftelijk of mondeling in eigen woorden kunnen beschrijven. Of inzicht in de gebruikte
technische principes en de keuze van gebruikte materialen. Dit beeld krijgt betekenis in
de belevingswereld van de student. Door te reflecteren, discussiren en te vergelijken
gaat het ontwerp of onderzoek ijken.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 15


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Waarom OOL?

Gelet op de maatschappelijke uitdagen van vandaag, wordt het aanwakkeren van een
onderzoekende houding bij studenten steeds vaker als een belangrijke doelstelling van
het onderwijs beschouwd (Groof, Donche, & Petegem).

Veel huidige beroepen bestonden vijftien jaar geleden niet, andere beroepen zijn
ingrijpend veranderd. Weet iemand hoe de arbeidsmarkt er over tien of dertig jaar
uitziet? Welke beroepen zijn er dan? De grote vraag is: hoe leiden we de studenten van
vandaag op tot de ruimtelijk vormgevers van morgen? Dat kan alleen als ze de
beschikking hebben over een magazijn van kennis en vaardigheden waaruit ze naar
hartenlust putten om in het vak ruimtelijk vormgeven aan de slag kunnen.

Indien we studenten aanmoedigen om feiten te memoriseren, leren we hen eigenlijk


vaardigheden aan voor de arbeidsmarkt van gisteren. Studenten moeten we leren
problemen op te lossen waarvoor er geen pasklare oplossing bestaat, ze moeten om
kunnen gaan met de veelheid van informatie die ter beschikking is en ze moeten op een
overtuigende manier kunnen communiceren. In de hedendaagse kennismaatschappij is
het daarbij belangrijker geworden om adequate vragen te kunnen stellen en te weten
hoe ze te beantwoorden, dan de antwoorden a priori uit het hoofd te kennen.

Een deel van de competenties die leiden tot kennis als vermogen kunnen we aanduiden
als onderzoek competenties. Ze omvatten de kennis, vaardigheden en attitudes die
iemand nodig heeft om aan onderzoek te doen en/of om met een onderzoekende
houding in het leven te staan. Het Nimeto speelt een sleutelrol in de ontwikkeling van
deze kennis als vermogen. Het past bovendien goed bij de kennis en vaardigheden die
een ruimtelijk vormgever zou moeten beheersen en bij de nieuwe onderwijsvisie van het
Nimeto.

Uit een evaluatiegesprek met studenten (januari 2017, zie bijlage) blijkt dat studenten de
zelfstandigheid die ze krijgen tijdens de lessen, als prettig ervaren. Ze komen met plezier
naar school en ervaren het positief dat studenten worden aangesproken op hun
volwassenheid.

Er zijn echter ook nog workshops waarbij de docent 3,5 uur informatie aan het zenden is
en dat kan niet. Dat leidt tot concentratieverlies van de studenten en het wordt ervaren
als zwaar. Verder vragen de studenten zich soms af of ze wel de dingen leren die ze
moeten leren. Ze willen een goede balans tussen praktisch en theoretisch.

Het Nimeto wil kennis als vermogen bij studenten stimuleren en dat bestaat uit
competenties om relevante kennis te signaleren en te absorberen, kennis te
combineren en verder te ontwikkelen, te vertalen en te gebruiken. (Oostrom, 2016)

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 16


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Onderzoeken en Ontwerpen is geen doelstelling, maar een middel om de doelstellingen
te bereiken. Dit middel zorgt ervoor dat leerlingen vanuit verwondering en
nieuwsgierigheid (samen) gaan waarnemen, nadenken, handelen en reflecteren. In
eerste instantie stimuleert dit de cognitieve ontwikkeling, daarnaast is er ruimte voor
creativiteit, kritisch denken en handelen, samenwerken en informatie delen en het kan
aansluiten bij de talenten van leerlingen. Onderzoeken en ontwerpen zijn werkvormen.

In de didactiek van het onderzoeken en ontwerpen leren, stimuleer je studenten om:

Zelf actief kennis te vergaren.


Vragen te stellen.
Onderzoek te doen.
Kritisch te denken.
Probleemoplossend vermogen te stimuleren.
Ondersteunt de persoonlijke ontwikkeling.
Kennis over te kunnen dragen.
Voorbereiding op deelname aan de maatschappij in de 21e eeuw.

Vanuit het Kwalificatiedossier zijn er een hoop aanknopingspunten voor OOL. Een
opsomming van de kennis die studenten dienen te hebben als ruimtelijk vormgever en
die door OOL tot stand kunnen komen, zijn:

Trends en ontwikkelingen op de markt.


Stromingen en principes uit de beeldende kunst.
Magazijn inrichtingssystemen.
Presentatievormen en middelen.
Standbouw constructies (systeembouw, mobiele display en houtbouw).
Technieken.
Materialen.
Gereedschappen.
Apparatuur.
Vakterminologie.
Marketingtheorien.
Deskresearch kunnen uitvoeren.
Doelgroepen.
Middle management.
Concepten.
Merken- en communicatiestrategien.
Media.
Vormgeving.
Bedrijfsrichtlijnen, vaktechnische en leveranciersrichtlijnen.
Verpakkingsmaterialen en technieken.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 17


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Welke vaardigheden heeft een student nodig voor OOL?

Pas wanneer iemand over de nodige nieuwsgierigheid beschikt, vaardig is in het opzetten van
empirisch onderzoek, beschikt over conceptuele voorkennis waaruit kan worden geput en ook
inzicht heeft van de gangbare normen en aard van wetenschappelijk onderzoek, kunnen we
van onderzoek competentie spreken. (Groof, Donche, & Petegem, 2012)

Om te kunnen onderzoeken en/of ontwerpen moet je een onderzoekende en


probleemoplossende houding hebben. Dit gedrag kan interpersoonlijk of intra
persoonlijk zijn (Ebbens & Ettekoven, 2013). Een student moet:

Willen weten: de student is nieuwsgierig (stelt vragen) en is intrinsiek


gemotiveerd (met passie, plezier, ongestoord en geconcentreerd werken,
enthousiast)
Willen begrijpen: vraagt van alles, wil weten hoe het zit, gaat op zoek naar de
oorzaak of reden van iets.
Willen bereiken: initiatiefrijk, ondernemend, persistent, geduldig, ambitieus,
energiek, gedreven.
Willen delen: sociaal, overtuigend
Kritisch zijn (observerend, objectief, open minded, nauwkeurig en wil dingen van
meerdere kanten bekijken)
Creatief zijn: origineel, onconventioneel, innovatief en associatief.

Voor het OOL heeft een student ten minste drie intelligenties nodig (Ebbens &
Ettekoven, 2013), namelijk:

1. Visueel ruimtelijke intelligentie (schetsen, beeldvorming)


2. Logisch mathematische intelligentie (verkrijgen en verwerken van gegevens)
3. Verbaal lingustische intelligentie (presenteren van resultaat)

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 18


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
OOL-onderwijs vraagt vaardigheden die betrekking hebben op taal- en rekenonderwijs
en de 21e eeuw vaardigheden zoals:

Kunnen waarnemen
Eigen mening kunnen vormen en die helder verwoorden.
Mediawijsheid: het bewust en kritisch gebruiken en verwerken van digitale
informatie.
Informatievaardigheden: op efficinte wijze gepaste informatie zoeken en selecteren.
Denkvaardigheden: kritisch denken, effectief argumenteren en beweringen
analyseren en evalueren.
Probleemoplossend vermogen: een probleem definiren en denkstappen maken om
het op te lossen. Vragen kunnen stellen.
Creativiteit: bedenken en ontwikkelen van een vernieuwend en passend idee of
product.
Interpersoonlijke en communicatieve vaardigheden: uitwisselen van informatie.
Zelfregulatie: het vermogen om doelen te stellen, een relevante strategie te kiezen en
te monitoren of het doel bereikt is.
Ondernemendheid: zoeken en benutten van kansen in de omgeving, initiatief nemen
en proactief handelen.
Nieuwsgierigheid: de student moet zelf iets willen uitzoeken.

Zelfs als een student beschikt over de onderzoek competenties, is dat nog geen
voorwaarde voor succes. Motivatie en context spelen een belangrijke rol: studenten
moeten begrijpen waarom ze iets zullen onderzoeken en ze moeten het zelf willen.

Het is bekend dat de motivatie van studenten om te leren groter wordt als bij het
bepalen van de leerinhoud vragen van studenten centraal staan, of dat het aanbod
verwondering en nieuwsgierigheid oproepen. (SLO, sd)

Bovenstaande vaardigheden zijn geen leerdoelen om onderzoekend te kunnen leren,


maar dienen als startpunt om te kunnen onderzoeken. De doelen die je met OOL kunt
bereiken, zijn:

Het verwerven van kennis over een bepaald onderwerp.


Het ontwikkelen van opvattingen over kennis en kennisverwerving.
Het beheersen van onderzoek vaardigheden
Het bevorderen van een onderzoekende houding.

De belangrijkste doelstelling is dat leerlingen werken aan vragen die voor hen
interessant zijn (Veneklaas, 2007).

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 19


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Welke werkvormen zijn er?

De werkvormen die ik in de literatuur heb gevonden, zijn eigenlijk allemaal middelen om


de studenten te helpen, coachen, begeleiden en stimuleren bij de verschillende fases
van het OOL. Want OOL is op zichzelf ook al een activerende werkvorm.

Het boek het gaat steeds beter (Bijkerk & Heide van der, Wilma, 2006) heeft de
werkvormen in vijf categorien onderverdeeld:

IJsbrekers: korte, onverwachte, leerzame activiteiten die de deelnemers letterlijk of


figuurlijk in beweging brengen. De ongedwongen sfeer die door het toepassen van een
ijsbreker ontstaat, helpt de studenten inzichten te verwerven en creatief mee te denken.

De belangrijkste doelen die met ijsbrekers behaald kunnen worden, zijn: voorkennis
inventariseren, ervaringen uitwisselen, kennismaking, groepen indelen, gedrag
bespreekbaar maken (Verrassingseffect met aan het eind van de les pas de realisatie),
energieniveau van de studenten verhogen en om een les te evalueren.

Spelvormen zorgen voor stimulering, afwisseling, belangstelling, concentratie en


motivatie. Ze verhogen de interesse en betrokkenheid van de deelnemers. Hierbij is er
onderscheid tussen vrij en geleid spel. De spelvormen zijn in vier groepen verdeeld:
dramaspelen, rollenspelen, simulatiespelen en gezelschaps- of tv spelen.

Discussievormen dienen om ervaringen te delen, een mening te vormen en te


reflecteren. Hierbij kunnen leerlingen kennis, ervaringen en vragen met elkaar
uitwisselen. Gedrag, problemen en oplossingen kunnen besproken worden.
Voorbeelden zijn: klassengesprek, kringgesprek of een forumdiscussie.

Werkopdrachten zijn een essentieel onderdeel van een stimulerende leeromgeving en


zijn een belangrijk hulpmiddel bij doelgericht en activerend leren. Je zet werkopdrachten
in om voorkennis te inventariseren, ervaring uit te wisselen, theorie te verwerken,
verbanden te leggen, kennis en inzicht te toetsen te reflecteren en vaardigheden te
toetsen.

Vaak gebruik je bij werkopdrachten een casus om te analyseren, diagnosticeren,


argumenteren en een probleem op te lossen.

Docent gecentreerde werkvormen dienen voor het presenteren van leerstof of


informatie. Denk bijvoorbeeld aan instructievormen. Meestal ligt het accent meer op de
leerstof dan op de studenten, maar ondanks dat kan de student erg actief zijn. Deze
vormen zijn geschikt voor het doorgeven van informatie of het inleiden in een nieuw
onderwerp. Het doorgeven van basale kennis of de uitleg van moeilijke onderwerpen, in
korte tijd aan grote groepen.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 20


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
In het boek Het gaat steeds beter (Bijkerk & Heide van der, Wilma, 2006) worden
samenwerkingsvormen niet apart als categorie benoemd maar is mijns inziens wel een
categorie die apart besproken moet worden omdat het een essentieel onderdeel is van
de leerweg van studenten van het Nimeto en omdat het ook een van de belangrijke 21e
eeuw vaardigheden is. Het heeft een positief effect op de onderlinge verhoudingen in
een klas, het welbevinden, de eigenwaarde en de sociale ondersteuning. Het heeft
bovendien een goede invloed op de motivatie omdat studenten gerichter aan het werk
gaan (intrinsieke motivatie). Tenslotte geeft het ruimte voor het ontwikkelen van
zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.

Samenwerkend leren is geen synoniem van werken in groepen. Bij echt samenwerkend
leren is er sprake van goed en actief luisteren, leren uit te leggen, elkaar helpen, vragen
stellen, gezamenlijk beslissingen nemen, respect voor een ander, conflicten oplossen,
verantwoordelijkheid nemen en taken verdelen.

Bij OOL dient de student telkens het 7 stappen model door te lopen, ongeacht de vraag
of het probleem waarvandaan ze werken. Het is daarom belangrijk dat de docent zorgt
voor een goede instructie van de 7 stappen en dat deze regelmatig worden herhaald:
studenten moeten de instructie overnemen omdat ze dan effectief tot handelen kunnen
overgaan (Geerts & Kralingen, 2015).

Verder blijkt uit het handboek van leraren dat vragen stellen een goede manier is om
ervoor te zorgen dat studenten hun kennis over een bepaald onderwerp activeren en
dat is een van de grondleggers van OOL.

Het onderwijsleergesprek wordt in het handboek van leraren (Geerts & Kralingen, 2015)
ook aangeprezen om een nieuw thema te introduceren omdat het voorkennis activeert
en verfrist maar ook om te reflecteren en evalueren. Dit past ook prima in het principe
van OOL omdat er van de studenten een kritische houding verwacht wordt waar door
middel van vragen stellen je gaat onderzoeken. Dit kan ook in een kleiner groepje zijn,
wat bij OOL meestal het geval zal zijn.

Ik wil hierbij ook de onderwijsregelkring aanhalen (Geerts & Kralingen, 2015, p. blz. 122)
waarbij je voor de keuze van werkvorm goed kijkt naar het leerdoel, dan de
instructievorm selecteert en de kring pas verlaat nadat het leerproces en leerproduct is
geevalueerd. Ook dit sluit aan bij OOL, waarbij gezegd wordt dat je alle 7 stappen altijd
moet doorlopen om de effectiviteit te halen van deze werkvorm.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 21


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Welke vaardigheden zijn te stimuleren door middel van OOL?

Indien de student nog niet alle vaardigheden van OOL beheerst, wordt het lastig om met
OOL aan de slag te gaan omdat dan het beoogde doel mogelijk niet gehaald wordt. Het
is aan te raden om de studenten de 7 stappen van het OOL goed onder de aandacht te
brengen. Zeker in het eerste jaar van het Nimeto, waar het voor studenten een geheel
nieuwe manier van werken kan zijn. Je kunt verwachten dat door herhaling, het in het
tweede jaar bijvoorbeeld minder relevant is omdat ze de vaardigheden al beheersen.
Het is in ieder geval verstandig dat de docent de student extra ondersteund tijdens het
proces van OOL.

Het is onverstandig om OOL gesoleerd in n kennisgebied (onderzoeken lijkt de meest


voor de hand liggende) in te voeren. Als OOL vakoverschrijdend (lees kennisgebied
overschrijdend) op het Nimeto wordt ingevoerd, stimuleren we studenten verschillende
soorten vragen te onderzoeken, verschillende bronnen te raadplegen, verschillende
disciplines OOL toe te passen en verschillende uitkomsten te evalueren (Groof, Donche,
& Petegem, 2012, p. blz. 99). De vraag of het probleem die bij kennisgebied kijken wordt
gesteld kan een heel andere doelstelling hebben dan het probleem dat bij realiseren
wordt voorgedragen. Maar ik durf zelfs zo ver te gaan dat de leerdoelen van de
verschillende kennisgebieden elkaar kunnen versterken met OOL. Een voorbeeld: bij
Nederlands leren studenten te debatteren en in kijken wordt er een debat gevoerd over
Nederlandse schilders in de gouden eeuw. En nog een: bij onderzoeken heeft een
student de functie van kleur onderzocht, wat hij/zij bij realiseren kan toepassen in
zijn/haar ontwerp. Dit sluit ook naadloos aan bij de projecten voor studenten, waarin
alle disciplines/kennisgebieden belicht worden.

Welke werkvormen passen bij OOL?

OOL is eigenlijk al een effectieve didactische werkvorm. Maar de student beheerst niet
automatisch al alle vaardigheden als hij/zij net op het Nimeto zit om OOL te kunnen
toepassen. Daarom dienen we het 7 stappen model te instrueren en de student daar
telkens weer mee laten werken om het te beklijven.

We kunnen vaardigheden die een student moet hebben om onderzoekend te kunnen


leren, koppelen aan de 7 stappen van onderzoek. Om deze vaardigheden te stimuleren,
kun je andere werkvormen inzetten. Hieronder een overzicht van de stappen van OOL,
met daarnaast de vaardigheden die je daarbij nodig hebt en tenslotte daaraan
gekoppeld de werkvormen die daarbij kunnen helpen.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 22


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
7 stappen model
Doel & vaardigheid Werkvorm
1 2 3 4 5 6 7
x x x x x Attitudes inventariseren Werkopdrachten, spelvormen
x x x x Concrete ervaring opdoen Spelvormen, ijsbrekers
x x x Energieniveau van de studenten IJsbrekers
x x x x x x Ervaring uitwisselen Werkopdrachten, discussievormen,
x x x x x Evalueren IJsbrekers
x x x x x x x Gedrag en/of problemen Werkopdrachten, discussievormen
x Inventariseren vaardigheden Werkopdrachten
x x x x x Kennis en inzicht toetsen Werkopdrachten, spelvormen
x x Kennismaking IJsbrekers
x x x Memoriseren Spelvormen
x x x x x x x Mening verwoorden en vormen Discussievormen
x x x x x Oplossingen wegen en kiezen Discussievormen, spelvormen
x Persoonlijkheidskenmerken Werkopdrachten, spelvormen
x x x x x x x Problemen bespreekbaar maken Spelvormen, discussievormen
x x x x x Reflecteren Werkopdrachten
x x x x Samenwerking verbeteren Spelvormen
x x x x x x Theorie verwerken Discussievormen, spelvormen
x Vaardigheden inventariseren Werkopdrachten, spelvormen
x x x x Vaardigheden toetsen Spelvormen
x x Vaardigheden verbeteren Spelvormen, werkopdrachten,
x Vaardigheden(niveau) Werkopdrachten, spelvormen
x x x x x x Verbanden leggen tussen Spelvormen, werkopdrachten
x Voorkennis inventariseren Werkopdrachten

In hoeverre hebben studenten van het Nimeto een


onderzoekende houding?

Om deze vraag te beantwoorden, heb ik de volgende vraag aan de docenten gesteld:

Vraag 1: In hoeverre hebben studenten een leergierige, onderzoekende houding


tijdens je lessen?

38% is van mening dat het voldoende is.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 23


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
42% is van mening dat het matig is.

Vraag 4: In hoeverre stellen de studenten inhoudelijk (kritische) vragen over de


lesstof?

67% zegt dat studenten soms inhoudelijk (kritische) vragen stellen.


29% zegt dat studenten regelmatig inhoudelijk (kritische) vragen stellen.

Bijna driekwart van docenten zegt dat studenten inhoudelijk kritische vragen stellen
over de lesstof maar docenten zijn niet overtuigd dat studenten daarmee dan ook een
onderzoekende houding hebben. Dit kan liggen aan het feit dat studenten niet
voldoende doorvragen en genoegen nemen met het eerste antwoord dat ze krijgen,
zoals bij vraag 2 en 3 wordt genoemd.

Ik had verwacht dat er iets meer uitschieters zouden zijn in heel erg of zelfs ook in nog
onvoldoende of eigenlijk helemaal niet, wat dat betreft valt het mij mee. Maar ik zie
hierin wel voldoende uitdaging om de onderzoekende en leergierige houding van de
studenten te verbeteren. Het zou mooi zijn als we toch zeker 10% in de top kunnen
organiseren en dat de meerderheid van de studenten een onderzoekende houding gaat
krijgen.

Omdat ik zeker wilde weten dat docenten begrepen wat ik bedoel met een leergierige,
onderzoekende houding heb ik nog twee controlevragen gesteld:

Vraag 2: Uit welk gedrag van de studenten ervaar je deze onderzoekende en


leergierige houding tijdens de lessen?

Vraag 3: Wat voor gedrag vertonen studenten, waaruit blijkt dat ze geen
onderzoekende houding hebben?

De meeste antwoorden gaan over interesse tonen, durven vragen te stellen, actieve
werkhouding en nieuwsgierige houding en initiatief nemen. Ook worden antwoorden
gegeven die gaan over het wel/niet betekenisvol zijn van de les.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 24


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Ik heb in mijn onderzoek nog onvoldoende doorgevraagd in hoeverre er in de lessen
ruimte wordt aangeboden om vragen te stellen, nieuwsgierig te zijn en initiatief te
nemen. Het lijkt er namelijk op dat docenten meer de nadruk op de (intrinsieke)
motivatie van een student legt. Weten docenten het verschil tussen motivatie en een
onderzoekende houding?
Een goede reden om OOL toe te passen, is de motivatie van studenten te verhogen
omdat ze zelf eigenaar kunnen worden van hun leerproces, wat weer de intrinsieke
motivatie naar boven haalt. Met daarbij wel de belangrijke voetnoot die eerder ook is
aangegeven dat het heel belangrijk is om kritisch te kijken naar de onderwerpen die bij
OOL gebruikt gaan worden. Het is te adviseren om hierover nog een onderzoek bij
studenten te laten plaatsvinden. Misschien dat interviews hiervoor een geschikt middel
zijn.

Ik herken de antwoorden van de docenten, studenten zijn nog niet voldoende


nieuwsgierig. Maar om het alleen bij de studenten te leggen, zou naar mijn mening niet
de juiste conclusie zijn. Want in hoeverre ligt het ook aan de structuur van de les, rol van
de docent en de motivatie van de student? Daar zou eigenlijk meer onderzoek naar
gedaan moeten worden. Het is mijn intentie om in de komende maanden lessen van
collegas te bezoeken om te observeren wat er gebeurt in een les. Uit het gesprek met
de curriculum cordinator en de evaluatie met studenten blijkt dat erin nog te veel
lessen de docent voor een groot gedeelte aan het woord is. Terwijl dat niet de bedoeling
is van de opzet voor een workshop.

Welke ervaring hebben docenten met OOL?

Ik concludeer eerder dat studenten wel vragen stellen maar nog niet voldoende
doorvragen en nog niet voldoende een onderzoekende houding hebben. De volgende
vraag uit mijn onderzoek is gericht op de docent en zijn/haar ervaring met OOL.

Vraag 5: Vind je het fijn als studenten inhoudelijk (kritische) vragen stellen over
de lesstof? Waarom wel/niet?

Alle docenten zien graag dat studenten vragen stellen over de lesstof. Ik concludeer
hieruit dat ze bereid zijn om studenten te stimuleren onderzoekend te leren.

Docenten trekken de conclusie dat studenten betrokken zijn en interesse hebben in de


les als ze vragen stellen. In deze antwoorden lijkt het dat docenten vragen stellen als

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 25


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
bevestiging zien dat ze goed lesgeven. Dat zou nog eens verder onderzocht kunnen
worden. Is dat een conclusie die klopt?
Maar voor OOL is het belangrijk dat docenten niet bang zijn dat studenten vragen
stellen, want dat is nou juist een vaardigheid die van ze verwacht wordt. Ik ben dan ook
blij te zien dat docenten open staan voor deze vragen van studenten.

Vraag 16: Maak jij gebruik van OOL?

4% zet het nooit in.


21% zet het af en toe in.
42% zet het regelmatig in.
33% zet het heel vaak in.

Vraag 17: Bij welke werkvormen gebruik je onderzoekend gedrag van de


student?

De meeste docenten gebruiken interactievormen voor onderzoekend gedrag.


Instructievormen en gespreksvormen worden daarna het meeste gebruikt.
Maar een paar gebruiken spelvormen of opdrachtvormen.
Een enkeling gebruikt experimenteren of het uitwerken van een casus.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 26


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Ik had niet verwacht dat er toch redelijk veel docenten gebruik maken van OOL. Het is
de moeite waard om te zien in hoeverre deze docenten daadwerkelijk ook gebruik
maken van het 7 stappen model. Dat zal kunnen blijken door lessen te observeren en
evalueren. Uit het antwoord van vraag 17 lijkt het erop dat docenten OOL interpreteren
als het werken met werkopdrachten, leergesprekken en zelfstandig leren. Het is dan ook
mijn taak om in de handleiding duidelijk te maken dat OOL uit meer dan dat bestaat en
niet alleen een kwestie van actieve werkvormen kiezen, is.

Vraag 18: Welke onderzoekstechnieken zouden volgens jou niet mogen


ontbreken in het kennisgebied onderzoeken?

De meerderheid is van mening dat fieldresearch niet mag ontbreken bij het
kennisgebied onderzoeken.
Een grote hoeveelheid is ook van mening dat deskresearch en observatie niet mag
ontbreken bij het kennisgebied onderzoeken.
In overig worden associren, focusgroepen, materiaalonderzoek experimenteren, zelf
ervaren en beleven, brainstormen en beter online zoeken genoemd.

Van een creatieve school, met creatieve docenten, had ik verwacht dat er veel meer
suggesties uit zouden komen, ik vind het nog wat beperkt. Ik concludeer hieruit dat ik de
docenten nog kan helpen bij varirende werkvormen en ik concludeer hieruit dat het
OOL nog niet in de volledige vorm zoals het bedoeld is (7 stappen), wordt gehanteerd.

Welke werkvormen gebruiken docenten op school en welke


ervaring hebben zij met deze werkvormen?

Ik heb in de enqute niet alle werkvormen kunnen onderzoeken, maar ben op zoek
gegaan naar de mate waarin spelvormen, opdrachtvormen, interactievormen,

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 27


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
presenteren en samenwerken worden toegepast omdat dit werkvormen zijn die ook in
OOL van toepassing zijn.

Spelvormen: weleens werkt wel/werkt soms


Interactievormen: regelmatig/vaak werkt wel/werkt echt heel goed
Opdrachtvormen: vaak/regelmatig werkt wel
Presenteren: regelmatig/vaak/weleens werkt wel
Samenwerken: regelmatig werkt soms

Er is geen overduidelijke meerderheid voor een bepaalde werkvorm te constateren,


docenten gebruiken de werkvormen gevarieerd. Spelvormen worden veruit het minste
gebruikt, ik zou wel willen weten waarom. Wat me opvalt is dat docenten van mening
zijn dat alle werkvormen wel werken en dat er een sterke voorkeur is bij docenten voor
interactievormen en dat docenten ook van mening zijn dat die goed werken. De enqute
geeft geen antwoord in welke vorm er sprake is van interactie. Gaat het hier om
leergesprekken tussen docent en student, tussen studenten en in hoeverre is het leraar
gestuurde interactie? Ook dat zou moeten blijken uit evaluaties van lesobservaties.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 28


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Samenvatting

OOL stimuleert studenten om kennis te vergaren en verwerken door middel van


onderzoek. Waarbij de student voorkennis ophaalt, mogelijke oplossingen bedenkt,
gegevens verzamelt, met ideen komt, voorspellingen doet en vragen stelt.

Dit onderzoek bevestigt dat OOL een goede methode is om te gebruiken op het Nimeto.
Omdat het studenten helpt bij het leren van de 21e eeuw vaardigheden en past bij de
kennis en vaardigheden die een vormgever zou moeten leren. Het onderzoek heeft
aangetoond dat de docenten open staan voor deze methode. Ook studenten hebben
aangegeven het fijn te vinden om zelfstandig aan hun eigen leerproces te werken en
minder docent gestuurd les te krijgen van bijvoorbeeld een docent die in een workshop
3,5 uur kennis aan het zenden is.

In de didactiek van het onderzoeken en ontwerpen leren, stimuleer je studenten om:

Zelf actief kennis te vergaren.


Vragen te stellen.
Onderzoek te doen.
Kritisch te denken.
Probleemoplossend vermogen te stimuleren.
Ondersteunt de persoonlijke ontwikkeling.
Kennis over te kunnen dragen.
Voorbereiding op deelname aan de maatschappij in de 21e eeuw.

Om OOL toe te passen, dient er gewerkt te worden met het 7 stappen model (zie
handleiding docenten). Vanuit het kwalificatiedossier zijn er voldoende onderwerpen die
aansluiten bij OOL. Ook deze suggesties worden opgenomen in de handleiding. Om
studenten te helpen, coachen, begeleiden en stimuleren in het 7 stappen proces van het
OOL, zijn een aantal werkvormen die hierbij kunnen helpen. De werkvormen die OOL
kunnen stimuleren, zijn terug te lezen in de handleiding.

Het was in eerste instantie de bedoeling om OOL toe te passen in het kennisgebied
onderzoeken. Ik heb aangetoond dat OOL toegepast zou moeten worden in alle
kennisgebieden om zo de student te helpen bij de vaardigheden die van hem of haar na
school verwacht worden. Taalvaardigheden zoals discussiren, debat voeren, mening
vormen en/of verwoorden, presenteren, bronnen verwerken spelen een belangrijke rol
in OOL en kunnen zowel bij Nederlands als andere kennisgebieden toegepast worden.
Rekenen kan helpen bij een analytische blik en bekijken en/of verwerken van tabellen,
grafieken en data.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 29


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Bij kijken leren we studenten eigenlijk om te kunnen zien, om iets te bedenken moet je
kunnen zoeken en bronnen weten te vinden ter inspiratie, om te visualiseren moet je
weten welke mogelijkheden er zijn en om te realiseren moet je weten welke materialen
je kunt gebruiken. Juist het toepassen van deze vaardigheden op een breed scala van
disciplines, interesses en contexten helpt de Nimeto student een onderzoekende
houding aan te nemen en verbanden te leggen tussen de kennis en vaardigheden die
hij/zij nodig heeft als ruimtelijk vormgever in de 21e eeuw.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 30


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Het Beroepsproduct

De doelstelling van OOL voor het Nimeto is:

Het verwerven van kennis over een bepaald domein.


Het ontwikkelen van opvattingen over kennis en kennisverwerving.
Het beheersen van onderzoek vaardigheden.
Bevorderen van een onderzoekende houding.
Aanwakkeren van motivatie.

Met een actieve werkhouding en een kritische onderzoekende houding, bereid je


studenten voor op de 21e eeuw vaardigheden. Een mooie bijkomstigheid voor docenten
en studenten is dat OOL de motivatie bevordert. De bedoeling van de nieuwe
onderwijsstructuur is om studenten op een actieve manier les te geven door middel van
workshops. OOL past daar uitstekend bij. Uit de evaluatie met studenten uit het eerste
jaar is gebleken dat studenten het als zeer prettig ervaren dat ze meer worden
aangesproken op eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid.

Maar daarvoor is de voorwaarde dat studenten gemotiveerd zijn en een actieve


werkhouding hebben waaruit hun nieuwsgierigheid om door te vragen blijkt. Studenten
van het Nimeto hebben nu nog teveel een afwachtende houding en nemen snel
genoegen met een antwoord. Ze vragen niet door en zijn nog niet kritisch genoeg. Ze
bezitten nog niet voldoende de onderzoek vaardigheden. Ze moeten leren om de 7
stappen van het OOL-model te doorlopen. Dat kunnen we ze aanleren.

Door meer te doen met OOL in het onderwijs van Nimeto, ontwikkelt de student zich als
een zelfstandige, kritische student die de kennis en vaardigheden heeft om iets te
onderzoeken en weet dat er meestal meerdere oplossingen/antwoorden zijn voor een
probleem of vraagstelling. Doordat de student de juiste onderzoek vaardigheden heeft,
kan de student een keuze maken en beargumenteren waarom zij welke oplossing kiest.

De handleiding OOL is bedoeld voor alle docenten die lesgeven bij de opleiding Styling,
Interieur en Vormgeving.

In eerste instantie was het de bedoeling een handleiding te schrijven die per e-mail
verspreid zou worden. Maar tijdens het schrijven van dit onderzoek, lijkt een website die
voor alle docenten toegankelijk is, een betere optie.

Een site kan ten alle tijden aangepast worden en is eenvoudig toegankelijk. Er kunnen
documenten aan toegevoegd worden en het nodigt docenten mogelijk zelfs uit om er
zelf ook documenten en/of artikelen aan toe te voegen.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 31


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
De handleiding is voor alle docenten die lesgeven bij Styling, Interieur en Vormgeving.
Alle informatie wordt geplaatst op een site, zodat alle genteresseerden toegang hebben
tot de informatie en mogelijk zelf ook informatie kunnen toevoegen, vragen kunnen
stellen etc.
Het legt het Wat? Hoe? Waarom? Van OOL uit.
Het geeft een duidelijk beeld van wat er van een docent verwacht wordt (rol van de
leraar)
Het legt de 7 stappen van OOL toe.
Het geeft een duidelijk overzicht per onderzoeksfase welke werkvormen daarbij
inzetbaar kunnen zijn.
De werkvormen die voorgesteld worden, komen uit het boek Het gaat steeds beter
(Bijkerk & Heide van der, Wilma, 2006; Broesden, 2016)
Het geeft een duidelijk overzicht van mogelijke onderwerpen die door middel van OOL
behandeld kunnen worden.
Het geeft tips en tricks waar je als docent op moet letten.
Er zal geen daadwerkelijk curriculum aangeboden worden, dat volgt mogelijk later.
Het is een voorzet voor docenten die zelf aan de slag willen gaan met OOL.
Het heeft een literatuurlijst met nuttige boeken en stukken die de docent meer
informatie kunnen geven.

Ik wil voorkomen dat het slechts een theoretisch stuk wordt, dat eenmaal gelezen, in de
kast onderop de stapel beland. Het moet docenten enthousiasmeren om onderzoekend
en/of ontwerpend aan de slag te gaan met hun lessen en het moet handige tips geven
om hen daarbij te helpen. Door voorbeelden te geven en overzichtelijk weer te geven
welke werkvormen het onderzoekende en/of ontwerpende leren stimuleren. Een site
lijkt daarom de beste keuze.

Deze informatie zal functioneren als de onderlegger op basis waarvan het curriculum
voor het kennisgebied onderzoeken geschreven zal worden. De docenten van
kennisgebied onderzoeken moeten met OOL werken. Hiervoor dient nog wel een
vervolgonderzoek plaats te vinden, om uit te zoeken welke onderwerpen het meest
geschikt worden bevonden door zowel docenten als door studenten. Dit kan gebeuren
door middel van interviews of focusgroep gesprekken. Uit onderzoek (vraag 19 en 20) is
een eerste orintatie gedaan en kunnen eerste gesprekken gevoerd worden.

Het daadwerkelijke beroepsproduct is opgenomen in de bijlagen en is ook terug te lezen


op de site: http://pdgnanjahuijgen.weebly.com/

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 32


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Evaluatie en reflectie

Nu de handleiding is geschreven en verzonden naar de docenten, merk ik dat er een


aantal docenten enthousiast zijn. En dat moeten we vasthouden: het ijzer smeden als
het heet is.

Input curriculum coordinator invoegen

Voor mij is nu de eerstvolgende stap om met docenten van het kennisgebied


onderzoeken aan tafel te gaan zitten om de leerlijn voor het curriculum van
kennisgebied onderzoeken voor jaar 1-4 te bepalen. Een volgende stap is om met
diverse docenten in gesprek te gaan om de inhoud van het curriculum te bespreken en
de lessen daadwerkelijk vorm te gaan geven en te kijken waar we verbindingen kunnen
leggen. In de enqute waren twee vragen meegenomen om te inventariseren welke
docenten welke kennis en vaardigheden hebben, die voor het kennisgebied
onderzoeken gebruikt kunnen worden. Ik ga met deze docenten een gesprek aan om te
kijken in hoeverre zij kunnen helpen bij het schrijven van het curriculum. Ik wil ook nog
een aantal lessen van collegas bezoeken om te evalueren. Het lijkt mij verstandig om
ook te kijken welke kennis we van buiten (stagebedrijven?) kunnen halen om bepaalde
onderzoeken goed op te zetten en te faciliteren. Ik zit wat dat betreft echt vol ideen
om de lessen voor het kennisgebied onderzoeken zo goed en leuk mogelijk te maken
voor docenten en studenten.

Ik hoop dat ik met de handleiding de eerste stap heb gezet en dat het een beweging op
school heeft opgestart. Dat ik mijn collegas ook enthousiast kan maken voor OOL. Ik
hoop ook dat we met input van collegas de site nog meer verdieping kunnen geven.
Door discussies te voeren, artikelen en tools toe te voegen etc.

Ik heb een artikel gelezen over stichting leerKRACHT (leerKRACHT, sd) en hun
leerKRACHT-aanpak en dat inspireert mij om te kijken in hoeverre we dit zouden kunnen
toepassen op het Nimeto voor de OOL-lessen. Ik heb zelf 18 jaar ervaring in de
marketing en communicatie en ik merk dat ik gewend ben om te werken op basis van
een gedegen briefing, met een duidelijk doel en met een kritische blik. Ik denk dat
docenten elkaar scherp kunnen houden met de leerKRACHT-aanpak: bordsessies
houden, gezamenlijk lessen ontwerpen, elkaars lessen bezoeken en
feedbackgesprekken.

Het onderzoeksproces was een uitdaging voor mijzelf. In mijn vorige baan als
accountdirector bij een reclamebureau heb ik vaak te maken gehad met
onderzoeksbureaus. Adverteerders werken veel met onderzoeksbureaus en briefings
komen meestal door middel van een strateeg of consultant en is meestal gebaseerd op
onderzoek. Ook als een campagne als concept werd goedgekeurd, moest deze eerst

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 33


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
altijd getest worden door bijvoorbeeld focusgroepen. Ik werk ook het liefst zo: ik
evalueer altijd mijn lessen (zelf en met studenten) en pas op basis van onderzoek
(evaluatie en theorie) dan verbeteringen toe. De fasen van onderzoek waren mij ook niet
helemaal vreemd. Ook als projectmanager ben ik wel gewend om te plannen,
organiseren, met mensen te spreken, verbanden te leggen en te communiceren.

En ik heb een onderwerp gekozen waar ik uiteindelijk van denk dat het goed bij mij past
en waar ik mij ook nog meer in zou willen verdiepen. Het past in mijn manier van
werken, het past bij de manier van lesgeven (eigen verantwoordelijkheid,
zelfstandigheid bij studenten) en hoe ik als moeder ook mijn kinderen opvoed. Ik ben
van nature iemand die het liefst onder deadlines werkt. Daar ben ik ook in dit proces
best wel op gewezen door mezelf want zoals altijd denk ik achteraf dat ik eerder had
moeten beginnen. Wat misschien ook wel iets te kritisch is, want ik ben al het hele jaar
bezig met het lezen van boeken over dit onderwerp. Ik ben gelukkig ook een doorzetter
en dat heeft ervoor gezorgd dat ik heel systematische door alle stappen kon ploegen om
het voor elkaar te krijgen. Op je 45e weer studeren, terwijl je een nieuwe baan als docent
hebt en een gezin dat je draaiende houdt, heeft mij ook af en toe geleerd om even een
stap terug te doen. Wat je in je hoofd hebt, komt er niet altijd even goed uit. Soms zit
iets in je hoofd, maar kun je niet de juiste woorden vinden en moet je een bepaald
hoofdstuk of artikel weer opnieuw doornemen om het toch voor elkaar te krijgen. Ik
ben praktisch ingesteld en niet theoretisch: ik doe liever dan dat ik eerst alles overweeg
en analyseer.

Het geeft me ook heel veel energie om weer met zoveel passie en energie ergens aan te
werken. Het weer iets leren is leuk! En daar kan ik dan ook wel aan wennen. Ik heb het
ook al in de reflecties van prestaties 1 en 2 aangegeven: ik ben heel kritisch naar mijzelf
en eigenlijk nooit tevreden. Ik zou continue weer veranderingen kunnen aanbrengen.
Maar dat maakt het ook juist zo interessant. Het is mensenwerk en je leert elke dag
weer en hoe meer kennis, hoe meer je weer zult willen veranderen. Ik ben overtuigd van
OOL en het past ook bij mijn persoonlijkheid: eigenwijs, nooit bang om te leren en heel
nieuwsgierig.

Het is nooit af.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 34


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Literatuurlijst
Bijkerk, L., & Heide van der, Wilma. (2006). Het gaat steeds beter! (eerste druk, tweede oplage
ed.). Houten, NL: Bohn Stafleu van Loghum.

Donk, C. v., & Lanen, B. v. (2015). Praktijkonderzoek in de school (tweede, herziene druk, zesde
oplage ed.). Bussum: Coutinho.

Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren, basisboek. Groningen, NL: Noordhoff
Uitgevers.

Eijk, L. v. (2012). blog onderzoekend en OOL . (L. v. Eijk, Redacteur) Opgehaald van
onderzoekendenontwerpendlerentechniek.blogspot.nl:
http://onderzoekendenontwerpendlerentechniek.blogspot.nl/2012/02/theorie-ool.html

Geene, W., & Schreuder, M. (2004). Goed gezien. Onderzoeksvaardigheden in het onderwijs.
Den Haag, NL: Pak.

Geerts, W., & Kralingen, v. R. (2015). Handboek voor Leraren. Bussum , NL: Coutinho.

Groof, J. d., Donche, V., & Petegem, P. v. (sd). OOL stimuleren.

handreiking jongens en meisjes. (sd). Opgehaald van activerende werkvormen:


http://handreikingjongensmeisjes.slo.nl/handreiking/leeractiviteiten/activerende-
werkvormen.html

leerKRACHT, S. (sd). stichting-leerkracht.nl. Opgehaald van http://stichting-


leerkracht.nl/leerkracht-beroepsonderwijs/

leerling 2020. (sd). Opgehaald van leerling 2020: www.leerling2020.nl

Losse, M. (2009). Onderzoeksvaardigheden voor docenten. Methoden en technieken voor het


uitvoeren en begeleiden van praktijkonderzoek. Den Haag, NL: Boom .

Losse, M. (2016). Onderzoeksvaardigheden voor docenten. Methoden en technieken voor het


uitvoeren en begeleiden van praktijkonderzoek. . Amsterdam, NL: Boom.

NIPO, T. (2014). onderzoek kennisnet. Opgehaald van


https://www.kennisnet.nl/fileadmin/kennisnet/publicatie/Meerwaarde_van_eigentijds_o
nderwijs.pdf

onderzoekend en OOL. (sd). Opgehaald van wetenschapsknooppunten:


http://www.wetenschapsknooppunten.nl/onderzoekend-en-ontwerpend-leren.html

Oostrom, F. v. (2016). Onderwijsplan Nimeto. Utrecht: Nimeto Utrecht.

verbreding techniek basisonderwijs (VTB) voor onderzoekend en OOL. (sd). Opgehaald van
file:///Users/nanjahuijgen/Downloads/OOL.pdf

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 35


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Sites
Naast bovenstaande boeken en sites, heb ik mij ook in nog veel andere sites laten
verdiepen als ik iets over een onderwerp wilde weten. Hieronder een lijst van die sites:

http://leerling2020.nl/,

http://www.canonberoepsonderwijs.nl/21ste-eeuwse-vaardigheden-in-het-mbo,

http://www.ecbo.nl/1_1892_Kernvaardigheden-in-het-mbo.aspx,

https://talentstimuleren.nl/thema/stimulerend-signaleren/rijke-leeractiviteiten,

http://wij-leren.nl/leeromgevingen.php.

http://www.wetenschapsknooppunten.nl/onderzoekend-en-ontwerpend-leren.html

http://wetenschapentechnologie.slo.nl/componenten-van-w-en-t/onderzoeken-en-
ontwerpen

http://www.zinmag.nl/zinmag-editie-5-juni-2015/een-onderzoekende-houding-
ontwikkelen-biedt-perspectief/#.VxOPET-0JLg

http://www.ecbo.nl/_images/user/ecbo%2016-219-21ste-eeuwse-vaardigheden-mbo-de-
toekomst-begint-vandaag.pdf

http://downloads.slo.nl/Documenten/Poster-A3-OenO-v2.pdf

http://downloads.slo.nl/Repository/wetenschap-en-technologie-in-het-basis-en-speciaal-
onderwijs.pdf

http://wij-leren.nl/cooperatieve-werkvormen-artikel.php

http://wij-leren.nl/lerende-school-aanpak.php

http://wij-leren.nl/leeromgevingen.php

http://wij-leren.nl/didactische-werkvormen-boek.php

http://www.reneeconradi.nl/motivatie-binnenstebuiten-intrinsiek-motiveren-via-een-
extrinsieke-weg/

http://www.schoolaanzet.nl/fileadmin/contentelementen/school_aan_zet/Opbrengsten_
CfP_2013-2014/Lessenserie_Sport___Energie-ond_leren.pdf

http://www.primas-project.eu/artikel/nl/1221/nascholingsmodules/view.do

http://www.scientix.eu/web/guest

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 36


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Bijlage 1: Handleiding docenten

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 37


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Bijlage 2 : Formulieren onderzoek

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 38


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren
Bijlage 3: Resultaten praktijkonderzoek
Enqute onder docenten Styling, interieur en styling Nimeto Utrecht over OOL en de
daarbij behorende werkvormen.

Prestatie 3 Nanja Huijgen, 39


Onderzoek naar werkvormen die OOL stimuleren

You might also like