Professional Documents
Culture Documents
Selectie Leerplan Muziek Go
Selectie Leerplan Muziek Go
Selectie Leerplan Muziek Go
1.3. Betekenis
Muziek vertolkt gevoelens, gedachten, een sfeer, een boodschap of een verhaal.
Kinderen willen iets communiceren met muziektaal. Anderzijds willen ze ook
graag ontdekken wat de muziek die ze horen hen te vertellen heeft.
Aan het einde van de lagere school komt daar nog de benvloedende functie van
muziek bij. Sommige muziekstukken zijn gemaakt om een bepaald groepsgevoel
te creren (religieus, militair, politiek). Anderzijds kan je zelf ook muziek
ontwerpen waarmee je bijvoorbeeld een samenhorigheidsgevoel wil creren of
kan je je via een bepaalde muziekvoorkeur profileren of integreren binnen een
groep.
1.4. Middelen
Om muziek te maken gebruiken we middelen zoals de eigen stem, het lichaam,
voorwerpen en instrumenten.
Het lezen en noteren van muziek zien we als een ondersteunend middel voor het
actief musiceren of luisteren naar muziek. Het noteren van een zelfbedacht
muziekstukje laat kinderen toe om het op een later moment uit te voeren.
Gelijklopend met de ontluikende en beginnende geletterdheid zullen kinderen
muziek eerst symbolisch noteren en lezen. Geleidelijk aan leren kinderen dat
naast de betekenis ook de klank kan genoteerd worden. Kinderen leren grafisch
de klankduur, klanksterkte en klankhoogte weergeven en lezen.
De traditionele notatie (muzieknoten) is niet aan de orde in het basisonderwijs.
1.6. Proces:
1. Waarnemen: luisteren
hun muzikale geheugen en hun auditieve waarnemingsvermogen te ontwikkelen:
om hun eigen muzikale expressie te verfijnen.
Naast een activiteit op zich komt luisteren sowieso altijd aan bod bij een zang-
en/of musiceeractiviteit. Enerzijds kan een musiceeractiviteit bijvoorbeeld
voortvloeien uit of uitmonden in een luisteractiviteit. Anderzijds gaan de kinderen
in het proces van zingen en musiceren gericht luisteren naar de verschillende
etappes en naar het resultaat.
2. Verwerken en vormgeven: zingen
brede culturele ontwikkeling. een fijn gevoel om samen te zingen. de creativiteit
om zelf liederen te improviseren of te componeren. diverse spelvormen
gemoedstoestand.
zangplezier en een goed stemgebruik. Vanaf het vierde leerjaar introduceren we
meerstemmigheid via het aanleren van canons.
De evolutie in het muzikale geheugen en het auditieve waarnemingsvermogen
laat toe om bij kinderen in de lagere school naast goed stemgebruik ook de
klemtoon te leggen op leren zingen op de juiste toonhoogte, aandacht voor
expressiviteit, ritme, tempo en dynamiek en op het belang van te weten wat je
zingt. Dit alles staat finaal in functie van een verhoogd zangplezier en een
intense muzikale beleving.
3. Reflecteren
Naargelang de focus die de leerkracht in de waarneming legt,
1.7. Doelstellingen
1.7.1.algemene vaardigheden
1.7.2.Eindtermen
2.4*genieten van zingen en musiceren en dit gebruiken als impuls voor nieuwe
muzikale spelideen of andere aanverwante expressiewijzen.
2.5vanuit het eigen muzikaal aanvoelen praten over het zingen en het
musiceren.
1.7.3.Leerplandoelen GO!
Bv.
4.2.3.3 Praten over hun eigen of andermans (leerling, zanger (s) ) uitvoering
van een lied op basis van n of meerdere elementen:
Goed stemgebruik
Juiste toon
Betekenis (boodschap, sfeer, emotie)
Tempo en ritme (klankduur)
Dynamiek (klanksterkte)
Zangplezier
.