Student: Boy Thissen
Vakgebied: rekenen
Klas: PEH16VC
Kennis over (kinderen in) de
groep is nadrukkelijk
verwerkt in de omschrijving
van de beginsituatie van de
groep, zowel in
pedagogische zin (gedrag,
groepsverhoudingen,
groepsdynamiek) als in
didactische zin
(vakspecifieke
beginsituatie)
De lesdoelen zijn
afgestemd op de
beginsituatie. In de
formulering ervan wordt
zichtbaar dat kennis van
vakdidactiek en leerlijnen
op een logische manier is
verwerkt.
Docent: Germaine Snijders
Stagegroep: 8
Welke keuzes heb ik hier gemaakt? Toelichting/ onderbouwing van keuzes
(denk hierbij met name kernbegrippen uit (vak-)
specifieke theorie)
Om aan een goede beginsituatie te komen heb ik de klas
en de mentor geobserveerd tijdens de rekenlessen. Tijdens
deze lessen loop ik rond als de leerlingen bezig zijn op hun
snappet of aan het werk zijn aan hun werkboek. Als er
vragen zijn kom ik helpen, zo ben ik er achter gekomen
waar leerlingen moeite mee hebben.
De leerlingen weten hoe ze moeten meten met een liniaal
op een halve centimeter nauwkeurig.
De leerlingen hebben al vaker gewerkt met een
verhoudingstabel. Dit hebben ze al een tijdje niet meer
gedaan en daarom gaan we de voorbeeld opdracht samen
maken en de eerste opdracht uit het werkboek. Dit heeft
Martijn, de leerkracht van groep 8, mij verteld.
In de sociogram zijn vier personen negatiever gekozen dan
de rest van de klas. Ik vind dat iedereen met elkaar moet
kunnen samenwerken, daarom heb ik geen rekening
gehouden met het maken van de groepjes.
Het groepsklimaat is erg goed en daarom verwacht ik hier
ook geen problemen mee.
Ik vind dat iedereen met elkaar moet kunnen
samenwerken en daarom heb ik geen rekening gehouden
met het maken van de groepjes.
Betrokkenheid:
De meesten tot alle leerlingen zullen betrokken zijn tijdens
de les. De klas is altijd stil en luistert aandachtig naar de
uitleg. De leerlingen weten wat ik van ze verwacht en ze
houden zich aan de regels.
Actualiteit:
De rekenles aangesloten op de beleveniswereld van de
leerlingen. Dit is omdat alle leerlingen in Budel wonen en
weten hoe de kerk er uit ziet.
Uit theorie is gebleken dat het belangrijk is om de
beginsituatie van de kinderen te weten, om zo een les te
geven die aansluit op het niveau van de leerlingen. Zo
zitten de leerlingen in hun flow.
Ik heb gekozen voor inhouden van Kerndoel 24. (tule,
2017)De leerlingen leren praktische en formele
rekenwiskundige problemen op te lossen en redeneringen
helder weer te geven. De doelen waar ik ook voor gekozen
heb zijn:
Aan het einde van de les hebben alle leerlingen gewerkt met een

Werk- en
groeperingsvormen zijn
afgestemd op specifieke
kenmerken van de groep n
op specifieke kenmerken
van vakdidactiek.
Werk- en
groeperingsvormen zijn
functioneel ondersteunend
bij het behalen van de
lesdoelen.
Een aanzet tot
samenwerkend leren krijgt
op een logische wijze plek in
het lesontwerp.
verhoudingstabel en kunnen zij dit inzetten bij verschillende
sommen.
De leerlingen kunnen samen werken met een medestudent.
Dit heb ik gedaan omdat deze doelen aansluiten bij de
rekenles die ik wilde gaan geven. Aan de hand van de
voorbeelden die ik ga laten zien in de les, kan ik zien of de
leerlingen inzicht hebben van dit tussen doel.
Groeperingsvormern:
Om het groepsklimaat nog beter te maken, heb ik gekozen voor
deze coperatieve werkvorm. De leerlingen zijn hierdoor bezig
met het sociaal gebied. Dit is omdat ze samen moeten
overleggen wat hun tactiek is.
De leerlingen die negatiever werden gekozen in het
sociogram wil ik meer laten samen werken met
verschillende leerlingen. Dit heb ik als doel gekozen om zo
het groepsklimaat nog beter te maken.
Vakdidactiek:
Tijdens de uitleg van de verhoudingstabel, geef ik hen de
opdracht om in het groepje, waar zij in zitten, in overleg te
gaan om een manier te bedenken hoe zij erachter kunnen
komen hoe hoog de kerk is. Ik laat hierbij de opdracht op
het digibord zien. De leerlingen kunnen het moeilijk vinden
om hier achter te komen. Dit is ook de reden dat zij mogen
overleggen.
Als ondersteuning gebruik ik ProWise op het digibord.
Als ondersteuning van de opdrachten in het werkboek
mogen de leerlingen overleggen in het groepje waar ze
zitten, als ze er niet uitkomen dan kom ik helpen. loop ik
rond zodat als er vragen zijn de leerlingen deze kunnen
stellen.
Zie het vak hierboven.
De leerlingen werken samen in de groepjes waar zij zitten.
Samen moeten zij tot n antwoord komen. Hierdoor moet
iedereen in het groepje zijn of haar mening of strategie
geven. Door hierover te overleggen komen de leerlingen
samen tot n antwoord en kunnen zij vertellen waarom zij
denken dat dit het beste antwoord is.
Via de werkvorm Bordwerk ga ik de leerlingen laten
nakijken.
Ik wijs per tafel n leerling aan. Deze leerling moet het
antwoord zeggen waar hem of haar groepje op gekomen is.
Hierdoor krijg ik als ze het goed hebben vier dezelfde
antwoorden. Als dit niet zo is dan kan ik uitleggen waarom
dit antwoord fout of goed is.
Een aanzet tot ontdekkend
leren krijgt op een logische
wijze plek in het
lesontwerp**
De proces- en
productdoelen worden
expliciet gevalueerd met
de kinderen.
De werkvormen die worden
gehanteerd bij evaluatie
zijn passend bij
vakdidactiek en sluiten aan
op specifieke kenmerken
van de groep.
*bij tenminste 3 lesontwerpen
** bij tenminste 1 lesontwerp
Dit is niet van toepassing.
Ik controleer of de leerlingen op de juiste antwoorden zijn
gekomen met behulp van een verhoudingstabel. Daarna
reflecteer ik op de samenwerking door te vragen hoe de
samenwerking was verlopen en wat er beter kon. Door dit
te vragen kunnen de leerlingen niet alleen zeggen: Het
ging goed. Daarnaast vraag ik ook wat hun tactiek was.
Aan het einde van de les vraag ik de leerlingen wat zij van
de les vonden en of zij nog tips en tops hebben voor mij.
Doordat de leerlingen niet weten wie van hun groepje het
antwoord moet geven, gaan alle leerlingen ervoor zorgen
dat zij dit antwoord kunnen geven uitleggen. De leerlingen
die dit niet snappen krijgen uitleg van de leerlingen die dit
wel snappen. Zo ontstaat er een groter en beter
groepsgevoel.
Door de vraag te stellen hoe de groepjes op de uitkomsten
zijn gekomen van de tweede opdracht, denken de
leerlingen na over hoe zij deze opdracht hebben gemaakt.
Doordat we de antwoorden zeggen als de groepjes klaar
zijn krijgen de groepjes die het goede antwoord hebben
gegeven een groter wij-gevoel.