VERSLAG

Rachelle Hessen
SOCIALE MEDIA Studentnummer: 550766
Inhoudsopgave:
Hoofdstuk 1: Motivatie: .......................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 2: De vragenlijst: .................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 3: Methodologie: ................................................................................................................... 5
Hoofdstuk 4: Resultaten eigen onderzoek: ............................................................................................. 6
Hoofdstuk 5: Resultaten vergeleken: ...................................................................................................... 7
Conclusie: ................................................................................................................................................ 8
Bijlagen: ................................................................................................................................................... 9

1
Hoofdstuk 1: Motivatie:

Ik heb deze vragenlijst gemaakt samen met Rachelle en Graciella. Wij hebben deze vragen zo
opgesteld, omdat wij het interessant vinden om meer te weten komen over het sociale media
gebruik van leerlingen in de bovenbouw. De eerste vragen waar we mee begonnen waren meer
vragen ter introductie, vragen om te weten te komen in hoeverre de leerlingen zelf gebruik maken
van sociale media. De volgende vragen gingen over hoeveel uur per dag ze gebruik maken van hun
smartphone/andere elektronische apparaten en over de regels die de leerlingen thuis hebben over
het gebruik hiervan. De volgende vragen gingen over cyberpesten, het bekijken en maken van vlogs
en het gebruik van elektronische apparaten in de klas.

2
Hoofdstuk 2: De vragenlijst:

1. Hoe heet jouw school?

2. Heb je een smartphone?
Ja
Nee
3. Ik maak gebruik van.
Facebook
Twitter
Instagram
Snapchat
Youtube
WhatsApp
4. Ik zit . uur per dag op mijn telefoon
0-1 uur
1-2 uur
2-3 uur
3 uur of meer
5. Ik zit uur per dag op mijn computer/iPad
0-1 uur
1-2 uur
2-3 uur
3 uur of meer
6. Ik heb thuis regels over het gebruik van mijn smartphone/computer/iPad
Ja
Nee
7. Bij mij thuis zijn er regels over ..
Hoeveel tijd ik gebruik mag maken van mijn smartphone/computer/iPad
Over op welke websites ik mag zitten
Over mijn gedrag op internet
Geen van bovenstaande
8. Mijn ouders kijken met mij mee wanneer ik gebruik maak van mijn
smartphone/computer/iPad
Ja
Nee
9. Ik mag gebruik maken van mijn smartphone tijdens het avondeten
Ja
Nee
10. Ik mag gebruik maken van mijn smartphone tijdens het maken van mijn huiswerk
Ja
Nee
11. Ik heb ooit wel eens iets lelijks gezegd tegen iemand via WhatsApp
Ja
Nee
12. Er is ooit iets lelijks tegen mij gezegd op WhatsApp
Ja

3
 Nee
13. Ik heb ooit vlogs gemaakt en/of bekeken
Ik heb vlogs gemaakt
Ik heb vlogs bekeken
Ik heb vlogs bekeken en gemaakt
Ik heb geen vlogs bekeken en gemaakt
14. Ik mag .... uur per week op de computer op school
0-1 uur
1-2 uur
2-3 uur
3 uur of meer
15. Ik mag gebruik maken van mijn smartphone in de klas
Ja
Nee
Soms
16. Ik heb een groepsapp op WhatsApp met mijn klas
Ja
Nee

4
Hoofdstuk 3: Methodologie:

Ik heb deze vragenlijst afgenomen bij groep 7 op de Waddenschool Boerhaave. In deze klas zitten 24
leerlingen. Ik heb de leerkracht ingelicht over het afnemen van deze enqute en mocht steeds 3
leerlingen apart nemen in de koffiekamer. Ik zorgde ervoor dat de koffiekamer leeg was en dat ik
gebruik kon maken van een computer en 2 iPads, waar de kinderen de enqute op in konden vullen.
Ik had deze 2 iPads geleend van de school. Ik had de enqute gezet op Google Forms, zodat de
kinderen het digitaal konden invullen. De leerlingen kregen ongeveer 2 min. om de enqute in te
vullen, dus was ik ongeveer een uur 20 minuten bezig met de gehele klas. Ik had bij de leerkracht
aangegeven dat de enqute ging over het gebruik van sociale media en de leerkracht vond dit ook
een erg interessant onderwerp. Tevens gaf de leerkracht aan dat hij merkt dat de leerlingen erg
benvloed zijn door sociale media, ze hebben het bijvoorbeeld veel over vloggen en andere sociale
media concepten.

5
Hoofdstuk 4: Resultaten eigen onderzoek:

Uit het onderzoek bleek dat een groot deel van de leerlingen een eigen smartphone heeft. Er waren
enkele leerlingen die aangaven dat ze geen smartphone hebben. Wat mij opviel was dat onder deze
leerlingen vooral Youtube heel populair is. Bijna alle leerlingen zitten op dit netwerk. Daarbij maken
ook veel leerlingen gebruik van WhatsApp, Snapchat en Instagram. Van Facebook en Twitter werd
zelden gebruik gemaakt. Ook was het opvallend dat de leerlingen veel meer uur per dag gebruik
maken van hun smartphone dan van een ander device zoals een computer of iPad. Ze zaten vaak
tussen de 0 en 2 uur op hun smartphone per dag en op hun computer/iPad zaten ze maar 0 tot 1
uur per dag. Wel hadden de meeste leerlingen thuis regels over het gebruik van elektronische
apparaten, maar ze gaven aan dat er zelden mee werd gekeken door hun ouders tijdens het gebruik
hiervan. Veel leerlingen gaven aan dat ze niet gebruik mogen maken van hun smartphone tijdens het
avondeten, maar tijdens het maken van hun huiswerk is dit aanzienlijk minder. Tijdens het maken
van hun huiswerk mogen toch meer leerlingen gebruik maken van hun smartphone, wel gaven veel
leerlingen aan dat dit was om bijv. iets op te zoeken of gebruik te maken als rekenmachine. Ook
bleek uit het onderzoek dat een aantal leerlingen wel iets lelijks hebben gezegd tegen een ander op
WhatsApp, maar dat het vaker voorkomt dat er iets lelijks tegen hen wordt gezegd op WhatsApp.
Ook gaven de meeste leerlingen aan wel eens vlogs bekeken te hebben, waarvan enkelen zelf ook
wel eens vlogs gemaakt hebben. Tenslotte gaven de meeste leerlingen aan dat ze 0-1 uur per week
gebruik mogen maken van de computer op school en mogen ze zelden gebruik maken van hun
smartphone in de klas.

6
Hoofdstuk 5: Resultaten vergeleken:

Uit ons gezamenlijke onderzoek bleek dat een groot deel van alle leerlingen een smartphone hebben,
dit is zelfs 94,4% van alle leerlingen. Ook bleek dat onder alle leerlingen vooral Youtube en WhatsApp
erg populair is, van beide maakt 93,1% van de leerlingen gebruik. Vooral Twitter wordt nog weinig
gebruik van gemaakt onder de leerlingen, dit is slechts 6,9 %. Ook bleek dat de meeste leerlingen
toch maar 0-1 uur per dag gebruik maakt van zijn telefoon, maar wordt al snel achtervolgd door 1-2
uur. Het aantal uur dat er gebruik wordt gemaakt van een andere device is wel veel minder, het
grootste gedeelte kiest hiervoor 0-1 uur. Uit het onderzoek bleek dat de meeste leerlingen wel thuis
regels hebben over het gebruik van hun devices en kregen vaak de leerlingen een regel over hoeveel
tijd per dag ze gebruik mogen maken hiervan. Ook kijken ouders zelden mee wanneer hun kind
gebruik maakt van hun smartphone of ander device, dit gebeurt slechts bij 15,3% van de leerlingen.
Heel weinig leerlingen mogen gebruik maken van hun smartphone tijdens het avondeten, tijdens het
maken van hun huiswerk mogen meer leerlingen hier gebruik van maken. Het verschil tussen of een
leerling zelf iets lelijks heeft gezegd op WhatsApp of dat er iets lelijks is gezegd tegen de leerling, is
klein. Er wordt net iets vaker iets lelijks gezegd tegen de leerling dan andersom. Veel leerlingen
hebben ook al een keer een vlog bekeken (48,6%), ook worden vlogs vaak gemaakt (41,7%). Op alle
scholen mogen de leerlingen weinig gebruik maken van de computers, het vaakst komt het voor dat
ze 0-1 uur per week gebruik mogen maken hiervan. Ook geven de meeste leerlingen aan dat ze niet
of soms gebruik mogen maken van hun smartphone op school. Tenslotte hebben de meeste
leerlingen een groepsapp op WhatsApp, dit zijn er zelfs 84,7%.

7
Conclusie:
Aan de hand van de vergelijkingen die wij hebben gemaakt aan de hand van onze resultaten kunnen
wij concluderen dat bijna alle leerlingen een smartphone bezitten. Er is nog een enkeling op de
school van Marille en Rachelle die geen smartphone bezit. Dit kan een geldkwestie zijn of een
principe van de ouders.
De populairste sociale media binnen onze doelgroep zijn Youtube, WhatsApp en Instagram. Dit komt
waarschijnlijk doordat het makkelijke middelen zijn om met elkaar te communiceren. Youtube staat
hoog, omdat de kinderen hierop muziek luisteren en vloggers volgen. Twitter is een van de apps dat
niet zo populair is onder deze doelgroep. Een verklaring hiervan kan zijn dat het gewoonweg minder
gepromote wordt dan de andere veelgebruikte apps, of de kinderen vinden het niet nuttig.
Het viel ons mee hoeveel uur de kinderen besteden op hun beeldschermen. Ook het resultaat van
deze vraag kwam met alle groepen goed overeen. Tussen de 2 en 4 uur valt nog mee voor deze
groep. Deze kinderen zitten van half 9 tot 3 op school en op school is het gebruik van mobieltjes al
verboden, dus er blijft minder tijd over voor de kinderen om hier mee bezig te zijn. Daarnaast blijkt
dat een groot deel van onze doelgroep thuis regels heeft over het gebruik hiervan en dat beperkt ook
de tijd die ze hierop kunnen besteden.
Het percentage kinderen waarbij de ouders meekijken wat er gebeurd op social media is naar onze
mening erg laag. Wij hadden verwacht dat ouders veel meer betrokken zijn bij wat hun kind
uitspookt op het internet.
Het verbaasd ons echter niet dat zo een groot deel van onze doelgroep deel is van een klassikale
groepsapp. De 15 procent van de kinderen die hier geen gebruik van maakt komt niet overeen met
het percentage kinderen dat geen smartphone heeft. Een aantal kinderen zullen er niet inzitten
vanwege de regels die de ouders hebben over sociale media gebruik, of hebben er geen behoefte
aan.

8
Bijlagen:

9
10
11
12
13