Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 9

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS:

LAGER ONDERWIJS flexibel traject


LESONTWERP
Naam: Annelies Holemans
Studietrajectbegeleider:
UC Leuven Limburg
Departement Lerarenopleiding
Mentor: Nele Van Bouwel
Professioneel gerichte bachelor in het
onderwijs- flexibel traject: lager Feedback op lesvoorbereiding
onderwijs
Campus Heverlee
Hertogstraat 178 - 3001 Heverlee
Tel. 016 37 56 00 Fax 016 37 56 99

Vul de gevraagde informatie in


school : Sint Jansschool Leuven leergebied : WO

klas en leerjaar : 6e leerjaar onderdeel : Wetenschappen en techniek

aantal leerlingen : 25 lesonderwerp : Bouwen, constructies & krachten:


zintuiglijke leerwandeling

datum (data) : 27/04/2016 lestijden :

van 13u20 tot 15u00 uur

1. SITUERING IN EINDTERMEN EN/OF LEERPLANNEN


Vink aan.

Gesubsidieerd Vrij Onderwijs (georganiseerd op priv-initiatief bijv. katholiek, joods, methode, )

EINDTERMEN
WO Tijd
- 3.7: kennen de grote periodes uit de geschiedenis en ze kunnen duidelijke historische elementen in hun omgeving en
belangrijke historische figuren en gebeurtenissen waarmee ze kennis maken, situeren in de juiste tijdsperiode aan de
hand van een tijdband.
- 3.8: kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand, die voor kinderen herkenbaar is, en die
door de geschiedenis benvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert.
- 3.9*: tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders.
WO Ruimte
- 4.1: kunnen aan elkaar een te volgen weg tussen twee plaatsen in de eigen gemeente of stad beschrijven. Ze kunnen
deze reisweg ook aanduiden op een plattegrond.
- 4.8: kunnen suggesties geven voor het inrichten van hun eigen omgeving.
- 4.16: tonen zich in hun gedrag bereid rekening te houden met andere weggebruikers
Beeld
- 1.2 door betasten en voelen (tactiel), door kijken en zien (visueel) impressies opdoen, verwerken en erover praten.
- 6.1*: blijvend nieuwe dingen uit hun omgeving ontdekken.

LEERPLANDOELEN

WO
Mens en het muzische:
- 3.1 Kinderen zijn gevoelig voor en genieten van de muzische expressie in hun omgeving.
o Dat houdt in dat ze:
- de schoonheid van de natuur (landschappen, wolkenformaties, geuren, mensen ) opmerken en uiten,
- de schoonheid van dingen die mensen maken (speelgoed, gebouwen, interieurs, muziek, schilderijen,
toneel, dans, gebruiksvoorwerpen, audiovisuele producten ) opmerken en dit uiten
- 3.3 Kinderen merken verschillende schoonheidsaspecten op in hun omgeving
o Dat houdt in dat ze: - aspecten als licht, ruimte, lijn, vorm, patroon, compositie, harmonie, kleur,
authenticiteit, textuur, ritme kunnen herkennen,

Mens en techniek:
- 6.4 Kinderen zien in dat veel voorwerpen in hun omgeving een aanvulling of verbetering zijn van menselijke functies
en maken er functioneel gebruik van. Dat houdt in dat ze:
- ervaren en uiten dat zien, horen, dragen, optillen, meten kan worden verbeterd of aangevuld door middel van
een instrument,
Les 5.4: WO: Bouwen, constructies en krachten: leerwandeling
- gebruik kunnen maken van instrumenten zoals een loep, een liniaal, een weegschaal, een maatglas, een
hefboom, een katrol, tandwielen, scharnieren, een fiets om de eigen functies te verbeteren en/of aan te vullen,
- vaststellen en uiten waarvoor bepaalde instrumenten worden gebruikt,
- vaststellen en uiten welke voorwerpen toepassingen zijn van hefbomen, katrollen, lenzen, kogellagers,
bewegingsoverbrenging via tandwielen
Mens en tijd:
- 8.12 Kinderen zien in dat mensen, dieren, planten, objecten, opvattingen, structuren evolueren in de tijd.
o met voorbeelden kunnen aantonen hoe dagelijkse gebruiksvoorwerpen, kleding, gebouwen, in de tijd
evolueren,
o vaststellen en uiten dat mensen nu andere gewoonten en gebruiken hebben dan vroeger,
o Inzien dat de producten die er nu zijn er niet altijd waren
o weten dat door de evolutie van de techniek het leven van mensen verandert
Mens en ruimte:
- 9.1 Kinderen ervaren en uiten dat elke (open) ruimte een indruk oproept of nalaat en dat verschillende factoren
daarbij een rol spelen.
Dat houdt in dat ze:
- hun gevoelens en hun waardering over een ruimte uiten,
- kunnen aangeven welke rol verschillende elementen zoals kleur, schikking, gebruikte materialen, aanwezigheid van
planten, meubilair, gebouwen spelen bij hun indrukken over een ruimte.

Individuele beginsituatie van kind(eren) m.b.t. deze les Differentiatievorm


1 De kinderen hebben op maandag al een brug ontworpen en geconstrueerd, op tempo
dinsdag hebben ze gewerkt rond hefbomen, op woensdag werkten ze rond
katrollen. begeleiding

instructie

materiaal

moeilijkheidsgraad
2 Tang heeft een motorische handicap. Hij gaat mee op leerwandeling met zijn tempo
speciale fiets. Ik stelde mijn leerwandeling op die manier samen dat we geen
trappen tegenkwamen zodat Tang overal makkelijk mee naartoe kon. begeleiding
Twee leerlingen zijn helpers die hem soms ondersteunen. Vb. duwen bij bergop. instructie
Af en toe wordt er gewisseld van helpers.
materiaal

moeilijkheidsgraad
3 tempo
Ontdekdoos Tandwielen = een ontdekdoos waar leerlingen zelfstandig leren over
tandwielen. Dit is differentiatie naar boven toe en kan gemaakt worden tijdens begeleiding
het contractwerk. De oefeningen over tandwielen kunnen gezien worden als instructie
uitdaging wiskunde. Er kan individueel maar ook per 2 of per 3 gewerkt worden
met de ontdekdoos. materiaal

moeilijkheidsgraad

3. MATERIAAL (zie foto bijlage)

- 25 potloden
- 25 clipboards
- werkbladen
- gelamineerde kaart Leuven (A3), stift en vegertje
- slijper
- fototoestellen (2)
- camera
- zak met naamkaartjes
- gsm
- fluovest
- boek Hundertwasser

4. BRONNEN
Welke handleidingen, naslagwerken, websites, bestaande praktijkvoorbeelden, heb je geraadpleegd om deze les voor te
bereiden? Formuleer volgens de APA-methode.

- prenten: google afbeeldingen


- kaart: googlemaps.com
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Kraan_(machine)

5. BIJLAGEN

Bijlage 1: observatieblad leerwandeling (recto verso)

Les 5.4: WO: Bouwen, constructies en krachten: leerwandeling


Plattegrond wandeling

Les 5.4: WO: Bouwen, constructies en krachten: leerwandeling


4 INLEIDING
Werkvorm: klasgesprek
1. Motivatie/probleemstelling: zoektocht constructies, vormen, gebouwen Materiaal:
- potlood x25
De lln kunnen de reisweg Lkr zegt dit tegen de lln terwijl ze in de rij staan Een stuk van de uitleg kan - observatieblad rectoverso x25
aanduiden op de plattegrond eventueel al gegeven worden in de klas voor of na het middagmaal: - slijper
van Leuven. - 2 fototoestellen
Zoals ik daarnet al heb verteld, gaan we niet naar binnen, we gaan een - camera
wandeling door de stad maken. - zakje met naamkaartjes
- fluovest
- gelamineerde kaart Leuven,
Iedereen krijgt een potlood en observatieblad in een plasticje voor als het zou stift en vegertje
regenen.
(deel uit) Organisatie:
Schrijf eerst je naam op het blad!
Op de voorkant van het observatieblad zien jullie een kaart van Leuven staan Als lkr hand opsteekt, doen lln
(lkr toont gelamineerde kaart in het groot) hetzelfde, komen rond lkr staan en
maken het stil zodat lkr iets kan
Er staat een vierkant rond dit stuk en dat staat eronder uitvergroot zodat jullie uitleggen.
de straten goed kunnen zien. Probeer de weg die we afleggen te volgen op de
kaart. We vertrekken aan het rode bolletje, dat is onze school. We gaan zo
meteen als we de schoolpoort uitgaan naar rechts. Hoe stappen we dan op de
intro

kaart?
(lln toont aan en lkr tekent met stift)

Welke windichting lopen we dan uit?


- Het noorden.

We gaan een zoektocht doen! We gaan op zoek gaan naar constructies de we


geleerd hebben in de klas (driehoeken, bogen, katrollen, hefbomen en
tandwielen). Je noteert kort onder de prent van elke constructie waar je deze
constructie tegenkomt in de stad. Ik heb twee fototoestellen en 1 camera om te
filmen. Ik ga namen trekken en die leerlingen mogen ook fotos nemen en
stukjes filmen. Niet te veel fotos nemen of te lang filmen want dan is ons
geheugenkaartje meteen vol. Tijdens de wandeling trek ik af en toe nieuwe
namen.

We gaan op zoek gaan naar een hijskraan en die gaan we schetsen en


bestuderen. Als je een andere speciale vorm tegenkomt, of een speciaal huis, of
een gekke constructie die jij interessant vindt, dan teken je die of beschrijf je
die hier. Je mag er ook een foto van nemen of vragen aan iemand die een
fototoestel heeft om er een foto van te nemen.

We gaan deze wandeling goed onze zintuigen gebruiken. We gaan rond ons
kijken, ruiken, voelen, luisteren. Nadenken hoe je je voelt op de plekken waar
we gaan komen.
Les 5.4: WO: Bouwen, constructies en krachten: leerwandeling
Helemaal op het einde van de wandeling mag je schrijven welke plek je het
leukst vond.

Veiligheid!!!!: We gaan alleen tekenen, schrijven of de weg aanduiden op onze


plattegrond als we stilstaan. Anders ga je niet kijken waar je loopt. Als we
moeten oversteken of als er veel verkeer is waar we wandelen, mag je ook
geen fotos nemen of filmen. Dan moet je je aandacht bij het verkeer houden.
Als we in een straat wandelen waar autos kunnen komen, stap je met twee
naast elkaar op het voetpad of, als dat er niet is, aan de kant van de weg.

Afspraak: Als ik mijn hand opsteek, doen jullie hetzelfde, komen rond mij staan
en maken het stil zodat ik iets kan uitleggen.

70 basisdoel KERN Werkvorm:


- opdracht
2. Leerwandeling Materiaal:
- idem
Organisatie:
De lln kunnen verschillende - Stop uitzicht Leuven aan Keizersberg:
schoonheidsaspecten in hun Wat voel je hier?
omgeving herkennen en Wat ruik je hier? Lln geven zelf aan als ze iets
hiervan genieten, zowel in Wat hoor je hier? interessant zien. Soms geeft de lkr aan
de natuur als in de (al dan Wat zie je hier? dat er iets interessant te zien is als de
niet hedendaagse) lln het zelf niet zien.
bouwkunst. - Stop onder brug ring
o driehoekstructuur onder brug
o driehoekstructuur ter ondersteuning gebouw naast brug
kern

De lln kunnen in eigen Wat voel je hier?


woorden vertellen dat de Wat ruik je hier?
stad doorheen de eeuwen Wat hoor je hier?
hard is gevolueerd en ook Wat zie je hier?
nog hard zal veranderen in Verschil met daarnet?
de toekomst.
- Stop constructiewerken Vaart
o veel driehoeken in materialen bouw: kraan
De lln zien in dat o grijpers
verschillende voorwerpen o katrollen: kraan
een verbetering zijn voor o tandwielen: grijpers
menselijke functies
(katrollen, driehoek, Wat voel je hier?
hefboom, op bouwterrein). Wat ruik je hier?
Wat hoor je hier?
Les 5.4: WO: Bouwen, constructies en krachten: leerwandeling
Wat zie je hier?
Verschil met daarnet?

Kinderen ervaren en uiten dat


elke (open) ruimte een indruk Uitleg kraan + kraan schetsen:
oproept of nalaat en dat Op grote bouwterreinen staat meestal een torenkraan. Die torent boven alles uit
verschillende factoren daarbij en kan tientallen meters hoog zijn. De indrukwekkende giek heeft een reikwijdte
een rol spelen. van eveneens tientallen meters. Bouwvakkers gebruiken een torenkraan om
zware materialen, zoals staal en beton, en machines naar boven te hijsen.
Sommige torenkranen kunnen wel meer dan veertig ton heffen. Toch vallen
torenkranen niet om doordat torenkranen stevig vastgeklonken worden aan een
grote en zware betonnen vloerplaat. Die vloerplaat wordt enige tijd voor de kraan
wordt opgebouwd meegenomen in de fundering van het gebouw en kan wel meer
dan honderdtachtig ton wegen. Bovendien is aan de giek een zwaar
verplaatsbaar contragewicht bevestigd, zo dat het zwaartepunt van de giek
(inclusief last en contragewicht) boven het verticale deel van de kraan ligt.

- stop terug op school


Wat voel je hier?
Wat ruik je hier?
Wat hoor je hier?
Wat zie je hier?
Verschil met daarnet?

differentiatiedoel

Les 5.4: WO: Bouwen, constructies en krachten: leerwandeling


basisdoel VERWERKING Werkvorm: klasgesprek
20 Materiaal:
3. Bespreking resultaten - Observatiebladen
Kinderen ervaren en uiten dat
elke (open) ruimte een indruk Welke constructies zijn jullie tegengekomen in bouwwerken? Organisatie:
oproept of nalaat en dat Welke constructies zagen jullie in de kraan?
verschillende factoren daarbij
erwerking

een rol spelen.


Antwoord nu op de twee laatste vragen.
De lln tonen belangstelling voor Welk gebouw of welke constructie vond je het leukst?
het verleden, heden en de Op welke plek die we tegenkwamen was jij het liefst/helemaal niet graag?
toekomst van de stad. Waarom? Wat voelde je daar?

Vind je het goed dat ze de oude gebouwen afbreken? Waarom wel? Niet?

(lln bespreken wat ze voelden op hun favoriete gebouw/plek).

2 LESOVERGANG
Werkvorm: verbaal en visueel
Lln zijn nieuwsgierig naar en Geprikkeld worden voor volgende WO-les aanbiedend
gemotiveerd voor het maken Materiaal:
lesovergang

van constructies. Jullie hebben nu al veel constructies leren kennen. Die kennis gaan jullie -
morgen goed kunnen gebruiken want we gaan dan starten met een groot
project waar jullie alle opgedane kennis in de praktijk moeten brengen. We Organisatie:
gaan zelf moeten bouwen en knutselen!

Morgenmiddag kijken we naar de fotos en filmpjes.

Lln maken hun boekentas en maken zich klaar om naar huis te gaan.

Les 5.4: WO: Bouwen, constructies en krachten: leerwandeling


naam:

Leerwandeling Leuven

Links zie je een kaart van Leuven. Het stuk in de zwarte


rechthoek staat hieronder uitvergroot. Dat is waar we
gaan wandelen.
De rode bol op de kaart is onze school. Daar vertrekken
we. Probeer de weg die we afleggen met potlood op de
kaart aan te duiden.

Legende:

= park = water = hoofdwegen = gewone wegen

In welke bouwwerken kom je volgende zaken tegen:

driehoek boog hefboom katrol tandwielen


. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
Les 5.4: WO: Bouwen, constructies en krachten: leerwandeling
naam:

Zoek en teken een hijskraan.


Duid op de tekening de geleerde constructies aan die voorkomen in een
hijskraan.

Kom je nog andere figuren, vormen of gebouwen tegen die je interessant vindt?
Neem er een foto van of teken ze hier:

Welk gebouw of welke constructie vond je het leukst? .

Op welke plek die we tegenkwamen was jij het liefst? Waarom?

Les 5.4: WO: Bouwen, constructies en krachten: leerwandeling

You might also like