Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) K. Mentor P.
Klas PEH16DA Datum 14 maart 2017.
Stageschool De Z. Groep 6.
Plaats B. Aantal leerlingen 26.
Vak- vormingsgebied: Levensbeschouwing en maatschappijleer.
Speelwerkthema/ onderwerp: regels/ afspraken en waarden/ normen.
Kerndoelen: 34: sociaal emotionele ontwikkeling. 37: Samenleven: waarden en normen (Tule, 2006).

Persoonlijke leerdoelen:
Alle leerlingen krijgen gelijke kansen op deelname aan het proces. Leerlingen worden niet afgerekend op hun bijdrage en leerlingen voelen zich serieus genomen.
Mijn pop sluit hierbij aan. Aan het einde van de les hebben de leerlingen samengewerkt. Ik zie niveauverschillen waarop de leerlingen aan deze opdracht werken.
Deze informatie kan ik bij de volgende les gebruiken bij de beginsituatie. Het helpt me ook bij het typeren van de groep en het bijstellen van deze typering. De
beginsituatie is dynamisch.
Competenties: A1, B2, C1 (Fontys, Nd).

Lesdoelen: Evaluatie van de lesdoelen:

Inventariseren welke afspraken/ regels de leerlingen belangrijk vinden en
welke waarden/ normen daarbij horen. De leerlingen ervaren dat deze voor
iedereen anders kunnen zijn. Aanzet tot overdenken van het eigen gedrag
en het gevolg hiervan voor/op het groepsgedrag/groepsproces.
De leerlingen beschrijven tokens/ beloningen voor goed groepsgedrag.
De leerlingen zien een relatie met de verkiezingen (van micro naar macro).
De leerlingen weten de verschillen tussen afspraken en regels. Ze hebben ervaren dat
normen en waarden voor iedereen anders zijn tijdens de coperatieve werkvorm.
De leerlingen weten dat er een vervolg gaat komen op deze les naar aanleiding van de
overdenking van het eigen gedrag.
De leerlingen herkennen de begrippen normen en waarden als thema bij de
verkiezingen.

Beginsituatie: De klas werkt niet altijd serieus. Er wordt gepraat tijdens instructie, leerlingen luisteren niet naar elkaar of naar de leerkracht, lessen worden geboycot
door niet serieus mee te doen en de leerlingen zijn onvoldoende in staat om zichzelf en elkaar te corrigeren. De lesovergang kost te veel tijd.
Als bovenstaande besproken wordt, blijken de leerlingen individueel wel in staat om te reflecteren op hun gedrag. Het lukt ze onvoldoende om dit zelf te corrigeren.
Deze les past bij levo en bij sociaal emotionele ontwikkeling. Dat vak staat iedere dinsdag op de planning.
Alle leerlingen moeten samen kunnen werken. Daarom maak ik geen verdeling op basis van voorkeuren of ontwikkelingsfase. De leerlingen die verder in hun sociaal
emotionele ontwikkeling zijn, leren door uitleg te geven. Leerlingen die minder ver in hun ontwikkeling zijn, leren door modelling. Er zijn een aantal leerlingen waarvan
ik verwacht dat zij minder serieus aan de opdracht zullen werken. Deze leerlingen zal ik extra stimuleren en aanmoedigen (door bijvoorbeeld een beloning in het
verschiet te stellen). Ik heb nog geen levoles gegeven, waardoor ik de beginsituatie niet nader kan specificeren.
Het thema verkiezingen komt bij meerdere vakken aan bod (Nieuwsbegrip bijvoorbeeld), waardoor ik denk dat de leerlingen in staat moeten zijn om begrippen in een
andere context te zien.

Tijd Leerinhoud Didactische handelingen
Leraar
5 min. Begrip Introductie:
afspraak/regel/ Presentatie starten. Zorgen dat er fysiek
norm/ waarde. ruimte is (tafels aan de kant) of als het
mooi weer is gaan we naar buiten.
Hierover eerst afspraken maken.
Kaartjes uitdelen met nummer 1 en 2.
5 min. Begrip pitch. Inleiding:
Bespreken wat de reden is van deze les.
(welbevinden in de klas en de
leeropbrengst). Als je buiten de klas kijkt,
herkennen de leerlingen themas uit de
verkiezingsprogrammas ( Nieuwsbegrip).
De presentatie wordt klassikaal
besproken, zodat de leerlingen de
opdracht begrijpen.
30 min. Coperatief leren Kern:
Binnenste kring/ De activiteiten zijn:
buitenste kring 1. Leerlingen gaan regels en
(Kagan,2001). afspraken verkennen voor de
klas.
2. Binnenste kring/ buitenste kring.
Eerste onderwerp: wat is het
verschil tussen regels/ afspraken
en normen/ waarden (doel is
eenduidigheid over begrippen).
Tweede onderwerp: wat vind jij
voor jezelf een belangrijke regel,
afspraak, norm en waarde.
Derde onderwerp: wat vind jij voor
jezelf en de klas een belangrijke
regel en afspraak.
3. Er wordt een lijst opgesteld over
Lesverloop
Leeractiviteit Materialen/
leergedrag leerling(en) Organisatie
De leerlingen zitten klaar en zijn stil (voor zover mogelijk). Leerling krijgt
Leerlingen ervaren het begrip afspraak Een afspraak kan zijn: we nummer 1 of 2.
kunnen deze les buiten doen als je serieus werkt. Als je gaat
spelen moet je naar binnen.
De leerling stemt toe en dan heb je een afspraak (of niet).
Organisatievormen: Presentatie.
Leerling zit op zijn eigen plaats. De leerling krijgt instructie.
Het begrip pitch wordt uitgelegd.
De leerlingen leren dat je, voordat er een regel is, je deze eerst
moet verkennen en bespreken.
Leerlingen bespreken wat zij denken dat de begrippen betekenen
of wat ze volgens hen moeten betekenen.
2 keer rouleren door een leerling/plaats naar rechts op te schuiven
(buitenste kring), waardoor de leerlingen met andere leerlingen
moeten pitchen.
Beide keren spreekt iedereen maximaal 1 minuut (pitch).
Als de leerlingen zich aan de afspraak serieus werken en
meedoen hebben gehouden, mogen ze 10 minuten buitenspelen.
Bij binnenkomst liggen er 4 vellen papier klaar. Hierop schrijft
 welke afspraken en regels de
individuele leerling terug wil zien
in de klas.
4. Er komt een pot met daarin
beloning (papier met daarop de
gewenste beloning. Als de
leerlingen zich aan de regels en
afspraken houden kan hieruit een
kaartje getrokken worden.
5 min. Slot:
Bespreken wat er met de lijsten gebeurd
en wat het vervolg is van deze les.
Bevragen wat de leerlingen vinden van
deze wijze van werken.
Literatuurlijst:
Zie: Jufjufjufjuf.weebly.com.
iedereen, om de beurt, zijn bijdrage. Er zijn twee plekken ingericht 4 grote vellen
waarop dat kan in verband met de tijdsinvestering. gelinieerd papier
Welke afspraak moet er zijn in de klas en wie zorgt ervoor waarop een
dat men zich hier aan houdt? Bijvoorbeeld: tijdens het voorbeeld staat.
wisselen van de les mogen we heel even kletsen, maar als
de juf klaarstaat, houden we onze mond. We spreken
elkaar hierop aan. Als dit goed lukt, kunnen we een kaartje
verdienen uit de beloningspot.
Welke regel moet er zijn in de klas en wie zorgt ervoor dat
men zich hier aan houdt? Bijvoorbeeld: niet slaan. Als dit
wel gebeurt, praat de juf met de leerlingen over
consequenties, maar zij bepaalt deze. 26 kaartjes.
Iedere leerling krijgt een kaartje, waarop hij zijn wensbeloning (voor
de hele klas) noteert. Dit geldt dan voor iedereen. Bijvoorbeeld 15
min. extra buitenspelen. Op het voetbalveld en in de speeltuin
spelen. 3 keer Just dance. Zelf je plek in de klas kiezen voor een
dag enzovoort.