Professional Documents
Culture Documents
5 4 Lesontwerp 27-04-2017 Wo Bouwen Leerwandeling
5 4 Lesontwerp 27-04-2017 Wo Bouwen Leerwandeling
EINDTERMEN
WO Tijd
- 3.7: kennen de grote periodes uit de geschiedenis en ze kunnen duidelijke historische elementen in hun omgeving en
belangrijke historische figuren en gebeurtenissen waarmee ze kennis maken, situeren in de juiste tijdsperiode aan de
hand van een tijdband.
- 3.8: kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand, die voor kinderen herkenbaar is, en die
door de geschiedenis benvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert.
- 3.9*: tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders.
WO Ruimte
- 4.1: kunnen aan elkaar een te volgen weg tussen twee plaatsen in de eigen gemeente of stad beschrijven. Ze kunnen
deze reisweg ook aanduiden op een plattegrond.
- 4.8: kunnen suggesties geven voor het inrichten van hun eigen omgeving.
- 4.16: tonen zich in hun gedrag bereid rekening te houden met andere weggebruikers
Beeld
- 1.2 door betasten en voelen (tactiel), door kijken en zien (visueel) impressies opdoen, verwerken en erover praten.
- 6.1*: blijvend nieuwe dingen uit hun omgeving ontdekken.
LEERPLANDOELEN
WO
Mens en het muzische:
- 3.1 Kinderen zijn gevoelig voor en genieten van de muzische expressie in hun omgeving.
o Dat houdt in dat ze:
- de schoonheid van de natuur (landschappen, wolkenformaties, geuren, mensen ) opmerken en uiten,
- de schoonheid van dingen die mensen maken (speelgoed, gebouwen, interieurs, muziek, schilderijen,
toneel, dans, gebruiksvoorwerpen, audiovisuele producten ) opmerken en dit uiten
- 3.3 Kinderen merken verschillende schoonheidsaspecten op in hun omgeving
o Dat houdt in dat ze: - aspecten als licht, ruimte, lijn, vorm, patroon, compositie, harmonie, kleur,
authenticiteit, textuur, ritme kunnen herkennen,
Mens en techniek:
- 6.4 Kinderen zien in dat veel voorwerpen in hun omgeving een aanvulling of verbetering zijn van menselijke functies
en maken er functioneel gebruik van. Dat houdt in dat ze:
- ervaren en uiten dat zien, horen, dragen, optillen, meten kan worden verbeterd of aangevuld door middel van
een instrument,
Les 5.4: WO: Bouwen, constructies en krachten: leerwandeling
- gebruik kunnen maken van instrumenten zoals een loep, een liniaal, een weegschaal, een maatglas, een
hefboom, een katrol, tandwielen, scharnieren, een fiets om de eigen functies te verbeteren en/of aan te vullen,
- vaststellen en uiten waarvoor bepaalde instrumenten worden gebruikt,
- vaststellen en uiten welke voorwerpen toepassingen zijn van hefbomen, katrollen, lenzen, kogellagers,
bewegingsoverbrenging via tandwielen
Mens en tijd:
- 8.12 Kinderen zien in dat mensen, dieren, planten, objecten, opvattingen, structuren evolueren in de tijd.
o met voorbeelden kunnen aantonen hoe dagelijkse gebruiksvoorwerpen, kleding, gebouwen, in de tijd
evolueren,
o vaststellen en uiten dat mensen nu andere gewoonten en gebruiken hebben dan vroeger,
o Inzien dat de producten die er nu zijn er niet altijd waren
o weten dat door de evolutie van de techniek het leven van mensen verandert
Mens en ruimte:
- 9.1 Kinderen ervaren en uiten dat elke (open) ruimte een indruk oproept of nalaat en dat verschillende factoren
daarbij een rol spelen.
Dat houdt in dat ze:
- hun gevoelens en hun waardering over een ruimte uiten,
- kunnen aangeven welke rol verschillende elementen zoals kleur, schikking, gebruikte materialen, aanwezigheid van
planten, meubilair, gebouwen spelen bij hun indrukken over een ruimte.
instructie
materiaal
moeilijkheidsgraad
2 Tang heeft een motorische handicap. Hij gaat mee op leerwandeling met zijn tempo
speciale fiets. Ik stelde mijn leerwandeling op die manier samen dat we geen
trappen tegenkwamen zodat Tang overal makkelijk mee naartoe kon. begeleiding
Twee leerlingen zijn helpers die hem soms ondersteunen. Vb. duwen bij bergop. instructie
Af en toe wordt er gewisseld van helpers.
materiaal
moeilijkheidsgraad
3 tempo
Ontdekdoos Tandwielen = een ontdekdoos waar leerlingen zelfstandig leren over
tandwielen. Dit is differentiatie naar boven toe en kan gemaakt worden tijdens begeleiding
het contractwerk. De oefeningen over tandwielen kunnen gezien worden als instructie
uitdaging wiskunde. Er kan individueel maar ook per 2 of per 3 gewerkt worden
met de ontdekdoos. materiaal
moeilijkheidsgraad
- 25 potloden
- 25 clipboards
- werkbladen
- gelamineerde kaart Leuven (A3), stift en vegertje
- slijper
- fototoestellen (2)
- camera
- zak met naamkaartjes
- gsm
- fluovest
- boek Hundertwasser
4. BRONNEN
Welke handleidingen, naslagwerken, websites, bestaande praktijkvoorbeelden, heb je geraadpleegd om deze les voor te
bereiden? Formuleer volgens de APA-methode.
5. BIJLAGEN
kaart?
(lln toont aan en lkr tekent met stift)
We gaan deze wandeling goed onze zintuigen gebruiken. We gaan rond ons
kijken, ruiken, voelen, luisteren. Nadenken hoe je je voelt op de plekken waar
we gaan komen.
Les 5.4: WO: Bouwen, constructies en krachten: leerwandeling
Helemaal op het einde van de wandeling mag je schrijven welke plek je het
leukst vond.
Afspraak: Als ik mijn hand opsteek, doen jullie hetzelfde, komen rond mij staan
en maken het stil zodat ik iets kan uitleggen.
differentiatiedoel
Vind je het goed dat ze de oude gebouwen afbreken? Waarom wel? Niet?
2 LESOVERGANG
Werkvorm: verbaal en visueel
Lln zijn nieuwsgierig naar en Geprikkeld worden voor volgende WO-les aanbiedend
gemotiveerd voor het maken Materiaal:
lesovergang
van constructies. Jullie hebben nu al veel constructies leren kennen. Die kennis gaan jullie -
morgen goed kunnen gebruiken want we gaan dan starten met een groot
project waar jullie alle opgedane kennis in de praktijk moeten brengen. We Organisatie:
gaan zelf moeten bouwen en knutselen!
Lln maken hun boekentas en maken zich klaar om naar huis te gaan.
Leerwandeling Leuven
Legende:
Kom je nog andere figuren, vormen of gebouwen tegen die je interessant vindt?
Neem er een foto van of teken ze hier: