Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 2

Persoonlijke reflectie Levo: waarden en normen en afspraken en regels.

Datum:14 maart 2017.


Procesevaluatie:
Na de grote pauze is de aandacht van de leerlingen vaak minder goed dan in de ochtend. Dat betekent lang wachten voor de leerlingen stil
zijn en ik kan starten met de intro. Dat vind ik lastig, want ik weet dat de leerlingen het leuk vinden om nog even buiten te spelen na de les,
maar dat kan alleen als de les binnen de lestijd is afgerond.
De instructie verliep chaotisch. De leerlingen leken niet te luisteren, maar bij navragen hebben ze de instructie wel gehoord en de
presentatie gelezen. Ze kunnen de opdracht goed verwoorden.
Daarnaast werden we tijdens de instructie gestoord door twee leerkrachten die de pestbus en de vertrouwenspersoon kwamen
voorstellen. Dit onderwerp sluit aan bij het onderwerp van deze les, maar voor de leerlingen is het een gelegenheid tot kletsen.
De didactische werkvormen waren: klassikale instructie, coperatief leren binnenste kring, buitenste kring en klassikale reflectie/ afsluiting.
Ik besloot de les buiten te geven. Het vormen van de kringen bleek al heel lastig. P. hielp de leerlingen in een kring. De concentratie en
inzet/betrokkenheid waren laag bij de leerlingen.
De meisjes hadden al meteen na de kring al in de gaten dat de werkvorm niet goed werd uitgevoerd. Er werd misbruik gemaakt van de
situatie. De meeste jongens waren namelijk gaan spelen in plaats van de opdracht uit te voeren. Zodra er een jongen wat anders gaat doen
is het voor alle anderen bekeken, zij volgen het voorbeeld.
De meisjes maken de oefening af en vragen daarna of ze mogen spelen. Ze vragen ook hoe lang ze mogen spelen (er was een kwartier
toegezegd mits de oefening serieus verliep). Als antwoord hebben ze niet meer nodig dan: kijk eens om je heen, wat zou jij nu beslissen?.
Ze zien jongens overal spelen en meisjes die bij elkaar staan in afwachting van het antwoord van P.
I., terwijl ze rondkijkt: oh, ik zie het al, we kunnen net zo goed meteen naar binnen gaan. Jammer.
Volgende keer, als ik merk dat er weer een verschil is tussen de jongens en meisjes wat betreft het proces/inzet, dan zal ik de meisjes
bevoordelen. Hopelijk werkt dit stimulerend voor de jongens (dat wil ik ook) en voor de meisjes (als ik me inzet, levert dat wat op).
Bij de evaluatie geven leerlingen aan dat niet iedereen serieus gewerkt heeft. Als ik vraag hoe dat komt, stellen ze voor om andere vragen
te stellen (de opdracht is dezelfde vragen bespreken met een andere leerling). Ze zijn enthousiast over het idee om zelf de regels en
afspraken te maken en ook de beloningspot spreekt aan. Het invullen van de lijsten met afspraken, regels en beloningen verloopt dan ook
goed. Als alle leerlingen de lijsten hebben ingevuld, kunnen ze samengevat worden en besproken worden.
Daarna wil ik de leerlingen vragen hoe ze de samenvatting in de klas willen presenteren. In overleg met mijn mentor vraag ik drie leerlingen
die serieus gewerkt hebben om een product te maken van deze samenvattingen. Zij kiezen ieder een jongen en nog en andere leerling om
hen te helpen een product te maken en te presenteren voor de klas.
Productevaluatie:
De leerlingen hebben een start gemaakt met het nadenken over afspraken en regels in de klas. Ze hebben nagedacht over regels in
de klas, thuis en in het land en ze vormen een mening over het belang hiervan.
Nog niet alle leerlingen hebben de lijsten met belangrijke regels, afspraken en beloningen in gevuld.
Conclusies:
Ik heb onvoldoende rekening gehouden met de verschillen tussen leerstijlen van jongens en meisjes. De gekozen coperatieve werkvorm
kan ik duidelijker maken door bijvoorbeeld kruisjes op het schoolplein te zetten waar de leerlingen moeten staan. De opdracht om twee
kringen, een binnenste kring en een buitenste kring, te maken bleek te abstract. Niet alle leerlingen hebben even serieus gewerkt aan de
opdracht. Het nut van de opdracht werd door alle leerlingen onderschreven.
Ik wil graag minder gemaakt voor de klas staan. Ik bemerk spanning als ik les moet geven. Ik ga hieraan werken door veel te oefenen met
lesgeven (veel lessen en diverse vakken).
Feedback mentor (inclusief handtekening)
Datum: maart 2017.

Wat betreft je reflecties:


Het is prima om een stopwatch te gebruiken. Als dat een manier is die jij fijn vindt, dan is dat prima! Misschien dat je hier zelfs een
spelvorm van kan makken (wie wint: de kinderen of de juf?). Probeer gewoon verschillende manieren uit, want daardoor ga je
merken je wat er wel en niet bij je past. Ik heb ook veel verschillende manieren geprobeerd en per klas kan het ook nog
verschillen.

Ik ga je helpen bij het stukje orde en structuur. Zullen we het hier dinsdag verder over hebben?

Feed forward
Je lesvoorbereiding ziet er netjes uit. Ik weet niet of alle kinderen een relatie zien met de verkiezingen. Ze zijn hier de afgelopen
week wel mee bezig geweest door de teksten en opdrachten van Nieuwsbegrip. Misschien dat je ze hier nog wel bij moet helpen.
Het is wel belangrijk om het verschil tussen afspraken/regels en waarden/normen te bespreken. In je lesvoorbereiding staat: de
leerlingen zitten klaar en zijn stil (voor zover mogelijk). Als ze van jou stil moeten zijn, dan moeten ze stil zijn.

Het volgende stukje begrijp ik niet helemaal:


Leerlingen ervaren het begrip 'afspraak': als je liever buiten staat dan zit in de klas dan kan dat. Maar alleen als je serieus
meedoet. De leerling stemt toe (of niet) en dan heb je een afspraak (of niet).

You might also like