Professional Documents
Culture Documents
Prestatie 2 NH
Prestatie 2 NH
Nanja Huijgen,
Docent marketing RPC jaar 2/4,
Nimeto Utrecht
1
Inhoudsopgave
INLEIDING 3
VERBETERPUNTEN 10
EINDBEOORDELING COACH 15
EN NU? 17
LITERATUURLIJST 18
2
INLEIDING
Dit verslag dient om de lezer een goed beeld te geven van hoe ik voor de klas sta en hoe
ik met mijn lessen en studenten omga.
Ik heb in het afgelopen jaar meerdere lessen opgenomen en deze opnames zijn met
mijn team op school, mijn coach en/of het team van de opleiding besproken en
gereflecteerd. Verder zijn er ook evaluaties/observaties/reflecties geweest van mijn
teamleider (Jim Houtkamp), mijn docent van de HU (Colinda Burger) en van de
studenten zelf. Ik kan hiermee aangeven wat mijn sterke punten en verbeterpunten zijn,
die je kunt lezen in hoofdstuk 2 en 3.
In het afgelopen jaar heb ik hard gewerkt aan een aantal van de verbeterpunten en hoe
ik dat heb aangepakt is terug te lezen in Hoofdstuk 4.
Uiteraard heb ik van mijn sterke punten videofragmenten geselecteerd die dat kunnen
bevestigen en ook zijn er videofragmenten die de lezer moeten overtuigen van mijn
verbeteringen van het afgelopen jaar. Deze videofragmenten zijn terug te vinden op
mijn youtube kanaal:
https://www.youtube.com/playlist?list=PLpTjEZrsWGN1BCx_MIjv_dIPlVChECKw2
In het vijfde hoofdstuk lees je mijn eindreflectie en aan welke punten ik nog verder wil
gaan werken in de toekomst.
Mochten er naar aanleiding van dit verslag nog vragen zijn, aarzel dan vooral niet om
contact met mij op te nemen. Ik sta altijd open voor tips en tricks of het beantwoorden
van vragen.
Nanja Huijgen
n.huijgen@nimeto.nl / T 06 29491963
3
SAMENVATTING REFLECTIES EN ANALYSE
In het afgelopen jaar zijn er meerdere momenten geweest dat er iemand bij me in de les
is komen kijken of dat ik met mijn team en/of coach naar video-opnames heb gekeken
en deze heb gereflecteerd. Hieronder een samenvatting van de diverse besprekingen
door middel van een korte opsomming van sterke en verbeterpunten.
Mocht je genteresseerd zijn naar de volledige reflecties, kijk dan naar de bijlage aan het
op mijn portfolio die te vinden is op:
http://pdgnanjahuijgen.weebly.com/reflectieverslagen.html
Verbeterpunten:
Mag je naast het stellen van denkvragen (intervisie) ook je eigen mening over de
voortgang (supervisie) geven? Wat zijn hierover de afspraken?
Werkdruk is bij sommige groepen aan de lage kant. Als een groep niet begeleid
wordt, dan wel aan het project werken. Is nu te vrijblijvend.
Verbeterpunten:
4
Reflectie video 5_10_16 1218u start project (team en eigen reflectie)
Sterke punten:
Verbeterpunten:
Staan voor het bord bij schrijven ontneemt zicht op wat je schrijft.
Zeg hetzelfde wat je opschrijft.
Niet lullen maar poetsen: pas op je woorden. Hier niet erg maar kan vervelend
ervaren worden.
Formuleert makkelijk.
No-nonsens communicatie prima.
Vanuit de ik is heel sterk.
Brainstorm studenten: iedereen is aan het opletten want ze weten dat ze aan de
beurt komen.
studenten presenteren zelf, goed aangepast. Je merkt dat ze meteen meer
betrokken zijn bij hun leerproces.
Goed doorvragen: verschil marketingverslag en communicatieverslag
Student een tip geven in plaats van afwijzen.
Studenten vragen om mening over de les maakt dat je open communiceert en
geeft het gevoel van betrokkenheid van studenten.
Verbeterpunten:
5
Reflectie video 16_11_2016 met team en coach John Macco (lesbezoek)
Sterke punten:
Verbeterpunten:
6
Studenten zijn soms nog cognitief passief en dan zakt de concentratie: probeer
vaker klassengesprek of onderwijsleergesprek.
De kern: let op welke stof je wilt behandelen en behandel die dan ook echt en
niet alleen maar met woorden, want dat beklijft niet.
Heeft iemand nog vragen? Of begrijpt iedereen het? Is te algemeen, waardoor
niemand zich aangesproken voelt.
Je behandelt de stof soms nog te aanbod gestuurd.
Gebruik van onderwijsleermiddelen: zorg dat je tekst vetter is, de kleuren
attractiever.
Laat samenvatten op het flip-over bord.
Zorg dat je woordspinnen op een groter formaat zijn.
Laat studenten ook hun ervaringen uitspreken, dat maakt de les dynamischer.
Laatste 15 minuten veel te veel theorie, is een klassieke tekortkoming.
Zorg dat je theorie context en beeldvorming krijgt, is nu nog te theoretisch.
Verbeterpunten:
7
EIGEN REFLECTIE EN CONCLUSIE
Uit al deze punten heb ik voor mijzelf de conclusie getrokken dat ik de rol van gastheer,
presentator en afsluiter goed beheers. Dat heb ik denk ik te danken aan mijn
werkervaring als Account-Director bij een reclamebureau. Client service, organiseren en
presenteren zijn vaardigheden die ik dagelijks toepaste. Het heeft mij echter toch wel
verwonderd dat ik zelfs voor een grote groep studenten me als een vis in het water voel
want in mijn vorige functie had ik altijd te maken met kleinere groepen. Bovendien is
een klant een heel andere gesprekspartner dan een student. Een klant verwacht iets van
je omdat hij/zij daarvoor betaalt en een student moet je weten te motiveren om te doen
wat jij voorstelt.
Een opmerking is dat ik rustig en beheerst overkom in de klas. Ik denk dat dat komt
omdat ik de kennis en vaardigheden van het vak marketing goed beheers en ik daar niet
onzeker over hoef te zijn of nog lerende in ben. Echter de kennis beheersen is nog wat
anders dan het ook overbrengen op de studenten. Dat is een vak apart en dat ben ik
zeker nog aan het leren.
Als moeder van twee meiden (Liv van 12 en Izzy van 8) en vrouw van 45 jaar is ook de
pedagogiek een minder grote uitdaging voor mij. Als Account-Director was ik altijd de
moeder gans van het bureau en mocht ik de nieuwe medewerkers (het jonge grut)
inwerken en daar genoot ik ook altijd van. Net als dat ik nu zo geniet van deze
leeftijdscategorie. Ik had van tevoren nooit kunnen bedenken dat ik met name dat stuk
van het docent zijn zo interessant vind. Wat een leuke en lieve meiden zitten er op het
Nimeto. Sommigen met enorme rugzakjes van ellende die ze al op zon jonge leeftijd
hebben meegemaakt en sommigen die nog zo naef en onschuldig zijn dat je ze moet
helpen de ogen te openen voor de grote en soms boze wereld om ons heen.
Natuurlijk is de lesstof belangrijk om over te brengen en ik ben zoekende hoe ik dat het
beste kan doen. Maar een groot gedeelte van het docent zijn gaat ook over het
bijbrengen van communicatieve en sociale vaardigheden. Marketing is een theoretisch
maar ook zeker een heel taalvaardig vak. Studenten vinden dat lastig en daar kan ik ze
nog een hele hoop over leren: hoe verwoord je dingen, hoe los je dingen op, hoe ga je
op zoek naar dingen, waar speel je op in, hoe verkoop je je argumenten, hoe werk je
samen etc. Het bijbrengen van die vaardigheden vind ik eigenlijk nog het leukste om te
doen en ik geloof ook dat de studenten daar veel aan kunnen hebben. Daarbij helpt
mijn werkervaring als projectmanager ook enorm.
Ik herinner mij mijn eigen schooltijd op die leeftijd nog zo goed. Ik had eigenlijk nog geen
idee wat er gaande was en wat ik wilde doen of worden. Na de mavo ben ik
doorgestroomd naar de havo en toen wist ik het op mijn 18e nog niet. Mijn decaan
twijfelde of het verstandig was om naar de Universiteit of Hogeschool te gaan omdat ik
nogal lui was ingesteld. Dus werd het de meao. Dat was vooral heel gezellig en die
schooltijd is als een waas aan mij voorbijgegaan. Maar dat is wel de tijd geweest die me
8
gevormd heeft en die me heeft doen nadenken wat ik nou eigenlijk wilde. Dankzij die
school ben ik verder gegaan naar de heao en heeft het mij uiteindelijk in de
marketingcommunicatie gebracht. Ik ben mij dan ook heel bewust van het feit dat ik als
docent ook die rol voor een student kan vervullen.
Mijn rollen als leraar zijn terug te zien in fragmenten 18 tot en met fragment 30.
Met name het didactische deel van de rol als leraar is waar mijn groeicurve in zal zitten
en waar ik enorm in aan het groeien ben. Ik zie mezelf niet graag terug en ik vind het
best confronterend. Ik ben erg kritisch ingesteld en kan dan ook op elk ding dat ik doe of
zeg een verbeterpunt opnoemen. Dat is niet erg want daar kun je alleen maar beter van
worden, maar soms word ik ook wel moe van mijzelf. Het is dan ook fijn van reflecteren,
dat een ander je complimenteert want dat zou ik zelf niet zo snel doen. In het volgende
hoofdstuk lees je welke punten ik het afgelopen jaar heb opgepakt om te verbeteren en
daarna ga ik verder in op de vervolgstappen die ik wil zetten na de opleiding. Want er is
nog genoeg te leren, gelukkig maar.
9
VERBETERPUNTEN
Naar aanleiding van de bovenstaande reflecties, heb ik de volgende punten opgepakt
om te verbeteren:
Op school kreeg ik altijd aan het eind van het schooljaar van klasgenoten te horen dat ze
dachten dat ik heel arrogant was. Ik heb van nature een wat norse blik en ik frons veel
en dat wordt vaak ook genterpreteerd als dat ik boos ben. Je moet me beter leren
kennen om te weten dat het tegenovergestelde waar is.
Ik zal moeten werken aan het onderlinge vertrouwen, de student beter leren kennen om
een minder zakelijke houding aan te nemen. Ik denk dat het tijd nodig heeft om aan
elkaar te wennen. In hoofdstuk 1.5 van Handboek van leraren (Geerts & Kralingen, van
Rene, 2015) gaat het over relatie en erbij horen en de roos van Leary heeft mij ook
inzicht gegeven hoe ik denk dat ik ben en hoe studenten mij zien en ik mijzelf neerzet.
Leren heeft ook een sociaal aspect: studenten hebben de behoefte om erbij te horen en
functioneren het beste als ze zich bij de leraar en in de groep thuis/veilig voelen (Geerts
& Kralingen, van Rene, 2015). Als de docent je naam niet kent, kun je een student dus
ook niet persoonlijk aanspreken en zal een student zich niet zo snel thuis voelen en juist
die afstand voelen.
Ik ben mij gaan concentreren op het leren kennen van de namen. Dat betekende dat het
noteren van de absenties iets langer duurde dan normaal. Normaal noemde ik de
namen op en gaf de student wel/geen antwoord. Bij het oefenen zorgde ik voor
oogcontact met elke student en probeerde ik eerst zelf de persoon bij de naam te
zoeken. Ik merkte dat door mij zo kwetsbaar op te stellen en te laten zien dat ik de
moeite wilde doen om ze te leren kennen, de studenten dat op prijs stellen. In
september kwamen de studenten binnen en half oktober kende ik 90% van de namen
van de studenten. Het jaar ervoor was dat pas in januari. Ik merk dat het echt verschil
maakt bij de student maar ook bij mijzelf omdat het mij meer vertrouwen geeft iemand
persoonlijk aan te kunnen aanspreken en bij het vragen stellen de hele klas te kunnen
betrekken en niet alleen de studenten waarvan ik de naam wist.
In de roos van Leary kwam ik erachter dat ik neig meestal de leider te zijn. Dat is ook
altijd mijn gedachte geweest van docent zijn: jij bent de leider van de groep en bepaalt
wat de studenten moeten doen. Door het vorm geven van mijn rol als leraar (opdracht
10
in de les van PDG), het lezen van het boek het puberbrein (Nelis & van Sark, Yvonne) ,
de namen van de studenten zo snel mogelijk uit mijn hoofd te leren en de theorie uit de
boeken hebben ervoor gezorgd dat ik meer van mijzelf durf te geven. Ik stel me nu
kwetsbaarder op, ga vaker in de samen stand zitten, durf te experimenteren met
werkvormen en ben minder bang om fouten te maken. Ik denk dat je in videos ook kunt
zien dat er een prettige sfeer in de klas heerst. Soms is het uiteraard ook wel goed om
een zakelijke houding aan te nemen, maar juist dat je er mee kunt spelen en bewust in
kunt zetten, heeft mij zelfvertrouwen gegeven voor de klas.
Instructie geven
Ik was en ben soms nog teveel geneigd om alles op mijn PowerPoint te zetten en ervan
uit te gaan dat de studenten lezen wat de bedoeling is. Zeker in de eerste maanden had
ik een enorme hoeveelheid sheets waar ik doorheen worstelde. Er was toen bijna geen
sprake van instructie geven want ik was alleen aan het presenteren.
Naarmate ik aan het experimenteren ben met diverse werkvormen en probeer minder
convergerend les te geven, is er meer sprake van instructie.
Powerpoint presentaties maken deed ik in mijn vorige beroep ook heel veel, maar (ik!
Als marketingdocent!) ik vergeet bij het maken van de presentaties als docent dat mijn
doelgroep niet meer mijn klanten zijn, maar studenten tussen de 16 en de 21 jaar.
Door een opmerking van mijn coach en bij het terugzien van de videos zie ik bovendien
dat ik nog niet goed ben in het goed instructie geven. Ik vergeet een begin en een eind
van de opdracht te geven en te controleren of de studenten mijn instructie hebben
begrepen.
In de video fragment verkeerde instructie zie je in dat het met de instructie nog mis
gaat. De opdracht staat op de PowerPoint en ik vertel wat ze moeten doen terwijl ik de
geeltjes uitdeel. In 08m43 s vraagt een student of ze alle vragen die op het bord staan
moet antwoorden. Ik bevestig dat maar realiseer mij niet dat de leerdoelen ook op het
bord staan en dat de student deze nu gaat beantwoorden.
In handboek van leraren las ik nog een suggesties voor meer complexe opdrachten die
ik zeker wil uit gaan proberen: vraag een student haar stappen die ze gaat nemen op het
bord schrijven. De anderen kunnen dan controleren of het de goede aanpak is en ik hou
op die manier ook controle of de opdracht goed is begrepen. (Geerts & Kralingen, van
Rene, 2015)
11
Bij een opdracht zorg ik nu steeds dat ik op de sheet de antwoorden geef op de vragen
Wat?, Hoe?, Hulp?, Tijd?, Uitkomst? en Klaar? zoals ik las in de boeken. (Broesder, 2016)
Bij het lezen van het hoofdstuk over meervoudige intelligenties (Ebbens & Ettekoven,
2013)realiseerde ik mij ook dat ik echt moet letten op mijn taalgebruik. Dit kwam ook
naar voren in een gesprek met Colinda Burger: ik gebruik nog te veel hbo-taal in plaats
van mbo-taal. Dat heb ik ook ervaren bij een opdracht tijdens een les. Ik had de
studenten een web artikel laten lezen maar dat bleek nog veel te moeilijk voor ze. Ik zal
dus bij de volgende module nog eens goed door alle slides moeten gaan om te zorgen
dat ik het taalniveau aanpas.
In een gesprek met de onderwijs cordinator kreeg ik ook de tip om de tekst op te delen
en na elke alinea een vraag te stellen of opdracht te geven, waardoor je ze helpt om de
tekst in stukken op te delen.
De aantrekkelijkheid van mijn PowerPoint kon ook nog wel een make-over gebruiken. Ik
ben geen vormgever maar mijn studenten zijn dat wel. Ik probeer daarom nu veel meer
te werken met beelden, ook naar aanleiding van hetgeen ik las over meervoudige
intelligenties. Ik denk dat het gros van mijn studenten beelddenkers zijn.
Ik was in het begin geneigd om een soort vraag en antwoordspelletje te spelen. Zoals ik
in de boeken lees een klassiek voorbeeld van een fout die een beginnende docent
maakt. Je wilt een bepaald antwoord van de student en er is maar een antwoord goed.
Ze moeten eigenlijk jouw denkproces raden. Dat kan zin hebben als het gaat om het
testen van theoretische kennis maar zet studenten eigenlijk niet door tot nadenken en
dat is wat je eigenlijk wilt. Als een iemand het antwoord heeft gegeven is het gesprek
ook afgelopen en kan iedereen weer andere dingen gaan doen. Je moet ze meenemen
12
in de denkstappen om tot een antwoord te komen en je moet ze uitnodigen om zelf ook
echt na te denken. Bovendien moet je opletten dat je niet vragen stelt die de studenten
zonder voorkennis bijvoorbeeld niet kunnen beantwoorden. Het onderwijsleergesprek is
een goede manier om met de hele klas in gesprek te gaan over een onderwerp en om te
ontdekken welke voorkennis er is (Geerts & Kralingen, van Rene, 2015). Ik zorg nu vaker
dat ik een algemene vraag stel, even wacht om iedereen de kans te geven om na te
denken en dan een persoon het antwoord laat geven. Dan is elke student bezig met een
antwoord zoeken omdat ze aan de beurt kunnen komen en betrek ik ze op een actieve
manier. Ik probeer ook meer door te vragen.
Video Fragment 3 toont een voorbeeld waarin ik een case presenteer waarvan ik
achteraf denk dat ik dat beter in een andere werkvorm had kunnen gieten waardoor de
studenten actiever betrokken zijn met de stof. Ik lees nu de case voor en de studenten
hoeven alleen te luisteren. Dan verlies je snel de aandacht. Ik had hier beter een andere
werkvorm kunnen kiezen en bv een onderwijsleergesprek van kunnen maken. Ik denk
bv aan de vraag waarom denk je dat deze case een prijs heeft gewonnen?. Dit had ik
klassikaal of in groepjes of duos kunnen behandelen.
In de video fragment 4 zie je hoe ik een gesprek met de klas aanga waarin ik iedereen
betrek. Ik stel een vraag wat is een concept en geef aan dat iedereen aan de beurt
komt. Ik geef aan dat het een brainstorm is, studenten weten dat betekent dat er geen
foute antwoorden kunnen zijn en dat vertel ik later in het gesprek nog een keer. Door
het op het bord te schrijven, geef ik ze kans om na te denken terwijl ik schrijf en te kijken
naar de antwoorden die anderen hebben gegeven. Ze willen dan graag een antwoord
geven dat nog niet op het bord staat en dat betekent dat ze nog verder moeten
nadenken.
Deze verbetering sluit aan op punt 3 en ik verwijs naar video fragment 3 van hoe ik de
studenten passief laat luisteren zonder enige activering.
Gaandeweg ervaar ik het als enorm uitdagend en vooral leuk om dat juist los te laten. Zo
min mogelijk zelf aan het woord zijn en de studenten aan het werk zetten. In het
puberbrein heb ik gelezen dat studenten maar een beperkte concentratieboog hebben
en ook in het handboek voor leraren lees ik terug hoe belangrijk het actief betrekken
van studenten in de les, is (Geerts & Kralingen, van Rene, 2015). Ik merk dat het veel
meer energie geeft om de studenten aan het werk te zetten. Ik denk dat ik nu nog 40%
13
van de tijd aan het woord ben en ik zie ook dat dat mijn voornaamste valkuil is. Ik ben
geneigd om toch nog even het laatste woord te hebben om ervoor te zorgen dat ze wel
de juiste antwoorden binnen krijgen. Ik streef ernaar om straks nog maar 20% van de
tijd aan het woord te zijn. Dat dwingt mij om te kijken naar verschillende werkvormen. Ik
heb een werkvormen boek (Bijkerk & Heide van der, Wilma, 2006) gekocht en zoek naar
zoveel mogelijk suggesties op allerlei sites. Dit heeft mij ook tot het onderzoek gebracht
dat ik voor deze opleiding ga doen. Ook voor het schrijven van het nieuwe
onderwijssysteem dat volgend schooljaar van start ga, moet ik op zoek naar andere
manieren van lesgeven. We laten het vak marketing dan los en moeten lesgeven binnen
het kennisgebied onderzoeken en we hebben geen lessen meer maar workshops van
3,5 uur.
Brainstorm: een techniek die ik in het verleden als accountdirector bij een
reclamebureau regelmatig toepaste. Werkt goed voor het snel verkrijgen van
antwoorden en geeft alle studenten de gelegenheid mee te doen omdat er in een
brainstorm geen foute antwoorden zijn. Is voor mij heel handig om erachter te komen
welke voorkennis er bij de studenten is.
Een voorbeeld op video van de brainstorm is te zien in video fragment 4. Het is mijn
intentie om ook eens echt een creatieve brainstorm in te zetten in het volgend
schooljaar. Een brainstorm waarbij we echt creatief kunnen zijn en studenten gekke
antwoorden mogen geven. Nu zet ik het meer in om voorkennis op te halen.
Mindmapping: Een techniek die studenten veel gebruiken, ook in andere lessen. Mijn
aanname is dat studenten dat op de middelbare school geleerd hebben om te maken. Ik
zie dat niet iedereen even gedreven is met de techniek en dat ze een woordweb en een
mindmap ook door elkaar halen. Op zich is dat niet zon probleem, maar het zou goed
zijn om in het nieuwe jaar bij de eerste keer dat ik m in wil zetten, een korte instructie
geef. Ik merk dat deze techniek goed werkt voor het ophalen van voorkennis. Zeker als
je de mindmap eerst zelf laat invullen en dan nog laat overleggen, helpt het studenten
goed.
Een voorbeeld op video van hoe ik de mindmap inzet, is te zien in video fragment 5.
Leerling als docent: Deze heb ik ingezet voor de les media. De studenten kregen een
mediaterm en moesten uitzoeken wat het betekent en dat presenteren aan de klas.
Ondanks dat het voor mij een eye openener is geweest hoe je de leiding los kan laten en
de studenten toch nog het gevoel hebben iets te hebben geleerd (misschien zelfs wel
meer omdat het beter beklijft), ben ik nog niet tevreden hoe dit verliep. Het vergt iets
meer tijd van mij om me daar echt in te verdiepen. De les beperkte zich nu eigenlijk tot
het feit dat de studenten zelf de lesstof eigen moesten maken en dat presenteren.
14
Volgens mij kun je er veel meer uit halen. Ik heb al heel wat artikelen gelezen over
flipping the classroom en dat is een techniek waar ik me nog wel verder in zou willen
verdiepen. Ik denk dat dit echt iets doet voor de autonomie van de studenten: het
gevoel dat je zelf in control bent van je leerdoel. Ik denk dat dat goed is voor de
intrinsieke motivatie.
15
EINDBEOORDELING COACH
Op basis van 360 graden feedback bij: teamleider, collegae vakdocenten, studenten en
onderwijsmanagement en op observaties van zowel daadwerkelijk lesgeven als van
filmopnamen geef ik onderstaande eindbeoordeling over het voorbereiden, uitvoeren
en evalueren van lessen door Nanja.
Inhoudelijk goed. Nanja weet exact welke leerinhouden aan de orde dienen te komen.
Nanja heeft zich zowel in cursorische lessen als in projectlessen didactisch sterk
ontwikkeld in de loop van haar PDG-studie.
Een sterke kant hierbij is het aanpassen van de les aan de potentile en actuele
beginsituatie van zowel de individuele leerling als de klasgroep.
Het klasse management tijdens de lessen wordt prima uitgevoerd. Interventies worden
op natuurlijke wijze gepleegd.
16
Performance tijdens lesgeven
Tijdens de uitvoering van de lessen is de performance van Nanja zowel verbaal als non-
verbaalgoed! Nanja heeft een stabiele en rustige grondhouding, waardoor ze prettig
overkomt bij de studenten.
Conclusie lesgeven: Nanja is een rustige, vriendelijke docente, die zeer toegankelijk is
voor studenten. Haar ontwikkeling als docente verloopt professioneel door haar
motivatie en inzet. Nanja geeft didactisch verantwoord les.
17
EN NU?
Het is nooit af. Dat is mij inmiddels wel duidelijk en dat maakt het lesgeven ook zo leuk.
Het is nooit af is ook de titel van een boek van Martijn Aslander en Erwin Witteveen die
in hun boek stellen dat we ons moeten realiseren dat we in een continue stroom van
ontwikkeling zitten. En dat je daar een bepaalde mindset voor nodig hebt. Ik als docent
maar dus ook onze studenten.
Elke keer heb je te maken met andere studenten met andere behoeften en andere
situaties. En al lerende leer ik en leren zij.
In het begin van mijn docentschap was ik denk ik meer een autoritaire leerkracht en
soms te veel sfeermaker (Broesder, 2016). Langzaamaan lukt het mij om een
gezaghebbende docent te worden.
Ik ben nog geen boeiende en enthousiaste verteller en ook nog geen top docent. Maar
wat niet is, kan nog komen. John Macco heeft een keer aangegeven dat ik meer
voorbeelden uit mijn eigen praktijk moet gebruiken want dat boeit de studenten. Ik vind
mijzelf nog te serieus en gefocust op de leerlijn. Dat wil ik meer los kunnen laten.
18
LITERATUURLIJST
Bijkerk, L., & Heide van der, Wilma. (2006). Het gaat steeds beter! Activerende werkvormen
voor de opleidingspraktijk (eerste druk, tweede oplage ed.). Houten, NL: Bohn
Stafleu van Loghum.
Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren. In Effectief leren, basisboek (derde druk
ed., p. 118). Groningen, NL: Noordhoff Uitgevers .
Geerts, W., & Kralingen, van Rene. (2015). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.
Nelis, H., & van Sark, Yvonne. (sd). Puberbrein binnenstebuiten. kosmos uitgevers.
19