Overdenking:

Inleiding:
Mijn naam is Boy Thissen en dit half jaar ga ik stage lopen in groep 8 van BS De
Schatkist.
Ik heb de groep en mijn mentor geobserveerd. Dit heb ik gedaan door te kijken
naar de manier waarop mijn mentor omgaat met de leerlingen en hoe de
leerlingen met elkaar omgaan. Met mijn mentor heb ik hierover een gesprek
gehad. Verder heb ik een klimaatschaal en een sociogram afgenomen. Hierdoor
ben ik tot een typering gekomen.
Met behulp van deze typering maak ik mijn lesdoelen en maak ik keuzes in de
werkvormen die ik gebruik.

Conclusies typering:
In de afgelopen drie weken heb ik een typering gemaakt van groep 8. Deze groep
is erg spontaan en de kinderen in de klas durven zich kwetsbaar op te stellen.
Bij de typering kwam naar voren, dat het groepsklimaat goed is. Dit vinden de
leerlingen zelf ook. Dit kwam naar voren in de klimaatschaal die is uitgevoerd in
de klas. De leerlingen hebben alles met een 3 of een 4 beantwoord (dit is op een
vierpuntschaal gebaseerd). Hierdoor vind ik het moeilijk om een doel te
bedenken om het klimaat in de klas te verbeteren.
Drie leerlingen in de klas hebben dyslexie. Hier moet ik rekening mee houden
met de lessen waarin de leerlingen veel moeten lezen en schrijven.
In het sociogram werd duidelijk dat Y., J., J. en S. vaak negatief worden gekozen
op sfeer in de klas en op kwaliteit onderlinge leerlingenrelaties. Dit is fijn om te
weten, zodat ik hiermee aan het werk kan gaan om ervoor te zorgen dat dit
verbeterd wordt.

Doelen:
Personen die vaak negatief zijn gekozen, probeer ik op een positievere manier
naar voren te laten komen. Dit ga ik doen door de leerlingen meer samen te laten
werken. Op deze manier wil ik het groepsklimaat verbeteren.
Mr. Toshiro Kanamori zegt: Als er n iemand ongelukkig is, is niemand
gelukkig. Dit komt uit de bekroonde documentaire Children full of life. (Youtube,
2012)

Mijn doel is dat de leerlingen elkaar beter leren kennen en meer over het
verleden van elkaar te weten komen. Misschien is er wel een reden dat een van
de vier leerlingen negatiever gekozen wordt. Hier is mijn doel om de leerlingen
meer over zichzelf te laten vertellen. Hierdoor komen de medeleerlingen meer te
weten over de manier waarop klasgenoten in elkaar zitten en wat ze hebben
meegemaakt.
Ik heb voor deze doelen gekozen, omdat deze goed te combineren zijn. Tevens
vind ik dat vertouwen en veiligheid in de klas belangrijk is. Gielis splitst veiligheid
op in drie basisbehoeften: erbij horen, invloed hebben en persoonlijk contact
(Zeeuw-Jans, 2013). Dit wil ik ze ook meegeven in mijn lessen.

Hoe wil ik mijn doelen bereiken:

Dit wil ik bereiken door een les te geven waarbij de leerlingen een voorwerp
meenemen dat invloed heeft gehad op het tot stand komen van hun identiteit.
Over het voorwerp mogen de leerlingen dan iets vertellen wat de andere
leerlingen nog niet van ze weten.

De leerlingen die negatief werden gekozen in het sociogram, wil ik laten

samenwerken met verschillende leerlingen in de klas. Door dit te doen, hoop ik
dat de andere leerlingen dit als prettig ervaren en de leerlingen die negatiever
werden gekozen, in de toekomst vaker worden gekozen voor een
samenwerkingsopdracht. Zo wordt het groepsklimaat in de klas nog beter.
Volgens het boek Ontwikkeling in de groep houdt een positief groepsklimaat in:
Iedereen voelt zich veilig in de groep.
De groepsleden hebben respect voor elkaar.
De groepsleden communiceren positief met elkaar.
Iedereen werkt samen en helpt elkaar. (Zeeuw-Jans, 2013)

Werkvorm:
Werk-in-tweetallen: (Werkvormen coperatief leren, 2006)
Ik vind dat de leerlingen met iedereen moeten kunnen samenwerken.
Daarom ga ik deze werkvorm vaak inzetten. Door deze werkvorm werken
ze elke keer met een andere leerling.
Deze coperatieve werkvorm doet een beroep op de volgende sociale
vaardigheden:
- Met elkaar overleggen.
- Het bereiken van onderlinge overeenstemming.
- Elkaar de tijd geven een opdracht uit te voeren.
- Elkaar aanmoedigen.
- Elkaar feedback te geven.
- Hulp vragen aan elkaar.
- Hulp geven aan elkaar.

Rotonde: (Werkvormen coperatief leren, 2006)

Bij deze werkvorm kom iedere leerling aan de beurt. Door niemand over te
slaan voelen de leerlingen zich gelijk.
Ik heb voor deze werkvorm gekozen, omdat de leerlingen hierdoor actief
bezig moeten zijn en moeten luisteren naar wat de andere leerlingen
vertellen of opschrijven.

Bordwerk: (Werkvormen coperatief leren, 2006)

Dit vindt na het overleggen plaats. Er worden groepjes gemaakt van vier
leerlingen. Elk kind krijgt een nummer (1 t/m 4). Na overleg over een
probleem, som of opdracht wordt er door de leerkracht een nummer
geroepen. Alle nummers 4, kom maar naar voren. Zij schrijven hun
antwoord op het bord. Hierna worden de antwoorden besproken. De
leerlingen zijn actief bezig. Zij weten namelijk niet welk nummer de
leerkracht zal opnoemen.
 Ik heb voor deze werkvorm gekozen, zodat de leerlingen in het groepje
samen moeten werken en om er voor te zorgen dat iedereen opletten.

Door samen te werken, leren de leerlingen in een groep elkaar beter kennen. Er
ontstaat een klimaat in de klas waarin leerlingen elkaar waarderen, begrip voor
elkaar hebben en bereid zijn elkaar te helpen.
(https://www.leraar24.nl/cooperatief-leren/, 2009)

Bibliografie
https://www.leraar24.nl/cooperatief-leren/. (2009, september 8). Opgeroepen op
april 8, 2017, van https://www.leraar24.nl: https://www.leraar24.nl/cooperatief-
leren/

Werkvormen coperatief leren. (2006, juli). Opgeroepen op maart 2, 2017, van

saxion.nl:
https://connect.fontys.nl/instituten/fhke/Opleidingen/Pabo/Propedeuse/LAGroep/Lo
catieEHV/_layouts/15/WopiFrame.aspx?
sourcedoc=/instituten/fhke/Opleidingen/Pabo/Propedeuse/LAGroep/LocatieEHV/Do
cuments/Domein%20PPO/Leertaak%20cooperatief%20leren/Werkvormen_

Youtube. (2012, april 3). https://www.youtube.com/watch?v=1tLB1lU-H0M.

Opgeroepen op 4 6, 2017, van www.youtube.com:
https://www.youtube.com/watch?v=1tLB1lU-H0M

Zeeuw-Jans, M. L. (2013). ontwikkeling in de groep. Bussum: Coutinho.