Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Emotionele ontwikkeling bij personen met een verstandelijke beperking (EO)

Anton Dosen (p. 51 81)

Proberen om gedragsproblemen te gaan verklaren, het is een ontwikkelingsdynamisch model


genoemd. Dit is onderverdeelt in vijf fases, mensen kunnen schommelen tussen deze fases
(groeien of terugvallen). Het is niet mogelijk dat iemand emotioneel hoger functioneert dan
zijn cognitief niveau, andersom wel.

Waarom?
= Omdat de aandacht voor emotionele ontwikkeling is gegroeid en we merken dat
probleemgedrag niet alleen uit de cognitieve vaardigheden kan verklaard worden. Om
probleemgedrag beter te begrijpen hebben we dus ook inzicht nodig in de emotionele
ontwikkeling van de persoon met een beperking. We vertrekken uit het onderstaande om
probleemgedrag beter te begrijpen:
Kunnen (vaardigheden) <==> Aankunnen (emoties)

Wat zijn gedragsproblemen?


= Als het gedrag niet overeenkomt met de emotionele/cognitieve ontwikkeling van de
persoon. We onderscheiden drie soorten gedrag:
1. Adaptief gedrag
Dit is het gedrag dat normaal is volgens het ontwikkelingsniveau (leeftijd)
enerzijds en volgens de omstandigheden in de omgeving anderzijds. Adaptief
gedrag is vanuit deze twee factoren te verklaren. Het kwaliteit van leven en de
interactie met de omgeving is niet ernstig verstoord.
Bv. Lies (16j) weent elke dag, maar haar opa is net gestorven.
Bv. Loes (3j) zegt steeds neen als we haar iets vragen (peuterpuberteit).
2. Maladaptief gedrag/abnormaal gedrag/probleem gedrag
We spreken hiervan als het gedrag in situaties niet overeenkomt met het
cognitieve niveau van de persoon, als de persoon in situaties (stress gebonden,
angst)een overdreven reactie vertoont en als de interacties met de omgeving
en/of het kwaliteit van leven verstoord is. Dit gedrag is meestal van langere
duur en komt frequent voor.
Bv. Jan (17) spreekt een maand niet tegen zijn mama omdat zijn mama zei dat
hij geen slippers mocht dragen naar school.
3. Psychiatrische stoornis
Er zijn duidelijke gradaties van wat men (ab)normaal gedrag vindt. Bij een
psychiatrische stoornis zien we een duidelijke gedragsverandering in
verschillende situaties. Het denken over en ervaren van zichzelf en de wereld is
duidelijk verstoord.
Bv. Jan (17) is boos op zijn mama maar gedraagt zich ook vijandig in het
bijzijn van zijn oma, tante, zus,.. terwijl deze personen niets te maken hebben
met de vorige situaties. Hij verdraagt geen kritiek van andere en is
achterdochtig.

Gedragsproblemen en psychiatrische stoornissen als ijsbergfenomeen?


= Wat we te zien krijgen is het uiterlijk waarneembaar gedrag, wat aan de grondslag ligt zijn
de emoties. Emoties, noden en behoeften kunnen we niet waarnemen. Onze vaardigheden zijn
zichtbaar (het kunnen), het aankunnen (de emoties) niet. Als er een gedragsprobleem is,
betekent dat er een onevenwicht zit in het kunnen en aankunnen. De persoon/omgeving heeft
vaak de neiging om de persoon te gaan onderschatten/overschatten.
De vijf fases

1. Adaptiefase (0-6 maand, diep verstandelijke beperking)


Homeostase vs. Disregulatie (prikkels, basis))

2. Socialisatiefase (6-18 maand, diep verstandelijke beperking)


Vertrouwen vs. Wantrouwen (samen doen, hechting, sociaal gericht)

3. Individuatiefase (18-36 maand, ernstig tot diep verstandelijke beperking)


Autonomie vs. Afhankelijkheid (Groeiende Ik, interesse in andere)

4. Identificatiefase (3-7 jaar, matig tot ernstig verstandelijke beperking)


Initiatief vs. Geremdheid (meer identiteit, keuzes maken)

5. Realiteitsbewustwordingsfase (7-12 jaar, matig tot licht verstandelijke beperking)


Zelfvertrouwen vs. Minderwaardigheid (verdiepingsfase)

You might also like