Taakverdeling De leerling voerde De leerling voerde De leerling voerde zijn rol uit. zijn rol uit. zijn rol uit. (materiaalmeester, (materiaalmeester, (materiaalmeester, leider,uitvoerder,) leider,uitvoerder,) leider,uitvoerder,) niet uit. maar de andere goed uit. hielpen hem. Samenwerking De leerling wou niet De leerling werkte De leerling werkte samen werken met samen met anderen. goed samen met de anderen. anderen.
materiaal De leerling had zijn De leerling had zijn materiaal niet mee materiaal mee/
Stappenplan De leerling volgde De leerling volgde De leerling volgde het stappen plan het stappenplan het stappenplan en niet. werkte stap voor stap.
Werktempo De leerling werkte De leerling werkte De leerling werkte niet mee aan de Door maar moest goed door. opdracht en werkte soms aangemoedigd traag worden.
Respect voor elkaar De leerling heeft De leerling heeft De leerling heeft geen respect voor respect , als iemand respect voor zijn zijn medeleerlingen zich er op wijst. medeleerlingen in zijn groepje
Respect voor het De leerling heeft De leerling heeft De leerling heeft materiaal geen respect voor respect voor het respect voor het het materiaal. materiaal als iemand materiaal. hem door op wijst.