LerenVanAruba Web

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 348

Professionaliseren van leraren in netwerken

Monique Korenhof, Rene de Kruif en Maarten de Laat (Red.)

LOOK Open Universiteit


look.ou.nl
Professionaliseren van leraren in netwerken

Redactie
Monique Korenhof
Rene de Kruif
Maarten de Laat

LOOK Open Universiteit


look.ou.nl
Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door de financile ondersteuning van het Ministerie Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap aan LOOK, Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek, van de Open Universiteit.

2013 LOOK - Open Universiteit.

Tenzij anders aangegeven mag het materiaal uit deze uitgave zonder voorafgaande toestemming openbaar gemaakt en
verveelvoudigd worden door instellingen die gefinancierd worden uit publieke middelen, scholen, opleidingsinstituten
en non-profitorganisaties ten behoeve van onderwijs- en onderzoeksdoeleinden, mits de naam van de auteursrechtheb-
bende daarbij wordt vermeld: LOOK - Open Universiteit.

Bij gebruik door andere instellingen / bedrijven of bij gebruik voor andere doeleinden dient eerst toestemming te
worden gevraagd aan LOOK van de Open Universiteit.

ISBN: 978-94-91825-24-8

Printed in The Netherlands.


Activiteiten gericht op leraren PLOEGEN

Planning van eerste


serie workshops voor
leraren

Vertaling van verkenning naar schets


Vraagverhelderings- Start project en eerste uitwerking van
gesprekken De leraar in de mogelijke aanpak (zie blz. 74)
ondersteunende structuur

LOOK op Aruba drivers seat.


Activiteiten gericht op

(zie blz. 40)


Planning van eerste serie workshops voor
schoolleiders en stakeholders
winter 2010

zomer
Bezoek aan
Nederland van
Arubaanse
projectleider
Onderzoeksactiviteiten

Verkennende gesprekken met


onderzoeksinstituten op Aruba (zie blz. 64)

Interviews bestaande netwerken op Aruba


(zie blz. 64)
ZAAIEN

Planning van tweede serie


workshops voor leraren

Workshops voor leraren


(zie blz. 104)
Drie pilotnetwerken gaan aan de slag
ondersteund door leernetwerkcoaches
(zie blz. 114 en 124)

Bijeenkomsten van platform en leernetwerkcoaches


Workshops voor ondersteund door LOOK op afstand
schoolleiders (zie blz. 198)

Overbrengen van Toolkit Netwerkleren dozen


Bijeenkomsten voor naar Aruba (zie blz. 112)
stakeholders

winter 2011
Workshops voor
2011 het platform
Planning van tweede serie
workshops voor schoolleiders
Inrichting van het en stakeholders
platform (zie blz. 75)

Start gebruik van de Netwerk Barometer


door coaches in pilotnetwerken
Ontwikkeling van projectlogo (zie blz. 114)
(zie blz. 98)
Activiteiten gericht op leraren CULTIVEREN

Workshops voor nieuwe


leraren
Workshops
leraren
Workshop voor IB-netwerk (zie blz. 166)
en LDD-netwerk Acht pilotnetwerken
ondersteund door
leernetwerkcoaches
Workshops voor pilot Conferentie voor
netwerken het hele PO veld
Planning van de conferentie
(800 leraren,
en de workshops
schoolleiders
en stakeholders)
(zie blz. 160 en 182)
Workshops voor Workshops voor
schoolleiders (zie blz. 198) Bijeenkomsten platform en schoolleiders (zie blz. 198)
leernetwerkcoaches ondersteund
ondersteunende structuur

door LOOK op afstand


Activiteiten gericht op

Workshops voor Workshops voor


stakeholders stakeholders (zie blz. 206)

voorjaar 2012 Workshops voor


het platform
Workshops voor
het platform
Planning conferentie en zomer 2012
workshops schoolleiders en
Uitbreiding van stakeholders Uitbreiding van
het platform het platform

Evaluatie van de
conferentie voor het PO
(zie blz. 166)
Onderzoeksactiviteiten

Interviews met
deelnemers voor
portretten Evaluatie van de
Start verzamelen workshops (zie blz. 166)
waardecreatieverhalen

Gebruik Netwerk
Barometer in pilotnetwerken
Interviews met leraren,
(zie blz. 148)
schoolleiders, stakeholders
voor portretten
OOGSTEN

Pilots lopen door,


ondersteund door coaches

Netwerkleren krijgt een vaste


plek bij de Directie Onderwijs
(zie blz. 292)

Platform krijgt vaste deelnemer


Bijeenkomsten van platform vanuit DO. Het stakeholdersoverleg
en stakeholders wordt aangesloten bij
bestaande overleggen (zie blz. 292)

winter 2013 Lancering app Toolkit Netwerkleren


onderwijs (zie blz. 331)

herfst 2013

Verwerking ervaringen in boekvorm als hulpmiddel


bij borging van het project (zie o.a. blz. 268)

Eindevaluatie van het Waardecreatieverhaal


project (zie blz. 246) van Babette
(zie blz. 218 en 220)

Laatste meting Netwerk Barometer


(zie blz. 232)

Interviews met stakeholders, het netwerk


Basisvoorwaarden en de projectleiders
Uitgebreide Netwerk Barometer voor
pilotnetwerken (zie blz. 246)
10
Hoe kan Nederland bijdragen aan de professionalisering van leraren op Aruba?
In eerste instantie een gemakkelijke vraag, zo lijkt het. We vliegen Nederlandse deskun-
digen naar dat mooie eiland, organiseren workshops, seminars en cursussen en de vraag
is beantwoord. Zo is het vele jaren gegaan. De vraag is echter vele malen complexer en
daarmee ook de oplossing, die hoe dan ook moet worden gezocht in een structureel,
duurzaam professionaliseringsprogramma dat werkt in de lokale en regionale context.

LOOK was vereerd met de vraag vanuit Aruba om mee te denken. De werkwijze van
LOOK (Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek) sluit naadloos aan bij dit com-
plexe vraagstuk. LOOK gaat bij professionaliseringsvraagstukken uit van de leraar. Samen
met leraren wordt gezocht naar oplossingen voor problemen uit de dagelijkse praktijk.
De schoolbesturen, directies, het ministerie, de vakbonden en vooral opleidingsinstituten
als de Universiteit van Aruba (UA) en Instituto Pedagogica Arubana (IPA) zijn onmisbare
schakels.

Omdat het gaat om een specifieke context (het onderwijs op Aruba) is de kans op succes
het grootst met een integrale aanpak. Een aanpak waarbij gewerkt wordt in co-creatie
met de mensen in het veld: leraren, schoolleiders en stakeholders. En dat is gebleken!

Door de inzet van alle betrokkenen is een beweging van collegiale netwerken tot stand
gekomen die past bij de Arubaanse werkelijkheid en cultuur. LOOK heeft daar als aanja-
ger, facilitator en onderzoeker een ondersteunende rol in gespeeld, de Arubaanse leraren
en de lokale projectorganisatie hebben het meeste werk gedaan, en zo hoort het ook!

11
Het is dan ook goed dat de bijdrage van LOOK eindigt. Aruba is prima in staat de ingeslagen weg succesvol
te vervolgen. U zult het in dit boek lezen; iedereen kijkt met trots terug op wat is bereikt en heeft vertrou-
wen in de toekomst.

De toekomst reikt verder dan Aruba. In de regio spelen nog andere ontwikkelingen rondom de professiona-
lisering van leraren, zoals het programma Maestro Kompas dat op Bonaire, Sint Eustasius en Saba wordt uit-
gevoerd door de Hogeschool Utrecht en de Open Universiteit. Deel van het programma is een duurzame
regionale opleidingsinfrastructuur: de UNICARIB, bestaande uit de Universiteit van Aruba (UA), het Instituto
Pedagogico Arubano (IPA), de Universiteit van Curaao (UNA) en de Universiteit van Sint Maarten. Daar pro-
fiteert de leraar van en daarmee verbetert de kwaliteit van het onderwijs en dus de kansen voor ieder kind.
Daar komt bij dat dit boek niet alleen waarde heeft voor professionaliseringsvraagstukken op Aruba en in
het Caribisch gebied. De ervaringen die we met elkaar hebben opgedaan hebben ook bijgedragen aan de
brede ontwikkeling van theorie en praktijk over netwerkleren. De integrale aanpak van netwerkleren, in
gang gezet door de leraren, en de impact die dat heeft op organisatieniveau en zelfs macroniveau, maakt
dat dit boek veel algemene kennis bevat die richting kan geven aan professionaliseringsvraagstukken die
binnen Nederland op dit gebied leven.

Het boek laat daarmee zien wat het belang is van netwerken bij het dagelijks leren van leraren in de prak-
tijk. Het bevat veel praktische handvatten om zelf ook aan de slag te gaan en netwerkleren als perspectief
op professionele ontwikkeling te omarmen.

Dank Arubaanse vrienden en collegas voor het vertrouwen, de collegiale samenwerking,


jullie enthousiasme en inspiratie. Jullie hebben ons veel geleerd!

Jos Kusters
Directeur LOOK

12
13
14
17 I nleiding

23 Ploegen

89 Zaaien

129 Cultiveren

213 Oogsten

309 Aan de slag

334 Referenties

336 O ver de auteurs

340 O ver de genter viewden

345 Colofon

15
16
Aruba is zo groot als Texel, maar er wonen meer dan 100.000 mensen. De sociale verbon-
denheid is groot en het actief gebruiken van contacten uit je netwerk in het dagelijkse
leven is er niet nieuw. Dit boek gaat over netwerkleren in het onderwijs op Aruba.
Netwerkleren sluit aan bij de problemen en vraagstukken die leraren tegenkomen in hun
dagelijkse praktijk. Leren krijgt pas betekenis als professionals zoals leraren zelf actief op
zoek gaan naar oplossingen. Dit wil niet zeggen dat zij er alleen voorstaan, integendeel.
Bij netwerkleren gaat het erom dat leraren de contacten om zich heen verzamelen
die bij het oplossen van een bepaalde leervraag of probleem nodig zijn. De actieve
verbindingen met anderen zorgen voor energie die aanzet tot creativiteit. Het resultaat:
ontwikkeling van kennis, praktijk en persoon. Maar hiervoor is wel ruimte nodig binnen
de organisatie. Ruimte en de wil om samen aan de slag te gaan met dagelijkse uitdagin-
gen, in een klimaat waarin het heel gewoon is dat ook leraren zich blijven ontwikkelen.

In ons onderzoeksprogramma Sociaal leren bij LOOK, verbonden aan de Open Universi-
teit, richten we ons op netwerkleren. We onderzoeken vraagstukken rondom netwerkle-
ren en ontwikkelen praktische tools en werkvormen om netwerkleren te realiseren.
We doen dit samen met leraren en schoolleiders, in co-creatie. In dit boek maakt u ken-
nis met de wijze waarop wij netwerkleren benaderen aan de hand van een voor LOOK
bijzonder project dat op Aruba werd uitgevoerd: het project De leraar in de drivers seat.
Dit project richtte zich op netwerkleren binnen het Arubaanse onderwijs, met name
het primair onderwijs. Hoewel het Arubaanse onderwijs een aantal netwerken kent,
werd met dit project enthousiast gewerkt aan verbreding van het perspectief om via
netwerken van elkaar te leren. Hierbij bleek een aantal vernieuwende aspecten goed
aan te sluiten bij de behoeften: een bottom-up-aanpak en openheid van het netwerk.
Met behulp van het project zetten we leraren op Aruba in de drivers seat en aan het
stuur van hun eigen professionele ontwikkeling.

17
Een belangrijk uitgangspunt was dat het netwerkleren op Aruba niet ophoudt na de
eerste impuls. Er is daarom veel aandacht besteed aan de verankering van de principes
en uitgangspunten van netwerkleren in de Arubaanse onderwijsstructuren. Daarom
hebben we ook gekozen om het project af te sluiten met een boek. Een boek met
eenzelfde vrolijke uitstraling als het eiland zelf. Een boek waarin net als in het project de
leraren centraal staan. Het zal aan iedere leraar en schoolleider in het primair onderwijs
op Aruba overhandigd worden. Als herinnering, maar meer nog als stimulans om door te
gaan op de ingeslagen weg.

In dit boek beschrijven we hoe het project is verlopen. We leggen uit op welke manieren
het heeft bijgedragen aan het leren van de leraren, schoolleiders en schoolbesturen.
Maar het beschrijft ook een proces van co-creatie: de samenwerking tussen de mensen
uit het onderwijsveld op Aruba en LOOK heeft voor beide partijen iets waardevols opge-
leverd. Het Arubaanse onderwijs heeft met behulp van de ervaring en kennis van LOOK
een nieuwe impuls gekregen voor de professionalisering van leraren. Tegelijkertijd heeft
LOOK op Aruba een heel rijke ervaring kunnen opdoen rondom netwerkleren, die heel
bruikbaar is in nieuwe projecten in en buiten Nederland. Het is alsof je iets ontwikkelt in
een snelkookpan: in een krappe twee jaar tijd konden we alle fases van het netwerkleren
nauwgezet volgen. Dit project heeft daarmee bijgedragen aan een brede ontwikkeling
van netwerkleren in theorie en praktijk.

18
Opzet van dit boek
We laten het verloop van het project zien door de mensen uit het onderwijs aan het
woord te laten. In de Portretten vertellen zij over zaken die hen aan het hart gaan, proble-
men uit de praktijk en hun ervaringen met netwerkleren. Wij volgen hun gedachtegan-
gen, en lichten steeds in de aansluitende hoofdstukken een aspect toe dat ze benoemen.
Dat doen we in de onderdelen Informatie (achtergrondinformatie), Praktijk (beschrijving
van verloop van activiteiten), en Onderzoek (resultaten van de onderzoeksinstrumenten).
U kunt de hoofdstukken na elkaar lezen, maar elk hoofdstuk staat ook op zichzelf. Bent
u bijvoorbeeld vooral genteresseerd in hoe de bijeenkomsten er in de praktijk uitzagen,
dan kunt u de hoofdstukken van Praktijk achter elkaar lezen. Wel raden we u aan om de
bijhorende portretten vooral niet over te slaan: het zijn immers de mensen uit de praktijk
die het verhaal maken.

De rode draad van dit boek vormen de fases van het netwerkleren zoals we die onder-
scheiden in de Toolkit Netwerkleren: zaaien, cultiveren en oogsten. Voor dit intensieve
traject hebben we nog n fase toegevoegd: ploegen. In deze fase beschrijven we hoe
het project aan de tekentafel tot stand is gekomen, tot aan het plan van uitvoering.
De zaaifase laat vervolgens zien hoe we de leraren hebben betrokken en hoe de eerste
pilotleernetwerken zijn ontstaan. De cultiveerfase bouwt voort op de eerste activiteiten
waarbij een versterking van het netwerkleren voorop stond. In die fase hebben we het
netwerkleren sterk verbreed: op de conferentie voor het hele po-veld Get in, ban cu nos!
maakten ruim 800 mensen kennis met netwerkleren. Ook is in de cultiveerfase het traject
voor de schoolleiders en stakeholders gentensiveerd. De oogstfase laat zien wat de
leraren uit de leernetwerken halen voor hun eigen onderwijspraktijk, wat de stand van
zaken is van het netwerkleren op Aruba op het moment van publicatie van dit boek, en
geeft op basis van alle input van betrokkenen mogelijke scenarios voor het bestendigen
van het netwerkleren op Aruba. Het deel Aan de slag nodigt tot slot iedereen uit die
verder wil met netwerkleren zelf initiatief te nemen voor het beginnen of versterken van
het eigen leernetwerk. Sommige begrippen of woorden staan cursief: dit zijn tools of
kaarten uit de Toolkit Netwerkleren.

19
Dit project was mogelijk door een subsidie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap in Nederland. Graag willen we ook een dankwoord richten aan alle mensen
die hebben bijgedragen aan dit boek, als auteur, genterviewde of figurant en aan alle
mensen zonder wie het project nooit van de grond was gekomen. Voorop hierin staat
Brigitte Boekhoudt, de lokale projectleider en beleidsmedewerker van het bureau van
de minister. Haar vurige geloof in het project heeft ervoor gezorgd dat er beweging
ontstond en de juiste mensen betrokken raakten bij het project. Deze juiste mensen
vormden het platform en zij waren daarmee de pioniers van netwerkleren. Gina de Kort,
Emy Davelaar, Roelien Hofman en Rosa Stamper waren als platformleden overtuigende
ambassadeurs van netwerkleren en hebben als leernetwerkcoaches de netwerken een
stabiele basis gegeven. Alle leraren die vanaf de start van het project met groot enthou-
siasme in de pilotnetwerken zijn gedoken en daarmee menig collega-leraar wisten mee
te krijgen. De lerarenconferentie had nooit kunnen plaatsvinden zonder de hulp van de
mensen van Directie Onderwijs, in het bijzonder Elsa Franken. Ook danken we minister
Dowers die het project vanaf de start heeft ondersteund en een sterke betrokkenheid
liet zien tijdens de voortgang. Tot slot willen we onze waardering uitspreken voor alle
collegas van de Open Universiteit die hebben bijgedragen aan de uitvoering van dit
project. Dat zijn uiteraard de medeauteurs van dit boek (zie vanaf bladzijde 337), maar
ook Suzan Leydesdorff, die een heel grote bijdrage heeft geleverd aan de lerarenconfe-
rentie en Danil van Amersfoort, die de Arubanen verder heeft ingewijd in de theorie van
netwerkleren. Janine Cranshof heeft dit boek voor ons prachtig vormgegeven en heeft
daarbij veel geduld en begrip getoond, niet onnodig gezien het almaar groeiende aantal
bladzijdes.

Wij wensen u veel leesplezier!

Monique Korenhof, Rene de Kruif en Maarten de Laat

20
21
22
Voordat er gezaaid wordt, is het verstandig

om voor een rijke voedingsbodem te zorgen.

Dat vergt voorkennis en voorwerk: wat voor

grond treffen we aan, wat is er al eerder op

deze grond geplant, en wat sluit daarop aan?

En wat is nodig om de grond voedzaam te

maken voor innovaties?


Ploegen op Aruba
Netwerken zit Arubanen in het bloed. Hoe kan het anders op een eiland niet groter dan Texel. Ook in het
Arubaanse onderwijs kent men netwerken, waarin men leert van elkaar. In het project De leraar in de drivers seat
staat netwerkleren centraal. Niets nieuws dus zou je zeggen! Dat klopt ten dele. Het perspectief van LOOK op
netwerkleren heeft nieuwe aspecten gentroduceerd: een bottom-up-aanpak van de professionalisering van
leraren, en een open karakter van de netwerken (niet aan positie of functie gebonden). Hiermee ontstaat niet
alleen leren van en met elkaar in een sociale context, maar ook en vooral leren vanuit de intrinsieke behoeftes
van de leraren. En daarvoor moest eerst wat vruchtbare aarde worden omgeploegd.

Hoe ziet de ploegfase eruit?


Dit deel gaat over de totstandkoming van het project De leraar in de drivers seat.
Maarten de Laat, hoogleraar Professionaliseren in sociale netwerken bij LOOK, licht eerst toe wat netwerkleren
inhoudt en hoe het kan bijdragen aan de professionele ontwikkeling van leraren.
Hierop volgt een interview met minister Dowers van het Ministerie van Justitie en Onderwijs. Hij draagt het net-
werkleren een warm hart toe en legt uit waarom. Aansluitend laten we zien hoe het project, vanuit orinterende
gesprekken, is ontstaan.
We schetsen ook de context waarbinnen het project zich afspeelt. Janice Westerburger, leerkracht van Basis-
school Reina Beatrix, vertelt over haar ervaringen in het project, en gunt ons een blik op de dagelijkse realiteit bij
haar op school. In het aansluitende hoofdstuk geven we een toelichting op het Arubaanse onderwijssysteem en
organisaties die gelieerd zijn aan onderwijs. Deze organisaties spelen een cruciale rol in het project De leraar in
de drivers seat en worden regelmatig genoemd in dit boek.
Voor netwerkleren is een goede voedingsbodem aanwezig op Aruba. Anchi Croes, cordinator van de Afdeling
Begeleiding van de Directie Onderwijs, geeft enkele voorbeelden van soortgelijke initiatieven. Daarna lichten we
deze voedingsbodem nader toe, en leggen we uit hoe het project concreet van start ging met onder andere het
platform. Emy Davelaar is lid van het platform, zij vertelt ons hoe zij netwerkleren ervaart.
We eindigen met een korte toelichting op de instrumenten die we vanuit LOOK inzetten om netwerkleren te
monitoren, en leggen uit wat LOOK doet.

25
26
28 Wat is netwerkleren?

34 Netwerkleren is voor iedereen belangrijk Minister Dowers

40 De leraar in de drivers seat

46 Netwerkleren is samen naar oplossingen zoeken Janice Westerburger

50 Scholen op de wind - over het Arubaanse onderwijs

60 Onze taak bij netwerkleren is ondersteunen, begeleiden en bemiddelen Anchi Croes

64 Vruchtbare voedingsbodem op Aruba

70 Een school kan alleen maar groeien door te leren in netwerken Amy Davelaar

74 Van tekentafel naar uitvoering

82 Instrumenten om het netwerkleren te monitoren

84 LOOK: praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek

27
Netwerkle
ren is een
activiteit,
betrekken gericht op
van sociale het
van vraag re la ti es bij het
stukken. oplossen

Door Maarten de Laat

Wat is netwerkleren?
Op deze vraag kun je een heel kort antwoord geven: netwerkleren is een activi-
teit gericht op het betrekken van sociale relaties bij het oplossen van vraagstuk-
ken. Dit betekent dat je als professional actief op zoek gaat naar mensen die je
kent of nieuwe mensen, waarvan je kunt leren. Je leert dan op een netwerkende
manier. Je gebruikt je netwerk bij het zoeken van een baan of een nieuw boek,
maar dus ook als je voor een leeruitdaging staat.

Professionele netwerken zichtbaar maken


In ons onderzoek naar netwerkleren bij LOOK maken we de realiteit van organi-
saties waarin geleerd wordt zichtbaar. Een werkelijkheid die zich vaak onttrekt
aan het oog van het management. Homan, hoogleraar verandermanagement,
spreekt in dit verband van de formele en de informele organisatie (2006). In zijn
onderzoek laat hij zien dat er een stilte is tussen die twee werkelijkheden. Deze
stilte zorgt ervoor dat de formele en de informele kant van de organisatie niet
goed op elkaar zijn afgestemd. Ook de thematiek van professionele ontwikkeling
heeft hier last van. Een organisatie ontwikkelt zich niet in de directiekamer, het
gaat om de kennis die wordt uitgewisseld bij de koffieautomaat; langs de dage-
lijkse contacten die professionals met elkaar hebben in hun netwerken. Daarbij
maken we dus een onderscheid tussen formele en informele leeractiviteiten.

28
Bij formeel leren gaat het om geplande opleidingsactiviteiten, zoals we die ook
kennen in het onderwijs. Zo sturen scholen en organisaties hun personeel naar
cursussen en trainingen, waardoor er via certificaten kan worden aangetoond
dat men lekker aan het professionaliseren is. Deze certificaten helpen loopba-
nen verder vorm te geven en aan het werk te blijven. Door de nadruk op deze
formele certificaten krijgt informeel leren moeilijk voet aan de grond.
Met informeel leren doelen we op het ongeplande en ongeorganiseerde leren
in de dagelijkse praktijk. Informeel leren is gentegreerd in het dagelijks werk,
gebeurt spontaan en ad hoc. Het wordt getriggerd zodra je geconfronteerd wordt
met zaken die je niet kunt of kent. Bijvoorbeeld als je als leraar moet gaan wer-
ken met een nieuwe methode. Hierdoor moet je opeens veel dingen anders gaan
doen in je onderwijs.

Door het ongeplande karakter van informeel leren, blijft veel van de kennis die
ontwikkeld wordt impliciet. De opbrengsten blijven als het ware hangen in de
netwerken van de mensen die erbij betrokken zijn. De kennis wordt dus meestal
niet expliciet verspreid binnen de hele organisatie.

Toch blijkt uit onderzoek dat informeel leren een drijvende kracht is achter
organisatieontwikkeling. De cijfers lopen wat uiteen maar het informele leren
is voor 60 tot 80% verantwoordelijk voor de ontwikkeling van professionals
(Moore, 1998). Het gaat hierbij niet alleen om het opdoen van kennis, maar ook

29
om het vermogen om je voortdurend aan te passen aan de veranderingen die
zich in het werk voordoen. Informeel leren is daarmee nadrukkelijk verbonden
met een leven lang leren.

Bottom-up
We kiezen bij het netwerkleren voor een bottom-up-benadering. Dit sluit heel
goed aan bij informeel leren. Het zijn de leraren die het doen in hun dagelijkse
praktijk. De problemen van alle dag zijn de aanleiding om met elkaar te gaan
leren. Dit betekent niet dat er alleen leraren in de netwerken mogen zitten.
Bij netwerkleren gaat het erom dat je die mensen om je heen verzamelt die
eenzelfde interesse voor het onderwerp hebben, en met wie je samen op zoek
wilt gaan naar creatieve oplossingen. Leren en kennisontwikkeling kan dus met
iedereen.

Informeel-formeel leren
Als je het netwerkleren omarmt, verandert er ook iets in de hele cultuur van de
organisatie. Bottom-up-gereguleerde processen vragen wel om een andere ma-
nier van leiding geven (zie ook de toelichting op leidinggeven op bladzijde 182,
188 en 198). Een verandering in de houding van professionals, zorgt ook voor
een verandering in de ruimte die ze ervaren om te leren binnen de organisatie.
Het gaat erom dat informeel leren een formele plek krijgt in organisaties.
We vatten dit samen als informeel-formeel leren (De Laat, 2012).

30
Informeel lere
n is de drijven
de kracht
achter organi
satieontwikke
ling.

Informeel-formeel leren betekent daarmee niet dat het informele leren formeel
gemaakt moet worden. Het gaat om de formele acceptatie en erkenning van
informeel leren binnen de organisatie, zodat er de ruimte ontstaat om dit leren
te benutten. De manager komt dan meer in de rol van een sponsor die de profes-
sional ruimte biedt om te leren, maar van tijd tot tijd wel kritische vragen stelt
over de opbrengsten. Net zoals een sponsor in de sport zich niet bemoeit met de
opstelling van bijvoorbeeld een voetbalteam, zal een sponsor bij professionele
ontwikkeling ook niet de vorm waarin professionals wensen te leren benvloe-
den maar wel de resultaten. Dit gebeurt idealiter niet vanuit een pakket van
eisen maar vanuit een productieve dialoog waarin je gezamenlijk zoekt naar de
optimale inrichting van deze ruimte. Het is deze dialoog en de netwerken waar-
langs deze wordt gevoerd die de organisatiestilte kan doen verdwijnen.

Stimuleren van netwerkleren


Tot slot een aantal belangrijke aspecten die het netwerkleren bevorderen.

Heterogene samenstelling
Netwerkleren is gebaat bij heterogene contacten of heterogene groepen mensen,
die zich met elkaar richten op de beantwoording van een gedeelde vraag.
Hierdoor stimuleer je dat de leervraag vanuit meerdere perspectieven wordt
bekeken. Zon netwerk kan bestaan uit personen uit je persoonlijke netwerk of
het netwerk van de organisatie waar je werkzaam bent. Maar ook deskundigen
of informatiebronnen van buiten de organisatie.

31
otiveerd leernetwerk
Als je een intrinsiek gem
je op zoek naar passie.
wilt opzetten, dan ga

Plat, ongestructureerd met vage grenzen


Een netwerk heeft een plat (niet-hirarchisch) karakter en een vage begrenzing,
wat het leren in een netwerk bevordert. Er wordt hierdoor minder benadrukt
wat mensen van elkaar scheidt, en meer benadrukt wat mensen verbindt.
Netwerken zijn flexibeler dan hirarchische structuren maar bieden wel een
stabiele basis voor cordinatie (Onderwijsraad, 2001). Hier kun je ook strate-
gisch gebruik van maken bij het realiseren van je leerdoelen en de wens om
de praktijk te veranderen. Zo kunnen er netwerken ontstaan waar mensen uit
verschillende hirarchische lagen aan deelnemen, zoals leraren, schoolleiders,
ouders enzovoort. Netwerken hebben hierdoor de eigenschap om langs informe-
le contacten dwars door bestaande organisatiestructuren heen te breken.

Eigenaarschap en passie voor leren ligt bij de deelnemers


Leren in een leernetwerk is een proces dat je samen vormgeeft. Naast gedeelde
interesse, ruimte en tijd is het zeker zo belangrijk dat de deelnemers het gevoel
hebben dat het hn leernetwerk is, dat zij mede-eigenaar zijn. Het delen van
dezelfde praktijk of het hebben van dezelfde interesse alleen is onvoldoende
basis om een netwerk productief te maken en te laten blijven. Als je een intrin-
siek gemotiveerd leernetwerk wilt opzetten, dan ga je op zoek naar passie.
Passie zorgt voor meer betrokkenheid en mag nog meer de kern van het dage-
lijkse werk worden, omdat daar immers energie zit (Bood & Coenders, 2004).

32
De doelen en (leer)processen worden door deelnemers zelf georganiseerd
Leren in netwerken heeft een uniek karakter omdat het leren geen vastomlijnd
plan volgt dat aangeeft welke kennis van belang is. Daarin verschilt het van
vormen van formeel leren, waarbij de leerdoelen in grote lijnen door anderen
vooraf worden bepaald. In een leernetwerk worden de leervragen, ook wel Leer-
agenda genoemd, opgesteld door de deelnemers zelf. Die leeragenda komt voort
uit intrigerende vragen die de deelnemers formuleren en herkennen in hun
eigen praktijken. Daarbij is er dus sprake van spontane leerprocessen die ze ver-
volgens zelf gaan organiseren. Netwerken organiseren zichzelf en ontwikkelen
eigen regels, gedragscodes en doelen. Leernetwerken komen en gaan, zijn actief
en soms sluimerend.

33
Netwerkleren


is voor iedereen


belangrijk

Minister Dowers

34
35
Door John Arkenbout

Als minister van Justitie en Onderwijs op Aruba krijg je heel wat verschillende

zaken op je bord, moet je voortdurend schakelen. Onderwijs is en blijft belangrijk

voor minister Arthur Dowers, hij is er voortdurend mee bezig.

Ik ben heel erg gemotiveerd om met onder- organiseren waardoor scholen van elkaar
wijs bezig te zijn en te blijven. Deze netwerk- konden leren, en was verbaasd dat dit niet
conferentie is erg belangrijk, net als andere gebeurde. Ik was dan ook blij verrast met het
conferenties die zijn gepland, met andere aanbod uit Nederland om het netwerkleren
onderwijsvraagstukken. Voor de onderwij- hier te introduceren.
zers is het ook heel goed dat ze even uit het Het was in het begin niet gemakkelijk, we
dagelijkse regime zijn. Tijdens de conferen- kregen ook kritische opmerkingen: kon dit
tiedagen - helaas kon ik er niet de hele tijd niet worden gedaan door mensen op Aruba
bij blijven - heb ik de hele dag wel nage- zelf? Maar ik vind het niet zo belangrijk wie
dacht over de onderwijzers, en dat gebruikt het doet, als het maar wordt gedaan.
om de volgende dag mijn toespraak aan te Het gaat om de leraren. Het gaat om blijere
passen. mensen in het onderwijs die daardoor hun
werk beter kunnen doen. En de reacties zijn
Het gaat om de leraren goed nu. We hebben heel goed samenge-
De conferentie stond in het teken van net- werkt met LOOK. Ze zijn heel gewoon, dat
werkleren, zoals het hele project De leraar ben ik ook, dus dat is prima, zegt de minister
in de drivers seat dat tussen 2010 en 2012 met een glimlach.
samen met LOOK is opgezet en uitgevoerd.
Voor minister Dowers is netwerkleren een Alleen maar voordelen
voor de hand liggend onderwerp. Toen ik Dowers ziet in netwerkleren eigenlijk alleen
begon als minister van onderwijs, heb ik maar voordelen. Netwerkleren is voor ieder-
eerst werkbezoeken gebracht aan alle scho- een belangrijk. Op de eerste plaats natuurlijk
len. Wat me toen opviel, was dat er zo weinig voor de leraren. Maar wat ik ook zou willen,
interactie was. Ik zag problemen op school A is dat er netwerken van ouders komen.
die al waren opgelost op school B. Ik vroeg We moeten ouders motiveren om in netwer-
me af of het niet mogelijk was om iets te ken het onderwijs te ondersteunen, ook op

36
praktisch en financieel terrein. Voor het ministerie, Directie Onderwijs en de onderwijsinspec-
tie zijn leernetwerken ook van belang omdat die hun taken kunnen verlichten als het goed
werkt. En breder gezien: er worden positieve instrumenten gebruikt die leiden tot positieve
resultaten, tot economisch rendement en een beter sociaal klimaat.
Een belangrijke voorwaarde voor netwerkleren is dat het van de leraren zelf uitgaat. Het
project heet niet voor niets De leraar in de drivers seat. Het zijn de leraren die het zelf moeten
doen, of liever gezegd zelf mogen doen. Het moet van onderop komen, dan werkt het het
beste: daar is Dowers het helemaal mee eens.

Blijere mensen en betere resultaten


De bottom-up-filosofie is mij goed bekend, daar werk ik al twintig jaar mee, ook in vorige
functies. Het leidt tot gemotiveerde en blije mensen, en tot betere resultaten. Omdat ieder-
een zich medeverantwoordelijk voelt. Top-down-denken werkt een afwachtende houding in
de hand. Het is niet goed als mensen niets meer zeggen als gevolg van een slechte ervaring.
Bottom-up-denken vraagt wel om een andere kijk op leiderschap, vindt de minister.
Ik zeg niet dat er geen leiding nodig is, maar het kan op een andere, betere manier. De taak
van de leider is om het proces te bewaken. Goede leiders zijn facilitatoren, die ondersteuning
bieden en informatie geven. Als we iets samen maken, hoeft daar ook geen naam op, want
het is door een team gedaan.

37
Zoiets heeft tijd nodig, daar is de minister zich van bewust. Het is een proces van ontwikke-
ling van mensen. Wat wij kunnen doen, is werkvormen van onderop mogelijk maken. En het
kan. Een mooi voorbeeld is het carnaval dat we hier elk jaar vieren. Dan worden er door heel
veel mensen van onderop samen prachtige dingen georganiseerd zonder dat daar formele
leiding bij nodig is. Nou, vooruit dan: alleen voor de verkeersmaatregelen bij de parade, meer
niet.

Nu het werk voor LOOK er grotendeels op zit, moet op Aruba het netwerkleren voor leraren
wel blijven doorgaan, vindt Dowers. We moeten er samen met de Directie Onderwijs, de
schoolbesturen en andere partijen voor zorgen dat dit een duurzaam vervolg krijgt.
Het commitment van verschillende partijen is er in elk geval.
En ook de goedbezochte lerarenconferentie vraagt om een structureel vervolg. Dit moeten
we vasthouden. Er moet jaarlijks een moment zijn voor onderwijzers om met zijn allen erva-
ringen uit te wisselen.

38
39
Wat me toen op
viel, was dat er zo
weinig interactie
men op school A was. Ik zag prob
die al waren opge le-
lost op school B.
niet mogelijk wa Ik vroeg me af of
s om iets te orga het
niseren waardoor
konden leren, en scholen van elka
was verbaasd da ar
t dit niet gebeur
blij verrast met he de . Ik was dan ook
t aanbod uit Nede
rland om het ne
introduceren.
twerkleren hier
te

Minister Dowers

Door Maarten de Laat, Jos Kusters en Brigitte Boekhoudt

De leraar in de drivers seat


LOOK voerde in november 2010 op verzoek van het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap in Nederland een verkenning op Aruba uit om een
bijdrage te leveren aan de professionalisering van leraren op het eiland. Maarten
de Laat, programmaleider Sociaal leren, en Jos Kusters, directeur LOOK, analyseer-
den wat er aan professionaliseren in sociale netwerken wordt gedaan op Aruba
en hoe LOOK daar een bijdrage aan kan leveren. Gedurende een week werden er,
begeleid door de lokale projectleider Brigitte Boekhoudt, beleidsmedewerker van
het bureau van de minister, gesprekken gevoerd met meerdere stakeholders.
Dit waren onder andere afgevaardigden van het Bureau van de Minister van
Justitie en Onderwijs, Directie Onderwijs, IPA, Inspectie Onderwijs, schoolbestu-
ren, schooldirecteuren en de vakbond. Uit deze gesprekken werd duidelijk dat
er door de vele partijen op het eiland al veel wordt gedaan aan bij- en nascholing
om de kwaliteit van het onderwijs en de leraar te verbeteren. Toch is er ook de
behoefte om met LOOK samen te werken en zo gezamenlijk impulsen te geven
aan de professionalisering van leraren. Drie aspecten kwamen consequent terug
tijdens deze gesprekken:

40
Aandacht voor de leraar
Bestaande professionaliseringsinitiatieven op Aruba hebben een top-down-karak-
ter of worden door externe instanties ingevuld en aangestuurd. De leraar is hier
uiteraard wel bij betrokken, maar veelal indirect of als de ontvangende partij in
de vorm van een training. Diverse stakeholders gaven aan dat het de voorkeur
verdient om meer aan te sluiten bij de behoefte van de leraar. De benadering van
LOOK, die in al zijn activiteiten de leraar centraal stelt, ontving veel steun van de
stakeholders. Daarnaast bleek ook de mogelijkheid om aan de hand van praktijk-
vraagstukken in netwerken te professionaliseren, goed binnen de wensen van
de stakeholders te passen. Leraren krijgen zo de mogelijkheid om de eigen
lespraktijk en de uitdagingen waarvoor zij staan centraal te stellen. Op Aruba
zijn al goede voorbeelden waarbij op een netwerkachtige manier leraren worden
verbonden om zo met elkaar aan onderwijsvernieuwing te werken (zie bladzijde
64). Deze initiatieven versterken kennisdeling en het leren van en met elkaar.
De insteek is om van deze initiatieven te leren en ze te versterken.

Meer onderlinge samenwerking


Tijdens de gesprekken kwam de wens naar voren om in dit project met LOOK
vanuit een gezamenlijk initiatief te gaan werken aan de professionalisering van
leraren. Op die manier is er meer afstemming tussen de vele aanbieders van
bij- en nascholingsmogelijkheden en kan men elkaar versterken in plaats van
elkaars concurrent te zijn. Door in dit project de leraar centraal te stellen en te
werken vanuit een netwerkperspectief komt deze afstemming bijna vanzelf tot
stand. Vanuit een netwerkvisie zit het immers zo: rond een onderwijsvraagstuk

41
komen telkens die mensen bij elkaar die ook werkelijk iets kunnen toevoegen
aan de oplossing van het probleem en iets van elkaar willen leren. Deze mensen
gaan in gesprek met elkaar (voeren een professionele dialoog). Daarbij is het
belangrijk dat het vraagstuk van meerdere kanten (verschillende perspectieven)
wordt bekeken en besproken. Op deze manier leert iedereen van elkaars ideen
en creativiteit en komen er bruikbare oplossingen die ook breder op Aruba met
het onderwijsveld kunnen worden gedeeld. Het mes snijdt dan aan twee kanten.

Vraaggestuurd praktijkonderzoek
Enkele stakeholders gaven aan uitgebreider kennis te willen maken met de
werkwijze van LOOK. De ervaring die LOOK heeft bij het opzetten van vraagge-
stuurde onderzoeksprojecten (zie Martens, Kessels, De Laat, & Ros, 2011), waarbij
samen met leraren relevante problemen uit de praktijk worden onderzocht en
aangepakt, kan van toegevoegde waarde zijn bij het vormgeven van professiona-
liseringstrajecten op Aruba. In deze aanpak staat het oplossen van lokale proble-
men en vraagstukken van leraren centraal, maar wel op een manier dat die leidt
tot generieke oplossingen zodat deze ook door andere scholen en leraren kun-
nen worden gebruikt. Zo kunnen passende oplossingen uit de praktijk optimaal
worden gedeeld binnen het onderwijs gericht op de professionalisering van alle
leraren. Het vermogen om met elkaar in netwerken te gaan leren, staat centraal.

Doel van het project


Deze drie steeds terugkerende themas bepaalden het doel van het project: het
inrichten van een duurzame organisatiestructuur op Aruba, waardoor leraren
- naast traditionele bij- en nascholing - de mogelijkheid hebben om bottom-up-
vraaggestuurde professionaliseringsprojecten te starten. Deze projecten worden

42
als lerende netwerken opgezet. Hierin kunnen leraren (school- en bestuursover-
stijgend) ondersteund door bestaande professionaliseringsinstituten gezamenlijk
(in co-creatie) oplossingen gaan zoeken voor de in de vraagsturingsprojecten
opgeworpen problemen. De nadruk ligt op verbinden en duurzaam professiona-
liseren.

Naar een duurzame aanpak van netwerkleren


Naar aanleiding van deze formulering werden de eerste kaders voor het project
ontwikkeld. Al snel werd duidelijk dat er vanaf de start van het project gelijk-
tijdige actie op alle onderwijsniveaus nodig is: van leraren op de werkvloer, tot
schoolleiders, schoolbesturen en overige stakeholders in het onderwijsveld.
In de eerste plaats moest er de mogelijkheid worden gecreerd om leraren te
laten starten met netwerken. De leraren worden hiermee letterlijk in de
drivers seat van hun eigen ontwikkeling gezet. Dit kan alleen als leraren worden
ondersteund, zodat hun bottom-up-initiatieven ook (politiek) de ruimte voor ont-
plooiing krijgen. Hiertoe is een duidelijk signaal nodig van de ondersteunende
partijen dat er voor deze aanpak binnen dit project voldoende commitment is,
op zowel politiek niveau, het niveau van stakeholders en uiteraard op het niveau
van leraren. Dit kan door een stuurgroep van stakeholders op te richten die ge-
nformeerd wordt over de werkwijze en vorderingen. In deze stuurgroep zitten
bijvoorbeeld (afgevaardigden van) schooldirecteuren, schoolbesturen, beleidsma-
kers, Directie Onderwijs, IPA, enzovoort. De stuurgroep geeft de netwerken van
leraren als het ware het recht om met elkaar aan de slag te gaan met professi-
onaliseringsvraagstukken. De stuurgroep zorgt er ook voor dat de opbrengsten
van het netwerkleren worden verankerd, zowel op micro- (lespraktijk), meso-
(schoolorganisatie) en macroniveau (landelijk onderwijsbeleid).

43
Via deze stuurgroep wordt de betrokkenheid van stakeholders en leraren bij de
kwaliteit van het onderwijs gegarandeerd. Een tweede belangrijk effect van deze
stuurgroep is dat het mogelijk wordt om in de projecten direct met leraren en
belanghebbenden te werken.

Collegiale Politieke Randvoorwaardelijke


verbinding verbinding verbinding

vakbond

directie bestuur

l e ra ren ke h o l d e
partijen ta uitgevers
rs
s

departe-
ouders
ment

vereni-
bedrijven
gingen
LOOK

Kwaliteit onderwijs: lokale vraagstukken resulteren in generieke oplossingen

Figuur 1. Conceptuele weergave van De leraar in de drivers seat

44
Bij de activiteiten die de leernetwerken gaan starten, zitten de leraren in de
drivers seat. Zij zetten het vliegwiel van professionalisering in beweging door
praktijkvraagstukken te verbinden, op te lossen en te delen ten gunste van het
onderwijssysteem in zijn geheel. Deze lerende netwerken zijn zelfsturend en de
deelnemers vertegenwoordigen de instellingen waarvoor ze werken. De opbreng-
sten van dit netwerk komen direct ten goede aan de collegas in de scholen en
instellingen die erbij betrokken zijn (zie ook figuur 1).

De transitie van deze schets naar een uitvoerbaar plan in de praktijk beschrijven
we op bladzijde 74.

45
Netwerkleren
is samen naar


oplossingen zoeken
Janice Westerburger

46
47
Door John Arkenbout

Ze wil n ding wel duidelijk gezegd hebben: dat het in het onderwijs uiteinde-

lijk om de kinderen moet gaan. Ik ben niet belangrijk, de kinderen zijn belangrijk.

Ik wil dat mijn kinderen het goed doen, dat ze het goed kunnen doen. Het kind

staat centraal, je moet je altijd afvragen wat goed is voor het kind. En alle kinde-

ren op alle scholen moeten dezelfde rechten hebben.

Janice Westerburger is gepassioneerd leer- Ze noemt leerlingen met gehoorproblemen,


kracht, vindt haar werk hartstikke leuk. Les- waarvoor geen aparte begeleiding mogelijk
geven, met kinderen zijn, dat heeft ze altijd is. We hebben hier kinderen die eigenlijk in
al gewild. Ze werkt nu zeventien jaar in het het speciaal onderwijs thuishoren.
onderwijs, waaronder een jaar in het speciaal
onderwijs. En nu staat ze op de Basisschool Tralies voor de ramen
Reina Beatrix in Oranjestad voor de klas. Janice maakt deel uit van een lerarennet-
werk dat zich bezighoudt met basisvoor-
Meer dan lesgeven waarden scheppen. Het lastige is dat het
Maar de realiteit is niet altijd even gemak- gaat over problemen waar je als leerkracht
kelijk. Een open deur bijna, maar het werk geen directe invloed op kunt uitoefenen.
van leraren is niet meer alleen lesgeven. Er Je moet het naar voren brengen bij de
komen steeds meer dingen bij. En dan is een schoolleiding en bij schoolbesturen. Ze
klas van dertig kinderen wel erg veel in de wijst op de vastgeklonken zware tralies voor
kleine ruimte die ze heeft. Een hoekje waar alle ramen. Weliswaar voorzien van een fris
een groepje kinderen aan een bepaald the- kleurtje, maar het blijven tralies. Net als op
ma kan werken is er niet bij. Of je klaslokaal de meeste andere scholen op Aruba, als be-
inrichten voor andere activiteiten. Niet alleen veiliging tegen inbraken. Maar het betekent
de ruimte is een probleem, ook kinderen die wel dat kinderen in geval van nood niet via
hun problemen mee naar scholen nemen. de ramen naar buiten kunnen. Een ander
probleem is het ontbreken van een gymzaal.
De school bestaat meer dan zestig jaar en

48
nog steeds moeten de kinderen met een bus naar een hal bij het vliegveld worden gebracht
om daar te gaan sporten. Scholen die later zijn gebouwd, hebben wel gymnastiekvoorzienin-
gen.

Beperkingen
De beperkte invloed die je als leerkracht hebt, geldt ook voor zaken als het aantal leerlingen
in de klas en het gebruik van verschillende leermethoden. Omdat ze in een netwerk zit met
leerkrachten van zowel het openbaar als het bijzonder (katholiek) onderwijs, ziet ze verschil-
len in klassengrootte. Op de katholieke scholen zijn er kleinere klassen. In het netwerk praat
je erover hoe je dat naar voren kunt brengen bij schoolbesturen. Over verschillen in onder-
wijsmethoden denkt ze wel wat anders dan collegas die variatie een groot goed vinden.
Methoden verschillen te veel, vind ik. Zeker als het niveauverschillen worden. We hebben
niet voor niets eindtermen.

Samen zoeken naar oplossingen


Janice is blij met het netwerkleren voor leraren. Het geeft hoop op iets beter onderwijs in de
toekomst. Met het netwerk heb ik het gevoel dat er een licht is in de verte, een weg, dat we
samen naar oplossingen kunnen zoeken. En netwerken komen van het leerkrachtenveld zelf.
We werken met netwerken voor het onderwijs op Aruba, voor alle scholen.
Wat haar wel zorgen baart, is de vraag of de koers die nu is ingezet met netwerkleren, wel
bestendig is. Deze koers met netwerkleren wordt door de politiek gesteund, maar blijft het
zo als er volgend jaar verkiezingen zijn geweest?

49
Maar de realiteit is niet altijd even gemak
Een open deur bij kelijk.
na, maar het we
rk van leraren is
niet meer alleen
lesgeven. Er kom
en steeds meer
dingen bij.

Janice Westerbur
ger

Door John Arkenbout

Scholen op de wind
over het Arubaanse onderwijs

Wat Janice aangeeft, klinkt menig Nederlandse leraar vast bekend in de oren.
Er zijn veel overeenkomsten tussen het onderwijs op Aruba en in Nederland.
Maar er zijn ook duidelijke verschillen. Hoe ziet het onderwijs op Aruba eruit?
In welke context vindt het project De leraar in de drivers seat plaats? We geven een
sfeertekening van het primair onderwijs op Aruba.

Terug in de tijd
De school waar Janice werkt, is de basisschool Reina Beatrix aan de George Ma-
durostraat in Oranjestad. Het plantsoen voor de school ligt er netjes bij en biedt
een geweldig uitzicht op de Caribische Zee. Op een steenworp afstand liggen de
chique hotels en als je goed kijkt, kun je de cruiseschepen zien aankomen op dit
tropische toeristeneiland.
Het is een idyllisch plaatje en een locatie vol historische verwijzingen. Een
school met een naam die de verbondenheid met Nederland uitdrukt, al is Aruba
al ruim een kwart eeuw een zelfstandig land binnen het koninkrijk. Vlakbij is de
Julianaschool en de Wilhelminastraat is niet ver weg. De George Madurostraat is
genoemd naar een beroemde Antilliaan die als student in Nederland tijdens de
Tweede Wereldoorlog in het verzet ging en dat met zijn leven moest bekopen.

50
George Maduro kreeg postuum de Militaire Willemsorde, en naar hem is de
miniatuurstad Madurodam in Den Haag vernoemd.
De leerlingen zijn zich waarschijnlijk niet bewust van deze geschiedenis. Met de
luidruchtigheid die hoort bij schoolkinderen overal ter wereld, beginnen ze even
na enen aan hun dagelijkse vrije middag. Ze zijn s ochtends al vroeg begonnen,
een tropenrooster is hier de standaard.
Allemaal hebben ze bij wijze van uniform een poloshirt aan met de naam en het
logo van de school erop, zoals je dat op andere scholen ook ziet. Met een eigen
kleur polo voor elke klas. Kleurig is ook het schoolgebouw, en dat zie je wel
meer op Aruba: lichte pasteltinten maken de gebouwen vrolijk. Dat vergt regel-
matig onderhoud, vanwege de ongenadige permanente werking van zeelucht,
zonlicht en wind.

Scholen op de wind
Het is er altijd warm, op Aruba komt de (nacht)temperatuur nooit onder de 25
graden en in het droge seizoen kan het kwik oplopen tot 35 graden, en lang
niet alle lokalen hebben airconditioning. Scholen zijn daarom vaak op de wind
gebouwd, met open ramen en houten luiken waar de passaatwind continu
doorheen kan waaien. Dat zorgt voor enige verkoeling in de warme klaslokalen,
maar maakt ook dat het lawaai van buiten ongefilterd binnen komt, wat zeer
afleidend kan werken.
Net als in Nederland staan er hekken om de school, maar hier zijn ze nog wat
zwaarder en hoger. En veel ramen hebben tralies. Niet om de leerlingen binnen
te houden, maar om ongewenste gasten buiten te houden, want ook Aruba is
niet vrij van criminaliteit. Het is een keuze die leraren zoals Janice zorgen baart

51
omdat het tot gevolg heeft dat kinderen er moeilijk uit kunnen als er brand
uitbreekt. Hoewel dat vermoedelijk geordend zou verlopen, want in de klas is er
een ouderwetse discipline.
De tafeltjes en stoeltjes staan meestal opgesteld in rijen en voor de klas hangt
een klassiek donkergroen bord met krijtjes. Het door de onderwijsinspectie be-
paalde minutenrooster laat weinig ruimte voor individuele begeleiding en bindt
de klas aan het klaslokaal en het schoolterrein.
Op een openbare school als de Reina Beatrixschool zijn de klassen al gauw groter
dan op scholen van de Stichting Katholiek Onderwijs Aruba (SKOA), verreweg
het grootste schoolbestuur van Aruba. Schoolleider Louis Bernoski (zie bladzij-
de 194) heeft daar wel een verklaring voor: openbare scholen zijn verplicht alle
kinderen aan te nemen. Ook kinderen bij wie uit een test naar voren is gekomen
dat ze beter naar het speciaal onderwijs kunnen, maar waarvan de ouders dat
niet willen.

Het beste voor de kinderen


Net zoals in Nederland willen veel ouders het beste voor hun kinderen, ook als
het te hoog gegrepen is. Ook de leraren willen het beste voor hun leerlingen, ze
spreken bijna allemaal hartverwarmend over mijn kinderen. Maar ze worden
soms heen en weer geslingerd tussen ouders die het niet zo veel kan schelen en
ouders die hun kinderen een enorme prestatiedwang opleggen en verwachten
dat de leraar het regelt.
Het valt op dat leraren veel te maken hebben met gedragsproblemen. De al ge-
noemde kinderen die eigenlijk niet op een gewone school thuishoren. Agressieve
kinderen, kinderen die mogelijk autistisch zijn of ADHD hebben, kinderen die
zich niet kunnen concentreren of vaak afwezig zijn en anderstalige kinderen die
op latere leeftijd het primair onderwijs instromen waar alle materialen in het
Nederlands zijn.

52
De term sociaal-emotionele problematiek valt in bijna elk gesprek met leraren
op Aruba. Armoede, geweld, gebroken gezinnen worden als oorzaken genoemd.
Veel kinderen komen uit incomplete gezinnen, en een op de honderd kinderen
heeft helemaal geen moeder of vader meer, vertelt Eduard Pieters van de SKOA
(zie bladzijde 256).
Toch levert ook de inhoud van het onderwijs veel discussiestof op, die niet veel
verschilt van die in Nederland. Hoe zitten de verschillende schoolvakken in
elkaar, welk materiaal en welke methoden gebruiken we om de leerlingen naar
een goed niveau te begeleiden? Leiden er verschillende wegen naar dezelfde
eindtermen of kunnen we onderwijs op maat geven? Is er plaats voor onderwijs-
vernieuwing? Wat kunnen leraren zelf aanpakken en wat moet worden overgela-
ten aan de afdeling curriculumontwikkeling van de Directie Onderwijs? Krijgen
leraren tijd en ruimte om eigen initiatieven ontplooien? En wat doen we met de
instructietaal?

53
Taal
Taal is een van de belangrijkste kwesties op Aruba, zeker in het onderwijs.
De meeste Arubanen spreken van huis uit Papiamento, maar kunnen ook uit de
voeten met Nederlands, Engels of Spaans. Papiamento is de dominante taal op
Aruba, ook bij allerlei formele aangelegenheden. Maar de schriftelijke eindexa-
mens op middelbare scholen zijn exact dezelfde als die in Nederland, in het
Nederlands dus.
Leerlingen zullen daarom die taal moeten leren beheersen, en dat begint al spe-
lenderwijs op de kleuterschool, al wordt daar nog lesgegeven in het Papiamento.
Vanaf de basisschool is Nederlands de instructietaal en op de middelbare school
komt Papiamento weer in beeld, maar dan als schoolvak.

De alledaagse meertaligheid van Arubanen is voortdurend merkbaar. Een jongen


die je eerst in het Engels de weg wijst, dan in het Spaans en dan constateert dat
je ook Nederlands spreekt. Een schoolleider die je vertelt dat taal geen pro-
bleem is op school omdat daar alleen Nederlands wordt gesproken, de telefoon
opneemt en het hele gesprek in het Papiamento voert. Leraren die tijdens de
conferentie discussiren in Papiamento doorspekt met Nederlandse woorden als
leerplicht, curriculumontwikkeling en eindtermen.
Welke talen Arubaanse schoolkinderen moeten beheersen, is al geruime tijd een
punt van (politieke) discussie. Alleen Papiamento beheersen, beperkt mensen
tot Aruba en enkele andere eilanden. Met Nederlands kunnen Arubanen ook in
Nederland gaan studeren en werken maar dan houdt het wel op. De wereldtalen
Engels en Spaans liggen meer voor de hand om als Arubaan onder de knie te
hebben. Daar wordt nu projectmatig aan gewerkt met het pilotproject Proyecto
Scol Multilingual.

54
Volgens dat programma leren kinderen op de basisschool achtereenvolgens de
talen Papiamento, Nederlands, Engels en Spaans, zodat ze daarna een goede
meertalige basis hebben.

Lerarentekort
De lerarenpopulatie bestaat uit een meerderheid van landskinderen en een
minderheid van Nederlanders. Bij de eerste groep zie je ook wel wat Arubanen
die na een aantal jaren Nederland zijn teruggekeerd.
Mensen die op Aruba leraar willen worden, hoeven daarvoor niet meer naar
Nederland, want er is een eigen lerarenopleiding voor kleuter-, basis- en voort-
gezet onderwijs, het Instituto Pedagogico Arubano (IPA). Naast volwaardige
lerarenopleidingen biedt het IPA ook bijscholing en nascholing voor leraren aan.
Maar het is nog steeds niet genoeg om alle scholen te voorzien. Aruba heeft een
structureel lerarentekort, met de voor- en nadelen van dien. Voordeel is dat je als
leraar goed aan de slag kunt, nadeel is dat de lat niet hoog kan liggen. Een hoofd
van een school licht dit toe: een leraar die niet met enthousiasme werkt en bij
wijze van spreken alleen lesjes afdraait, kan door het lerarentekort lang in dit
patroon doorgaan.
Schoolbesturen moeten nog steeds gekwalificeerde leraren in Nederland wer-
ven, al is het lang niet meer zo veel als vroeger. Sommige leraren uit Nederland
blijven niet langer dan hun contractduur van drie jaar op Aruba. Maar anderen
raken aan het eiland verknocht, spreken de taal en worden net zo Arubaans als
anderen.

Uitdaging: cultuurverandering
Het Ministerie van Justitie en Onderwijs, en met name de minister zelf, omarmt
het project De leraar in de drivers seat (zie bladzijde 34). En daarmee het idee dat

55
leraren het stuur van hun eigen ontwikkeling in handen moeten nemen. Die
grote uitdaging vereist een flinke cultuurverandering: bij leraren zelf maar ook
bij al die partijen die de leraar de ruimte moeten geven om te veranderen, om
zelf initiatieven te nemen, contacten te leggen met collegas van andere scholen,
vernieuwingen in het onderwijs tot stand te brengen.

Net als in Nederland is het onderwijs op Aruba goed georganiseerd, met een
kathedraal van regelingen en instituten. Misschien is het wel te goed geregeld,
waardoor de noodzaak om zelf initiatieven te nemen voor velen niet altijd
duidelijk is. Leraren zouden moeten leren hun kennis en ervaring met anderen
te delen. Niet alleen netwerken, maar ook zorgen dat er intensieve kennisuit-
wisseling kan plaatsvinden in die netwerken. Datzelfde geldt voor schoolleiders
en schoolbesturen. En ook instituten als het IPA, de Inspectie Onderwijs en de
Directie Onderwijs met de belangrijke afdelingen Curriculumontwikkeling en
Begeleiding zouden nog meer ingespeeld moeten raken op netwerkleren en ver-
nieuwende initiatieven die van het werkveld komen. Ze zullen het ook moeten
willen stimuleren, de leraren de ruimte geven om bottom-up en met elkaar in
netwerkleren te leren.

Maar de belangrijkste spelers in dit verhaal zijn toch de leraren. Nu is het zaak
om leernetwerken op te zetten en uit te bouwen en stukje bij beetje de geesten
rijp te maken voor een toekomst waarin leraren de professionele ruimte hebben
om hun talenten nog beter te benutten en door netwerkleren samen slimmer
worden, om met de woorden van Joseph Kessels te spreken.

56
Onderwijs
op Aruba: d
e feiten
In 1986 wer
d Aruba afge
scheiden va
het een stat n de Neder
us apar te: he landse Antill
t is een zelfsta en en sindsd
rijk der Ned ndig en auto ien heef t
erlanden. A noom land
ruba heef t ee binnen het
ongeveer ev n bevolk ing Konink-
en groot als van ruim 10
Texel (180 km 2 0.000 inwon
). ers en is
Onderwijss
ysteem
Aruba heef
t een onderw
ijssysteem da
oog springt t erg lijkt op
het ondersch dat in Neder
1985 ook in eid tussen kl land. Meest
Nederland euterscholen in het
bestond. Het en basissch
mavo, havo vo ol en, zoals da
en vwo en la or tg ez et onderwijs ke t tot
diplomas zi ger- en mid nt nog de in
delbaar bero de lin g
jn dezelfde epsonder w
als in Neder ijs. De exam
derlandse un land, zodat en s en de
iversiteit of daarmee ee
hbo mogelijk n opleiding
speciaal on is. Aruba he aan een Ne-
derwijs; voor ef t ook een
slechthorend moeilijk en aantal scho
zeer moeilijk len voor
e kinderen. le rende kinder
voor hoger Vo or w ie verder wil le en en voor
onderwijs, w ren, heef t A dove en
aaronder de ruba enkele
economie, so universiteit instellingen
cial studies (UA) met de
voor tgezet en hospital faculteiten
ity managem recht en
onderwijs ku ent. Leraren
nnen voor hu voor kleute
bij- en nasc n opleiding r- basis en
holingsprog naar het IPA
rammas vo . Het IPA ve
or leraren. rzorgt ook
O verheid
Het onderw
ijsbeleid op
Aruba is in
wijs. Belang handen van
rijke dienst het M iniste
en die onde rie van Just
len zijn de In r de verantw itie en Ond
spec tie Ond oordelijk he er-
er w ijs en id van dit m
weer versch de Directie in is te ri e val-
illende afde Onder wijs.
lingen, zoal Directie Ond
ning en Bele s Begeleidin er wijs kent
id. Ook het g, Curriculum
openbare sc ontwik kelin
schoolbestur hoolbestuu g en Plan-
en en het IP r, de uit de
A vallen on op en ba re ka
der de vera s bekostigde
ntwoordelijk
heid van he
t ministerie.

57
en
Aruba: de feit
Onder wijs op
e over-
en door Arubaans
Schoolbestur st uu r (D PS), een aantal et
n openbaar sc
ho ol be besturen die ni
Aruba kent ee ol be st ur en en twee school a
ere sc ho Onderwijs Ar ub
ieerde bijzond ing Katholiek
heid gesubsid n. De St ic ht
id gesubsidie
erd worde hoolbestuur.
door de overhe n op Ar ub a, het grootste sc
n alle schole protes-
twee derde va aarvan twee op
(SKOA) is, met ei ne re sc ho olbesturen, w derwijs.
s kl
zijn er nog ze voor tgezet on
Naast de SKOA ds la g, en ee n alleen voor
gron
op christelijke
tantse en een

en mbo,
Scholen holen voor vo
, 37 ba sis sc holen en 13 sc taal
kleuterscholen ijs volgen. In to
Aruba heef t 19 ge n en st ud enten onderw kleuter-
zon 22.000 le
erlin im 800 in het
waar elke dag ijs op Ar ub a, waarvan ru
onderw
leraren in het
werken er 1500
rwijs.
en basisonde

58
59
Onze taak bij
netwerkleren is
ondersteunen, bege-
leiden en bemiddelen

Anchie Croes

60
61
Door John Arkenbout

Op Aruba zijn er verschillende ontwikkelingen in het onderwijs gaande. Netwerk-

leren kan daaraan een mooie bijdrage leveren. Voor sommige mensen is netwerk-

leren al bekend en voor anderen is het nieuw. Afdeling Begeleiding verzorgt al

jaren netwerken voor IBers en in het verleden waren er ook netwerken voor

schoolleiders.

Een platform waar mensen van Netwerkleren op alle niveaus


elkaar leren Maar netwerkleren gaat niet vanzelf, er is
Anchie Croes, cordinator van de Afdeling wel wat voor nodig, vindt Croes. En het moet
Begeleiding van de Directie Onderwijs, ziet niet van bovenaf worden opgelegd. Het
een plaats voor netwerkleren in het nascho- moet uit henzelf komen, maar haar afdeling
lingsbeleid op Aruba. In bijeenkomsten die van ongeveer acht mensen (maar samen 5
het project De leraar in de drivers seat voor ftes voor taak van begeleider) kan daarbij
stakeholders heeft gehouden, is gebleken vooral een ondersteunende, begeleidende,
dat de diverse aanwezige stakeholders bemiddelende rol hebben. Wij kunnen als
netwerkleren zien zitten. Door de verplichte intermediair optreden, tussen schoolbestu-
lerarenconferentie van september 2012 ren, scholen en netwerken, en ze wijzen op
heeft het hele lerarenkorps van het primair werkwijzen en best practices van anderen
onderwijs kennis kunnen maken met net- die nuttig kunnen zijn. Ze noemt niet zonder
werkleren als vorm van professionaliseren reden meer spelers in het onderwijsveld,
die ze kunnen inzetten zonder op anderen want ze ziet netwerkleren breder dan als
te moeten wachten of afhankelijk te zijn een activiteit voor leraren. Netwerkleren kan
van anderen voor eigen professionalisering. op alle niveaus gebeuren en niet alleen op
Er zijn natuurlijk altijd dingen die worden het niveau van leraren en schoolleiders. Zo
opgelegd, maar er zijn nog genoeg dingen moeten er ook netwerken zijn van scholen,
waar we zelf aan kunnen werken, samen met schoolbesturen en niet alleen van eenzelf-
anderen. Het mooie van netwerkleren is dat de type instantie of doelgroep maar ook
het een karakter heeft van een platform waar gemengd.
mensen van elkaar kunnen leren.

62
In netwerken kunnen schoolbesturen met elkaar overleggen over beleidszaken, scholen kun-
nen van elkaar leren bij het maken van jaarplannen, schoolleiders kunnen samen getraind
worden in management en hun kennis en ervaring op dat gebied delen. Schoolbesturen zijn
al met elkaar aan het netwerken.

Streven naar meer autonomie


Verantwoordelijkheid nemen, meer autonomie, eigen initiatief tonen, zelf willen. Dat zijn
uitgangspunten die de Afdeling Begeleiding huldigt. Dat wil niet zeggen dat alles maar aan
leraren, scholen en schoolbesturen wordt overgelaten. Croes: Hoe meer schoolbestuurders
en schoolleiding zelf kunnen, hoe beter, maar we kunnen goede begeleiding blijven bieden
bij de professionalisering van leraren en schoolleiders. Maar wel op aanvraag van scholen,
want we willen dat scholen meer autonomie, meer verantwoordelijkheid hebben. Het is het
zelf willen dat belangrijk is, teams moeten zelf begeleiding willen. Wij zijn er voor het veld,
maar mensen moeten het eerst willen en kunnen ons dan vragen.

De afdeling begeleiding heeft meer te bieden. We houden ook workshops en begeleiding


op de werkvloer, ook voor het management en intern begeleiders. Het is een taak die ook
door IPA wordt gedaan. Daarbij houden we intakes om erachter te komen wat scholen willen.
We willen niet alleen iets droppen, we willen ook de uitvoering op de werkvloer begeleiden,
ondersteunen en nazorg bieden om duurzaamheid te waarborgen.

63
Door Rene de Kruif en Monique Korenhof

Vruchtbare voedingsbodem op Aruba

Afdeling Begeleiding verzorgt al jaren netwerken voor IBers en in het


verleden waren er ook netwerken voor schoolleiders
Anchi Croes

De leraar in de drivers seat sluit zo veel mogelijk aan bij soortgelijke projecten en initiatieven op
het eiland, zoals genoemd door Anchi Croes. De inzichten die in deze projecten zijn opgedaan
en de hieruit geleerde lessen, nemen we mee in dit project. Met andere woorden: de voedings-
bodem waarop we gaan zaaien, willen we optimaal gebruiken. Daarvoor is goed zicht op deze
voedingsbodem van groot belang.

Een stakeholdersanalyse bij aanvang van het project gaf zicht op de bestaande krachten in
het onderwijsveld en de posities en verantwoordelijkheden die bijvoorbeeld het Bureau van
de Minister, de verschillende afdelingen binnen de Directie Onderwijs, Inspectie Onderwijs, de
schoolbesturen, de schoolleiders en de vakbonden hierin hebben. De lokale projectleider orga-
niseerde informatiebijeenkomsten voor deze stakeholders waarin de projectplannen besproken
werden en genventariseerd werd wat voor projecten er al zijn op het gebied van netwerkleren.
Vervolgens interviewden we enkele contactpersonen van bestaande netwerken in het onderwijs
op Aruba, voerden we gesprekken met mensen die actief bij eerdere vernieuwende initiatieven
betrokken waren, en spraken we met onderwijsonderzoekers op Aruba over mogelijke aanslui-
ting bij bestaande onderzoeksprojecten.

De bijeenkomsten en gesprekken leverden informatie op waarmee we de voedingsbodem voor


het werken aan professionaliseren van leerkrachten in het algemeen en netwerkleren specifiek
in beeld konden brengen. Om beter te begrijpen wat deze lessons learned precies betekenen
voor De leraar in de drivers seat nodigden we een groep mensen uit het onderwijsveld uit, die
potentieel een begeleidende of onderzoekende rol konden spelen in de ondersteuning van het

64
netwerkleren op Aruba. Met hen inventariseerden we wat er nodig is om leraren op Aruba daadwerkelijk
achter het stuur van hun eigen professionele ontwikkeling te zetten en hen daarin te ondersteunen.

Professionaliseren van leraren


Leraren op Aruba hebben tachtig verplichte nascholingsuren per schooljaar. Er zijn verschillende partijen
die hierbij een rol spelen. Het bureau Nascholing van het IPA keurt als het ware goed wat er al dan niet
onder nascholing valt. Samen met de afdeling Begeleiding van Directie Onderwijs stelt het IPA jaarlijks
het nascholingsaanbod vast, gebaseerd op de behoefte van leraren. Scholen schrijven zich vervolgens
in voor scholings- en begeleidingsactiviteiten. Alleen de nascholingsactiviteiten die als team worden
gedaan, vallen onder de tachtig nascholingsuren.
Netwerkleren zien de genterviewden als een goede aanvulling op het bestaande jaarlijkse aanbod.
Men is ervan overtuigd dat er veel kennis is op het eiland die gedeeld kan worden, waardoor niet steeds
opnieuw het wiel uitgevonden hoeft te worden. Men geeft wel aan dat het animo voor netwerkleren
groter zal zijn als deze manier van leren erkend wordt en ook onder de tachtig nascholingsuren valt.

Bestaande netwerken
Het netwerk van interne begeleiders (IB-netwerk) en het netwerk dat startte op initiatief van drie kleu-
terschool schoolleiders (LDD-netwerk) zijn twee bestaande netwerken op Aruba. Voor details over het
ontstaan en de ontwikkeling van deze netwerken voor de start van dit project, zie de kaders op bladzijde
68 en 69.

Kenmerken netwerken
De bestaande netwerken (IB en LDD) zijn formeel georganiseerd. De organisatie rondom het IB-netwerk
is in handen van Directie Onderwijs, en het LDD-netwerk wordt organisatorisch ondersteund vanuit het
IPA. Deze netwerken zijn gesloten van aard: het is alleen mogelijk om je bij het netwerk aan te sluiten op
basis van je functie (bijvoorbeeld IBer) of op basis van deelname aan een bepaalde cursus.

Wat leveren de netwerken op?


Deelname aan de netwerken zorgt voor collegiale steun voor het werk dat de leraar, IB er of schoolleider
doet en levert nieuwe ideen, materiaalkennis en nieuwe contacten op. Leraren maken door deelname
een persoonlijke groei door die doorwerkt naar de leerlingen. Deze opbrengsten zijn vooral zichtbaar
voor direct betrokkenen; de kennis blijft hangen in de netwerken. Collegas buiten de netwerken, die ook
kunnen profiteren van de opgedane kennis, hebben geen idee van de rijkdom aan al bestaande kennis

65
en informatie. En ook voor hen die het netwerkleren zouden kunnen ondersteunen of sponsoren
(in termen van tijd, geld en faciliteiten) blijven de opbrengsten onzichtbaar.

Wat is nieuw aan De leraar in de drivers seat?


De genterviewden geven aan dat de bottom-up- en open benadering van LOOK (dat iedereen
met interesse en commitment kan meedoen) uniek en zeer welkom is. Deze benadering kan
bestaande structuren doorbreken; mensen met verschillende functies, van verschillende school-
besturen zijn niet meer elkaars concurrent, maar delen hun expertise. De leerkrachten krijgen de
ruimte om te werken aan oplossingen voor praktijkvragen. Tegelijkertijd komt er een verantwoor-
delijkheid bij leerkrachten te liggen die als spannend ervaren wordt. Er is enthousiasme over de
geplande opzet van het project die directe betrokkenheid vereist van leraren, schoolleiders en
overige stakeholders (zoals schoolbestuurders, de inspectie, vakbonden, enzovoort) en daarmee
de ontwikkeling van een duurzame organisatie bevordert.

Onderzoek
Het onderwijsonderzoek op Aruba wordt uitgevoerd door verschillende partijen, o.a. door onder-
zoekers van de universiteit (UA), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op Aruba en het IPA.
Door beperkte toegang tot de klassen is het een uitdaging voor onderzoekers om data te verza-
melen in de scholen. Daarom worden leraren in scholen actief betrokken bij de dataverzameling.
Dit sluit wat betreft aanpak en perspectief aan bij het gedachtegoed van LOOK: onderzoek met,
door en voor leraren. De UA, het CBS en het IPA hebben verschillende onderzoeksprogrammas
gerelateerd aan onderwijs, maar geen enkel programma houdt zich expliciet bezig met het leren
of professionaliseren van leraren op Aruba. Het onderzoek binnen het project De leraar in de dri-
vers seat kan een eerste aanzet daartoe zijn. Onderzoekers van de genoemde instanties kunnen
met behulp van het LOOK-instrumentarium het professionaliseren van leraren in leernetwerken
en het effect hiervan op de dagelijkse praktijk op Aruba bestuderen (zie bladzijde 82 voor een
toelichting op dit instrumentarium). Door het onderzoek binnen het project direct onder te bren-
gen in bestaande onderzoeksinstanties op Aruba dragen we bij aan een duurzame organisatie
die het professionaliseren van leraren door middel van netwerkleren kan ondersteunen.

66
Lessons learned
De inventarisatie van voorgaande initiatieven levert een aantal aandachtspunten of tips op voor het
project De leraar in de drivers seat.
Start bottom-up, dus vanuit de vragen op de werkvloer. Dit zorgt voor relevantie, enthousiasme, moti-
vatie en energie.
Creer actief en wederzijds commitment en eigenaarschap op alle niveaus: leraren, schoolleiders,
schoolbesturen en overige stakeholders zoals de minister, Directie Onderwijs en de inspectie. Dit
vraagt om afstemming van belangen en agendas.
Doorbreek bestaande structuren: zorg dat directeuren en leerkrachten op gelijk niveau met elkaar
kunnen communiceren en een gelijk recht op inspraak hebben. Bijvoorbeeld een stuurgroep
bestaande uit mensen van alle geledingen, zodat er contact is met de werkvloer.
Zorg voor transparante communicatie en regelmatige updates over de stand van zaken.
Zorg voor continuteit in de zin van tijd, ruimte en geld.
Stimuleer het delen van de kennis: de netwerken die er voor de start van het project al waren, leggen
hun opbrengsten nu niet vast of maken kennis niet toegankelijk voor genteresseerden buiten het
netwerk. Daarmee gaat veel ervaring en kennis verloren en probeert men onnodig opnieuw het wiel
uit te vinden.
Activeer de intrinsieke motivatie tot vernieuwing: vertrouw erop dat dit kan slagen, toon bereidheid
om samen te werken, evalueer en reflecteer.
Breng netwerkleren onder bij de activiteiten die onder de tachtig scholingsuren vallen.

Tot slot worden er bij de start van het project zorgen geuit over de duurzaamheid: waarom investeren
in een nieuw initiatief waar de stekker uitgetrokken kan worden als het geld op is? Zonder follow-up
verdwijnt het project en dus ook de inzet en motivatie van de mensen. Door vanaf het begin niet alleen
te werken aan overdracht van kennis en vaardigheden, maar ook aan het inrichten van een organisatie
met lokale partners leggen we de weg naar een duurzame organisatie en daarmee continuering van het
project als de financile middelen van het huidige project op zijn. Dit maakt het enthousiasme om mee
te doen aan dit project groot. Op bladzijde 74 beschrijven we hoe we het opzetten van deze duurzame
organisatie hebben vormgegeven.

67
van het projec t
he t was bij de star t
IB Netwerk zoals
IBers op Aruba.
Genteresseerde
Deelnemers:
dingstrajec t voor
rdeel van het oplei
en jaa r ge led en ontstaan als onde
Vijfti
Ontstaan: (DO).
Direc tie Onderwijs
nieuwe IBers bij

se bijeen-
voor de maandelijk
de inh ou de lijk e onderwerpen aan n de IBers
DO droeg zamerhand name
Ontwikkeling: or de organisatie. Lang
zo rg de vo het orga-
komsten en n onderwerpen en

oo rd eli jk vo or het aandragen va zelf ook
meer verantw voor de IBers, die

bij ee nk om ste n. Dit werd te veel t
niseren van de weer over, maar he

sto nd en . DO na m de organisatie llen
nog voor de klas vaak samen te wi
ef da len . Me n gaf aan minder
aantal deelnemers
ble or hen bepaalde
he bb en aa n ga stsprekers voor do t
e te r in de drivers sea
komen en behoeft de start van De leraa
ati e lig t bij
organis r jaar een bijeen-

onderwerpen. De tens drie keer pe

DO , die ern aa r streeft om mins
weer bij
n.
eren en facilitere
komst te organis

zorgt voor
or de IBers zelf. DO
en wo rd en jaa rlijks bepaald do t het
De onderwerp ervaring heeft me
Inhoud: rkt sa me n me t een IBer die veel
gastsprekers of we

topic.
-
van professionali
ste n wo rd en erk end als een vorm
nkom
De netwerk bijee nascholingsuren
.
Erkenning: nie t onder verplichte
ar va lle n
seren, ma

, wisselt
e positie van IBers
un bij elk aa r vo or de vaak eenzam bin nen
Men vindt ste brengsten blijve n
Opbrengsten: et nie uw e kennis op. De op
en do
informatie uit gd.
rden niet vastgele
het netwerk en wo

68
LDD projec t (leer
lingvolgsysteem
)
Deelnemers:
Leerk rachten en
schoolhoofden va
n kleuterscholen
en basisscholen.
Ontstaan:
Acht jaar geleden
opgericht door sch
oolhoofden van dr
op Aruba, die same ie kleuterscholen
n op zoek gingen
krijgen voor het na ar een leerlijn om
aanbieden van de meer houvast te
leerstof op alle on
voor kleuters. twikkelingsgebied
en

Ontwikkeling:
Ze begonnen me
t maandelijkse bij
eenkomsten, en
ren studiedagen organiseerden me
per jaar voor interv erde-
isie. Na twee jaar
die een begeleide betrok men het IPA
r leverde, en nog ,
tien kleuterschole
De drie startende n bij het project.
schoolhoofden fun
ctioneerden als tre
den presentaties kkers en verzorg-
op genteresseerd
e sch olen. Zij cordinere
de naam Zorgstru n het nu onder
ctuur project kleute
ronderwijs. Deeln
leveren een afgev emende scholen
aardigde, bijv. ee
n leerkracht, die
het team bespree de hulpvragen va
kt in het netwerk n
en oplossingen ter
team. Zo hoeven ugkoppelt naar he
beginnende schole t
n niet zelf het wi
el uit te vinden.
Inhoud:
De inhoud van de
bijeenkomsten wo
scholen. rdt bepaald door
de deelnemende

Erkenning:
Het project word
t als nascholing bij
het IPA aangebod
onder de tachtig en en valt daarm
verplichte nascholi ee
ngsuren.
Opbrengsten:
De ontwikkelde ma
terialen worden in
De schoolhoofden een cursus van he
ervaren collegiale t IPA aangeboden
ste .
delen gemeensch un van andere sch
appelijke doelen oolhoofden, ze
en dat geeft meer
Leraren leren elk zekerheid in het
aar te ondersteune werk.
n in het proces en
lijke groei door. Da maken een perso
arnaast neemt hu on-
merkt dat leerlin n materiaalkennis
gen door het lee toe. De inspectie
rlingvolgsysteem
De afdeling bege beter presteren.
leiding heeft inzag
e in de resultaten
volgsysteem en ko van het leerling-
mt op basis daarv
an soms observe
ren.

69
Een school kan
alleen maar
groeien door te leren
in netwerken

Emy Davelaar

70
71
Door John Arkenbout

Als netwerken goed wordt aangepakt, dan werkt het heel goed. Dan komen de

oplossingen voor problemen waarmee we hebben te maken vaak een-twee-drie.

Het zijn de woorden van Emy Davelaar, een bescheiden en tegelijk kordate vrouw,

goed bekend binnen het onderwijswereldje van Aruba.

Emy is hoofd van de Agnes Kleuterschool in zijn we met collegas gaan spreken over een
de wijk Montana in Noord. Eigenlijk had ze methode voor leerlijnen, daarna over een
al met pensioen moeten zijn, maar ze heeft leerlingvolgsysteem. We kwamen erachter
een jaar verlenging gekregen om haar werk dat je niet alleen met bepaalde problemen
af te maken. En haar werk is niet alleen het zit. Dat je ervaringen kunt uitwisselen. En we
leidinggeven aan haar school, maar ook zagen dat het goed was voor de kinderen.
actief als platformlid deelnemen aan het
project De leraar in de drivers seat. Tijdens de Meer wegen naar het doel
grote lerarenconferentie Get in, ban cu nos Ze heeft uitgesproken opvattingen over de
heeft ze drie dagen lang workshops gegeven invulling van het onderwijs. Natuurlijk zijn
aan leerkrachten van over het hele eiland. er eindtermen die moeten worden gehaald,
maar dat hoeft niet volgens een vooraf vast-
Pionier gelegde methode. In het onderwijs ligt het
Emy is op Aruba een pionier op het gebied doel vast, maar je kunt kiezen of de weg naar
van netwerken, was daar al mee bezig voor- dat doel wel of niet flexibel is.
dat het project vanuit het ministerie startte. Dat er meer wegen naar het doel leiden, kun
Het netwerk dat ze met collegas in 2008 je juist in leernetwerken ontdekken. Ook dat
heeft opgezet (het LDD project), is in april er meer oplossingen zijn voor een probleem.
2012 aangehaakt bij De leraar in de drivers Emy is er stellig in: De oplossingen komen
seat. Ze is lid geworden van het platform vaak een-twee-drie. Een voorbeeld: als je
van dit project en haar inbreng wordt zeer zes mensen vraagt hoe ze een bepaalde les
gewaardeerd. Het kost haar geen enkele geven, dan krijg je zomaar zes verschillende
moeite om duidelijk te maken hoe goed lessen waarmee je beter kunt variren of
netwerkleren kan werken, want ze heeft zelf waar je een uit kunt halen waarmee je de
gemerkt dat het succesvol kan zijn. In 2008 stof beter kunt geven.

72
Geen wondermiddel
Emy heeft goede ervaringen met netwerken, maar wil wel opmerken dat netwerken geen
wondermiddel is voor alle problemen. Netwerken helpt het beste bij zaken die je zelf in de
hand hebt, zoals gedragsproblemen, didactische en pedagogische vragen, lesmethoden.
Er zijn ook zaken die niet in je hand liggen. Bijvoorbeeld werkomgeving en goede voorzie-
ningen. Dan komen dingen naar voren die je niet kunt oplossen zonder andere partijen,
zoals het schoolbestuur of de oudercommissie. Maar als de oudercommissie niet actief is
en het schoolbestuur niet meewerkt, dan kun je nog niets. Dat wil niet zeggen dat er niets
mogelijk is.

Tijd
In netwerkleren moet je investeren, vooral tijd, weet Emy heel goed. Netwerkleren is van
elkaar leren hoe je je werk beter kan doen, en het is ook een manier om anders tegen je werk
aan te kijken. Dat kan heel concreet, heel praktisch worden ingevuld door er tijd voor vrij te
maken, wat Emy betreft. Mensen willen wel maar hebben geen tijd. Maar als je iets graag
wilt, dan maak je er ook tijd voor. Bij ons op school hebben we naast leerlingbesprekingen
ook leerkrachtbesprekingen ingevoerd. Elke tweede dinsdag van de maand. Een leerkracht
krijgt dan tips over wat er beter kan worden gedaan, of antwoorden op problemen waar ze
mee zit. Het kost wat tijd, maar het hoeft ook geen zeen van tijd te kosten.

73
Tijdens de grote lerarenconfere
heb ik drie da ntie Get in, ba
gen lang wor n cu nos
kshops gegeve
van over het n aan leerkrac

hele eiland. hten

Emy Davelaar

Door Brigitte Boekhoudt, Monique Korenhof en Rene de Kruif

Van tekentafel naar uitvoering


Vanuit de grove schetsen en algemene kaders ontworpen aan de tekentafel (zie
bladzijde 40), maakten we een vertaalslag naar de praktijk. Een praktijk waarin
netwerkleren een vast en gewaardeerd onderdeel moet worden van het onder-
wijs op Aruba.
Centraal in deze vertaalslag staan drie pijlers die weergeven wat er moet gebeu-
ren om het beoogde doel te behalen: (1) het inrichten van een natuurgetrouwe
ondersteunende organisatiestructuur op Aruba die bottom-up-professionaliseren
mogelijk maakt, (2) het overdragen van kennis en vaardigheden met betrekking
tot bottom-up-professionaliseren en netwerkleren, en (3) het begeleiden van
onderzoek om het effect van deze professionaliseringsvorm in kaart te brengen.
Bij elke stap in het proces creerden we activiteiten die deze drie pijlers onder-
steunen. Ook hier hanteerden we een bottom-up-benadering, waarbij projectme-
dewerkers op Aruba in co-creatie met projectmedewerkers van LOOK oplossin-
gen zochten voor professionaliseringsvraagstukken op Aruba.
Emy Davelaar is een van de platformleden die actief meedraait in de uitvoering
van het project. Haar inzet tijdens de conferentie waaraan ze hierboven refe-
reert, maakte deel uit van de activiteiten die we onder de tweede pijler ontplooi-
den. Hieronder de concrete invulling van de drie pijlers.

74
Ondersteunende organisatiestructuur
Om de duurzaamheid te borgen, werkte de projectleiding aan het inrichten van
een organisatiestructuur die op eigen kracht gecontinueerd kan worden. Dit
betekende dat er vanaf de start van het project gerichte stappen en actieve be-
trokkenheid van lokale actoren op ieder niveau van het onderwijssysteem nodig
waren. De organisatiestructuur zou gaandeweg vanuit de behoefte van de op
te starten pilotnetwerken opgebouwd worden, in eerste instantie ondersteund
door medewerkers van LOOK. Hierbij was het steeds noodzakelijk te zoeken naar
mogelijkheden en middelen om de ingestelde structuren permanent te maken
en deze onafhankelijk van LOOK te laten opereren.

Het platform
In de eerste fase van het project werd de eerste ondersteunende laag van de orga-
nisatie het zogenaamde platform opgericht door de projectleider op Aruba.
De projectleider zocht hiervoor naar enthousiaste mensen met kennis van het
onderwijsveld, die potentieel een ondersteunende/coachende rol kunnen spelen
bij het project of het onderzoek kunnen uitvoeren. Bij aanvang van het project
is het gelukt om een groep van ongeveer tien mensen nieuwsgierig te maken. Zij
hebben heel verschillende achtergronden: leraren, (gepensioneerde) schoollei-
ders, mensen van begeleidings- en nascholingsdiensten en onderzoekers. Allen
met een eigen expertise die hij of zij graag wilde inzetten.

75
Hoe het platform er precies uit zou zien en functioneren, lag niet bij voorbaat
vast: dat zouden de deelnemers van het platform bepalen. Om dit proces te on-
dersteunen, werden er workshops voor de platformleden georganiseerd, waarin
ze via de werkvormen van de Toolkit Netwerkleren (zie bladzijde 112) steeds beter
zicht kregen op wat het platform zou kunnen betekenen. Voorop stond steeds
dat het platform ondersteunend aan de netwerklerende leraren opereert. Omdat
de netwerken direct na de start aangeven behoefte te hebben aan Leernetwerkcoa-
ches (zie bladzijde 124) nemen de platformleden als vanzelfsprekend die Rollen
op zich. Een belangrijke taak van het platform is stakeholders te activeren die
uiteindelijk voor het bredere draagvlak van netwerkleren zorgen (zie figuur 1).

De platform leden bogen zich daarnaast ook over de vraag hoe zij zelf onder-
steund zouden kunnen worden in een duurzame organisatie. Zo werd een werk-
en opslagruimte ingericht binnen Directie Onderwijs, en werd actief gewerkt
aan de mogelijkheid om taakuren te creren voor deelnemende onderwijskrach-
ten die ook dagelijks met beide benen in het veld staan. Voor gepensioneerden
leden zou een contract voor een aantal uren per week tot de mogelijkheden kun-
nen behoren. Zij kunnen immers veel van hun rijke ervaring en kennis delen
met anderen. Het platform werkte vanaf het begin intensief samen.
Het kwam om de week bij elkaar om de stand van zaken te bespreken, waar de
platformleden en coaches tegenaan waren gelopen en hoe ermee om te gaan.
Ook werd er vooruit gekeken naar wat voorbereid en georganiseerd moest wor-
den. Het platform werd in deze activiteiten ondersteund door de medewerkers
van LOOK. In de loop van het project werd deze ondersteuning minder noodza-
kelijk en daarom steeds minder intensief.

76
Enkele platformleden blikken terug op de bijeenkomsten van de leernetwerken

Steun vanuit de stakeholders


Naast het opbouwen van de eerste ondersteunende laag werkte de projectlei-
ding en de platformleden aan het verbreden van het draagvlak en intensiveren
van het commitment bij de ondersteunende partijen. Op bladzijde 74 hebben
we de noodzaak voor een breed draagvlak binnen het onderwijs en een stuur-
groep beschreven. Een stuurgroep die bij voorkeur bestaat uit (afgevaardigden
van) schooldirecteuren, schoolbesturen, beleidsmakers, Directie Onderwijs, IPA,
enzovoort, en die de leernetwerken de legitimiteit en ruimte verschaft om met
elkaar aan de slag te gaan met professionaliseringsvraagstukken. Maar die ook
helpt bij het zichtbaar maken en verankeren van de opbrengsten in de praktijk,
schoolorganisaties en het landelijke onderwijsbeleid. In het deel Cultiveren (zie
bladzijde 206) beschrijven we hoe de stuurgroep tot stand kwam en hoe ook zij
met behulp van workshops en werkvormen uit het instrumentarium van LOOK
nauwer betrokken raakten bij het project en het netwerkleren.

77
We hebben in alle activiteiten sterk ingezet op netwerkleren, en het ontwikke-
len van ondersteunende faciliteiten daarvoor. Uiteraard deden we dit op een
bottom-up-wijze; we betrokken de hele doelgroep (leraren, schoolleiders, stake-
holders) in de zoektocht naar de beste aanpak om De leraar in de drivers seat zijn
duurzame karakter te geven.

Overdracht van kennis en vaardigheden


Om echt met netwerkleren aan de slag te kunnen, is het nodig om netwerkleren
te ervaren. Omdat we de leraren in de drivers seat wilden krijgen van hun eigen
ontwikkeling, werden zij als eerste uitgedaagd om meer te leren over netwerkle-
ren. In de delen Zaaien en Cultiveren beschrijven we uitgebreid hoe de betrokken
leraren kennis opdeden over netwerkleren en hun vaardigheden met betrekking
tot het netwerkleren verder ontwikkelden.

78
Om de kennis, vaardigheden en werkwijzen direct te borgen in de organisatie,
werd de begeleiding van de leernetwerken (die ontstonden uit deze eerste
activiteiten met leraren) vanaf het begin door de organisatie op Aruba verzorgd,
met name door de platformleden. LOOK-medewerkers deelden hierbij de kennis
van en ervaring met het opstarten en ondersteunen van leernetwerken die zij
eerder opdeden in projecten in het onderwijs. Zij maakten hierbij veelvuldig ge-
bruik van de Toolkit Netwerkleren, die in deze eerdere projecten ontwikkeld werd.
We kozen voor een train-de-traineraanpak. Zo werd iedere workshop die we
ontwikkelden zo veel mogelijk door een platformlid en een medewerker van
LOOK samen verzorgd. Ook werden er zoveel mogelijk draaiboeken en andere
ondersteunende materialen ontwikkeld ter ondersteuning van de workshops.
Dit maakt het voor de platformleden mogelijk om de workshops op een ander
tijdstip nog eens aan te bieden. Enkele voorbeelddraaiboeken zijn opgenomen in
het deel Aan de slag (vanaf bladzijde 309).

79
Bij de start van de leernetwerken boden LOOK-medewerkers de leernetwerk-
coaches van het platform ondersteuning op afstand. Langzamerhand raakte de
rol van LOOK in deze gesprekken steeds meer op de achtergrond, en namen de
leernetwerkcoaches het initiatief om zelf als een echt leernetwerk te gaan funge-
ren waarin ze elkaar konden voorzien van de nodige tips en ideen.

Onderzoek
Het project heeft een innovatief karakter en de relevantie van de opbrengsten
van het project zijn groot voor Aruba n voor LOOK. Een goede reden om flan-
kerend onderzoek uit te voeren; een systematische reflectie op het proces, om zo
conclusies te kunnen trekken die bruikbaar zijn in de aanpak van soortgelijke
vraagstukken en opdrachten op andere Caribische eilanden of in Nederland.
Het onderzoek van het proces werd in eerste instantie vanuit LOOK gepland.
Gelijktijdig zochten we naar onderzoekpartners die niet alleen het onderzoek
binnen de vraagsturingsprojecten zouden kunnen begeleiden en vormgeven,
maar ook op langere termijn over het effect van deze vorm van professionalise-
ren kunnen rapporteren. De gegevens die we verzamelden komen in alle delen
van het boek terug. In het deel Oogsten (vanaf bladzijde 213) vatten we het onder-
zoek en de resultaten samen. In het volgende hoofdstuk beschrijven we vier
instrumenten die gebruikt kunnen worden bij het systematisch in beeld brengen
van netwerken en netwerkleren.

80
81
Door Rene de Kruif en Monique Korenhof

Instrumenten om het netwerkleren te monitoren

Dragen de activiteiten die binnen het project De leraar in de drivers seat worden opgepakt wel bij
aan de professionalisering van leraren op Aruba? Om antwoord op deze vraag te krijgen, maakte
LOOK vanaf de start gebruik van diverse onderzoeksactiviteiten en -instrumenten. We beschrijven
hieronder vier instrumenten waarmee we het proces van netwerkleren kunnen volgen. Deze
instrumenten maken deel uit van de Toolkit Netwerkleren. Over twee van deze instrumenten rap-
porteren we later in het boek, namelijk de Netwerk Barometer en het Waardecreatieverhaal.

Netwerk inBeeld (NiB)


Bij netwerkleren gaat het om actief inzetten van contacten om iets te leren of om problemen op
te lossen. NiB is een online instrument waarmee leraren hun professionele contacten letterlijk in
beeld kunnen brengen. Als leraren hun netwerken samenvoegen, wordt zichtbaar hoe mensen
hun expertise vergroten door contacten met anderen. Dat levert nieuwe contacten op voor
leraren en geeft scholen informatie over waar nieuwe netwerken ontstaan of versterkt kunnen
worden.

Netwerkscan
De Netwerkscan helpt om zicht te krijgen op de mate waarin leraren hun netwerk betrekken bij
het zoeken naar oplossingen voor de uitdagingen in het werk. De scan bestaat uit drie onder-
delen met vragen over hoe de leraar aankijkt tegen leren en professionaliseren, hoe en voor wat
voor doeleinden het eigen netwerk gebruikt wordt, en wat voor ruimte de leraar heeft binnen de
school als het gaat om netwerkleren. De Netwerkscan levert informatie op over de netwerkleren-
de houding van leraren en de rol van de school daarin.

Netwerk Barometer
De Netwerk Barometer bestaat uit twaalf vragen, die nagaan hoe het gaat in een leernetwerk.
Op een schaal met vijf antwoordcategorien geven leraren aan of er over de juiste onderwerpen
gesproken wordt, hoe het sociale klimaat is, of de praktijk voldoende aan de orde komt, en wat
de waarde is van het netwerk. Alle antwoorden worden verzameld en voor het hele netwerk bij
elkaar bekeken. De Netwerk Barometer geeft concrete input bij het evalueren van het leernet-
werk en geeft de deelnemers handvatten voor bijstelling van de activiteiten.

82
Waardecreatieverhalen
Deelname aan een leernetwerk kan veel opleveren voor de professionele ontwikkeling van leraren.
Waardecreatieverhalen maken die opbrengsten zichtbaar voor anderen. In een Waardecreatieverhaal
vertellen leraren over hun motivatie voor deelname aan een leernetwerk, de ervaringen die ze opdoen
door deelname en de waarde daarvan. Zo kan een leuke bijeenkomst al waardevol zijn, maar ook wat le-
raren eruit meenemen aan ervaringsverhalen en lesideen heeft waarde. Net zoals het werk van de leraar
en het leren van leerlingen dat daardoor wordt benvloed. Door een leernetwerkbijeenkomst kunnen
leraren zelfs heel anders gaan aankijken tegen de dingen die ze doen en vinden.

83
Door John Arkenbout

LOOK: praktijkgericht wetenschappelijk


onderzoek
LOOK (Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek) is een expertisecentrum
voor de professionalisering van leraren. De kernactiviteit van LOOK is het doen
van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek naar het professionaliseren van,
voor en door leraren. Dat gebeurt in onderzoeksprojecten in samenspraak met
scholen en leraren: co-creatie. De aanvragen voor onderzoeksprojecten komen
primair vanuit de praktijk. Het onderzoekscentrum slaat hiermee een brug tus-
sen onderwijsonderzoek en de praktijk. Op basis van praktijkrelevant onderzoek
ontwikkelt LOOK generieke kennis die voor het gehele onderwijs toegankelijk is.
LOOK is onderdeel van de Open Universiteit.

De kennis die samen met leraren in projecten tot stand komt, is bestemd voor
het gehele onderwijsveld. Om deze generieke kennis te verspreiden, werkt LOOK
samen met andere organisaties zoals lerarenopleidingen, wetenschapsinstituten
en partners als Kennisnet, Kennisland en de Onderwijscoperatie.
LOOK levert expertise onder andere aan Leraar24 en draagt bij aan verdere ont-
wikkeling van Wikiwijs. Op scholen in Caribisch Nederland ondersteunt LOOK
professionalisering van leraren.

84
Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek
Veel wetenschappelijk onderwijsonderzoek, hoewel zeer waardevol, heeft nog
te weinig oog voor de complexe werkelijkheid van het onderwijs. Het is daarom
zaak onderwijspraktijk en -onderzoek dichter bij elkaar te brengen, zonder iets
af te doen aan de waarde van beide. Een type onderwijsonderzoek ontwikkelen
dat zowel praktijkgericht is als aan hoge wetenschappelijke eisen voldoet: dat is
de ambitie van LOOK.

Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek is het type onderwijsonderzoek dat


LOOK goed wil doorontwikkelen. In deze benadering vindt onderwijsonderzoek
plaats in de context waarin het probleem geldt: op scholen en bij leraren.
Dat betekent meer samenwerking tussen mensen uit de onderwijspraktijk en
onderwijsonderzoekers. Leraren uit de praktijk worden aangezet tot een kriti-
sche en onderzoekende houding en onderzoekers leren in klare taal de zin van
hun onderzoek uit te leggen.

Onderzoeken: samen met leraren


Onderzoekers, leraren en scholen trekken vanaf de start van het onderzoek
samen op en ontwikkelen in dialoog kennis: co-creatie. Voor de onderzoeker ligt
de focus op het inbrengen van bestaande wetenschappelijke kennis en op het zo
generaliseerbaar mogelijk maken van resultaten. Voor de leraren ligt de nadruk
op het inbrengen van praktijkproblemen, het verbeteren van de praktijk door
hun bestaande kennis n het geven van feedback op wetenschappelijke kennis
op basis van hun eigen praktijkkennis.

85
dat
bekend gemaakt
te r pe rs e ga an van dit boek, is
Vlak voor het w onderzoeksin
stituut
ar i 20 14 op gaat in een nieu
LOOK per 1 ja nu ren en techno-
ei t, da t zi ch ric ht op leren, doce
ersit
bij de Open Univ uit het samenga
an
vi ng en . Di t in stituut ontstaat
logische leeromge
it en LOOK.
Lerarenuniversite
van CELSTEC, de

Onderzoeksresultaten zijn vervolgens leidend voor het handelen in de praktijk


en praktijkervaringen zijn leidend voor nieuwe onderzoeksprojecten.

Om de kloof tussen theorie en praktijk verder te overbruggen levert praktijk-


gericht wetenschappelijk onderzoek niet alleen nieuwe inzichten op, maar ook
tools waarmee scholen en leraren direct aan de slag kunnen gaan. Een voorbeeld
is de Toolkit Netwerkleren die scholen en lerarenteams bij het invoeren of verster-
ken van netwerkleren helpt, en die tegelijk ook als onderzoeksinstrument kan
worden gebruikt.

Onderzoeksmanifest
Meer informatie over praktijkgericht wetenschappelijk onderwijsonderzoek
staat in het onderzoeksmanifest van LOOK (Martens e.a., 2011). Hierin is theo-
retisch onderbouwd waarom dit type onderzoek een belangrijk rol zou moeten
krijgen in het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en praktijk. Niet in
plaats van, maar naast het al bestaande traditionele onderwijsonderzoek.

86
87
88
Een leernetwerk start vaak met een klik.

Je ontmoet elkaar en ontdekt elkaars

gezamenlijke passies en praktijkvragen.

Zijn deze ontmoetingen blijvend interessant

dan maak je afspraken met elkaar en vormen

zich de eerste contouren van een leernetwerk.

Een leernetwerk begint vaak klein, met

bijvoorbeeld twee of drie deelnemers,

maar kan al snel groeien.


Uit: Toolkit Netwerkleren
Zaaien op Aruba
Bottom-up en praktijkgericht. Zo wilden we starten. Niet LOOK, niet het Ministerie van Onderwijs en Justitie,
niet de na- en bijscholingsinstituten zouden bepalen hoe het traject eruit kwam te zien, maar de Arubaanse
leraren. Zij moesten de kans krijgen zelf actief in de drivers seat van hun professionele ontwikkeling te gaan
zitten. We wilden hen een heel actieve rol geven in het vormgeven van het traject, en laten bepalen welke
inhoudelijke onderwerpen aan bod moesten komen in de leernetwerken. Die aanpak is heel on-Arubaans,
zo werd ons verteld door onze Arubaanse partners.
Daarnaast wilden we klein beginnen. Eerst enkele leraren verleiden om mee te doen aan netwerkleren. Met de
gedachte: als we die enthousiast krijgen, dan kan er vanzelf een olievlekwerking ontstaan. In de zaaifase richtten
we ons daarom met name op de leraren. Maar ook zijn andere belanghebbenden, zoals schoolbestuurders,
tijdens een bijeenkomst op de hoogte gebracht van de plannen. Want ook hun steun heeft de leraar uiteraard
nodig bij netwerkleren.

Hoe ziet de zaaifase eruit?


In dit deel laten we zien aan de hand van enkele portretten van leraren hoe het zaaien van netwerkleren op
Aruba vorm kreeg. We laten eerst Zetsia Pia aan het woord, die zich in een razend tempo ontpopte tot een
ware ambassadeur van het netwerkleren. Zij zag direct het pad voor zich dat de leraren op gingen, en dat wist zij
zodanig te verbeelden dat het logo voor het project geboren was.
Vervolgens legt Angela van Ruyven uit waarom ze geen moment heeft geaarzeld om deel te nemen aan het
project. Ze geeft ook een kernpunt aan voor het project: netwerkleren moet gedragen worden door de landskin-
deren. In Een droomstart leggen we uit hoe we de bottom-up-benadering met elkaar hebben aangepakt.
We gaan in op de eerste workshops, en beschrijven hoe de eerste drie leernetwerken van leraren zijn ontstaan.
Om in dit boek een zo volledig mogelijk beeld te geven van het reilen en zeilen van de leernetwerken, volgen
we gedurende alle fases n specifiek netwerk: Onderwijs op Maat. Hoe zijn de eerste bijeenkomsten die ze na
de workshops organiseerden verlopen? We houden daarbij de vinger aan de pols met de Netwerk Barometer.
Veel van dergelijke werkvormen en reflectietools die zijn ingezet tijdens het traject zijn afkomstig uit de Toolkit
Netwerkleren. In het hoofdstuk Toolkit Netwerkleren gaan we nader in op deze toolkit, en de app van de toolkit
die sinds kort gratis beschikbaar is. Tot slot laten we Roelien Hofman aan het woord. Zij zal gedurende de ont-
wikkeling van dit traject meerdere rollen vervullen, waaronder die van de Leernetwerkcoach. De leernetwerken
hebben zeker bij de start vaak een steuntje in de rug nodig. Wat de leernetwerkcoach daarin kan betekenen,
vertellen we in het afsluitende hoofdstuk van dit deel.

91
92
94 Happy leerkrachten maken van Aruba one happy island Zetsia Pia

98 Projectlogo De leraar in de drivers seat

100 Zorg dat netwerkleren wordt gedragen door Arubanen Angela van Ruyven

104 Een droomstart: De start van De leraar in de drivers seat

112 Toolkit Netwerkleren

114 Vinger aan de pols met de Netwerk Barometer (1)

120 Laat initiatieven van onderop komen, anders werkt het niet Roelien Hofman

124 De leernetwerkcoach

93


Happy
leerkrachten
maken van Aruba
one happy island
Zetsia Pia

94
95
Door John Arkenbout

Ze werkt nog maar vier jaar in het onderwijs en nog maar twee jaar op de Agnes

Kleuterschool in Montana (Noord). En toch straalt ze een grote ervaring uit, heeft

tijdens de lerarenconferentie Get in, ban cu nos drie dagen lang enthousiast groeps-

bijeenkomsten van collegas geleid. Zetsia Pia houdt van haar vak, al heeft het

een tijd geduurd voordat ze daarin terecht kwam. Aan haar achtergrond kan het

niet gelegen hebben, want haar vader en haar moeder zijn leerkrachten, en haar

zus is dat ook.

Altijd lesgegeven schoolbestuur haar wens en werd ze over-


Eigenlijk heb ik altijd lesgegeven, als der- geplaatst naar haar huidige school. Hier ben
tienjarige al toen ik kleine kinderen leerde ik met open armen ontvangen, alle kleuter-
zwemmen, en als atletiektrainer. Altijd ben leidsters waren zo blij. En ik heb hier, net als
ik bezig geweest met mensen, met muziek, de collegas, zon zin om te werken omdat de
met tekenen. Op haar achttiende lonkte schoolleider zo goed is. Ze kan streng zijn als
Nederland, waar ze een tijdlang werkte in het moet, maar ze geeft ons alle ruimte.
de PR-sector. Maar zoals zo velen keerde
ze ook weer terug naar Aruba, waar ze op Logo
advies van haar moeder toch maar begon En Zetsia kreeg zelfs de kans om als relatief
aan de opleiding voor leerkrachten aan het onervaren leerkracht mee te doen aan het
IPA. Dit bleek uiteindelijk de juiste keuze, al project rond netwerkleren. Het netwerk waar
waren de eerste paar jaren na haar opleiding ze bij ging, houdt zich bezig met basisvoor-
niet de gelukkigste. Ze wilde op haar eerste waarden. Het is belangrijk om twee keer per
school van alles, maar voelde weinig steun maand samen te komen en ervaringen uit te
van de groep waarin ze werkte. Het was niet wisselen. Ze vindt het netwerk leuk en heel
fijn, ik wilde zo niet meer werken, ik wilde dynamisch. Ik blijf in mijn netwerk, het is
naar een andere school. Hoewel ze te laat belangrijk genoeg om er iets van je privtijd
was met haar aanvraag, honoreerde het voor over te hebben.

96
Geen geplaveide route
Haar PR-ervaring in Nederland en haar tekentalent heeft ze in elk geval kunnen gebruiken bij
het ontwerpen van het projectlogo van De leraar in de drivers seat. Een gele bus met leraren
erin die onder een blauwe lucht over hobbelig terrein rijdt. Want de weg van netwerkende
leraren is geen geplaveide route. Maar het gebruik van de Arubaanse kleuren straalt optimis-
me uit, en de zon schijnt.

Dynamisch
Ze vindt het netwerk een ideale manier om leraren de ruimte te geven om zelf iets nieuws te
doen, gekoppeld aan de ervaringen van anderen in het netwerk. Het is daarnaast vooral ook
heel leuk, heel dynamisch.
Krijgen we de vrijheid, dan komt het allemaal goed. Hier kan ik het doen, hier kan ik dingen
uitproberen. En lukt iets niet, jammer dan. Wat hier gebeurt, moet op het hele eiland gebeu-
ren. Happy leerkrachten maken van Aruba one happy island, zegt ze met een knipoog naar
de reclameslogan van het Caribische eiland.

Het gaat een paar jaar duren. Voor sommigen gaat het lukken, voor anderen later. Kom over
tien, nee, over vijf jaar maar eens terug en je zult zien dat het al anders is.

97
auwe lucht over
in die onder een bl
m et ler ar en er
Een gele bus erkende leraren
is
rre in rij dt . W an t de weg van netw
hobbelig te e kleuren stralen
pl av eid e ro ut e. Maar de Arubaans
geen ge
optimisme uit, en
de zon schijnt. Zetsia Pia

Door Monique Korenhof

Projectlogo De leraar in de drivers seat


Tijdens de eerste serie workshops voor de leraren heeft Zetsia samen met andere
leraren van Aruba gedroomd over hoe het onderwijs eruit ziet in het jaar 2016.
Zetsia zag een beeld voor zich waarbij leraar aan het stuur van hun eigen ont-
wikkeling zitten.

Vrijheid was hierbij een belangrijk kernwoord: ruimte om te experimenteren


en to go where you want to go in je onderwijs en je professionele ontwikkeling.
Het pad dat de leraren met elkaar opgaan, is hobbelig, je ziet niet helemaal het
einde van de weg. Maar hobbels zijn we gewend op Aruba, volgens Zetsia, en
die kunnen we zeker aan.

Zetsias tekening is door illustrator Frans Leenheer omgezet in een logo voor het
project De leraar in de drivers seat. In nauw overleg met Arubaanse leraren is uit-
eindelijk een definitief beeld ontstaan dat past bij het zonnige en happy island
Aruba en de kern raakt van het netwerkleren op Aruba.

98
99
Zorg
dat netwerkleren
wordt gedragen
door Arubanen

Angela van Ruyven

100
101
Door Katja Huijsmans

Voor Angela van Ruyven is het heel simpel: netwerkleren is het uitwisselen van

kennis met anderen. Een kwestie van geven en nemen. Angela is leraar aan de

Scol Dununman school, een school voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) in

de leeftijd van acht tot en met achttien jaar. Ze heeft geen moment geaarzeld om

deel te nemen aan het project De leraar in de drivers seat. Het is een goed initia-

tief, want Aruba kent weinig netwerken. Mensen houden hier dingen graag voor

zich met als resultaat dat ze steeds opnieuw het wiel moeten uitvinden.

Bij de start van de pilot in november 2011 de andere deelnemers hoor dan denk ik:
is gekozen voor een aanpak waarbij werd Oh ja, 36 leerlingen voor je neus was ook
uitgegaan van positiviteit. Hierbij geef je niet niet alles. Het leernetwerk houdt me met
aan wat er mis is, maar hoe je het graag zou beide benen op de grond. In het leernet-
willen en hoe je elkaar daarbij kan helpen. werk komen mensen van verschillende on-
Een aanpak die Angela zeer aanspreekt. Ik derwijsvormen bijeen. Ook is er een goede
ga dus niet klagen over dat het pas ideaal mix van functies. Voor Angela een pluspunt.
op school zou zijn als we een extra assistent Dat dwingt ons om ook eens out of the box
hebben. Nee, ik zeg dat ik een assistent te denken.
tekort kom.
Mondig versus brutaal
Out of the box In haar leernetwerk zoeken de deelnemers
In het leernetwerk Onderwijs op Maat is ze op dit moment naar differentiatievormen
de enige deelnemer vanuit een ZMLK- om meer op kinderen in te kunnen spelen.
school. We zijn toch een beetje een slag Het netwerk wil ook graag meer spelvor-
apart. Als je een tijd op een ZMLK-school men in het onderwijs brengen om lesgeven
werkt, kom je los van het gewone onderwijs. speelser te maken. Sommige leraren zijn
Ik werk nu met zeven kinderen en een assis- heel leerstofgericht, werken alleen uit boe-
tent. Soms klaag ik, maar als ik verhalen van ken. Ze hebben de overtuiging dat je een

102
goede leraar bent, als het muisstil in de klas is. Maar dat zegt toch helemaal niets! Leerlingen
moeten ook samenwerken en daarbij zachtjes kunnen praten. Angela legt uit dat het met
cultuur te maken heeft. Ik ben zelf een Europese Nederlander en in Nederland leren we
kinderen om mondig te zijn. Op school moedigen we kinderen aan om te zeggen wat ze zien,
willen en voelen. Op Aruba word je echter al snel als brutaal bestempeld als je zegt wat je
voelt.

Gedragen door Arubanen


Angela hoopt oprecht dat netwerkleren onder meer kan bijdragen aan een andere manier
van omgaan met kinderen op Aruba. Ze merkt op dat het cruciaal is dat bij het project ook
veel Arubanen zijn en worden betrokken. Als landskinderen, zoals ze dat hier zo mooi
noemen, netwerkleren gaan omarmen, is de kans van slagen veel groter. Anders wordt het
misschien afgedaan als iets van buitenaf. En dat zou echt zonde zijn.

103
Door Monique Korenhof

E e n d r o o m s ta r t
De star t van De leraar in de driver s seat

Als landskinderen, zoals ze dat hier zo mooi noemen, netwerkleren gaan omarmen,
is de kans van slagen veel groter. Anders wordt het misschien afgedaan als iets van
buitenaf. En dat zou echt zonde zijn.
Angela van Ruyven

Angela heeft natuurlijk gelijk: het project heeft De eerste serie workshops in
alleen kans van slagen als het geadopteerd wordt week 1: de toekomstdroom
door de mensen die het betreft. Als het wordt
ervaren als een project dat niet alleen uit Neder- We beginnen klein. Eerst met een aantal leraren
land komt, maar ook cht wordt gedragen door de juiste aanpak aftasten, en zicht krijgen op wat
de Arubaanse leerkrachten. Dat is meteen de wel en wat niet werkt. Het project start daarom
eerste uitdaging: de projectondersteuning van met een serie workshops voor zon 100 leraren
LOOK komt immers wel degelijk uit Nederland en uit het primair onderwijs van verschillende
wordt gefinancierd door het Nederlandse Minis- scholen en schoolbesturen. In de workshops
terie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. delen leraren, in groepen van 30 deelnemers,
hun eigen onderwijsvragen met elkaar.
Het moet dus bottom-up! Maar hoe krijgen we We willen de leraren vooral enthousiast maken
de Arubaanse leraar in de drivers seat? Simpel: voor netwerkleren, en hen tools aanreiken waar-
door te starten met de leraren zelf. Dat doen we mee zij hun eigen professionele ontwikkeling
door een serie workshops aan te bieden, die de vorm kunnen geven. Vanuit de passies en dro-
leraar moeten overtuigen en z enthousiast te men van de leraar laten we bepalen wat belang-
krijgen dat ze achter het stuur willen zitten van rijke onderwerpen zijn uit de onderwijspraktijk,
hun eigen professionele ontwikkeling. want die staan centraal in het netwerkleren.

104
Wel spannend om deze eerste sessie zo vorm te wenssfeer te laten ontstaan. We beginnen
geven: we krijgen van te voren te horen dat de daarom met een speeddate. Aan de hand van de
Arubaanse leraar niet gemakkelijk aangeeft wat speeddate maken ze kennis met elkaar, en wor-
er niet goed gaat. Je hangt je vuile was niet bui- den ze letterlijk in beweging gezet. Tijdens de
ten. Toch willen we dat mensen zich kwetsbaar speeddate stellen de leraren elkaar de volgende
gaan opstellen, en juist durven aan te geven wat vraag: Waar ben je trots op als je kijkt naar de
er niet goed gaat. Want dat zijn vaak heel sterke afgelopen maand in je onderwijspraktijk? Al snel
triggers om jezelf te ontwikkelen. zwelt het geluid aan, en vragen we ons af of de
mensen elkaar nog verstaan. Na enkele minuten
Speeddate klinkt het belsignaal, en zoekt iedereen weer
De workshop start met een opwarmertje, om een nieuwe partner op. Door aan verschillende
mensen te laten kennismaken en een vertrou- collegas te vertellen waar je trots op bent, groeit

105
je zelfvertrouwen vanzelf, is het idee hierbij. binnenstappen. Zo kunnen ze op de top van een
Het werkt als een soort mantra. Na de speeddate berg zijn, in de stad Groei of badderen ze lekker
gaan we plenair verder: een aantal leraren deelt rond in de Baai der Tevredenheid.
nog graag het verhaal waar hij trots op is met de Als iedereen de twee plekken heeft gevonden
hele groep. Het is duidelijk dat deze werkvorm vragen we plenair aan een aantal mensen hun
de mensen energie geeft en enthousiasmeert. droom te delen. Na wat aanvankelijke aarzeling
vertelt iemand zijn droom, waarna iedereen zijn
Hoe ziet jouw onderwijs eruit in 2016? droom lijkt te willen delen. Opvallend open zijn
Dat is precies wat we nodig hebben voor het bepaalde leraren daarbij. Zo vertelt iemand dat
tweede onderdeel. In dit onderdeel mogen de zij nu het gevoel heeft in een zee met woeste
mensen dromen over hun toekomst. Omdat de golven te zitten. Zij is pas gestart als intern
soms harde werkelijkheid wel heel erg aanwezig begeleidster en weet niet goed waar ze moet
is voor de leraren hebben we een hulpmiddel beginnen. Ze verlangt sterk naar de Baai van
ingezet: de Kaart van de Belevingswereld (zie Rust. Een andere vrouw valt haar bij en zegt dat
kader). De mensen zoeken een plaats op die ze dat herkent. Een last lijkt van de eerste vrouw
kaart die past bij het gevoel dat ze nu hebben. af te vallen, zij is niet de enige met die proble-
Zit je in de Moerassen der Vergetelheid? Of in de men. Van schroom om te delen wat niet goed
stad Chaos als net beginnende leraar? Misschien gaat lijkt geen sprake. Iedereen schrijft tot slot
ben je wel in Verzadigd. Iedereen zoekt een plek zijn droom op.
op die past bij het gevoel van nu. Dan gaat men
op zoek naar de toekomst. Iedereen beeldt zich Verbinden van dromen
in dat hij over vijf jaar op school komt en dat de De dromen van de leraren bevatten onderwer-
situatie ideaal is. Hoe ziet de school er dan uit, pen en praktijkvragen die centraal zullen staan
wat doen je collegas, wat doen de kinderen in tijdens het netwerkleren: wat willen leraren
je klas, en hoe voel jij je? Men zoekt op dezelfde veranderen in de toekomst?
kaart een plek op die past bij het gevoel dat ze
hebben als ze over vijf jaar hun ideale school

eld
Belevingswer de wereld va
n het
Kaart van de be el di ge ca rtografie die ze
is een denk
ereld landen in de
en en ei
De Belevingsw steden, rivier
n in ka ar t brengt. De eden als Berg
en van
dagelijks best
aa
of Gr oe i en liggen in gebi
Chaos de Bele-
n Verander ing, e kaarten van
kaarten hete n In sp ir at ie . D
of Bronnen va or dwalen of
Mogelijkheden ecte gidsen vo
Werk, Zee van he t zij n pe rf
weg , maar eld.nl.
wijzen niet de ebelevingswer
vingswereld w .a tl as va nd
ie zie ww
eer informat
verdwalen. M

106
107
Iedereen legt zijn droom op tafel en bekijkt de
dromen van de anderen. Dromen die bij elkaar
Ik hoop dat ik er volgende week ook weer bij
passen worden bij elkaar gelegd. Zo ontstaan
mag zijn. Dit is zo inspirerend. Normaal zijn de clusters van dromen, waar we vervolgens met
workshops allemaal hetzelfde: klagen, klagen, de hele groep een overkoepelend thema aan
koppelen. Leraren die met elkaar verder willen
klagen. Maar dromen is veel leuker. Het is eigen-
praten over n van de themas worden uitge-
lijk omgekeerd klagen, maar het voelt veel fijner. nodigd voor een netwerkbijeenkomst waarmee
Ik zie zo voor me hoe mijn klas er uit kan zien. feitelijk een nieuw leernetwerk wordt opgericht.
Themas die naar voren komen zijn bijvoorbeeld:
Normen en waarden, Onderwijs op Maat, Vernieu-
wing en Flexibiliteit.

108
De tweede serie workshops in Iedere leraar kiest een foto waarbij hij de meeste
week 2: start van de leernetwerken associaties heeft met netwerkleren. Een leraar
kiest voor een foto met een man die er heel
In de eerste week hebben de leraren kunnen vreemd uitziet (rode baard, grote bril en pruik)
ervaren wat netwerkleren is. Er zijn themas omdat die voor haar symbool staat voor jezelf
gevormd vanuit de dromen van de leraren. kunnen zijn. Iets wat ook geldt voor een leernet-
Deze tweede week is de start van drie pilotleer- werk: je moet kunnen vertellen wat je op je hart
netwerken. We houden het weer klein en willen hebt, en respect ervaren van de anderen voor
eerst weten hoe het netwerkleren op Aruba wie je bent. Natuurbeelden blijken ook populair
werkt en begeleid kan worden, voordat we de (zoals de berg: daar willen we allemaal samen
rest van het onderwijsveld betrekken. Leraren op, of de weg door het landschap: we zitten
die rondom andere themas dan wij aanbieden, allemaal op dezelfde weg, maar deze weg heeft
met elkaar willen praten hebben tips gekregen wel hobbels). Deze werkvorm werkt meteen als
om elkaar te vinden. De leraren die verder willen kennismakingsronde: in deze setting kennen de
met een van de drie pilotthemas zijn aanwezig leraren elkaar immers nog niet.
in de tweede workshop: met het doel een start
te maken met het leernetwerk. Een draaiboek De toekomstweg
van deze workshop, met een beschrijving van Na deze start pakken we terug naar de dromen
de werkvormen is opgenomen als bijlage (zie van de eerste week. Wat de aanwezigen op
bladzijde 314). Een van de leernetwerken die deze workshop delen is dat ze willen werken
meedoen aan de workshop is Onderwijs op Maat. aan onderwijs op maat. De dromen worden nog
Dit leernetwerk volgen we in deze workshop, eens besproken, en de groep krijgt de opdracht
maar laten we ook terugkomen in de volgende te komen tot een gezamenlijke missie voor het
fases. leernetwerk: waar willen jullie over vijf jaar staan
met je netwerk? Wat willen jullie dan hebben
Tot je verbeelding bereikt? Belangrijk is dat iedereen zich herkent
We starten deze workshop met de beelden van in de gedeelde missie of visie. Na 15 minuten
netwerkleren die de leraren hebben opgedaan en veel discussie zijn ze het eens en is de missie
tijdens de eerste sessie. benoemd.

109
ijs op Maat
le e rn e tw erk Onder w
van het en, gedreve
nheid,
De missie g in : sp el
el van vera
erinnd lezier,
Door midd , le re n va n fouten, p
uwen, groei et:
e, zelfvertro kinderen m
zelfreflecti er in g. Komen tot
rd
d leren, waa nde houdin
g.
ontdekken , ee n continu lere
w en
lfvertrou ysteem dat
ambitie, ze to t ee n onder wijss
en
elijk te kom rdoor een
Om uiteind va n el k kind, en daa
n
de behoefte
inspeelt op creren.
ij k e m aa ts chappij te
el
kindvriend

Ook wordt er nog een Leernetwerkcoach aange-


Het is een missie waarin iedereen zich kan steld, die het proces van samen leren faciliteert
vinden, maar het is ook een brede missie, die en zorgt voor nieuwe impulsen, werkvormen en
weinig handvatten geeft voor de eerste stappen instrumenten (zie bladzijde 124). Het leernet-
die je kunt zetten. De Toekomstweg biedt hierbij werk heeft hiermee een vliegende start ge-
uitkomst en het leernetwerk gaat hun eigen maakt, en het lijkt erop dat in ieder geval deze
toekomstweg leggen. De toekomstweg op blad- start is omarmd door de landskinderen, waarvan
zijde 111 is het resultaat. Angela het belang eerder aangaf. We volgen de
ontwikkelingen in dit leernetwerk verder via de
De bijeenkomst eindigt met het aanwijzen van Netwerk Barometer (zie bladzijde 114, 148 en
een trekker van het leernetwerk en het prikken 232).
van data voor volgende bijeenkomsten.

110
Toekomstweg netwerk Onderwijs op Maat

Missie
jaar 2016

...

Plezier

2013

Uitproberen Mensen die niet


Netwerk en verspreiden Succes- Gemotiveerd openstaan voor
uitbreiden (van kennis en ervaringen blijven uitwisselen van
inzichten) ideen

Plezier

2012
Uitwisselen kennis
Succeservaringen en lesideen voor Waar een wil is, is Concrete en visuele Verlies van
delen kindgerichte een weg materialen motivatie
activiteiten

Contactpersonen Geen kwestie van tijd


benoemen maar PRIORITEIT

2011

Brainstormen over
Persoonlijke gegevens Data prikken voor
Plezier netwerk / kennismaking / Tijd
uitwisselen bijeenkomsten
afspraken

Heden

belemmerende factor bevorderende factor subdoel

111
Door Monique Korenhof

Toolkit Netwerkleren
Netwerkleren is een vorm van professionalisering waarbij leraren leren en zich-
zelf ontwikkelen in hun vak door gebruik te maken van elkaars ervaringen en
expertise. De Toolkit Netwerkleren (Korenhof, Coenders, & De Laat, 2011) prikkelt
de gebruiker om na te denken over netwerkleren als professionaliseringsvorm,
en geeft handvatten voor het opstarten van nieuwe leernetwerken en het ver-
sterken of verbreden van bestaande netwerken. Bovendien stimuleert de toolkit
het vermogen om vanuit een oplossingsgerichte houding praktijkvraagstukken
al lerend met elkaar op te pakken.

In de toolkit worden niet alleen de principes en opbrengsten van netwerkleren


uiteengezet. Door de vele actieve werkvormen ontwikkelt u gaandeweg een net-
werk waardoor u de meerwaarde ervan direct kunt ervaren. Netwerkleren laat
zich niet voorschrijven, netwerkleren moet je doen!

Doelgroep
De toolkit is speciaal ontwikkeld voor het onderwijs. De toolkit richt zich op
lerarenteams, schoolleiders en schoolbesturen. De toolkit is bedoeld voor de
schoolleider of coach (zoals de intern begeleider of Leernetwerkcoach) die net-
werkleren wil initiren of versterken. Delen uit de toolkit zijn uitstekend te
gebruiken door individuele leraren of groepen leraren, en kunnen via de leernet-
werkcoach op het juiste moment worden aangereikt.

Samen met de scholen


De inhoud van de toolkit is het resultaat van jarenlang praktijkonderzoek van
LOOK. Van onmisbare waarde hierbij was de samenwerking in projecten met di-
verse scholen uit Nederland. In samenwerking met deze scholen zijn aanpakken
en werkvormen ontwikkeld en uitgetest.

112
Update Toolkit
Van de toolkit is een update gemaakt. Was de toolkit eerst vooral gericht op het
primair onderwijs, nu is de toolkit voor het hele onderwijs te gebruiken.
Ook hebben we in diverse projecten, waaronder het project De leraar in de drivers
seat verdere ervaring opgedaan met de inhoud van de toolkit. Er zijn meer
inspiratieverhalen verzameld, werkvormen zijn vernieuwd of toegevoegd en
instrumenten zijn aangescherpt. Bovendien is de toolkit nu voor iedereen altijd
toegankelijk via de nieuw ontwikkelde app. De app kan gratis worden gedown-
load in uw app store (zoek op Toolkit Netwerkleren). Op bladzijde 331 staat een
toelichting over de app. Of kijk op de website van LOOK (look.ou.nl/toolkit) voor
meer informatie.

Het gebruik op Aruba


De toolkit speelt een centrale rol in het project De leraar in de drivers seat. Diverse
werkvormen zijn ingezet in de verschillende fases van het netwerkleren. Deze
werkvormen worden steeds besproken bij de praktijkverhalen. Achterin dit boek
zijn bovendien kant en klare draaiboeken opgenomen waarmee u een netwerk
kunt starten of versterken.

113
Door Rene de Kruif, Monique Korenhof en Celeste Meijs

Vinger aan de pols met de Netwerk Barometer (1)

Ontmoetingen in het leernetwerk leiden niet per se vanzelf en voor iedereen tot een succesvol
leerproces. Sterker nog, leren in leernetwerken vraagt om onderhoud. Een eenvoudig hulpmid-
del hierbij is de Netwerk Barometer. De Netwerk Barometer is een vragenlijst die op Aruba op
papier wordt afgenomen. De vragenlijst is er in het Nederlands en in het Papiamento.
Deze barometer helpt deelnemers te reflecteren op het functioneren van het leernetwerk.
Het geeft concrete input bij het evalueren van het leernetwerk, en geeft handvatten voor bijstel-
lingen van de activiteiten aan de deelnemers en aan de coach van het leernetwerk.
Bovendien geeft het binnen dit project zicht op hoe de leernetwerken verlopen, en kunnen op
basis van de uitkomsten activiteiten in het project worden versterkt of bijgebogen.

Hoe ziet de Netwerk Barometer eruit?


De Netwerk Barometer is een vragenlijst met 12 vragen die nagaan hoe een leernetwerk ervoor
staat. De eerste 9 vragen belichten drie dimensies die volgens de theorie van Wenger (1998)
belangrijk zijn voor het succes van een leernetwerk. Deze vragen vulden we aan met vragen die
de waarde van een leernetwerk zichtbaar maken. De opbouw van de vragenlijst ziet er daarmee
als volgt uit:
Onderwerp (vraag 1 en 9) Praten we over de juiste onderwerpen? De gedeelde interesse
voor een bepaald onderwerp inspireert tot deelname, geeft richting aan het leren en geeft
betekenis aan de activiteiten binnen een leernetwerk.
Sociale cohesie (vragen 2, 4, 5, 6) Hoe functioneren we samen? Een sterke onderlinge
sociale verbondenheid moedigt interacties aan en stimuleert het willen delen van kennis en
ervaringen.
Praktijk (vragen 3, 7, 8, 9) Levert het relevante handvatten op voor de dagelijkse praktijk?
Hoewel het onderwerp de groep bij elkaar brengt, ligt het accent op het verbeteren van de
dagelijkse praktijk.
Waarde (vragen 10, 11, 12) Is deelname aan het netwerk waardevol? Deelname kan bijdra-
gen aan de eigen ontwikkeling van een deelnemer, aan de onderwijspraktijk, maar ook aan de
ontwikkeling van de school.

114
Op een schaal met vijf antwoordcategorien van helemaal oneens tot helemaal eens (vraag 1 t/m 9) en
van heel onbelangrijk tot heel belangrijk (vraag 10 t/m 12) geven de deelnemers aan wat voor hen op
dat moment van toepassing is in dat specifieke leernetwerk. Daarna worden de antwoorden verzameld
en voor het hele leernetwerk bij elkaar bekeken. Figuur 1 laat als voorbeeld de gemiddelde scores na
afloop van de eerste bijeenkomst van een leernetwerk zien.

4
antwoordcategorien

0
1 9 2 4 5 6 3 7 8 9 10 11 12
vragen

Figuur 1. Barometer resultaten Onderwijs op Maat

De Netwerk Barometer wordt bij voorkeur vaker ingevuld. Zo geeft het een beeld van de ontwikkeling
van het leernetwerk door de tijd en geeft het aanknopingspunten voor een gesprek. Je kunt ook per
vraag kijken hoe verspreid de antwoorden zijn. Zijn de meeste netwerkleden het eens met de vraag?
Hoeveel netwerkleden nemen een neutrale positie in? Deze informatie nuanceert het algemene beeld.

Ontwikkelingen binnen het leernetwerk Onderwijs op Maat


De leraren in dit leernetwerk willen graag met elkaar aan de slag om met hun onderwijs beter in te
kunnen spelen op de behoefte van ieder kind in de klas. Het leernetwerk begint met acht leraren van
zes verschillende scholen en vier verschillende schoolbesturen. Na het formuleren van de netwerkmissie
en het leggen van de Toekomstweg, besluiten ze maandelijks bijeen te komen op n van de scholen.
Tijdens de tweede bijeenkomst, op 5 januari 2012, beginnen de deelnemers met een uitgebreide kennis-
makingsronde en een terugblik op de succesvolle en inspirerende workshops eind 2011. Aan het einde
van de bijeenkomst wordt hen de Netwerk Barometer aangereikt, met het voorstel om deze zo nu en
dan te gebruiken om te reflecteren op hoe het gaat in het leernetwerk.

115
De zeven aanwezige deelnemers vullen de barometer ter plekke in.
Laten we eens kijken naar hoe het netwerk Onderwijs op Maat de eerste bijeenkomst heeft
ervaren, vanuit de verschillende dimensies van de barometer: Onderwerp, Sociale Cohesie, Praktijk
en Waarde.

Onderwerp - Praten we over de juiste onderwerpen?

5-01-2012

1. In dit netwerk worden de juiste onderwerpen besproken.

9. Onderwerpen die we tegenkomen in de lespraktijk worden ingebracht


in het netwerk.

= neutraal, = mee eens, = helemaal mee eens, = ik weet het niet/missing; 1 smiley = 1 persoon

Uit de barometer blijkt dat de juiste onderwerpen aan bod zijn gekomen tijdens deze eerste
bijeenkomst. We zien ook dat de onderwerpen voor vier van de deelnemers afkomstig zijn uit
hun eigen lespraktijk. Maar niet iedereen is daar al van overtuigd: een deelnemer is neutraal en
twee weten het niet.
Het is een mooie start voor het netwerk, want een gedeeld onderwerp is de basis voor de start
van een leernetwerk. Omdat dit een heel pril netwerk is, zou dit wel kunnen omslaan; het net-
werk moet immers nog komen tot een concretere leeragenda. Naarmate de leeragenda duidelijk
wordt is het ook heel goed mogelijk dat deelnemers afhaken omdat het onderwerp toch niet
voldoende aansluit bij de leervraag van de leraar. De coach houdt dus op basis van deze resul-
taten goed de vinger goed aan de pols en ondersteunt het leernetwerk bij het opstellen van de
leeragenda. Zij gebruikt daarvoor de Leeragenda uit de Toolkit Netwerkleren als houvast.

116
Sociale cohesie - Hoe functioneren we samen?

5-01-2012

2. In dit netwerk is een verscheidenheid aan alternatieve invalshoeken van


waaruit de onderwerpen worden bekeken.

4. In dit netwerk betekenen we veel voor elkaar.

5. Er is een goede sfeer in het netwerk.

6. Ik heb invloed op de gang van zaken in het netwerk.

= neutraal, = mee eens, = helemaal mee eens, = ik weet het niet/missing; 1 smiley = 1 persoon

Sociale cohesie zegt iets over de samenhang binnen een netwerk: voelen de deelnemers zich betrok-
ken bij elkaar (sfeer), is er voldoende diversiteit en hebben de deelnemers de mogelijkheid om invloed
uit te oefenen. We zien dat de vraag over diversiteit door vijf van de zeven deelnemers is ingevuld. Zij
vinden de diversiteit, en daarmee de verschillende invalshoeken van waaruit de leervragen benaderd
kunnen worden, groot. Maar twee deelnemers weten het nog niet. We merken hierbij op dat de leraren
op zes verschillende scholen werken, dus het ligt voor de hand dat er sprake is van diversiteit tussen de
deelnemers. Opvallend is de maximale score op vraag 5: alle deelnemers geven aan dat de sfeer goed
is (helemaal mee eens). Dit is een hoge score gezien het gegeven dat veel mensen elkaar pas voor de
tweede keer zien, en deze bijeenkomst een hernieuwde ontmoeting was. En ook de betekenis die men
voor elkaar heeft blijkt groot te zijn.
Om zeker te blijven dat iedere deelnemer het gevoel houdt dat zijn leervragen voldoende aan bod
komen is het belangrijk dat de vraag over de invloed die men heeft op de gang van zaken positief
beantwoord wordt. Op n deelnemer na zijn alle deelnemers het eens tot helemaal mee eens dat zij
voldoende invloed kunnen uitoefenen in het netwerk.

We kunnen op basis van deze resultaten zeggen dat er sprake lijkt te zijn van sociale cohesie in dit prille
netwerk. Het is dus zaak deze sociale cohesie voldoende op peil te houden. Mocht het op een gegeven
moment nodig zijn om hieraan meer aandacht te besteden dan geeft de kaart Sociaal contract uit de
Toolkit Netwerkleren tips en trucs voor het vergroten van de sociale cohesie.

117
De praktijk - Levert het relevante handvatten op voor de dagelijkse praktijk?

5-01-2012

3. Door deelname aan dit netwerk heb ik mijn competenties (vaardigheden,


kennis, attitude) uitgebreid.

7. Ik heb in mijn eigen lespraktijk gebruikgemaakt van de kennis die ik in dit


netwerk heb opgedaan.

8. Ook docenten buiten het netwerk maken gebruik van de kennis die ons
netwerk heeft opgeleverd.

9. Onderwerpen die we tegenkomen in de lespraktijk worden ingebracht in


het netwerk.

= neutraal, = mee eens, = helemaal mee eens, = ik weet het niet/missing; 1 smiley = 1 persoon

Bij netwerkleren staat de praktijk zoveel mogelijk centraal. De praktijk geeft input aan de activi-
teiten van het leernetwerk, maar de opbrengsten van deze activiteiten vloeien ook weer terug
naar diezelfde praktijk. Het aantal niet-beantwoorde vragen geeft aan dat veel deelnemers nog
niet goed weten in hoeverre het netwerk handvatten oplevert. Vraag 8 scoort het laagst van alle
vragen. Logisch! Omdat dit de eerste echte bijeenkomst is, is er ook nog geen tijd geweest om
andere collegas te laten meeprofiteren van wat het netwerk oplevert.
Ook zijn de opbrengsten voor de eigen lespraktijk nog niet heel hoog, of men weet nog niet wat
die opbrengsten zijn. Twee deelnemers geven wel aan dat ze hun eigen competenties hebben
uitgebreid. Wat ook zichtbaar wordt is dat de lespraktijk wel al door een aantal deelnemers wordt
ingebracht: vier van de zeven deelnemers geven aan dat zij het ermee eens of geheel mee eens
zijn dat hun praktijkonderwerpen worden ingebracht.
Deze uitkomsten m.b.t. de praktijk zijn te verwachten voor een beginnend netwerk. De netwerk-
leden verkeren nog in een stadium van kennismaken en het creren van veiligheid en verbin-
ding. De leeragenda begint voorzichtig tot stand te komen. Opbrengsten voor de eigen praktijk,
of zelfs voor docenten buiten het netwerk zullen naar verwachting in een later stadium worden
ervaren door de deelnemers. Goed is om te zien dat de praktijk wel door een aantal deelne-
mers wordt ingebracht. De leernetwerkcoach kan de deelnemers die hun eigen praktijk minder
inbrengen gericht stimuleren om dit meer te doen.

118
Waarde - Is deelname aan het netwerk waardevol?

5-01-2012

10. Hoe belangrijk is dit netwerk voor de ontwikkeling van uw school?

11. Hoe belangrijk is dit netwerk voor uw eigen ontwikkeling?

12. Hoe belangrijk is dit netwerk voor het verbeteren van uw onderwijs
praktijk (handelen in de klas)?

= neutraal, = belangrijk, = heel belangrijk, = ik weet het niet/missing; 1 smiley = 1 persoon

De deelnemers zijn vrij unaniem over de waarde van het leernetwerk: het netwerk is belangrijk voor
zowel de school, de eigen ontwikkeling als voor het verbeteren van het handelen in de klas. Dit lijkt wat
haaks te staan op de vorige resultaten: daar zagen we bijvoorbeeld dat de vraag over het gebruikmaken
van de kennis in de eigen lespraktijk lager scoorde. We zien hiermee dat vooral de verwachtingen t.a.v.
het leernetwerk hoog liggen, en dat dit niet automatisch iets zegt over concrete opbrengsten vanuit het
netwerk. Leraren vinden het leernetwerk belangrijk voor de professionele ontwikkeling in brede zin.
Dit geeft grote potentie aan het leernetwerk, maar of die verwachtingen worden waargemaakt, hangt
uiteindelijk af van de deelnemers. Deze worden hierin begeleid door de leernetwerkcoach, die het leer-
netwerk de komende maanden zal ondersteunen in het waarmaken van deze verwachtingen.

In het tweede deel van Vinger aan de pols met de Netwerk Barometer (bladzijde 148) laten we zien hoe het
dit netwerk vergaat nadat ze elkaar wat vaker ontmoet hebben. We hebben daarin de resultaten van vier
volgende metingen van de Netwerk Barometer verwerkt.

119
Laat
initiatieven van
onderop komen,
anders werkt het niet
Roelien Hofman

120
121
Door Katja Huijsmans

Roelien Hofman is werkzaam als leraar op de Emmaschool in Oranjestad, een school

voor speciaal onderwijs. Ze heeft de start van het project De leraar in de drivers seat

in november 2011 als zeer positief ervaren. Iedereen was heel enthousiast, boven

verwachting eigenlijk. Ik was verbaasd over de opkomst van zoveel leraren.

Die week gaf echt energie. We hadden het gevoel: zo, wij gaan samen iets doen!

Roelien is lange tijd werkzaam geweest als nodig hebben. Als leernetwerkcoach moet je
intern begeleider. Weer voor de klas mist ze over bepaalde vaardigheden beschikken.
het coachen en begeleiden van leraren. Voor Je moet bijvoorbeeld kunnen observeren,
haar aanleiding om deel te nemen aan het vindt Roelien, en om kunnen gaan met een
project; ze startte in het project als Leernet- groep, kunnen motiveren en bijsturen waar
werkcoach van het netwerk Professionalise- nodig.
ring, groei van de leraar.
Ze merkt dat de deelnemende leraren soms Tijd
heel grote doelen hebben, in plaats van In het onderwijs is het vaak manoeuvreren
kleinere praktisch doelen waarmee ze direct tussen drukke periodes. Daar komt netwerk-
aan de slag kunnen, ook in de klas. Als coach leren nog eens bovenop. Je zult bereid
is het mijn taak om ze te laten inzien dat we moeten zijn om tijd te investeren. Voor mij
niet hele grote stappen hoeven te zetten. betekent dat dat ik werkzaamheden op
Veel kleine stapjes maken uiteindelijk ook een ander moment moet doen. Dan zit ik
n grote stap. s avonds na te kijken of lessen voor te berei-
den. Maar ik hoor ook geluiden van mensen
Benodigde vaardigheden die dat er niet voor over hebben.
Naast de rol van coach neemt Roelien ook Roelien verwacht dan ook dat het aspect
andere Rollen in het netwerk op zich, zoals tijd wel eens een belemmerende factor zou
die van Cordinator en Inspirator. Die rollen kunnen worden voor het project.
wil ik zo langzamerhand wel overdragen aan Terwijl netwerkleren juist ook veel tijdwinst
anderen, zodat ik de focus kan leggen op kan opleveren.
mijn rol als leernetwerkcoach. Ik wil klaar-
staan voor diegenen die mijn hulp of steun

122
Netwerkleren
Voor Roelien is netwerken een manier om als leraar aan te geven wat je wilt leren en op wel-
ke manier. Met als resultaat: meer didactische en pedagogische inzichten. In een leernetwerk
wissel je ideen uit en bespreek je problemen. Netwerkleren beperkt zich niet tot mijn eigen
netwerk. Ik loop soms ook even naar een collega toe voor advies, om te weten hoe iemand
anders een bepaalde situatie aanpakt. Maar het kan wat mij betreft ook via het internet.
Je leert eigenlijk altijd van iedereen.

Mensen en middelen
Van LOOK verwacht Roelien dat ze helpen met het op een hoger plan tillen van het hele
project. En dat ze haar en het leernetwerk helpen en bijsturen indien nodig. Ook voor het
ministerie ziet ze een rol weggelegd. Ik verwacht dat ze ons ondersteunen en naar ons luiste-
ren. En hoop dat ze investeren in mensen en middelen vrijmaken, zodat we verder kunnen als
LOOK straks weg is.

Geen verplichting
Voor Roelien is het uitgangspunt van het project De leraar in de drivers seat, heel belangrijk.
Ze adviseert dan ook om mensen niets van bovenaf op te leggen. Verplicht ze niet om naar
een bijeenkomst of symposium te komen. Dan werkt het namelijk niet meer. We moeten
klein beginnen en toewerken naar groot en daarbij moeten de initiatieven van onderop
komen. Verplicht is hier gelijk aan: er gebeurt niets. Dat weten we uit eerdere ervaringen met
soortgelijke initiatieven. Laten we er dus voor zorgen dat dat niet weer gebeurt.

123
heAls leernetwerkcoach moet je over bepaal
den beschikk de vaardig-
en. Je moet bij
observeren, en voorbeeld ku
nnen
om kunnen ga
kunnen motiv an met een gr
oep,
eren en bijstur

en waar nodi
g.
Roelien Hofman

Door Monique Korenhof

De leernetwerkcoach
Roelien Hofman is Leernetwerkcoach. Zij begeleidde een van de pilotnetwerken
vanaf de start. Maar wat doet een leernetwerkcoach eigenlijk?

Wat is een leernetwerkcoach?


De leernetwerkcoach is een coach voor leernetwerken binnen een school, of
school(bestuur)overstijgend, en ondersteunt de leernetwerken bij hun zelfstu-
ring. De coach maakt geen deel uit van deze leernetwerken, maar onderzoekt
met de deelnemers onder welke condities het leernetwerk versterkt of verbreed
kan worden. De leernetwerkcoach kan in iedere fase van een leernetwerk
worden ingezet. Vooral in de zaaifase is de inzet van een leernetwerkcoach vaak
nuttig en nodig. In die fase is de kwetsbaarheid van een leernetwerk groot, en
kan het door een steuntje in de rug, of het afvangen van wat wind net voldoende
kracht krijgen om tot volle groei te komen.

Wie kan de rol van leernetwerkcoach op zich nemen?


De rol van leernetwerkcoach kan door iedereen die coachend kan optreden
worden opgepakt. De inzet binnen het netwerk gebeurt op vraag van een leer-
netwerk. Het is het van belang dat de leernetwerkcoach wel een onafhankelijke
positie heeft, in verband met vertrouwen dat tussen de leernetwerkcoach en de
leernetwerken moet kunnen ontstaan.

124
Wat doet een leernetwerkcoach?
De leernetwerkcoach stelt prikkelende vragen en fungeert als een spiegel.
Hij of zij dwingt het leernetwerk stil te staan bij zaken, waar een netwerk in
haar enthousiasme of onwennigheid niet altijd aan toekomt. Zo kan de coach in
gesprek gaan met deelnemers over hun Leeragenda, helpen bij het inzetten van
activerende werkvormen, of ondersteunen bij het benoemen van opbrengsten.
Indien nodig gaat hij met het leernetwerk na of er voldoende vertrouwen is, of
bekijkt hij of de Rollen binnen het leernetwerk voldoende zijn verdeeld. De coach
kan zelf tijdelijk rollen binnen het netwerk innemen, net wat een netwerk op
dat moment mist.
De leernetwerkcoach kan anderen (tijdelijk) betrekken bij het leernetwerk, of
deelnemers met dezelfde rollen of vragen van verschillende leernetwerken met
elkaar in contact brengen. Zodra een leernetwerk krachtig genoeg is, is de rol
van de coach (tijdelijk) niet meer nodig, of verschuift naar de achtergrond.

De leernetwerkcoach op Aruba
In het project De leraar in de drivers seat speelt de leernetwerkcoach ook een cruci-
ale rol. De leernetwerkcoaches van Aruba zijn mensen uit de praktijk:
leraren, schoolleiders en onderwijsadviseurs. Zij zijn vanaf de start van een
leernetwerk betrokken bij het netwerk.

125
Als leernetwerkcoach zet je diverse werkvormen in

Omdat LOOK meer ervaring heeft met het begeleiden van netwerken, wordt hier
gebruik gemaakt van een train-de-trainermethode. LOOK-medewerkers met er-
varing als coach hebben voor en na een netwerkbijeenkomst, via Skype, contact
met de leernetwerkcoaches op Aruba. Er wordt dan besproken wat er speelt in
het netwerk en wat mogelijke manieren zijn om het netwerk verder te helpen in
een volgende bijeenkomst. Ook de werkvormen uit de toolkit worden zo nodig
besproken. De leernetwerkcoaches proberen vervolgens een bepaalde aanpak
uit in de praktijk, waarop in een volgende sessie weer wordt gereflecteerd. Op
deze manier kan de kennis van LOOK worden ingezet, maar wordt tegelijkertijd
de kennis overgedragen aan de coaches op Aruba. Daarmee werken we aan een
belangrijke doelstelling van het project: de directe overdracht van kennis en
vaardigheden.

126
127
128
De kiemen zijn gelegd en de eerste leer-

opbrengsten voor je onderwijspraktijk begin-

nen zichtbaar te worden. Je begint je op je

gemak te voelen en je netwerk komt geregeld

bij elkaar. Geven en nemen zijn vanzelfspre-

kende begrippen geworden, zonder alles af te

wegen. Nieuwe leervragen worden makkelij-

ker opgepakt. Er komt ook meer ruimte voor

flexibiliteit, nieuwe deelnemers brengen frisse

ideen in.
Uit: Toolkit Netwerkleren
Cultiveren op Aruba
Net zoals in de zaaifase staan de leraren in de cultiveerfase centraal. Maar in toenemende mate spelen ook de
Leernetwerkcoaches, de schoolleiders en stakeholders een belangrijke rol. Om de busmetafoor te gebruiken:
de schoolleiders en stakeholders zorgen ervoor dat de bus in orde is en de weg zo begaanbaar mogelijk, de
leernetwerkcoaches helpen de leraren om goed op de weg te blijven rijden, om de juiste weg te blijven volgen.

De eerste drie leernetwerken op Aruba zijn in de zaaifase gevormd aan de hand van themas die leraren belang-
rijk vonden en hadden aangedragen. De bedoeling is dat de netwerken tot bloei komen en een duurzame vorm
krijgen, zodat het op termijn mogelijk wordt nog meer netwerken op te zetten.
In deze volgende fase, de cultiveerfase, is eerst het aantal netwerken uitgebreid tijdens een herhaling van de
workshops in april 2012. In september 2012 is vervolgens het hele onderwijsveld betrokken in de conferentie
Get in, ban cu nos!. Ook is het traject voor de schoolleiders en stakeholders gentensiveerd.

Hoe ziet de cultiveerfase eruit?


In dit deel laten we zien hoe het leernetwerk Onderwijs op Maat zich verder ontwikkelt. Het leernetwerk
worstelt met een aantal zaken, en zet de Leerestafette in als hulpmiddel. We bespreken wat deze werkvorm heeft
opgeleverd voor het netwerk, en monitoren de voortgang met de Netwerk Barometer.
Vervolgens staan we uitgebreid stil bij de conferentie Get in, ban cu nos! waar bijna alle leraren en schoolleiders
uit het primair onderwijs aanwezig waren. Wat zijn de ervaringen, en waarom gaat een lerares van 75 jaar nog
aan het netwerkleren?
Joseph Kessels heeft menig leraar geraakt met zijn betoog Je kunt niet slim zijn tegen je zin. Kessels geeft een
samenvatting van de belangrijkste punten hiervan, en gaat in op enkele opmerkingen die leraren en schoolleiders
hierover hebben gemaakt in de portretten.
Onontbeerlijk in deze fase is de brede steun voor het netwerkleren. We beschrijven daarom tot slot de rol van de
schoolleiders en stakeholders en het traject dat ze hebben doorlopen.

131
132
134 Meerdere hoofden kunnen wat je alleen niet kan Jurjenne Ras en Hester Matthijsse

140 De Leerestafette

148 Vinger aan de pols met de Netwerk Barometer (2)

156 Door het netwerk kunnen we samen iets maken dat beter werkt Cheddy Lopez Henriquez

160 Conferentie Get in ban cu nos

166 De impact van de conferentie

174 We moeten leerlingen als individuen zien Erica Weber

178 Netwerken werkt als leerkrachten het willen Maritza Carrion

182 Samen slimmer worden door netwerkleren Joseph Kessels

188 Leiderschap in een professionele ruimte

194 Netwerken is belangrijk op alle niveaus Louis Bernoski

198 Ruimte vinden binnen de kaders

206 Naar een toekomstweg voor de stakeholders

133
Meerdere
hoofden kunnen
wat je alleen niet kan
Juryenne Ras en Hester Matthijsse

134
135
Door John Arkenbout

Ze vormen een apart stel, Hester Matthijsse en Juryenne Ras. Zo op het eerste

gezicht heel verschillende vrouwen. Hester is onmiddellijk herkenbaar als van

origine Nederlandse, al woont ze al lange tijd op Aruba. Juryenne is een echte

dochter van Aruba, met een Caribische uitstraling. Ze zijn van twee verschillende

generaties. En toch hebben ze veel gemeen. Op de eerste plaats de school waar

ze werken, de Kukwisaschool in Pos Chiquito, een moeilijke buurt halverwege

Oranjestad en San Nicolaas, ingeplakt tussen de zee en de doorgaande weg.

Juryenne ging er als kind naar school en zijn. Juryenne is pas voor het derde jaar
zat er in de klas bij Hester die nu dus haar leerkracht maar straalt al een ervaring uit
collega is. die groter is. Eerst heeft ze in de wijk Dakota
Maar de belangrijkste overeenkomst is wel in Oranjestad gewerkt, maar ze is toch gaan
hun enthousiasme voor netwerkleren. Alle- werken op haar eigen school. Dit jaar heeft
bei maken ze deel uit van netwerken. Ze zijn ze de vijfde klas, vorig jaar was het de zesde
er vanaf september 2011 bij betrokken. En klas.
samen willen ze er graag over vertellen.
Hester werkt al 24 jaar in het onderwijs Drijfveer
waarvan 20 jaar op Aruba. Ze heeft steeds Nieuwsgierigheid en leergierigheid waren
op de Kukwisaschool gewerkt, als leerkracht voor beiden de drijfveer om mee te doen
voor de klassen twee tot en met zes. Nu is ze in leernetwerken. En je hoeft niet steeds
intern begeleider op deze school. Daarnaast het wiel opnieuw uit te vinden, want er zijn
werkt ze ook voor de afdeling curriculu- genoeg anderen die je op allerlei gebieden
montwikkeling van het departement van kunnen helpen. Juryenne: Het leek me leuk,
onderwijs. In die dubbele rol hield ze in de interessant als verschillende ideen bij elkaar
grote zaal tijdens de lerarenconferentie een gebracht worden , want anderen hebben
warm pleidooi voor netwerkleren. Omdat vast oplossingen voor jouw problemen.
ze vindt dat leraren daarmee samen sterker Daarbij ben je nooit te oud om te leren, vult

136
Hester aan. Het bevalt heel goed, het netwerkleren, maar er is wel wat voor nodig. Juryenne:
Het is wel intensief, je moet er in investeren, en je hebt een positief beeld nodig. Je moet
open staan voor veranderingen, ervaringen, problemen. Maar als je het niet uitprobeert, heb
je ook niets.
Netwerkleren zorgt ervoor dat je uit een enorm reservoir van kennis en ervaringen kunt
putten. Hester: Je ziet andere aspecten, maakt kennis met de expertise van anderen. Je staat
er niet alleen voor. Er zijn connecties met andere scholen.

De goede dingen van jezelf zien


Wat Juryenne vooral waardevol vindt, is het contact met anderen waar je zelf ook beter van
wordt, het positieve gevoel dat het oplevert. Je leert ervan wat goed gaat en wat niet. Je
hebt steun aan elkaar. Het is een open minded ontmoeting, de sfeer is goed. Met netwerken
leer je van anderen, zelfs van wat in andere landen gebeurt. Je krijgt feedback, of je wilt
of niet. Positieve feedback betekent ook: de goede dingen van jezelf zien. Hoe wil je dat
anderen je benaderen? Je leert praten op een positieve manier om positieve feedback te
krijgen. Die houding is belangrijk: positief, gemotiveerd, bereid zijn om anderen te helpen.
Dan maakt netwerkleren het contact met anderen makkelijker. Je leert zo meer mensen op je
eigen eiland kennen. En: meerdere hoofden kunnen wel wat je alleen niet kunt. Ik heb in het
netwerk geen ideen gehoord die ik niet kon gebruiken.

137
Instrumenten
Hester is bijzonder goed te spreken over de instrumenten die LOOK heeft ontwikkeld voor
het netwerkleren. Die helpen om structuur te geven aan een netwerk. Ze noemt met name
de Toolkit Netwerkleren, de Netwerk Barometer en de Leerestafette.

De barometer is een tool waar ik via het netwerkleren voor het eerst kennis mee heb ge-
maakt. Wat ik erg fijn vind is dat het in kaart brengt hoe een netwerk door iedereen ervaren
wordt, wat de opbrengsten zijn voor de groep. En het geeft aanknopingspunten voor verdere
aanpak. Persoonlijk heb je na een bijeenkomst wel een gevoel, maar de barometer brengt de
feiten in kaart.

Over de toolkit zegt Hester: Met de toolkit weet je concreet wat de verschillende rollen zijn in
een netwerk en hoe je die rollen kunt wisselen om je netwerk dynamisch te houden.
De toolkit geeft ook allerlei ideen om binnen een netwerk meer en diepere opbrengsten te
kunnen halen. Zonder de ideen uit de toolkit kan een netwerk verzanden in een zich steeds
herhalend praten over. De ideen uit de toolkit laten je ook eens anders naar iets kijken,
geven je nieuwe inzichten, bieden variatie in aanpak.

De leerestafette werkt ook goed. Dit instrument stimuleert je om na te denken hoe je iets aan
anderen kunt duidelijk maken op een persoonlijke manier.
Het helpt om elkaar snel advies te geven, en met elkaar mee te denken. In korte tijd kun je
ook een grotere hoeveelheid vragen van medenetwerkers bespreken.

Onderwijscultuur
Behalve voor henzelf vinden Hester en Juryenne netwerkleren ook een goede zaak voor het
hele onderwijs op Aruba. Het kan een goede invloed hebben op veranderingen in de cultuur
op het eiland.

138
Afwachten was de norm, zegt Hester. Er is Waarom zouden we concurrenten zijn? Net-
voor veel mensen een mind switch nodig nu werken kan juist een grote stimulans zijn om
er met netwerkleren eigen initiatief mogelijk beter in je vak te worden.
is n wordt verwacht. Maar als we leerlingen En daar gaat het uiteindelijk om: een betere
zeggen dat ze moeten uitgaan van hun leerkracht worden voor je leerlingen in een
kracht, dan geldt dat toch zeker ook voor wereld die snel aan het veranderen is.
leraren? Je moet niet afwachten. Zo zoek ik
zelf contact met de Directie Onderwijs en Juryenne: Kinderen van nu zijn anders,
met Curriculumontwikkeling. volwassener dan vroeger. Er zijn veel kleine
Juryenne: Op Aruba gaat veel van boven dingen die impact hebben. En er zijn andere
naar beneden, maar met het netwerken zit je problemen, zoals de sociaal-emotionele
op n lijn met anderen. Dat moet je ook in problematiek.
de praktijk brengen door open te staan voor Dat gaat zeker op voor Pos Chiquito dat
nieuwe ideen en door dingen te delen. Niet bekend staat als een moeilijke buurt.
de houding van ik deel mijn lessen niet met Hester: Die moeilijke buurt geeft de school
je want die zijn van mijn school. een mindere reputatie dan terecht is.
Hester valt haar bij: Je zult het geloven of Juryenne: Maar de kinderen hier zijn wel
niet, maar dat gebeurt soms zelfs binnen altijd naar school gekomen, ook al was er tot
scholen. Het gaat beter maar we zijn er nog voor kort geen leerplicht.
niet. Het eilandjesgevoel wordt een beetje
doorbroken.

139
Door Monique Korenhof

De L ee r e s ta f e t t e

Dit instrument stimuleert je om na te denken hoe je iets aan anderen kunt duidelijk
maken op een persoonlijke manier. Het helpt om elkaar snel advies te geven, en met
elkaar mee te denken. In korte tijd kun je ook een grotere hoeveelheid vragen van
medenetwerkers bespreken. Hester Matthijsse

Het is niet altijd gemakkelijk om de goede Daarom stelde de Leernetwerkcoach voor om


voornemens die je in het leernetwerk uitspreekt de Leerestafette in te zetten. In dit hoofdstuk
om te zetten in daden. De waan van dag slokt beschrijven we wat de leerestafette is, op welke
je daarna weer snel op, of de tijd is omgevlogen manier het leernetwerk deze werkvorm inzette
voor je het weet. Herkenbaar? Dat je elkaar en wat het heeft opgeleverd.
weer treft en toch niet bent toegekomen aan je
voornemen? Wat is de Leerestafette?
De leerestafette is n van de activiteiten uit de
Het leernetwerk Onderwijs op Maat liep hier ook Toolkit Netwerkleren waarmee je twee vliegen in
tegen aan. Ze gingen vlot van start met de leer- een klap slaat: je hebt een stok achter de deur
doelen voor hun netwerk en de stappen om hun om daadwerkelijk met je voornemen aan de slag
doelen te halen in de workshop van november te gaan, n je bouwt automatisch met elkaar
2012. Daarna pakten ze stevig door: ze kwamen aan een product door het bundelen van kennis
zeer regelmatig bij elkaar en gebruikten de en ervaringen. De deelnemers beschrijven hun
eerste bijeenkomsten om hun Leeragenda aan voornemens en ervaringen in een e-mail en
te scherpen. Maar de drukte van alledag maakte sturen die aan elkaar door. Op die manier krijg je
dat ze niet voldoende toekwamen aan het toe- een beschrijving van allerlei ideen en ervarin-
passen van alle ideen en oplossingen. gen met betrekking tot het onderwerp dat je

140
wilde aanpakken. Je kunt de leerestafette in- worden in lessen. Maar zoals gezegd, is daar bij
zetten om individueel of als groep een leerdoel een volgende bijeenkomst zelden echt iets mee
waar je niet aan toe komt eruit te lichten. gedaan. Daarom zetten ze de leerestafette in.
De deelnemers willen proberen hun mogelijk-
Hoe werkt het? Noteer aan het einde van de heden voor differentiatie in de klas te vergroten
bijeenkomst welke voornemens jullie hebben door het uitwisselen en toepassen van didac-
voor de volgende periode, als groep of individu- tische werkvormen en materialen op cognitief
eel. Dit kan een inhoudelijk thema zijn, maar ook gebied. Iedereen heeft over dit onderwerp
een advies of idee dat je in je praktijk tot uitvoe- leervragen en allemaal willen ze eerder bedach-
ring wilt brengen. Probeer het voornemen te, maar nooit uitgevoerde plannen uitprobe-
zo concreet mogelijk te formuleren. Maak dan ren. Innoveren op kleine schaal, daarop direct
een volledige lijst met namen en e-mailadres- reflecteren en de ervaringen die ze opdoen met
sen. Spreek af wanneer (bijvoorbeeld over elkaar delen. Door het toetsen van een scala
hoeveel dagen) de eerste persoon op de lijst aan aan aanpakken in de praktijk ontstaat er een
de tweede persoon mailt hoe hij het voornemen zogenaamde leergeschiedenis: een document
heeft gerealiseerd. Deze persoon stuurt de mail met een beschrijving van de aanpak, de reflectie
op zijn beurt, aangevuld met zijn ervaring, door hierop en de opbrengsten die aansluiten bij de
aan nummer drie. Herhaal dit tot iedereen is leerdoelen van het leernetwerk. Handig als je in
geweest. De laatste op de lijst stuurt de e-mail, een later stadium die kennis opnieuw wilt raad-
waarin inmiddels de bijdrage van iedereen is plegen of de inzichten wilt delen met anderen.
opgenomen, door aan alle deelnemers. In een
volgende bijeenkomst van het leernetwerk wor- We illustreren het gebruik van de leerestafette
den de resultaten besproken. Een goede kans aan de hand van n van de leerestafettes
dat hieruit vanzelf nieuwe voornemens rollen die de netwerkleden in maart 2012 hebben
voor de volgende periode. ingezet tijdens een periode van twee weken.
We gebruiken hiervoor de leervragen van twee
De leerestafette van Onderwijs op Maat deelnemers en laten vervolgens zien hoe erover
In het netwerk Onderwijs op Maat komen regel- is gerapporteerd in het leernetwerk.
matig ideen naar voren die toegepast kunnen

141
Leervraag 1: differentiren in de klas Hester beschrijft dat de leraren op haar school
enkele jaren geleden gestart zijn met momenten
Hester is intern begeleider (IBer). In het leernet- van zelfstandig werken die waren opgenomen
werk zitten meer IBers. Haar leervraag luidt als in het rooster. De start hiermee was goed. Maar
volgt: daarna is het wat ingeslapen, in ieder geval op
schoolniveau. Hester wil in deze leerestafette ko-
Waar, wanneer en hoe kan ik hulp bieden aan de men tot een opzet waarmee de leraren vanaf de
leerkrachten wanneer ze zoeken naar mogelijkhe- eerste dag in schooljaar 2012/2013 aan de slag
den om vaker te kunnen differentiren in combina- kunnen, zodat ze met zelfstandig werken een
tie met momenten van zelfstandig werken? sprong voorwaarts kunnen maken. Ze beschrijft
haar plan van aanpak. Ze heeft hierover eerder
gebrainstormd met de netwerkleden, en gaat dit
nu dus toepassen in haar eigen schoolpraktijk.

142
Ik ga een goede inventarisatie maken van de aandachtspunten in de diverse klassen. Ik maak een
overzicht om zo te kunnen begrijpen waar de knelpunten liggen en waarom iets wel of niet lukt,
wel of niet gedaan wordt enzovoort. Van daaruit zoek ik naar mogelijkheden om tot verbetering te
komen.

Ze beschrijft vervolgens hoe het is gegaan, en Kortom, er is niet n onderdeel te benoemen dat
welke inzichten en ervaringen ze heeft opge- in alle klassen speelt. Wat wel duidelijk blijkt, is dat
daan. mijn vermoeden waar is: het zelfstandig werken is
ingeslapen.
Om voor mezelf een overzicht te krijgen waar aan-
dachtspunten en knelpunten liggen in de diverse Hester kwam erachter dat haar gevoel klopt. Het
klassen heb ik alle leerlinggegevens en mondelinge differentiren in de klas staat op een laag pitje,
informatie van de leerkracht in kaart proberen te maar de behoefte is onverminderd aanwezig.
brengen. Hieruit blijkt dat er behoefte is aan: Tijd voor actie dus! De behoeftes lopen echter
Meer structuur en duidelijke afspraken en regels uiteen. Hester besluit dat ze het grondig moet
tussen leerkracht en leerling. Dit speelt vooral in aanpakken. Dat ze niet alleen een enkele indivi-
de onderbouw. duele leerkracht moet helpen met differentiren
Differentiatiemogelijkheden voor taal en reke- bij taal, maar dat er eerst schoolbreed een soort
nen, vooral voor de onderdelen meten/tijd/geld. herintroductie nodig is van het zelfstandig
Meer aandacht voor sociaal-emotionele proble- werken. Dat ze de leraar weer warm moet maken
men. Door de problemen op sociaal emotioneel voor het optimaal benutten van de momenten
vlak komen de kinderen moeilijk tot zelfstandig van zelfstandig werken in de klas. Want juist die
werken. momenten bieden mogelijkheden voor gediffe-
rentieerd werken.

143
Daarnaast wil ze de leerkrachten die wel al Differentiren met behulp van ICT
zelfstandig werken in de klas, inschakelen om Het tweede voorbeeld is van Babette. Zij
de anderen te motiveren. Zo wil ze het leren van worstelt met de vraag hoe ze de kinderen zelf-
elkaar op school rondom differentiatie activeren. standig de computer kan laten gebruiken als
Het moet weer gaan leven! Ze beschrijft in de aanvulling en verdieping op en remediring van
leerestafette hoe ze een start maakt: de lesstof. Haar leervraag is:

Op dit moment ben ik bezig met het zelfstandig Hoe maak ik op een effectieve manier gebruik
werken opnieuw onder de aandacht te krijgen.
van de twee klassencomputers in mijn dagelijkse
Dat is best een hele klus. In overleg met het
hoofd van de school willen we dit eerst goed op lessen?
schoolniveau aanpakken. Dit wil zeggen dat mijn
leervraag over differentiren eigenlijk een beetje Babette heeft eerder pogingen ondernomen
plaats moet maken, zodat we alle aandacht geven om de klassencomputers in te zetten, maar dat
aan het zelfstandig werken in de klas. Maar tegelij- leverde niet het gewenste resultaat op. Ze zegt
kertijd wil ik ook al verder werken aan de volgende hierover:
stap: enthousiaste mensen voor differentiatie bij
elkaar brengen. Al is het maar om aan te tonen Ik loop vaak nogal hard van stapel en wil meteen
welke voordelen zelfstandig werken kan bieden bij te veel dingen tegelijk doen. Hierdoor lopen de
differentiren in de klas...... dingen vaak minder goed dan ik gehoopt had.
Vandaar dat ik mij deze keer eerst helemaal heb
Hester komt dus tot inzichten en wil vanuit haar geconcentreerd op het soepel laten verlopen van
IB-functie de boel doen herleven. Ze heeft nu n computer.
duidelijker voor ogen hoe ze een en ander op
poten moet zetten. Maar ze geeft ook aan dat Babette probeerde een paar weken een aantal
ze graag tips wil van haar leernetwerk over hoe aanpakken uit. Eerst maakte ze gebruik van
ze het zelfstandig werken in de klas weer kan een cd-rom van Veilig Leren Lezen, waarbij alle
stimuleren. Ze heeft hiermee haar leervraag van- kinderen dezelfde leesoefening deden. Dit bleek
uit het leernetwerk niet alleen naar haar eigen niet goed te werken omdat het switchen tussen
schoolpraktijk gebracht, maar brengt ook direct de leerlingen te veel tijd kostte.
haar praktijkervaring weer terug in het netwerk.

144
Daarna heeft ze voor een ander programma ge- ren aan de beurt komen. Op deze manier zijn
kozen, waarbij de kinderen zelf kunnen starten alle kinderen aan het einde van de week aan de
en meteen met de juiste oefeningen beginnen. beurt geweest. Ze beschrijft hoe de week na de
Elke keer als ze weer aan de beurt komen, gaan vakantie verloopt.
ze automatisch door bij waar ze de laatste keer
gebleven waren. In de voorjaarsvakantie neemt De maandag na de vakantie begon lekker. Ik was
Babette twee dagen de tijd om alle informatie geconcentreerd bezig om alle kinderen voor die
van de leerlingen in te voeren, zodat ze er na dag aan de beurt te laten komen. Af en toe was er
de vakantie meteen mee aan de slag kan. Ze een leerling die wat uitleg nodig had, maar het ver-
maakt een rooster waarbij dagelijks zes kinde- liep wel soepel. Dag twee verliep ook goed, alleen

145
begon ik toen alweer te vergeten dat er een leerling Babette is erg blij met deze tweede poging.
achter de computer moest. Die dinsdag hadden Nu het haar met n computer gelukt is, besluit
twee kinderen geen beurt gekregen. Op woensdag ze ook een tweede computer in te zetten deze
had ik een groepsbespreking met mijn IBer en ik keer voor rekenen. Ze heeft echter nog geen
vertelde haar over dit probleem. Samen hebben we programma naar wens gevonden en besluit
gebrainstormd over verschillende mogelijkheden, het in haar leernetwerk te bespreken. We zijn
toen ze opeens met de oplossing kwam. Ik moest nieuwsgierig hoe het momenteel staat met het
het met kleine klokjes proberen, met daarop de gebruik van computers in de klas. We vroegen
tijdstippen wanneer de kinderen een beurt op de haar om een korte reactie:
computer hadden. Die klokjes zou ik dan van te
voren op hun tafels leggen zodat de kinderen zelf Wat is de stand van zaken? Zijn deze opbreng-
in de gaten kunnen houden wanneer het hun beurt sten er nu nog steeds? Babette licht het toe:
op de computer is. De volgende dag heb ik het Ik was zover om de tweede computer ook in te
gentroduceerd in de klas. De klas en ik zijn er erg gaan zetten. Ik zou het programma gebruiken dat
enthousiast over. Voor schooltijd leg ik de klokjes bij onze rekenmethode Alles telt hoort. De tweede
neer voor de kinderen die tot aan de eerste pauze set met klokjes had ik gemaakt en de volgorde van
aan de beurt zijn, in de eerste pauze leg ik ze neer de kinderen al op papier gezet. Alles gereed dus....
voor de kinderen die daarna aan de beurt zijn en in De maandag dat ik wilde gaan beginnen, startte
de tweede pauze voor de kinderen die daarna aan de computer niet meer op. Ik heb er helaas geen
de beurt zijn. Het werkt als een TREIN!!! De tweede begin mee kunnen maken, want de computer heeft
week is heel goed verlopen en zijn alle kinderen het begeven.
aan de beurt gekomen. Ik ben er helemaal blij Rond december van het nieuwe schooljaar wilde
mee. De kinderen zijn er ook zo snel aan gewend ik weer beginnen met de computer voor het lezen.
geraakt. Bovendien weten ze inmiddels precies hoe Ook dat is nog niet gelukt, aangezien die het
het programma werkt, waardoor er voor mij zo ook begeven heeft. Maar ik heb goeie hoop dat
goed als geen werk meer aan vast zit. Deze tweede ik misschien toch nog dit jaar in ieder geval met
poging is zeer geslaagd! n computer aan de slag kan gaan. Het is nu
niet meer een kwestie van het uitvogelen van de
organisatie ervan, die is nu duidelijk, het is nu even
wachten op een goedwerkende computer.

146
Tot slot
Het leernetwerk heeft de leerestafette in totaal Babette: Ik vond het een hele leuke en vooral
twee keer ingezet, steeds voor een periode praktische manier om in de praktijk aan het
van twee weken. De eerste keer verliep niet
werk te zijn. Vooral omdat je duidelijke afspra-
soepel, zo bleef de opdracht soms steken bij een
deelnemer. Dit in tegenstelling tot de tweede ken maakt over de duur van de estafette en over
keer, die verliep veel beter. Het leernetwerk het inleveren van de ervaringen ervan. Zo is het
keek in reactie hierop nog eens terug naar hun niet iets vrijblijvends en zorgt het voor een stok
Sociaal contract (zie ook Toolkit Netwerkleren)
achter de deur.
om te beslissen welke afspraken ze met elkaar
willen maken over de inzet van deze werkvorm.
Een nieuwe afspraak was: als je zelf geen directe
bijdrage hebt voor de leerestafette stuur deze
dan toch door naar de volgende persoon in de
estafette.
De groep heeft vooral veel positieve bijdragen
van de leerestafette ervaren. Zoals ze zelf aan-
halen: het samen dragen van succes, het levert
goede input op en het is een heel concrete sti-
mulans in het werk. Het leernetwerk bespreekt
de resultaten van de leerestafette met elkaar en
wisselt tips uit waarmee mensen na de estafette
verder kunnen.

147
Door Rene de Kruif, Monique Korenhof en Celeste Meijs

Vinger aan de pols met de Netwerk Barometer (2)

Op bladzijde 82 beschreven we hoe de Netwerk Barometer ingezet kan worden om zicht te


krijgen op hoe het gaat in het leernetwerk. Via een aantal vragen reflecteren de deelnemers op
de gezondheid van het leernetwerk: Praten de deelnemers over onderwerpen die hen in de
dagelijkse praktijk bezighouden? Hoe is de sfeer in het leernetwerk? Leveren de bijeenkomsten
relevante handvatten op voor de dagelijkse praktijk? En hoe belangrijk is het leernetwerk? Dit zijn
zoal de reflectievragen die in de barometer aan de orde komen.
We kijken in dit hoofdstuk naar de ontwikkelingen binnen het leernetwerk Onderwijs op Maat in
de cultiveerfase. Eerder beschreven wij op bladzijde 114 de stand van zaken in het netwerk in de
zaaifase.

Ontwikkelingen binnen het leernetwerk Onderwijs op Maat


Na een inspirerende start aan het einde van 2011 en een verdere kennismaking begin januari
2012 (zie bladzijde 104), besluiten de deelnemers aan het leernetwerk eind januari opnieuw
samen te komen. Daarna komen ze zoveel mogelijk maandelijks op n van de scholen bijeen
om verder te werken aan het verfijnen van de eigen onderwijspraktijk. Zodoende hopen ze beter
in te kunnen spelen op de behoeften van individuele kinderen. Zo nu en dan vullen ze na afloop
van een bijeenkomst de Netwerk Barometer in. De Leernetwerkcoach verzamelt de antwoorden
en bekijkt (in eerste instantie nog in samenwerking met een LOOK-medewerker) de resultaten
voor het gehele netwerk.

In figuur 1 staan de gemiddelde scores van het leernetwerk voor vier verschillende momenten
waarop de Netwerk Barometer werd ingevuld. Om de ontwikkeling goed te kunnen volgen, staat
ook het startmoment (5-1-2012) in de grafiek. Met uitzondering van de vragen 4, 7, 8 en 10 zijn
alle gemiddelde antwoordscores boven de 4. Dat wil zeggen: mee eens of helemaal mee eens.
De leden vinden dus dat het goed gaat in hun netwerk.

148
5

4,5

3,5 5/1/12
antwoordcategorien

3 23/2/12
29/3/12
2,5
7/6/12
2

1,5

0,5

0
1 9 2 4 5 6 7 8 3 10 11 12
vragen

Figuur 1. Barometerresultaten Onderwijs op Maat

De Netwerk Barometer wordt bij voorkeur vaker ingevuld. Zo geeft het een beeld van de ontwikkeling
van het leernetwerk door de tijd en geeft het aanknopingspunten voor een gesprek. Je kunt ook per
vraag kijken hoe verspreid de antwoorden zijn. Zijn de meeste netwerkleden het eens met de vraag?
Hoeveel netwerkleden nemen een neutrale positie in? Deze informatie nuanceert het algemene beeld.

Ontwikkelingen binnen het leernetwerk Onderwijs op Maat


De leraren in dit leernetwerk willen graag met elkaar aan de slag om met hun onderwijs beter in te
kunnen spelen op de behoefte van ieder kind in de klas. Het leernetwerk begint met acht leraren van
zes verschillende scholen en vier verschillende schoolbesturen. Na het formuleren van de netwerkmissie
en het leggen van de Toekomstweg, besluiten ze maandelijks bijeen te komen op n van de scholen.
Tijdens de tweede bijeenkomst, op 5 januari 2012, beginnen de deelnemers met een uitgebreide kennis-
makingsronde en een terugblik op de succesvolle en inspirerende workshops eind 2011. Aan het einde
van de bijeenkomst wordt hen de Netwerk Barometer aangereikt, met het voorstel om deze zo nu en
dan te gebruiken om te reflecteren op hoe het gaat in het leernetwerk.

149
Opvallend is dat de scores uiteenlopen tussen de verschillende bijeenkomsten. Om te begrijpen
waar dit door komt is meer informatie nodig over de gesprekken en interventies die tijdens de
verschillende bijeenkomsten hebben plaatsvonden. Tabel 1 geeft een overzicht van de inhoud
van de bijeenkomsten en laat zien wanneer de Netwerk Barometer werd ingevuld.

Tabel 1. Inhoud bijeenkomsten netwerk Onderwijs op Maat

Datum Barometer Aantal Inhoud


ingevuld? deelnemers

05-01-2012 Ja 7 Kennismakingsronde en terugblik op succesvolle en


inspirerende workshops eind 2012

19-01-2012 Nee 6 Eigen ervaring met en visie op kernwoorden uit de eerder


geformuleerde missie gedeeld. Introductie Leeragenda.

23-02-2012 Ja 8 Gebruik werkvormen Mindmap en Leeragenda om doelen te


bepalen. Besluit om werkvorm Leerestafette te gebruiken.

29-03-2012 Ja 6 Bespreking Leerestafette, delen kennis/informatie en uitwisse-


len tips. Besluit om Leerestafette nog eens te doen. Gebruik
werkvorm Ideenmuur voor opstellen Sociaal contract.

10-05-2012 Nee 4 Leerestafette is blijven steken. Lage opkomst.

07-06-2012 Ja 6 Evaluatie Leerestafette. Sociaal contract besproken. Evaluatie


Rollen en herverdeling Rollen in het leernetwerk.

25-09-2012 Nee 5 Netwerkbijeenkomst met Leernetwerkcoach.

Om het beeld van de barometer verder te nuanceren, bekijken we per vraag hoe de antwoorden
van de deelnemers zijn verdeeld over de categorien Onderwerp, Sociale cohesie, Praktijk en
Waarde.

150
Onderwerp - Praten we over de juiste onderwerpen?

5-01-2012 23-02-2012 29-3-2012 7-6-2012

1. In dit netwerk worden de juiste


onderwerpen besproken

9. Onderwerpen die we tegenkomen


in de lespraktijk worden ingebracht
in het netwerk

= neutraal, = mee eens, = helemaal mee eens, = ik weet het niet/missing; 1 smiley = 1 persoon

Op alle meetmomenten geven de leraren aan dat het juiste onderwerp aan bod komt. Dit ligt binnen de
verwachting, omdat zij zelf in onderling overleg voor het onderwerp hebben gekozen. Het is goed om te
zien dat het ook lukt om dit op langere termijn vast te houden en dat de focus niet (ongewenst) wordt
verlegd. Het eigenaarschap over de onderwerpen lijkt daarmee groot. Verder zien we dat de leraren in
toenemende mate aangeven dat de onderwerpen uit de lespraktijk komen. Relevante onderwerpen uit
de eigen praktijk worden dus in het leernetwerk opgepakt. Het is mogelijk dat dit komt door de introduc-
tie van werkvormen uit de Toolkit Netwerkleren, zoals de Mindmap (die werd ingezet bij het specificeren
van de Leeragenda) en Leerestafette (waarmee direct actie in de eigen lespraktijk ondernomen werd).

151
Sociale cohesie - Hoe functioneren we samen?

5-01-2012 23-02-2012 29-3-2012 7-6-2012

2. In dit netwerk is een verscheidenheid


aan alternatieve invalshoeken van
waaruit de onderwerpen worden
bekeken

4. In dit netwerk betekenen we veel


voor elkaar

5. Er is een goede sfeer in het netwerk

6. Ik heb invloed op de gang van zaken


in het netwerk

= neutraal, = mee eens, = helemaal mee eens, = ik weet het niet/missing; 1 smiley = 1 persoon

Op het sociale vlak zit het goed in dit leernetwerk. De sfeer, een belangrijke voorwaarde voor
samenwerking, is gedurende de hele periode goed. Het leernetwerk ervaart dat er voldoende
invalshoeken zijn om naar hun praktijkproblemen te kijken. De diversiteit is dus groot. Dat is ook
niet zo vreemd binnen een leernetwerk met leraren van zes verschillende scholen. Er blijken
echter ook zorgen te zijn, bijvoorbeeld over de sociale cohesie. Enkele deelnemers geven aan dat
niet iedereen evenveel inzet toont en dat sommige leraren het regelmatig af laten weten. Daar-
door ontstaat er twijfel over wat men voor elkaar betekent en hoeveel invloed men zelf heeft op
de gang van zaken. Er wordt gezocht naar een nieuwe balans en de leraren besluiten aan de slag
te gaan met deze zorgen door gebruik te maken van de kaart Sociaal contract uit de Toolkit Net-
werkleren. Met behulp van de Ideenmuur inventariseren ze wat ze van elkaar verwachten en hoe
ze willen samenwerken. Dat geeft houvast maar neemt niet alle zorgen weg. De volgende stap
is daarom deze zorgen aan te pakken vanuit een duidelijkere rolverdeling in het netwerk (Rollen).
Men gaat hierbij uit van de kwaliteiten van de deelnemers en bekijkt hoe je deze kwaliteiten
optimaal kunt inzetten om te komen tot een goede samenwerking. Als het netwerk het einde
van het schooljaar nadert, is de sfeer nog steeds goed maar is er onzekerheid over de hervatting
na de zomervakantie.

152
De praktijk - Levert het relevante handvatten op voor de dagelijkse praktijk?

5-01-2012 23-02-2012 29-3-2012 7-6-2012

3. Door deelname aan dit netwerk heb


ik mijn competenties (vaardigheden,
kennis, attitude) uitgebreid

7. Ik heb in mijn eigen lespraktijk


gebruikgemaakt van de kennis die ik
in dit netwerk heb opgedaan

8. Ook docenten buiten het netwerk


maken gebruik van de kennis die ons
netwerk heeft opgeleverd

9. Onderwerpen die we tegenkomen in


de lespraktijk worden ingebracht in
het netwerk

= helemaal mee oneens, = mee oneens, = neutraal, = mee eens, = helemaal mee eens, = ik weet het
niet/missing; 1 smiley = 1 persoon

De ontwikkeling van het leernetwerk is binnen deze categorie het zichtbaarst. Tijdens de eerste bijeen-
komsten speelt de praktijk een minder belangrijke rol, maar over de tijd heen neemt de relevantie voor
de praktijk een steeds centralere plaats in. Het leernetwerk werkt heel gericht aan dit onderdeel.
Al snel wordt de leeragenda gentroduceerd, die met de mindmap verder wordt geconcretiseerd.
Deze werkvorm is nodig omdat de missie van het netwerk erg breed is. Het formuleren van concrete
subdoelen draagt bij aan het beoogde eindresultaat en levert succeservaringen op. Ook de leerestafette
draagt hieraan bij. Het leernetwerk ervaart dat afspraken over activiteiten tussen de leernetwerkbijeen-
komsten, vaak niet werden opgepakt door de drukte van alledag. De leerestafette wordt ingezet als stok
achter de deur. Met deze werkvorm worden de ervaringen in de praktijk direct met elkaar gedeeld, waar-
door een leergeschiedenis ontstaat. Hoewel de ervaring met de leerestafette positief is, is ook hier het
probleem dat niet iedereen reageert, waardoor de schakel soms wordt verbroken. Dit brengt het netwerk
weer naar het eerder besproken sociale contract en rollen. Wat ook uit de barometergegevens blijkt, is
dat leraren buiten het netwerk minder gebruik (kunnen) maken van de opbrengsten van het netwerk.
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan het zijn dat de opbrengsten heel specifiek zijn voor een
bepaalde groep.

153
Waarschijnlijk is dit leernetwerk nog zoekende naar hun eigen leeragenda en manieren om te
komen tot relevante opbrengsten voor henzelf. Nadenken over het delen van deze opbrengsten
met mensen buiten het netwerk, is een volgende stap.

Waarde - Is deelname aan het netwerk waardevol?

5-01-2012 23-02-2012 29-3-2012 7-6-2012

10. Hoe belangrijk is dit netwerk voor de


ontwikkeling van uw school?

11. Hoe belangrijk is dit netwerk voor


uw eigen ontwikkeling?

12. Hoe belangrijk is dit netwerk voor


het verbeteren van uw onderwijs
praktijk (handelen in de klas)?

= neutraal, = belangrijk, = heel belangrijk, = ik weet het niet/missing; 1 smiley = 1 persoon

Deze laatste vragen geven een indicatie van de waarde van het leernetwerk. Opvallend is de toe-
nemende twijfel over het belang van dit netwerk voor de schoolontwikkeling en de toenemende
zekerheid over het belang van dit netwerk voor de eigen ontwikkeling en onderwijspraktijk. Als
leraren in dit netwerk de voor hen zelf relevante opbrengsten met collegas buiten het netwerk
delen, is het mogelijk dat het belang van het netwerk voor de ontwikkeling van de school ook
toeneemt.

154
Een frisse start na de zomer
We hebben door de inzet van de Netwerk Barometer gezien waar dit leernetwerk mee worstelt in de
zoektocht naar optimalisatie van hun netwerk. Vlak voor de zomervakantie zocht het netwerk naar een
nieuwe balans. Na de zomervakantie bestond het netwerk nog maar uit vier vijf personen. Tijdens een
bijeenkomst gefaciliteerd door LOOK en de leernetwerkcoach komen ze bij elkaar. Ze zijn bang dat het
netwerk uiteenvalt met zo weinig mensen. Vanuit de rollen (Cordinator, Inspirator, enzovoort) bekijken
de deelnemers het probleem opnieuw. Waar men aanvankelijk dacht dat vijf mensen een te smalle basis
is voor verdere activiteiten, komt men uiteindelijk tot de conclusie dat er eigenlijk niets mis is met deze
grootte. Ook realiseren ze zich dat de overgebleven kern bestaat uit de mensen die er echt voor wil gaan.
Ze zien opeens ook juist de voordelen, krijgen ideen voor nieuwe werkvormen om ervaringen uit te
wisselen en voelen zich opnieuw in hun kracht. Het leernetwerk gaat vol hernieuwde energie verder.

In het derde en laatste deel van Vinger aan de pols met de Netwerk Barometer (bladzijde 232) laten we zien
hoe dit netwerk verder is gegaan na de zomervakantie. We laten in dat deel de resultaten van nog twee
barometers zien.

155
Door het
netwerk kunnen we
samen iets maken


dat beter werkt
Cheddy Lopez Henriquez

156
157
Door John Arkenbout

75 jaar is ze. Maar nog jong van geest. Cheddy Lopez Henriquez. Ze werkt al 54

jaar in het onderwijs, al is het tegenwoordig als invalkracht op het Collegio Bon

Bini. Heeft haar opleiding nog in Nederland genoten in een tijd dat ook op Aruba

de kinderen de namen van middeleeuwse graven van Holland uit het hoofd

moesten leren. Ze heeft op Curaao en Sint Maarten lesgegeven en op een flink

aantal scholen op Aruba.

Leuke lessen een jaar of twee haar kleinkinderen in


Voor alle klassen heeft ze gestaan, van de haar woonkamer rondrent, en terwijl ze een
eerste tot de zesde. De meeste jaren, meer opgeschoten kleinzoon losjes sommeert een
dan dertig, heeft ze zesde klassen gehad. hemd aan te doen voordat hij naar buiten
Waar het belangrijk is om in te schatten naar gaat. Het zijn de kinderen die me trekken, ze
welke vorm van het voortgezet onderwijs zijn spontaan, je mist die dingen als je alleen
kinderen het beste heen kunnen en om ze maar thuis bent.
daarop voor te bereiden. Dat is haar altijd Normaal valt ze voor korte perioden in, een
goed afgegaan. Het moet niet te moeilijk maand of hooguit zes weken. Maar nu staat
zijn, niet te plotseling, vindt ze. Het is ieder ze een vol trimester voor een vierde klas.
jaar weer een uitdaging om uit te zoeken En heeft ze, ondanks haar enorme ervaring,
hoe ver de kinderen zijn en hoe je goede les- opeens een probleem met een schoolvak.
sen geeft. Voor mij moeten het leuke lessen Nou ja, het probleem is eigenlijk dat van een
zijn, waar kinderen met plezier van leren. weggegooid stel oude schoenen terwijl er
Dan zijn ze erin genteresseerd en krijgen ze nog geen nieuw stel is aangeschaft.
ook goede punten
Casus: Kennis der natuur
Passie als drijfveer Kennis der natuur heet het vak en er is even
Dat ze nog voor de klas staat, heeft te maken geen methode voor. Er was een oude metho-
met het nog steeds nijpende lerarentekort de en die voldeed niet meer. Dat klopt ook
op Aruba, maar ook met haar passie voor wel, maar voor de vierde klas was de oude
lesgeven aan kinderen. Ik vind kinderen methode nog redelijk genoeg. Maar we
hrlijk, vertelt ze terwijl een drieling van mogen er niet meer mee werken en er is nog

158
niets nieuws voor in de plaats gekomen. Dat hadden mensen van curriculumontwikkeling
moeten doen. Nu ben ik internet aan het afzoeken naar informatie over bijvoorbeeld mond-
hygine en tanden en kiezen van verschillende diersoorten. Dan kom je woorden tegen die
kinderen in de vierde klas nog niet kunnen begrijpen. Hoe maak je daar dan een lessensche-
ma van, van zon vak? Tijdens de lerarenconferentie Get in, ban cu nos greep ze haar kans.
In het onderdeel Wereldcaf mochten deelnemers een echte casus uit de praktijk voorleggen
aan een groepje collegas van andere scholen. Cheddy legde haar probleem met kennis der
natuur op tafel en raakte daarmee iets waarmee heel wat anderen ook in hun maag zaten.
Aan het einde van de middag was er een begin van een netwerk. Ik heb meer dan tien
reacties gekregen, ik ga al die mensen opbellen en dan gaan we samen voor het hele jaar
een lessenschema in elkaar zetten. We gaan bij elkaar zitten, de lessen doornemen, sorteren
en opbouwen tot iets waarmee we kunnen werken. Het was precies wat ik nodig had. En als
dit netwerk werkt, dan ga ik het ook gebruiken bij mijn hobby als volleybalcoach. Ook daar
kunnen we van alles van elkaar leren.

Complimenten
Over de conferentie is ze zeer te spreken. Ik heb veel congressen meegemaakt, maar dit was
echt anders, echt goed. De sprekers waren goed, de aanpak was veel levendiger. Iedereen
had het erover. Het eten was ook goed. En dat elkaar beplakken met briefjes met complimen-
ten, dat was geweldig. Ik heb mijn jonge schoolhoofd helemaal volgeplakt, die vorig jaar in
het diepe is gegooid. Hij verdient het, besluit ze met een schaterlach.

159
160
Door Monique Korenhof

C o n f e r e n t ie - G e t i n , b a n c u n o s !

De lerarenconferentie Get in Ban cu nos! staat in Een pakkend begin


het teken van netwerkleren. De conferentie volgt
op een periode van een jaar waarin twee series Elke conferentiedag start met het verbinden van
van workshops werden gehouden en in totaal kennis en vragen in de Marktplaats. De eerste
negen pilotleernetwerken zijn ontstaan. Na het opdracht is het geven van complimenten aan
zoeken naar de juiste aanpak in kleine netwerken, elkaar: waar is die ene collega van jou goed in?
lijkt in september 2012 de stap naar een flinke Men moet even op gang komen, maar al snel
verbreding te worden ingezet. Want, richtte het zijn alle leraren en schoolleiders volgeplakt met
project zich eerder op kleine netwerken van complimenten als: is inventief, altijd vrolijk,
leraren en schoolleiders, nu maakt het gehele knappe juf of een kei met ICT, Vervolgens is het
kleuter-, basis en speciaal onderwijs van Aruba aan de dagvoorzitter de taak om de meute die
door deze conferentie kennis met netwerkleren. inmiddels van tafel naar tafel loopt, tot bedaren
Zon 800 leraren en schoolleiders ervaren te brengen.
verdeeld over drie dagen in september wat
netwerkleren is. Het programma heeft een sterk Na de eerste opdracht benoemen de deelne-
interactief karakter, de inbreng van keynotespre- mers waar ze zelf goed in zijn, een talent of
kers is begrensd en die van de deelnemers groot. passie. Iets wat ze graag willen delen met een
De conferentie bestaat uit drie conferentiedagen collega. Deze kwaliteiten schrijven ze op een
waar alle po-leraren, schoolleiders en bestuur- post-it. Alle post-its worden verzameld op een
ders, verdeeld over de verschillende dagen zijn zogenaamde talentenmuur. Ook formuleren de
uitgenodigd. De leraren en schoolleiders maken deelnemers hun ontwikkelvraag. Deze worden
op diverse manieren kennis met netwerkleren, bij het juiste aanbod gehangen. Door vraag en
leren elkaars kennis en ervaringen benutten en aanbod te verbinden ontstaan de eerste kiemen
komen te weten hoe ze nieuwe leernetwerken van netwerkleren. Gedurende de hele dag heb-
kunnen vormen. Achterliggend doel is dat iedere ben de leraren nu de kans nieuwe verbindingen
leraar zijn contacten met andere leraren zo opti- aan te gaan met elkaar.
maal mogelijk gebruikt voor zijn eigen professio-
nalisering, ofwel aan het netwerkleren slaat.

161
Je kunt niet slim zijn tegen je zin oproep aan hun collegas om ook in de bus van
het project te stappen en net als zijzelf aan het
De belangrijkste sprekers zijn misschien wel de stuur te gaan zitten van hun eigen ontwikkeling.
leraren die al actief deelnemen in netwerken, of
lid zijn van het platform. Deze ambassadeurs van Andere sprekers zijn minister Arthur Dowers,
netwerkleren leggen aan hun 800 collegas uit LOOK-directeur Jos Kusters en LOOK-hoogleraar
waarom zij in het project zijn gestapt, en wat het Joseph Kessels. De minister laat weten blij te zijn
ze heeft opgeleverd. Feitelijk doen ze een met het project en spreekt de hoop uit dat het

162
leidt tot duurzame netwerken van leraren, die Herkenbare praktijkervaringen
bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs en
de kwaliteit van leraren zelf. Kusters benadrukt Gedurende het middagprogramma staan eigen
dat de inzet van LOOK ten einde loopt en dat praktijkervaringen centraal. Met behulp van de
het nu aan Aruba zelf is om netwerkleren tot een werkvorm Wereldcaf kunnen leraren op een
blijvend succes te maken. Kessels houdt in zijn informele en interactieve manier kennis uitwis-
keynote Je kunt niet slim zijn tegen je zin een selen met collegas over concrete en herkenbare
pleidooi voor gespreid leiderschap op school, praktijkproblemen. Het grote voordeel van deze
waarbij leraren de ruimte krijgen om wisselend werkvorm is dat iedereen aan het woord komt.
het voortouw te kunnen nemen op terreinen Per tafel staat een casus centraal. Door per tafel
waar ze goed in zijn. Want leren is niet alleen be- te focussen op een specifiek praktijkprobleem
langrijk voor leerlingen, ook leraren en schoollei- ontstaat verdieping. Door de dynamiek van
ders werken elke dag aan hun vakmanschap om het wisselen tussen de tafels leer je bovendien
zo de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. hoe je aan de slag kunt gaan met andermans
Na dit inspirerende betoog, gaan de leraren en knelpunten. Veel casussen gaan die conferen-
schoolleiders in kleinere groepen aan de slag met tiemiddag over zorg: van een kind dat niet praat
hun eigen professionele ontwikkeling. tot onhandelbare kinderen in de klas, of het
De vraag die daarbij centraal staat, is: Waar wil je vermoeden van (seksueel) misbruik. In de drie
staan over 3 jaar? De Belevingswereld helpt ze op rondes die volgen komen veel oplossingen en
weg. Streven ze naar Verandering, Chaos of Groei ideen naar voren vanuit diverse invalshoeken.
die liggen in gebieden als Bergen van Werk, Zee Soms is een bevestiging dat iemand genoeg
van Mogelijkheden of Bronnen van Inspiratie? had gedaan voor een kind al voldoende. Sociale
De deelnemers exploreren met elkaar hun visie steun ervaren is belangrijk, ook al kennen de
op professionele ontwikkeling, werpen een blik meeste mensen elkaar niet. Onder enig gemor
op de toekomst en ontdekken het pad dat hen gaan de deelnemers uiteindelijk terug naar grote
naar het toekomstbeeld brengt. zaal: ze zijn nog lang niet uitgepraat met elkaar.

163
Reflectie

Joseph Kessels sluit de dag met een interactief


onderdeel. Deelnemers kunnen gedurende
de dag vragen stellen over zijn keynote en
andere zaken die aan bod kwamen. Als Joseph
als reactie op een vraag informeert naar de
constructieve samenwerking tussen leraren en
schoolleiders blijft de zaal even stil. Als uiteinde-
lijk een van de leraren laat weten dat zij leraren
van groep 4 bij elkaar wil brengen, ontstaat dy-
namiek. De leraar krijgt applaus, en Joseph doet
direct een oproep aan genteresseerden.
Er reageren verschillende leraren en men
wisselt gegevens uit. Een mooi einde van een
dag waarin netwerkleren centraal stond. In de
verschillende programmaonderdelen is een
scala aan herkenbare praktijkervaringen door
leraren en schoolleiders naar voren gebracht
en gedeeld met anderen. Het resultaat was het
begin van enkele nieuwe (informele) netwerken
van leraren. Hoe hebben de deelnemers het
uiteindelijk zelf ervaren? De conferentie is uitge-
breid gevalueerd onder de deelnemers. In het
volgende hoofdstuk geven wij een samenvatting
van de belangrijkste bevindingen.

164
165
Door Renee de Kruif

De impact van de conferentie

De drie dagen durende conferentie Get in Ban cu nos! werd georganiseerd om het hele primair
onderwijs, kleuteronderwijs en speciaal onderwijs op Aruba een kans te geven aan de slag te
gaan met netwerkleren. In de week volgend op de conferentie werden verschillende workshops
aangeboden waarin genspireerde deelnemers meer konden leren over netwerkleren als profes-
sionaliseringsvorm. Ook konden ze zelf aan de slag met het opstarten of versterken van hun eigen
netwerk. Aan het einde van iedere conferentie- en workshopdag vroegen we de deelnemers hoe
de dag voor hun verlopen was. Dit gebeurde via een evaluatieformulier. In dit hoofdstuk vatten
we de informatie en indrukken hieruit samen.

Conferentiedag waardevol!
Om het voor iedereen mogelijk te maken de conferentie te bezoeken, werd per school een
verplichte studiedag ingeroosterd. Op iedere conferentiedag werden 300 leraren, klassenassis-
tenten, IBers, schoolleiders en bestuurders uitgenodigd. Via verschillende werkvormen maakten
ze op de conferentiedagen kennis met netwerkleren en leerden ze tegelijkertijd elkaars kennis en
ervaringen te benutten. In het totaal lieten 510 deelnemers (waarvan 338 oftewel 76% leraren, zie
figuur 2) weten hoe de conferentiedag voor hen verlopen was. Van dit aantal zijn 40 leraren actief
in de pilotnetwerken die binnen het project zijn opgestart

10%

4%

4%
leraar
76% 4% schoolleider
2% intern begeleider
klassenassistent
anders
missing

Figuur 2. Functie van deelnemers die evaluatieformulier invulden

166
We vroegen de deelnemers wat ze van de werkvorm Marktplaats vonden, hoe ze het reflecteren op de
eigen professionele ontwikkeling met behulp van de Belevingswereld ervaren hebben, hoe ze de keynote
van Joseph Kessels vonden, en hoe het Wereldcaf verliep. Over het algemeen beoordeelden de deel-
nemers de verschillende onderdelen van de dag positief (zie figuur 3). Er waren geen grote verschillen
tussen de dagen waarop de deelnemers de conferentie bezochten.

Marktplaats 6 66 25 3
Excellent
Goed
Matig
Belevingswereld 6 73 19 2
Onvoldoende

J. Kessels 22 62 15 1

Wereldcaf 24 66 9 1

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Figuur 3. Beoordeling van verschillende conferentie onderdelen

Vooral de werkvorm wereldcaf, waarbij deelnemers een casus uit de praktijk inbrachten en in kleine
groepen met elkaar brainstormden over oplossingen, werd als leerzaam en erg waardevol ervaren.
Dit onderdeel werd door 90% van de deelnemers die een evaluatieformulier invulden als goed tot
excellent beoordeeld. De aanvullende opmerkingen onderstrepen dit.

De casusbespreking was goed (schoolleider)


Hele interessante gesprekken gevoerd en veel geleerd van elkaar bij wereldcaf (student)
Het was leuk bij wereldcaf. Je kon tips krijgen of iemand anders helpen (leraar)

Ook de keynote van Joseph Kessels (zie bladzijde 180 en 186 voor een samenvatting) maakte veel posi-
tieve reacties los en werd door 84% als goed tot excellent ervaren. Zoals we eerder bespraken zorgde het
uitwisselen van complimenten en het benoemen van eigen talenten en passie tijdens de marktplaats

167
voor een heleboel energie en vrolijkheid (zie bladzijde 161). Dat zien we terug in de beoordeling
van deze werkvorm: 72% van de deelnemers die een evaluatieformulier invulden, beoordeelt
deze werkvorm als goed tot excellent. Het nadenken over waar je over drie jaar als leraar zou
willen staan (m.b.v. de belevingswereld) werd door 79% als goed tot excellent ervaren.

Top 3 - Iets nieuws geleerd


Het doel van de conferentie was om iedereen te laten kennismaken met netwerkleren en de
verschillende werkvormen om van en met elkaar te leren. We vroegen de deelnemers of ze
door deelname aan de conferentie iets nieuws hebben geleerd, en vroegen om dit nader toe te
lichten. Figuur 4 laat zien dat 72% (364 deelnemers) deze vraag met ja en 22% (113 deelnemers)
deze vraag met nee beantwoordde. De overige deelnemers vulden niets in. Uit de toelichtingen
op de vraag maken we op dat de deelnemers uiteenlopende zaken meenamen uit de confe-
rentie, varirend van een gevoel van herkenning (bijvoorbeeld andere scholen hebben dezelfde
problemen) en bevestiging tot tips, ideen, materialen, nieuwe werkvormen, kennis, nieuwe
inzichten en inspiratie.

missing
nee
ja

0 100 200 300 400

Figuur 4. Heeft u iets nieuws geleerd?

Door de toelichtingen die op elkaar lijken bij elkaar zetten (in categorien te verdelen) en te
tellen, wordt al snel een top drie zichtbaar. Deelnemers hebben vooral (1) nieuwe inzichten
opgedaan, (2) nieuwe ideen/tips gekregen, en (3) kennis/informatie opgedaan.

168
Nieuwe inzichten gaan vooral over de waarde van het met elkaar leren (sociaal leren), zoals blijkt uit de
volgende opmerkingen. De opmerkingen kwamen voort uit de vraag wat de deelnemers geleerd heb-
ben van de conferentie.

dat als je samen in beweging komt en blijft, je veel van elkaar kunt leren (IBer)
dat je van anderen informatie kunt krijgen die ik niet wist en deze dan kan gebruiken in mijn eigen
situatie (klassenassistent)
dat je ongeacht de school waar je opzit, elkaar toch kan helpen als collegas (schoolleider)
dat je veel kan leren van je medecollegas (leraar)

Anderen kwamen via de conferentie tot de ontdekking dat ze niet alleen staan met hun problemen.

dat je niet alleen bent met je hulpvraag (klassenassistent)


ik ben niet de enige met bepaalde problemen. Hoe meer je deze problemen communiceert, hoe meer kansen
ontstaan om hieraan te werken (leraar)
dat netwerken belangrijk is, want nu voel ik mij niet alleen met mijn problemen (leraar)

Ook kwamen deelnemers erachter dat ze beschikken over vaardigheden waarmee ze anderen kunnen
helpen, hoe belangrijk het is om je te blijven ontwikkelen en met vakgenoten in contact te blijven en dat
samenwerken en netwerken vormen heel nuttig is voor het onderwijs.

Daarnaast laten deelnemers weten dat de conferentie veel nieuwe ideen en tips heeft opgeleverd.
Tips met betrekking tot specifieke problemen ( hoe verminder je agressie in de pauze, oplossingen
voor een specifieke ingebrachte casus), maar ook algemene tips voor in de klas en ideen om samen te
werken. Ook hebben ze geleerd hoe je een casus ter sprake brengt en met anderen tot oplossingen kunt
komen voor problemen.

De nieuwe kennis/informatie gaat vooral over netwerkleren (wat is het, waarom is het belangrijk, hoe
doe ik het). Daarnaast geven deelnemers aan iets geleerd te hebben over het onderwijs op Aruba en de
problemen die er spelen in het regulier en het speciaal onderwijs. Een kleinere groep geeft aan ook iets
over het onderwijs op Finland te hebben geleerd (onderdeel van de keynote van Kessels).

169
En nu? Actie!
De resultaten van de vorige vraag lieten overduidelijk zien dat de conferentie voor de meeste
deelnemers iets nieuws heeft opgeleverd. Voor sommige waren dat tips, anderen deden nieuwe
inzichten op of leerden hoe ze een uitdaging of probleem op een netwerklerende manier kon-
den oplossen. Maar in hoeverre heeft dit de deelnemers daadwerkelijk geprikkeld tot actie? Maar
liefst 338 deelnemers (of 66%) die het evaluatieformulier invulden, lieten weten actie te willen
ondernemen. Van dit aantal gaven 228 deelnemers een toelichting die onder te brengen was in
een actiecategorie (zie figuur 5).

4%
7%

30%
contact collegas
tips gebruiken
stimuleren NWL
22% workshop volgen
starten/doorgaan NWL
informatie zoeken
eigen ontwikkeling
8%
17%

12%

Figuur 5. Acties die deelnemers willen ondernemen n.a.v. deelname aan de conferentie

De resultaten in figuur 5 laten zien dat de meeste toelichtingen in de actiecategorie contact met
collegas vallen (30%). Hierbij maakten de deelnemers opmerkingen zoals:
Ik ben geprikkeld om collegas van andere scholen te benaderen om ideen uit te wisselen/ervaringen
uit te wisselen (leraar)
informatie uitwisselen; meer contact met andere scholen (schoolleider)
vaker om advies vragen, ideen verzamelen bij anderen (leerkracht)
contact opnemen met andere inter begeleiders (IBer)
mijn collegas motiveren om in contact te blijven met collegas van andere scholen (schoolleider)

170
Daarnaast geven deelnemers aan verder te willen met netwerkleren (22%). Voor sommige deelnemers
(8%) houdt dit in dat ze zelf een netwerk willen opstarten. De overige deelnemers willen zich graag aan-
sluiten bij een netwerk, willen verder met een bestaand netwerk waar ze al aan deelnemen, of geven aan
dat ze aan uitbreiding van hun eigen netwerk willen werken. Een andere groep deelnemers gaat aan de
slag met tips, ideen en werkvormen die ze van de conferentie meegenomen hebben (17%). En 12% van
de deelnemers is van plan om het netwerkleren op de eigen school te stimuleren:
op school dit onder aandacht van team brengen en proberen dit te gaan organiseren op (in)formele basis
(schoolleider)
in ieder geval inventariseren waar/in wat voor soort netwerk het team interesse heeft (leerkracht)
samen met leerkrachten onderzoeken hoe ze samen oplossingen kunnen bedenken en delen (onderzoeker/
nascholer)
proberen een netwerk op school onder de collegas zelf te stimuleren met andere collegas in de buurt (leer-
kracht)

Een van de mogelijke acties was deelname aan een workshop (in de week na de conferentie) waar lera-
ren zich vr maar ook nog tijdens de conferentie voor konden inschrijven. Bij de vraag of de conferentie
de deelnemers geprikkeld had tot actie, lieten 18 deelnemers meteen weten mee te zullen doen aan een
workshop. Bij een vraag op het evaluatieformulier naar deelname aan een workshop gaven 107 deelne-
mers (21%) aan dat ze aan n of meer workshops zouden deelnemen. Van de 329 deelnemers (65%) die
aangaven niet deel te zullen nemen aan een workshop, lieten 186 deelnemers weten waarom niet. De
antwoorden varieerden van geen tijd, andere afspraken/verplichtingen, al in een ander netwerk en andere
prioriteiten tot het levert niets persoonlijks op, ik ben aan het afbouwen/gepensioneerd en geen interesse, geen
vervoer. Een aantal deelnemers liet weten dat de informatie over de workshops te laat gecommuniceerd
werd, waardoor de agenda al vol zat.

Workshops: Leuk, leerzaam, ga zo door!


De zes workshops die volgden waren er op gericht om genspireerde deelnemers verder te helpen.
Zo konden deelnemers (1) zich verder verdiepen in het theoretisch kader achter netwerkleren (De ins en
outs van netwerkleren), (2) te weten komen hoe de eerste stappen gezet kunnen worden naar een nieuw
leernetwerk (Start je netwerk), (3) ervaren hoe je een bestaand leernetwerk juist kunt versterken (Versterk
je netwerk), maar ook (4) hoe de toolkit hierbij ingezet kan worden (Toolkit Netwerkleren), (5) hoe je als
leernetwerkcoach een netwerk kunt ondersteunen (De Leernetwerkcoach), en (6) hoe je als schoolleider of
bestuurder de zelfsturing ter bevordering van leren kunt vormgeven (Duurzaam leren in organisaties).
In totaal namen ongeveer 120 deelnemers deel aan een workshop.

171
De workshop over het gebruik van de toolkit werd, met 49 deelnemers, het drukst bezocht. De
workshop Versterk je netwerk had het minst aantal deelnemers. De 4 deelnemers van deze work-
shop vormden samen al een netwerk dat een boost nodig had. De workshop Duurzaam leren
in organisaties werd vooral bezocht door schoolleiders en stakeholders. Leerkrachten waren met
name genteresseerd in het starten van een netwerk en het gebruik van de toolkit. Bij de work-
shop Ins en outs van netwerkleren was de verdeling leerkrachten, schoolleiders, en IBers ongeveer
gelijk. Na afloop van de workshops vroegen we deelnemers van drie van de workshops om op
een schaal van 1 tot 4 de inhoud en de opbouw van de workshop, de gebruikte werkvormen en
de workshopleider te beoordelen (1 = onvoldoende, 2 = matig, 3 = goed, 4 = excellent). Bij de
workshop Start je netwerk vulden 19 deelnemers het evaluatieformulier in, bij de workshop Ins en
outs van netwerkleren vulden 22 deelnemers het evaluatieformulier in en bij de workshop over de
Toolkit Netwerkleren ontvingen we 49 evaluatieformulieren. Figuur 6 laat zien dat de score op de
diverse aspecten bij de workshops gemiddeld het oordeel goed of hoger kreeg.

inhoud
opbouw
3
werkvormen
workshopleider

0
Ins en outs NWL Start je netwerk Toolkit NWL

Figuur 6. Beoordeling workshops netwerkleren

172
Ook uit de positieve toelichtingen blijkt dat deelnemers uitermate tevreden zijn met de workshops.
Het heeft mij genoeg food for thought gegeven. Het was geen seconde saai! (Ins en outs van netwerkleren,
onderwijsbegeleider)
Gezellig, boeiend, interessant, leerzaam (Start je netwerk, leerkracht)
Het heeft mijn werkwijze en netwerkervaring versterkt (Toolkit Netwerkleren, schoolleider)

Op de vraag of men iets nieuws geleerd heeft antwoord gemiddeld (over alle workshops gemeten)
90% van de deelnemers met ja. Daarnaast geeft 97% aan geprikkeld te zijn tot actie door deelname aan
de workshop.

Wilt u zelf aan de slag met een dergelijke workshop? Dat kan. Vanaf bladzijde 308 kunt u met een van
de draaiboeken zelf een workshop organiseren voor uw team, of voor een groep leraren van verschillen-
de scholen. Zo kunt u een netwerk starten of versterken, of leren hoe u zelf als leernetwerkcoach kunt
optreden.

173
We

moeten
leerlingen als
individuen zien

Erica Weber

174
175
Door John Arkenbout

Het is niet mijn roeping, moet ik eerlijk zeggen. Ik zal waarschijnlijk niet altijd in

het onderwijs blijven. Maar ik ben wel heel erg toegewijd aan mijn leerlingen,

en trots dat ze elk jaar allemaal overgaan. Vind het ook heel belangrijk om ze als

individuen te zien. Dat heb ik op mijn sticker geschreven, en daar heb ik een flink

aantal reacties op gekregen.

Erica Weber is leerkracht aan het Rosario Col- hebben voor wat nog niet goed is. En we
lege in Oranjestad en zit nog niet zo lang in moeten niet uit het oog verliezen dat er veel
het onderwijs, vier jaar pas. Heeft heel lang concurrentie is in het onderwijs op Aruba.
andere dingen gedaan. Negen jaar in Neder-
land gewoond en gewerkt. Na terugkomst De realiteit is anders
op Aruba wilde ze rechten gaan studeren, Teamwork en initiatief nemen op de terrei-
maar het werd het IPA om sneller een baan nen waarop je sterk bent, gespreid leider-
te kunnen krijgen in het onderwijs. Want schap, de onderwerpen van Joseph Kessels:
daar is altijd werk. Aan haar rechtenstudie het spreekt haar allemaal erg aan. Maar in
is ze inmiddels alsnog begonnen. Dat doet het onderwijs op Aruba is de realiteit heel
ze naast haar werk en haar gezin met twee anders. De leiding van de school dicteert
kinderen. Gelukkig kan haar man een groot wat er gebeurt, en volgens richtlijnen. Heel
deel van de zorg thuis voor zijn rekening formeel, maar inhoudelijke dingen verliezen
nemen, maar het blijft een druk leven. ze daarbij wel eens uit het oog.
Een voorbeeld. We moeten aan het begin
Niet allemaal halleluja van het schooljaar diagnostische gesprekken
Bij de werkvormen tijdens de conferentie liet voeren met kinderen. Daar staat een be-
ze van zich horen, en ze vond dat ze in de paalde tijd voor, maar soms haal je dat niet
grote zaal ook iets moest zeggen over het omdat je de tijd moet nemen voor een kind.
betoog van Joseph Kessels over gespreid Nu is me dat dit jaar niet helemaal gelukt,
leiderschap. Ze wilde licht kritische noten misschien ook wel omdat ik het niet goed
plaatsen, omdat het niet allemaal halleluja is heb ingeschat, maar ik dreig erop te worden
in het onderwijs. We moeten ook aandacht afgerekend.

176
Individuele aanpak
Ik vind dat we leerlingen meer dan nu moeten zien als individuen. Je wilt kinderen verder
helpen, en het is niet realistisch dat ze allemaal precies hetzelfde resultaat moeten boeken.
Ik ben voor nieuwe werkvormen, doe veel aan zelfstandig werken en niet-vakgebonden
themas. Ga op internet op zoek naar geschikt materiaal en methodes voor mijn onderwijs.
Een mooi voorbeeld is het Nederlandse jeugdjournaal. Voor Arubaanse kinderen die van huis
uit geen Nederlands spreken is dat heel geschikt om te zien hoe de Nederlandse taal op een
realistische manier wordt gebruikt. Mijn aanpak kost tijd, maar levert aan het einde ook tijd
op, omdat leerlingen meer geleerd hebben. Ik zou in de klas internet willen gebruiken, maar
dat kan nog niet. Nu hebben we op school wel nieuwe airconditioning, maar geen internet.
Jammer.

Start van een nieuw leernetwerk


De roze sticker waarop ze heeft geschreven wat haar kwaliteit, haar expertise, haar belang-
rijkste thema is, heeft een flink aantal groene antwoordstickers gekregen van collegas die
daar wel meer van willen weten. Het zou het begin kunnen zijn van een leernetwerk. Ik ben
benieuwd wat het oplevert. Misschien groeit er iets uit.

177
werkt, als leer-
Netwerken
krachten het willen
Maritza Carrion

178
179
Door John Arkenbout

Ze is een groot voorstander van netwerkleren, ze maakt deel uit van een netwerk

waar ze veel aan heeft. En het thema feedback dat ze bij de grote lerarencon-

ferentie op tafel legde, heeft behoorlijk wat respons gekregen. Maar er zijn ook

wel wat kanttekeningen te plaatsen, er is nog veel werk te doen voor leraren op

Aruba.

Maritza Carrion is de jonge zelfbewuste niet zomaar even. En (informeel) netwerken


schoolleidster van de Scol Preparatorio (kleu- werkt blijkbaar, maar je moet er wel wat voor
terschool) Cacique Aterima in Macuarima doen.
bij Santa Cruz. Voor de foto poseert ze met Voor Maritza is vooral dat laatste een belang-
een stralend gezicht tussen kleuters op haar rijk punt, een kwestie van mentaliteit ook.
school, maar zelf staat ze niet meer voor de Ze ziet te veel voorbeelden van mensen in
klas. Dat mist ze wel. het onderwijs op Aruba die het wat gemak-
Als schoolleidster is ze nu twee jaar met kelijk opnemen.
heel andere dingen bezig. En veel heeft ze Met belangstelling heeft ze op de leraren-
zelf moeten uitzoeken, vertelt ze. Ik heb conferentie naar het betoog van Joseph
als schoolleidster geen goede overdracht Kessels geluisterd. Die vertelde onder meer
gehad en ben nu nog steeds bezig met een dat het onderwijs in Finland tot het beste
speurtocht. Ik heb geleerd om snel andere van de wereld behoort en het leraarsberoep
schoolleiders te bellen, mijn netwerk is nu daar in hoog aanzien staat en zeer gewild is
dat van schoolleiders. Je moet niet bang zijn met zes keer zo veel universitair geschoolde
om te vragen. En als je belt, heb je vaak in vijf kandidaten als functies.
minuten antwoord.
Afwachtende houding
Netwerken gaat niet vanzelf! Dat Finse voorbeeld gaat voor Aruba hele-
Je kunt er twee dingen uit afleiden. De over- maal niet op. Door het schrijnende leraren-
stap van leerkracht naar schoolleider maak je tekort hoeven leraren die het minder goed
doen, nog niet bang te zijn dat ze hun baan

180
verliezen. Ik zie een afwachtende houding bij velen hier, vrijwilligheid wordt op Aruba gauw
vrijblijvendheid. Dat de lerarenconferentie geslaagd en goed bezocht is, heeft er ook mee te
maken dat het verplicht was.
Persoonlijk had ze goede ervaringen op de conferentie. In de werkvorm Wereldcaf bracht ze
feedback naar voren als onderwerp. Dat vind ik heel belangrijk: hoe zeg je op een goede ma-
nier dat iets niet zo goed is, hoe formuleer je opbouwende kritiek? Ik heb veel tips gekregen.
En ontdekt dat stellen van specifieke vragen belangrijk is.
Ze is ervan overtuigd dat netwerkleren helpt. Toen het project De leraar in de drivers seat
van start ging, was ze er snel bij om zich aan te melden. Vanwege plaatsgebrek kon ze niet
meteen meedoen, maar startte ze een halfjaar later.

Openstaan voor nieuwe ideen


Ik maak deel uit van een groep die zich bezighoudt met de ontwikkeling van leerlijnen.
In het kleuteronderwijs kunnen we werken met verschillende materialen en we kunnen ver-
schillende leermethoden uitwisselen. Uiteindelijk wil je het beste voor het kind. Dat betekent
dat je niet star moet blijven vasthouden aan je eigen manier, maar ook moet openstaan voor
andere methoden. Het belangrijkste is het einddoel, dat kleuters er klaar voor zijn om naar
het basisonderwijs te gaan. Maar het denken in eilandjes is moeilijk te doorbreken. Netwer-
ken werkt, als de leerkrachten het willen. Maar ze moeten het wel willen. Dat moeten we
stimuleren.

181


Samen slimmer
worden door
netwerkleren

Joseph Kessels

182
183
Door John Arkenbout

Drie dagen lang stond Joseph Kessels, hoogleraar bij LOOK, voor een volle zaal

met honderden Arubaanse leraren. Om te betogen dat leraren het beter doen

als ze de professionele ruimte krijgen en als ze het initiatief, de leiding kunnen

nemen bij zaken waar ze goed in zijn. Hij kreeg veel bijval, maar ook wat kant-

tekeningen. Een interview.

Je kunt niet slim zijn tegen je zin was de titel Gespreid leiderschap heeft daarmee te ma-
van de keynote van conferentie. Daarin pleit je ken. Het is iets heel anders dan traditioneel
onder andere voor gespreid leiderschap en geef leiderschap, waar de formele leider bepaalt
je de noodzaak aan voor professionele ruimte. wat er gebeurt en de rest volgt. Gespreid
Kun je de titel van de keynote en de begrippen leiderschap betekent dat die rollen kunnen
gespreid leiderschap en professionele ruimte wisselen tussen verschillende mensen, van
nog eens kort toelichten? situatie tot situatie. Je neemt de leiding, het
initiatief bij onderwerpen waar je goed in
Om met de titel te beginnen: het is moeilijk bent, en hebt daar ook invloed op. Niet wie
om op andermans commando gemotiveerd het hoogst staat in de hirarchie bepaalt
te zijn voor iets dat niet je eigen belang- dan wat er gebeurt in een bepaalde situatie,
stelling heeft. Die eigen belangstelling, de maar degene met de meeste expertise op
waardering van anderen en het samenwer- een specifiek terrein. Als ik als leraar goed
ken met collegas zijn belangrijk om ergens ben in het helpen van kinderen met leespro-
enthousiast voor te zijn, ergens zin in te blemen, dan de ik dat uit mezelf. En als jij er
hebben en slimmer te worden. Mensen die goed in bent om ouders meer bij het onder-
er zin in hebben, die uit zichzelf en samen wijs te betrekken, dan doe jij dat. En samen
met anderen nieuwe, leuke dingen doen, kunnen we er misschien voor zorgen dat die
worden samen slimmer en maken het on- ouders ons helpen bij de leesproblemen van
derwijs beter. hun kinderen.

184
Als het goed is geef je elkaar de ruimte, en krijg je die ruimte ook van de organisatie waar je
werkt . Dat is wat ik onder professionele ruimte versta, ruimte voor leraren om hun werkom-
geving zelf te kunnen inrichten en vormgeven.

Wat betekent dit voor netwerkleren?

Netwerkleren is leren van elkaar, waarbij het plezier van samenwerken een belangrijke rol
speelt. En waarbij de vrijheid, de ruimte om invloed uit te oefenen onontbeerlijk is. Samen
leren in het onderwijs is ook nodig omdat leraar een eenzaam beroep is. Je hebt ruimte, maar
vooral binnen je eigen cel. In je eentje in de klas werken betekent ook professionele een-
zaamheid. Als je kennis en ervaring met anderen kunt delen, als je gebruik kunt maken van
elkaars expertise, wordt je werk beter, je leeromgeving rijker. Je wordt samen slimmer door
netwerkleren.

Wat levert professionele ruimte en gespreid leiderschap op?

Echte innovaties binnen bedrijven en dat geldt ook voor scholen komen bijna altijd tot
stand door collegas zelf. Met enthousiaste en nieuwsgierige mensen zonder hoge positie
of opdracht, die uit een persoonlijke gedrevenheid gelijkgestemden om zich heen verzame-
len, waardoor een netwerk ontstaat van mensen. Een community of practice. Dan groeit er

185
iets dat een succes kan worden. In beginsel een groot succes in de winkel, een plek waar
zijn het ongestructureerde, ongeordende veel klanten op af kwamen. Er was geen
processen, een beetje anarchistisch. Dat is manager die zei dat de medewerkers dat
goed, en zulke processen moeten worden moesten doen, maar ze kregen wel de ruim-
beschermd en aangemoedigd. Je ziet dat te om het te doen. Er kwam ook geen hogere
het juist werkt als managers er beschermend wetenschap aan te pas. Dit voorbeeld van
omheen gaan staan en zich er niet inhoude- de wisselende weerberichten is natuurlijk
lijk mee bemoeien. Dus niet structureren of een echt Nederlands voorbeeld. Op Aruba
frustreren door te vragen een plan op papier zouden ze vast en zeker iets anders verzon-
te zetten. De tendens om te structureren, nen hebben.
te sturen is sterk, maar je kunt je afvragen
of het nodig is. Heb er vertrouwen in dat de
mensen er samen wel voor zorgen dat het Uit de gesprekken die we met leraren en
goed gaat, omdat ze verbonden worden schoolleiders hebben gehad na de conferentie,
door gemeenschappelijke doelen, idealen blijkt dat ze gepakt zijn door jouw verhaal.
en waarden. Zoals de wens om kinderen op Maar ook hindernissen zien voor zo n bena-
school te helpen bij het ontdekken en leren dering op Aruba. Zo wordt opgemerkt dat de
van nieuwe dingen, daar beter in te worden, Arubaanse cultuur van afwachten en van on-
en ook meer over zichzelf, elkaar en de we- derlinge concurrentie tussen scholen en leraren
reld om ons heen te weten te komen. maar moeilijk kan worden doorbroken.

De cultuur speelt inderdaad een grote rol,


Kun je een praktijkvoorbeeld geven van profes- heb ik gemerkt. Tijdens mijn workshop ver-
sionele ruimte en gespreid leiderschap? telde ik dat in de klas gaan kijken op andere
scholen heel goed kan zijn. En ik kreeg het
Ja, een leuk verhaal van een supermarkt. Wat antwoord dat zoiets op Aruba wel erg moei-
enthousiaste jonge mensen kwamen op het lijk is omdat leraren toestemming moeten
idee om de weerberichten bij te houden. krijgen van het schoolbestuur om berhaupt
En zelf in de winkel een eiland in te richten het schoolgebouw te verlaten. Dat is natuur-
met wisselende aanbiedingen die op het lijk wel lastig, een omgeving waar je niet veel
weer waren afgestemd. Iedereen leverde een mag, waar je ook niet veel mag opvallen. Als
bijdrage vanuit de eigen expertise. Het werd je steeds maar geen initiatief mag nemen,

186
dan doe je dat ook niet, dan dooft het enthousiasme wel uit. Maar veel leuker is om te zien
dat er ook goede dingen gebeuren. Neem die mevrouw die tijdens de conferentie spontaan
het initiatief nam om met collegas van andere scholen een probleem met een schoolvak aan
te pakken. Enthousiasme genereren en stimuleren is hard nodig.

Tijdens je workshop zijn diverse dilemmas benoemd door de deelnemers. Zoals de vraag of net-
werkleren wel onder werktijd kan. Of de vraag hoe je mensen motiveert voor iets dat de werkdruk
verhoogt. Of netwerkleren voldoende oplevert. En of samenwerking wel samengaat met de
prestatiedruk, met het competitie-element.

Belangrijk is dat je netwerkleren ziet als een vast onderdeel van het werk, en niet als iets dat
je erbij doet. Je moet het werk zo inrichten dat het onder werktijd gebeurt. Wat motivatie
betreft, denk ik dat je moet beginnen met mensen die het graag willen. Als je het doet met
leuke mensen die elkaar inspireren en de ruimte geven, dan bevorder je het plezier in het
werk. Dat leidt tot meer kwaliteit in het onderwijs. En competitie? Je kunt ook samenwerken
belonen, dus niet alleen individuele prestaties.

In het volgende hoofdstuk gaat Joseph Kessels nader in op leiderschap in een professionele ruimte.

187
Door Joseph Kessels

Leiderschap in een professionele ruimte

De wens om de kwaliteit van het onderwijs te versterken en de wens van leraren


om hun vakbekwaamheid verder te ontwikkelen gaan samen. Fantastische lera-
ren maken fantastisch onderwijs. Het is niet het gebouw, de methode, noch de
schoolleiding, maar het zijn de vakbekwame, bevlogen leraren die het verschil
maken. We zien dat telkens weer tussen sterke en zwakke scholen en zelfs bin-
nen scholen.
Willen leraren het beste van zichzelf laten zien, dan moeten zij de mogelijkheid
hebben om invloed uit te oefenen op de inhoud en de inrichting van hun werk.
Dat is nodig, omdat ze zelf het belangrijkste instrument vormen waarmee zij
hun vak uitoefenen. Bij de uitvoering van ingewikkeld werk zal verruiming van
de regelmogelijkheden het gevoel van stress verminderen en aanzetten tot werk-
motivatie en leren, en vooral als dit plaatsvindt in het stimulerende gezelschap
van gelijkgestemde collegas en leidinggevenden. Vermoeidheid, uitputting en
cynisme maken plaats voor betrokkenheid, uitdaging, bevlogenheid, sociale
ondersteuning en plezier in het werk. En dat vormt een gezonde basis voor per-
soonlijke groei, professionele ontwikkeling en de verbetering van het onderwijs.

Leraren moeten daarom invloed kunnen uitoefenen op de onderwijsinhoud, de


inrichting van het onderwijs en op hun eigen professionele ontwikkeling.
We noemen dat de professionele ruimte. In de beleving van veel leraren is hun
professionele ruimte steeds verder ingeperkt en door anderen ingevuld.

188
Sommigen ervaren weliswaar nog de ruimte om zelf scholing te volgen, maar
door het gebrek aan tijd maken ze er geen gebruik van.

De minister en de inspectie zien het belang van de zeggenschap van leraren over
hun werk in. Voorbeelden van Finland en Vlaanderen, met een minimum aan
extern toezicht en nauwelijks gestandaardiseerde landelijke toetsen als opgeleg-
de norm, en toch hoge prestaties van leerlingen, spreken iedereen aan. Het lijkt
alsof de professionele ruimte het leraarsvak aantrekkelijk maakt en het aanzien
teruggeeft wat in de ogen van velen verloren is gegaan.

189
Wie gaat er over de ruimte?
Maar wie heeft er iets te vertellen over de invulling van die autonomie in die
professionele ruimte?

Nu het fenomeen van de professionele ruimte aan belang toeneemt, kan ook de
wens om er sturing en leiding aan te geven niet uitblijven. Juist ook, omdat het
moeilijk te verdragen is dat mensen naar eigen inzicht hun gang kunnen gaan
en daarbij vrijelijk de publieke middelen gebruiken die steeds schaarser wor-
den. Autonomie in door de overheid gefinancierd werk vraagt om verantwoor-
dingsplicht. Die taak komt in het onderwijs al gauw te liggen bij de besturen en
de schoolleiders. Zij behoren de professionals aan te sturen, en in ruil voor de
ruimte stellen ze eisen zoals deelname aan professionaliseringactiviteiten en dui-
delijke vorderingen in het opbrengstgerichte werken binnen de school.
De inspectie houdt daar toezicht op. Ruimte en vrijheid zijn mooi, maar ze moe-
ten wel duidelijk richting krijgen en mogen niet ontaarden in vrijblijvendheid.
Argwaan en wantrouwen liggen op de loer. Vertrouwen is mooi, maar controle is
beter. Vrijheid, OK, maar dan wel in gebondenheid. En ziedaar een excuus voor
leiderschap als machtsmiddel, onder het mom van visieontwikkeling, beleid voe-
ren, richting geven, aansturen, monitoren, assessen, beoordelen en als het nodig
is straffen. Weg, professionele ruimte.

Hier ligt een interessante kruising van wegen. Als leraren ervaren dat zij in hun
professionele ruimte zelf geen leiderschapsactiviteiten kunnen ontwikkelen in
de zin van invloed uitoefenen op de inrichting van hun werk en de samenwer-
king met collegas zullen zij hun vak niet op een hoog niveau kunnen uitoefe-
nen en zal er een einde komen aan hun bekwaamheidsontwikkeling.

190
Prestatie of ontwikkeling?
Het scherpe contrast tussen bijvoorbeeld de onderwijssystemen in de Verenigde
Staten en Finland roept opnieuw de vraag op welke leiderschapspraktijken het
beste passen bij een professionele ruimte waarin leraren en leerlingen al het
aanwezige talent tot ontwikkeling kunnen brengen. Gaat het bij de verbetering
van het onderwijs om het strak sturen op prestatie-indicatoren of kunnen we de
weerbarstige vraagstukken beter vanuit een rijke leercultuur benaderen waarin
leraren, schoolleiders en bestuurders samen nieuwe, onconventionele aanpak-
ken uitwerken en die zorgvuldig beproeven? Ook hierin openbaart zich een
klassiek thema dat we kennen als het performance-development-paradigma.
Bij het sturen op prestatieverbetering staat het resultaat vast, bijvoorbeeld hoge-
re scores voor rekenen en taal, minder voortijdige schoolverlaters, meer ouder-
participatie. Het faciliteren van ontwikkeling legt meer nadruk op het creren
van een aantrekkelijke leercultuur binnen de school, waarin leraren, schoollei-
ders en leerlingen samen aan verbetering en vernieuwing werken.

Uit het strak sturen en afrekenen op prestatieafspraken spreekt natuurlijk een


krachtdadig leiderschap. Op korte termijn zal het leiden tot het opstuwen van
de output. Maar na drie, vier jaar treedt er een stilstand in de groei op, ondanks
extra inspanningen in geld, energie en toepassing van verbeterde werkwijzen.
We hebben dit goed kunnen waarnemen in de grote onderwijshervormingen in
het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Een afrekencultuur op cijfers,
waarin de gedeelde betekenisgeving verloren gaat, leidt uiteindelijk tot onbe-
doelde maar perverse prikkels en ondermijnt het bevlogen vakmanschap van
de beroepsbeoefenaar. Vervreemding, uitputting, cynisme, depressie en burn-
out liggen dan op de loer. De school raakt gedreven collegas kwijt en houdt de
zittenblijvers.

191
Ook uit de analyse van leerlingprestaties is af te leiden dat het opleggen van
prestatieafspraken en daar publiekelijk verantwoording over moeten afleggen
alleen tot gunstige resultaten leidt als het verantwoordingsysteem gepaard gaat
met een hoge mate van autonomie. In landen waar scholen een grote zeggen-
schap hebben over de inhoud en hoe ze die overbrengen en vervolgens beoor-
delen, doen leerlingen het beter. Het betreft een delicaat samenspel tussen het
zinvol gebruikmaken van de professionele ruimte en het afleggen van verant-
woording over de opbrengsten.

Kritische ref lectie op het eigen vakmanschap


Om gebruik te kunnen maken van de professionele ruimte en om samen met je
collegas te kunnen werken aan de versterking van het vakmanschap, is het van
belang om een goed beeld te hebben van de eigen sterke en zwakke punten bij
het lesgeven: Beheers ik de basisvaardigheden zoals het duidelijk uitleggen van
de inhoud, het creren van een taakgerichte werksfeer in de klas, en het actief
betrekken van leerlingen bij de onderwijsactiviteiten? Stem ik mijn uitleg af op
de individuele mogelijkheden van mijn leerlingen? Lukt het mij om maatwerk
opdrachten voor leerlingen samen te stellen? Volg ik systematisch de voortgang
en ontwikkeling van elke leerling, en bied ik ze de zorg die zij nodig hebben?

Ben ik in staat zijn om duidelijk richting te geven aan mijn werk? Kan ik mezelf
motiveren en sturen om vervolgens naar mijn eigen plannen te handelen?
Lukt het mij om mijn eigen functioneren kritisch onder de loep te nemen en
daar anderen bij uit te nodigen om mij daarbij te helpen?

192
De deur van het klaslokaal openzetten, elkaar opzoeken en ondersteunen door
middel van coaching en samen onderzoek doen naar hoe het beter en slimmer
kan; het zijn kenmerken van de kwaliteit van de leercultuur in de school.

De zoektocht naar de professionele ruimte komt uit bij de vraag:


Hoe maken we van de school een aantrekkelijke leeromgeving voor leraren?

Leraren, schoolleiders en besturen delen hierin hun leiderschap.

Deze bijdrage is in een vergelijkbare vorm ook verschenen als:


Kessels, J.W.M. (2013). Leiderschap in een professionele ruimte. Van twaalf tot
achttien. Vakblad voor voortgezet onderwijs, 23 (4), 8-9.

193
is belangrijk op
Netwerken
alle niveaus

Louis Bernoski

194
195
Door John Arkenbout

Meneer Louis staat er op de deur van zijn kantoortje. En iedereen spreekt hem

ook zo aan. Een boomlange Nederlander, type grote vriendelijke reus.

Louis Bernoski, in het onderwijs sinds 1985, vijftien jaar op Aruba, waarvan vier

jaar als schoolhoofd van de in een zonnige kleur geschilderde Basisschool Reina

Beatrix in Oranjestad, met een prachtig uitzicht op zee als je ervoor staat.

Het lijkt idyllisch allemaal, maar Aruba is niet moeilijke) gesprekken voeren met ouders.
voor iedereen One happy island, zoals de Het betekent ook netwerken: structurele
slogan op alle kentekenplaten wil doen gelo- contacten met andere schoolleiders, met
ven. Voor de toeristen en voor een kleinere schoolbesturen, beleidsmakers, allerlei
groep die het beter heeft misschien, maar instanties, en eenmaal per jaar met de minis-
veel mensen op Aruba hebben het heel ter. Van het nut van netwerken hoeft hij dus
moeilijk. Veel eenoudergezinnen of gezin- niet overtuigd te worden: In netwerken leer
nen met ouders die met meerdere baantjes je van elkaar, leernetwerken kunnen op alle
de eindjes aan elkaar moeten knopen. Het niveaus een belangrijke rol spelen. Verande-
zijn bevolkingsgroepen en problemen ringen zijn niet altijd noodzakelijk, maar met
waarmee een openbare school als die van elkaar nadenken of we het nog wel goed
Bernoski net iets meer heeft te maken dan doen is dat wel.
katholieke scholen. Wij hebben een wettelij-
ke aannameplicht. Dat verklaart ook dat we Uiteenlopende themas
grotere klassen hebben. Als schoolhoofd zit hij in verschillende
netwerken: een netwerk van alle hoofden
Netwerken als schoolhoofd van basisscholen op Aruba en een netwerk
Zijn baan als schoolleider betekent voor van schoolleiders van openbare scholen in
Bernoski niet alleen Meneer Louis zijn voor basis-, speciaal en voortgezet onderwijs.
zijn school, het is meer dan leiding geven Die netwerken hebben maandelijkse bijeen-
aan de eigen leerkrachten en (soms komsten die goed worden bezocht.
Er komen allerlei onderwerpen aan bod:
adviezen voor het voortgezet onderwijs,

196
agressie, lesmethoden, sociaal-emotionele ontwikkeling, gedragsregels. Bij het netwerk van
openbare schoolleiders worden ook wel instanties uitgenodigd als sociale zaken, jeugdge-
zondheidszorg en de afdeling curriculumontwikkeling van het ministerie.

De kracht van leerkrachtnetwerken


Dat ook leraren hun kennis en ervaring kunnen delen in netwerken, spreekt hem aan. Het
idee van leerkrachtennetwerken is een goed idee. Voor leerkrachten zijn netwerken goed.
Om te professionaliseren, om te leren van elkaar. Je doet in netwerken elkaars ideen op.
Hij weet dat op zijn school ook mensen in netwerken zitten, maar bemoeit zich er niet te veel
mee omdat leernetwerken van onderop moeten komen. Ik ben blij dat mijn leerkrachten
deel uitmaken van netwerken, en ik hoop dat ze ook met ideen komen waar wij iets mee
kunnen doen. Ze hebben zich nog niet gemeld, maar ik geef toe: ik mag er best wat meer
naar vragen. In mijn houding moet ik misschien meer laten zien dat ik ervoor open sta.
En misschien dat hij zelf ook nog eens gaat deelnemen aan lerarennetwerken. Als hij weer
voor de klas staat, want schoolleider is niet iets wat hij altijd wil blijven zijn. Daarvoor vindt hij
zijn vak toch te leuk. Als schoolhoofd moet je hier op je zestigste met pensioen. Maar ik zie
me niet als hoofd eindigen, wil voor het zover is graag weer terug naar de klas. Voor de klas
staan vind ik toch het leukst, het is het mooiste werk. Ik mis het best wel.

197
Door Hartger Wassink

R u i m t e v i n d e n bi n n e n d e k a d e r s
Ee n ve rs la g va n d e work shops voor sch oolleiders

De rol van de schoolleiders mag niet onderschat Deel 1: goed leren van leerlingen en
worden. Netwerkleren leidt, als het goed is, tot leraren
allerlei initiatieven van leraren. Een kenmerk van
die initiatieven is dat ze nieuw zijn, en daardoor In de eerste workshop werden schoolleiders zich
vaak afwijken van wat normaal is. Dat is logisch, bewust hoe de kenmerken van goed onder-
en in zekere zin ook de bedoeling. Als je de wijs, die ze zelf geformuleerd hadden, gebruikt
creativiteit en eigen verantwoordelijkheid van konden worden als kernwaarden voor het leren
leraren wilt aanspreken, dan moet je erop voor- binnen de school op alle niveaus (leerling, leraar
bereid zijn dat de gevestigde regels daardoor ter en schoolleider).
discussie komen te staan.
De vraag voor de schoolleiders is: Hoe kun je Wat is goed onderwijs?
met leraren over hun initiatieven in gesprek In de workshop beginnen we met het delen van
gaan, zonder dat je telkens benadrukt wat de verhalen over goed onderwijs. Goed onderwijs
huidige regels zijn? Dat schoolleiders over deze is immers de kern, het wat en waarom waarop
regels beginnen, is niet verwonderlijk: het is je terug kunt vallen. Vooral als je in discussie
namelijk hun verantwoordelijkheid dat regels raakt over het hoe van onderwijsvernieuwing.
gerespecteerd worden. Tegelijk voelen ze ook de Maar wat zijn kenmerken van goed onderwijs?
verantwoordelijkheid om leraren de ruimte te Schoolleiders noemen: concreet en aanschou-
geven te werken aan verbeteringen. Ziedaar het welijk onderwijs, betrokkenheid, veilig gevoel
dilemma voor veel schoolleiders. voor leerlingen, zelfstandigheid, verantwoor-
Het doel van de workshops was om school- delijkheid en aansluiten bij de belevingswereld.
leiders dit dilemma te laten herkennen, en ze Deze kenmerken zijn zowel van toepassing op
ermee om te leren gaan. Op die manier kunnen het leren van leerlingen in de klas, als het leren
ze het enthousiasme en de betrokkenheid van van leraren in leernetwerken.
de leraren als kracht gebruiken om hun scholen
te verbeteren. Aan de drie workshops die plaats-
vonden in november 2012, namen ongeveer 30
schoolleiders deel.

198
Hoe realiseer je goed onderwijs? Ook helpt het om zichtbaar te maken hoe ver
Na het delen van verhalen, zetten we de stap je bent met het behalen van dat einddoel.
naar wat leraren moeten doen om dat goede on- Daarmee toon je aan dat je er serieus mee bezig
derwijs te realiseren. Schoolleiders noemen hier: bent n dat je vooruitgang boekt. Een valkuil is
ruimte geven, grenzen afbakenen, consequent om het einddoel te formuleren in termen van
zijn in regels, keuzes geven binnen kaders en activiteiten: Het project is geslaagd als leraren
eigen initiatief (ruimte krijgen n nemen). Ook de kans krijgen te overleggen met andere scho-
hier geldt: de leeromgeving die leraren creren len of Het project is geslaagd als de computers
voor de leerling zou de schoolleider moeten in het computerlokaal meer gebruikt worden.
creren voor de leraar. Hoewel de woorden voor Dat zijn op zichzelf goede doelen, maar ze
iedereen herkenbaar zijn, is de betekenis die zeggen niets over het daadwerkelijk einddoel,
eraan gegeven wordt, voor iedere school anders. namelijk wat je ermee wilt bereiken in relatie
Het is daarom zinvol om hierover binnen je tot de leerlingen. Door het einddoel te formu-
eigen school gesprekken te voeren. leren vanuit je leerlingen zorg je er bovendien
voor dat iedereen zich betrokken voelt: leraren,
Obstakels overwinnen: Leerling centraal! schoolleiding, bestuur n ouders. Iedereen heeft
Tot slot komt het leren in leernetwerken aan immers hetzelfde belang. Zo voorkom je dat een
bod. Wat is er nodig om de leernetwerken tot vernieuwingsactiviteit een doel op zich wordt
een succes te maken? en je vastloopt in tegengestelde belangen. De
De regelgeving vormt voor sommige schoollei- tweede workshop gaat daarom dieper in op het
ders een belangrijk obstakel: wat mag wel, en zuiver formuleren van doelen en middelen.
wat mag niet? Volgens hen is het belangrijk dat
je duidelijk kunt maken waarom je iets anders
wilt, en dat je kunt onderbouwen, documente- Deel 2: formuleren van doelen en
ren en daarmee verantwoorden wat je ermee middelen
bereikt. Wil je obstakels overwinnen dan is het
noodzakelijk telkens het einddoel voor ogen te In de tweede workshop wordt stilgestaan bij het
houden: Wat willen we bereiken voor de leerlin- helder formuleren van doelen en kaders voor de
gen? Wat is onze definitie van goed onderwijs? keuze van middelen om die doelen te bereiken.
Dat zijn zaken waar je als school voor moet Begin de doelstelling die je formuleert voor een
staan: je moet er in geloven, en het willen ver- vernieuwingsproject eens met het woordje leer-
dedigen. lingen. Daarmee dwing je jezelf om expliciet te

199
formuleren wat je wilt bereiken. Dat heeft twee vuistregel kan zijn: Kun je de zin formuleren met
effecten: (1) je voert samen met leraren een het woord leerlingen aan het begin, dan is het
gesprek over de onderliggende uitgangspunten een doel, zo niet: dan praat je over middelen.
van het doel, en (2) het wordt helder waar je De middelen zijn een belangrijk bespreekpunt,
over doelen praat en waar over middelen. Dat vooral omdat het leraren vooraf duidelijk moet
laatste is met name van belang omdat eventuele zijn wat er wel, en vooral wat er niet mogelijk
meningsverschillen vaker betrekking hebben op is. Wat is het maximale budget? Hoeveel tijd
middelen dan op doelen. kunnen ze ervoor nemen? Welke huidige regels
kunnen absoluut niet ter discussie gesteld
Het verschil tussen doelen en middelen worden? Het zijn misschien vervelende vragen
Wat is nu precies het verschil tussen doelen en aan het begin, maar eenmaal besproken leveren
middelen? Dat is lastig aan te geven, maar een deze vragen leraren uiteindelijke ruimte op voor
eigen initiatief.

DOEL

Herformulering of Afbakening van


bevestiging ruimte

DIALOOG WAARDEN INITIATIEF

Verantwoording; Ontwikkeling in
documentatie netwerken

RESULTATEN

Hoe hangt het werken met doelen en het afba- len en het verwerken van resultaten uit de leer-
kenen van middelen samen met netwerkleren? netwerken is een cyclisch proces. Schoolleiders
We bekijken hiervoor het volgende schema: formuleren doelen, en stellen kaders, waarbin-
Het formuleren van doelen, kaders voor midde- nen leraren initiatief kunnen nemen.

200
In leernetwerken, maar ook in teams of op De rol van kernwaarden in de cyclus
school. Die initiatieven leiden tot bepaalde De rol van (kern)waarden kwam in het eerste
resultaten. Belangrijk is dat de leernetwerken, deel van de workshop al even aan de orde.
de leraren zelf, de resultaten van hun netwerk- In de tweede workshop komen ze opnieuw
activiteiten verantwoorden. Daarmee bevesti- terug. Deze waarden zijn de richtlijnen, de
gen ze de eigen verantwoordelijkheid voor de criteria, waarmee je de resultaten bespreekt.
resultaten. Voor de verantwoording kunnen de Als je concreet, aanschouwelijk onderwijs een
geformuleerde doelen op schoolniveau gebruikt belangrijke kern van goed onderwijs vindt, kun
worden bij de interpretatie. Als hulpmiddel voor je de vraag stellen: Hoe aanschouwelijk zijn deze
het zichtbaar maken van deze resultaten kan resultaten? Is er in het netwerk iets gebeurd dat
het Waardecreatieverhaal worden gebruikt. concreet zichtbaar te maken is? Waarschijnlijk
Zie bladzijde 220 voor een beschrijving hiervan. kun je daarop geen eenduidig antwoord geven.

201
Dat hoeft ook niet. Van belang is dat je er een vraag: zijn de doelen niet goed geformuleerd?
gesprek over voert, waarbij de vraag hier is: Zijn ze misschien te hoog gegrepen? Hebben de
Wat zeggen deze resultaten over de doelen gekozen activiteiten (middelen) nog onvol-
die we willen bereiken? En: Hebben ze die doende effect gehad? Zijn er nieuwe activiteiten
doelen inderdaad dichterbij gebracht?. Er zijn nodig? Door dergelijke vragen te beantwoorden
verschillende mogelijkheden. Enerzijds kan het kun je nagaan of je doelen moet herformuleren
zijn dat er consensus ontstaat. Het resultaat van en baken je de middelen af. Bovendien zorg je
het netwerk heeft inderdaad het doel dichterbij met het doorlopen van de stappen uit de cyclus
gebracht. Prachtig! Dat kun je samen vieren. voor gemeenschappelijkheid. De onderliggende
Daarmee zijn de onderliggende waarden van de waarden van de school worden hiermee op hun
school ook weer concreter geworden. beurt weer versterkt, omdat de achterliggende
Op basis daarvan kun je kijken of je nieuwe doe- waarden uiteindelijk doorslaggevend zijn bij het
len zou willen formuleren. Ook kun je nagaan of maken van keuzes in doelen.
het bestaande doel nog steeds geldig is of dat
het beter is om nieuwe initiatieven te ontplooi- Voorbeeld uit de praktijk
en. Anderzijds kan het resultaat zijn dat je moet Er worden verschillende voorbeelden aange-
komen tot een herformulering van doelen. haald door schoolleiders. We bekijken een
Hierover lees je meer in het volgende deel. voorbeeld waarin het doel van de school wordt
geherformuleerd.
Herformulering van doelen
Het kan ook voorkomen dat er consensus is De herformulering van de doelstelling lijkt nau-
over het feit dat doelen niet zijn bereikt. Of dat welijks te verschillen van het doel van de deelne-
niet helder is of doelen zijn bereikt. Dan is de mer, maar er is een subtiel verschil.


Doel van deelnemer van leernetwerk Doel van de school Herformulering

De klassencomputers effectief Kinderen zelfstandig laten verdiepen en Leerlingen kunnen


gebruiken in de dagelijkse lessen. remediren met behulp van digitale - zelfstandig verdiepende lesstof
methode. doornemen
- en oefenen in stof waar ze nog
moeite mee hebben
- met behulp van de computer.

202
Bij de herformulering komt het gebruik van herhalende stof te oefenen. Kan dat misschien
de computer pas op het laatst aan de orde. ook op een andere manier dan met een compu-
Zelfstandig werken met lesstof is uiteindelijk het ter? Wat is hier het meest relevant, de computer
belangrijkste, waarbij gebruik van de computer of de zelfstandigheid? Dat zou deze leerkracht
slechts een middel is. Dit subtiele onderscheid met haar collegas in het leernetwerk kunnen
werd in de uitvoering op twee manieren zicht- bespreken. Misschien zijn er andere oplossingen
baar. denkbaar, waardoor de leerlingen (in afwachting
van de reparatie van de computers) toch zelf-
We nemen even de ervaring van Babette van het standig met andere lesstof aan de slag kunnen.
leernetwerk Onderwijs op Maat als voorbeeld
(zie bladzijde 218). Als je het voorbeeld vanuit
de oorspronkelijke situatie bekijkt, blijkt dat Deel 3: belang van de dialoog
zij zich er sterk op richtte om alle leerlingen te
laten werken met de computer. Daarbij was het In de derde en laatste workshop spreken we
voor haar van belang dat iedereen aan de beurt met schoolleiders over de manier waarop ze
zouden komen. Dat vroeg nogal wat van haar met leraren in gesprek kunnen gaan over de
aandacht en organisatievermogen. Uiteindelijk netwerken, en de resultaten die daarmee bereikt
ging het mis, nadat ze op een ochtend een paar worden. Ook wordt geoefend met een paar
leerlingen was vergeten. In reactie hierop leraren die daarvoor speciaal aanschuiven. Van
besloot ze haar aanpak aan te passen. Ze gaf de belang is de manier waarop schoolleiders met
kinderen zelf de verantwoordelijkheid over de de leraren praten over de voortgang van de
beurtverdeling en gaf ze een klokje. leernetwerken. Zon gesprek moet voldoen aan
Het resultaat was voor haarzelf verrassend: de twee voorwaarden:
kinderen konden daar heel goed mee omgaan. - De leraren voelen zich gestimuleerd om ver-
Het scheelt werk, en de kinderen nemen meer der deel te nemen aan de leernetwerken en
eigen verantwoordelijkheid. Helaas werkte de hierin nieuwe grenzen te verkennen;
techniek alleen niet mee. Een computer was - De schoolleiders hebben vertrouwen dat er
al kapot, de ander begaf het gaandeweg het uiteindelijk bruikbare ideen uit de leernet-
schooljaar. Voor de leerkracht een tegenvaller. werken voor de school voortkomen.
De allerbelangrijkste tip voor schoolleiders in
Deze situatie kun je, met de opnieuw geformu- zon gesprek is: stel vragen! Probeer zo lang mo-
leerde doelstelling, ook vanuit een ander pers- gelijk, liefst open vragen te stellen. Hoe eerder
pectief bekijken. Uiteindelijk gaat het erom dat je, hoe voorzichtig ook, je mening geeft, hoe
leerlingen leren zelfstandig met verdiepende of eerder de leraren zich (weer) in zullen houden.

203
Balanceren Anders zullen ze sneller geneigd zijn niet deel
De balans tussen ruimte voor leraren in het te nemen. Tegelijkertijd wil de schoolleider wel
leernetwerk en de behoefte van schoolleiders weten dat er iets uitkomt, dat zon leernetwerk
voor concrete resultaten (zeker weten dat er iets wat oplevert voor de rest van de school.
uit gaat komen) is soms moeilijk te bewaken. Als dat niet zo is, is het voor de schoolleider
Het leerproces moet zoveel mogelijk vrij worden lastig te verantwoorden dat er n of enkele
gelaten, omdat er anders geen eigenaarschap leraren zijn die leuke dingen mogen bedenken
ontstaat. Leraren moeten enthousiast worden in een leernetwerk, terwijl de anderen gewoon
om onderdeel hiervan uit te maken en het voor- aan het werk zijn.
touw te nemen. Ze nemen een zeker risico door
deel te nemen in een leernetwerk, want het kan Ruimte geven in het gesprek
ook mislukken. Daarom moeten ze het gevoel Tijdens de gesprekken tussen schoolleiders en
hebben dat hun schoolleider achter ze staat. leraren, blijkt dat het bewaken van die balans
lastig is. Het gesprek gaat al snel over wat er

204
allemaal wel en niet mogelijk is. De leraren krij- Een leraar kan in sommige gevallen teveel
gen het gevoel dat ze zich bij voorbaat moeten gefocust zijn op zijn praktijk en daardoor wel
verantwoorden. Het is dus belangrijk waakzaam eens vergeten wat een bepaald doel eigenlijk
te zijn hiervoor. op moet leveren. Het is voor schoolleiders een
valkuil om te veel na te denken over wat alle-
maal niet mag en wel moet. Dat kan leiden tot
Praktische tips voor de schoolleider een gebrek aan ruimte, waardoor leernetwerken
niet met creatieve oplossingen kunnen komen.
Het is voor schoolleiders goed om je te realise- Schoolleiders moeten niet voor het netwerk de
ren, dat kleine opmerkingen een grote impact doelen bepalen, en ook niet voorschrijven hoe
kunnen hebben bij leraren. Kleine kritiekpuntjes zij te werk moeten gaan. Ze kunnen wel mee-
kunnen heel serieus worden genomen en zwaar denken over wat realistisch en haalbaar is, en
meewegen. Complimentjes kunnen daarente- welke aanpakken bij voorbaat niet mogelijk
gen, hoe klein ook, een enorme stimulerende zijn. Maar het blijft voor zowel de leraar als de
werking hebben. De kunst is om je dat te reali- schoolleider belangrijk om telkens weer even
seren, en het gesprek over de resultaten van de de stap terug te zetten en na te denken wat het
leernetwerken zorgvuldig aan te gaan. uiteindelijk op moet leveren voor de leerling.
Stel open vragen en stimuleer (wat goed dat jul-
lie dit doen!). Vraag bijvoorbeeld ook hoe je kunt
helpen, en val steeds terug op de kernvraag:
Wat betekent dit voor leerlingen?

205
Door Monique Korenhof, Rene de kruif en Brigitte Boekhoudt

N a a r ee n t o e k o m s t w eg v o o r d e
s ta k eh o l d e r s

In het deel Ploegen lichtten we het al toe: een bijeenkomsten zodat zij kunnen ervaren wat
belangrijk onderdeel van het project is een ver- netwerkleren inhoudt. We stimuleren de dialoog
ankering van netwerkleren in het onderwijsveld. tussen de stakeholders en de inmiddels enthou-
Vanaf de start van De leraar in de drivers seat siaste leraren die actief zijn in leernetwerken.
nodigen we diverse organisaties uit het onder- En dit op een netwerkleeraanpak: met active-
wijsveld, om mee te denken over het project. rende werkvormen als het Wereldcaf en de
Deze stakeholders zijn een belangrijke schakel Ideenmuur. Hieronder een beschrijving van
in de legitimatie van netwerkleren en kunnen de workshops en wat ze hebben opgeleverd.
bijdragen aan de verankering op alle onderwijs-
niveaus vanuit een zogenaamde stuurgroep.
In meerdere bijeenkomsten zijn deze stake- April 2012: de dialoog komt op gang
holders genformeerd over de werkwijze en
vorderingen van het project. Tijdens de tweede reeks workshops voor leraren
en schoolleiders, hebben we een apart aanbod
De informatieve bijeenkomsten werden bezocht voor stakeholders. We willen hiermee de stake-
door vertegenwoordigers van de verschillende holders uitdagen om in beweging te komen en
scholen, schoolbesturen, Directie Onderwijs, de na te denken over wat hun rol kan of moet zijn
onderwijsinspectie en IPA. Ook minister Dowers in dit project. De opkomst van de stakeholders
van Onderwijs was aanwezig tijdens een aantal valt erg tegen. Wel zijn er zes enthousiaste lera-
bijeenkomsten. Aanvankelijk was de opkomst ren uit drie verschillende netwerken die graag
erg groot, maar naarmate het traject vorderde, vertellen waar ze in hun netwerk mee bezig zijn
nam de aanwezigheid en daarmee ook de en wat het netwerkleren voor hen betekent.
betrokkenheid duidelijk af. Om een sterker com- Ook het platform is goed vertegenwoordigd.
mitment te creren van de stakeholders voor dit We ontmoeten elkaar in de Suikertuin, in een
project en netwerkleren in het algemeen, beslo- ontspannen sfeer. De bijeenkomst start met de
ten we hen actief bij netwerkleren te betrekken. werkvorm wereldcaf. De leraren zijn verspreid
In april 2012 en september 2012 organiseren we over drie tafels.

206
Aan iedere tafel zit n of meerdere afgevaardig- Het netwerk Basisvoorwaarden wenst in gesprek
den van een netwerk met een stakeholder die na te gaan met de inspectie om duidelijkheid te
tien minuten doorschuift naar de volgende tafel. krijgen over bepaalde kaders waarin scholen
De stakeholder heeft de opdracht uit te vinden moeten werken. Die avond bleek een uitgelezen
wat de leraren nodig hebben. De sfeer is uitste- kans: ze gaan daadwerkelijk met een afspraak
kend: de leraren zijn goed voorbereid en nemen met de inspectie naar huis. Dat is een enorme
hun kans waar om enthousiast te vertellen en te boost voor hen (zie bladzijde 284 om te lezen
laten zien waar ze mee bezig zijn in het netwerk hoe die ontmoeting is gegaan). Na drie rondes
en wat de waarde is van netwerkleren voor hen- hebben alle stakeholders gesproken met de drie
zelf en hun onderwijspraktijk. De stakeholders netwerken. Tijd om te inventariseren!
stellen vragen en luisteren genteresseerd.

207
Dat doen we met de ideenmuur. In eerdere ses- Het netwerkleren moet volgens de betrokkenen
sies hebben leraren en schoolleiders met behulp ook ondersteund worden door bepaalde midde-
van deze werkvorm aangegeven wat er nodig is len. Genoemd worden hierbij:
om netwerkleren mogelijk te maken. Vanavond materialen, budget
zetten we de ideenmuur in om de stakeholders ondersteuning in de klas
te laten benoemen wat de leraren nodig hebben werkende internetverbinding en andere
om te netwerkleren. De stimulerende factoren ICT-middelen
voor netwerkleren die zij noemen, komen opval- digitaal platform
lend overeen met die van de leraren en school-
leiders en zijn te categoriseren in houding, We sluiten de workshop af met een korte evalu-
organisatie en middelen. atie. De stakeholders vonden het zeer informa-
tief om met de leraren te spreken. De leraren
Bij de juiste houding worden onder andere de hebben op hun beurt kunnen uitleggen waarom
volgende factoren genoemd: netwerkleren belangrijk voor ze is, en wat het
kennis willen delen bijdraagt aan de professionele ontwikkeling.
zelf willen groeien (professionaliseren) Die boodschap is overgekomen: de stakeholders
openstaan voor vernieuwing en verandering vinden dat netwerkleren een serieuze kans moet
open communicatie krijgen op Aruba, en dat leraren moeten kunnen
oprechte interesse professionaliseren naar eigen behoefte. Op een
kritiek willen accepteren vraag van een van de leraren aan de stakehol-
commitment tonen ders of het nieuw is wat ze allemaal hebben
gehoord, luidt het antwoord: Nee, niet nieuw,
Organisatorisch zijn de volgende zaken van maar wat wel nieuw is, is dat jullie het samen
belang: oppakken!
een kartrekker of aanspreekpunt
samenwerking met andere scholen
ruimte om te mogen ontwikkelen September 2012: netwerkleren op
erkenning netwerkleren als professionalise- Aruba als missie
ringsvorm
tijd (bijvoorbeeld voor contactmomenten met In deze workshop willen we de stakeholders
het netwerk) aanzetten tot het nemen van concrete stappen
ondersteuning van collegas en schoolleiders om netwerkleren als professionaliseringsvorm
kennis over elkaars expertise op het eiland een stabiele basis te geven.
duurzame ondersteunende organisatie Actie dus! De workshop volgt op de conferentie-

208
dagen in september 2012, die de stakeholders We bouwen voort op de stimulerende factoren
allemaal hebben meegemaakt. Of het nu het ef- voor netwerkleren zoals in april benoemd door
fect is van de vorige workshop of de conferentie, de stakeholders. Deze factoren dienen als uit-
de opkomst is dit keer opvallend groot. We zijn gangspunt voor een plan van aanpak dat rich-
in totaal met 24 personen: de Directie Onder- ting geeft aan het vervolg, met concrete stappen
wijs, schoolbesturen (SKOA, SPCOA, DPS), IPA en die de stakeholders kunnen zetten. We gebrui-
de Inspectie Onderwijs zijn vertegenwoordigd. ken daarvoor de werkvorm Toekomstweg.
De netwerklerende leraren laten ook deze keer LOOK- directeur Jos Kusters start de bijeenkomst
niet verstek gaan. Verder zijn er enkele gasten met aan te geven dat het nu een belangrijk mo-
uit het buitenland die de conferentie hebben ment is voor de lokale organisatie om het stokje
bijgewoond, en zoals altijd zijn er vertegenwoor- over te nemen. Het succes van netwerkleren als
digers van het platform en LOOK. een blijvende, effectieve professionaliserings-
vorm, hangt ook af van de stakeholders.

209
We verdelen de aanwezigen over drie tafels met Vervolgens worden activiteiten benoemd die
aan iedere tafel een procesbegeleider. De deel- ze moeten ondernemen om de tussendoelen te
nemers bekijken en bespreken de stimulerende bereiken (andere kleur). Als iedereen het eens
factoren voor netwerkleren zoals vastgesteld in is over het pad wordt een foto gemaakt voor de
de vorige workshop. Nu ligt de nadruk op de rol terugkoppeling. Er wordt een afspraak gemaakt
van de stakeholders: bij welke factoren spelen om het pad verder uit te werken tot een plan
zj een cruciale rol? Nadat iedere tafel dat heeft van aanpak voor de komende maanden.
bepaald, leggen we alle factoren van de tafels
samen, en is de volgende opdracht om geza- De sfeer van de avond is goed, er lijkt veel
menlijk uit al die factoren de acht belangrijkste commitment te zijn ontstaan met het project,
te destilleren. Dit levert uiteindelijk een lijst op maar ook met de toekomstweg die ze gemeen-
met de belangrijkste factoren voor netwerkle- schappelijk hebben gelegd. Zo concreet is de
ren, die stakeholders kunnen faciliteren of betrokkenheid van de stakeholders als toekom-
versterken. stige stuurgroep die het netwerkleren moet
legitimeren op Aruba nog niet eerder geweest.
In het volgende onderdeel, de toekomstweg,
zijn vooral de stakeholders aan zet en hebben de
overige deelnemers een passieve rol.
De stakeholders bepalen voor zichzelf eerst als
stuurgroep hun missie. Deze is: Professionaliseren
door netwerkleren op Aruba.

Vervolgens leggen ze de toekomstweg met de


stimulerende factoren als te behalen tussendoe-
len (groen). De tussendoelen worden in een logi-
sche volgorde gelegd (snel te realiseren doelen
aan het begin en meer tijdrovende doelen later
in het traject).

210
Toekomstweg Stakeholders

Missie
Professionaliseren door netwerkleren op Aruba

Budget

Informatie over effect


Onderzoek
onderzoek

Duurzame onder-
Wie, wat, hoe, wanneer?
steunende organisatie

Instituutsbegroting inbed-
den in de structuur Commitment
van de organisatie

Ondersteunen schoolleiders en
Erkenning van netwerkleren
motiveren personeel

Opnemen in nascholingstraject
Waardering voor netwerkleren
(80 uur)

Stappenplan maken Planning maken

Vervolgafspraak maken

Cordinator voor stakeholdersgroep (2x)

Opnemen in je werk/taakbelasting Samen willen werken

Willen groeien Openstaan voor vernieuwing

HEDEN

Doelen van stakeholders (wat zouden zij moeten faciliteren) Actiepunten voor stakeholders

211
212
Het leernetwerk heeft zijn draai gevonden

en krijgt erkenning. Nieuwe deelnemers

dienen zich spontaan aan. Er wordt samen-

gewerkt aan nieuwe inzichten of producten

en er ontstaat ruimte om te oogsten: er is

meer samenhang tussen leervragen en meer

diepgang in ontwikkelde kennis. Het is hier-

door makkelijker om de opbrengsten vast te

leggen, en met anderen te delen - ook buiten

het leernetwerk.
Uit: Toolkit Netwerkleren
Oogsten op Aruba
De conferentie Get in, ban cu nos! voor het hele PO-veld heeft veel energie opgeleverd, en de zin van leraren,
schoolleiders en schoolbesturen om te gaan netwerkleren aangewakkerd. Maar het is ook het moment waarop
de betrokkenheid van LOOK afneemt en de projectorganisatie op Aruba op eigen kracht verder zal gaan. Een
moment dus waarop een vacum kan ontstaan in het project, wat we ook (tijdelijk) zien gebeuren. De lokale
projectorganisatie zoekt na de conferentie naar een manier hoe het beste verder te gaan. Dat ze verder wil staat
vast, maar de organisatie is nog klein en de kennismaking met netwerkleren feitelijk nog heel pril.

Hoe ziet de oogstfase eruit?


In dit deel gaan we in op de opbrengsten van twee jaar netwerkleren op Aruba en laten we allerlei betrokkenen
terugblikken op De leraar in de drivers seat. We gebruiken hiervoor diverse onderzoeksinstrumenten die dat zicht-
baar maken. We starten met het Waardecreatieverhaal van Babette waarin ze vertelt wat de meerwaarde is van
haar netwerkbijeenkomsten. Vervolgens leggen we uit wat het waardecreatieverhaal inhoudt en hoe het ingezet
kan worden. We kijken een laatste keer naar het netwerk Onderwijs op Maat: zou dit netwerk nog bij elkaar zijn?
Gina de Kort, platformlid, blikt terug op de plus- en minpunten van het project. In Deelnemers over De leraar in
de drivers seat laten we zien hoe er breder wordt gekeken naar de opbrengsten van het project en het potentieel
van netwerkleren. Josette Daal en Eduard Pieters van SKOA, en Anne-Marie Proveyer van Directie Onderwijs
geloven al helemaal in netwerkleren. In hun portretten leggen ze uit waarom. In Twee jaar leren van Aruba blikt
LOOK terug op het project en belichten we de lessen die we geleerd hebben over netwerkleren. Van het netwerk
Basisvoorwaarden tonen we een groepsportret.
De deelnemende leraren leggen uit op welke manier het netwerk hen kracht heeft gegeven en meer zelf-
vertrouwen. Allemaal mooi, maar hoe gaat het nu verder? In de Toekomstwegen op Aruba schetsen we enkele
wegen die leraren en schoolleiders kunnen nemen op weg naar professionalisering met behulp van netwerkle-
ren. We sluiten dit deel af met een terugblik door de drijvende krachten achter dit project: Brigitte Boekhoudt,
Monique Korenhof en Rene de Kruif vertellen hoe zij het project hebben ervaren en welke lessen zij eruit
trekken.

215
216
218 Babettes waardecreatieverhaal

220 De waarde van netwerkleren

232 Vinger aan de pols met de Netwerk Barometer (3)

240 portret Netwerken is en blijft goed Gina de Kort

246 Evaluatie: deelnemers over De leraar in de drivers seat

256 Geef netwerkende scholen erkenning SKOA

262 Dit brengt het wonder van de mens terug Anne-Marie Proveyer

268 Twee jaar leren van Aruba

284 Samen staan we sterk Het netwerk Basisvoorwaarden

292 Toekomstwegen voor Aruba

302 Leraren hebben hier zelfvertrouwen uit gehaald Projectleiders

217
Door Femke Nijland

B a be t t e s wa a r d ec r e at ie v e r h a a l

Dit verhaal vertelt u wat het deelnemen aan een netwerk kan opleveren. Die opbrengst
kan bestaan uit verschillende zaken. Een leuke bijeenkomst kan bijvoorbeeld al heel
waardevol zijn, maar ook wat u eruit meeneemt aan tips, ervaringsverhalen en lesideen
heeft waarde. Wat u daar vervolgens mee doet en hoe dat uw werk en het leren van uw
leerlingen kan benvloeden, is ook onderdeel van wat het deelnemen aan een netwerk
kan opleveren. Door een netwerkbijeenkomst kunt u zelfs anders tegen de dingen die u
doet en vindt aan gaan kijken. Wat het deelnemen aan een netwerk Babette heeft opgele-
verd leest u hieronder.

De start van het netwerk over het jongetje in haar klas met gedrags-
Babette geeft les op Aruba; haar leerlingen zijn problemen. Tijdens de bijeenkomst vertelde
ongeveer zeven jaar oud. Toen op Aruba het net- Babette over haar worsteling met deze jongen
werkleren werd gentroduceerd was Babette n en zijn problemen. Ze had geen klik met hem en
van de eersten die zich aanmeldden. Leren van zijn gedragsproblemen haalden het slechtste in
andere leraren leek haar leuk en zinvol. Babette haar naar boven. Babette voelde zich daar erg
was vooral genteresseerd in de vraag hoe zij schuldig over. Ze had het gevoel dat ze meer
met haar onderwijs beter tegemoet kan komen moest doen met dit jongetje. Ze vond dat ze niet
aan de behoefte van individuele kinderen. Met alleen hem, maar ook de andere leerlingen in
negen anderen startte ze daarom het netwerk haar klas tekort deed.
Onderwijs op Maat. Het netwerk komt eens in de
zes weken bij elkaar en bespreekt dan een casus, Steun en tips vanuit het netwerk
ingebracht door een van de leden. In haar netwerk vond ze steun, waar ze heel erg
blij mee was. Ze kreeg leestips over de sociaal
Worsteling emotionele ontwikkeling van kinderen, en
De bijeenkomst die het meest heeft bijgedragen praktische aanwijzingen over hoe ze in de klas
aan Babettes professionele ontwikkeling was de kon omgaan met zijn gedrag. De praktische tips
bijeenkomst waar zij zelf een casus inbracht, richtten zich op manieren waarop zij het jongetje
kon helpen zijn emoties te leren herkennen en
ermee te leren omgaan.

218
Deze tips probeerde ze uit in de praktijk. Met Ook het jongetje met gedragsproblemen is
behulp van emotie-pictogrammen legde ze de vooruitgegaan. Hij is een stuk rustiger in de klas
verschillende emoties uit in de klas en verkende en lijkt beter in zijn vel te zitten. Maar de groot-
ze samen met haar leerlingen hoe ze met die ste verandering zit in Babette zelf. Door zich te
emoties om konden gaan. Ook verdiepte Babette verdiepen in het gedrag van het jongetje en
zich in de ontwikkeling van kinderen met pro- door emoties in de klas grijpbaar te maken, voelt
bleemgedrag. Dat had effect. Op het jongetje, ze zich nu een stuk rustiger. Babette weet nu dat
op de andere leerlingen n op Babette zelf. het niet aan haar ligt, dat het jongetje het soms
moeilijk heeft. Ze kan zijn gedragsproblemen
Verandering immers niet oplossen. Maar door de bijeenkomst
Het kringgesprek iedere ochtend is nu meer met haar netwerken kan ze nu met afstand en,
gericht op emoties. Leerlingen zeggen: Juf, het belangrijker nog, met begrip, naar het jongetje
gaat goed, maar ik ben boos. En vertellen vervol- en zijn gedrag kijken. En daar hebben ze allebei
gens hun verhaal. baat bij.

219
Door Femke Nijland

De waarde van netwerkleren


Netwerkleren is een vruchtbare manier om je kennis en vaardigheden te ver-
groten. Maar het is soms lastig om duidelijk te krijgen hoe nuttig een netwerk-
bijeenkomst nu precies was. Netwerkleden vinden de bijeenkomsten meestal
interessant, maar doorzien niet altijd waar een bijeenkomst precies toe leidt.

Het ongrijpbare grijpbaar maken


Juist het informele aspect van netwerkleren maakt de waarde van het geleerde
zo ongrijpbaar (De Laat, 2012; Eraut, 2004): er zijn immers geen diplomas of
certificaten te behalen en een gesprek met een collega vertaalt zich meestal
niet n-op-n terug in betere leerlingprestaties. Om dit onzichtbare karakter
van netwerkleren te ondervangen, hebben Wenger, Trayner en De Laat in 2011
een manier ontwikkeld waarmee de waarde van informeel leren wl zichtbaar
kan worden gemaakt. Ze noemen deze manier het Waardecreatieverhaal (Wenger,
Trayner, & Laat, 2011). Dit Waardecreatieverhaal is een vertelgenre waarin alle
opbrengsten van een netwerkactiviteit systematisch worden verkend en gepre-
senteerd.

Het verhaal van Babette, op bladzijde 218, is een voorbeeld van zon waardecre-
atieverhaal. In het verhaal van Babette kunt u lezen hoe haar netwerk haar ge-
holpen heeft bij haar botsingen met het jongetje in haar klas met gedragsproble-
men. Niet alleen heeft ze handvatten gekregen om met zijn gedrag om te gaan,
ook ziet ze dankzij haar netwerk in dat ze zijn problemen niet kan oplossen.
En dat heeft haar een hoop rust gegeven.

220
Het waardecreatieverhaal van Babette laat zien hoe haar netwerk haar dagelijkse
lespraktijk en haarzelf heeft veranderd. Babette is daar niet uniek in: in iedere
netwerkbijeenkomst schuilt een Waardecreatieverhaal. In de komende para-
grafen leggen we uit hoe ook u uw waardecreatieverhalen kunt ontdekken en
delen.

Waardecreatie
De waarde die deelname aan een netwerk heeft gehad voor een leraar, de leerlin-
gen en de school kunt u achterhalen door er op een gestructureerde manier naar
te kijken. Wenger, Trayner en De Laat (2011) gaan ervan uit dat deelname aan
een netwerk vijf verschillende soorten opbrengsten of waarde kan hebben:

221
1. Productieve activiteiten
Deze opbrengst is de waarde die een netwerkactiviteit van zichzelf heeft. Een ge-
sprek met collegas kan erg prettig zijn omdat het de mogelijkheid biedt om uw
eigen vragen eens op tafel te leggen of omdat u herkenning vindt in de verhalen
van een ander. U ervaart een dergelijk gesprek als leuk, gezellig of productief en
het geeft u daardoor een gevoel van zingeving en plezier.

2. Nuttige bronnen
Hieronder verstaan we de waarde van kennis, materialen, ideen en contacten
die u opdoet in een netwerkbijeenkomst. Die bronnen zijn waardevol, omdat ze
u later weer van pas kunnen komen om uw werk te verbeteren of om uw doelen
te bereiken. De kennismaking met een collega die veel van ICT weet kan in de
toekomst van pas komen als u aan de slag wil met een digiboard. Het lesplan dat
u van een collega krijgt kan op een later moment helpen om uw lessen leuker en
duidelijker te maken.

3. Veranderde praktijk
Deze opbrengst is de waarde van verandering in uw dagelijkse praktijk naar
aanleiding van een netwerkbijeenkomst. Als u dat lesplan van een collega na de
bijeenkomst inzet in uw eigen klas, ontstaat er een veranderde praktijk. Het feit
dat u iets nieuws uitprobeert heeft al waarde van zichzelf: het is spannend en
dapper om iets uit te proberen en het heeft de potentie om tot meer te leiden.

222
4. Zicht bare opbrengsten
Hiervan is sprake als die veranderde praktijk bijdraagt aan verbeterde prestaties
van de leraar, de leerlingen, het team of de organisatie. Als het lesplan dat u
hebt uitgeprobeerd er bijvoorbeeld voor zorgt dat de leerlingen de stof leuker
vinden, beter snappen of zelfs hogere cijfers voor hun toetsen halen, is er sprake
van een zichtbare opbrengst. Ook als het lesplan ervoor zorgt dat de werkdruk
minder groot wordt kunt u stellen dat er iets zichtbaar is verbeterd.

5. Nieuwe inzichten
Uiteindelijk kan een netwerkbijeenkomst ertoe leiden dat u nieuwe inzichten
opdoet die de rest van uw handelen benvloeden. Zo kunt u door dat leuke
nieuwe lesplan ontdekken dat u uw lessen z graag goed wilde verzorgen, dat u
vergat dat ze ook leuk konden zijn. U kunt ontdekken dat leerlingen eigenlijk
een stuk sneller zaken oppikken als u ze wat speelser brengt. Dit inzicht helpt
vervolgens om uw gedrag in de toekomst blijvend te veranderen.

223
NETWERKBIJEENKOMST PRODUCTIEVE ACTIVITEITEN NUTTIGE BRONNEN

Beschrijf je netwerkbijeenkomst of gesprek Hoe heb je het gesprek ervaren? Wat heb je uit het gesprek meegenomen?
Waar hebben jullie het over gehad?
Leuk gesprek Nuttige tips
Soort gesprek Informatie
Activiteiten Vertrouwen
Relevantie Documenten
Samenwerking Inspiratie
Contacten Tools
Inzicht

Bijeenkomst Iedere zes weken heb ik een bijeen-


komst met mijn netwerk Onderwijs op Maat.

Gespreksonderwerp De bijeenkomst die het


meest heeft bijgedragen aan mijn professionele
ontwikkeling was de bijeenkomst waar ik zelf
een casus inbracht.

Casus Ik had geen klik met een jongetje in Affectieve waarde In mijn netwerk vond ik steun,
mijn klas. Zijn gedragsproblemen haalden het waar ik heel erg blij mee was.
slechtste in me naar boven. Ik voelde me daar
erg schuldig over. Ik had het gevoel dat ik meer
moest doen met dit jongetje. Ik vond dat ik niet Soort gesprek We hebben er heel praktisch Nuttige tips Ik kreeg leestips van boeken over de
alleen hem, maar ook de andere leerlingen in over gepraat, ik heb veel tips en handreikingen sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen.
mijn klas tekort deed. gekregen.

Tools Ik kreeg praktische aanwijzigingen over


hoe ik het jongetje kon helpen zijn emoties te
leren herkennen en ermee te leren omgaan,
bijvoorbeeld emotiepictogrammen.

Figuur 1: Babettes waardecreatietabel

224
VERANDERDE PRAKTIJK ZICHTBARE OPBRENGST NIEUWE INZICHTEN

Ben je hierdoor dingen anders gaan doen in Hoe heeft dat de prestaties van jou, je leer- Ben je anders tegen dingen aan gaan kijken
je praktijk? lingen of de school benvloedt? door deze ervaring?

Gebruik van tools Persoonlijke prestaties Structurele veranderingen


Toepassing advies Leerrlingprestaties Andere perspectieven
Inzetten sociale contacten Algemene prestaties
Vernieuwingen Kennisproducten

Lezen Ik heb boeken gelezen over kinderen met Nieuw perspectief Ik voel me nu een stuk
probleemgedrag en de oorzaken, uitingsvormen rustiger. Ik weet nu dat het niet aan mij ligt, dat
en over hoe je als leerkracht met dit gedracht het jongetje het soms moeilijk heeft. Ik kan zijn
kunt omgaan. gedragsproblemen immers niet oplossen. Ik kan
nu met afstand en belangrijker nog, met begrip,
naar het jontetje en zijn gedrag kijken. En daar
Toepassing Met behulp van emotiepictogram- Welbevinden leerlingen Het kringgesprek hebben we allebei baat bij.
men heb ik de verschillende emoties uitgelegd in iedere ochtend is nu meer gericht op emoties.
de klas. Ik heb daarna met mn leerlingen bespro- Leerlingen benoemen hun emoties. Ze vertellen
ken hoe ze met die emoties konden omgaan. bijvoorbeeld: Juf, het gaat goed, maar ik ben
boos. En doen vervolgens hun verhaal.

Leerling-prestaties Ook het jongetje is vooruit


gegaan. Hij is een stuk rustiger in de klas en lijkt
beter in zijn vel te zitten.

225
De vijf soorten waarde die we hier beschreven hebben, zijn nauw met elkaar
verbonden. Dit betekent overigens niet dat de ene soort waarde belangrijker is
dan de andere. Wel is er bijna altijd een relatie tussen de verschillende waarden
te ontdekken: in het verhaal van Babette bijvoorbeeld zagen we dat ze veel steun
ervoer van haar collegas. Het gesprek over haar schuldgevoelens rondom het
jongetje met gedragsproblemen leidde tot praktische tips over emotiepicto-
grammen en leestips, die ze vervolgens toepaste in de klas, waarna haar leerlin-
gen veel bewuster omgingen met hun emoties en beter in hun vel zaten. Door te
lezen over gedragsproblemen en het veranderen van haar praktijk zag Babette
in dat het niet aan haar lag dat het jongetje problemen had en dat zij ze niet
kon oplossen, wat haar de rust gaf een betere lerares te zijn. De soorten waarde
die Babettes netwerkbijeenkomst hebben opgeleverd zijn met elkaar verbonden
door oorzaak en gevolg (zie voor een duidelijk beeld figuur 1). De rode woorden
in deze tabel staan voor de waarde die haar netwerkbijeenkomst heeft opgele-
verd; de rode pijlen laten zien hoe de verschillende soorten waarde met elkaar
verbonden zijn.

Het verhaal van Babette heeft alle soorten waarde in zich, maar dat is niet bij
alle waardecreatieverhalen het geval. Soms leidt een netwerkbijeenkomst alleen
tot een paar nuttige bronnen of tot experimenten in de klas. Andere keren heeft
u vooral een leuke middag, of ziet u opeens de resultaten van een paar leerlin-
gen vooruit gaan. Waar het netwerken ook toe leidt, alle vijf soorten waarde zijn
waardevol voor iemands professionele ontwikkeling.

226
Het nut van waardecreatie
Leraren hebben vaak het idee dat netwerkbijeenkomsten wel interessant zijn,
maar dat de link met hun dagelijkse praktijk ontbreekt. In een eerder onderzoek
hebben we daarom met waardecreatieverhalen gekeken wat netwerkbijeenkom-
sten zoal opleveren (Nijland & Van Amersfoort, 2013). Alle leraren waren na het
onderzoek verrast door de rijkdom van hun eigen verhalen die door het gestruc-
tureerd vertellen aan het licht was gekomen.

De leraren die wij spraken leken kennis en opbrengsten van netwerkleren aan-
vankelijk vooral te bezien in termen van nuttige bronnen. Voor hen was een
netwerkbijeenkomst geslaagd als ze er met tips of werkvormen vandaan kwa-
men. Tot aan het gesprek met ons hadden ze niet beseft dat hun netwerkbijeen-
komsten ook hadden geleid tot andere zaken, die de dagelijkse praktijk van hun
leerlingen en hun zelf benvloed hadden. Het vertellen van hun waardecreatie-
verhaal deed ze inzien hoeveel die netwerkbijeenkomst had veranderd.
De opbrengst van hun netwerkactiviteiten werd vooral duidelijk door de relaties
tussen de verschillende soorten waarde zichtbaar te maken. Doordat we met de
leraar begonnen bij het goede netwerkgesprek om daarna alle gespreksonder-
werpen als vallende dominostenen stap voor stap te volgen, doorzagen de lera-
ren hoe verschillende gebeurtenissen tot elkaar geleid hadden. Vr dit gesprek
zagen leraren de gebeurtenissen als losstaande elementen en hadden nog niet
eerder over de onderlinge samenhang nagedacht. Dat verschillende opbrengsten
door oorzaak en gevolg met elkaar verbonden waren, was voor veel leraren een
eyeopener. Na het gesprek waarin we systematisch de verschillende soorten
waarde doorliepen, gaven de leraren aan de netwerkbijeenkomsten als nuttiger
en waardevoller te bezien dan daarvoor.

227
Waardecreatieverhalen zorgen er daarmee niet alleen voor dat anderen kunnen
leren van uw ervaringen, maar ook dat u zelf een beter inzicht krijgt in wat een
netwerkbijeenkomst heeft opgeleverd. Het vertellen van een waardecreatiever-
haal maakt een bijeenkomst eigenlijk twee keer zo nuttig.

Zelf aan de slag


Het ontdekken van uw eigen waardecreatieverhaal is niet moeilijk. In de Waarde-
creatietabel van Babette (figuur 1) zag u hoe de ene soort waarde heeft geleid tot
de andere. Om uw eigen verhaal te maken, maakt u net zon tabel. Begin met
terug te denken aan de bijeenkomst die u zo nuttig vond. Bedenk vervolgens
waar u toen met elkaar over gesproken heeft. Welke onderwerpen kwamen aan
bod? Wat hield u destijds allemaal bezig? Welk gespreksonderwerp vond u het
nuttigst? Bij Babette was dat het onderwerp dat haar ten tijde van de netwerk-
bijeenkomst het meest bezig hield: het jongetje met gedragsproblemen. Vul met
alles wat u bedenkt de eerste kolom netwerkbijeenkomst in.

Op basis van de onderwerpen die u in de eerste kolom hebt opgeschreven, gaat


u verder. Volg ieder onderwerp als een rode draad door de verschillende soorten
waarde heen. Bedenk van ieder onderwerp tot welke productieve activiteiten,
nuttige bronnen, veranderde praktijken, zichtbare opbrengsten en nieuwe
inzichten het gespreksonderwerp heeft geleid en bedenk hoe ze met elkaar in
verband stonden. Geef die verbanden aan met pijltjes, zo ziet u uw eigen waarde-
creatietabel ontstaan.

228
U kunt uw waardecreatietabel delen met uw collegas en uw schoolleider om ze
te laten zien wat netwerkleren allemaal kan opleveren. U kunt de tabel ook voor
uzelf houden, als inspiratie om te zien hoe n gesprek de wereld kan verande-
ren, of dat nu op grote of op kleine schaal is. Als u de opbrengsten van het net-
werk met meer mensen wilt delen, kunt u er een verhaal van maken, zoals het
verhaal van Babette (zie bladzijde 218). Als u uw verhaal vervolgens op internet
plaatst als een blog, kan het niet alleen directe collegas, maar ook vele andere
leraren inspireren.

229
NETWERKBIJEENKOMST PRODUCTIEVE ACTIVITEITEN NUTTIGE BRONNEN

Beschrijf je netwerkbijeenkomst of gesprek Hoe heb je het gesprek ervaren? Wat heb je uit het gesprek meegenomen?
Waar hebben jullie het over gehad?
Leuk gesprek Nuttige tips
Soort gesprek Informatie
Activiteiten Vertrouwen
Relevantie Documenten
Samenwerking Inspiratie
Contacten Tools
Inzicht

Tabel 1: Ontdek hier uw eigen Waardecreatieverhaal. Dit instrument is ook een onderdeel van de gratis app Toolkit Netwerkleren onderwijs
(zie bladzijde 331).

230
VERANDERDE PRAKTIJK ZICHTBARE OPBRENGST NIEUWE INZICHTEN

Ben je hierdoor dingen anders gaan doen in Hoe heeft dat de prestaties van jou, je leer- Ben je anders tegen dingen aan gaan kijken
je praktijk? lingen of de school benvloedt? door deze ervaring?

Gebruik van tools Persoonlijke prestaties Structurele veranderingen


Toepassing advies Leerrlingprestaties Andere perspectieven
Inzetten sociale contacten Algemene prestaties
Vernieuwingen Kennisproducten

231
Door Rene de Kruif en Monique Korenhof

Vinger aan de pols met de Netwerk Barometer (3)

Eerder in dit boek beschreven we hoe het netwerk Onderwijs op Maat gebruik maakte van de
Netwerk Barometer om zicht te krijgen op hoe het gaat in het leernetwerk (zie bladzijde 114 en
148). Gedurende dit eerste jaar waren er ups en downs. De sfeer binnen het leernetwerk was
goed en men was enthousiast over de opbrengsten voor de persoonlijke ontwikkeling en de
eigen onderwijspraktijk. Maar de deelnemers worstelden ook met de afnemende betrokken-
heid van sommige leden. We kijken hieronder verder naar de laatste ontwikkelingen binnen dit
leernetwerk.

Ontwikkelingen binnen het leernetwerk Onderwijs op Maat


Na de conferentie Get in, ban cu nos in september besluiten de deelnemers het ritme opnieuw op
te pakken. Het leernetwerk komt eens in de vijf zes weken bij elkaar om verder te werken aan
de netwerkmissie: werken aan een eigen onderwijspraktijk die beter in kan spelen op de behoef-
ten van individuele kinderen. De barometer wordt weer regelmatig ingezet om de gezondheid
van het netwerk te monitoren. In figuur 2 staan de gemiddelde scores van het leernetwerk voor
alle zes momenten waarop de Netwerk Barometer tot nu toe werd ingevuld (inclusief de eerder
beschreven resultaten). We richten ons in dit hoofdstuk verder op de laatste twee metingen.

De resultaten van deze laatste metingen laten op alle dimensies van de barometer verande-
ringen zien. De meest opvallende veranderingen zien we bij vraag 1 en bij de vragen over de
waarde van het leernetwerk (vraag 3, 10, 11 en 12).

We beschreven eerder al dat schommelingen in scores daadwerkelijke veranderingen kunnen


weergeven, gekoppeld aan de gebeurtenissen in de tussenliggende periode, maar dat ze ook
veroorzaakt kunnen worden door wisselingen in de samenstelling van de groep. Ook het aantal
deelnemers dat de barometer invult, benvloedt de score: een gemiddelde score gebaseerd op
drie deelnemers wordt sterker benvloed door uitersten dan een gemiddelde gebaseerd op acht
deelnemers.

232
5

4,5

3,5 5/1/12
antwoordcategorien

3 23/2/12
29/3/12
2,5
7/6/12
2 28/2/13
2/5/13
1,5

0,5

0
1 9 2 4 5 6 7 8 3 10 11 12
vragen
Figuur 2. Barometerresultaten Onderwijs op Maat

In tabel 2 laten we daarom weer zien wanneer er bijeenkomsten waren, wat er tijdens de bijeenkomsten
besproken en gedaan werd, en hoeveel deelnemers er aanwezig waren. Deze informatie helpt bij de
interpretatie van veranderingen in scores op de Netwerk Barometer.

Tabel 2. Inhoud bijeenkomsten netwerk Onderwijs op Maat

Datum Barometer Aantal Inhoud bijeenkomst


ingevuld? deelnemers

25 okt 12 nee 5 De bijeenkomsten gingen vooral over de inhoud van het netwerk.

17 jan 13 nee 4

28 feb13 ja 3 Het netwerk gaat gerichter werken. Ze zoeken naar onderwerpen over
differentiatie op het internet en brengen casussen in.

2 mei 13 ja 4 De casus van een deelnemer wordt besproken. De informatie die is
opgezocht op internet wordt besproken.

6 juni 13 nee 6 Opzet voor het schooljaar 2013-2014 besproken. Drie nieuwe deelnemers.

233
Ook dit tweede schooljaar is er sprake van verloop in het netwerk. Van de drie IBers die er bij de
start waren, zijn er nu twee weggegaan omdat actief meedoen in het netwerk te zwaar is naast
de dagelijkse IB-taken en het IB-netwerk waar ze ook aan deelnemen. Daarbij komt ook dat IBers
geen eigen klas hebben en de hulpvraag voor hen daarom soms net iets anders ligt dan voor
leraren met een dagelijkse onderwijstaak. Een van de deelnemers ging vervolgens met zwanger-
schapsverlof en een andere deelnemer kwam gewoon niet meer. De eerste bijeenkomsten verlie-
pen daarom wat rommelig. De focus houden op de missie en het verwezenlijken van de goede
voornemens om met casussen te gaan werken, lukte dan ook pas vanaf februari. De casussen
leveren veel praktische tips op (zie ook het verhaal van Babette op bladzijde 218). Op de laatste
bijeenkomst dienden zich drie nieuwe leraren aan. Ze zijn enthousiast en de deelnemers hopen
dat zij het netwerk weer een nieuwe impuls kunnen geven.

Dit tweede jaar vulden de drie vaste medewerkers de Netwerk Barometer op twee momenten
in. We bekijken weer per vraag hoe de antwoorden van de deelnemers zijn verdeeld over de
antwoordcategorien.

Onderwerp - Praten we over de juiste onderwerpen?

7-6-2012 28-02-2013 02-05-2013

1. In dit netwerk worden de juiste onderwerpen besproken

9. Onderwerpen die we tegenkomen in de lespraktijk


worden ingebracht in het netwerk


= mee eens, = helemaal mee eens; 1 smiley = 1 persoon

In het netwerk worden nog steeds de juiste onderwerpen besproken, maar de deelnemers zijn
er wel iets minder van overtuigd dan in de eerdere metingen. Dit geldt vooral voor de laatste me-
ting van mei 2013: dan geven alle deelnemers aan het eens te zijn met de vraag, waar eerder het
antwoord geheel mee eens domineerde. Wellicht speelt hier een rol dat er wat onrust was in het
netwerk door deelnemers die afhaakten. Omdat de groep zo klein geworden is, werd de bijeen-

234
komst vaker uitgesteld waardoor er soms lange periodes tussen de vergaderingen zaten. Ook dat bleek
niet bevorderlijk voor het vasthouden van de missie. Aan de andere kant blijven alle drie de deelnemers
het helemaal eens met vraag 9. De lespraktijk blijft men onverminderd inbrengen in het netwerk, en deze
staat dus nog steeds centraal in het netwerk.

Sociale cohesie - Hoe functioneren we samen?

7-6-2012 28-02-2013 02-05-2013

2. In dit netwerk is een verscheidenheid aan alternatieve invalshoeken


van waaruit de onderwerpen worden bekeken

4. In dit netwerk betekenen we veel voor elkaar

5. Er is een goede sfeer in het netwerk

6. Ik heb invloed op de gang van zaken in het netwerk


= neutraal, = mee eens, = helemaal mee eens, 1 smiley = 1 persoon

Het netwerk heeft zich verkleind tot een vaste kern van ongeveer drie deelnemers. Waar eerder nog
een enkele deelnemer aangaf geen mening te hebben (neutraal) over de betekenis voor elkaar in het
netwerk, is bij de laatste meting te zien dat alle drie de deelnemers het geheel eens zijn met alle vragen
gericht op de sociale cohesie. De vaste ploeg die aan dit netwerk deelneemt, voelt zich kennelijk erg
goed bij elkaar en men heeft voldoende invloed op de gang van zaken. Een van de deelnemers laat per
mail nog weten: iedereen voelt zich gehoord en gewaardeerd en we kunnen over alles praten. Dat voelt
goed. Hoe het in het netwerk gaat na de zomer, met de drie nieuwe leden zullen we niet meer beschrij-
ven in dit boek. Helaas, want een vernieuwing met 50% nieuwe leden geeft veel nieuwe input, en een
heel nieuwe dynamiek. We zouden dat proces graag verder volgen.

235
De praktijk - Levert het relevante handvatten op voor de dagelijkse praktijk?

7-6-2012 28-02-2013 02-05-2013

3. Door deelname aan dit netwerk heb ik mijn competenties


(vaardigheden, kennis, attitude) uitgebreid

7. Ik heb in mijn eigen lespraktijk gebruikgemaakt van de


kennis die ik in dit netwerk heb opgedaan

8. Ook leraren buiten het netwerk maken gebruik van de


kennis die ons netwerk heeft opgeleverd

9. Onderwerpen die we tegenkomen in de lespraktijk


worden ingebracht in het netwerk


= mee oneens, = neutraal, = mee eens, = helemaal mee eens, 1 smiley = 1 persoon

We zien dat de opbrengsten voor individuele deelnemers vanaf de start van het netwerk wisselt.
Een deelnemer geeft voor de laatste drie momenten aan dat de opbrengsten voor eigen compe-
tenties, de eigen lespraktijk neutraal zijn. Deze deelnemer werkt in het speciaal onderwijs, waar
al veel meer op maat gewerkt wordt dan in het reguliere onderwijs. Het netwerk levert daarmee
minder op voor de eigen lespraktijk. Het is van belang dit in het oog te houden. Voor leden die
geen eigen klas hebben (zoals de IBers) of een andere positie innemen dan de meeste deelne-
mers zou extra aandacht kunnen worden besteed aan de praktijkrelevantie. Deze is wellicht op
andere manieren wel goed binnen het netwerk te realiseren, bijvoorbeeld door naar een bepaal-
de kwestie of casus niet alleen te kijken vanuit de rol van de leerkracht.
Vanaf de start geven de deelnemers aan dat leraren buiten het netwerk nog niet veel gebruik
maken van de opbrengsten van het netwerk, en dat blijft een zwak punt tot de laatste meting.
Dat kan samenhangen met de waarde die het netwerk heeft voor de scholen, daar gaan we in
het volgende onderdeel nader op in.

236
Waarde - Is deelname aan het netwerk waardevol?

7-6-2012 28-02-2013 02-05-2013

10. Hoe belangrijk is dit netwerk voor de ontwikkeling van uw


school?

11. Hoe belangrijk is dit netwerk voor uw eigen ontwikkeling?

12. Hoe belangrijk is dit netwerk voor het verbeteren van uw


onderwijs praktijk (handelen in de klas)?


= neutraal, = belangrijk, = heel belangrijk; 1 smiley = 1 persoon

We zien dat het belang van het netwerk voor de school bij de laatste meting is teruggezakt en door de
deelnemers wordt beoordeeld als neutraal. Dit is de laagste score van alle metingen. Het netwerk is nog
steeds belangrijk voor de eigen ontwikkeling, maar ook daarin zien we een terugval: waar eerst nog twee
deelnemers het netwerk helemaal belangrijk vinden voor hun eigen ontwikkeling, is dit in de laatste
meting bij alle deelnemers gezakt tot belangrijk. Ditzelfde beeld zien we terug bij de vraag hoe belangrijk
het netwerk is voor de klassenpraktijk. En deelnemer ziet dat belang minder (neutraal) en twee vinden
het belangrijk.

Overall lijkt de waarde die het netwerk heeft wat af te nemen. Om dat beter te begrijpen vroegen we
een van de deelnemers van het netwerk waar dat mee te maken kan hebben. We noemden al eerder de
netwerkleden die het netwerk hebben verlaten. De deelnemer geeft aan dat dat veel onrust heeft gege-
ven, maar dat ook het wegvallen van de Leernetwerkcoach, die zeer goed was in het geven van impulsen
aan de groep, een grote rol heeft gespeeld. Het komend jaar willen ze veel doelgerichter gaan werken.
Het zou helpen als iemand de stimulerende rol van de leernetwerkcoach kan overnemen. Verder geeft
ze aan dat ze het gevoel heeft dat het netwerkleren nog onvoldoende als volwaardig wordt beschouwd.
Netwerkbesprekingen moeten vaak wijken voor andere schoolse zaken, waardoor het vaak ook lastig is
om serieus en doelgericht aan netwerkzaken te werken.

237
Ook is de cultuur van delen nog onvoldoende ontwikkeld. De eilandjesmentaliteit is nog steeds
sterk aanwezig. Maar met de drie nieuwe leden willen ze wel weer een frisse start maken volgend
jaar.

Dit netwerk laat in zijn ontwikkeling zien dat een aantal facetten belangrijk is: enige stabiliteit in
leden van het netwerk, iemand die als het nodig is weer de boel op de rit kan zetten (leernet-
werkcoach of iemand van het netwerk). Maar ook cultuur speelt een rol, want als de deelnemers
onvoldoende worden gesteund vanuit hun omgeving, en niet genoeg waardering voelen voor
de activiteiten van hun netwerk, dan wordt het moeilijker om de motivatie te behouden.
Alleen al omdat ze steeds worden teruggetrokken voor andere zaken, die altijd belangrijker zijn.

238
239
is en blijft goed
Netwerken

Gina de Kort

240
241
Door John Arkenbout

Helemaal naar wens gaat het nog niet, stelt Gina de Kort nuchter vast. Als plat-

formlid is ze al vrijwel vanaf het begin bij het project betrokken geweest. Maar het

platform is dringend aan versterking toe. Twee enthousiaste mensen zijn vertrok-

ken en binnenkort gaat ook degene weg die de kar trok. Niet omdat ze er genoeg

van hebben maar vanwege een baan die niet meer is te combineren met het

platform of vanwege persoonlijke omstandigheden. De workshops en de leraren-

conferentie waren zeker succesvol, in de zin dat de leraren er goed aan hebben

meegedaan. Maar of ze ook een vervolg hebben gekregen in meer leernetwer-

ken op Aruba, is voor Gina heel onduidelijk. En tot slot is de wetenschappelijke

inbreng van LOOK volgens haar niet goed tot zijn recht gekomen.

Er is nog een lange weg te gaan schoolleiders in het kleuteronderwijs func-


Ze wil zeker niet pessimistisch zijn, maar het tioneerde vr de start van dit project wat
moet duidelijk zijn dat niet alle leraren op low profile. We hebben de mensen opnieuw
Aruba ineens aan het netwerken zijn gesla- uitgenodigd en nu is een kleinere groep
gen door het project De leraar in de drivers weer volop bezig, ze komen maandelijks bij
seat. Er is nog veel te doen, er is een lange elkaar.
weg te gaan, het is een ontwikkeling die tijd Netwerken is en blijft goed voor het eiland,
nodig heeft. Daarom is het woord nuchter- en voor de leraren. Maar de leraren moeten
heid meer op zijn plaats. het wel zelf willen. Wat ik merk is dat leraren
Ik ben nuchter. Het project heeft nog niet graag in een netwerk willen, maar dat ze niet
helemaal opgeleverd wat we wilden. Er zijn allemaal respons krijgen van andere leraren.
wel netwerken gaande, voor die mensen Ze moeten ook genoeg ondersteuning kun-
heeft het zeker zin. De netwerken die er zijn, nen krijgen vanuit het platform, en dat is nu
lopen goed. Het bestaande netwerk van juist dringend aan versterking toe.

242
Informeel leren onttrekt zich vaak aan oog van de wereld
Een belangrijk kenmerk van netwerkleren is dat het zich als informele vorm van leren vaak
aan het oog van de wereld onttrekt. Dat merkt Gina ook, al komt ze heel regelmatig in scho-
len, in haar rol als onderwijsbegeleider van de Directie Onderwijs.
Wat er allemaal wel of niet gebeurt op het niveau van leraren, daar hebben wij niet zo goed
zicht op. Dat geldt ook voor wat de conferentie aan netwerken heeft opgebracht. Ik weet niet
of er meer netwerken zijn bijgekomen. En ook niet of ze zijn veranderd. Initiatieven vanuit
het veld zijn er ook niet veel te zien. Dat wil niet zeggen dat ze er niet zijn: of er zijn weinig
initiatieven, of er zijn wel genoeg initiatieven maar wij zien het niet.

We kunnen leren van netwerken die er al zijn. Leraren die zelf in een pilot zitten, zijn het net-
werkleren meer gaan stimuleren. Ik zie bepaalde werkvormen die tijdens de conferentie zijn
gebruikt, steeds weer terugkomen in vergaderingen van schoolleiders en leraren. Bijvoor-
beeld de werkvorm Wereldcaf is goed opgepikt door de scholen. En schoolleiders, leraren,
IBers vragen om meer van dergelijke werkvormen.

Rol van de Directie Onderwijs


Wat kan de Directie Onderwijs doen? We moeten blijven zoeken naar een vorm tussen for-
mele ondersteuning en informeel leren. Op het niveau van de Directie Onderwijs hebben we
wel besproken welke rol we kunnen spelen. Netwerkleren moet niet iets zijn dat van bovenaf

243
komt. De kunst is om het van en voor de leraar te laten, maar wel genoeg ondersteuning
te geven. Wat we hebben besproken, heeft tot nog toe geen duurzame structuur voor de
ondersteuning van het netwerkleren opgeleverd, wat wel een belangrijk doel van het project
is. We moeten een manier vinden om te zorgen dat de netwerken met weinig mankracht
blijvend kunnen worden ondersteund.

We hadden meer kunnen leren van LOOK


Over de samenwerking met LOOK is ze goed te spreken, maar toch is er wel een punt dat
volgens haar meer benut had kunnen worden. We hadden meer kunnen leren van LOOK: de
generieke oplossingen, de onderzoeksinstrumenten waar in het begin sprake van was. In de
hoofden van mensen zijn wel instrumenten gebruikt als inspiratie, maar niet helemaal zoals
het zou moeten. Ik was vol verwachting over het LOOK-onderzoek. We willen graag de resul-
taten van LOOK gebruiken. Om meer informatie te krijgen over wat de leraren vinden van het
netwerkleren, informatie waarmee we wat mee kunnen doen. Maar tot nu toe hebben we
nog niet veel gezien. Jammer dat de respons op het evaluatieonderzoek zo tegenviel.

Hoe nu verder? Gina heeft wel wat ideen. Om te beginnen het platform versterken, zodat
bestaande en nieuwe netwerken van leraren beter kunnen worden ondersteund. En vaker
workshops organiseren voor de leraren die echt willen. En dan een vervolgplan om het net-
werkleren te blijven stimuleren.

244
245
Door Rene de Kruif

Evaluatie: deelnemers over De leraar in de drivers seat

We willen graag de resultaten van LOOK gebruiken. Om meer informatie te krijgen


over wat de leraren vinden van het netwerkleren, informatie waarmee we wat mee
kunnen doen Gina de Kort

Alle PO-leraren, IBers, schoolleiders en stakeholders uit het onderwijs op Aruba kregen de moge-
lijkheid om een start te maken met netwerkleren gedurende het project. Sommigen deden aan
alle activiteiten mee en zijn tot op de dag van vandaag actief in het project. Anderen kwamen
alleen naar de conferentie Get in, ban cu nos! en lieten zich al dan niet inspireren (zie ook bladzijde
160 en 166). We waren benieuwd naar de ervaringen van de verschillende deelnemers en naar
wat zij nodig hebben om op een netwerklerende manier aan hun eigen professionele ontwik-
keling te (blijven) werken. We nodigden hen daarom begin 2013 uit om terug te blikken op het
project. Dat deden we met behulp van een korte online vragenlijst voor leden van de pilotnet-
werken en een wat uitgebreidere online vragenlijst voor het hele PO-veld. We gingen ook met
deelnemers in gesprek. Hieronder vatten we de belangrijkste en meest opvallende bevindingen
samen.

ief
Evaluatie in perspect eerd. Bijna alle netwe
rkleden
lin e vra gen lijs ten werd wisselend gereag olders
Op de on schoolleiders en stakeh
otn etw erk en en me er dan de helft van de dee d
van de pil uit het PO-veld
lijs t in. Sle cht s 5% van de overige leraren
vulden de vragen netwerkleden als uitgan
gspunt en
de ervaringen van de
mee. We nemen daarom uning. Ver vol gen s ver binden
ken de ove rig e ler are ngegevens ter onderste leiders
gebrui n aan die van de sch ool
ari ng en, act ies en ideen van deze lerare
we de erv n van het project zijn
.
zien wat de opbrengste
en stakeholders, om te

246
Netwerkleren: prettig, nuttig en interessant
De leden van de pilotnetwerken Onderwijs op Maat en Basisvoorwaarden ontmoeten elkaar (binnen het
eigen netwerk) al sinds de start van het project vrijwel iedere twee weken voor een netwerkbijeenkomst,
participeerden gedurende het project maximaal in alle activiteiten voor leraren, en waren betrokken bij
de activiteiten voor schoolleiders en stakeholders. Zij kunnen dus uit een scala van ervaringen putten en
spreken met enige autoriteit over netwerkleren. We vroegen hun allereerst waarom zij besloten deel te
nemen aan het leernetwerk waar ze lid van zijn. Centraal in alle antwoorden staat de wil om iets te veran-
deren in het onderwijs en om dit samen aan te pakken. Hieronder twee netwerkleden aan het woord:

[Ik had] behoefte om samen ergens aan te werken. Dit ter verbetering van het onderwijs en
verbeteren van eigen kwaliteiten. Samen weet je meer.

[Ik wilde] meer contact met leraren op andere scholen. Professionaliseren. Delen van
ervaringen. Kwalitatief verbeteren van het onderwijs op Aruba.

Als we vragen hoe ze deelname in het leernetwerk ervaren hebben zijn, krijgen we positieve reacties.
Kernwoorden zijn: zeer prettig, gezellig, zinvol, nuttig, interessant, veel geleerd, motiverend en heel
waardevol.

Ik beschouw deelname aan het netwerk als iets belangrijks en probeer mij er zo goed mogelijk
voor in te zetten, voor zover mijn baan het toelaat. Het is niet alleen nuttig, maar ik vind het ook
fijn om met andere collegas van scholen te praten en ervaringen en kennis uit te wisselen.

Echt waardevol. De groep is kleiner geworden wat wel jammer is. Maar desondanks wel leer-
zaam gebleven en gezellig. We bespreken open-minded van alles met elkaar. En allemaal met
de gedachte dat we van elkaar kunnen leren. Bovendien is het altijd interessant en prettig om
ook contacten met collegas van andere scholen te hebben.

Deze reacties laten zien dat deelname aan het leernetwerk door de netwerkleden als een productieve
activiteit ervaren wordt. In eerdere hoofdstukken beschreven we hoe het de leden van het netwerk
Onderwijs op Maat verging, en op bladzijde 284 vertellen ook de leden van het netwerk Basisvoorwaarden

247
over hun ervaringen als leernetwerk. Deze verhalen laten zien dat het leren met elkaar verloopt
met ups en downs. Bovenstaande positieve reacties maken ons nieuwsgierig naar wat het net-
werkleren hen voor de praktijk heeft opgeleverd.

Opbrengst netwerkleren: verandering van de praktijk!


We vroegen de netwerkleden te kiezen uit een aantal mogelijke opbrengsten van het netwerkle-
ren of om zelf opbrengsten te formuleren. Hieruit werd duidelijk dat deelname aan het leernet-
werk voor iedereen nuttige tips, nieuwe ideen, informatie, sociale steun, samenwerking met anderen
en inspiratie voor het werk opgeleverd heeft. Een enkeling voegde een eigen, meer persoonlijke,
opbrengst toe: het besef goed bezig te zijn, durf om de eigen mening te geven, zicht op de realiteit.
Een IBer die actief was in een van de netwerken vertelt:

Wat het oplevert? Weten wat je bij wie kunt halen. En daarnaast je hebt een bepaal-
de positie in een team waarbij je in een soort split staat tussen management en team.
En dat kan soms de positie wat eenzaam maken en dan is het wel prettig om het daar
met andere IBers over te hebben en dat je daar vragen over kan stellen. Van hoe doe jij
dat en hoe zou jij daar mee omgaan?

Maar deelname aan het leernetwerk zorgde ook voor daadwerkelijke veranderingen in de da-
gelijkse praktijk van de netwerkleden. Zo lieten ze allemaal weten dat ze met collegas zijn gaan
praten en nieuwe materialen hebben ingezet. Door deelname aan het leernetwerk zijn bijna alle
leden zelf op zoek gegaan naar meer informatie en hebben collegas of andere sociale contacten
bij het werk betrokken. Meer dan de helft pakte een probleem aan waar ze al langer iets mee
wilde doen, bijvoorbeeld met de Leerestafette (zie bladzijde 140).

Zoals we al eerder aangaven blijven deze belangrijke opbrengsten vaak onzichtbaar voor ande-
ren die ook baat zouden kunnen hebben van de opgedane kennis f het leerproces juist zouden
kunnen ondersteunen. Het vertellen van verhalen is een manier om zichtbaar te maken hoe rijk
de opbrengsten uit de netwerkbijeenkomsten kunnen zijn.
Zo zagen we in het Waardecreatieverhaal van Babette hoe zij met steun en tips uit haar netwerk
een uitdaging in haar onderwijspraktijk aanpakte, haar dagelijkse routine wijzigde en nu met

248
meer rust naar de kinderen in haar klas kan kijken (zie bladzijde 218). Het groepsportret van het netwerk
Basisvoorwaarden (zie bladzijde 284) laat zien dat die opbrengsten zich niet alleen beperken tot individu-
ele netwerkleden, maar dat ook het leernetwerk zelf een ontwikkeling kan doormaken die tot zichtbare
opbrengsten kan leiden.

Naast de concrete en praktische opbrengsten leverde deelname aan het netwerk ook nieuwe inzichten
op over het eigen leren en had het een positieve invloed op persoonlijke prestaties van de deelnemers of
de prestaties van de school. Ter illustratie weer enkele deelnemers aan het woord:

Het heeft ervoor gezorgd dat ik nieuwe manieren ben gaan uitproberen. Ik ben vooral weer wat
losgekomen uit de dagelijkse manier van dingen aanpakken. Dat heeft uiteraard ook effect op
de klas. Ik durf niet te zeggen of de prestaties van de kinderen nou direct benvloed zijn, maar
het klimaat in de klas is wel benvloed.

Zowel op persoonlijk gebied als op het gebied van het onderwijs in het algemeen op Aruba heb
ik kennis opgedaan. Daarmee liggen nieuwe mogelijkheden open om samen met netwerkleden
de kwaliteit van het onderwijs en eigen handelen in de klas te verbeteren.

Samenvattend hebben we gezien dat deelname aan de netwerken Onderwijs op Maat en Basisvoorwaar-
den zichtbare veranderingen opgeleverd heeft voor de dagelijkse onderwijspraktijk van de netwerkleden.
Zij willen deze netwerkbijeenkomsten dan ook graag continueren en waar mogelijk ook uitbreiden. Wat
hebben ze hiervoor nodig?

Netwerkleren vraagt actie van leraren, schoolleiders en stakeholders


We grijpen even terug naar de conferentie, waar 72% van de deelnemers aangaf iets nieuws geleerd te
hebben en 66% liet weten van plan te zijn om actie te ondernemen op het gebied van netwerkleren (zie
bladzijde 246). Met de PO-brede online vragenlijst hoopten we zicht krijgen op de daadwerkelijke acties
van de conferentiegangers. De respons is echter te laag om conclusies te trekken die voor alle PO-leraren
gelden. Misschien was de ambitie om dit zichtbaar te maken ook wel te hoog. Informeel leren speelt zich
immers voor een groot deel onder water af. We gebruiken de gegevens van de kleine groep leraren die
wel reageerden op de vragenlijst daarom alleen om zichtbaar te maken dt er onder water iets gebeurt.
We verbinden deze informatie vervolgens aan wat we leerden van schoolleiders en stakeholder.

249
Hoewel slechts een enkele leraar uit de groep leraren die op de PO-brede vragenlijst reageerde
daadwerkelijk actie ondernam naar aanleiding van de conferentie, is de lijst met activiteiten die
men graag zou willen ondernemen met netwerkleren duidelijk. Twee activiteiten springen eruit:
het in beeld brengen van de bestaande expertise en ervaring op het eiland, en aansluiten bij een
bestaand netwerk. Wat is er nu nodig om ervoor te zorgen dat de successen uit de pilotnetwer-
ken voortgezet kunnen worden en dat leraren (zoals de leraren die we hierboven noemen) het
netwerkleren kunnen oppakken? Als eerste: actie! Actie van leraren zelf. Netwerkleren is per de-
finitie een actieve vorm van leren, waarbij je zelf op zoek gaat naar andere mensen die je verder
kunnen helpen met je vraag of uitdaging. Op de vraag in de PO-brede vragenlijst wat voor actie
leraren nodig hebben om netwerkleren tot een succes te maken, zoekt slechts een enkeling de
benodigde actie bij zichzelf (bijvoorbeeld zelf tijd vrijmaken). De overige leraren noemen vooral
factoren buiten zichzelf, zoals motivatie van anderen, participatie van anderen, tijd, materialen, de
juiste begeleiding, internet, betrouwbaarheid van anderen. Ter illustratie:

Leerkrachten moeten in contact met elkaar blijven Op dit moment heb ik niets ge-
hoord van geen leerkracht, dus ben ik niet in een netwerk. Wat ik nodig heb is het delen
van ideen en hoe deze in de klas voor het lesgeven gebruikt kunnen worden.

Internet op school en een computer/laptop/iPad en werkvergaderingen op mijn school


met mijn school en meerdere scholen.

Het gaat hier, zoals eerder vermeld, niet om een respons van een representatieve groep leraren.
Uit ervaring binnen andere LOOK-projecten weten we echter dat dit een veelvoorkomende
houding of instelling is die opduikt op plaatsen waar het zelf ontplooien van initiatieven geen
vanzelfsprekend onderdeel is van de leer- en werkcultuur. Hier is een mind-switch nodig. In de
startbijeenkomsten van het project vroegen leraren ons steeds weer of deelname aan het project
betekende dat de projectorganisatie dan de materialen zou leveren die ze tekortkomen, de com-
puters zou aansluiten, of met de inspectie zou gaan praten. Alleen dan zou de dagelijkse praktijk
verbeteren. Een aantal leraren sloot zich aan bij een pilotnetwerk en ging actief met de vragen
die ze had aan de slag.

250
Enkele maanden later deelde een van hen met ons tot welk inzicht ze gekomen was:

We zien nu geen obstakels meer in ons netwerk. Je moet gewoon iets doen eraan, niet aan de
zijlijn staan.

Uit de literatuur weten we dat steun van de schoolleider voor het ondernemen van nieuwe initiatieven
onontbeerlijk is (Hodkinson & Hodkinson, 2005). Op de vraag wat leraren nodig hebben om succesvol te
kunnen netwerkleren liet een van de schoolleiders weten:

De wil om te gaan netwerken. De vrijheid/toestemming van de schoolleiding om enige


schoolse zaken met anderen te bespreken. De kans en de tijd om te kunnen netwerken.

Maar hoe kijken schoolleiders eigenlijk terug op het project? Hebben zij actie ondernomen naar aan-
leiding van de projectactiviteiten? Wat kan netwerkleren volgens hen opleveren voor het onderwijs op
Aruba? En welke rol spelen zij hier zelf in?

Steun en actie van schoolleiders en stakeholders


Zowel schoolleiders als stakeholders geven aan dat netwerkleren kan bijdragen aan de professionele ont-
wikkeling van leraren. Zo laat 86% van de schoolleiders die de vragenlijst invulden weten dat netwerkle-
ren bijdraagt aan de didactische en pedagogische kennis, en rapporteert 79% dat netwerkleren bijdraagt
aan de vakinhoudelijke kennis van hun leraren (zie figuur 3). Netwerkleren zorgt volgens de schoolleiders
ook voor sociale steun (76%) en verhoogt het werkplezier (72%) van leraren.
Maar de meeste schoolleiders geloven ook in de waarde van netwerkleren voor de schoolontwikkeling
en het hele onderwijs op Aruba (zie figuur 4). Ze verwachten dat leraren binnen dezelfde school meer
kennis en materialen met elkaar zullen delen (96%) maar ook dat er meer kennis tussen scholen gedeeld
kan worden (85%). Verder kan netwerkleren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs op school
(85%), het innovatieve klimaat op school (82%) en de samenwerking binnen het team (78%). Ook eiland-
breed ziet men positieve opbrengsten voor het innovatieve klimaat en de kwaliteit van het onderwijs in
het algemeen (zie figuur 5). Bij de stakeholders zien we op al deze onderwerpen (opbrengst voor leraar,
school, hele onderwijs) eenzelfde trend.

251
100

86%
werkplezier
80 79%
76% didactische en pedagogische kennis
72%
vakinhoudelijke kennis
60 sociale steun

40

20

Figuur 3. Opbrengsten van netwerkleren voor ontwikkeling van leraren

100 96%

85% 85%
82% samenwerking binnen team
80
minder competitie tussen scholen
78% 74% 74%
67% delen kennis/materialen binnen team
60 delen kennis/materialen tussen scholen

innovatief klimaat school


40 innovatief klimaat onderwijs Aruba

kwaliteit onderwijs school


20 kwaliteit onderwijs Aruba

Figuur 4. Opbrengsten van netwerkleren voor de schoolontwikkeling en voor het onderwijs op Aruba

Schoolleiders en stakeholders laten in de vragenlijst niet alleen weten dat netwerkleren een
positieve rol kan spelen in het onderwijs, maar hebben zelf ook actie ondernomen als gevolg van
de programma-activiteiten.

252
Meer dan de helft (52%) van de schoolleiders die de online vragenlijst invulden, liet weten de leraren op
hun school te stimuleren om verder te gaan met netwerkleren, 35% is zelf ook aan het netwerkleren ge-
gaan, en 31% liet weten meer te zijn gaan samenwerken met andere scholen. Enkele stakeholders lieten
weten binnen de eigen organisatie te verwijzen naar netwerkleren als een manier om te professionalise-
ren, de ideen te gebruiken voor het eigen leren en het leren van de organisatie, en de netwerklerende
aanpak te willen versterken. Steun uit deze geledingen is van wezenlijk belang. Eerder schreven we al dat
schoolleiders onmisbaar zijn als het gaat om ruimte voor nieuwe initiatieven.

100

leraren gestimuleerd
80
collegas opgezocht
netwerk opgestart
60 meer samenwerking
52%
iets anders
niets
40
35%
31%
21% 21%
20
7%

Figuur 5. Acties van schoolleiders (n = 27) n.a.v. project netwerkleren

Zij kunnen hun leraren aanmoedigen en de ruimte geven om kennis en ervaringen met elkaar te delen,
en beschermend optreden zonder direct de inhoud te sturen (zie ook het interview met Joseph Kessels,
bladzijde 182). Maar de schoolleiders hebben op hun beurt steun nodig van de overige stakeholders
in het onderwijsveld (zoals de schoolbesturen, de inspectie, het ministerie). Deze stakeholders kunnen
immers de condities creren waaronder schoolleiders nieuwe initiatieven zoals netwerkleren binnen de
school ook daadwerkelijk kunnen stimuleren. De rollen en acties die stakeholders voor zichzelf formule-
ren versterken het beeld dat er ook op dit hoogste niveau steun voor netwerkleren in het onderwijs op
Aruba ontstaan is. Enkele stakeholders formuleren ambitieuze plannen voor de toekomst: netwerken
buiten de school mogelijk maken, netwerkleren in het veld blijven stimuleren, en netwerkleren institutio-
naliseren in de Arubaanse onderwijswereld.

253
Schoolleiders spelen een belangrijke rol in deze plannen: zij kunnen netwerkleren ondersteunen
door bijvoorbeeld te laten zien dat ze openstaan voor het leren in netwerken, door interesse te
tonen en ruimte (plaats en tijd) te creren, en door vrijstelling te geven van bepaalde niet-lesge-
bonden taken.

Al met al leverde de terugblik op het project een aantal belangrijke bevindingen op voor het net-
werkleren op Aruba. De pilotnetwerken, waarin netwerkleden vanuit hun eigen onderwijspraktijk
met elkaar aan de slag gingen, dragen daadwerkelijk bij aan de verbetering van het dagelijkse
onderwijs. De netwerkleden willen graag met elkaar blijven leren en ook andere leraren hebben
aangegeven genteresseerd te zijn. Daar is in eerste instantie eigen initiatief voor nodig.
Daarnaast is het heel duidelijk geworden dat het enthousiasme voor bottom-up-professionalise-
ren niet alleen onder leraren leeft. Ook schoolleiders en stakeholders steunen dit initiatief.
Een verrassend resultaat, maar ook een absolute randvoorwaarde voor succes!

254
255
scholen erkenning
Geef netwerkende

Stichting Katholiek Onderwijs Aruba

256
257
Door John Arkenbout

Jazeker, Aruba is overwegend katholiek, zegt Josette Daal, om de dominante po-

sitie van katholieke scholen in het Arubaanse onderwijs te verklaren. De fraters en

de nonnen hebben lang hun stempel gedrukt op gezondheidszorg en onderwijs.

Maar ook de toenmalige olieraffinaderij bij San Nicolaas heeft een flinke bijdrage

aan dat katholieke karakter geleverd met de instroom van overwegend katholieke

immigranten uit het Caribisch gebied en Zuid-Amerika. Dus is twee derde van de

Arubaanse scholen katholiek.

We kunnen altijd leren Opengaan van deuren


Door dat grote aandeel kun je niet om de Het is niet helemaal nieuw, het idee van net-
Stichting Katholiek Onderwijs Aruba (SKOA) werkleren, zegt Daal. Toen ik zelf een aantal
heen, waaronder al die katholieke scholen jaren geleden voor de klas stond in San
vallen. SKOA-directeur Daal is trots op die Nicolaas, gingen we als leraren ook wel bij el-
dominantie, maar minstens zo trots op de kaar kijken, staken veel van elkaar op. En het
goede reputatie van de SKOA. Verzorgde effect op de kinderen was heel positief. Het
scholen, niet te grote klassen, aandacht voor gaat om het opengaan van deuren, maar wel
kind en leraar, kwaliteitsbewust, een open zo dat vertrouwen, veiligheid en saamhorig-
houding tegenover nieuwe ontwikkelingen. heid behouden blijven. We kunnen veel van
Bij dat laatste past dat het schoolbestuur elkaar leren als het gaat om flexibiliteit, om
achter het project De leraar in de drivers seat meer uitgaan van het kind.
staat. Het heeft onomwonden zijn commit- Ook SKOA-beleidsmedewerker Eduard
ment uitgesproken, benadrukt Daal. En het Pieters ziet grote voordelen in het netwerkle-
wil de vinger aan de pols houden, want het ren. De kunst is om het te monitoren, om
is een nieuwe ontwikkeling op deze schaal. te weten te komen wat de meerwaarde is
We moeten gaan netwerken, en dat zijn we van je onderwijsproductie via netwerkleren.
niet allemaal gewend. Maar we kunnen altijd Als voorbeeld noemt hij het idee van een
leren. Vroeger werkten we niet met jaarplan- netwerk rond het vak Kennis der Natuur,
ning, nu wel. waar tijdens de lerarenconferentie een

258
grote belangstelling voor was. Leraren van verschillende scholen die samen proberen om de
leerstof voor dat vak geschikt te maken voor de leerlingen, dat vindt hij een goed initiatief.
We moeten zoiets niet controleren maar aansturen, op een positieve manier. Leerkrachten
moeten zich zelf kunnen en willen verantwoorden, die autonomie, die flexibiliteit is belang-
rijk. Maar het moet altijd in het belang zijn van onze kinderen.

One size doesnt fit all


Het onderwijs kent vele smaken. One size doesnt fit all, zo formuleert Pieters het. Kiezen we
voor een leerstofgebonden aanpak of een benadering waarbij de ontwikkeling van het kind
centraal staat? Kiezen we voor coperatief werken of klassikaal werken? Netwerkleren stuit
op zulke verschillen.

Wat volgens Pieters goed is aan netwerkleren, is dat scholen hun opbrengst met anderen
kunnen delen. Vaak kan het goed zijn om te leren van een heel andere benadering, maar dat
hoeft niet altijd het geval te zijn. De SKOA is begonnen met een nieuwe taalmethode, geeft
Pieters als voorbeeld. Er waren drie adviezen, maar we hebben met goede redenen gekozen
voor n taalmethode.

259
Erkenning voor scholen die werk maken van netwerkleren
Hoe kunnen leernetwerken op gang worden gehouden? Pieters vindt enthousiasme
belangrijk. Leerkrachten en schoolleiders moeten er enthousiast voor zijn, erin geloven.
En wat kunnen we doen met de ervaring van gepensioneerden? Het idee van senior ma-
nagement teams is zo slecht nog niet. Josette Daal wil wel zo ver gaan om scholen die werk
maken van netwerkleren daar een duidelijke erkenning voor te geven.

Zorgen over de continuteit


De SKOA-directeur maakt zich wel zorgen over de continuteit van het project netwerkle-
ren en wijst daarbij nadrukkelijk op de stimulerende rol die expertisecentrum LOOK heeft
gespeeld en nog kan spelen. Wat haar betreft, hoeft die rol nog niet afgelopen te zijn. Hoe
zit het met de follow-up? De rol die LOOK hier speelt, is belangrijk. We kunnen ze nog niet
missen. Ik geloof dat LOOK hier nog eens terug moet komen, op zijn minst voor een evalu-
atie. Begrijp me goed: Aruba kan het zelf, wij hebben als schoolbestuur ons commitment
uitgesproken. Maar er moet voorlopig nog een trekker als LOOK zijn. Anders gaan we met
zijn allen naar huis en vallen we weer helemaal terug.

260
261
het wonder van
Dit brengt

de mens terug

Anne-Marie Proveyer

262
263
Door John Arkenbout

Ze is van origine dan wel Nederlandse, maar voelt zich toch echt heel Arubaans

geworden. De Caribische way of life heeft Anne-Marie Proveyer-Groot, directeur

van de Directie Onderwijs, helemaal gegrepen. Uitgaan van het gevoel, geloven

in een goede uitkomst, kleurigheid, frisheid, creativiteit. Dat past helemaal bij de

Arubaanse cultuur. Mensen uit Nederland die daar gevoelig voor zijn, worden

daar door geprikkeld en willen het liefst hier blijven. Wie dat niet heeft, wil hier

nooit meer terugkomen. Maar dat zonnige, dat creatieve, dat is niet kapot te krij-

gen, vertelt ze enthousiast.

Nieuwe vormen van leren We moeten op zoek gaan naar gespreid lei-
Ze is topambtenaar, maar het is duidelijk dat derschap, nieuwe vormen van leren, life long
Proveyer iets meer heeft met genspireerde learning. En het project van LOOK helpt daar
visies dan met ambtelijke regels. Maar ze is heel goed bij.
natuurlijk niet alleen verantwoordelijk voor
het beleid, ook voor de uitvoering daarvan. Plat en bol
En het werk van de Directie Onderwijs is Proveyer is enthousiast over de rol van LOOK
breed: het gaat niet alleen over leraren, maar en zeer onder de indruk van het betoog van
over het hele onderwijs, van leerlingen tot prof. Joseph Kessels bij de conferentie.
schoolbesturen. Er moet worden samenge- Kessels heeft een pleidooi gehouden voor
werkt met andere partijen zoals de inspectie, gespreid leiderschap, voor het nemen van
schoolbesturen en lerarenopleiding IPA. initiatieven en verantwoordelijkheden in
Een van de vragen waar het om gaat, is: hoe verschillende situaties door steeds andere
professionaliseren we leraren? Daarbij moe- mensen, namelijk degenen die op een be-
ten we focussen op de bottom-up-gedachte, paald terrein goed zijn. Dat is nou visie.
leraren die zelf iets doen.

264
Ik vind dat de professor het verschil heeft gemaakt tussen plat en bol, hoe zal ik het zeggen,
tussen trucjes en visie. Wat LOOK en Kessels voor mij doen, is een soulmate zijn. Op deze ma-
nier kunnen we gevoelens labelen, weten we waar de klepel hangt.

Next step
Ze vertelt dat ze al langer is genspireerd door het nieuwe leren. Dat zaadje is gaan groeien bij
een conferentie in 2007 over de opvattingen van Peter Drucker, een autoriteit op het gebied
van modern management. Drucker heeft onder meer gepleit voor decentralisatie van werk
en gewezen op betere communicatie en cordinatie, op motivatie, op respect voor (kennis)
werkers en op meer eigen verantwoordelijkheid als heilzame factoren voor betere resultaten.
En dan op deze conferentie, hier op ons eiland Aruba, komt Joseph Kessels een inspirerend
verhaal vertellen over gespreid leiderschap. Dat is voor mij na Drucker de next step in de ont-
wikkeling van ons leren, ook voor het leren in ons departement. Wat wij nu moeten doen, is de
vertaalslag maken naar Caribisch Nederland, er een Caribisch sausje overheen doen.
Dit project, deze filosofie kan naar de Caribische kleuren worden gevormd, fris en zonnig.
Deze benadering van netwerkleren en gespreid leiderschap maakt volgens Proveyer nog veel
meer mogelijk als het goed wordt doorgezet. Ze schetst haar vergezichten. De schoolmuren
worden afgebroken, human capital wordt menselijke potentie. Dit brengt het wonder van de
mens terug. En mijn taak? Die is om te zoeken naar al die ingredinten die het mogelijk maken
dat de mens zich kan ontwikkelen, iedere actor dus.

265
We moeten vasthouden wat goed gaat, maar ook ontwikkelruimte creren, met behulp van
de LOOK-tooltjes, zoals ze het bijna vertederend noemt.

LOOK-drum
Het liefst ziet ze dat LOOK blijft meedoen, al loopt de samenwerking af. LOOK kan van Aruba
een proeftuin van netwerkleren maken voor het hele Amerikaanse continent. Dat is nog eens
een markt, zegt ze lachend. En dan beslist: Het netwerkleren moet doorgaan. We kunnen zelf
heel wat gaan doen, binnen bestaande begrotingen, door reallocatie van gelden. We blijven
hiermee bezig, ook na de verkiezingen. Er is veel genvesteerd in het achterlaten van kennis,
dus we moeten nu het vuur flink laten doorbranden. Zie het maar als de LOOK-drum, het
konijntje met de trommel uit de televisiereclame, dat nooit ophoudt.

266
267
De schoolmuren worden afgebroken
selijke poten , human capi
tie. Dit bren tal wordt men
gt het wonde -
taak? Die is r van de men
om te zoeken s terug. En m
naar al die in ijn
maken dat de gredinten di
mens zich ka e het mogelijk
n ontwikkele
ten vasthoude n, iedere acto
n wat goed ga r dus. We m
at, maar ook oe-
ontwikkelru
imte creren
.

Anne -Marie Pr
oveyer

Door Monique Korenhof en Rene de Kruif

Twee jaar leren van Aruba


De conferentie voor het hele PO-veld heeft veel energie opgeleverd, maar het is
ook het moment waarop de betrokkenheid van LOOK afneemt en de project-
organisatie op Aruba op eigen kracht verder zal gaan. We hebben ruim twee jaar
in het project onze kennis over netwerkleren kunnen delen met het Arubaanse
onderwijsveld, maar we hebben zelf ook veel geleerd van Aruba.

We blikken in dit hoofdstuk terug op het project De leraar in de drivers seat om


zo de lessons learned met betrekking tot netwerkleren in het onderwijs vast te
kunnen stellen. Dit doen we aan de hand van de fases Ploegen, Zaaien, Cultiveren
en Oogsten. We gaan in op de activiteiten en aanpakken, benoemen deze kort en
geven aan welke generieke lessen we uit die activiteiten kunnen trekken.
We gebruiken hiervoor een werkvorm uit de Toolkit Netwerkleren: de Ideenmuur.
We beschrijven de verschillende activiteiten uit het project op post-its.
De succesvolle activiteiten zijn weergegeven op groene post-its. Enkele activitei-
ten die weinig bijdroegen of zelfs tegenwerkten, staan op rode post-its.

Deze lessons learned zijn niet alleen voor het Arubaanse onderwijs relevant, ook
de onderwijspraktijk in Nederland kan hiermee zijn voordeel doen en op die
manier leren van Aruba. We geven bij de lessons learned aanvullende literatuur
voor wie zich verder wil verdiepen in netwerkleren.

268
Ploegen

Zorg bij de start van het traject voor een breed


draagvlak
Binnen een schoolorganisatie is de steun van lera-
Voor de start van het ren, de schoolleider n het schoolbestuur cruciaal.
project voerden we
vraag-verhelderings-
Een leraar die actief op zoek gaat naar collegas voor
gesprekken met belang- het oplossen van een praktijkprobleem, heeft hier-
hebbenden op verschil-
voor de ondersteuning en ruimte van de schoolleider
lende onderwijsniveaus.
(zie bladzijde 40) nodig. De schoolleider heeft de steun van het school-
bestuur nodig om initiatieven van leraren ook toe te
mogen staan. Schoolbesturen, maar ook beleids-
makers, inspectie, opleidingsinstituten, enzovoort
spelen een belangrijke rol bij het verankeren van de
opbrengsten in het onderwijsveld. Voor aanvullende
literatuur zie: Dufour & Fullan (2013), Hodkinson &
Hodkinson (2005).

s vraagge -
De aanpak wa
stuurd en prak
tijkgericht: Neem praktijkgericht wetenschappelijk onder-
ke ho lde rs ga ven tijdens zoek als uitgangspunt
sta
ag -ve rh eld eringsge-
de vra Praktijkgericht onderzoek houdt zich bezig met het
ke n aa n ee n impuls
sprek
n aan de
te wille n ge ve oplossen van lokale problemen en praktijkvragen in
ring van
professionalise
leraren op Arub
a. de context waarin het probleem speelt. In het onder-
wijs gaat het om scholen, lerarenteams en leraren.
Om tot oplossingen te komen die relevant zijn voor

269
de praktijk, is een constante dialoog nodig tussen
mensen uit de onderwijspraktijk en onderwijson-
derzoekers over wat werkt waarom. Zo kunnen
praktijkvragen richting geven aan onderzoek en
kunnen onderzoeksresultaten richting geven aan het
handelen in de praktijk. Voor aanvullende literatuur
zie: Bolhuis & Kools (2012), Martens e.a. (2011).

Co-creatie stond
voorop: Stimuleer eigenaarschap door co-creatie
we ontwikkelden
plan van aanpak
het In het onderwijs praten we over co-creatie als onder-
samen
met leraren en on
derzoekers zoekers, leraren, lerarenteams en/of scholen samen-
en stelden gaande
weg bij werken aan een complexe uitdaging of verandering.
waar nodig.
De deelnemers zijn betrokken omdat de uitdaging
hen allen raakt zij zijn eigenaar van het probleem.
Door voortdurend met elkaar in gesprek te gaan
wordt alle aanwezige expertise geactiveerd. Dat ver-
groot weer de kans dat men tot een praktijkrelevante
en duurzame oplossing komt. Voor aanvullende
literatuur zie: Martens e.a. (2011), Waslander (2004).

270
Zorg voor een projectteam met afgevaardigden
Er was een uit alle lagen van de organisatie
sterke lokale Een sterke lokale projecttrekker is een onontbeer-
r.
projecttrek ke
lijk, maar het initiatief om netwerkleren op te star-
ten binnen een organisatie kan niet door een enkele
persoon gedragen worden. Er is een sterk project-
team nodig dat duidelijk kan communiceren, kan
signaleren waar extra hulp nodig is om successen te
behalen en het proces kan verankeren in de bestaan-
Echter het projectteam de cultuur. Door mensen uit verschillende lagen van
bleef klein en daarom
ook beperkt in de organisatie een rol te geven in het projectteam
daadkracht. worden verschillende perspectieven meegenomen.
Zie ook co-creatie. Voor aanvullende literatuur zie:
Dufour & Fullan (2013), Homan (2006).

Sluit aan op bestaande initiatieven en gebruiken


Mensen netwerken al, en kennis wordt al uitgewis-
seld. Alleen is men zich vaak onvoldoende bewust
van de waarde, wordt het onvoldoende erkend of
kan het gebruik van het netwerk versterkt worden.
Door aan te sluiten op wat men al doet is de herken-
ning groter (H, dus ik leer al in een netwerk!), en
We brachten bestaande
netwerken en eerdere krijgt men minder snel het gevoel dat er iets boven-
initatieven in het
op komt. Bekijk ook eerdere projecten die kenmer-
onderwijs in kaart en
bouwden voort op deze ken van netwerkleren hebben, welke lessen zijn hier
informatie
uit te halen? Voor aanvullende literatuur zie: De Laat
(zie bladzijde 64)
(2012).

271
Bekijk netwerkleren als een blijvend professiona-
liseringstraject
Een project of programma is eindig en vraagt om
Taalgebruik: een kortetermijninzet. Het is vaak een toevoe-
we zijn gestart als ging om een tekort op te heffen (bijvoorbeeld invoe-
project i.p.v. als
professionaliserings-
ren van een nieuwe evaluatiemethode) en heeft niet
traject. de intentie om de bestaande cultuur (en de daarbij
behorende houding, zienswijzen, gewoonten en
regels) te veranderen (Dufour & Fullan, 2013). Door
netwerkleren als een blijvend professionaliserings-
traject te bekijken, wordt het vanaf de start duide-
lijk dat er een continue inzet nodig is. Voor aanvul-
lende literatuur zie: Day & Hadfield (2004).

Zaaien

Leg eigenaarschap en verantwoordelijkheid voor


leren bij deelnemers
Netwerkleren begint bij de leraar en zijn of haar
passie voor het vak. Door de eigen leervragen en
We hebben he
t praktijkproblemen centraal (bottom up) te stellen
t bij de
initiatief direc krijgen leraren de kans om vanuit hun intrinsieke
leraren gelegd.
De boodscha
p was: motivatie (plezier, uitdaging, nieuwsgierigheid) op
he t stuur.
u sta at aa n
104)
de werkvloer aan hun eigen ontwikkeling te werken.
(zie bladzijde
De autonomie om zelf te bepalen waar ontwikkeling
nodig is gaat gepaard met een actieve houding om
op zoek te gaan naar collegas die kunnen helpen of

272
met dezelfde vragen aan de slag willen. Transparan-
We zijn begonnen met
de dromen van de tie over de verwachting en verantwoordelijkheid van
leraren om die met de leraren maakt de kans dat leraren zich blijvend
elkaar te verbinden.
(zie bladzijde 104) via netwerkleren ontwikkelen veel groter. Voor aan-
vullende informatie zie: Pink (2011).

Betrek schoolleiders actief bij het netwerkleren


Zoals we al aangaven in de ploegfase moet netwerk-
school- leren ondersteund worden door alle geledingen.
We kregen
n ie t actief
leiders De schoolleiders zijn hierbij bijzonder belangrijk.
als
betrokken
er.
stakehold Zij hebben een aanjagende, ondersteunende en faci-
literende rol. Schoolleiders kunnen zitting hebben in
projectgroepen of stuurgroepen die ingesteld worden
rondom netwerkleren, maar zien de meerwaarde
van netwerkleren pas echt door het ook eerst zelf te
ervaren. Met een theoretisch start kan, net zoals bij
We maakten een
vrij theoretische star t leraren, het enthousiasme voor netwerkleren uitblij-
met schoolleiders ven. Voor aanvullende informatie zie: Hodkinson &
Hodkinson (2005).

We voerden
gesprekken en
planden activiteit
en
met schoolleiders
om
betrokkenheid
te vergroten.

273
iten Zorg voor een heterogene samenstelling van de
le activite
Tijdens al zorgden
je ct
in he t p ro
n netwerken
s voor ee
we steed n van Netwerkleren is gebaat bij diversiteit. Daarmee kan
le ra re
mix van len
nde scho een bepaald probleem van meer (verrassende) kanten
verschille ren.
en bestu ) worden bekeken. In het project hebben we hierop
zijde 104
(zie blad
aangestuurd. En netwerk had leraren van maar
liefst acht verschillende scholen en uit drie verschil-
lende schoolbesturen. Deelnemers ervoeren dat als
We maakten de
informatie vrijw heel inspirerend en positief. Voor aanvullende infor-
el
direct concreet
en matie zie: Rogers (1995).
praktisch: waar
wil je
mee aan de sla
g?
(zie bladzijde
104)
Kies in de zaaifase voor een concrete en active-
rende aanpak
Begin niet te theoretisch met netwerkleren, maar
We gebruikten laat leraren direct ervaren wat netwerkleren
activerende werk- inhoudt, en wat het kan opleveren. Activerende
af,
vormen: Wereldc
Toekomstweg,
werkvormen zoals de Ideenmuur en Wereldcaf zijn
Ideenmuur. daarbij zeer effectief. Zorg dat daarmee de energie
104)
(zie . bladzijde
o.a en passie van deelnemers los komen. Voor aanvul-
lende informatie zie: Korenhof, Schreurs, Meijs, & De
Laat (2010).
Leraren er vo
eren
het netwerkl
eren
tijdens de bi
jeenkom-
sten. De mee
rwaarde
werd hierm
ee snel
duidelijk .
(zie bladzijde
104)

274
Begin met een voorhoede groep
We zijn gestart
met een kleine Netwerkleren kan door leraren in het begin nog wel
groep
enthousiaste eens als iets worden ervaren dat erbovenop komt.
leraren.
(zie bladzijde
104) Als netwerkleren breed wordt ingevoerd, is het raad-
zaam te starten met die leraren en schoolleiders die
enthousiast zijn over netwerkleren. Vaak zijn dit
mensen met een innovatieve inslag, die het leuk
vinden om nieuwe dingen uit te proberen. Door deze
De lok ale project- kern warm te krijgen voor netwerkleren, kun je via
r
leider had een zee
pro-actieve houd
ing een olievlekwerking gaan verbreden.
van
in het betrekken
lok ale mensen.
(zie bladzijde 74)

Cultiveren

Zorg voor een ondersteunende structuur


Netwerkleren lijkt vanzelfsprekend, maar het gaat
niet vanzelf. Vanaf de start van het netwerkleren is
Na de conferentie ondersteuning nodig voor de netwerken n de bege-
was er onvoldoende leiders van de netwerken (de leernetwerkcoaches).
ondersteuning.
Op Aruba bleek na de opschaling met de conferen-
Zijn we te snel
opgeschaald? tie dat het platform met de leernetwerkcoaches te
klein was om alles op te kunnen volgen. Daardoor
lag het netwerkleren min of meer gedurende een

275
We coachten de jaar stil. Met de inzet van Directie Onderwijs raakte
leernetwerkcoaches de ondersteuning ingebed in bestaande en stabiele
op Aruba vanuit
Nederland structuren. In ieder project rondom netwerkleren
(in eerste fase) is het dus raadzaam om te kijken op welke niveaus
(zie bladzijde 74) ondersteuning nodig is, en deze tijdig in te richten,
maar ook te blijven kijken of de ondersteuningsbe-
hoefte verandert, om daarin mee te kunnen gaan.
Voor meer informatie zie: Bchel & Raub (2002).
In de pilot netwerken
hebben we leernet-
werkcoaches ingezet. Blijf alle actief geledingen betrekken tijdens het
(zie o.a. bladzijde 124) hele traject
Bij de start is de steun vanuit alle geledingen die in-
vloed hebben op het reilen en zeilen van scholen en
leraren belangrijk. Maar ook gedurende het traject is
commitment nodig. Door stakeholders niet alleen te
ders niveau
Op stakehol informeren over netwerkleren en de voortgang daar-
he bb en w e te lang
ge n formeerd. van, maar ook actief te laten ervaren wat netwerkle-
slechts
vere ren is en hen te laten reflecteren op hun rol ontstaat
Pas na tie
ac
werd
werkvormen een diepere betrokkenheid en grotere kans op actie.
m m itm en t groter.
co
206)
(zie bladzijde

Zorg dat het netwerkleren gefaciliteerd wordt


vanuit school en bestuur
We hebben sc Leraren moeten zich gesteund voelen bij het net-
hool-
leiders en stake
holders werkleren in woord en daad. Facilitering van net-
laten er varen
wat net-
werkleren oplev
er t. werkleren bestaat uit het geven van ruimte, tijd en
(zie o.a. bladzij
de 206) vertrouwen. Uit de literatuur weten we dat net-
werken die zich bezig houden met hot topics in
de organisatie meer kans hebben op steun van het

276
management. Zoek een sponsor op management-
niveau die gelooft in de relevantie van het netwerk
voor de organisatie en daarom bereid is om bij te
dragen (bijvoorbeeld door materialen te sponseren,
te lobbyen voor nascholingsuren voor netwerkleren,
opbrengsten te verspreiden, enzovoort). Voor meer
informatie zie: Bchel & Raub (2002).

Zorg voor verbindingen, ga in dialoog


Leraren hebben een heel andere rol bij netwerkleren
dan schoolleiders, schoolbesturen of de inspectie.
Door gedurende het traject de dialoog tussen die
We brachten leraren, groepen te openen ontstaat meer begrip over en
schoolleiders en
stakeholders met weer voor aspecten van netwerkleren en wordt
elkaar in contact. zichtbaar wat het netwerkleren de leraren oplevert.
(zie o.a. bladzijde 206)
Organiseer bijvoorbeeld jaarlijks een Wereldcaf om
dit faciliteren.Voor meer informatie zie: Carmichael,
Fox, McCormick, Procter, & Honour (2006).

277
De netwer
ken Zorg voor een netwerk routine
ce er d en rollen,
iden tifi er Het gezamenlijk leren in een netwerk is gebaat bij
spraken ov
maakten af am en een zekere routine, zoals regelmatig bijeenkomen,
en kw
omgang
bij elkaar. het verdelen van rollen (wie organiseert, wie no-
regelmatig
o. a. b la d zijde 232)
(zie teert), het maken van afspraken over omgangsvor-
men, enzovoort (Bchel & Raub, 2002). Voor meer
informatie zie: Bood, Coenders, & Van Luin (2004).

We gebru Houd de vinger aan de pols


ikten
een aanta De ondersteunende organisatie heeft naast een
praktisch l heel
e instrum
ten om h en- coachende rol ook de taak om vanuit een helikopter-
et netwe
leren te m rk- view het proces te volgen om waar nodig de gewenste
onitoren
(zie o.a. b .
ladzijde 2
32) begeleiding te bieden. Dit kan door eerdergenoemde
dialoog jaarlijks te voeren, maar ook door diverse
instrumenten in te zetten op het niveau van de indi-
viduele leraar, het netwerk en de organisatie. LOOK
heeft diverse instrumenten ontwikkeld die gratis te
downloaden zijn. Voor meer informatie zie: De Kruif,
We bleven oog
houden voor praktische
De Laat, Simons, & Zuylen (2013), Korenhof e.a.
belemmeringen en (2011), Korenhof, Coenders, & De Laat (2013).
bezwaren die een
afbreukrisico konden
vormen.
(zie o.a. bladzijde 148)

278
Gebruik digitale media als ondersteuning, niet
ina en
als startpunt
De Facebookpag
de website (die we
op Leernetwerken kunnen online opereren of face to
t-
verzoek van het pla face. Op Aruba kozen we voor de laatste benadering
ning
form ter ondersteu en experimenteerden we met een Facebookpagina
rden
ontwikkelden) we
vrijwel niet gebru
ikt. en een website. Het gebruik van een online platform
niet
Daarom zijn deze kan een ondersteuning bieden bij de uitwisseling
boek.
beschreven in dit
van informatie. Voor meer informative zie: Sloep,
Van der Klink, Brouns, Van Bruggen, & Didderen
(2011).

Oogsten

Gebruik instrumenten die praktische informatie


De Netwerk opleveren
Barometer w
regelmatig
erd Monitoren van netwerkleren is belangrijk voor effec-
ingezet
om de gezo
ndheid
tieve facilitering gaandeweg, maar helpt ook bij het
van het netw zichtbaar maken wat netwerkleren heeft opgeleverd
erk
zichtbaar te
maken. voor de leraar, de school of een onderwijssector.
(zie o.a. blad
zijde 114)
Instrumenten zoals de Netwerk Barometer en het
Waardecreatieverhaal leveren informatie op waar lera-
ren direct praktisch mee aan de slag kunnen n waar
onderzoekers die het professionaliseren van leraren
ns op de
De respo ie willen bestuderen conclusies uit kunnen trekken.
in devaluat
online e w as
vragenlij
st Zo is het voor leraren waardevol om aan onderzoek
erg laag.
)
zijde 246
(zie lad
b

279
Interviews met
Ar-
ubaanse lerare mee te werken en blijven ook de onderzoeksresulta-
n maak-
ten goed zicht
baar wat ten interessant voor de praktijk. Voor meer informa-
het netwerkle
ren hen
heeft opgelev
erd. Zie tie zie: Bolhuis & Kools (2012), De Kruif e.a. (2013),
diverse inter vie
ws in Korenhof e.a. (2011).
dit boek .

erken Maak opbrengsten zicht baar


In de pilotnetw
gebruikten we
werk- De kennis en vaardigheden die binnen een netwerk
zo als de
vo rm en
e
uitgewisseld worden, blijven vaak hangen bij de
leerestafette di
concrete mensen die direct bij het netwerk betrokken waren.
zorgden voor
opbrengsten. De opbrengsten, zoals nieuwe inzichten en een ver-
140)
(zie bladzijde anderde onderwijspraktijk, blijven dan onzichtbaar.
Onzichtbaar voor anderen die van de kennis zouden
kunnen profiteren, maar ook voor diegenen die het
We maakt
en de netwerkleren kunnen sponsoren of ondersteunen
opbrengst
en van
netwerkler
en op (zoals schoolleiders en stakeholders). Vanuit de on-
Aruba nog
te weinig dersteuning voor de netwerken kunnen instrumen-
zichtbaar.
ten zoals het Waardecreatieverhaal en werkvormen
zoals de Leerestafette worden ingezet, die helpen
We maakten de bij het zichtbaar maken van de opbrengsten van
twerk-
waarde van ne netwerkleren. Voor meer informatie zie: Wenger e.a.
en zic ht ba ar door
ler (2011), De Kruif e.a. (2013), De Laat (2012).
ve rh ale n va n
de
s in
de deelnemer
dit boek .

280
Aan netwerkleren komt geen einde
In dit boek hanteren we de fases zoals we die in de
De ondersteunende natuur kennen: ploegen, zaaien, cultiveren en oog-
structuur op Aruba sten. De oogstfase is de laatste fase waarin de vruch-
raakt sinds augustus
2013 steviger ingebed ten kunnen worden geplukt. Bij netwerkleren is het
in bestaande structu- mogelijk dat fases elkaar versneld opvolgen (na een
ren. (zie bladzijde 292)
goede netwerkbijeenkomst kan men de vruchten
al plukken) of dat fases worden overgeslagen (een
netwerk komt nooit in de oogstfase). Netwerkleren is
een cyclisch proces, dat zich binnen een bijeenkomst
afspeelt, maar ook binnen de levensduur van een
Het project De ler
aar in netwerk. Maar aan netwerkleren komt geen einde.
een
de driver s seat is Het gaat om de open en actieve houding om samen
jec t ge wo rde n dat
tra te leren en informatie te delen. Om die reden blijft
men structureel wil
inbedden op Aru
ba. ondersteuning nodig, ook als de opbrengsten zicht-
(zie bladzijde 292) baar zijn geworden.

De Directie Onderwijs,
Afdeling Begeleiding
gaat het netwerkleren
op alle niveaus onder-
steunen: leraar, school
en schoolbestuur.
(zie bladzijde 292)

281
Realiseer je: netwerkleren is sociaal leren
Bij professionalisering in de schoolpraktijk richten
stuur we ons op de professionele dialoog tussen collegas
Een schoolbe
op Arub a st im ul eert inclusief de schoolleiding. Werken en leren zijn
twerken
scholen in ne sociale processen die erg nauw in elkaars verlengde
eunen
actief. Zij st
ar m ee he t net- liggen. Het is immers vaak niet eens duidelijk of je
da
en va nu it de nu aan het werken of aan het leren bent. Mensen
werkler
.
stakeholders lossen samen problemen op, wisselen voortdurend
kennis met elkaar uit en onderhouden waardevolle
contacten. Deze contacten stimuleren reflectie op
het eigen handelen, voorbeelden van anderen helpen
om kritisch na te denken over het eigen handelen,
Op Arub
we stee
a zien om nieuwe ideen op te doen of kunnen leiden tot
ds meer
vormen
van netw inhoudelijke verdieping. Die inhoudelijke verdieping
leren. H erk-
et lijkt st
eeds kan zowel vakgericht zijn als gericht op het didac-
meer te
ga
een netw an om tisch of pedagogisch handelen. Vanuit deze optiek
erk leren
de
houding
.
zijn leraren voortdurend bewust en onbewust, in
wisselende netwerken aan het lerend werken.
Voor meer informatie zie: De Laat (2012).

282
283
we sterk
Samen staan

Het netwerk Basisvoorwaarden

284
285
Door Femke Nijland

In november 2011, tijdens de eerst introductie over netwerkleren, vroegen we

een groot aantal Arubaanse leerkrachten te dromen van een toekomst waarin

hun wensen voor het Arubaanse onderwijs vervuld waren (zie bladzijde 104).

Marlne, leerkracht in de bovenbouw, vroeg daarop vol verwachting: Gaan jullie

dan zorgen voor aircos in onze klassen? Nee, zei LOOK. Maar misschien kon

Marlne daar zlf voor zorgen, samen met andere leerkrachten die haar zorgen

deelden. Marlne besloot daarom, samen met haar collega Annerie en zes andere

leerkrachten, het netwerk Basisvoorwaarden op te richten. Dat staat voor het

scheppen van basisvoorwaarden in het Arubaanse onderwijs op alle gebieden:

van aircos tot gedifferentieerd onderwijs. Een ambitieus netwerk.

Het thema van het netwerk kwam dicht bij leven tussen leerkrachten onderling. Colle-
de verantwoordelijkheden van schoolbestu- giale consultatie, samen vraagstukken uit de
ren en raakte de kaders die zijn opgesteld lespraktijk bespreken, is geen standaard on-
door de onderwijsinspectie. Dat vereiste derdeel van de Arubaanse onderwijscultuur.
moed, want de onderwijscultuur op Aruba Tegen deze achtergrond ging eind 2011 het
is vrij hirarchisch. Leerkrachten voelen een netwerk Basisvoorwaarden van start. Twee
kloof tussen henzelf en instanties zoals het jaar na de start van het netwerk vroegen we
schoolbestuur en de onderwijsinspectie. Bij de netwerkleden in een Skypegesprek wat
sommige leerkrachten is er zelfs angst voor het netwerk heeft opgeleverd. Bij het ge-
de schoolinspectie. Vragen stellen over de sprek zaten leerkrachten Marlne, Annerie,
inrichting van het onderwijs doen ze niet Saskia en Janice. Ook Brigitte was aanwezig,
vaak, omdat vragen stellen wordt opgevat de leernetwerkcoach. Het was opvallend
als kritiek leveren. Een taboe dat ook lijkt te hoe enthousiast de leden waren over hun

286
netwerk. Het enthousiasme bleek niet alleen uit hun gepassioneerde verhalen, maar ook uit
het feit dat ze elke twee weken bij elkaar komen. In hun vrije tijd!

Erkenning en herkenning
De leden vertelden dat het netwerk in twee jaar tijd grote veranderingen heeft doorgemaakt.
In het eerste jaar na de start kwamen ze elke twee weken bij elkaar om hun ervaringen op
school met elkaar te delen. Ze wisselden tips uit, zochten oplossingen voor elkaars problemen
en vonden erkenning en herkenning bij elkaar. De leerkrachten ontdekten wat collegiale
steun kon betekenen, iets wat binnen scholen geen vanzelfsprekendheid is. Janice: Op de
werkvloer is het vaak moeilijk om direct tegen een collega te zeggen wat je van een bepaald
werkwijze vindt. Het wordt vaak als iets persoonlijks opgevat. Maar in een netwerk kan ik dat
wel. Want het zijn niet je directe collegas. Je bent daar veel vrijer om je daar te uiten, om je
zorgen te uiten gewoon zoals ze er zijn. Je kunt gewoon zeggen wat je wilt, in vertrouwen.

In dat eerste jaar vormden de netwerkleden een ndere manier van met elkaar omgaan, met
nieuwe dingen die ertoe deden en nieuwe normen en waarden. Ze vormden een cultuur
waarin vragen stellen juist werd aangemoedigd en waarin alle leden werden gesteund en
geaccepteerd. Het netwerk bood de leerkrachten een veilige haven om kritisch te kijken naar
hoe het er op hun scholen aan toeging. Marlne: Het eerste jaar hebben we echt veel geven-
tileerd. Alles wat we meemaakten binnen onze eigen scholen, binnen onze eigen kringen,
legden we op tafel en bespraken we.

287
Door hun ervaringen te vergelijken ontdekten de leerkrachten dat de gang van zaken op hun
scholen sterk verschilde, soms zelfs binnen hetzelfde schoolbestuur. In dit open en veilige kli-
maat begonnen de vragen die de netwerkleden hadden over de organisatie van hun scholen
steeds dringender te worden en de gesprekken gingen aan het eind van het eerste jaar steeds
vaker over zaken die meer niet over henzelf als leerkracht gingen, maar over de school en de
organisatie van het onderwijs.

Zelf invloed en geen invloed


Annerie: Na het eerste jaar hadden we alles zon beetje genventariseerd. We besloten onze
wensen meer concreet te maken de hand van de Toolkit Netwerkleren van LOOK. En daar
heeft onze Leernetwerkcoach ook een grote rol in gespeeld, want zij heeft aangereikt hoe we
de doelen waar we naartoe wilde werken konden analyseren. Aan het eind was er dus een
hele lijst met doelen die we concreet hadden gemaakt. Marlne: We maakten eigenlijk twee
lijsten: een lijst waar we zelf invloed op hadden, op schoolniveau, zaken waar we zelf veran-
dering in konden brengen. Maar er waren ook punten waarover we eigenlijk vragen moesten
stellen aan bijvoorbeeld de inspectie, aan het schoolbestuur.

Het tweede jaar stond in het teken van het behalen van die doelen. Ze begonnen de doelen
op de lijst zelf invloed n voor n af te werken. Marlne regelde drie computers in haar
klaslokaal, zodat leerlingen gedifferentieerd konden werken. Saskia deelde haar klas in niveau-
groepen in en verzorgde materiaal op maat. Annerie zorgde ervoor dat er op schoolniveau
en in haar klas meer aandacht kwam voor leerlingzorg.

De lijst geen invloed bleef over. Marlne: We vroegen ons af wie we moesten aanspreken
over deze punten. We maakten een indeling: deze vragen zijn voor het schoolbestuur en
deze voor de inspectie. En toen hebben we afspraken met ze gemaakt. Het maken van afspra-
ken met schoolbesturen en met de schoolinspectie was een enorme stap voor het netwerk.
Marlne: Het leek voor andere mensen iets onmogelijks te zijn, maar je begrijpt dat wij ons
als netwerk heel sterk voelden omdat we tot de ontdekking kwamen dat wij met zijn allen
met dezelfde vragen zaten. Het was geen soloactie, het waren geen solovragen.

288
Marlne: Met de inspectie praten was al een De deelnemers aan het netwerk voelden
doel op zich. We hebben met de general zich zo verbonden met elkaar dat ze iets
inspecteur gepraat, met de inspectrice en nieuws werden: niet alleen leerkracht, maar
de minister. Annerie: Wat in het gesprek dui- ook netwerklid. Het netwerk gaf ze een
delijk is geworden is dat de inspectie graag nieuwe identiteit, een nieuwe rol. En in die
samen wil werken met de werkvloer, niet rol durfden ze dingen te doen die ze als leer-
alleen maar inspecteren in eenrichtingsver- kracht nooit gedaan zouden hebben, zoals
keer. Hun doel is ook onderwijs verbeteren. vragen stellen aan schoolleiding of inspectie
Natuurlijk moet een leerkracht zijn zaken op (zie ook bladzijde 206 voor de bijeenkomst
orde hebben want de school heeft daar- van netwerkleden met diverse stakeholders).
bij een grote verantwoordelijkheid. Maar In een netwerk kun je dingen doen die je
tegelijkertijd staan ze open voor communi- als leerkracht niet kunt. Het neemt barrires
catie. Als je kunt verantwoorden waarom je weg, vertelde Brigitte.
bepaalde keuzes hebt gemaakt, hoeft het
helemaal niet erg te zijn als je afwijkt van Ook op persoonlijk gebied heeft het netwerk
de regels. Er is angst als de inspectrice op de leerkrachten veranderd. Ze voelen zich
bezoek komt, terwijl dat eigenlijk niet eens zelfverzekerder, ze durven meer. Marlne: Ik
hoeft. Dat de schoolinspectie open stond kreeg vorige week, vlak voor de zomerva-
voor communicatie in de klas, was een open- kantie, te horen dat ik een leerling in de klas
baring voor het netwerk. krijg die eigenlijk uitgeplaatst moet worden.
Er is helaas geen plek, dus ze komt bij mij.
Een leernetwerk geeft kracht Mijn eerste reactie was: Wauw, daar hebben
Het groepje leraren, gestart als een paar los- we in het netwerk over gepraat!. Zorgleerlin-
se leerkrachten die elkaar niet kenden, was gen die qua mogelijkheden en intelligentie
na ruim een jaar uitgegroeid tot een leernet- eigenlijk niet op de basisschool horen , daar
werk waarvan de leden zich sterk verbonden hebben wij onze zorg over uitgesproken,
voelden met elkaar. Ze vonden vertrouwen ook naar de minister toe. Maar ondanks
bij elkaar en de mogelijkheid hun zorgen en dat was mijn eerste reactie: geen zorgen, er
vragen te bespreken. Zonder consequenties. komt een oplossing. Ik was heel zelfverze-
Dat maakt een netwerk gewoon heel prettig, kerd, terwijl ik dat twee jaar geleden echt
aldus Janice. niet was geweest.

289
Dan had ik de hele vakantie gepiekerd: ze kan niet mee met de groep, wat moet ik met haar
doen? Maar nu denk ik: het komt wel goed met haar. Ik heb mijn netwerk.

Tijd voor nieuwe doelen


Annerie: We hebben dit mede kunnen bereiken doordat de minister dit project heeft onder-
steund. Netwerkleren was een duwtje in de rug om echt actie te ondernemen en te kijken
of we de kwaliteit van het onderwijs kunnen verbeteren. Netwerkleren werkt bottom-up
en dat is iets wat veel leerkrachten niet gewend zijn op Aruba. Maar om de kwaliteit van het
onderwijs te verbeteren is het juist heel goed om naar de ideen van leerkrachten te luisteren
en hen kennis en ervaringen te laten delen. Omdat netwerkleren gesteund wordt vanuit de
overheid, worden leerkrachten nu gestimuleerd om hun ideen te laten horen.

Het netwerk Basisvoorwaarden dat zo ambitieus begon, is er alleen maar ambitieuzer op ge-
worden. Nu de doelen die ze zichzelf gesteld hadden allemaal behaald zijn, wordt het tijd voor
nieuwe doelen. Annerie: We willen ervoor zorgen dat meer leerkrachten gaan deelnemen aan
een netwerk of zelf een netwerk oprichten. Marlne: Nu kunnen wij aan andere leerkrachten
doorgeven van joh, alle vragen waarmee jullie jarenlang zaten, daar zijn antwoorden op.
Maar je moet wel actie ondernemen. Dus sluit je aan bij een netwerk, want samen staan we
sterk.

Van links naar rechts op de foto op bladzijde 285:


Brigitte Boekhoudt (coach), Saskia Elgin-Maclean, Janice Westerburger, Annerie van Houdt-de Man,
Marlene Kendall-Bendt. Niet op de foto: Monique Laing-Breinburg, Ghislaine Damian en Milton Sjen Liep Shi.

290
291
Door Monique Korenhof

Toekomstwegen voor Aruba


Netwerkleren past bij Aruba. Het project heeft aspecten van netwerkleren gen-
troduceerd die goed aansloegen. Met name de bottom-up-gedachte (de leraar aan
het stuur) is een aspect dat veel leraren en schoolleiders aantrok. Het project
De leraar in de drivers seat, van LOOK en Aruba samen is ten einde, maar het net-
werkleren wordt op een bottom-up wijze voortgezet. Precies zoals het doel was
van het project, heeft het netwerkleren een plek gekregen op het eiland. Een
bescheiden plek vooralsnog, en het stimuleren van deze vrijere vorm van profes-
sionaliseren blijft nodig om tot een inbedding te komen van netwerkleren in de
professionalisering van leraren op Aruba. We eindigen dit boek daarom met de
toekomstweg, waarin we voor leraren en schoolleiders aangeven welke stappen
door iedereen kunnen worden ondernomen. Uiteraard zijn dit geen losstaande
wegen: de leraren en schoolleiders zijn van elkaar afhankelijk in hun weg naar
netwerkleren. En ding is in ieder geval duidelijk: netwerkleren begint bij jezelf,
en bij het nemen van initiatief. Wij geven graag concrete handvatten waarmee
iedereen aan de slag kan.

Bouwstenen
We bekijken eerst de bouwstenen die gedurende het project zijn ontstaan die
kunnen helpen bij het bouwen van de toekomstwegen. Deze vallen uiteen in drie
soorten: (1) hulp en ondersteuning, (2) materialen en (3) wettelijke erkenning
van netwerkleren.

292
1. Hulp en ondersteuning
Twee jaar leren op Aruba heeft duidelijk gemaakt dat ondersteuning voor prille
netwerken hard nodig is. Hoe vanzelfsprekend netwerkleren ook mag zijn, het
gaat niet vanzelf. Ondersteuning is er voor het onderwijsveld in de vorm van het
platform. Daarin zitten leernetwerkcoaches die netwerken op weg kunnen helpen,
of kunnen ondersteunen bij het verdiepen van het netwerk. Directie Onderwijs
(DO) neemt netwerkleren op in het reguliere aanbod voor de scholen en krijgt
een voorwaardenscheppende en informatiegevende functie voor netwerkleren.
DO wil zo samen met schoolbesturen het bottom-up-zoeken naar oplossingen
voor vraagstukken uit de praktijk stimuleren. Tevens wil DO een rol spelen in
het beschikbaar maken van gevonden oplossingen en het geleerde in de verschil-
lende netwerken. De website van DO zal hierin een grote rol spelen.

DO is vertegenwoordigd in het platform. Omdat het platform een belangrijke rol


blijft spelen in het ondersteunen van netwerkleren op Aruba, is het streven om
te komen tot een grotere kern en ook te blijven werken aan de ontwikkeling van
kennis en vaardigheden van de platformleden. DO speelt ook hierin een stimule-
rende rol. Tijdens de conferentie in 2012 werden diverse workshops aangeboden
waarin leraren en schoolleiders leerden hoe ze een netwerk kunnen starten of
verbreden. In het platform gaat men verder nadenken over hoe de kennis over
netwerkleren, die in de workshops aan bod kwam, breed kan worden gedeeld
met het veld. Dit betreft ook het verzorgen van trainingen en workshops in het
gebruik van de Toolkit Netwerkleren voor leraren, schoolleiders, en schoolteams.
Het doel blijft dat de platformleden uit het veld dit gaan dragen.

293
DO stelt een kantoor beschikbaar voor platformoverleg en opslag van materialen
voor netwerkleren.
Uiteraard blijven de mensen van LOOK of de Open Universiteit deel uitmaken
van het sociale netwerk van alle lokale betrokkenen, waardoor de Open Universi-
teit de kennis over netwerkleren kan blijven delen met Aruba en andersom blijft
de Open Universiteit graag leren van Aruba.

2. Materialen
De kennis en ervaringen van LOOK met betrekking tot netwerkleren zijn be-
schikbaar gemaakt voor de praktijk in de Toolkit Netwerkleren (zie voor toelichting
bladzijde 112). Deze is ingebracht in het lokale project: er zijn voldoende toolkits
op het eiland aanwezig voor scholen of netwerken die de behoefte aan de toolkit.
Inmiddels is er ook een update verschenen, in de vorm van een mobiele applica-
tie of app (zie bladzijde 331). Deze app is gratis beschikbaar en bevat grotendeels
dezelfde content als de originele toolkitdoos. De app is uitgebreid met werk-
vormen, die ook zijn uitgevoerd op Aruba, en met inspiratieverhalen van onder
andere leraren en schoolleiders van Aruba. Alle onderwijsgevenden met een
smartphone kunnen daarmee de toolkit gebruiken.

Tot slot zijn de ervaringen van twee jaar leren van Aruba terug te lezen in dit
boek. Het boek is geschreven om het netwerkleren op Aruba breed een impuls
te geven. Het beschrijft de processen die plaatsvonden en de werkvormen die
werden ingezet, en het vertelt ervaringsverhalen. De stappen die genomen zijn
in het project kunnen indien nodig worden herhaald met deze handvatten.

294
3. Wettelijke erkenning van netwerkleren
Netwerkleren staat of valt bij de ondersteuning van de schoolleiders. Maar ook
het schoolbestuur zal achter netwerkleren moeten staan, wil netwerkleren inge-
bed kunnen raken in het onderwijs. Feitelijk moet netwerkleren worden erkend
als professionaliseringsvorm. DO speelt ook hierin een voorwaardenscheppende
rol. Dit doet zij door de erkenning van netwerkleren op de agenda te houden van
de stakeholders en de voorbereidingen te treffen om deze vorm van leren in de
nascholingsregelingen op te nemen. Dit zou betekenen dat netwerkleren in de
toekomst valt onder de officile 80 uur nascholing. De voorstellen hiertoe zijn
reeds ontwikkeld.

De toekomstwegen van Aruba


Voor de stakeholders beschrijven we geen toekomstweg. Hun toekomstweg heb-
ben ze immers al zelf gelegd tijdens de sessie in het Suikertuintje (zie bladzijde
206). In die toekomstweg benoemden de stakeholders voor zichzelf de missie:
professionaliseren op Aruba door netwerkleren. Deze missie kan bereikt worden
door zelf open te staan voor vernieuwingen, de erkenning en waardering voor
netwerkleren te faciliteren, en te zorgen voor een duurzame organisatie en bud-
get voor de ondersteuning van het netwerkleren. De stakeholders benoemden
ook actiepunten voor zichzelf. Bijvoorbeeld zouden ze zelf een netwerk moeten
starten, en het netwerkleren opnemen in de taakbelasting van de betrokken
personen. Ook zien zij een taak weggelegd voor zichzelf in het opnemen van
netwerkleren in de nascholingsuren, en het motiveren en ondersteunen van
schoolleiders en personeel.

295
We willen de stakeholders nog enkele tips meegeven bij het realiseren van deze
weg:

Wijs de mensen binnen uw organisatie op dit boek en de app Toolkit Netwerkleren.


En voor iedere leraar en een schoolleider is er een boek!
Zoek contact met andere besturen of soortgelijke organisaties zodat u elkaar
kunt ondersteunen en kunt leren van elkaars ervaringen.
De eerste stap is te zorgen voor het juiste (open) klimaat voor leren en ontwik-
kelen (zie bladzijde 182 en 188). Op bladzijde 198 kunt u tevens lezen welke
factoren de leraar helpen bij het netwerkleren. Bekijk eens aan welke factoren
u kunt bijdragen. Als schoolbestuur kunt u bijvoorbeeld het netwerkleren op
de agenda zetten van uw scholen, en schoolleiders stimuleren tot kennisdeling
binnen de school en schooloverstijgend. Als Inspectie Onderwijs kunt u de dia-
loog met schoolleiders en leraren blijven voeren over deze vorm van professio-
naliseren.
De erkenning houdt in dat netwerkleren wordt gezien als een professionalise-
ringsvorm die meetelt. U kunt als stakeholder hieraan bijdragen. Bijvoorbeeld
door binnen het bestuur kennisuitwisselingsdagen te organiseren die binnen
de scholingsuren vallen. Of door alleen al uit te spreken en uit te dragen dat u
deze vorm van professionaliseren belangrijk vindt en ondersteunt.
Directie Onderwijs speelt een belangrijke voorwaarden scheppende rol.
Benut deze rol.
Blijf het gesprek met elkaar voeren over netwerkleren.

296
We beschrijven nu de toekomstwegen voor de leraren en de schoolleiders, en
laten daarmee de weg zien die u kunt nemen als u met netwerkleren aan de slag
wilt. De oranje blokjes geven de stappen aan die u kunt zetten, de groene blokjes
laten zien op welke manier u die stap kunt zetten. En welke route u ook volgt,
download vooral eerst de gratis app Toolkit Netwerkleren onderwijs.

297
Toekomstweg leraren
Missie
professionaliseren door middel

Kijk in de Toolkit Netwerkleren naar de instrumenten die daarbij helpen.


Zoals het Waardecreatieverhaal en de Leerestafette. Wilt u uw kennis breder
Ik wil de opbrengsten van
delen binnen de school? Organiseer eens een soort marktplaats waarin
het netwerk zichtbaar
iedereen laat zien wat die heeft gedaan in het netwerk. Wilt u de
maken.
opbrengsten ook voor leraren van andere scholen toegankelijk maken?
Vraag dan ondersteuning bij DO, het platform of uw schoolbestuur.

Heel verstandig! Regelmatig stilstaan bij het functioneren van het netwerk is
belangrijk. De Toolkit Netwerkleren helpt daarbij met tools en werkvormen. Zo kunt Ik wil mijn netwerk
u de Netwerk Barometer regelmatig inzetten. Of gebruik het draaiboek versterken.
Versterk je netwerk (bladzijde 327). DO en het platform kunnen u ondersteunen.

Ik weet nog niet over welk


Organiseer een bijeenkomst voor collegas van uw eigen school of tussen scholen
thema ik wil netwerkleren.
om een netwerk te starten. Gebruik daarbij het draaiboek Start je netwerk (bladzijde
Ik wil samen met collegas
315) of kies andere werkvormen uit de Toolkit Netwerkleren zoals de Marktplaats.
kijken welke themas leven.

Heel goed! Want netwerkleren begint bij uzelf en eigen initiatief. Ik wil starten met
Door deze eerste stap zelf te zetten bent u al een eind op weg. netwerkleren.

Lees de informatie over netwerkleren in dit boek en in de app Toolkit Netwerkleren. Ik wil meer informatie
Neem indien nodig contact op met DO of het platform. over netwerkleren.

298
van netwerkleren

Het is raadzaam om uw leidinggevende regelmatig te laten weten wat u doet in uw netwerk.


Ik wil de opbrengsten van
De Waardecreatietabel van de Toolkit Netwerkleren (alleen in de app) kan hierbij handig zijn.
het netwerk bespreken met
Wilt u een coherent verhaal van uw ervaringen in uw netwerk, dan kunt u het
mijn leidinggevende.
Waardecreatieverhaal inzetten (zie bladzijde 220).

Een netwerk kan jarenlang bestaan, maar kan ook na enkele bijeenkomsten
uiteenvallen omdat de leervragen zijn beantwoord. Wellicht wilt u eerst terug-
Ik ben uitgeleerd in
blikken op de opbrengsten van het netwerk? Of wilt u de opbrengsten breder
mijn netwerk.
delen met uw collegas. Wilt u verder met andere leervragen? Start dan opnieuw
een leernetwerk of sluit u aan bij een bestaand netwerk.

Zorg dat u start met een goede Leeragenda. Gebruik het draaiboek Geef koers aan
Ik wil met een specifiek leer- je netwerk op bladzijde 321 of kijk in de Toolkit Netwerkleren voor informatie en
netwerk van start gaan. werkvormen. Neem indien nodig contact op met DO of het platform. Zij kunnen
helpen met raad en daad (bijvoorbeeld met een Leernetwerkcoach).

Overleg vooraf met uw schoolleider. Vraag hem of haar het thema op de agenda van het
Ik wil eerst draagvlak krijgen voor
teamoverleg te zetten. Nodig vooraf iedereen uit de app Toolkit Netwerkleren te downloaden
netwerkleren bij de schoolleider
en start een gesprek over netwerkleren. U kunt eventueel de Netwerk Quiz laten doen en de
en collegas.
resultaten bespreken met elkaar.

299
Toekomstweg schoolleiders
Missie
stimuleren dat leraren professionaliseren

Netwerkleren gaat niet vanzelf. Wilt u netwerkleren inbedden op uw school, zorg dan dat er
steeds weer nieuwe impulsen worden gegeven. Organiseer bijvoorbeeld samen met andere Ik wil dat de kennis en kunde
schoolleiders kennis-uitwisseldagen, en blijf het netwerkleren actief steunen binnen de school. blijvend worden uitgewisseld
Ziet u obstakels voor het netwerkleren? Bespreek ze binnen de school. DO en het platform en gedeeld.
kunnen hierbij ondersteunen.

Leg zelf contacten met andere scholen en nodig schoolleiders en leraren actief uit om kennis
Ik wil stimuleren dat leraren contact
en ervaringen uit te wisselen. Wijs de leraren de app en dit boek. Hiermee kunnen ze zelf aan
zoeken met leraren van andere scholen
de slag met netwerkleren, ondersteund door u. Zorg indien mogelijk voor een Leernetwerk-
voor kennisuitwisseling.
coach op school die als vraagbaak kan dienen voor de leraren.

Zorg eerst voor het juiste klimaat voor leren en ontwikkelen (zie bladzijde 188 en 198). Op bladzijde 268 kunt
u lezen welke factoren netwerkleren stimuleren. Zet het thema op de agenda van een teamoverleg.
Ik wil netwerkleren stimuleren
Nodig vooraf iedereen uit de app Toolkit Netwerkleren te downloaden en start een gesprek over netwerkleren.
op mijn school.
U kunt eventueel de Netwerk Quiz laten doen en de resultaten bespreken met elkaar.
Neem contact op met DO of het platform en laat u begeleiden in dit traject.

300
door middel van netwerkleren

Heel verstandig! Regelmatig stilstaan bij het functioneren van het netwerk is belangrijk.
Ik wil de opbrengsten van
DO en de Toolkit Netwerkleren helpen daarbij met tools en werkvormen. U kunt
het netwerkleren kunnen
bijvoorbeeld Waardecreatieverhalen laten maken door de leraren. Het netwerk zelf kan
bespreken met gehele team
de Netwerk Barometer inzetten. Daarmee wordt zichtbaar in welke mate het netwerkleren
of met individuele leraren.
bijdraagt aan de klassenpraktijk of school.

Laat netwerkleren als vast bespreekpunt terugkomen in teambijeenkomsten. Plan studiedagen in om


de kennisuitwisseling op gang te brengen, en zet daarbij activerende werkvormen in uit de Toolkit
Ik wil dat de kennis en kunde Netwerkleren zoals de Marktplaats. Het draaiboek Start je netwerk (op bladzijde 315) kunt u ook inzetten.
binnen de school meer worden Of beter: laat enkele leraren zelf zon studiedag zelf verzorgen. Direct bottom-up beginnen. Wijs leraren
uitgewisseld en gedeeld. op de app en dit boek. Deze helpen ze op weg. Zorg indien mogelijk voor een Leernetwerkcoach op
school die als vraagbaak kan dienen voor de leraren.

Ik wil zelf starten met Mooi! Door zelf actief te zijn in een netwerk geeft u het goede voorbeeld. Volg vanaf
netwerkleren. hier de toekomstweg voor de leraren om uw eigen netwerk te starten (zie vorige bladzijde).

301
hebben hier
Leraren

zelfvertrouwen
uit gehaald

Projectleiders

302
303
Door John Arkenbout

Drie projectleiders waren betrokken bij De leraar in de drivers seat.

Brigitte Boekhoudt van het Ministerie van Justitie en Onderwijs in Aruba was de

projectleider ter plaatse. Monique Korenhof en Rene de Kruif van LOOK bege-

leidden het project grotendeels op afstand vanuit Nederland. Tot slot van dit deel

een terugblik.

Het was een project dat ik nooit zal verge- veel obstakels voor het bereiken van hun
ten, vertelt Monique Korenhof. Als iemand dromen, vult Brigitte Boekhoudt aan. Maar
ons vooraf had verteld wat we allemaal voor door de workshops en de netwerken die erna
elkaar zouden krijgen, dan had ik dat niet ontstonden, zijn de deelnemende leraren
geloofd. Er is iets omgebogen in het denken sterker geworden. Ze zagen dat anderen ook
van de mensen die hebben meegedaan, ze met die obstakels worstelen en ervoeren
zijn echt aan het stuur gaan staan. Ik ben kracht uit de ervaring dat ze samen oplos-
heel erg onder de indruk van de power die singen kunnen bedenken. Netwerkleren is
ze uitstralen. Ook Rene de Kruif roemt de professionaliseren, maar het maakt mensen
positieve instelling en het enthousiasme. ook zelfverzekerder. Ik had nooit gedacht
Wat haar het meeste is bijgebleven, is de dat netwerkleren zo veel toevoegt aan je
energie die ontstond toen de leraren tijdens persoonlijke ontwikkeling.
de eerste workshops mochten dromen over
de toekomst van hun eigen klas. Ze stonden Geweldige aanpak
daar een voor een met passie en de wil om Brigitte was vanaf het begin betrokken bij
hun onderwijs te verbeteren. Ze voelden het project. Wat opviel was dat het enthou-
zich gehoord, ze herkenden zich in elkaars siasme van de leraren bij de eerste work-
verhalen en er werden direct al ideen shops al meteen voelbaar was. Het project
uitgewisseld. Een deelnemer vond vooral het sloeg aan en leraren waren bereid hun nek
dromen positief: Dromen is eigenlijk omge- uit te steken. Het resultaat is dat leraren nu
keerd klagen, maar het voelt fijner. echt aan het stuur staan. Nu is het de uitda-
Deelnemers zagen in eerste instantie ging om het duurzaam te maken. Ik heb daar
wel vertrouwen in.

304
Het was een ambitieus initiatief voor beide kanten, merkt Rene op. De afstand tussen Aruba
en Nederland maakte het nog spannender, evenals de uitdaging om het project Arubaanse
handen en voeten te geven. We werden min of meer vanwege de afstand en de tijd gedwon-
gen om op alle niveaus tegelijk te werken en dat was complexer dan ik had ingeschat. Het
mooie is dat je nu ziet dat we ook alle niveaus geraakt hebben. We weten nu voor vervolgpro-
jecten dat we niet alleen met leraren moeten beginnen. Leraren, directeuren, schoolbesturen
en andere stakeholders zijn allen onmisbaar voor het slagen van zon initiatief.

Dialoog tussen alle lagen


Monique had in Nederland al ruime projectervaring opgedaan met netwerkleren in het
onderwijs. Maar Aruba was een ander verhaal, omdat het eilandbreed en op alle niveaus
moest worden aangepakt. Met dit project ben ik me pas echt gaan realiseren hoe belangrijk
netwerkleren is voor de professionele en persoonlijke ontwikkeling van leraren. Het vroeg van
ons een grote inzet, ook om al die niveaus erbij te betrekken, om een dialoog tussen alle lagen
in het onderwijs te bewerkstelligen. Het mooiste voorbeeld van wat we bereikt hebben vind ik
de gesprekken die plaatsvonden tussen de stakeholders en deelnemers van de leernetwerken.
Daarmee werd het netwerkleren tastbaar voor de stakeholders. Het was alsof het kwartje viel.

Expeditie
Het vrolijke logo van het project De leraar in de drivers seat laat een bus met mensen zien,
die over een hobbelig terrein onder een stralende zon onderweg zijn. Waarnaartoe, en wat

305
allemaal op die weg ligt, dat is nog onzeker. Het is een mooi beeld dat bij het project past, ook
voor de projectleiders zelf. Het was een expeditie, omdat de route onbekend was en het einde
ook. Voor ons, het platform, de leraren, de stakeholders. Dat vroeg om een grote flexibiliteit,
zegt Monique, want we konden vooraf niet voorzien wat ons allemaal te wachten stond.
De kracht van het project is toch vooral de duidelijke keus voor een bottom-up-benadering.
We hebben het echt bij de leraar neergelegd.

Ook Rene denkt er zo over: De bottom-up-aanpak was belangrijk voor de leraren, maar ook
voor het inrichten van de organisatie die netwerkleren op Aruba ondersteunt. Het vereist wel
een mind-switch, om je los te maken uit een situatie waar alles voor je bepaald wordt en de
stap te maken naar een situatie waarin je zelf de zaken meer in eigen hand hebt.

Een mind-switch is ook belangrijk om het eilandjesdenken te doorbreken, zegt Brigitte, doe-
lend op de ervaring in Aruba waar de meeste mensen, ook leraren, liever niet buiten de deur
zoeken naar oplossingen. Netwerkleren is een heel goed middel om daar iets aan te doen.
We moeten dus het bottom-up-denken en het netwerkleren bij elkaar brengen.

Instrumenten
Bij het project zijn veel praktisch toepasbare instrumenten en werkvormen ingezet, die vrijwel
allemaal deel uitmaken van de Toolkit Netwerkleren. Ik heb op Aruba met veel mensen nieuwe
werkvormen kunnen uitproberen en kan nu goed inschatten in welke situaties deze werk-
vormen effectief zijn, vertelt Monique. Rene benadrukt de waarde van praktijkgerichte
onderzoeksinstrumenten: Ik heb gezien hoe belangrijk onderzoeksinstrumenten met directe
praktische waarde zijn, zoals de Netwerk Barometer en het Waardecreatieverhaal. Instrumen-
ten met een duidelijk doel en directe feedback. We hadden meer moeite met de grote online
eindevaluatie, omdat de bedoeling daarvan misschien voor de mensen minder helder was.
Lokale onderzoekers zijn daarom cruciaal, zij kunnen ook aan de instrumenten Arubaanse
handen en voeten geven.

306
Stakeholders beaamt Brigitte. We zouden hen daarbij
Het betrekken van stakeholders was een wat beter moeten ondersteunen. Er zijn
uitdaging, vertelt Monique. Uiteindelijk om- inmiddels nieuwe ontwikkelingen gaande.
armden ze het netwerkleren als belangrijke Zo faciliteert het grootste schoolbestuur
vorm van professionaliseren, maar de weg er- van Aruba, samen met een van de coaches
naartoe was moeizaam. Goede voornemens van het platform, voor nieuwe schoolleiders
zijn niet meteen omgezet in daden. deelname aan netwerken bij het inwerken
De keuze om stakeholders zelf te laten erva- in hun nieuwe functie. Daar wordt ik heel
ren wat netwerkleren inhoudt, heeft wel veel enthousiast van.
bijgedragen. Dat hadden we eerder moeten Het lijkt te bevestigen dat het zaadje van
doen. netwerkleren al vruchtbare grond heeft
De leraren omarmden het netwerkleren gevonden op Aruba.
meteen, het waren de stakeholders die wat
langzamer op gang kwam in dit project,

307
310
312 Introductie op de draaiboeken

314 Start je netwerk

320 Geef koers aan je netwerk

324 Versterk je netwerk

331 De app Toolkit Netwerkleren onderwijs

311
Door Monique Korenhof

Introductie op de draaiboeken

Netwerkleren begint bij uzelf, of u nu leraar bent, schoolleider of schoolbestuurder. Dat bete-
kent dat iedereen het initiatief kan nemen om een netwerk te starten of te versterken. Met deze
draaiboeken van enkele workshops willen wij dit soort initiatieven ondersteunen. De workshops
zijn eerder gegeven in het kader van De leraar in de drivers seat, en dus beproefd. Vaak zijn de
workshops heel positief beoordeeld door deelnemers. Met deze stap voor stap beschrijving kan
iedereen eenzelfde soort workshop geven! Of het nu voor leraren binnen uw school is, of voor
leraren van verschillende scholen.

Nu denkt u misschien dat u alleen workshops kunt geven als u hier in getraind bent. Niets is min-
der waar! Iedereen die enthousiast is over netwerkleren en het enthousiasme kan overbrengen, is
geschikt voor het verzorgen van dergelijke workshops. Wel geven we u graag enkele aandachts-
punten mee.

In workshops rondom netwerkleren staat het ervaren centraal. Het gaat er vooral om de waarde
van wat er aan bod komt voor de eigen praktijk te leren kennen. Hierbij gaat het om het boven-
halen van de kennis, passies, interesses en kwaliteiten van de mensen die aanwezig zijn in de
groep. De boodschap is dat je met elkaar veel kunt bereiken. De workshops bevatten werkvor-
men die deelnemers uitnodigen om de eigen kracht en capaciteit te inventariseren en geven
de deelnemers handvatten om zelf aan het stuur van hun professionele ontwikkeling te staan:
bottom-up, gestuurd door de leervragen die hen dagelijks bezighouden. Als facilitator van een
workshop gaat het erom dat je mensen voldoende ruimte geeft, zodat ze die eigen kracht ook
gaan ervaren. Je weet van te voren vaak niet precies wat gaat gebeuren tijdens zon workshop:
en dat is misschien wel het belangrijkste advies dat we willen meegeven: durf de dingen te laten
gebeuren. De deelnemers bepalen daarmee zelf hoe de bijeenkomst verloopt en wat het hen
wel of niet oplevert. Als facilitator heb je de taak om werkvormen aan te reiken en soms een
beetje bij te sturen, maar vooral mee te deinen op de golven die kunnen ontstaan tijdens zon
workshop.

In dit deel zijn drie draaiboeken opgenomen: Start je netwerk, Geef koers aan je netwerk en Versterk
je netwerk. Deze workshops kunt u achter elkaar geven, bijvoorbeeld de eerste twee bij het ont-
staan van en vormgeven aan het leernetwerk. De derde is meer gericht op bestaande netwerken,
en kan na enkele maanden bijvoorbeeld worden aangeboden voor een bepaald netwerk.

312
In het hele boek, en ook in de draaiboeken verwijzen we naar onderdelen uit de Toolkit Net-
werkleren. Deze is als gratis app te downloaden. Tot slot daarom in dit deel een korte beschrijving
van deze app ter ondersteuning aan de workshops.

Rest ons niets anders dan u veel plezier te wensen bij het organiseren en begeleiden van de
workshops. Kortom ... aan de slag!

313
Start je netwerk

Korte beschrijving
Welke stappen kunt u zetten als u een urgent praktijkprobleem heeft dat u met collegas wilt
oppakken? Deze workshop geeft achtergrondinformatie en concrete handvatten die van belang
zijn bij het opstarten van een netwerk. De deelnemers maken kennis met diverse werkvormen
en gaan naar huis met ideen, inspiratie en vooral nieuwe verbindingen met mensen die ze nog
niet kenden. De duur van workshop is 2 uur.

Hoe ziet de workshop er in het kort uit?

1. Verbindende factor 15 minuten


2. Casussen - 30 minuten
3. Pauze 15 minuten
4. Netwerkanalyse 30 minuten
5. Afsluiting 30 minuten

Doelgroep
De workshop is voor leraren die graag via een netwerklerende manier met elkaar aan de slag wil-
len, maar nog geen concreet thema hebben. Deze workshop kan worden gebruikt voor leraren
van n bepaalde school, maar is ook uitermate geschikt om leraren van verschillende scholen
met elkaar in contact te brengen. Zorg voor minimaal tien deelnemers, tot een maximum van
dertig.

Doelstelling
Het doel van deze workshop is om (groepen) leraren die een leernetwerk willen starten, te laten
ervaren hoe je dat kunt oppakken. De workshop voorziet in de nodige informatie en heeft werk-
vormen die inspireren om een netwerk te starten en aanzetten tot concrete actie.

Na de workshop:
hebben de deelnemers met elkaar een praktijkprobleem gedeeld en deze omgewerkt tot een
casus;
is de sociale cohesie tussen de deelnemers toegenomen;
hebben de deelnemers ervaren hoe ze vanuit een praktijkvraag elkaar kunnen vinden,
en stappen kunnen bepalen voor het starten en uitbreiden van hun netwerk;
hebben de deelnemers een groter netwerk gekregen rondom een probleem uit de praktijk;
is bij de deelnemers de behoefte ontstaan om met elkaar een leernetwerk te starten.

315
Benodigdheden
Casusbladen (per persoon 1 casusblad)
Papieren tafelkleden of grote vellen papier (per groepje 1 tafelkleed)
Stiften (verschillende kleuren)
Flap-over of schoolbord

Indeling ruimte
Tijdens de workshop wordt de groep ingedeeld in een aantal subgroepen (afhankelijk van het
aantal deelnemers: minimaal drie per subgroepje en maximaal zes). De tafels worden naar aantal
groepen verdeeld over de ruimte.

Tips vooraf
1. Laat de deelnemers vooraf de volgende kaarten uit de Toolkit Netwerkleren bekijken:
Netwerkleren, Fases.
2. Het opwarmertje de Verbindende factor is genspireerd door Six degrees of separation. Dit be-
tekent letterlijk zes niveaus van scheiding en het is een theorie die stelt dat een ieder op onze
planeet, via een netwerk met zes tussenstappen of vijf tussenpersonen, met elkaar verbonden
is. In deze workshop laten we zien dat iedereen met elkaar verbonden is via een bepaalde
voorkeur, passie, probleem of leervraag. Netwerkleren begint met dergelijke verbindingen of
overeenkomsten.

Programmabeschrijving

Tijd Onderdeel Toelichting en gewenst resultaat

15 minuten Verbindende factor Deze werkvorm is bedoeld als opwarmertje en kennismakingsronde.


Verdeel de aanwezigen in subgroepen van vijf personen. De bedoeling is
dat die subgroep op zoek gaat naar wat hen bindt. Eerst vertellen ze kort
aan elkaar wie ze zijn, en van welke school ze komen. Vervolgens gaan ze
aan de slag met de volgende drie vragen:

1. Wat delen jullie persoonlijk (bijvoorbeeld hobby, eten, enzovoort)?
2. Wat inspireert jullie in het werk?
3. Waar lopen jullie tegenaan in je werk (problemen, vragen)?

Geef per categorie drie minuten de tijd om te komen tot n ge-


meenschappelijke noemer (dus een antwoord dat geldt voor alle

316
Tijd Onderdeel Toelichting en gewenst resultaat

deelnemers van het groepje). Noteer de antwoorden van de groepen op
de derde vraag op een flap over of schoolbord. Vraag eventueel door
indien nodig, op wat precies bedoeld wordt. Deze antwoorden vormen de
basis voor de casussen waarmee de deelnemers later aan de slag gaan.

30 minuten Casussen De deelnemers blijven in dezelfde groep als bij de Verbindende factor .
Hun gedeelde praktijkprobleem of vraag staat centraal in dit onderdeel.
Dit schrijven ze op een casusblad. Ieder vult eerst voor zichzelf het casus
blad in. Vervolgens gaan de groepsleden met elkaar in gesprek over de
casussen die men heeft beschreven. Als iedereen is geweest, dan besluit de
groep welke casus het meest kenmerkend is voor hun probleem. Daarmee
gaan ze verder in de volgende werkvorm.

15 minuten Pauze

30 minuten Netwerkanalyse De volgende stap is nu de gekozen casus (praktijkvraag) verder uit te


werken. Dit gebeurt aan de hand van een werkvorm uit de toolkit: de
Netwerkanalyse. Voor deze opdracht hebben de deelnemers stiften en een
papieren tafelkleed of groot wit vel papier nodig, waarop mag worden
geschreven.

De netwerkanalyse start met een grote cirkel op het tafelkleed. Zet in die
cirkel de leervraag (probleem van de casus). Maak om de middencirkel
met de leervraag een grote kring van kleinere cirkeltjes. Hierin komen straks
de namen van de zogenaamde schakels te staan. Schakels zijn mensen die
kunnen helpen bij het bereiken van bepaalde doelen, of het verkrijgen van
bepaalde informatie.

Iedere deelnemer schrijft nu eerst voor zichzelf aan de randen van het
tafelkleed zoveel mogelijk dingen, begrippen, namen en ideen op, die
op de een of andere manier een rol spelen bij de leervraag. Het gemeen-
schappelijk casusblad helpt bij het bedenken van deze begrippen, leg deze
dus op tafel erbij. Vervolgens bekijken de deelnemers elkaars schrijfsels en
vragen hierbij eventueel een toelichting aan elkaar.

317
Tijd Onderdeel Toelichting en gewenst resultaat

Laat nu de deelnemers cirkels zetten om alle begrippen of ideen die erg


relevant lijken, en ook het meest realistisch zijn voor de start van een leer-
netwerk rondom deze leervraag. Laat ze vervolgens de kleinere rondjes in-
vullen met de schakels: wie kan helpen om een bepaald idee uit te voeren,
of bepaalde informatie aan te reiken die nodig is? Het gaat hierbij met
name om het aanzetten van het denken over hoe je een netwerk start.

20 minuten Evaluatie Iedere groep kiest een woordvoerder. De woordvoerder vertelt over de
casus van de groep en geeft een samenvatting van hun netwerkanalyse:
welke elementen hebben ze beschreven en welke schakels kunnen ze
gaan benaderen om hun (potentile) netwerk te vormen. Ze geven ook
aan of deze opdracht voldoende heeft genspireerd om een netwerk te
gaan starten. Als dat het geval is, spoor de groep dan aan om direct een
datum te prikken voor een nieuwe bijeenkomst.

Vraag tot slot aan iedereen (als alle groepen aan het woord zijn geweest),
om de middag in een woord samen te vatten (de cirkel rond).

318
Casusblad - Start je netwerk

Wat is het probleem?

Wat speelt er?

Wie zijn betrokken?

Wanneer speelt het zich af ?

319
Geef koers aan je netwerk

Korte beschrijving
Stel, u heeft collegas gevonden met dezelfde leervragen. Bijvoorbeeld door de workshop Start
je netwerk of op een andere manier. Samen willen jullie actief met elkaar aan de slag om op zoek
te gaan naar inspiratie, oplossingen of ideen voor jullie gedeelde vragen. Je moet elkaar nog
beter leren kennen, maar jullie willen ook de eerste stappen zetten naar een Leeragenda voor het
leernetwerk. Met deze workshop zet u de eerste stappen in uw netwerk naar een leeragenda en
ontwikkelt u een startdocument dat koers geeft aan de activiteiten in het netwerk. De duur van
workshop is 2 uur. Wilt u de workshop inkorten, sla dan het opwarmertje over.

Hoe ziet de workshop er in het kort uit?


Kennismakingsronde - 15 minuten
Tot je verbeelding (opwarmertje) 30 minuten
De missie van het leernetwerk - 30 minuten
Pauze 15 minuten
De Toekomstweg 45 minuten
Afsluiting 15 minuten

Doelgroep
De workshop is voor leraren die elkaar hebben gevonden rondom een thema, en actief aan de
slag willen in hun leernetwerk. Wij raden aan de workshop voor minimaal vier tot zes personen
te organiseren. Zeker in zon pril begin kunnen deelnemers erachter komen dat het leernetwerk
toch niet die leervragen oppakt die voor hen relevant zijn. Een aantal personen kan na de eerste
bijeenkomst of later afhaken. Om te komen tot een gemeenschappelijke Toekomstweg voor het
leernetwerk is het anderzijds van belang de groep niet te groot te maken (maximaal tien perso-
nen).

Doelstelling
Na de workshop hebben de deelnemers:
elkaar beter leren kennen;
verwachtingen ten aanzien van netwerkleren in het algemeen, en de opbrengsten van het
thema in het bijzonder op elkaar afgestemd;
een startdocument gemaakt met daarin de leerdoelen voor hun netwerk (leeragenda) en
beschreven stappen die ze als leernetwerk gaan nemen om hun doelen te halen (toekomst-
weg).

321
Benodigdheden
Diverse fotos (uit tijdschriften of van internet)
Vellen A4 in verschillende kleuren
Stiften
Plakband
Fototoestel (optioneel)

Indeling ruimte
Iedere ruimte waar ongeveer zes acht personen in terecht kunnen is geschikt. Wel is het
belangrijk dat de ruimte groot genoeg is om de toekomstweg te kunnen neerleggen. Reken op
minimaal vier meter van de muur waar de missie komt te hangen, tot de plek waar de toekomst-
weg van het netwerk start. Daartussen worden de stappen gelegd voor de toekomstweg.
Mensen moeten zich daarbij voldoende vrij kunnen bewegen om stappen toe te voegen of de
toekomstweg te herschikken. Haal indien nodig tafels en stoelen weg na het bepalen van de
missie van het netwerk.

Tip
Laat de deelnemers van te voren het volgende onderdeel van de Toolkit Netwerkleren lezen:
Leeragenda.

Programmabeschrijving

Tijd Onderdeel Toelichting en gewenst resultaat

15 minuten Kennismakingsronde De deelnemers van het leernetwerk kennen elkaar wellicht nog niet goed.
Of men kent elkaar, maar heeft eerder nog niet in een dergelijke setting
samen gezeten. De deelnemers weten niet precies wat te verwachten van
elkaar. Er moet vertrouwen kunnen ontstaan. Het is daarom belangrijk om
voldoende aandacht te besteden aan een onderlinge kennismaking, zonder
dat men verzandt in het uitwisselen van levensverhalen. Laat in een rondje
iedereen kort vertellen wie hij of zij is, en op welke school hij zit.
Voeg eventueel nog een of twee vragen toe. Begin of eindig met uzelf.

30 minuten Tot je Verbeelding Tot je verbeelding is een activiteit uit de Toolkit Netwerkleren. Het idee is
(opwarmertje) simpel: u gebruikt fotomateriaal om mensen te laten associren op een
bepaalde vraag of topic. In deze workshop wordt het ingezet om de beel-
den die deelnemers hebben van netwerkleren te bespreken met elkaar.

322
Tijd Onderdeel Toelichting en gewenst resultaat

Laat de deelnemers een foto uitkiezen die het netwerkleren symboliseert


en laat een toelichting geven op de keuze. Ziet men wellicht een hobbe-
lige weg voor zich, waarvan men niet goed weet waar die uitkomt, of ver-
wachten mensen heel veel energie te krijgen van netwerkleren en staan ze
als windmolen bovenop een heuvel? Geef de deelnemers de kans op elkaar
te reageren. Het is aardig om enkele steekwoorden die worden genoemd
op te schrijven (eventueel op flap-over, of op vellen die u ophangt) en als
iedereen geweest is even kort te resumeren wat er gezegd is (lopen de ver-
wachtingen parallel of niet, wat betekent dat voor het leernetwerk)?

30 minuten De missie bepalen Dit onderdeel is bedoeld om te komen tot een gemeenschappelijk leer-
doel. U kunt dit onderdeel op verschillende manieren vormgeven. Het
hangt er ook van af hoeveel de deelnemers al weten van elkaar rondom
dit thema. Het gaat er ook niet om dat tot in detail een leerdoel wordt
beschreven, maar zie het meer als een richtsnoer of visie: wat zouden ze in
het leernetwerk over een bepaalde periode (bijvoorbeeld drie maanden of
een jaar) bereikt willen hebben rondom hun thema?
U kunt dit in een groepsgesprek boven tafel krijgen, maar u kunt ook hulp-
middelen inzetten, zoals een wereldkaart of andere fotos die aansluiten bij
het thema. Het doel is in ieder geval om alle verwachtingen van wat het
leernetwerk gaat opleveren boven tafel te krijgen.
U noteert als facilitator alle ideen over wat het leernetwerk gaat bereiken
en vat het samen. Vooral de overeenkomsten worden besproken. Op basis
van de overeenkomsten formuleren de deelnemers vervolgens een zoge-
naamde missie voor hun netwerk. Deze schrijven ze op een felgekleurd
papier. Deze missie is straks het doel waar de toekomstweg naar toe
leidt.

15 minuten Pauze De pauze is een moment waarop de deelnemers elkaar wat beter kunnen
leren kennen.

45 minuten De Toekomstweg Hang de missie op aan de muur. Maak voldoende ruimte vrij voor deze
muur. Ga vervolgens zo ver weg als mogelijk van de muur staan. Leg daar
een vel neer waarop staat NU. Leg uit dat waar NU staat het heden symboli-
seert, en dat de missie aan de muur de toekomst is. De ruimte ertussen is

323
Tijd Onderdeel Toelichting en gewenst resultaat

de ruimte waar de toekomstweg komt te liggen. Het is ook een tijdlijn:


wat men direct kan oppakken is dichtbij het NU en wat verder weg in de
tijd ligt, ligt dichterbij de missie. Alle deelnemers gaan nu de toekomstweg
bouwen.

Dat gaat als volgt:


De weg wordt gevormd door papieren vellen. Op deze vellen schrijven
deelnemers op wat allemaal nodig is om de missie te halen. Dat kan een
concrete activiteit zijn, of iets dat abstracter is maar wel meehelpt het doel
te halen (bijvoorbeeld enthousiasme). U kunt eventueel de gekleurde
vellen een functie geven: groen voor alles wat helpt, rood voor wat
tegenwerkt en blauw voor tussendoelen. Iedereen schrijft voor zichzelf op
de vellen en legt de stappen neer op de toekomstweg, rekeninghoudend
met de tijdslijn. U legt eventueeel zelf ook stappen neer en spoort indien
nodig mensen aan om actief deel te nemen. Als er enkele stappen zijn neer-
gelegd, vraagt u om een moment van bezinning: welke stappen liggen er
nu, bekijk ze eens. Is de volgorde logisch? Missen we nog stappen? Nodig
mensen uit om vellen te verplaatsen, ook vellen van anderen. Uiteindelijk
ontstaat er een pad met vellen waarop stappen staan, die het leernetwerk
helpt hun doel te bereiken: de bouwstenen van de toekomstweg. Nu is
het zaak om aandacht te vragen voor wat op heel korte termijn al opgepakt
kan worden: waarmee zouden de deelnemers al komende week of maand
aan de slag kunnen? Als ook dat voldoende is bepaald, dan wordt de weg
gedocumenteerd (foto) en uitgewerkt door u of een van de deelnemers.
Belangrijk is dat deze uitwerking voor de volgende bijeenkomst wordt
rondgestuurd aan alle deelnemers.

15 minuten Afsluiting De deelnemers hebben elkaar in deze workshop beter leren kennen. Ze
hebben een missie geformuleerd voor hun leernetwerk, en een toekomst-
weg gelegd, waarmee de eerste bouwstenen voor de leeragenda zijn
bepaald.

324
Tijd Onderdeel Toelichting en gewenst resultaat

Vat deze opbrengsten nog eens samen aan het einde. Stel ook voor dat het
leernetwerk niet uit elkaar gaat voordat er een of twee data zijn vastgelegd
waarop het netwerk weer samen komt.

Ook heeft het veel voordelen om vast een (eventueel tijdelijke) trekker van
het netwerk aan te wijzen. Wellicht is gedurende de workshop al iemand
naar voren gekomen die heel natuurlijk deze rol op zich kan en wil nemen.
Het is ook mogelijk twee personen deze rol te laten vervullen. De trekker
zorgt dat iedereen tijdig de uitgewerkte toekomstweg via de mail krijgt, en
is aanjager voor de eerste prille periode van het netwerk.

325
Draaiboek: Versterk je netwerk

Korte beschrijving
U bent al korte of langere tijd actief in een leernetwerk. U merkt dat bij sommige deelnemers
van het netwerk het enthousiasme wat afbrokkelt. Hoe zorgt u ervoor dat iedereen enthousiast
blijft, dat er voldoende opbrengsten zijn en dat er nieuwe mensen bijkomen? In deze workshop
gaat u de samenwerking in het leernetwerk onder de loep nemen, maakt u een analyse van wat
goed gaat en wat beter kan, en zoekt u naar oplossingen voor problemen vanuit de verschillende
Rollen die je in het leernetwerk kunt vervullen. De workshop duurt ongeveer 2 uur.

Hoe ziet de workshop er in het kort uit?


Introductie - 15 minuten
Marshmallow challenge (opwarmertje) - 30 minuten
Tot je verbeelding - 30 minuten
Pauze - 15 minuten
Rollen / Denkhoeden - 45 minuten
Afsluiting/evaluatie - 15 minuten

Wilt u de workshop inkorten, laat dan de marshmallow challenge vervallen. Neem in dat geval wel
wat extra tijd voor het nadenken over de rollen die de deelnemers vervullen in het netwerk.

Doelgroep
Deze workshop is bedoeld voor deelnemers van een leernetwerk dat al een tijdje draait. U kunt
eventueel aansluiting zoeken bij een ander leernetwerk. Dit kan bijvoorbeeld een netwerk zijn
dat een thema heeft dat dichtbij ligt, of juist een leernetwerk waarvan de verwachting is dat de
werkwijze heel anders is. In ieder geval kan een tweede netwerk erbij zorgen voor een spiegeling
en verfrissing bij het kijken naar uw eigen netwerk.

Doelstelling
Na de workshop hebben de deelnemers:
meer zicht gekregen in de rollen die mensen vervullen in het netwerk;
inzicht gekregen in wat goed werkt of minder goed werkt in hun netwerk;
een methode toegepast in het analyseren van problemen in hun netwerk waarbij snel een
oplossing kan worden gevonden;
concrete oplossingen gevonden voor bepaalde problemen die ze ervaren in het netwerk.

327
Benodigdheden
Diverse fotos (uit tijdschriften of van internet) voor de evaluatie (wat gaat goed/ minder goed)
Spaghetti (1 zak)
Rolletjes plakband (1 2)
Marshmallows (1 2)
Rolletjes touw (1 2)
Post-its

Indeling ruimte
Iedere ruimte is geschikt waar voldoende plaats is voor de deelnemers van een of van twee
leernetwerken. Wel is het belangrijk dat de ruimte groot genoeg is om de marshmallow challenge
te kunnen houden. Haal indien nodig tafels en stoelen vooraf weg en plaats deze terug na de
challenge.

Tips
1. Nodig de deelnemers uit om voor aanvang van de workshop de volgende onderdelen uit de
Toolkit Netwerkleren te bekijken: Valkuilen en Rollen. Deze opdracht zal de opbrengsten van de
workshop verhogen.
2. Bekijk als facilitator van te voren het (Engelstalig) filmpje van de marshmallow challenge op
YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=H0_yKBitO8M
3. Meer weten over de zes denkhoeden van Bono? Op internet is er heel veel over te vinden.

Programmabeschrijving

Tijd Onderdeel Toelichting en gewenst resultaat

15 minuten Introductie Leg kort uit wat er in de workshop aan bod komt. Mochten twee leernet-
werken samen komen waarvan de deelnemers elkaar niet kennen zorg dan
voor een korte kennismaking (namen, welke school, groep).

30 minuten Marshmallow challenge Bij dit onderdeel strijden twee groepen tegen elkaar. Verdeel de aanwezige
deelnemers dus in twee groepen. Geef ze de opdracht om een bouwwerk
te maken van de materialen: rolletje plakband, 30 spaghettis, stuk touw,
een marshmallow. De groep die het hoogste bouwwerk maakt, wint.
Een regel geldt hierbij: de marshmallow moet bovenop het bouwsel.

328
Tijd Onderdeel Toelichting en gewenst resultaat

Verder mag er geen gebruik worden gemaakt van het plafond of muren, de
toren moet echt op de grond staan.
Een deelnemer observeert aan de hand van een aantal aandachtspunten
het gebeuren (welke rol neemt wie aan, doen zich frustraties voor en hoe
gaat de groep ermee om). Iedere groep krijgt maximaal 15 minuten de tijd.
Vijf minuten voor het einde geeft u een waarschuwing. Dit kan de stress
verhogen U bepaalt als iedereen klaar is welke groep heeft gewonnen
(hoogste bouwsel en marshmallow bovenop).

Na de opdracht wordt er gevalueerd. De groepen staan bij hun bouwsels,


en de deelnemers die observeerden vertellen wat ze hebben gezien. Dit is
een mooi moment om nader in te gaan op de rollen die de mensen in het
netwerk hebben: komt dat overeen met wat de observatoren zag?

30 minuten Tot je verbeelding Leg de fotos op tafel. Iedereen kiest een of meer fotos en legt aan de hand
van die foto uit hoe hij of zij het afgelopen jaar vond, waar ze tegen aanlie-
pen in het leernetwerk, wat goed ging. Zorg dat iedereen aan bod komt bij
het toelichten van de foto.
Geef vervolgens de opdracht om enkele ervaren probleempunten van het
leernetwerk uit te kiezen. Als je de workshop met twee netwerken doet,
dan kun je kiezen voor een gedeeld probleem zodat je later de oplossingen
kunt vergelijken, of juist niet voor het contrast. De probleempunten worden
opgeschreven op een vel papier of flap-over. Deze zijn de basis voor de
volgende opdracht.

15 minuten Pauze De pauze wordt actief gebruikt. In het leernetwerk bedenkt iedereen voor
elkaar wat de ander concreet heeft bijgedragen aan het functioneren van
het netwerk. Bijvoorbeeld: stelt altijd de juiste vragen, houdt de boel bij
elkaar, stuurt e-mails rond, enzovoort. Dit schrijven ze op post-its en
plakken ze op de betreffende persoon.

45 minuten De rollen / Denkhoeden In de pauze hebben de deelnemers elkaars kwaliteiten benoemd. Kom
daar direct na de pauze op terug, en geef de mensen nog 5 10 minuten
de tijd te bekijken wat ze hebben ontvangen, en daarover uit te wisselen
met elkaar. Vraag ook of ze voor zichzelf belangrijke zaken missen.

329
Tijd Onderdeel Toelichting en gewenst resultaat

Vervolgens bedenkt iedere deelnemers voor zichzelf wat voor soort rol past
bij de betreffende deelnemer. Misschien vervult hij die al in het netwerk.
Dit kan aansluiten bij de rollen uit de Toolkit Netwerkleren, zoals de Inspira-
tor en de Cordinator, maar ook andere benamingen kunnen aan de rollen
worden gegeven. De rol schrijft de deelnemer op een briefje en legt het
voor zich op tafel neer.

De rollen staan centraal in de vervolgopdracht. Deze werkwijze is een


vrije bewerking van de zes denkhoeden van Edward de Bono. Iedere
hoed staat voor een bepaalde invalshoek. Het idee is dat je vanuit verschil-
lende invalshoeken naar een probleem kijkt, en daardoor sneller tot een op-
lossing komt. In plaats van de bekende kleuren hoeden van Bono, gebrui-
ken we hier de rollen hoeden. Een deelnemer kijkt dus vanuit zijn of haar
specifieke rol, en versterkt hierbij ook. Dus is hij iemand die graag cordi-
neert, dan is zijn oplossing voor deelnemers die altijd te laat komen wel-
licht het aanscherpen van afspraken. Terwijl iemand anders vanuit de rol
van Inspirator zich wellicht afvraagt of het berhaupt een echt probleem is:
als mensen maar enthousiast bijdragen.

Het gesprek hierover gaat als volgt: maak een cirkel van vier stoelen. Stel
een van de problemen centraal. Vraag aan vier mensen met verschillende
rollen plaats te nemen en het probleem van verschillende kanten te
bekijken. Iedere deelnemer stapt in zijn rol en reageert op het probleem
vanuit die rol. Noteer de uitkomsten. Als het probleem voldoende is be-
sproken, volgt het nieuwe probleem met vier nieuwe rollen en mensen.
Dit gaat zo door tot de tijd op is, of alle problemen voldoende zijn besproken.
Reserveer minstens vijf minuten om de opbrengsten met elkaar te
bespreken.

15 minuten Evaluatie Welke oplossingen of ideen neemt het leernetwerk mee? Stel het traject
dat een leernetwerk doorloopt voor als een reis. Bij een reis hoort natuurlijk
een koffer. Ga bij de deelnemers langs welke items ze willen meenemen in
de koffer. Dan kan een item per deelnemer zijn of meerdere. Iedereen licht
zijn keuze kort toe. Als er twee leernetwerken meedoen geef dan ongeveer
acht minuten de tijd per leernetwerk.

330
Toolkit Netwerkleren onderwijs

De app Toolkit Netwerkleren is de opvolger van de Toolkit Netwerkleren primair onderwijs, en is


speciaal ontwikkeld voor het onderwijs en richt zich op leraren(teams), schoolleiders of school-
bestuurders. De toolkit prikkelt om na te denken over netwerkleren als professionaliseringsvorm,
en geeft handvatten voor het opstarten van netwerkleren binnen uw school of tussen scholen.
Ook helpt het bij het versterken of verbreden van bestaande leernetwerken. De toolkit stimu-
leert hiermee het vermogen om vanuit een oplossingsgerichte houding praktijkvraagstukken al
lerend met elkaar op te pakken in netwerkverband. In de toolkit worden niet alleen de principes
en opbrengsten van netwerkleren uiteengezet. Door de vele actieve werkvormen ontwikkelt u
gaandeweg een netwerk waardoor u de meerwaarde ervan direct ervaart.

Hoe werkt de app?


De app bevat kaarten met informatie, werkvormen, reflectietools en verhalen van andere leraren
over netwerkleren. U kunt op drie manieren de kaarten oproepen. U kunt bijvoorbeeld starten
vanuit een bepaalde praktijkvraag. Zo kunt u zelf enthousiast zijn geworden over netwerkleren,
maar hoe enthousiasmeert u nu uw collegas? De app toont voor iedere praktijkvraag een aantal
kaarten uit de toolkit die kunnen helpen bij de oplossing. U kunt ook zoeken op een bepaald
trefwoord, het gehele overzicht bekijken, of kaarten toevoegen aan uw favorieten.

331
Toolkitkaarten
De toolkit bevat diverse activiteiten die u kunt inzetten om een leernetwerk te starten of uit te
breiden. De activiteit Wereldcaf laat bijvoorbeeld kleine of grote groepen leraren op een krach-
tige manier ervaren hoe je kennis en ervaringen deelt. Met de reflectietools kunt u voor uzelf of
enkele collegas een klein onderzoekje starten. Zo kunt u met de Netwerk Quiz op een gezellige
manier erachter komen of netwerkleren past bij u en uw collegas. En lees ook eens de inspiratie-
verhalen: veel leraren gingen u voor met netwerkleren, en hun ervaringen delen zij graag met u.

Deel kennis met uw collegas


Heeft u een interessante kaart gevonden? Dan kunt u deze delen via Facebook, LinkedIn of Twit-
ter. Ook kunt u eenvoudig een mail sturen aan een collega met een uitnodiging om samen een
activiteit uit te voeren. De rating laat zien hoe nuttig andere leraren de betreffende kaart vinden.
U kunt uw mening hieraan toevoegen. Onderaan de kaarten staan de reacties van leraren op de
kaart. Zo kan een ervaring met een activiteit worden gedeeld en kunt u weer leren van leraren
die u voorgingen.

Met deze app kan iedereen zelf aan de slag!


De app is geschikt voor Apple en Android telefoons en is gratis te downloaden!

332
Referenties

Bolhuis, S., & Kools, Q. (2012). Praktijkonderzoek als professionele leerstrategie in onderwijs en opleiding.
Online Publicatie. Tilburg: Fontys Hogeschool (www.hbo-kennisbank.nl)

Bood, R., & Coenders, M. (2004). Communities of practice: Bronnen van inspiratie. Utrecht: Lemma.

Bood, R., Coenders, M., & Van Luin, A. (2010). Netwerkleren. Omgaan met gemene problemen. Gouda:
Habiform.

Bchel, B., & Raub, S. (2002). Building knowledge-creating value networks. European Management Jour-
nal, 20(6), 587-596.

Carmichael, P., Fox, A., McCormick, R., Procter, R., & Honour, L. (2006). Teachers networks in and out of
school. Research Papers in Education, 21(2), 217-234.

Day, C., & Hadfield, M. (2004). Learning through networks, trust partnerships and the power of action
research. Educational Action Research, 12(4), 575-586.

De Kruif, R., De Laat, M., Simons, R.J., & Zuylen, J. (Eds.). (2013). Netwerkleren: De stille kracht achter een
leven lang professionaliseren. [Special Issue]. Onderwijsvernieuwing, 31. Tilburg: MesoConsult.

De Laat, M. (2012). Enabling professional networks: How connected are you? Heerlen: Open Universiteit,
LOOK.

Dufour, R., & Fullan, M. (2013). Cultures built to last. Systemic PLCs at work. Bloomington, IN: Solution Tree.

Eraut, M. (2004). Informal learning in the workplace. Studies in continuing Education, 26(2), 247-273.

Hodkinson, H., & Hodkinson, P. (2005). Improving schoolteachers workplace learning. Research papers in
Education, 20(2), 109-131.

Homan, T. (2006). Wolkenridders. Over de binnenkant van organisatieverandering. Heerlen: Open Universi-
teit.

Kessels, J.W.M. (2013). Leiderschap in een professionele ruimte. Van twaalf tot achttien. Vakblad voor voortge-
zet onderwijs, 23(4), 8-9.

334
Korenhof, M., Coenders, M., & De Laat, M. (Eds.) (2011). De Toolkit Netwerkleren Primair Onderwijs. Heerlen:
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum.

Korenhof, M., Coenders, M., & De Laat, M. (Eds.) (2013). Toolkit Netwerkleren onderwijs (app). Heerlen: Open
Universiteit, LOOK.

Korenhof, M., Schreurs, B., Meijs, C., & De Laat, M. (2010). Netwerkleren in het onderwijs. Onderwijsinnova-
tie, 4, 17-25.

Martens, R., Kessels, J., De Laat, M., & Ros, A. (2011). Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. Onderzoeks-
manifest LOOK. Heerlen: Open Universiteit, LOOK.

Moore, S. (1998). Time-to-Learning. Maynard: Digital Equipment Corporation.

Nijland, F., & Van Amersfoort, D. (2013). Waardecreatieverhalen: wat levert netwerkleren op? In R. de Kruif,
M. de Laat, R. Simons, & J. Zuylen (Eds.), Netwerkleren: de stille kracht achter een leven lang professionali-
seren. [Special Issue], Onderwijsvernieuwing, 31, 51-59. Tilburg: MesoConsult.

Onderwijsraad (2001). Onderwijs in de markt. Den Haag: Onderwijsraad.

Pink, D.H. (2011). Drive: The surprising truth about what motivates us. New York: Riverhead Trade.

Rogers E.M. (1995). Diffusion of innovations. New York: The Free Press.

Sloep, P., Van der Klink, M., Brouns, F., van Bruggen, J., & Didderen, W. (2011). Leernetwerken: Kennisdeling,
kennisontwikkeling en de leerprocessen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Waslander, S., (2004). Samen werken aan onderwijsinnovatie. Verslag van een nooit gevoerd gesprek. Procese-
valuatie van het experiment Nieuw VMBO Blauwe Stad. Groningen: RuG.

Wenger, E. (1998). Communities of practice: Learning, Meaning and Identity. Cambridge: Cambridgde
University Press.

Wenger, E., Trayner, B., & De Laat, M. (2011a). Promoting and assessing value creation in communities and
networks: A conceptual framework. Heerlen: Open Universiteit, LOOK.

Wenger, E., Trayner, B., & De Laat, M. (2011b). Telling stories about the value of communities and networks: A
toolkit. Heerlen: Open Universiteit, LOOK.

335
Over de auteurs

Drs. Monique Korenhof (Red.)


Monique Korenhof werkt als projectleider bij LOOK en draagt samen met
Rene de Kruif zorg voor de projectleiding van het project De leraar in de
drivers seat. Zij heeft uitgebreide praktijkervaring als docent, onderwijs-
ontwikkelaar en onderwijsadviseur. Zij heeft zich vooral gespecialiseerd in
netwerkleren in het onderwijs, houdt zich bezig met onderzoek daaromtrent,
en is ontwikkelaar van de Toolkit Netwerkleren onderwijs.
Monique is (mede)auteur van de hoofdstukken die beginnen op bladzijde: 64, 74,
82, 98, 104, 112, 114, 124, 140, 148, 160, 206, 232, 268, 292 en het deel Aan de slag.

Dr. Rene de Kruif (Red.)


Rene de Kruif werkt als universitair docent bij LOOK. Zij werkte als leraar in
Nederland en als onderwijsonderzoeker en lerarenopleider in Nederland en
de V.S.. Bij LOOK houdt zij zich vooral bezig met praktijkgericht onderzoek op
het gebied van sociaal leren, met name netwerkleren, en de motivatie van
leraren voor professionalisering in het algemeen. Samen met Monique Koren-
hof is ze vanuit LOOK projectleider van het project De Leraar in de drivers seat.
Rene is (mede)auteur van de hoofdstukken die beginnen op bladzijde: 64, 74, 82,
114, 148, 166, 206, 232, 246, 268.

Prof. dr. Maarten de Laat (Red.)


Maarten de Laat is hoogleraar Professionaliseren in sociale netwerken bij LOOK,
Open Universiteit. Hij geeft leiding aan het onderzoeksprogramma sociaal
leren. Zijn onderzoeksgroep concentreert zich op professionele ontwikkeling
en kenniscreatie middels (online) sociale netwerken en de impact van ict en
sociaal design op de wijze waarop netwerken en communities functioneren,
leren en waarde creren. Hij is medevoorzitter van de internationale Networked
Learning Conferentie en zit in de stuurgroep van diverse internationale organi-
saties en conferenties op het gebied van sociaal leren en learning analytics.
Maarten is (mede)auteur van de hoofdstukken die beginnen op bladzijde: 28, 40.

336
Drs. John Arkenbout
John Arkenbout is als redacteur verbonden aan LOOK, Wetenschappelijk Cen-
trum Leraren Onderzoek. Met het schrijven en redigeren van uiteenlopende
soorten publicaties (interviews, nieuwsberichten, samenvattingen, rapporten,
jaarboeken) levert hij een belangrijke bijdrage aan het toegankelijk maken
van de wetenschappelijke kennis die bij LOOK wordt ontwikkeld.
John is auteur van de hoofdstukken die beginnen op bladzijde: 34, 46, 50, 60, 70,
84, 94, 134, 156, 174, 178, 182, 194, 240, 262, 302.

Drs. Brigitte Boekhoudt


Brigitte Boekhoudt is beleidsmedewerker bij het Ministerie van Justitie en
Onderwijs op Aruba. Haar werkzaamheden liggen op een breed vlak: het ont-
wikkelen van een nieuwe salarissystematiek voor leraren, beleidsontwikkeling
in het onderwijs en het mede ontwikkelen en cordineren van scholing voor
de geniformeerde justitiediensten. Bij veel van deze werkzaamheden houdt
zij zich ook bezig met het initiren en stimuleren van veranderingstrajecten.
Zij is de lokale projectleider van De leraar in de drivers seat.
Brigitte (mede)auteur van de hoofdstukken die beginnen op bladzijde: 40, 74, 206.

Katja Huijsmans
Katja Huijsmans schrijft en redigeert teksten, werkt als communicatieadviseur
en organiseert kleinschalige events voor diverse onderwijs- en overheidsin-
stellingen. Zij studeerde communicatie en voorlichting aan de Hogeschool
Zuyd. Voor LOOK heeft ze onder andere als redacteur voor Leraar24 en Wiki-
wijs gewerkt, met name op het gebied van mediawijsheid.
Katja is auteur van de hoofdstukken die beginnen op bladzijde 100 en 120.

337
Prof. dr. Joseph Kessels
Joseph Kessels is hoogleraar Opleidingskundig Leiderschap bij LOOK aan
de Open Universiteit, en combineert die functie met de leerstoel Human
Resource Development aan de Universiteit Twente.
Zijn bijzondere belangstelling ligt bij het ontwerpen van werkomgevingen
die ook krachtige leerplekken zijn. Vraagstukken rond innovatief leiderschap
ten behoeve van duurzame ontwikkeling zijn daar onlosmakelijk mee ver-
bonden. Actuele onderzoeksvragen zijn hoe je leiderschap kunt spreiden
afhankelijk van de benodigde expertise bij een specifiek vraagstuk en hoe
leraren en schoolleiders ook op informele wijze aan hun professionele ont-
wikkeling kunnen werken.
Joseph is auteur van het hoofdstuk dat begint op bladzijde 182.

Jos Kusters MSM


Jos Kusters is directeur van LOOK, Wetenschappelijk Centrum Leraren
Onderzoek van de Open Universiteit. Jos Kusters is tevens lid van de stuur-
groep Maestro Kompas en founding father van de UNICARIB.
Jos is medeauteur van het hoofdstuk dat begint op bladzijde 40, en auteur van het
voorwoord.

Dr. Celeste Meijs


Celeste Meijs is werkzaam als universitair docent bij LOOK. Hier doet ze
onderzoek naar de professionalisering van leraren met als aandachtsgebied
sociaal leren. Ze is betrokken bij de ontwikkeling en toepassing van verschil-
lende instrumenten ter bevordering van sociaal leren, die samen met leraren
(verder) ontwikkeld worden.
Celeste is medeauteur van de hoofdstukken die beginnen op bladzijde: 114 en 148.

338
Dr. Femke Nijland
Femke Nijland promoveerde in 2011 op onderzoek naar verbale kennis con-
structie in het voortgezet onderwijs. Inmiddels is Femke werkzaam als univer-
sitair docent bij LOOK. Haar talige achtergrond gebruikt ze in haar onderzoek
naar sociaal leren. Femke is vooral genteresseerd in de waarde van netwerken
en in de manier waarop leraren in gesprekken van elkaar leren.
Femke is auteur van de hoofdstukken die beginnen op bladzijde: 218, 220 en 284.

Dr. Hartger Wassink


Hartger Wassink is associate lector aan de Hogeschool Utrecht en zelfstandig
adviseur. In 2004 promoveerde hij op een studie naar de wijze waarop school-
leiders hun persoonlijke visie gebruiken om sturing te geven in de dagelijkse
praktijk. Sindsdien werkt hij afwisselend als onderzoeker en organisatieadvi-
seur in het onderwijs. Centraal in zijn werk staat het ontwikkelen van een
vruchtbare professionele dialoog op alle niveaus in de school.
Hartger is auteur van het hoofdstuk dat begint op bladzijde 198.

339
Over de genterviewden

De leraar in drivers seat is voor en door mensen uit het onderwijs op Aruba uitgevoerd. Dat zij centraal
moesten staan in dit boek was voor ons dus snel duidelijk. In de 18 Portretten in dit boek vertellen
zij daarom over zaken die hen aan het hart gaan, problemen uit de praktijk en hun ervaringen met
netwerkleren. Wij volgen hun gedachtegangen, en lichten steeds in de aansluitende hoofdstukken
aspecten toe die ze benoemen. Zij maken daarmee het verhaal in dit boek.

We geven hieronder een volledig overzicht van alle genterviewden in het boek. Overigens zijn met
meer mensen op Aruba inspirerende gesprekken gevoerd: deze informatie is veelal op andere manieren
in het boek terechtgekomen.

Tussen de uitgave van dit boek en de interviews is enige tijd verstreken. Sommige genterviewden
hebben inmiddels een andere functie of werkgever. In de portretten staat steeds de functie genoemd
die de genterviewde had ten tijde van de afname.

Louis Bernoski is schoolhoofd van Basisschool Reina Beatrix in Oranjestad.


Hij is zelf actief in enkele netwerken en dat ook leraren hun kennis en erva-
ring kunnen delen in netwerken, spreekt hem aan. Lees meer op bladzijde
194.

Maritza Carrion is schoolleidster van de Scol Preparatorio Cacique Aterima


in Macuarima bij Santa Cruz. Ze is een groot voorstander van netwerkleren en
maakt deel uit van een netwerk waar ze veel aan heeft. Lees haar verhaal op
bladzijde 178.

Anchie Croes is cordinator van de Afdeling Begeleiding van de Directie


Onderwijs. Netwerkleren gaat niet vanzelf volgens haar, er is wel wat voor
nodig. En het moet niet van bovenaf worden opgelegd. Op bladzijde 60 legt
zij uit waarom.

340
Directeur Josette Daal en beleidsmedewerker Eduard Pieters van Stichting
Katholiek Onderwijs Aruba (SKOA) gaan in op netwerkleren en vertellen hoe
belangrijk de erkenning van deze vorm van professionaliseren is. Lees meer
op bladzijde 256.

Emy Davelaar is hoofd van de Agnes Kleuterschool in Noord en actief in het


project als leernetwerkcoach. Zij heeft diverse netwerken begeleid en weet
dat je in netwerken moet investeren, vooral tijd. Op bladzijde 70 leest u haar
verhaal.

Arthur Dowers is minister van Justitie en Onderwijs en ziet in netwerkleren


eigenlijk alleen maar voordelen. Een belangrijke voorwaarde is wel dat het
van de leraren zelf uitgaat. Lees meer hierover in zijn portret op bladzijde 34.

Cheddy Lopez Henriquez is 75 jaar en werkt al 54 in het onderwijs. Zij werkt


als invalkracht op het Collegio Bon Bini en kreeg meer dan tien reacties op
haar oproep die zij deed tijdens de conferentie. Ze startte daarmee een net-
werk rondom het vak Kennis der natuur. Lees meer op bladzijde 156.

Roelien Hofman werkt op de Emmaschool in Oranjestad, een school voor


speciaal onderwijs, en is leernetwerkcoach. Volgens haar geeft netwerkleren
meer didactische en pedagogische inzichten. Lees meer op bladzijde 120.

341
Het netwerk Basisvoorwaarden kwam erachter dat ze meer invloed konden
uitoefenen dan ze dachten. En waar ze geen invloed hadden gingen ze het
gesprek aan: met de Inspectie Onderwijs. Op bladzijde 284 vertellen Annerie
van Houdt, Marlene Bendt en Brigitte Boekhoudt over de enorme groei
die ze persoonlijk en als netwerk hebben doorgemaakt.

Joseph Kessels, hoogleraar bij LOOK, stond drie dagen voor een volle zaal
met honderden leraren van Aruba, om te betogen dat leraren het beter doen
als ze professionele ruimte krijgen. Hij kreeg veel bijval, maar ook wat kantte-
keningen. Lees meer op bladzijde 182.

Gina de Kort is actief betrokken bij het project De leraar in de drivers seat als
platformlid en werkt als onderwijskundig adviseur bij de Directie Onderwijs.
Zij ziet het potentieel van netwerkleren, maar heeft ook een nuchtere blik.
Lees meer op bladzijde 240.

Hester Matthijsse en Juryenne Ras zijn collegas op de Kukwisaschool in


Pos Chiquito. Zij zijn actief in een leernetwerk en geven aan veel profijt van
de tools te hebben gehad, zoals de Netwerk Barometer en de Leerestafette.
Op bladzijde 134 leest u hun dubbelportret.

Zetsia Pia is leerkracht op de Agnes Kleuterschool in Montana (Noord).


Zij ontpopte zich tijdens het project als een ware ambassadeur van net-
werkleren en is de bedenker van het projectlogo. Lees meer op bladzijde 94.

342
Anne-Marie Proveyer is directeur van de Directie Onderwijs. Zij doet een
pleidooi voor nieuwe vormen van leren, life long learning en netwerkleren.
Op bladzijde 262 legt zij bovendien uit waarom zij zo onder de indruk was
van het betoog van prof. Joseph Kessels bij de conferentie.

Angela van Ruyven is leerkracht aan de Scol Dununman school, een school
voor zeer moeilijk lerende kinderen. Ze aarzelde geen moment om deel te
nemen aan het project De leraar in de drivers seat. Waarom? Dat leest u op
bladzijde 100.

Erica Weber zit vier jaar in het onderwijs en werkt als leerkracht op het
Rosario College in Oranjestad. Teamwork en initiatief nemen op de terreinen
waarop je sterk bent en de onderwerpen van Joseph Kessels spraken haar
allemaal erg aan. Maar in het onderwijs op Aruba is de realiteit heel anders
legt ze uit op bladzijde 174.

Janice Westerburger is leerkracht op Basisschool Reina Beatrix in Oranje-


stad. Zij maakt deel uit van netwerk dat zich bezighoudt met basisvoorwaar-
den scheppen. Op bladzijde 46 kunt u lezen waarom zij in dat netwerk is
gestart.

Brigitte Boekhoudt, Monique Korenhof en Rene de Kruif zijn de


projectleiders van De leraar in de drivers seat. Zij blikken terug op dit project
in het laatste portret van dit boek. Hun verhaal leest u op bladzijde 302.

343
344
Colofon

Uitgave
LOOK, Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek
Open Universiteit
November 2013

Bezoekadres
Valkenburgerweg 177
6419 AT Heerlen
T 045 - 576 22 22

Postadres
Postbus 2960
6401 DL Heerlen

Redactie
Drs. Monique Korenhof
Dr. Rene de Kruif
Prof. dr. Maarten de Laat

Bureauredactie
Drs. J.L.C. Arkenbout
Drs. Monique Korenhof
Dr. Rene de Kruif
I. Lau
C.M.E. Vavrinek
M.J.A. Willems MSc

Fotografie
LOOK, Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek
Ministerie van Justitie en Onderwijs van Aruba

Omslag en vormgeving
Janine Cranshof, Team Visuele Communicatie, Open Universiteit

345
Illustraties
Janine Cranshof, Chris Peeters, Team Visuele Communicatie, Open Universiteit

Logo De leraar in de drivers seat


Zetsia Pia (concept ontwerp)
Frans Leenheer (digitale vertaling)

Drukwerk
OBT bv, Den Haag

Oplage
1600 exemplaren

U kunt deze publicatie downloaden via www.ou.nl/look


Dat geldt ook voor eerder verschenen publicaties van LOOK
(en de voorganger: het Ruud de Moor Centrum).

346
Netwerkleren betekent actief en gericht gebruikmaken van sociale relaties
bij het oplossen van professionele vraagstukken. Dit boek laat ervaringen
met netwerkleren zien van mensen uit het onderwijs op Aruba.
We beschrijven de integrale aanpak van netwerkleren, in gang gezet
door leraren, en de impact die dat heeft op organisatieniveau en zelfs
beleidsniveau. Dit maakt het boek tot een inspiratiebron voor organisaties
die op een netwerklerende manier aan kennisontwikkeling willen werken
en met professionaliseringsvraagstukken aan de slag willen.

5513428

You might also like