Professional Documents
Culture Documents
Bio SS
Bio SS
Bio SS
Il'
6
11 '|l 10
- 'to 10 13
9 9 9
12 12 12
I 6
6
Embryodc onnvit'Leling
bij de mens:
klievingstlelingen en
kiembladvorming'
I. follkelcellen
2. gl.osvles (zona Peuucol '
3. tYgote
4. blastomeren
5' kemloroP
6. tofoblast
7. holtevorming
8. blasrulaholte
Drie*tot vier dagen na de bevruchting bereikt de morula de baarmoeder. Terwi.jl de cellen steeds verder delen
ontstaat tussen de k )
Deze breidt zich uil terwijl de buitenste cellen aplatten en de trooblast vormen. Uit de trooblast zal een
voggllggg$rudstag! (grieks: tor = voedsel) dal zich in het baar Deze
cellaag vormt de
ln dit stadium beslaat de vrucht uit n celmassa, men spreekt daarom van een nbladig stadium. Deze
blaasvormige structuur wordt ook!!g:!gla genoemd.
Het volume van de blastula is nog steeds hetzelde als dat van de zygote. Het glasvlies dat tot op dit stadium
is blijven bestaan, verdwijnt nu. Omstreeks de 60" dag na de bevruchting begint de inneslelinq o nidatie in het
baarmoederslijmvlies (endomeium) van de moeder.
Gasrulotie
Vorming van de neun e
bus en de chorda
Door insnoering van het endoderm ontstaan in het bovenste deel de primitieve darm en in het onderste deel
de dooienak. Dit laatste wordt bij de mens nooit groter dan een halve centimeter en bevat geen
reservevoedsel (bij diersoorten met dooierrijke eieren wordt op analoge wijze een grote dooierzak vol
reservevoedsel gevormd). In het mesoderm van de dooierzak ontstaan de eerste bloedvaten en de eerste
rode bloedcellen, zodat de functie niet te verwaarlozen is. Deze rol wordt geringer naarmate ander
bloedvormende organen (lever, milt) en de moederkoek zich vormen.
In de staartsteek van het embryo groeit een uitstulping van de primitieve darm in de hechtsteel en vormt de
allantoi's. Die groeit later uit tot de navelslreng, mel n aanvoerend bloedvat en twee atvoerende bloedvaten.
ln de onderstaande figuur kun je volgen hoe de verdere diferentiati van de kiembladen verloopt, en
hoedaaruit de verschillende organen en weesels ontstaan. Eerst worden er buisvormige structuren gevormd:
de neurale buis (uit het ectoderm) en de chorda (uit het mesoderm). In dit ontwikkelingsstadium wordt de
vrucht een neurula genoemd. Uit de neurale buis ontwikkelen zich in een later stadium de hersenen
en hel
zenuwstelsel, uit de chorda ontstaat de wervelkolom.
zintuigen
/- hersenen en zenuwstelsel
//t \
opperhurd
o/
,,_ bindwefsel
urooweersel
^d9'-
IE 1-
-\
-.- sketet
"r skelet (been
Veruler onn ikkelinp trut ,/,/ /,/ en krakt
krakben)
\-- atvteeskrier
urinebtaas
\ ! tongepitheet
r5
rl
r6 l '- '-"
17
1a
't
t9
6. trooblast
9. endoderm
l0 ectoderm
I l. amnionhohe
--'", L
.,, 12. primiteve dooierzsk
!r -r7a+ I3. mesoderm
? --- - 22 14. vlokken
I *.i+.' I5. amnion
17
- 24 16, hechtsteel
17. allantos
21 18. chorion
19. chorionhobe
' 1a 20. primitieve dann
- 14 2l . dooierzak
22. uitbredende
amnionholte
23. dann
24. navelstreng
Het mesoderm breidt zich ook tot buiten de kiemschil uit. Daar gaat het tussen de trooblasl en het endoderm
en tussen de trofoblast en het bovenste deel van het ecloderm liggen. Deze mesodermmassa splitst zich
geleidelijk in twee lagen door de vorming van een nieuwe holle: de chorionholte. Uiteindelijk zal deze holte
het embryo volledig omringen, behalve op n plaats waar een veinding met de hooblast blijft besiaan: de
hechtsteel.
De buitenste laag mesoderm bliift aan de binnenziide tegen de trooblast liggen en vormt
ermee het buitenste
een aanzienliike
vruchwlies o chorion. Door de vorming van uitstulpingen, vlokken o villi, komt
binnen in het baarmoedersliimvlies en staan In
oppervlaktevergroting tot stand. De choriale vlokken dringen
VoordevoedingVanhetgroterwordendeembryo.Debinnenste|aagmesodermb|i|fttegenhetbovenstedee|
vanhetectodermentegenhetendoderm|iggen.Hetdee|dattegenhetec|odermligt,vormtermeeeen
waarin het embryo en het
vruchNlies, het amnion' Dit vlies oringt de amnionholte
Meede
beschermt de vrucht tegen
baarmoederweesel vruchtwater ascheiden Vruchtwate
ffi"'' * :T:l':*::l#:J,i.,
ffi fiffi:iH'iffi'il l"
Tenslotte le$ het amnion
zich aan 0e ff :l',.:i::#:"'fl].i'
il*il;;;htsteel)'
ermee'
gaat duimzuigen. . Voor die tijd
ziln de resorptiekracht van de darmvlokken en het assimilatievermogen van de longblaasjes nog te gering.
Na 40 weken is het kind voldragen en daalt het in de bekkenholte, waama de geboofle volgt.
E
5
E
t
T
I
i
!
ECE
EE.1
ul
6 t
4
o
9
=
Itl
I
I
E