VERSIE 2

In deze versie heb ik de feedback van de domeinexpert verwerkt met de kleur groen. Verder heb ik ook feedback van een
medestudent gekregen op deze les. Deze feedback heb ik verwerkt met de kleur rood.

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Helma van de Ven Mentor Moniek Steenbakkers

Klas PEH16VA Datum 16 maart 2017
Stageschool De Hobbendonken Groep 5
Plaats Boxtel Aantal lln 29
Vak- vormingsgebied: rekenen
Speelwerkthema / onderwerp: meetkunde blokkenbouwsel (hoogtegetallen)

Persoonlijk leerdoel:
- Ik kan de kinderen de coperatieve werkvorm imiteer aanleren en laten toepassen.
- Ik kan de kinderen zelfstandig aan het werk zetten en hierbij overzicht houden tijdens het werken.

Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:

Bij het vaststellen van het lesdoel, heb ik kerndoel 32 gebruikt. Kerndoel 32:
De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.

De tussendoelen, die ik hierbij heb gesteld zijn:

- Productdoel. Aan het einde van de les kunnen de kinderen een
blokkenbouwsel bouwen aan de hand van bepaalde eisen en
daarbij de plattegrond maken met hoogtegetallen.
- Procesdoel. Aan het einde van de les kunnen de kinderen de
coperatieve werkvorm imiteer toepassen (in deze les).
- Tijdens de inleiding maakt een kind van een tweetal een blokkenbouwsel op een
plattegrond, dit kind vertelt aan het andere kind door middel van hoogtegetallen
en de plaats hoe het blokkenbouwsel eruitziet. Het andere kind bouwt dit na.
Tijdens deze werkvorm loop ik rond om te kijken en te luisteren hoe dit gaat.
- De kinderen maken de opdrachten in het werkboek en ik kijk deze opdrachten
na, na de les. De kinderen krijgen het werkboek de volgende dag terug en
kunnen dan zien hoe ze de opdrachten hebben gemaakt.
- Tijdens het uitvoeren van de coperatieve werkvorm imiteer loop ik door de klas
heen. Ik observeer hoe de werkvorm wordt uitgevoerd door de kinderen.

Beginsituatie:
Deze klas bestaat uit 29 kinderen. Hiervan zijn er 14 kinderen een meisje en 15 kinderen een jongen. De kinderen zitten sinds groep 3 bij elkaar in de klas, daardoor
kennen ze elkaar al. De kinderen zoeken meestal hun vertrouwde klasgenoten op, dit heb ik beschreven in mijn typering. In mijn overdenking heb ik hier een doel voor
geschreven. Op dit moment zitten de kinderen in rijtjes in de klas. Tijdens deze les zullen de kinderen in tweetallen samenwerken tijdens de inleiding.

De kinderen zijn niet gewend dat ze bij rekenen samenwerken. Verder kennen ze ook deze coperatieve werkvorm nog niet. Ze maken tijdens andere lessen weleens
gebruik van coperatieve werkvormen.

De kinderen maken voor rekenen gebruik van de methode: Pluspunt. Een aantal weken geleden is de school begonnen met het gebruik van snappet. De kinderen
hebben een dag van tevoren uitleg gehad over dit onderwerp. In deze les staat de verwerking van deze stof centraal in het werkboek. Verder hebben de kinderen alle
voorgaande blokken van de methode Pluspunt gehad. Hierbij hebben ze alles in de boeken en werkboeken gedaan. Tot een aantal weken geleden, ze maken nu nog
enkele bladzijdes uit de werkboeken, maar voor de rest maken ze de opdrachten op Snappet. Maar hierbij gebruiken ze nog steeds Pluspunt.
 Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
Inleiding Inleiding en Ik vertel de kinderen wat we tijdens De kinderen luisteren naar mijn uitleg. De kinderen Blokjes
+/- 15 min uitproberen. deze les gaan doen. Hierbij benoem ik worden zich bewust van de doelen die tijdens deze Plattegrond om op te
ook de lesdoelen en de regels. les aan de orde komen. bouwen

Ik leg uit wat we tijdens de inleiding De kinderen luisteren naar de uitleg.

gaan doen. Een kind van een tweetal
maakt een blokkenbouwsel en het
andere kind maakt het na door middel
van aanwijzingen.

De kinderen gaan met de werkvorm De kinderen luisteren naar de stappen, doen mee
imiteer aan de slag. Ik zal deze met het voorbeeld en geven aan als ze het nog niet
werkvorm eerst uitleggen door de begrijpen.
stappen te benoemen. Vervolgens
door het met een aantal kinderen voor
te doen. Tot slot controleer ik of
iedereen het heeft begrepen.

Ik maak tweetallen en deel de blokjes
uit. De kinderen kunnen aan de slag
gaan met de opdracht. Ik zet een
timer op 10 minuten, wanneer de
timer is afgelopen stoppen we met
deze opdracht.
De kinderen gaan in tweetallen zitten en gaan aan
de slag met de opdracht. Door deze inleiding maken
de kinderen kennis met het onderwerp. Hierbij
gebruiken ze concreet materiaal.

Ik vraag de kinderen om alle tafels en De kinderen zetten de tafels en stoelen terug op de

stoelen weer goed te zetten.
Vervolgens bespreek ik de werkvorm
en de uitvoering met de kinderen. Ik
vraag naar de verschillende
strategien.
goede plek. De kinderen zijn betrokken bij het
bespreken van de werkvorm. Hierdoor bespreken
de kinderen verschillende strategien met elkaar.
Kern Zelfstandig Ik vertel de kinderen welke
+/- 15 min werken en opdrachten ze moeten gaan maken.
zachtjes Ik bespreek kort de opdrachten met
overleggen. de kinderen. Ze maken de opdrachten
zelfstandig, maar ze mogen zachtjes
overleggen. Hiervoor zet ik het
stoplicht op oranje. Wanneer de
kinderen er samen niet uitkomen,
leggen ze hun rondje neer. Wanneer
ik de kinderen help bij een vraag, kijk
ik eerst naar wat de kinderen niet
begrijpen. Dan ga ik per stap het kind
helpen naar het antwoord. Ik vertel de
kinderen dat ze op snappet mogen
gaan werken als ze klaar zijn met de
opdrachten.
Slot Evaluatie. Ik bouw een blokkenbouwsel op de
+/- 5 min instructietafel en vraag aan de
kinderen welke hoogtegetallen dit
blokkenbouwsel heeft. Hiervoor vraag
ik elke keer een kind naar voren. Dit
kind mag een hoogtegetal vertellen en
aanwijzen.
Ik bespreek de lesdoelen met de
kinderen.
Ik vraag de kinderen om hun
werkboek open in te leveren. Ik kijk de
opdrachten in het werkboek na.
De kinderen gaan aan de slag met de opdrachten in Handleiding rekenen
het werkboek. De kinderen overleggen zachtjes Werkboeken
wanneer dit nodig is. Ze leggen hun rondje neer om Snappet
hulp van de juf te krijgen, wanneer ze er niet
uitkomen. De kinderen zijn nu op een hoger niveau
met het onderwerp bezig.
De kinderen maken de opdrachten in het werkboek
af. Daarna beginnen ze aan de les op snappet. Op
snappet zijn de kinderen ook bezig met rekenen.
De kinderen kijken goed naar het blokkenbouwsel. Blokjes
Elke keer komt er een kind naar voren om van Handleiding rekenen
dichtbij te bekijken wat het hoogtegetal is. Hierdoor Werkboeken
laten de kinderen zien dat ze de stof hebben
begrepen.
De kinderen denken na over de lesdoelen en we
praten over deze doelen
De kinderen leveren hun werkboek open in. De
kinderen gaan verder met de volgende les.
Persoonlijke reflectie
Eerder heb ik een les geschiedenis gegeven, waarin de werkvorm niet duidelijk werd. Bij deze les maakte ik ook gebruik van een nieuwe werkvorm,
daarom heb ik er nu voor gekozen om de werkvorm door twee kinderen voor te laten doen. De kinderen begrepen de werkvorm nu sneller en het gaf
minder onrust. Dit betekent dat ik mijn persoonlijk leerdoel heb gehaald. Helaas gaf het uitdelen van de blokjes wel onrust, omdat ik deze nog moest
tellen en uitdelen per kind. De volgende keer wil ik zorgen dat de blokjes al klaarliggen of dat een kind uit de klas mij kan helpen met uitdelen. Tijdens
het uitvoeren van de opdracht met de blokjes zijn de kinderen geconcentreerd bezig. Ik heb tijdens de opdracht rondgelopen in de klas, om te kijken hoe
het ging bij iedereen. Na deze opdracht zetten de kinderen hun tafels weer goed neer en gaan we verder met het werkboek. Ik leg kort de opdrachten
uit het werkboek uit. Wanneer de kinderen aan de slag gaan met de opdrachten, loop ik rond in de klas en help ik de kinderen waar nodig. Op het
moment dat ik zag dat er al wat kinderen klaar zijn met de opdrachten in het werkboek, ga ik de tablets uitdelen. Dit is het moment dat mijn persoonlijk
leerdoel aan de orde kwam. Hierbij helpt een kind mij. Het uitdelen van de tablets verloopt rustig. De kinderen in de klas zijn nog bezig met de
opdrachten in hun werkboek, leveren hun werkboek in of zijn even aan hun taakbrief aan het werken. Dit doen de kinderen goed, want ze wachten op
hun tablet. Ik heb dit ook benoemd. Wanneer alle kinderen bezig zijn met de opdrachten op hun tablets, wordt het onrustiger. Ik benoem dit, maar moet
hier wel consequenter en duidelijker in zijn. Ik heb de les op tijd afgesloten en de tablets opgeruimd.

Feedback mentor (inclusief handtekening)

Datum: 16-03-2017
Een goede start van de les door de aandacht van de kinderen te trekken en aan te geven dat de werkboeken nog even dicht op tafel mogen blijven
liggen. Je uitleg maak je duidelijk door kinderen voor in de klas het voor te laten doen, super! Je geeft de kinderen goed de gelegenheid om vragen te
stellen, je beantwoordt de vraag van S. goed. De kinderen krijgen een duidelijk tijdspad doordat je vertelt over de timer die je gaat gebruiken. Het maken
van tweetallen is ook zo geregeld. Het wordt rumoerig wanneer de kinderen in tweetallen zijn gaan zitten. Je benoemt prima wie er al goed stil zitten. Dit
doe je n keer waardoor veel kinderen het niet hebben gehoord. Denk goed na, wilde je het stil hebben? Je begint met het uitdelen van de blokjes, het
blijft rumoerig maar dit is voor niemand storend. Een volgende keer kan je de weekbeurt vragen om te helpen met het uitdelen van de blokjes, de
kinderen hebben dan eerder de blokjes en kunnen dan eerder aan de slag. Er wordt hard gewerkt, de kinderen hebben er ook plezier in. Als de timer
om is, zitten de kinderen weer snel op hun eigen plek en klaar om verder te gaan met hun werkboek. Tijdens je uitleg van het werkboek is G. zijn punt
aan het aanslijpen. Stuur hem terug naar zijn plek en geef hem aan dat hij tijdens de uitleg op zijn plek moet blijven zitten, hij kent deze regel heel goed.
Prima uitleg van de opdrachten, goed dat je meer aandacht besteed aan opdracht 1 en minder tijd besteed aan opdracht 2 en 3. Tijdens het werken
wordt er hard gewerkt en loop je goed rond om de kinderen te helpen. Je laat G. meehelpen met het uitdelen van de tablets, prima! Je benoemt dan
goed dat sommige kinderen hun taakbrief hebben gepakt toen ze nog niet hun tablet hadden, dit benoem je positief. Je helpt J. goed en zet zijn
persoonlijke timer aan. Hij heeft zijn werk op tijd af. Je voelt goed aan dat het te rumoerig wordt, je zegt hier iets van. Het wordt dan stil maar al snel
gaan de meeste kinderen weer kletsen. Probeer de stilte vast te houden door dit wat krachtiger aan te geven dat je dit wil en blijf positief benoemen wie
wel stil en hard werkt. Je houdt de tijd goed in de gaten en je laat de kinderen op tijd hun tablet inleveren.

Moniek Steenbakkers