Lesvoorbereiding Krachtige leeromgeving

lichamelijke opvoeding - les 1

gegevens van de student-leraar gegevens van de les
naam Charlotte Smits, Michael Verbeiren & lesonderwerp
Jens Coenen Inoefenles koprol voorwaarts, koprol achterwaarts en handenstand.
vakken LO-BR /LO-NW
hoofddoelstelling
De leerlingen kunnen een koprol voorwaarts, koprol achterwaarts en handenstand
gegevens van de school correct uitvoeren volgens hun eigen niveau (met of zonder helper/toestel).
mentor Sofie Peetroons
didactische Materieel: Een sporthal ter beschikking (grootte 2 basketbalvelden)
school Karel de Grote Hogeschool
beginsituatie Leerlinggebonden: De leerlingen zijn gemotiveerd, maar de meisjes meer dan de
adres Brusselstraat 45 jongens. Ongeveer n derde van de groep bestaat uit meisjes, twee derde van
2018 ANTWERPEN de groep bestaat uit jongens.
Leerstofgebonden: De lln. hebben al eens kennis gemaakt met koprol en
handstand, maar velen hebben het nog niet onder de knie. Enkele leerlingen
gegevens van de klas
hebben nog geen goede vormspanning. Sommige leerlingen durven nog niet
leerjaar 6 opzwaaien naar handenstand.
niveau/vorm lager onderwijs
situering in het koepel/net: VVKBaO
klasgroep 6B leerplan leerplancode: D/2011/0938/02
aantal lln. 20 1. M.C
Leerplandoel: MC 6.37 Groot-motorische bewegingsproblemen oplossen gericht
datum en locatie op stabiliteit en voortbeweging en daarbij materialen en voorwerpen hanteren
datum 2017-06-13 binnen de verschillende bewegingsthemas: Rotaties: De leerlingen draaien rond
lichaams- en toestelassen
tijdstip Van 11.00 uur tot 12.00 uur (lengte-, breedte-, diepteas). p.28
(effectieve lestijd: 50 min) Eindterm: 1.12 Groot-motorische vaardigheden en acties en gevarieerde
locatie Sporthal Campus Zuid situaties: De leerlingen kunnen verschillende vormen van rollen uitvoeren.

2. G.V.L
evaluatie van de lesvoorbereiding Leerplandoel: GVL 2.1 Veiligheidsvoorschriften, -afspraken en -regels naleven:
slecht onvoldoende voldoende goed zeer goed De leerlingen hebben noties over de eigen constitutie en ontwikkelen een
handtekening mentor of lector correcte lichaamshouding. p.31
Eindterm: 2.1 Groot-motorische vaardigheden en acties en gevarieerde situaties:
De leerlingen hebben noties over eigen constitutie en ontwikkelen een correcte
lichaamshouding.

3. Z.C

Karel De Grote-Hogeschool Departement Lerarenopleiding Professionele Bachelor Secundair Onderwijs Pothoekstraat 125 2060 Antwerpen T 03 613 14 00
 Leerplandoel: ZC 1.2 Zelfkennis en zelfvertrouwen: De leerlingen tonen in het
experimenteergedrag dat ze de eigen mogelijkheden en begrenzingen aanvoelen,
kennen en verleggen. Ze weten wat ze wel of niet kunnen. p.33
Eindterm: 1.6 Zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties:
Voorkeurlichaamszijde, lichaamsopbouw, lichaamsbesef: De leerlingen tonen in
het bewegen een intutief, maar ook een bewust kennen, aanvoelen, omgaan en
rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, -mogelijkheden en -
beperkingen.

4. S.F
Leerplandoel: SF 2.3 Met de andere(n) in relatie treden: De leerlingen durven
hulp vragen en willen hulp aanvaarden. p.34
Eindterm: /

leerboek en/of 1 springplank, 1 dikke mat/landingsmat, 1 lange mat, 8 dunne matjes, (+) 6
benodigd sportramen.
materiaal

geraadpleegde (Jimi Gantois, 2015)

bronnen http://www.jimigym.be/

(Kos, december 2009)

Gymnastiek 1200 oefeningen

Karel De Grote-Hogeschool Departement Lerarenopleiding Professionele Bachelor Secundair Onderwijs Pothoekstraat 125 2060 Antwerpen T 03 613 14 00
 leerinhoud lesontwikkeling organisatie / media / tijd
CVA
Opwarming: Verzamelen: De lln. verzamelen aan de turnlijn. T: 5 min.

Kruiwagentje Aankondiging: We gaan onze armspieren en buikspieren even M: /

De leerlingen gaan per 2 staan op de turnlijn.
1 leerling steunt op handen en voeten.
De andere leerling pakt de leerling aan de bovenbenen
vast en heft deze op.
De leerlingen bewegen zich verder als een kruiwagen
doorheen de zaal.
Variaties:
- Bij het wandelen in kruiwagen door de zaal, de andere
groepjes die ze tegenkomen en een hand schudden.
- Bij het wandelen in kruiwagen over obstakels gaan,
zoals Zweedse banken, dikke matten,
opwarmen.
Schema:
Opstelling/Materiaal: /
Instructie/demonstratie: De LK. vraagt een leerling om mee de
beweging voor te doen.
Hij laat de leerling op handen en voeten steunen. Hij pakt de leerling
net boven de knien op en draagt de leerling zo. De leerling spant de
buik- en rugspieren op om zo recht mogelijk te blijven tijdens het
verplaatsen.
Kijk goed waar ik hem aan zijn benen ophef. Boven de knie pakken
we de benen vast!
Proefactiviteit: De lln. beginnen te wandelen door de zaal.

Haltmoment: De LK. stopt de oefening. Hij herhaalt hoe belangrijk

Aandachtspunten: het is om de spieren aan buik- en rugzijde op te spannen tijdens het
Rug niet laten doorzakken. verplaatsen. Hij laat de lln. van rol verwisselen.
Schouders niet omhoogduwen.
Hoofd omhooghouden. Start activiteit: De LK. geeft het startsein en het spel begint
opnieuw.

Begeleiden van leerproces: De LK. kijkt rond en geeft

opmerkingen als een leerling niet goed genoeg zijn spieren opspant
of zijn vorm niet aanhoudt.

Eindigen: De LK. stopt de oefening.

BG: MC: V: De leerlingen kunnen genoeg kracht ontwikkelen in de benen bij het afduwen.
BG: MC: V: De leerlingen kunnen doorrollen om zo terug op hun voeten te komen.
PG: ZC: I: De leerlingen kunnen aan de hand van kijkwijzers de oefening uitvoeren.
PG: SF: A: De leerlingen kunnen elkaar helpen en begeleiden bij het uitvoeren van de bewegingen.
PG:SF: A: De leerlingen kunnen op hun beurt wachten.
Kern: 1. Verzamelen: De lln. verzamelen zich in een halve cirkel rond T: 20 min.
de LK.
Oefening: Standenwerk koprol voorwaarts/ 2. Aankondiging: We gaan leren een koprol voorwaarts en M:
achterwaarts. achterwaarts uit te voeren. We gaan beginnen met de koprol 1 plint
voorwaarts. Na een 10tal minuten gaan we ook oefenen op een 1-2 dikke mat(ten)
koprol achterwaarts. 1 lange mat
6 dunne matjes

3
 leerinhoud
De leerlingen gaan verschillende standen doorlopen om
daarna op hun eigen niveau een koprol
voorwaarts/achterwaarts te leren uitvoeren.
Doel:
De leerlingen zelfstandig laten werken.
De leerlingen van elkaar laten leren.
Stand 1: Koprol voorwaarts/ achterwaarts van een
schuin (hellend) vlak.
De lln. zetten zich in gehurkte houding bovenaan het
schuine vlak. Ze leunen voorwaarts en rollen dankzij de
zwaartekracht naar beneden langs het afhellend vlak.
Hierdoor moeten de lln. minder kracht gebruiken om de
koprol uit te voeren. Hierdoor kunnen ze zich meer
concentreren op het juist plaatsen van de handen en het
vormen van een bol.
Daarna zetten ze zich in gehurkte houding bovenaan het
schuine vlak met hun rug naar de helling en rollen
achterwaarts naar beneden. Zowel de voorwaartse als
de achterwaartse rol wordt hen na de uitleg en
demonstratie ook duidelijk gemaakt door de kijkwijzers.
Aandachtspunten:
Handen op schouderbreedte zetten.
Kin op borstkas leggen.
Momentum gebruiken om door te zwaaien.
Stand 2: Koprol voorwaarts/ achterwaarts op een
dikke mat.
De leerlingen vertrekken uit staande houding. Ze plooien
hun benen en duwen zich af terwijl ze hun handen
plaatsen op de dikke mat. Ze vormen opnieuw een
goede bol door hun kin op hun borstkas te plaatsen en
rollen door. Pas als ze met hun voeten terug de mat
raken, strekken ze de benen explosief zodat ze terug
recht geraken.
De leerlingen staan met hun rug naar de mat. Ze plooien
hun benen, ze houden hun handen naast hun
hoofd/oren. Ze houden hun kin tegen hun borst en rollen
met snelheid achterwaarts waardoor ze terug recht
geraken.
lesontwikkeling organisatie / media / tijd
3. Opstelling materiaal/leerlingen:
De lln. plaatsen het materiaal met de aanwijzingen die de LK hun
geeft. Schema:
Wat: 1 springplank.
Wie: 2 lln.
Waar: Op de door de LK. aangeduide plaats.
Wanneer: Op het signaal van de LK.
Op welke wijze: De lln. pakken de springplank op met 2 handen aan
de brede kant. De lln. dragen deze naar de aangeduide plaats.
Wat daarna: De lln. komen terug naar de LK. en wachten op verdere
instructies.
Wat: 1 dikke mat.
Wie: 8 lln.
Waar: Op de door de LK. aangeduide plaats.
Wanneer: Op het signaal van de LK.
Op welke wijze: De lln. plaatsen zich per 2 aan een zijde van de
dikke mat. Ze heffen gezamenlijk op het signaal de mat op. Ze
houden hun rug recht tijdens het heffen en gaan goed door de
benen. Ze stappen op een gezamenlijk tempo naar de aangeduide
plaats en laten daar de mat langzaam zakken. Ook bij het laten
zakken van de mat houden de lln. hun rug recht en gaan ze door de
benen.
Wat daarna: De lln. komen terug naar de LK. en wachten op verdere
instructies.
Wat: 1 lange mat.
Wie: 6 lln.
Waar: Op de door de LK. aangeduide plaats.
Wanneer: Op het signaal van de LK.
Op welke wijze: De lln. zetten aan 1 zijde van de opgerolde mat. Ze
rollen hem gezamenlijk naar de aangeduide plaats. Daarna maken
ze de plakker los en rollen de mat uit. Dit doen ze door het uiteinde
langs beide zijde vast te nemen. De andere lln. heffen de rol op
zodat deze kan worden afgerold.
Wat daarna: De lln. komen terug naar de LK. en wachten op verdere
instructies.
Wat:8 dunne matjes
Wie: 2-3 lln. per matje
Waar: Op de door de LK. aangeduide plaats.
Wanneer: Op het signaal van de LK.
4
 leerinhoud
Aandachtspunten:
De leerlingen rollen met snelheid en kracht door.
De leerlingen duwen af op hun benen om genoeg
momentum te ontwikkelen.
De leerlingen komen recht na hun koprol door op
hun benen te steunen.
Stand 3: Koprol voorwaarts/achterwaarts op een
dunne mat.
De leerlingen voeren zelfstandig een koprol uit op een
dunne mat. Ze letten hierbij op alle voorgaande
aandachtspunten.
Aandachtspunten:
Starten in staande houding
Door de benen gaan.
Handen voor zich zetten op schouderbreedte bij
voorwaartse rol.
Handen naast hun hoofd/oren bij het vertrek van
achterwaartse koprol.
Afduwen op benen om momentum op te
bouwen.
Kin tegen borstkas houden tijdens rollen.
Na rolbeweging afduwen op voeten om recht te
komen.
Stand 4: meerdere keren koprollen voorwaarts/
achterwaarts zonder steun van armen.
De leerlingen gaan aan het begin van de lange mat
staan. Ze voeren enkele koprollen voorwaarts achter
elkaar uit, zonder hun armen te gebruiken om recht te
komen. Hierdoor moeten ze nog meer momentum halen
uit hun benen en hun lichaam zeer goed in een bol
houden.
Ze voeren ofwel voorwaartse koprollen uit achter elkaar
ofwel achterwaartse.
lesontwikkeling organisatie / media / tijd
Op welke wijze: De lln. pakken de mat met 2 handen op aan beide
uiteinden. Ze verplaatsen de mat zonder deze over de grond te
slepen.
Wat daarna: De lln. komen terug naar de LK. en wachten op verdere
instructies.
4. Instructies + demonstratie: De LK. voert een koprol
voorwaarts uit en overloopt daarbij de belangrijke
aandachtspunten. Hij ondersteunt elk belangrijk aandachtspunt
nog eens apart met demonstraties.
Na de eerste 10 minuten zal de LK. terug een demonstratie
geven over een koprol achterwaarts. Ook hierbij zal de LK. de
aandachtspunten 1 voor 1 overlopen. Hij zegt ook dat ze elkaar
moeten helpen en feedback moeten geven, als ze een leerling
iets fout zien doen.
5. Proefactiviteit: De LK. verdeelt de lln. over de verschillende
standen. De lln. krijgen instructies over het doorschuifsysteem
tussen de standen.
Jullie worden nu verdeeld over de verschillende standen. Daar
proberen jullie de oefening uit te voeren. Mocht je voelen dat de
oefening te makkelijk of te moeilijk is, dan mag je naar een
andere stand gaan. Zo kan je zelf op je eigen niveau werken. Ik
kom rond en kom jullie uitvoering ook beoordelen. Ik zal jullie
dan ook op basis van je uitvoering soms naar een andere stand
laten gaan.
6. Haltmoment: De LK. stopt de oefening. Hij overloopt de
fouten die hij heeft geobserveerd en voert nogmaals een
demonstratie uit. Hij vraagt aan de leerlingen wat de
belangrijkste aandachtspunten zijn.
7. Vereiste activiteit: De LK. laat de lln. verder oefenen.
8. Begeleiding: De LK. loopt rond en gaat van stand naar stand
om de lln. te observeren. Hij begeleidt de lln. indien ze iets niet
durven en motiveert hun om uit hun comfortzone te komen. Als
een leerling iets op de foute manier doen, vraagt hij aan die
leerling wat hij fout doet en hoe hij het juist moet doen. Als de
leerkracht ziet dat het voor sommige leerlingen het te
moeilijk/makkelijk is, stuurt hij ze naar een andere stand.
5
 leerinhoud lesontwikkeling organisatie / media / tijd
Aandachtspunten: 9. Eindigen: Stop! Verzamel je bij mij. We gaan nu het
Niet stoppen tussen verschillende koprollen. gebruikte materiaal opruimen zodat we naar de volgende
Niet volledig rechtstaan tussen de koprollen. oefening kunnen gaan.

Wat: 1 springplank.
Wie: 2 lln.
Waar: Op de oorspronkelijke plaats.
Wanneer: Op het signaal van de LK.
Op welke wijze: De lln. pakken de springplank op met 2 handen aan
de brede kant. De lln. dragen deze naar de oorspronkelijke plaats.
Wat daarna: De lln. komen terug naar de L en wachten op verdere
instructies.

Wat: 2 dunne matjes

Wie: 2-3 lln. per matje
Waar: Op de oorspronkelijke plaats.
Wanneer: Op het signaal van de LK.
Op welke wijze: De lln. pakken de mat met 2 handen op aan beide
uiteinden. Ze verplaatsen de mat zonder deze over de grond te
slepen.
Wat daarna: De lln. komen terug naar de LK. en wachten op verdere
instructies.
De lln. zetten zich terug voor de LK. in een halve cirkel.

BG: MC: V: De leerlingen kunnen hun lichaam opspannen.

BG: MC: V: De leerlingen kunnen hard genoeg opzwaaien.
BG: MC: V: De leerlingen kunnen vanuit handstand doorrollen.
PG: ZC: K: De leerlingen kunnen de belangrijkste aandachtspunten voor een handstand opnoemen.
PG: SF A: De leerlingen kunnen elkaar helpen bij het uitvoeren van de oefeningen.
Kern: 1. Verzamelen: De LK. verzamelt de leerlingen frontaal voor zich, T: 20 min.
zodat ze hem allemaal goed kunnen zien en horen.
Oefening: Standenwerk handstand per twee M: (+) 6 sportramen, 6 kleine
2. Aankondiging: We gaan bij deze oefening in verschillende matjes, 1 lange mat,1 dikke mat
De leerlingen verzamelen bij de leerkracht. De lln. groepjes werken die ik zal indelen. Er wordt gewerkt met drie
worden in drie gelijke groepen verdeeld. Zij werken per Schema:
standen. Ik zal rondlopen en jullie individueel feedback geven. De
twee. Tijdens de verschillende oefeningen krijgen ze
verder uitleg van de LK. Bij elke stand vinden ze een leerkracht verdeelt de klas dan in 3 gelijke groepen op basis van wat
kijkwijzer terug met alle informatie en verder staan er hij gezien heeft van de vorige oefening. Hij maakt groepen waarbij
ook enkele uitdagende oefeningen op voor als ze het het niveau ongeveer hetzelfde is.
goed kunnen. De lln. kunnen altijd bij de LK. terecht als
ze iets niet goed begrijpen. 3. Materiaal: Sportraam, 1 lange mat, 6 kleine matjes, 1 plint

Doel:

6
 leerinhoud
De leerlingen zelfstandig laten ontdekken.
De leerlingen helpen elkaar op de correcte
manier.
De leerlingen ontwikkelen een
verantwoordelijkheidsgevoel.
Stand 1: Handstand tegen het sportraam +
doorrollen
De leerlingen klimmen op tot handstand tegen het
sportraam. Dit gebeurt eventueel met helper, als de
leerling dit wenst. Ze houden de handstand 3 tellen aan.
In plaats van naar beneden te kruipen gaan de lln.
proberen door te rollen. Dit gebeurt ALTIJD met
begeleider. De leerkracht geeft eerst een demo en zal
tijdens de oefening ook observeren en feedback geven.
Oefening voor een correcte lichaamshouding en
doorrollen
Aandachtspunten stand 1:
Handen op schouderbreedte.
Kijken naar de handen.
Voeten inhaken.
Kin tegen de borst bij het doorrollen.
Stand 2: Opzwaaien tot handstand tegen de
landingsmat
Tijdens deze oefening gaan de leerlingen werken op de
correcte houding van hun bovenlichaam.
En leerling gaat voor de rechtstaande landingsmat
staan. De leerling zet zijn voorkeursvoet voor en zet de
handen klaar om ze op de grond te zetten. De leerling
zwaait de benen krachtig omhoog tot tegen de
landingsmat. Hij blijft 3 tellen in handstand staan met
een volledig gestrekt lichaam, kijkend naar de handen.
Daarna voert de partner de oefening uit en zo wisselen
ze af. Iedereen doet deze oefening minstens 10 keer.
De helper gaat het bovenbeen van zijn partner
lesontwikkeling organisatie / media / tijd
4. Speluitleg + demo: De LK. geeft een uitleg bij elke stand en
geeft een demonstratie. Hij zegt ook dat ze de oefening per 2
moeten doen en ze elkaar moeten helpen.
Stand 1 oefent handstand tegen het sportraam, deze keer met
doorrollen. Goed helpen hierbij!
Stand 2 oefent handstand tegen de landingsmat.
Stand 3 oefent op handstand met doorrollen.
Probeer de oefeningen op een rustige manier uit te voeren en niet te
veel lawaai te maken. Probeer ook elkaar op een veilige manier te
helpen! De leerkracht vraagt ook aan de leerlingen hoe ze het best
elkaar kunnen helpen.
5. Proefactiviteit: Iedereen weet wat hij in zijn groepje moet
doen?, Probeer de oefening zo goed mogelijk uit te voeren,
Start!
6. Haltmoment: Wanneer de LK. merkt dat leerlingen een oefening
op een verkeerde manier uitvoeren of de oefening niet meer op een
serieuze manier uitvoeren, legt de LK. de oefening stil. Er mag ook
niet te veel lawaai zijn en de leerlingen moeten elkaar op een veilige Stand 1:
manier helpen. De LK. en de lln. geven elkaar individueel feedback.
7. Start spel: We beginnen op mijn fluitsignaal. Let erop dat je de
oefeningen uitvoert op de correcte manier.
8. Begeleiden: De LK. moedigt de leerlingen aan en let erop dat de
oefening op een correcte manier uitgevoerd wordt. De leerlingen
worden individueel begeleid/gecorrigeerd. Hij vraagt ook aan de
leerling of hij/zij gezien heeft wat zijn/haar partner fout doet.
Eventueel verandert hij de duos zodat de iets sterkere met een iets
zwakkere leerling staat. Zo moet de iets betere de andere proberen
te helpen.
9. Eindigen: Na de oefeningen verzamelt de LK. de leerlingen bij
hem en zegt wat er goed was en wat er beter kon. Nadien wordt het
gebruikte materiaal opgeruimd door de lln.
7
 leerinhoud
vastnemen met twee handen en gaat deze rustig naar
boven brengen zodat de partner in handstand komt te
staan. Dit houden ze drie tellen aan en dan brengt hij de
partner rustig terug naar beneden. Dit doet men 10x.
Wanneer de oefening goed lukt gaat de helper niet meer
helpen maar laat de ander de handstand zelfstandig
uitvoeren en ondersteunt indien nodig.
Oefening voor correcte houding van de
schoudergordel en lichaamsspanning
Aandachtspunten stand 2:
Handen op schouderbreedte.
Lichaam volledig strekken.
Helper houdt de bovenbenen goed vast.
Stand 3: handstand met doorrollen
En leerling staat in strekstand en de andere aan de
zijkant van de voeten met het aangezicht naar zijn
partner. De leerling zwaait op tot handstand en zijn
helper begeleidt hem hierbij. De helper gaat de
vormspanning controleren van zijn partner. Nadat de
leerlingen drie tellen in handstand staat, gaat hij
doorrollen. Er wordt gewisseld nadat de leerling 3x een
handstand uitvoert.
Aandachtspunten:
Schouders boven de handen.
Vormspanning.
Tenen strekken.
Bij het doorrollen, kin tegen de borst.
Goed een bolletje vormen.
Helper neemt de bovenbenen.
Oefening voor evenwichtsverlies en doorrollen
Alle opdrachten worden per twee uitgevoerd!
BG: MC: V: De leerlingen kunnen genoeg beenkracht ontwikkelen.
PG: SF: A: De leerlingen kunnen samen werken in groepsverband.
PG: SF: A: De leerlingen vertrouwen op elkaar.
lesontwikkeling organisatie / media / tijd
Stand 2:
Wat: 1 dikke mat.
Wie: 8 lln.
Waar: Op de oorspronkelijke plaats.
Wanneer: Op het signaal van de LK.
Op welke wijze: De lln. plaatsen zich per 2 aan een zijde van de
dikke mat. Ze heffen gezamenlijk op het signaal de mat op. Ze
houden hun rug recht tijdens het heffen en gaan goed door de
benen. Ze stappen op een gezamenlijk tempo naar de aangeduide
plaats en laten daar de mat langzaam zakken. Ook bij het laten
zakken van de mat houden de lln. hun rug recht en gaan ze door de
Stand 3:
benen.
Wat daarna: De lln. komen terug naar de LK. en wachten op verdere
instructies.
Wat: 1 lange mat.
Wie: 6 lln.
Waar: Op de oorspronkelijke plaats.
Wanneer: Op het signaal van de LK.
Op welke wijze: De lln. rollen de lange mat op en maken de plakker
vast. Ze zetten zich aan 1 zijde van de opgerolde mat. Ze rollen hem
gezamenlijk naar de oorspronkelijke plaats.
Wat daarna: De lln. komen terug naar de LK. en wachten op verdere
instructies.
Wat: 6 dunne matjes.
Wie: 2-3 lln. per matje.
Waar: Op de oorspronkelijke plaats.
Wanneer: Op het signaal van de LK.
Op welke wijze: De lln. pakken de mat met 2 handen op aan beide
uiteinden. Ze verplaatsen de mat zonder deze over de grond te
slepen.
Wat daarna: De lln. komen terug naar de LK. en wachten op verdere
instructies.
8
 leerinhoud
Slot
Slotspelen:
Flankkring: De lln. gaan in een kring staan en buigen
door hun benen om op de knien te gaan zitten van de
persoon achter hen. De kring mag niet breken en men
moet proberen niet te vallen.
Eerst doen alle leerlingen dit samen. Als dit goed lukt
verdelen we de groep in twee en gaan de lln. na het
startsignaal proberen zo snel mogelijk een flankkring te
maken. De groep die eerst klaar is, wint!
Aandachtspunten:
Probeer samen te werken met je groep.
Probeer het spelletje te blijven volhouden.
Niet roepen of tieren!
lesontwikkeling organisatie / media / tijd
1. Verzamelen: De LK. verzamelt de leerlingen frontaal voor zich, T: 5 min.
zodat ze hem allemaal goed kunnen zien en horen.
M: /
2. Aankondiging: We gaan proberen een flankkring te maken door
op elkaar te steunen. Schema:
3. Materiaal: /
4. Speluitleg + demo: We gaan proberen allemaal op elkaars
benen te gaan zitten op hetzelfde moment.
Hiervoor is het van belang dat je goed werkt met een signaal.
Jullie 2 mogen het eens komen voordoen. Ik zal de achterste
leerling even ondersteunen door je op je rug tegen te houden. De
andere leerling gaat nu op de gebogen knien van de 1e leerling
zitten. Zo gaan we een hele kring proberen maken.
Zet jullie nu maar allemaal in een kring.
5. Proefactiviteit: Probeer goed samen te werken! Niet roepen of
tieren tijdens de oefening!
6. Haltmoment: Wanneer de LK. merkt dat een leerling de oefening
op een verkeerde manier uitvoert of de oefening niet meer op een
serieuze manier uitvoert, legt de LK. de oefening stil. De leerlingen
moeten de oefening rustig uitvoeren.
7. Start spel: We vertrekken vanaf dat ik Ja zeg. Let er op dat je
de oefening goed uitvoert.
8. Begeleiden: De LK. moedigt de leerlingen aan.
9. Eindigen: Na de oefening verzamelt de leerkracht de leerlingen
bij hem en zegt wat er goed was en wat er beter kon.
9
 ondersteunend schema
schrijf of teken hier het bordplan, de structuur van de transparant, smartboard, ...

10
 aandachtspunten

sterke lesmomenten zwakke lesmomenten

som hier enkele sterke lesmomenten op (optioneel in het 3de traject) som hier enkele zwakke lesmomenten op (optioneel in het 3de traject)

aandachtspunten

som hier enkele concrete actiepunten op waardoor je de zwakke lesmomenten kan remediren

11