Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Robin Schellekens Mentor Helge Schepens

Klas PEH16VC Datum 7
Stageschool Eerschot Groep 27
Plaats St. Oedenrode Aantal lln
Vak- vormingsgebied: rekenen
Speelwerkthema / onderwerp: meten/meetkunde
Persoonlijk leerdoel: .
- Ik ga deze periode werken aan het pedagogisch klimaat in de klas. Dit ga ik doen door op een consequente manier om te gaan met het ongewenste
gedrag van de kinderen. Ik ga dit realiseren aan de hand van een formulier, dit heb ik bij opmerking toegelicht.
Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:
- Van de kinderen die samen met mij hebben gewerkt, weet ik hoe ze het hebben
Kerndoel 32 gedaan.
De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen - Aan de kinderen die niet samen met mij hebben gewerkt vraag ik klassikaal of ze
op te lossen. hun werk hebben nagekeken. En hoe ze het hebben gemaakt, ik vraag naar het
aantal fouten.
- Aan het einde van de les begrijpen de kinderen hoe ze meters
omzetten in centimeters en andersom.
- De kinderen weten aan het eind van de les hoe ze aanzichten van
gebouwen moeten tekenen. Dit leren ze aan de hand van de twee
bladzijden uit hun werkboekje.
- De kinderen hebben aan het eind van de les met elkaar gezorgd
voor duidelijkheid. Ze helpen elkaar door het aan elkaar uit te
leggen wanneer ze iets niet begrijpen.
Beginsituatie:
- De kinderen in mijn klas zitten allemaal in de leeftijdscategorie van 10/11 jaar. In deze klas zit een meisje wat een jaar langer heeft gekleuterd en een jongen
die groep 5 twee keer heeft gedaan. Dit had, in beide gevallen, geen betrekking op n specifiek vak maar dit was omdat wanneer ze wel over waren gegaan,
er een te grote achterstand zou ontstaan. In de klas zitten twee kinderen met dyslexie en vijf kinderen die naar MIND gaan. MIND is een werkgroepje voor
kinderen die extra uitdaging aankunnen. In de klas wordt gewerkt met 1, 2 en 3 ster kinderen, hier zijn de 3 ster kinderen sterker in de desbetreffende vakken
en de 1 ster kinderen minder sterk (hierbij wordt uitgegaan van het gemiddelde). Naar aanleiding van deze sterren wordt er in instructiegroepjes gewerkt. Dit
geldt voor de vakken: technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. Voor spelling heeft H. ook nog een ander formulier, wat zij zelf maakt per
gemaakte toets.
Uit een gesprek met H. over deze klas bleek dat ik bij een groepje van 5 kinderen de touwtjes strak in handen moet nemen om te voorkomen dat er problemen
ontstaan. Dit heeft ze van tevoren gemeld omdat er in het verleden problemen waren met dit groepje tegenover niet-vaste leerkrachten. Omdat ik een niet-
vaste leerkracht ben, zou dit dus fout kunnen gaan.
- De meeste kinderen uit de klas hebben het omrekenen van eenheden al redelijk onder de knie. Wel maken ze gebruik van een eenheden kaart.
- Natuurlijk hebben de kinderen al eerder met blokken gewerkt, maar nu gaan ze aan de hand van de blokken op papier de aanzichten van een gebouw
tekenen.

Tijd Leerinhoud Didactische handelingen
Leraar
+/- 5 min Opdracht 1 - Iedereen, met uitzondering van de 3
ster kinderen, doet klassikaal mee met
opdracht 1. We zoeken met de klas een
oplossing om achter het antwoord te
komen.
Uitleg van - Met blokken van de kleuters leg ik uit
de nieuwe hoe de kinderen de aanzichten van de
stof gebouwen kunnen zien.
- Ook maak ik gebruik van de blokken
om de kinderen inzicht te geven in hoe
ze een plattegrond kunnen tekenen.
Lesverloop
Leeractiviteit Materialen / Organisatie
leergedrag leerling(en)
- De 1+2 ster kinderen doen mee met opdracht 1 en Digibord
de uitleg van de rest van de werkbladen. Ze stellen
vragen wanneer ze dingen niet begrijpen.
- De kinderen gaan met de blokken die ze van mij blokken
hebben gekregen aan de slag. Ze bouwen het
gebouw in hun boek na en gaan met het groepje
bespreken wat ze aan elke kant zien. Ze mogen om
het bouwwerk heen lopen om eens goed te bekijken
hoe alle kanten eruit zien.
- Omdat ze nu de gebouwen hebben nagebouwd en
bekeken, kunnen ze makkelijker een plattegrond en
zijaanzichten tekenen. Vooral voor de zwakkere
rekenaars is dit een fijn hulpmiddel. Door concreet
materiaal te gebruiken, wordt het voor de kinderen
makkelijker om te begrijpen hoe dit soort dingen in
elkaar zit.
Zelfstandig - Ik ga aan de slag met de 1 ster - De kinderen gaan vanaf dit moment zelf aan de
werken kinderen omdat deze kinderen moeite slag, behalve de 1 ster kinderen, die gaan samen
hebben met rekenen. met mij aan de slag.
- Ik ga met deze kinderen aan de - De kinderen komen bij mij aan de instructie tafel
instructie tafel zitten en maak samen zitten en maken onder mijn begeleiding de
met hen de opdrachten van de werkbladen die ze moeten maken. Dit is voor hen
werkbladen. prettig omdat ze, wanneer ze het niet begrijpen,
- Omdat de kinderen al vaker met meten extra uitleg krijgen waardoor ze het daarna zelf
en meetkunde aan de slag zijn kunnen maken.
geweest, is de kans klein dat ze het
helemaal niet begrijpen. Ik laat hen
daarom grotendeels los. Ik stel alleen
vragen als: waar beginnen we mee?
Waarom beginnen we met het bouwen
van het bouwwerk? Is dit handig om te
doen voordat je gaat tekenen? Waarom
is dit handig? Waarom zie je bij een
zijaanzicht niet hoeveel blokjes er
achter de andere blokjes zitten?
- De kinderen zitten aan de instructietafel
omdat ze extra begeleiding/hulp nodig
hebben op dit vakgebied. Die bied ik
door met hen samen de opdrachten te
doorlopen. Wanneer ik merk dat een
van de kinderen in dit groepje het goed
begrijpt en zelfstandig verder zou
kunnen, zeg ik dat en mogen ze naar
hun eigen plek.
Opmerking Wanneer de kinderen ongewenst gedrag
vertonen waarschuw ik ze n keer. Is het dan
nog steeds niet over, dan is daar een
consequentie aan verbonden.

Consequentie:
- Ik geef n officile waarschuwing
- Wanneer iemand nogmaals het gedrag
vertoont, schrijf ik de naam van dat kind
op het bord en moeten ze na school
een formulier invullen over: wat ze
hebben gedaan, waarom ze het gedrag
vertonen, vinden ik en de anderen het
leuk, wat ga je eraan doen?
- Is het gedrag dan nog steeds niet goed,
dan moet dat kind strafregels schrijven.
Maar ik ga er niet vanuit dat ik dit moet
toepassen.

Dit doe ik omdat ik van de kinderen uit deze

klas weet dat ik in het begin de touwtjes strak in
handen moet houden.
Persoonlijke reflectie
Het was een interessante les om te geven, de tweede echte les aan de kinderen van groep 7. Dit vond ik best spannend. Ik ben blij dat ze
zo goed mee hebben gedaan en rustig naar mij hebben geluisterd. Uit de feedback die ik heb gekregen van Helge bleek dat ze het echt erg
leuk vindt dat ik zelf blokken meenam om mijn les te verduidelijken. Ook het feit dat ze met het groepje mochten overleggen hoe en
waarom dingen zo werken, vond ze goed.
Dingen waar ik aan moet werken:
- Tijdsplanning in de gaten houden.
- Het zelfstandig werken mag rustiger.
- Ik moet beter met de kinderen de les reflecteren.

Feedback mentor (inclusief handtekening)

Datum:
- Probeer vraag antwoord zoveel mogelijk te vermijden. Kom eerst zelf met een sterk voorbeeld en uitleg, dan de kinderen.
- Opdracht 2: eerst blokken, leuk! Leuk dat je vraagt: waarom heb je blokken gekregen? Dit stimuleert het denken. Ook goed dat ze
boven het gebouw mochten hangen, echt ervaren. Tip: alle kinderen activeren en zelfstandig werken mocht rustiger.
Student: Robin Schellekens
Vakgebied:
Klas: PEH16VC
Kennis over (kinderen in) de
groep is nadrukkelijk
verwerkt in de omschrijving
van de beginsituatie van de
groep, zowel in
pedagogische zin (gedrag,
groepsverhoudingen,
groepsdynamiek) als in
didactische zin
(vakspecifieke
beginsituatie).
De lesdoelen zijn
afgestemd op de
beginsituatie. In de
formulering ervan wordt
zichtbaar dat kennis van
vakdidactiek en leerlijnen
op een logische manier is
verwerkt.
Werk- en
groeperingsvormen zijn
afgestemd op specifieke
kenmerken van de groep n
op specifieke kenmerken
van vakdidactiek.
Docent: Helge Schepens
Stagegroep: 7
Welke keuzes heb ik hier gemaakt?/ Toelichting/ onderbouwing van keuzes
(denk hierbij met name aan kernbegrippen uit (vak-) specifieke theorie)
Om de pedagogische beginsituatie in beeld te brengen, ben ik in gesprek gegaan met mijn mentor, heb ik gekeken naar het
sociogram en de klimaatschaal die ik de kinderen in heb laten vullen. In het gesprekje met mijn mentor over deze klas heeft ze
verteld dat ik n groepje in de klas goed in de gaten moet houden omdat er in het verleden slechte ervaringen waren met
niet-vaste leerkrachten. Omdat ik een niet-vaste leerkracht ben, moet ik voor dit groepje goed uitkijken.
Verder bleek uit het gesprek dat ik 2 meisjes in de klas heb met dyslexie. En ik heb 5 kinderen in mijn groep die naar MIND
gaan, in mijn LVF staat beschreven wat dit inhoudt.
Voor de vakspecifieke beginsituatie kan ik vasthouden aan de methode. Zo weet ik dat de kinderen in voorgaande jaren ook al
aan de gang zijn gegaan met blokken. Ze hebben bijvoorbeeld voorbeelden nagebouwd. Maar in deze les gebruik ik de
blokken als verduidelijking. Ze bouwen dus een gebouw, en aan de hand van dit bouwsel gaan ze aan de slag met het
tekenen van het voor-, zij-, achter- en bovenaanzicht.
Ik heb gekozen voor de volgende doelen:
Kerndoel 32
De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen
op te lossen.
- Aan het einde van de les begrijpen de kinderen hoe ze meters omzetten in centimeters en andersom.
- Aan het einde van de les hebben de kinderen in hun werkboek 2 bladzijden alleen of samen met mij gemaakt en
nagekeken. Deze gaan over aanzichten van gebouwen en andere figuren.
Deze lesdoelen heb ik gekozen omdat we op deze manier een van de doelen van de vorige les nog even nagaan. In de vorige
les zijn de kinderen aan de slag gegaan met het omrekenen van meters naar centimeters en andersom. We beginnen de les
met een opdracht waarin ze dit nogmaals toepassen en gaan daarna aan de slag met aanzichten.
Ik heb ervoor gekozen om deze les gebruik te maken van de bestaande groepjes in de klas. Ik heb hiervoor gekozen omdat de
klas tijdens de rekenles al is ingedeeld in groepjes op niveau. Als ik de kinderen nu in verschillende niveaus zou laten werken
zullen de betere kinderen al het werk doen en zullen de minder goede kinderen meeliften op de capaciteiten van de betere
kinderen.
Het werken in de groepjes waarin ze nu zijn ingedeeld werkt dus niet alleen voor het vak beter, maar ook voor de groep. De

Werk- en
groeperingsvormen zijn
functioneel ondersteunend
bij het behalen van de
lesdoelen.
Een aanzet tot
samenwerkend leren krijgt
op een logische wijze plek in
het lesontwerp.*
Een aanzet tot ontdekkend
leren krijgt op een logische
wijze plek in het
lesontwerp**
De proces- en
productdoelen worden
expliciet gevalueerd met
de kinderen.
De werkvormen die worden
gehanteerd bij evaluatie
zijn passend bij
vakdidactiek en sluiten aan
op specifieke kenmerken
van de groep.
kinderen zijn gewend in deze setting te werken. Wat ik wel anders doe dan mijn mentor is het werken met de materialen
(blokken). Hierdoor moeten de kinderen verwoorden naar elkaar waarom ze het zo doen. Dan kunnen de kinderen leren van
elkaar door te discussiren over wat goed en fout is.
Door tijdens de les te werken in groepjes met blokken, kunnen de kinderen elkaar helpen wanneer ze iets niet begrijpen. Op
deze manier leren ze niet alleen van mij maar ook van elkaar. Door het samenwerken worden 2 van de 3 doelen behaald:
- De kinderen weten aan het eind van de les hoe ze aanzichten van gebouwen moeten tekenen. Dit leren ze aan de
hand van de 2 bladzijden uit hun werkboekje.
De kinderen hebben een aantal blokken per groepje, dit zorgt ervoor dat ze samen gaan overleggen in plaats van
alleen zelf aan de slag te gaan met de opdrachten. Doordat de kinderen mogen overleggen over de blokken
stellen ze elkaar waarschijnlijk ook eerder vragen over de opdrachten.
- De kinderen hebben aan het eind van de les met elkaar gezorgd voor duidelijkheid. Ze helpen elkaar door uit te leggen
aan elkaar wanneer ze iets niet begrijpen.
Dit gaat over de samenwerking in zijn algemeen. De kinderen overleggen waardoor ze niet meteen naar mij
komen met vragen. Hierdoor stimuleer ik de samenwerking en de zelfredzaamheid bij de kinderen. Dit is ook voor
mijzelf een van de doelen dit kwartaal.
Staat in LVF
-
Ik vraag na de les, wanneer de ze hun werk hebben nagekeken, naar het aantal fouten dat ze hadden in hun werk. Hieruit kan
ik concluderen of de doelen van de les behaald zijn.
Ik heb voor een korte evaluatie gekozen omdat de kinderen dan zo lang mogelijk de tijd krijgen voor het rekenwerk. Voor de
kinderen waar ik mee werk is het een hele opgave om alles in een les af te krijgen en zo hebben ze zoveel mogelijk tijd om
hieraan te werken.
Deze tactiek past bij de groep omdat ze hun werk zo allemaal zelf nakijken en ze zelf weten waaraan ze kunnen werken. Het is
een groep die vrij veel zelfstandigheid en vertrouwen krijgt, dat kun je hieraan weer terug zien. De kinderen hebben zicht op
hun eigen ontwikkeling, ze weten waarmee ze moeite hebben en wat hun sterke punten zijn.