3 - Ontwerpproces Ideationfase Minor KLM

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Ontwerpproces Ideationfase Minor KLM

Ideation betekent het genereren van heel veel ideen. Deze ideen helpen om de uitwerking
van je idee te verrijken met goede en verrassende invalshoeken.

Denkhoeden van de Bono


Om je idee verder aan te scherpen is het goed om de Denkhoeden van de Bono een keer
toe te passen op je idee. Dit hebben we in de bijeenkomst gedaan.
Zet hieronder de foto van je aantekeningen of beschrijf je belangrijkste bevindingen

De gele hoed (positief):


- Idee is uitvoerbaar en niet te groot
- Idee is bruikbaar voor in de praktijk

De witte hoed (informatie):


- Er zijn veel digitale softwareprogrammas
- Niet allen zijn geschikt voor groep 1 t/m groep 8
- De meeste behoren tot een methode
- Er is een beoordelingslijst voor educatieve software
- Twee / drie diverse programmas uittesten om een beeld te kunnen vormen

De blauwe hoed (proces):


- Keuze maken in welke programmas uitgetest dienen te worden
- Proefaccounts aanvragen
- Testen met leerlingen en leerkrachten
- Beoordelen met beoordelingsformulier
- Evalueren

De rode hoed (emoties):


- Goed gevoel
- Het is uitvoerbaar
- Niet teveel willen in beperkte tijd

De groene hoed (nieuwe ideen en creativiteit):


- Symbaloo pagina maken voor softwareprogrammas
- Nieuwe methodes aanschaffen die schoolbreed zijn

De zwarte hoed (negatief):


- Tijdtekort
- Geen keuze kunnen maken tussen programmas
- Budget
- Programmas zijn niet geschikt
Brainstormsessie
Beleg met een aantal medestudenten een brainstormsessie waarin je jouw idee in een paar
regels bespreekt en vervolgens zoveel mogelijk ideen bedankt voor de uitvoering.

Enkele regels bij brainstormen


1. Stel je oordeel uit!
In een brainstorm spreek je nog niet over goede en slechte ideen.
2. Ga voor de wilde ideen!
Ook al zijn ideen niet reel, haalbaar of een beetje onconventioneel, ze kunnen je toch helpen om tot nieuwe inzichten
te komen.
3. Bouw voort op de ideen van anderen.
Denk niet in ja, maar, maar in ja, en.
4. Blijf gefocust op je onderwerp.
Je brainstorm levert het meeste op als je steeds je probleemstelling of vraag voor ogen houdt.

5 Praat niet door elkaar.


Elk idee is de moeite om gehoord te worden zodat je hier verder op door kunt bouwen.
6. Visualiseer
Maak kleine schetsjes of teken modelletjes om je ideen te ondersteunen.
7. Ga voor kwantiteit, niet voor kwaliteit.
Bij brainstormen kunnen alle ideen van waarde zijn. Focus dus op zoveel mogelijk ideen.

Het brainstormproces (divergeren)


1. Wijs een gespreksleider aan die het proces faciliteert. Dit kan de inbrenger van het
vraagstuk zijn.
2. Presenteer je onderwerp kort!

3. Check of iedereen de brainstormregels kent.


4. Zorg dat de materialen beschikbaar zijn. Zorg voor een flap per vraagstuk, geeltjes en
stiften. Moedig mensen aan om ook te tekenen en visualiseren en zorg voor n idee
per geeltje.
5 Even de hersenen opwarmen. Begin met een hele domme brainstormvraag. Bijv.
- Hoe vind je een speld in een hooiberg
- Wat zou je absoluut niet moeten doen op school
- Teken het voertuig waarmee je naar school bent gekomen.
6. Zet je vraagstelling/ probleemstelling in het midden op de flap zodat iedereen deze kan
zien. Laat vervolgens iedereen zijn eigen ideen formuleren en plak ze op de flap.
7. Bewaak de flow van de brainstorm. Als je merkt dat ideen op beginnen te raken kun
je:
- Doorbouwen op ideen die er al zijn
- Omgekeerd brainstormen, wat moeten we absoluut bedenken voor deze vraagstelling.
- Brainstormen vanuit een superheld. Neem een held superheld voor ogen en bedenk
hoe hij/zij dit probleem op zou lossen.
- herhaal indien nodig de brainstormregels als hier het afnemen van de flow uit voort
komt.
Zet hieronder de foto van je flap

Ideen selecteren (convergeren)


1. Cluster de ideen die bij elkaar horen of op elkaar lijken.
2. Stem op je favoriete ideen. Bekijk de ideen of ideencluster en zet een stip op de
geeltjes waar je graag aan zou willen werken of die je mee wil nemen in je verdere
ontwerp.
3. Beslis in overleg welke ideen je verder uit gaat werken. Ben realistisch en maak het
niet te complex. Kies bijvoorbeeld maximaal drie ideen.
4. Maak eventueel een visualisatie van je idee om inzichtelijk te maken uit welke
onderdelen en stappen deze bestaat.
Verfijn je ideen
Hier maak je nog meer duidelijk wat de waarde van je ontwerpidee is en waar je rekening
mee moet houden in het proces. Dit doe je door de waarde/behoefte van je idee te
beschrijven en de uitdagingen en belemmeringen waar je voor staat. Zet die hieronder
puntsgewijs neer.

Waarde en behoefte Uitdagingen en belemmeringen


- Digitale softwareprogrammas - Tijd
- Selecteren (twee/drie verschillende) - Budget
- Testen met leerlingen en leerkrachten - Diversiteit in programmas
- Beoordelen met beoordelingslijst - Schoolbreed programmas
educatieve software
- Evalueren
Levert dit nieuwe inzichten om je eerdere concept of oplossingsrichting verder aan te
scherpen?
Ja. Ik weet nu in welke oplossingsrichting ik moet gaan denken. Deze is het meest reel om
uit te voeren en sluit het beste aan op de behoefte van de school.

Beschrijf je idee

Naam van je ontwerp:


Schets je idee: Beschrijf je ontwerpidee in n zin of in n beeld.

Schoolbrede digitale softwareprogrammas voor rekenen en taal selecteren, testen en


beoordelen.

Hoe werk het praktisch?

Ik begin met een overzicht te krijgen van welke digitale softwareprogrammas er zijn en ga
selecteren welke het meest geschikt zijn om schoolbreed in te kunnen zetten. Deze
programmas ga ik testen met leerlingen en leerkrachten om een goed beeld te kunnen
vormen. Ik beoordeel de programmas met een daarvoor geschikte beoordelingsformulier.
Hierbij kijk ik ook naar de details zoals kosten. Hierna ga ik evalueren welk programma het
meeste aansluit bij de behoefte van de school.

Wie heb je nodig om dit idee te maken en uit te voeren?

- Een groepje leerlingen uit diverse groepen


- De directrice en leerkrachten
- Begeleiders minor KLM
- Medestudenten

Wat hoop je te leren door je idee/prototype toe te passen in de praktijk.

Beter zicht krijgen in de mogelijkheden van digitalisering. Hierbij een eigen visie op creren
met daarbij de voor- en nadelen van digitalisering in het onderwijs. Deze visie wil ik ook
over kunnen dragen op collegas en medestudenten.

You might also like