Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Bijlage 2 Format Toelichting lesontwerp

Student: Michelle Dekker Docent: Mayella Vos


Vakgebied: Taal Stagegroep: Groep 6
Klas: PEH16VD
Welke keuzes heb ik hier gemaakt en waarom? (denk hierbij met name kernbegrippen uit
(vak-) en specifieke theorie)
Kennis over (kinderen in) de Om tot een goede beginsituatie te komen heb ik zowel naar pedagogisch
groep is nadrukkelijk
als didactische zin gekeken. Voor de pedagogische zin heb ik informatie
verwerkt in de omschrijving
van de beginsituatie van de uit het sociogram en de klimaatschaal gehaald. In de klimaatschaal zie je
groep, zowel in terug dat er een fijne sfeer in de klas heerst. De kinderen ervaren de klas
pedagogische zin (gedrag, als een veilige omgeving. Uit het sociogram heb ik vernomen dat er drie
groepsverhoudingen,
kinderen zijn die buiten de groep vallen, omdat zij het meest negatief
groepsdynamiek) als in
didactische zin worden gekozen. De kinderen hebben vaker een les stellen gehad. De
(vakspecifieke kinderen weten hoe ze een verhaal moeten schrijven, maar hebben het
beginsituatie). nog nooit op deze manier gedaan. De kinderen kunnen hun fantasie kwijt
in het verhaal dat ze schrijven.
De lesdoelen zijn De lesdoelen zijn:
afgestemd op de
Aan het einde van de les kunnen de kinderen:
beginsituatie. In de
formulering ervan wordt - Een tekst schrijven met de functie amuseren.
zichtbaar dat kennis van - Een tekst schrijven met weinig spelfouten.
vakdidactiek en leerlijnen - Grammaticale en samengestelde zinnen.
op een logische manier is
- Reflecteren op het doel.
verwerkt.

Dit sluit aan bij meerdere kerndoelen.


Kerndoel 5: de leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven
met verschillende functies, zoals informeren, instrueren, overtuigen of
plezier verschaffen.
Kerndoel 8: de leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het
schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij
besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar
handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur.
Kerndoel 10: de leerlingen leren bij de doelen onder 'mondeling
taalonderwijs' en 'schriftelijk taalonderwijs' strategien te herkennen, te
verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.
Werk- en Ik lees eerst een stuk voor uit een boek wat de kinderen nog niet kennen.
groeperingsvormen zijn
Hierna gaan de kinderen zelfstandig aan de slag met het schrijven van
afgestemd op specifieke
kenmerken van de groep n een verhaal. Als iedereen een verhaal heeft geschreven, gaan we in een
op specifieke kenmerken kring zitten. Ik laat vijf kinderen hun verhaal voorlezen en de rest van de
van vakdidactiek en werk- klas mag hierop reageren. Ik wil dit in een kring doen, omdat iedereen
en groeperingsvormen zijn
elkaar zo kan zien. Het zelfstandig werken sluit aan op de lesdoelen. De
functioneel ondersteunend
bij het behalen van de kinderen gaan zelfstandig een verhaal schrijven, waarbij ze op bepaalden
lesdoelen. onderdelen moeten letten. Maar ze maken er wel een persoonlijk verhaal
van. Hierbij wordt gebruik gemaakt van hun fantasie.
Een aanzet tot Er komen geen coperatieve werkenvormen aan bod tijdens deze les. De
samenwerkend leren krijgt
kinderen mogen wel op elkaars verhaal reageren.
op een logische wijze plek in
het lesontwerp.*

Een aanzet tot ontdekkend n.v.t.


leren krijgt op een logische
wijze plek in het
lesontwerp**

De proces- en Aan het einde van de les evalueer ik eerst de voorgelezen verhalen.
productdoelen worden
Waren de verhalen hetzelfde of totaal anders? Daarna vraag ik of de
expliciet gevalueerd met
de kinderen. kinderen het lastig vonden om een verhaal te schrijven. Aan het einde
evalueer ik de lesdoelen. De lesdoelen zijn aan het begin van de les
benoemd. Ik vraag aan vijf kinderen of het doel is behaald. Als het doel
nog niet behaald is vraag ik aan het kind: Wat word je leerdoel voor de
volgende keer?
De werkvormen die worden Ik bespreek met de kinderen verhalen die zijn voorgelezen. Wat is
gehanteerd bij evaluatie
hetzelfde en wat is anders? Hoe hebben de kinderen het ervaren. Waar
zijn passend bij
vakdidactiek en sluiten aan liepen ze tegenaan. Dit gebeurt in een kring, zodat de kinderen elkaar
op specifieke kenmerken kunnen zien en elkaar kunnen aanvullen. De kinderen beoordelen hun
van de groep. eigen werk, maar ook dat van de anderen.
*bij tenminste 3 lesontwerpen
** bij tenminste 1 lesontwerp

Tomesen, M. (EN), Koeven, E. van, Taalgroep Nederlandse taal PO (SLO). (2009).


Kerndoel 5, groep 5 en 6. Geraadpleegd op 8 april 2017, van
http://tule.slo.nl/Nederlands/F-L05.html

Tomesen, M. (EN), Koeven, E. van, Taalgroep Nederlandse taal PO (SLO). (2009).


Kerndoel 8, groep 5 en 6. Geraadpleegd op 8 april 2017, van
http://tule.slo.nl/Nederlands/F-L08.html

Tomesen, M. (EN), Koeven, E. van, Taalgroep Nederlandse taal PO (SLO). (2009).


Kerndoel 10, groep 5 en 6. Geraadpleegd op 8 april 2017, van
http://tule.slo.nl/Nederlands/F-L10.html

You might also like