Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Ontwerpproces Ideationfase Minor KLM

Ideation betekent het genereren van heel veel ideen. Deze ideen helpen om de uitwerking
van je idee te verrijken met goede en verrassende invalshoeken.

Denkhoeden van de Bono


Om je idee verder aan te scherpen is het goed om de Denkhoeden van de Bono een keer
toe te passen op je idee. Dit hebben we in de bijeenkomst gedaan.

Zet hieronder de foto van je aantekeningen of beschrijf je belangrijkste bevindingen


De gele hoed:
Het idee is makkelijk inzetbaar voor iedereen, maar ook de leerkrachten kunnen zelf
makkelijk de kaarten maken. Voor woordenschat maken ze de kaarten al!

De groene hoed:
Niet alleen de ideen die nu benoemd zijn kunnen we met de kaarten doen, maar ook
andere dingen. We kunnen de kinderen sommen laten maken voor elkaar door de Bee-Bot
in te stellen. Het andere kind maakt de som. Daarnaast kunnen de kinderen ook eigen
kaarten maken.

De rode hoed:
Het ziet er leuk uit, maar het moet nog wel gedaan worden.

De witte hoed:
De Bee-Bot helpt de kinderen met het leren van logische denkstappen te zetten.

De zwarte hoed:
Het is belangrijk dat je weet dat de kinderen ook zelf mee aan de slag kunnen en serieus
zodat ze ook iets leren.

De blauwe hoed:
Belangrijk is dat we eerst beginnen bij het een en dan pas doorgaan.

Brainstormsessie
Beleg met een aantal medestudenten een brainstormsessie waarin je jouw idee in een paar
regels bespreekt en vervolgens zoveel mogelijk ideen bedankt voor de uitvoering.

Enkele regels bij brainstormen


1. Stel je oordeel uit!
In een brainstorm spreek je nog niet over goede en slechte ideen.
2. Ga voor de wilde ideen!
Ook al zijn ideen niet reel, haalbaar of een beetje onconventioneel, ze kunnen je
toch helpen om tot nieuwe inzichten te komen.
3. Bouw voort op de ideen van anderen.
Denk niet in ja, maar, maar in ja, en.
4. Blijf gefocust op je onderwerp.
Je brainstorm levert het meeste op als je steeds je probleemstelling of vraag voor ogen
houdt.
5 Praat niet door elkaar.
Elk idee is de moeite om gehoord te worden zodat je hier verder op door kunt bouwen.
6. Visualiseer
Maak kleine schetsjes of teken modelletjes om je ideen te ondersteunen.
7. Ga voor kwantiteit, niet voor kwaliteit.
Bij brainstormen kunnen alle ideen van waarde zijn. Focus dus op zoveel mogelijk
ideen.

Het brainstormproces (divergeren)


1. Wijs een gespreksleider aan die het proces faciliteert. Dit kan de inbrenger van het
vraagstuk zijn.
2. Presenteer je onderwerp kort!

3. Check of iedereen de brainstormregels kent.


4. Zorg dat de materialen beschikbaar zijn. Zorg voor een flap per vraagstuk, geeltjes en
stiften. Moedig mensen aan om ook te tekenen en visualiseren en zorg voor n idee
per geeltje.
5 Even de hersenen opwarmen. Begin met een hele domme brainstormvraag. Bijv.
- Hoe vind je een speld in een hooiberg
- Wat zou je absoluut niet moeten doen op school
- Teken het voertuig waarmee je naar school bent gekomen.
6. Zet je vraagstelling/ probleemstelling in het midden op de flap zodat iedereen deze kan
zien. Laat vervolgens iedereen zijn eigen ideen formuleren en plak ze op de flap.
7. Bewaak de flow van de brainstorm. Als je merkt dat ideen op beginnen te raken kun
je:
- Doorbouwen op ideen die er al zijn
- Omgekeerd brainstormen, wat moeten we absoluut bedenken voor deze
vraagstelling.
- Brainstormen vanuit een superheld. Neem een held superheld voor ogen en bedenk
hoe hij/zij dit probleem op zou lossen.
- herhaal indien nodig de brainstormregels als hier het afnemen van de flow uit voort
komt.

Hieronder zet je een foto van de brainstromsessie


Ideen selecteren (convergeren)
1. Cluster de ideen die bij elkaar horen of op elkaar lijken.
2. Stem op je favoriete ideen. Bekijk de ideen of ideencluster en zet een stip op de
geeltjes waar je graag aan zou willen werken of die je mee wil nemen in je verdere
ontwerp.
3. Beslis in overleg welke ideen je verder uit gaat werken. Ben realistisch en maak het
niet te complex. Kies bijvoorbeeld maximaal drie ideen.
4. Maak eventueel een visualisatie van je idee om inzichtelijk te maken uit welke
onderdelen en stappen deze bestaat.
Verfijn je ideen
Hier maak je nog meer duidelijk wat de waarde van je ontwerpidee is en waar je rekening
mee moet houden in het proces. Dit doe je door de waarde/behoefte van je idee te
beschrijven en de uitdagingen en belemmeringen waar je voor staat. Zet die hieronder
puntsgewijs neer.

Waarde en behoefte Uitdagingen en belemmeringen


- Duidelijkheid en structuur - Opdracht vormen maken
- Voorbeelden - Tijd rovend, is een mening en ligt aan de
- Doelen behendigheid van de leerkracht
- Differentiatie

Levert dit nieuwe inzichten om je eerdere concept of oplossingsrichting verder aan te


scherpen?

Dat ik goed en duidelijk moet maken hoe kinderen hier zelfstandig aan kunnen werken, dat
ik een duidelijk voorbeeld heb en dat ik laat zien aan de leerkrachten dat je aan doelen kunt
werken.

Beschrijf je idee

Naam van je ontwerp:


Schets je idee: Beschrijf je ontwerpidee in n zin of in n beeld.
Ik ga een voorbeeldles geven en maken (kaarten voor een transparante mat) voor het
werken met de Bee-Bot bij de kleuters.

Hoe werk het praktisch?


Ik kijk aan welke doelen gewerkt moeten worden, maak de kaarten en geef een
voorbeeldles. Door deze les kunnen de kinderen zelfstandig aan de slag met de Bee-Bot.

Wie heb je nodig om dit idee te maken en uit te voeren?


De leerkrachten van de onderbouw. Ik ga namelijk in hun klassen ook een lesgeven.
Daarnaast wilde ik de belemmeringen weten zodat ik hierop in kan spelen. Het doel is ook
om hun te inspireren. Daarnaast zijn de kinderen ook belangrijk voor de uitvoering.

Zelf zal ik de les en het materiaal moeten maken.


Wat hoop je te leren door je idee/prototype toe te passen in de praktijk.
Ik hoop te leren dat je makkelijk kunt werken met de Bee-Bot aan verschillende doelen.
Daarnaast het inspireren van andere leerkrachten om dit zelf te gaan doen en te
onderzoeken.

You might also like