Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 44

BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 145

Ten geleide

Of het nu gaat om de krant, de gebruiksaanwijzing op een blik


soep, een roman of een reclameslogan op de zijkant van een bus,
iedere dag lezen we talloze teksten. Maar we lezen niet alleen.
Tegelijkertijd interpreteren we, continu, ook al zijn we ons daar
lang niet altijd van bewust.
Teksten die velen ook iedere dag lezen, bevinden zich in de
brede verzameling boeken die we de Bijbel of de Schrift noemen. In
dit nummer gaat een aantal auteurs op zoek naar een antwoord op
de vraag hoe je dat doet, of zou kunnen doen: de Schrift lezen.
In De Bijbel uitvoeren zet de Engelse theoloog Nicholas Lash
op een uitermate boeiende manier uiteen hoe verschillende teksten
om een specifieke interpretatie vragen. Teksten zijn, of het nu gaat
om een gebruiksaanwijzing, een strijkkwartet, een toneelstuk of
een Bijbeltekst, in eerste instantie gewoon tekens op papier. Maar
wanneer en hoe worden die tekens figuurlijk n letterlijk tot leven
gewekt?
Henk Janssen OFM neemt de lezer mee in zijn persoonlijke
omgang met de Schrift en maakt duidelijk waarom, voor hem, het
lezen ervan kan worden omschreven als een vreugdevol ambacht
dat tot dankbaarheid stemt.
De in 2001 overleden Franse jezuet en exegeet Paul Beau-
champ schreef een aantal boeken die sinds hun verschijnen niets
aan waarde en belang hebben ingeboet. Een daarvan is Vijftig bij-
belse portretten. Zijn kijk op, bijvoorbeeld, de verhalen over
Abraham waarvan we in dit nummer een deeltje in vertaling
brengen is illustratief voor zijn verfrissende manier om de zo
vertrouwde grote verhalen te lezen en te duiden.
Van de Franse rabbijn en filosoof Marc-Alain Ouaknin (spreek
uit: waknien) verschijnt binnenkort een Nederlandse vertaling
van zijn Dieu et lart de la pche la ligne. In een interview legt
hij uit hoe hij de Bijbel leest. Dat God zijn essentie, wie of wat
Hij is, in dat boek heeft gelegd, in de letters ervan, heeft belangrij-
ke consequenties. Het wil onder meer zeggen dat het lezen van de
tekst de lezer verbindt met het goddelijke. Studeren is met God
zijn, is het leven delen met God.

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 146

De Bijbel in uitvoering
door Nicholas Lash

Sla het Nieuwe Testament eens open en blader het door. Wat
ziet u? Een brief van Paulus aan zijn vrienden in Korinte?
Het verslag van Mattes over het lijden van Jezus? De
beschouwingen van Johannes over de betekenis van deze
man, wiens woorden, wiens lot, wiens lichaam over tijd en
omstandigheden heen tot ons spreken? Nee, zulke dingen
zien wij niet. Alles wat wij zien is een verzameling zwarte
tekens op wit papier.
Wat doe je met een verzameling zwarte tekens op wit
papier? Je zou kunnen vinden dat ze er met elkaar zo aardig
uitzien dat we ze maar het beste kunnen inlijsten en aan de
muur hangen. (Zo heel vergezocht is dit niet: denk aan som-
mige gekalligrafeerde teksten. Met familiebijbels gaat het
soms net zo.) Maar doorgaans proberen wij zon patroon
van zwarte tekens te begrijpen, te lezen en te interpreteren.
Hoe lees je, hoe interpreteer je een tekst? We doen dat zo
vaak en zo vanzelfsprekend dat de vraag nogal dom klinkt.
En toch leert enig nadenken ons dat we voor verschillende
soorten teksten verschillende benaderingen hanteren voor
wat ik zou willen aanduiden als de primaire vorm van hun
interpretatie.
Twee willekeurige voorbeelden. Een groep mensen sjouwt
rond door de heuvels, papier in de ene hand en een kompas
in de andere. Wat doen ze? Ze zijn bezig met wat in het
leger een kaartleesoefening wordt genoemd. Een andere
groep zit in een caf. En spreekt, de anderen luisteren. Het
is een pozieavond, waar ze dus allemaal, en niet alleen de
spreker, aan deelnemen.
Bij sommige teksten moet je, om ze goed te interpreteren,
eerst de betekenis opgraven uit de tekst en die vervolgens
toepassen in de praktijk. Dit zou een goede beschrijving
kunnen zijn van wat iemand doet die, gewapend met een
bedradingschema, probeert zijn TV te repareren. Maar het
zou erg misleidend zijn om zo te beschrijven wat een rechter
doet die in een bepaalde zaak de wet interpreteert. In die

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 147

DE BIJBEL IN UITVOERING 147


situatie is interpretatie een creatief proces, dat door een
computer niet kan worden voorspeld. De rechter maakt
namelijk de wet door zijn interpretatie van de wetstekst n
van mogelijke precedenten. Wat de wet betekent hangt zo af
van zijn interpretatie ervan.
Wat lezen of interpreteren van een tekst inhoudt is dus
voor een deel afhankelijk van de soort tekst die voorligt.
Verschillende soorten tekst vereisen verschillende benade-
ringen. En de lezer is verantwoordelijk voor zijn lezing, voor
het bepalen van de tekstsoort die hij voor ogen heeft. Dit
betekent niet dat het mijn probleem is om naar willekeur te
bepalen hoe ik een tekst wil lezen. (Het zou tamelijk dom
zijn om aan de hand van een spoorboekje te willen zingen,
in plaats van het te gebruiken om een trein te halen.) Wat
het wl betekent is dat het lezen van de tekst, en niet de
tekst als zodanig (de zwarte tekens op papier) leidt tot de
keuze van een geschikte aanpak van de interpretatie. Hoe
rijker een tekst is, hoe complexer zijn relatie met de cultuur
die hem tot zich neemt en hem blijft onthouden, hoe gevari-
eerder de reeks van in meerdere of mindere mate passende
interpretaties waartoe hij aanleiding geeft.

Op deze manier om even vooruit te grijpen op de bespre-


king van het Nieuwe Testament waarop ik uiteindelijk hoop
uit te komen is het mogelijk om de Bijbel, althans in som-
mige vertalingen, te lezen vanwege de schoonheid van zijn
taal; maar evenzeer om die te lezen vanwege zijn relevantie
voor ons eigen leven; of omdat hij het verhaal van Jezus ver-
telt, omdat het mysterie van God erin tot uitdrukking komt.
En hoe wij de Bijbel ook willen lezen, die keuze is aan ons,
iedere keer als wij hem ter hand nemen. We kunnen dat niet
aan een ander overlaten. Dus is het ook aan ons om zo zorg-
vuldig en verantwoord mogelijk te lezen.
Deze vaststelling roept weer andere vragen op, want niet
iedereen is het gegeven elke willekeurige tekst te kunnen
lezen. Ik ben beslist niet sterk in bedradingschemas en ik
kan ook geen Pools lezen. Als ik zulke teksten voorgelegd
krijg moet ik ze doorschuiven naar een bijpassende deskun-
dige.
Sla eens een Nieuwe Testament op, en blader er door-
heen. Als het toevallig een exemplaar is van de Griekse tekst

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 148

148 NICHOLAS LASH

staan de meesten van ons met de mond vol tanden. We zou-


den de assistentie van een expert nodig hebben. Maar heb-
ben we die hulp ook nodig bij teksten die geschreven of ver-
taald zijn in een taal die wij kennen? En als het antwoord op
die vraag ja is, wat is dan het verschil tussen de bijdrage
van de deskundige en het inzicht van de gewone lezer?
In de tijd van de Reformatie probeerde men het Nieuwe
Testament te redden uit de klauwen van de kerkelijke auto-
riteiten, die claimden dat zij als enigen in staat waren die
tekst te interpreteren, en het weer in handen te leggen van
diegenen voor wie het was geschreven. Maar er is veel ge-
beurd sinds de uitvinding van de drukpers, die die revolutie
in het lezen van het Nieuwe Testament mede mogelijk heeft
gemaakt. We zijn ons er erg van bewust geworden dat de
kennelijke betekenis van een tekst niet bestaat. Wat een
tekst kennelijk schijnt te betekenen, kan bij nader onderzoek
zomaar blijken weinig of niets te maken te hebben met wat
die betekende voor de mensen die hem geschreven hebben,
of voor wie hij oorspronkelijk bedoeld was. (Hoe gingen zij
om met het kerstverhaal, met de bergrede, of met het proces
van Jezus voor Pilatus? En hoe kunnen wij dat weten zon-
der nader onderzoek?) Dit geldt beslist niet alleen voor
oude teksten die stammen uit een culturele context met heel
andere denk- en redeneerpatronen, een andere beeldtaal, en
andere herinneringen en verwachtingen dan de onze. Maar
voor zulke teksten geldt het in ieder geval. En zo is er tussen
het Nieuwe Testament en de gewone christen, die zo graag
die teksten wil lezen om daarin het Woord van het Leven te
horen, een dicht struikgewas van deskundigheid gegroeid,
ondoordringbare barrires van geleerdheid. En, zoals ieder-
een weet, er is geen vers in het Nieuwe Testament waarover
de experts niet fundamenteel van mening verschillen. Als
het Nieuwe Testament ooit gered moest worden van de
kerkelijke autoriteiten (die hier en daar misschien toch nog
wel een flinke vinger in de pap hebben), is dat dan nu niet
net zo met de hoogleraren theologie?

Tot zover heb ik geprobeerd vier simpele opmerkingen te


maken. In de eerste plaats: lezen is altijd een kwestie van
interpreteren, van het bruikbaar maken van een tekst. In de
tweede plaats is een geschikte strategie om een tekst te

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 149

DE BIJBEL IN UITVOERING 149


interpreteren en toe te passen afhankelijk van de soort tekst
die we in de hand hebben. In de derde plaats is de lezer zelf
verantwoordelijk voor zijn keuze van een interpretatie. En
ten slotte zijn er de lastige vragen over de relatie tussen de
manier waarop wij, eenvoudige christenen, het Nieuwe
Testament lezen, en de verantwoordelijkheid van gezagheb-
bende exegeten, of dat nu kerkelijke of academische hoog-
waardigheidsbekleders zijn.
Ik heb hierboven al aangegeven dat er, afhankelijk van de
soort tekst, verschillende strategien aan de orde zijn voor
het leggen van een basis voor hun interpretatie. Ik zal daar-
van nu een illustratie geven en tegelijkertijd ook iets aandui-
den van de relatie die er bestaat tussen die basisaanpak van
de interpretatie en de exegetische taken van de wetenschap-
per en de criticus.
Daar ligt weer een stuk wit papier met daarop allerlei
zwarte tekens. Deze keer zijn ze herkenbaar als de partituur
van een van Beethovens late strijkkwartetten. Denk nu eens
aan vier mensen die samen het kwartet spelen. Wat doen
zij? Ze interpreteren de tekst. Zelfs wanneer de uitvoering
technisch perfect is, en we dus kunnen spreken van een cor-
recte interpretatie, kunnen we nog van oordeel zijn dat die
leven- en fantasieloos is. Er bestaat een soort creativiteit in
de interpretatie die alles behalve willekeurig is de spelers
kunnen niet zomaar doen wat ze willen met de partituur
en verband houdt met de getrouwheid, het waarheidsge-
halte van hun uitvoering.
Natuurlijk kunnen de musici niet buiten een bepaalde
vakbekwaamheid. Achter iedere goede uitvoering liggen
jaren van discipline en ervaring. Maar de specifieke voor
een goede uitvoering vereiste bekwaamheid is niet hetzelfde
als de wetenschappelijke vaardigheid van de tekstcriticus
die onderzoek doet om de partituur zo nauwkeurig moge-
lijk te maken en de musicologen en critici die hun bijdrage
leveren aan de ontwikkeling van de Beethoveninterpretatie.
De uitvoering van zijn stukken is de interpretatie van Beet-
hoven waarop het uiteindelijk aankomt. De wetenschappers
hebben een onmisbare, maar ondergeschikte rol door hun
bijdrage aan de kwaliteit van en waardering voor die uitvoe-
ring.
Nu zijn de verschillen tussen een partituur van Beetho-

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 150

150 NICHOLAS LASH

ven en de tekst van het evangelie volgens Mattes meer in


het oog lopend dan de overeenkomsten. Daarom kijken we
nu, om een ander voorbeeld te noemen, naar een groep
acteurs en hun publiek bij een toneelopvoering van Shake-
speares King Lear. Opnieuw gaat het hierbij om de interpre-
tatie van een tekst. En ook hier weer hangt de kwaliteit
gedeeltelijk af van de interpretatie waarmee die tot stand
komt. Wij verwachten van de acteurs en de regisseur dat ze
ons in staat stellen het stuk tot op zekere hoogte als nieuw
te ervaren en te begrijpen.
Stel nu dat we zon werkelijk bijzondere opvoering van
King Lear hebben meegemaakt. Kunnen we dan zeggen dat
we alleen het stuk zelf op een nieuwe manier hebben erva-
ren? Als we, na de opvoering, zeggen: Dat had ik nog nooit
zo gezien, hebben we het dan over iets dat we nog nooit eer-
der hadden gezien in de tekst? Of hebben we het dan ook
over iets wat we, dankzij die opvoering, in onszelf hebben
ontdekt? En als dat zo is, wat is dan het verband tussen die
beide ontdekkingen? Zou het niet zo kunnen zijn dat bij de
uitvoering van een groot kunstwerk die beide ontdekkingen
gaan samenvallen? Bestaat de grootheid van een tekst niet
juist in zijn onuitputtelijk vermogen om fundamentele
aspecten van het drama van de mens tot uitdrukking te
brengen?
Ik laat die vragen nu even rusten. Intussen lijkt King Lear
opnieuw een voorbeeld van een tekst waarvan de interpre-
tatie pas echt tot stand komt in de uitvoering. Net als bij een
muziekstuk is ook hier de vakbekwaamheid waarover de
acteurs en de regisseur moeten beschikken om een goede
opvoering te kunnen leveren iets heel anders dan de vakbe-
kwaamheid die gevraagd wordt van de eveneens onmisba-
re, maar toch ondergeschikte, wetenschappers: de tekstcriti-
ci, de litertuurhistorici, de literatuurcritici en de filosofen.
Wat deze beide voorbeelden het strijkkwartet van Beet-
hoven en King Lear van Shakespeare duidelijk maken, is
dat er teksten bestaan die hun betekenis pas prijsgeven wan-
neer ze in actie komen in de vorm van een uitvoering geba-
seerd op een interpretatie. Geldt dat niet ook voor ander-
soortige kunstwerken als gedichten, romans en verhalen?

En nu komen we waar we moeten zijn. Niet alle teksten van

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 151

DE BIJBEL IN UITVOERING 151


het Nieuwe Testament zijn verhalen, maar met elkaar vertel-
len ze het verhaal van Jezus en van de eerste christelijke
gemeenschappen. Natuurlijk kunnen die teksten gelezen, en
zelfs met vrucht gelezen worden door iedereen die gente-
resseerd is in de westerse cultuur en in de condition humaine.
Maar de fundamentele vorm waarin christenen de Bijbel
interpreteren is toch het leven, de activiteit en de organisatie
van de gemeenschap van gelovigen. Bovendien bestaat die
christelijke praktijk, als interpretatie in actie, in de uitvoering
van teksten die worden gelezen als een weergave, een ge-
tuigenis, van iemand wiens woorden en daden, wiens bood-
schap en lijden, een weergave zijn van Gods waarheid in
de menselijke geschiedenis. De uitvoering van het Nieuwe
Testament is zo een uitdrukking van de overtuiging dat die
teksten het beste kunnen worden gelezen als het verhaal van
Jezus, het verhaal van ieder mens, en het verhaal van God.
In vergelijking met andere modellen van de relatie tussen
interpretatie en discipelschap, Bijbel en theologie, schrift en
traditie, heeft deze benadering in elk geval het voordeel dat
hij ons eraan herinnert dat de hoekpunten van de christelij-
ke interpretatie uiteindelijk niet geschreven teksten zijn (die
van het Nieuwe Testament aan de ene kant, en aan de ande-
re alles wat er geschreven wordt in theologische en cateche-
tische handboeken, pauselijke encyclieken, herderlijke brie-
ven, enzovoort), maar patronen van menselijke activiteit:
wat toen gezegd, gedaan en geleden werd door Jezus en zijn
leerlingen, en wat nu wordt gezegd, gedaan en geleden
door mensen die willen delen in zijn gehoorzaamheid en
zijn hoop. Wij spreken van de heilige schrift, en met recht.
En toch is het niet de tekst die heilig is, maar de mensen. Zij
zijn het gezelschap dat die tekst uitvoert.
Verder, zoals moest blijken uit mijn muziek- en toneel-
voorbeelden, heeft dit model het voordeel dat het de des-
kundigen stevig op hun plaats houdt, met gelijktijdige
erkenning van de onmisbaarheid van hun bijdrage. Stellen
dat de fundamentele vorm van de christelijke interpretatie
van de Bijbel ligt in de uitvoering van de tekst biedt geen
ruimte voor het soort fundamentalisme dat nog steeds een
deprimerend kenmerk is van veel populaire prediking en
catechese. Om het werk goed te doen heeft christelijk disci-
pelschap het uitvoeren van de interpretatie van de Bijbel

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 152

152 NICHOLAS LASH

(net zoals de interpretatie van Beethoven en Shakespeare)


de ondersteuning door academische studie en kritische
reflectie hard nodig.
Ik heb mijn best gedaan te benadrukken dat iedereen die
eraan begint een tekst te lezen, een persoonlijke verantwoor-
delijkheid draagt voor zijn of haar lezing. Maar zeggen dat
die verantwoordelijkheid persoonlijk is, is niet hetzelfde als
zeggen dat die wordt gedragen door individuen los van
anderen. Persoonlijke verantwoordelijkheid is niet hetzelfde
als een priv-oordeel. Het christelijke leven, gezien als inter-
pretatie in de praktijk, is om twee redenen een gezamenlijke
onderneming. Ten eerste is dat omdat, zoals al opgemerkt,
de uitvoerenden de hulp van deskundigen nodig hebben.
De tweede reden volgt uit de aard van de teksten: voor een
tango zijn twee mensen nodig, en om King Lear op te voeren
nog wel wat meer dan twee.
Zelfs voor de meest gedreven musicus of acteur blijft de
interpretatie van Beethoven of Shakespeare een deeltijdacti-
viteit. Eenmaal van het podium af, gaan de acteurs zich ont-
spannen, winkelen, tuinieren. Maar er zijn ook teksten die,
om ze ten volle te interpreteren, een fulltime-inzet vereisen,
en wel om deze reden dat die interpretatie bestaat in een
uitvoering waarbij het sociale bestaan van een hele gemeen-
schap is betrokken. De schriften zijn, naar mijn mening,
zulke teksten. Daarom kan men zeggen dat de wezenlijke
vorm van de christelijke interpretatie van de Bijbel bestaat in
het leven, de activiteit en de organisatie van de gemeen-
schap van gelovigen. De uitvoering van de Bijbel is het
leven van de kerk. Evenmin als n enkele persoon een
kwartet van Beethoven of een tragedie van Shakespeare kan
uitvoeren, kan iemand in zn uppie deze teksten uitvoeren.
Misschien helpt nog een ander voorbeeld om wat ik wil
zeggen te verduidelijken. De fundamentele vorm van de
politieke interpretatie van de Amerikaanse grondwet is het
leven, de activiteit en de organisatie van de Amerikaanse
samenleving. Die samenleving bestaat (met alle verande-
ringen, conflicten en verwarringen) als de uitvoering van de
grondwet. In dat beeld zouden we kunnen zeggen dat de
Bijbel de grondwet van de kerk is.
Zelfs in samenlevingen met een geschreven grondwet is
de interpretatie van die grondwet een eindeloos proces. De

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 153

DE BIJBEL IN UITVOERING 153


tijden en omstandigheden veranderen. De betekenis van de
grondwet is nooit definitief te vatten; die wordt steeds weer
opnieuw gezocht en geconstrueerd. Op dezelfde manier is
iedere nieuwe uitvoering van Beethoven of Shakespeare een
nieuwe mijlpaal in de geschiedenis van de tekst. Er bestaat
niet zoiets als een uiteindelijke en definitieve interpretatie
die die geschiedenis tot een einde zou brengen.

Maar geldt dit dan ook voor het Nieuwe Testament? Hoe
kunnen wij het besef dat de betekenisontwikkeling van een
tekst zich eindeloos voortzet, verzoenen met het geloof dat
Gods openbaring in Jezus Christus definitief is? Dit is nogal
een vraag ! Voor de beantwoording ervan kan ik niet meer
doen dan een paar aanknopingspunten bieden.
In de eerste plaats wordt bij toneel- of andere literaire
teksten de reeks van in aanmerking komende interpretaties
beperkt door wat de tekst oorspronkelijk betekende. Met
dat aspect houden de literatuurhistorici en tekstcritici zich
bezig. Een goede Shakespeare-opvoering, om een voorbeeld
te noemen, vooronderstelt actieve en duurzame belangstel-
ling voor wat de tekst oorspronkelijk betekende. De schrij-
ver behoudt zijn gezag wanneer het zijn tekst is die we wil-
len interpreteren.
In de tweede plaats moeten we, als we een tekst willen
begrijpen, de vraag begrijpen waarop die tekst een ant-
woord geeft. We kunnen die poging ook opgeven: er zijn
teksten waar we geen energie meer in willen steken, of
waarvan we moeten constateren dat we er niets mee kunnen
aanvangen. Maar zolang we onze onderneming voortzetten,
zolang we blijven proberen deze tekst uit te voeren, doen we
dat steeds op basis van zijn oorspronkelijke betekenis, zoals
wij die zien.
En als de vraag waarop de tekst oorspronkelijk antwoord
gaf er een was over de uiteindelijke definitieve aard, beteke-
nis en uitkomst van de geschiedenis van de mensheid; en als
het antwoord (zoals dat tot uitdrukking komt in de tekst)
bestond in de toekenning van een finale, definitieve en effec-
tieve betekenis aan de woorden en werken en de dood van
n man, dan moeten we, op onze zoektocht naar een ade-
quate uitvoering van de tekst, doorgaan met het toekennen
van die betekenis aan die ene man.

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 154

154 NICHOLAS LASH

Om het even heel eenvoudig te stellen: gegeven het feit


dat de geschiedenis van de betekenis van de tekst voortgaat,
kunnen en moeten wij het verhaal steeds weer anders vertel-
len. Maar daarbij geldt dan wel n voorwaarde: wij moe-
ten, als het tenminste nog steeds deze tekst is die wij willen
uitvoeren, dit verhaal vertellen en geen ander.
Er is nog een bezwaar tegen de aanpak van een tekst die
ik hier voorstel, waar ik even aandacht aan wil besteden.
King Lear is fictie, maar de evangelin zijn, tot op zekere
hoogte, historisch. Ze refereren daarmee impliciet aan
bepaalde gebeurtenissen uit het verleden. En dat maakt ze
immuun voor het relativisme in de interpretatie waar fictio-
nele teksten aan onderhevig zijn.
Nogmaals, ik kan hier niet meer doen dan een paar aan-
knopingspunten geven om het bovengenoemde dilemma op
te lossen. In de eerste plaats zouden we snel ophouden King
Lear op te voeren als we er niet langer in konden geloven,
als we het stuk niet langer levensecht zouden vinden. Som-
mige mensen, vrees ik, geven het praktiseren van het chris-
tendom op om een dergelijke reden.
Maar in de tweede plaats geven de nieuwtestamentische
teksten niet simpelweg door middel van symbolen en verha-
len uiting aan bepaalde wezenlijke en universele aspecten
van de condition humaine hoewel christenen er vaak maar
weinig oog voor hebben dat de mate waarin ze dat wel
degelijk doen bijdraagt aan hun blijvende kracht en aan-
trekkelijkheid. Ze vormen ook een weergave van het ver-
trouwen dat hun auteurs stellen in een man in wie het mys-
terie van het goddelijk handelen is ervaren als belichaamd
en geopenbaard.
We kunnen King Lear opvoeren, zelfs als de hoofdpersoon
geen historische figuur is. Maar als we het Nieuwe Testa-
ment zo zouden lezen, of vanuit de gedachte dat de nauw-
keurigheid van de beschrijving van Jezus er niet veel toe
doet, dan zouden we een centraal element van wat de tekst
oorspronkelijk betekende eruit hebben gehaald. We zouden
een ander verhaal vertellen.
Daar komt bij dat de teksten van het Nieuwe Testament
niet alleen uitdrukking willen geven aan het feitelijk bestaan
en de betekenis van n mens, maar door dat te doen plaat-
sen ze dat bestaan en die betekenis in het licht van het mys-

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 155

DE BIJBEL IN UITVOERING 155


terie van Gods handelen. Daaruit volgt dat, om een getrouw
beeld te geven, de uitvoering van de bijbelse tekst niet alleen
levensecht moet zijn, maar ook echt met betrekking tot
zijn leven; en ook weer niet alleen dat, maar ook echt ten
opzichte van God. Dat dat zo is, en zo mag worden, is onze
verantwoordelijkheid, onze hoop en ons gebed.

Ik heb in dit artikel betoogd dat de fundamentele vorm voor


de christelijke interpretatie van de Bijbel ligt in het leven, de
activiteit en de organisatie van de christelijke gemeenschap.
Daar voltrekt zich de uitvoering van de bijbeltekst. De beste
illustratie van wat dit kan betekenen is natuurlijk het vieren
van de eucharistie. Daar vindt die interpreterende uitvoe-
ring die ons hele leven uitmaakt al ons lijden, onze zorg,
ons mededogen, ons vieren, onze worsteling en onze ge-
hoorzaamheid haar dramatische focus, haar concentratie-
punt en haar ultieme explicitering. Tegen deze achtergrond
liggen de uitdrukkingswijzen waar we ons van bedienen
eerder in acties dan in woorden: door lofprijzing, belijdenis
en gebed willen ze de betekenis die ze in zich dragen recht-
streeks vormgeven. En wanneer, in de dienst van het
Woord, het verhaal wordt verteld, dan wordt het zo verteld
dat we er niet alleen van kunnen genieten zodat het memo-
rabel wordt, maar dat het wordt uitgevoerd in de navolging
van Christus.
Aan het eind van een opvoering van King Lear verlaten de
acteurs het toneel, ze trekken hun kostuums uit en keren
terug naar het gewone leven. Maar voor elke christelijke
acteur eindigt de uitvoering van de bijbeltekst pas bij zijn
of haar dood. Het toneel waarop wij onze uitvoering gestal-
te geven is de brede context van de geschiedenis van de
mensheid, waarin de kerk bestaat als het sacrament, de
dramatische enscenering, van de uiteindelijke betekenis en
hoop van de geschiedenis. Als de teksten van het Nieuwe
Testament tot uitdrukking moeten brengen wat ze volgens
het christelijk geloof in zich hebben, dan zal de kwaliteit van
onze menselijkheid het criterium zijn voor de mate waarin
onze uitvoering werkelijk voldoet. En toch is dit criterium
ten diepste voor ons verborgen in het mysterie van God aan
wiens bedoeling met de mens wij inhoud moeten geven. !

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 156

Een vreugdevol ambacht


Het lezen van de heilige Schrift

door Henk Janssen OFM

1. Ps. 119,105 Uw woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad! 1
In dit essay beschrijf ik in vijf stappen welke uitgangspun-
ten bij mij een rol spelen bij Het lezen van de heilige Schrift. Ik
probeer de Schrift met liefde en belangeloos te lezen, maar
tijdens mijn lernroute heb ik veel (van anderen) bijgeleerd.
Handvatten die mij helpen bij het vreugdevol ambacht van
Schrift-lezen. Ik besteed hier geen aandacht aan de weten-
schappelijke bestudering van de bijbel (iets wat ik graag
doe), maar alleen aan hoe ik dagelijks met de Schrift omga.

Op het gymnasium vond ik de godsdienstlessen over de


bijbel erg saai; ik had er niets mee. Tijdens mijn noviciaat
nodigde een klasgenoot mij uit om samen met hem de
Psalmen te bestuderen. Toen heb ik de smaak te pakken
gekregen. Dankzij mijn leermeesters Clemens Epping OFM
2. Andere leer- en Yehuda Aschkenasy is de liefde voor de Schrift nooit
meesters aan wie
ik veel te danken
meer overgegaan.2 Bij Gerard te Stroete OSA ben ik op de
heb zijn: Th. de profeet Amos afgestudeerd. Al tijdens mijn studie ben ik
Kruijf, G. von Rad,
W. van Unnik en
bijbelcursussen en leerhuizen gaan geven en dit duurt tot
E. Zenger. mijn vreugde tot op de dag van vandaag voort.
Ik lees dagelijks in de Schrift (Lectio continua) en bid dage-
lijks Psalmen (Oratio continua) voor mijn persoonlijke
geloofsvoeding (in onze communiteit doen wij dit ook op
deze wijze). Ter voorbereiding van leerhuizen en bijbelcur-
sussen, van de verkondiging in de liturgie en van het schrij-
ven van exegetische inleidingen (zie: www.tijdschriftvoor-
verkondiging.org) lees en bestudeer ik de bijbel, kijk ik naar
3. Commentarern de grondtekst en naar verschillende vertalingen en commen-
die ik regelmatig
gebruik zijn van: taren.3 Ook maak ik gebruik van moderne literatuur, kunst-
J. Blank; A van der
Born; L. Gold-
afbeeldingen en muzikale interpretaties.
schmidt (op de Voordat ik aan de bijbelstudie begin, steek ik een kaars
Talmud); M. Noth;
W. Plaut (op de
aan en bid ik om de Heilige Geest. Ik probeer zo met de
Tora) en E. Zenger. Schriftteksten om te gaan dat ik recht doe aan de weerbar-

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 157

EEN VREUGDEVOL AMBACHT 157


stige inhoud n dat er een blijde boodschap oplicht, uitda-
gend en bemoedigend (vgl. De doopbrief van Dietrich Bon-
hoeffer) waardoor wij echt geraakt worden op onze weg van
navolging van Jezus Christus, onze barmhartige God tege-
moet.

I. De Thora herkauwen

Er goed aan toe is de mens,


die niet treedt in het overleg van de schoften,
niet staat op de weg van de deugnieten
en niet zit aan de tafel van de spotters,
maar (levens)lust vindt in de Thora van JHWH,
herkauwend zijn Thora overweegt, bij dag en nacht.4 4. Ps. 1,1-2
Psalm 1 vormt de ouverture van het Psalter waarin de the-
mas al worden aangestipt. De mens die leeft aan de hand
van de Thora en de Profeten wordt gelukkig geprezen, maar
de mens die hen op zijn weg links laat liggen, bevindt zich
op een doodlopende weg: De Barmhartige beschermt de
weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt 5. Ps. 1,6
dood. 5
Het Psalter is in zekere zin een samenvatting in gebeds-
6. Henk Janssen OFM,
vorm van de blijde boodschap van de Thora, Profeten en Bidden, gerechtigheid
Geschriften (Tenach). De 150 Psalmen zijn zo geordend dat doen en wachten op
Gods uur. Een diaco-
ze rijmen op elkaar, elkaar tegenspreken en aanvullen. Zo nale lezing van de
doen ze volop recht aan alles wat in ons mensen, in goede Schrift. In: St. Helle-
mans, J. van den
en in kwade dagen, omgaat aan vreugde en verdriet, goed- Eijnden, P. Rentinck
heid en slechtheid, driften en verlangens, geloof en twijfel (red.), Een Katholieke
Kerk met toekomst.
voor het Aangezicht van onze barmhartige God. Het bidden Bergambacht 2012,
van alle psalmen als oratio continua is dan ook een weldadi- pp. 19-30.
ge verrijking.6
De mens die bij zijn gaan, staan en zitten dag en nacht 7 de 7. Dt. 6,4-9 en
17,14-20
Thora herkauwt, leidt een gezegend leven en is gelukzalig.
Hij beleeft Simchat Tora, Vreugde om de Thora.8 Het hebreeuw- 8. Vgl. Ps. 1, Ps. 19
en Ps. 119.
se werkwoord hagahbe betekent herkauwen, rumineren.
Zoals een koe gras herkauwt om er al het voedsel uit te
halen, dient de mens de woorden van de Schrift te herkau-
wen om de volle rijkdom van de blijde boodschap te ont-
dekken om deze te doen. In de lijn van Augustinus noemt
Maarten Luther deze leerweg van het herkauwen: gebed

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 158

158 HENK JANSSEN OFM

(oratio), overdenking (meditatio) en aanvechting (tentatio). De


overdenking van de Schrift die op het gebed volgt, is geen
herhaling van bekende Bijbelteksten of spirituele bespiege-
9. Voorrede op lingen daarover, maar een steeds herlezen van de Schrift om
deel I van de Duitse haar woorden als nieuw te horen, alsof je er tot nu toe nog
geschriften (1539),
in: H.J. Selderhuis niets van begrepen had. Uitsluitend in interactie met gebed
(red.), Luther verza-
meld - I. Utrecht,
en meditatie kan in de aanvechting de ervaring worden
2016, p. 4. opgedaan dat en hoe God zijn beloften gestand doet. 9

II. Versta je wat je opleest?

En de geest zei tot Filippus:


ga naar de Ethiopir toe en voeg je bij zijn wagen;
toen Filippus er naartoe was gelopen
hoorde Filippus hem de profeet Jesaja oplezen
en zei: versta je wat je opleest?
Maar hij zei:
hoe zou ik dat kunnen
10. Hand. 8,30-31 wanneer niet iemand mij wegwijs maakt? 10
In zijn Evangelie van de Geest (de Handelingen) laat de evan-
gelist Lukas aan de hand van de ontmoeting tussen de dia-
11. Hand. 6,1-6 ken Filippus 11 en de Ethiopir zien dat het evangelie, dankzij
12. Hand. de Geest 12, verbreid wordt tot het uiteinde van de wereld.
8,26.29.39
13. Hand. 12,1-3
Gods blijde boodschap geldt wereldwijd.13 Ik ga nu niet ver-
der op de inhoud van dit verhaal over Filippus en de Ethio-
pir in, ik kijk naar dit reisverhaal waar veel beweging en
vaart in zit, met de zoekvraag: wat reikt het verhaal ons aan
over het omgaan met de Schrift?
De Ethiopir is op pelgrimstocht geweest naar Jeruzalem
(8,27) en heeft voor de terugreis door de eenzame woestijn
de Schriftrol Jesaja gekocht (8,28). Dit Schriftgedeelte zit hij
hardop te lezen (8,28.30.32v). Een engel/de Geest van de
Heer stuurt de diaken Filippus op deze pelgrim af (8,26-30).
Oplezen is niet hetzelfde als echt verstaan en begrijpen
(8,30). Voor dit verstaan van de Schrift heeft de Ethiopir
iemand nodig die hem wegwijs maakt. Voor het verstaan
van de Schrift hebben wij elkaar nodig. Alleen door samen
te horen, de tekst te bevragen en te herkauwen, gaan wij de
woorden, die ook ons bevragen, verstaan (8,31-35). De
Schrift wordt niet gehoord om allerlei weetjes en waarheden

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 159

EEN VREUGDEVOL AMBACHT 159


is het waar gebeurd? te achterhalen. Bij het horen en ver-
staan van de Schrift gaat het om de verkondiging van Gods
bevrijdende weldaden, gaat het in deze perikoop om de ver- 14. = JHWH bevrijdt
(Hand. 8,35)
kondiging van Jezus Christus14. Jezus duidt zijn messiaans
15. Lk. 8,29-31 en
leven aan de hand van Thora, Profeten en Geschriften / 24,27.44; vgl. Mal.
Psalmen.15 De Schrifttekst die de Ethiopir opleest uit Jesaja16 3,22v.
past Filippus, op navraag van de Ethiopir, toe op Jezus17. In 16. Jes. 53,7v.
17. Hand. 8,31-35
de contouren van de lijdende dienstknecht wordt het leven
van, de moord op en de opstanding van Jezus Messias her-
kend. Door de verkondiging van de blijde boodschap van
Jezus Messias ontdekt de Ethiopir dat hij, ondanks dat hij
een eunuch is18, meetelt in de ogen van God. Ook hj mag 18. Hand. 8,27.34.38
Dt. 23,2 en Jes.56,1-8
meegaan op de weg van Jezus Messias. Dat hij, na de uitleg
van Filippus, de boodschap echt gehoord heeft, blijkt uit zijn
wijze van handelen. Hij trekt consequenties uit de bood-
schap en laat zich dopen.19 De weg naar het veelbelovende 19. Hand. 8,36-38
land ligt voor hem open. En ieder gaat op zijn eigen wijze
de weg verder. De Ethiopir gaat vol vreugde naar Ethiopi
terug en Filippus gaat geleid door de Geest de blijde 20. Hand. 8,39v.
boodschap verkondigen tot in Caesarea.20
Wat zegt dit verhaal ons over het omgaan met de Schrift?
De Schrift is een verhaal voor onderweg, om hardop te 21. G.P. Freeman &
H. Janssen, Hande-
lezen. Bij het verstaan en interpreteren hebben wij elkaar lingen van de Aposte-
nodig om elkaar wegwijs te maken en de blijde boodschap len. Wereldwijd, in:
F. Maas, J. Maas en
voor ons, hier en nu, te ontdekken. Wanneer wij de blijde K. Spronk (red.),
boodschap ontdekt hebben, dienen wij deze in praktijk te De Bijbel spritueel.
Zoetermeer-Kapellen
brengen. Alleen wanneer wij dan vol vreugde onze levens- 2004, pp. 607-714;
weg vervolgen, hebben wij goed naar de blijde boodschap H.Janssen OFM, Lezing
in: Ts.v.Verkondiging 7
geluisterd, zoniet, dan moeten we de Schrift opnieuw her- Het Doopsel (2009),
kauwen en bekloppen om het bevrijdende woord te kunnen pp. 71-75.
horen tot zegen van mensen.21

III. De hoorder maakt het verhaal, het Verhaal de hoorder!

Deze hoorder maakt het verhaal. Mijn horen naar de Schrift


wordt benvloed door mijn levensverhaal en mijn situatie. Ik
ben een man van 72 jaar, geboren tijdens de Tweede Wereld-
oorlog, in mei 1944 in Venray. In 1964 ben ik bij de minder-
broeders ingetreden. Ik leef als minderbroeder in onze
kleine franciscaanse Jonas-communiteit in Arnhem. Ik houd

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 160

160 HENK JANSSEN OFM

van koken, lekker eten en lezen. Als achterkleinzoon van


Abraham en Sara ben ik op zoek naar de Barmhartige, op
weg naar een land dat goed en ruim is, een land van melk
22. Vgl. Ex. 3,8 en en honing, waar de bergen stromen van de most.22 Tijdens
Am. 9,13
mijn theologiestudie in Utrecht heb ik Joodse, katholieke en
reformatorische leermeesters gehad. Ik word geboeid door
Franciscus en Clara, de profeet Amos, door de theologie en
levenswijze van Dietrich Bonhoeffer en door de Joodse schil-
der Marc Chagall. Op het ritme van Psalmen en Joodse
gebeden blijf ik gaande. Ik was docent catechese in Den
Haag, werd in 1977 tot priester gewijd, werkte 23 jaar als
studentenpastor in de Oecumenische studentengemeente in
Utrecht en was 9 jaar deken van het dekenaat Arnhem. Als
docent bijbelse vorming heb ik veel bijbelcursussen en leer-
huizen geleid. Twaalf jaar heb ik als supervisor aan de
Nieuwe Bijbelvertaling (2004) meegewerkt. Sinds zeven jaar
ben ik met emeritaat. Ik geef bijbelcursussen, ga voor in de
liturgie, ben hoofdredacteur van Tijdschrift voor verkondiging,
geef retraites en ben de begeleider van het Jonas-leerhuis te
Arnhem. Voor mijn ontspanning lees ik, beluister ik muziek,
ga ik naar concerten en wandel ik.
Binnen deze bedding leef en werk ik en ontstaan de vra-
gen en de kijkrichting waarmee ik de Schrift hoor. Hoe deze
benvloeding er precies uitziet, kan ik zelf moeilijk zeggen;
bovendien verandert ze ook steeds. Herstellend van een her-
seninfarct houden de broosheid en eindigheid van het leven
mij nu meer bezig dan voorheen: hoe geef ik gestalte aan de
blijde boodschap in onze geseculariseerde samenleving?
Hoe komen we na Auschwitz-Westerbork en in onze wereld
vol discriminatie en zinloos geweld onze barmhartige God
op het spoor? Hoe worden wij broeders en zusters voor en
met elkaar in een samenleving van concurrentie en zelfred-
zaamheid? Hoe laten wij ons daarbij bij de hand nemen
door de verarmden, de verdrukten, de baanlozen, de vreem-
delingen en de bootvluchtelingen? Hoe gaan we de weg van
gerechtigheid, barmhartigheid en vrede, onze Bevrijder ach-
terna? Hoe wordt ons (samen)leven een lofzang op God in
wiens beeld wij geschapen zijn?
Zo luister ik nu naar het verhaal van God. Bij het horen
ben ik zelf in het geding, kom ik zelf ter sprake. Andere
mensen horen vanuit hun situatie hetzelfde verhaal anders.

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 161

EEN VREUGDEVOL AMBACHT 161


Dat is goed en verrijkend. Het verhaal is ontstaan om door
levende mensen verder verteld te worden. Het is geen eeu-
wige waarheid of tijdloze ideologie.

Het Verhaal maakt de hoorder. Dit is geen vrijbrief voor vrij-


blijvende inlegkunde. Gods verhaal wil gehoord en her-
kauwd worden23, wil ons bevrijden en op weg zetten naar 23. Deut. 6,4-9
Ps. 1
het goede land. Wil het verhaal een appl op ons kunnen
doen, dan moeten we het volop de kans geven. Zoals we
ons eigen levensverhaal serieus mogen nemen, zo moeten
wij dat ook doen met het verhaal dat ons wordt aangereikt.
In al zijn weerbarstigheid moeten we het laten staan en het
niet op eigen maat snijden. De vraag wat moet ik er nu
mee? mag niet te snel gesteld worden. We moeten ons ver-
trouwd maken met het verhaal en de context ervan, en er
fiducie in krijgen. We dienen het met ons mee te lezen (ons 24. In het Jonas-
leerhuis geef ik
laten bevestigen) en tegen ons in te lezen (ons laten onder- Psa lmen herkauwen.
breken). Wij kunnen ons daarbij laten helpen door uitleg- Per avond wordt
een Psalm bespro-
gers van vroeger en nu, door de beeldende kunst de bijbel ken door twee ver-
talingen met elkaar
der armen , door moderne literatuur en gedichten, door te vergelijken, twee
muzikale interpretaties24 en vooral door mensen die het ver- potische hertalin-
gen te bekijken en
haal van God met ons hebben voorgeleefd. Er dient een dia- te luisteren naar
loog te ontstaan tussen het verhaal en mijn verhaal. Al luiste- twee verschillende
muzikale interpre-
rend kunnen wij bij het verhaal betrokken raken en kan het taties. Soms maken
ons bevragen en in beweging zetten. Dan kunnen wij met we ook zelf een
hertaling van de
ons levenshaal onaf en met schaduwzijden en lichtkanten behandelde Psalm.
op verhaal komen bij Gods bevrijdend verhaal.

IV. Laten zij naar Mozes en de Profeten luisteren

Sinds de roeping van Abram en Sara om het met JHWH te


wagen en op weg te gaan, om een zegen te zijn voor alle
mensen 25, bestaat het volk van God. Binnen dit Godsvolk 25. Gen. 12,1-9
worden de ervaringen met God aan elkaar doorverteld. Het
volk van God is een vertel-gemeenschap. Zo ontstaat de
mondelinge traditie. In de verhalen van personen en van de
gemeenschap komt JHWH (in de concrete geschiedenis) aan
het licht. Het gaat om feiten en gebeurtenissen die genter- 26. Deut. 6,4-9;
preteerd worden vanuit het perspectief van en met het oog Ps. 78,1-7; vgl.
Lk. 16,29-31 en
op God26. Van generatie op generatie komt JHWH verhalen- Lk. 24,27.43-45

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 162

162 HENK JANSSEN OFM

derwijs aan het licht (to learn by heart).Vanaf de Babylonische


ballingschap is deze mondelinge traditie opgeschreven en is
er dus sprake van de schriftelijke en de mondelinge traditie.
Zo ontstaat langzamerhand een (inhoudelijke) indeling van
de Hebreeuwse bijbel in drie (onder-)delen:
de Thora: aanwijzingen ten leven over wie God is en wij
kunnen worden.
de Profeten: (Jozua tot en met Maleachi) mondelinge, actu-
aliserende interpretaties van de Thora.
de Geschriften: reacties op het interpretatieproces van de
Thora door de Profeten (psalmen/gebeden, liederen, wijs-
heidsspreuken etc.). Mozes ontving de Thora op de Sina en
leverde haar over aan Jozua; en Jozua aan de oudsten en de
oudsten aan de Profetenen; de Profeten leverden haar over
aan de mannen van de Grote Synagoge. Ze hebben drie din-
27. Avot. 1,1;
gen gezegd: wees bedachtzaam bij de rechtspraak, maak
Sir. 44,1 50,29 veel leerlingen en plaats een haag rond de Thora. 27

De Hebreeuwse bijbel wordt daarom ook genoemd: Thora,


Profeten en Geschriften (TeNaCh). De bijbel van Jezus en
zijn leerlingen is Thora, Profeten en Geschriften. Omstreeks het
begin van onze jaartelling staat de omvang van de TeNaCh
vast, en gaat de mondelinge traditie door. Deze is vastge-
legd in de Misjna (2de eeuw) en tenslotte in de Talmoed (6de
eeuw). Ook de volgelingen van Jezus Christus hebben de
mondelinge interpretatie van de TeNaCh (en Septuagint)
voortgezet. In de vierde eeuw ontstaat dan de christelijke
bijbel: de TeNaCh (Oude Testament) en de christelijke inter-
pretaties van Thora, Profeten en Geschriften (Nieuwe
Testament). In de vierde eeuw is oud een eretitel en heeft
nieuw de klank van moet zich nog bewijzen. Het Oude
Testament is dus niet verouderd of slechts een voorspel
(belofte) voor het Nieuwe Testament (vervulling). Het thema
belofte en vervulling speelt zowel in het Oude als in het
Nieuwe Testament en speelt nog steeds door.
Bij het lezen van het Oude Testament is het voor ons,
christenen, van belang om de eigen zeggingskracht van de
TeNaCh goed tot haar recht te laten komen. Het Oude
Testament is noch voor-christelijk, noch onder-christelijk,
noch on-christelijk, noch niet-christelijk. Een oudtesta-
mentisch woord is eenvoudigweg christelijk wanneer het

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 163

EEN VREUGDEVOL AMBACHT 163


door christenen als onderdeel van hun bijbel gehoord wordt
zonder dat het ophoudt, tegelijkertijd en vanuit zijn oor- 28. Het Oude
sprong Joods te zijn. Een oudtestamentische tekst hoeft Testament in de
verkondging van-
zich noch tegenover het Nieuwe Testament te rechtvaardi- uit christelijk-joods
gen, noch hoeft hij eerst christelijk gedoopt te worden, op- perspectief, in:
A. Janssen OFM &
dat hij Woord van God voor christenen kan worden. Al- H. Janssen OFM
dus Erich Zenger.28 Het Oude Testament staat open naar de (red.), Schrift & ver-
kondiging 3: De her-
komst van Gods heerschappij. Voor Joden betekent dit de ontdekking van het
verwachting van de komst van het messiaanse rijk. Voor ons Eerste Testament
voor de verkondiging.
betekent dit, op grond van het Oude en Nieuwe Testament, Nijmegen 1998
de verwachting van de (weder-)komst van onze verrezen (TvV), pp. 2-40.
Heer.
Wij mogen de teksten uit het Oude en Nieuwe Testament
niet (ten koste van elkaar) tegen elkaar uitspelen. Ze verdie-
pen en verrijken elkaar. In de liturgie is extra aandacht voor
de oudtestamentische schriftlezing een verrijkende verdie- 29. D. Bonhoeffer,
Verzet en overgave,
ping voor de evangelie-lezing. Wie al te snel, al direct Tweede Advent
nieuwtestamentisch wil leven en denken is mijns inziens 1943. Baarn 2003.
geen christen.29

V. Bidden en gerechtigheid doen en wachten op Gods uur

Bij het lezen van de Schrift laat ik mij uitdagen door de vra-
gen en themas die nu op onze zuster en moeder aarde aan
de orde zijn. Ik laat me inspireren door de spiritualiteit van
Franciscus en Clara, door de oecumenische theologie van
Walter Kasper, door moderne literatuur en gedichten, maar
vooral ook door de theoloog en verzetsstrijder Dietrich Bon-
hoeffer.
In 1964, tijdens mijn noviciaat, hoorde ik voor het eerst de
naam Bonhoeffer (1906 -1945). Sindsdien ben ik door zijn
levenswijze en geschriften geboeid. Ook bij het lezen van de
Schrift laat ik mij door hem inspireren. In 1942, terwijl hij
volop actief is in het verzet tegen Hitler en ethische essays
schrijft over verantwoordelijkheid en mediteert over Psalm
119, schrijft Dietrich Bonhoeffer: Het blijft zeer waardevol
de grote gebeurtenissen in de geschiedenis ook eens met de
blik van anderen te bekijken, namelijk vanuit het oogpunt
van hen die uitgerangeerd zijn, slecht behandeld, onder-
drukt, beledigd en machteloos. Kortom, vanuit het oogpunt

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 164

164 HENK JANSSEN OFM

30. D. Bonhoeffer, van hen die lijden zodat we pas echt oog zullen krijgen
Verzet en overgave.
Baarn 2003,
voor het menselijke, voor recht en barmhartigheid.30
pp. 29-30. In mei 1944 schrijft hij vanuit de gevangenis in Berlijn-
Tegel een doopbrief aan zijn peetzoon Dietrich Bethge.
Daarin denkt hij na over de toekomst van de kerk na de
ondergang van Hitler. Voor mij zijn deze woorden nog
steeds van kracht en ze helpen mij bij mijn worsteling bij het
verstaan van de Schrift: Ons christen-zijn zal in deze tijd
bestaan uit slechts twee elementen: bidden en onder de mensen
gerechtigheid doen. Elk denken en praten en organiseren van
christenen moet herboren worden uit dat bidden en dat
doen. Tegen de tijd dat jij volwassen bent zal de gedaante
van de kerk sterk veranderd zijn. De kerk is nog in de smelt-
kroes en iedere poging om haar voortijdig weer een machti-
ge organisatie te geven, zal een vertraging betekenen in haar
verandering en zuivering. Het is niet aan ons de dag te
voorspellen maar die dag zal komen dat er weer mensen
geroepen worden om z Gods Woord te spreken dat de
wereld eronder verandert en zich vernieuwt. Het zal een
nieuwe taal zijn, volkomen areligieus misschien maar bevrij-
dend en verlossend als de taal van Jezus; de mensen zullen
ontsteld zijn maar zich gewonnen geven aan haar kracht;
een taal van een nieuwe gerechtigheid en waarheid, een taal
die de vrede verkondigt tussen God en de mensen en de
31. Jer. 33,9;
nabijheid van zijn rijk. Zij zullen zich verbazen en verwon-
Spr. 4,18 deren over al het goede en het heil, dat Ik aan haar doe. 31
32. D. Bonhoeffer, Tot die tijd zal de zaak der christenen verborgen zijn en stil,
Verzet en overgave.
Baarn 2003,
maar er zullen mensen zijn die bidden en gerechtigheid doen
p. 295. en wachten op Gods uur.32

De Heilige Schrift lezen is inderdaad een vreugdevol am-


bacht dat tot dankbaarheid stemt. !

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 165

Abraham, de uitverkorene
door Paul Beauchamp SJ

Volgens het boek Genesis vindt het volk van Isral zijn oor-
sprong in de roeping van een enkeling, een individu. Het
begrip individu vraagt om bezinning. Al zouden er miljar-
den mensen bestaan, altijd zijn ze ook individu, een een-
heid. Het kan gebeuren dat de wereld in rep en roer is om
een sportheld, actrice of zo vaak een ter dood veroordeel-
de. Vaststellen dat men geraakt is betekent nog niet dat men
een voorkeur zou toekennen aan de individuele dimensie.
Dit gegeven toont juist de macht van het getal. Een individu
is niet zonder de gemeenschap, maar de gemeenschap kan
het individu evenmin opofferen ten gunste van haar haar-
zelf. Alles speelt zich af op de breuklijn van het verschil tus-
sen het individu en de gemeenschap. Daardoor wordt het
mogelijk ze voortdurend tegen elkaar uit te spelen.
Abraham is niet alleen. Binnen een paar verzen zie je dat
alles om hem heen zich zonder dralen bevolkt, en zelfs orga-
niseert. Abraham had een vader, Terach, die al vr Abra-
ham uit Ur van de Chaldeen was weggetrokken. Er gaat
dus al iets aan de geschiedenis van Abraham vooraf. Waar-
om wordt dat zo vaak vergeten als men de Bijbelse geschie-
denis vertelt? Het is nuttig om te zien dat Abrahams verhui-
zing omwille van het geloof volgt op een eerdere migratie
en daar een voortzetting van is. Deze migratie werd onder-
nomen zonder een oproep van Godswege, in elk geval zon-
der dat de Bijbel daar melding van maakt. Terach woonde
aan de overkant van de Rivier en diende andere goden. Ik
haalde Abraham daar vandaan, zei de Heer.1 Terach is dus 1. Joz. 24,2-3
de grootvader van de gelovigen zonder dat die zelf geloofd
had. Dat is de voorgeschiedenis van Abraham.
Hoe zal het verder gaan, hoe zal het gaan met de nako-
melingen van de uitverkorene? De grote steun en toeverlaat
van een migrant vormen zijn familie, zijn zonen, maar die
zijn voor Abraham een bron van zorg: zijn vrouw is
onvruchtbaar.2 Abraham op zichzelf beschouwd is zoon... hij 2. Gen. 11,30
is echtgenoot... is oom, maar hij is nog niet Abraham de

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 166

166 PAUL BEAUCHAMP SJ

vader. Toch zal Abraham voor altijd en bij uitstek vader zijn.
Wanneer een stem hem roept, zou je verwachten dat hij de
belofte ontvangt van een nageslacht, maar die stem zegt
alleen: ik zal een groot volk van je maken.
We moeten wachten tot hoofdstuk 15 waarin God hem
een zoon belooft. In feite gaat de belofte verder dan gezin en
volk: In u zullen gezegend worden a lle geslachten van de
aarde. Geslachten van de aarde betekent hier alle volken;
ze worden geslachten genoemd omdat het personage van
Adam symbolisch op zn sterkst de zekerheid benadrukt dat
de mensheid n is, als n enkel mens. Men mag wel zeg-
gen dat het impliciet poneren van de figuur Adam in een
plaats en een tijd waarin de verschillen in ras en religie
dagelijks merkbaar waren, een grote overwinning betekent
voor de menselijke geest. Welnu, tegenover de figuur van
Adam als symbool van universaliteit plaatst God Abraham
als figuur van het verschil, van a nders zijn.
De uitverkorene is de unieke bij uitstek, de gezegende,
maar de gezegende voor alle mensen. Rondom dit individu,
deze afgescheidene, gaat het lot zich voltrekken van alle
geslachten der aarde, dus van de mensheid. Ik zal zegenen
3. Gen. 12,3 die u zullen zegenen, ik zal vervloeken die u verwensen. 3
Vraag: Zullen de mensen het gezag van Abraham moeten
erkennen, hem eerbiedigen, in elk geval zijn geloof aanne-
men? Antwoord: Zij zullen hem alleen moeten zegenen. De
keus gaat alleen tussen zegenen of vervloeken; daaruit kan
men concluderen dat vervloeken een rele mogelijkheid is.
Mensen zullen geneigd zijn hem te vervloeken en God via
hem.
Inderdaad, waarom is er slechts n gezegend, waarom
ik niet of een meer indirect verwijt (meer correct) waar-
om niet allen? Dat is de aanstoot van de uitverkiezing van
Isral, de ergernis van iedere goddelijke uitverkiezing.
Antwoord: Allen worden gezegend allen, als zij n enke-
ling zegenen. Dat is een voorwaarde. Vraag: Is aan de belofte
die aan Abraham, aan hem alleen, wordt gedaan, is daar
geen enkele voorwaarde aan verbonden? Is dat rechtvaar-
dig? Antwoord: Hier grijpt jaloezie haar kans die het zegenen
verhindert. Dan is men jaloers op God en zijn leven. Het
leven dat gegeven wordt en dat begint in God, heeft geen
oorzaak buiten zichzelf. De goddelijke liefde heeft geen oor-

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 167

ABRAHAM, DE UITVERKORENE 167


zaak. Ze houdt van de mensenfamilies in de wereld en wil
dat zij dat weten via Abraham.
Laten we even stil staan bij dit procd, deze methode
van God, waarvan de redenen voor ons misschien niet hele-
maal te begrijpen zijn. In hem is er geen duisternis. 4 De uit- 4. 1 Joh. 1,5
verkiezing (want dat is het) is noch absurd noch duister.
Laten we eens een alternatief bedenken: God zegt tot alle
mensen: Ik houd van alle mensen. Dan komen we in het
denkbeeldige en nietszeggende terecht: niemand zou luiste-
ren, niemand in beweging komen. Laten we dan eens het
volgende stellen: God heeft tot iemand gezegd: Ik houd van
alle mensen, zeg dat tegen hen. Dat is niet voldoende. We
zouden dan blijven steken in een abstractie: het zou voor de
mensen genoeg zijn om te horen dat ze bemind worden en
wat zou de gezondene motiveren om deze informatie te
geven? In feite heeft God, met Abraham, tot een individu
gezegd: Ik houd van je, en wel zo dat ik je lasten op me
neem, en ik wil dat alle mensen dat weten en dat ze jou
daarom zegenen.
We moeten het erkennen: God vraagt het onmogelijke;
het verhaal van Kan die Abel doodde omdat God aan zijn
offers de voorkeur gaf was daarvan al een demonstratie.
Maar iedere boodschap en iedere waarheid doorloopt
onherroepelijk de tijdsspanne van n enkele geboorte tot
aan n enkele dood, met de beperking eigen aan een
lichaam en zn geschiedenis. De voorwaarden voor de ge-
loofwaardigheid van iedere ervaring ontsnappen beslist niet
aan deze finale vaststelling: in u.5 In u zullen alle mensen- 5. Gen. 12,3
families van de aarde gezegend worden. Op zon laconieke
manier met zo weinig woorden! laat de bijbel ons zelf
concluderen dat iemand die zozeer door God bemind
wordt, daarvan zal weten te getuigen en zich bij de mensen
geliefd zal weten te maken.
Abraham is het gegeven te weten dat God van hem
houdt. Maar dit weten is hem alleen gaandeweg gegeven, in
het gaan van een lange weg door de geschiedenis heen
waarin de afgunst van de volkeren zijn pad kruist! De god-
delijke liefde speelt zich af in wat er gebeurt tussen de men-
sen in de ruimte van hun verschil. Abraham zal op de proef
worden gesteld, maar dat geldt ook voor de volkeren, die
om ontrukt te worden aan hun eenzaamheid en trots, een

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 168

168 PAUL BEAUCHAMP SJ

boodschap moeten aannemen die alleen maar van een ander


komt! Het vervolg belooft veelbewogen te worden.

De Heer zei tot Abraham: Trek weg Ik zal hen zegenen


die u zegenen, en wie u verwenst, zal ik vervloeken, in u
6. Gen. 12,1-3 zullen alle geslachten van de aarde gezegend zijn. 6

Abraham het leven, de dood

Een nieuwe episode in het leven van Abraham speelt bij de


eiken van Mamre: Hij zit bij de ingang van de tent in de
volle warmte van de dag. Hij is meer dan honderd jaar oud,
zijn vrouw is onvruchtbaar. Maar het is precies midden op
de dag en de belofte van een zoon zal werkelijkheid wor-
den. Een verrassing: de traditie van de Kerken van het
7. Hebr. 13,2 Oosten duidt, genspireerd door de Hebreenbrief 7, de
scne aan met de Griekse term philoxenie, wat betekent:
liefde voor de vreemdeling. Wij begrijpen meteen dat phi-
loxenie het tegenovergestelde is van xenofobie (vreemde-
lingenhaat). Hij sloeg zijn ogen op en zag drie mannen voor
zich staan. Hij heeft ze niet zien aankomen, hij kent ze niet.
Vreemdelingen. Het loont de moeite om in detail in te gaan
op de gastvrijheid van Abraham (hoe hij brood aanbiedt,
een kalf laat slachten enzovoort).
Ontegenzeggelijk is deze philoxenie de eerste Annuncia-
tie van de hele bijbel. En de aangekondigde zoon is de belof-
te van een groot volk. Het volk zal worden gezegend door
vreemdelingen en hij wordt aangekondigd door vreemde-
lingen. Terecht spreekt men van de spreekwoordelijke gast-
vrijheid van nomaden. Maar dat moet onze aandacht niet
afleiden van de verrassende associatie die zich opdringt tus-
sen zijn deur openstellen voor vreemdelingen en een zoon
krijgen. De zoon, de dochter zijn vreemdelingen voor de
vader, de moeder. Vreemdeling, dat wil zeggen: anders,
nieuw. Een nieuwheid waartegen iedere vader, iedere moe-
der zich tot eigen verbazing verzet.
Abraham is niet alleen. Zijn leven zal zich afspelen in
8. Gen. 12,2-3 relatie met de volkeren.8 Zijn gasten hebben geen nationali-
teit. Hun status is verborgen: als ze spreken hoort men nu

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 169

ABRAHAM, DE UITVERKORENE 169


eens hun stem 9, dan weer de stem van de Heer10. Drie 9. Gen. 18,9
10. Gen. 18,10.13
dimensies stapelen zich op: 1. de ontvangst van de vreemde-
lingen, 2. het krijgen van een zoon, 3. de ontvangst van deze
vreemdeling die God is. Een vreemdeling die aan onze
maaltijden deelneemt: Zij aten en zeiden tot hem: Waar is
Sara, uw vrouw? De aankondiging van een zoon maakt
Sara aan het lachen, lachen om het onmogelijke. Niet onmo-
gelijk voor de Heer, krijgt ze ten antwoord. Lucas zal ons
met opzet deze scne weer in gedachten brengen: Gabril
zal dezelfde woorden tot Maria richten: Voor God is niets
onmogelijk.11 Maar er zijn graden in het onmogelijke. 11. Luc. 1,37
Mamre en Sodom: de eerste Annunciatie in de bijbel is
niet te scheiden van de scne die daarop volgt12 en die wordt 12. Gen. 18,16 tot
19,20
ingeleid met een woord: Sodom (vergelijk verderop: So-
dom en Gomorra). Dat is een schok ! In de verzorgde com-
positie van de hoofdstukken 18 en 19 wordt een contrast
ingebracht onder het teken van het bezoek: bezoek dat
door Abraham wordt onthaald, maar afgewezen door de
mensen van Sodom, die zich op de nieuwkomers storten als
op hun prooi. Deze lezing wordt ondersteund door het
Nieuwe Testament. Tot tweemaal toe vergelijkt Jezus de
steden die het bezoek van God weigeren door hem of zijn
gezanten af te wijzen13 met Sodom en Gomorra. Engel bete- 13. Mt. 10,15 en
11,23-24
kent in het Hebreeuws boodschapper/gezant. De profeten
hebben deze vergelijking zelfs toegepast op Jeruzalem.14 14. Jes. 1,10; Ez. 16
Tegenwoordig roepen de beide plaatsnamen Sodom en
Gomorra bij ons meteen seksuele praktijken en gedragingen
op. Maar de traditie van de bijbel is constant: deze twee ste-
den symboliseren eerst iets anders. Ze roepen het beeld op
van een leven dat zelfzuchtig en egocentrisch is, dat samen-
gaat met een overvloed aan goederen en met gewelddadig-
heid. Het land van Sodom wordt gekenmerkt door rijk- 15. Gen. 13,10
dom.15 Voor Jeremia was Moab (verbonden met Sodom16) als 16. Gen. 19,30 -37
wijn die op zijn droesem rustte en nooit was overgegoten
(nooit in ballingschap).17 Ezechil schetst het complete beeld 17. Jer. 48,11
van jouw zuster Sodom: trots, vadsig, onbekommerd, zor-
geloos [...], de hand van de ongelukkige en de arme onder-
steunde zij niet. Ze zijn hooghartig geworden en hebben
bedreven wat mij een gruwel is.18 De brief aan de Romeinen 18. Ez. 16,49
zal nader uitleggen wat de apostel Paulus aanduidt als gru-
wel op seksueel gebied19, maar dan wel om daarin de laatste 19. Rom. 1,26-27

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 170

170 PAUL BEAUCHAMP SJ

fase te zien van een egostische gerichtheid, een lichamelijk


symptoom van een diepere, verborgen weerstand. Men
heeft vaak de pijnlijke tegenstrijdigheid opgemerkt van deze
drang die tegelijk lichamelijk is en tegengesteld aan de
nederigheid van het lichaam, omdat het de engel is (het
ideaalbeeld van de ander) die men wil bereiken: dat is de
ware dimensie van het probleem.
In dit symptoom doemt een systeem op. Welnu, de geci-
teerde teksten schrijven het niet toe aan individuen maar
aan de keuzes die gemaakt worden door een beschaving.
Daarin is de apostel Paulus trouw aan de houding van de
profeten en van Jezus, die steden en niet personen met
elkaar vergelijkt. Als we hierop letten kunnen we zeggen: de
episode van de eiken van Mamre vertelt waar het leven is,
de episode van de verwoeste steden vertelt waar de dood is.
Samen zijn ze het tweeluik van het Oordeel.
Zelfs ten opzichte van Sodom en Gomorra blijft Abraham
de uitverkorene voor allen, de gezegende voor hen die zege-
nen. Nooit is hij zo dicht bij de volkeren geweest als op het
moment waarop de dialoog begint, als Abraham de vreem-
delingen vergezelt naar een hoog gelegen plek vanwaar de
twee steden voor hen opdoemen en hij zo geslepen bij de
Heer pleit voor Sodom en Gomorra. Hoeveel rechtvaardigen
moeten er zijn om de steden te redden: vijftig, vijfenveertig,
veertig, dertig, twintig, tien? Men heeft zich afgevraagd
waarom Abraham niet tot het getal n is gegaan. Mis-
schien omdat er een verbond nodig is tussen verschillende
rechtvaardigen om de stad te redden: Het is niet goed dat
20. Gen. 2,18 de mens alleen is, heeft de Schepper gezegd.20

Kijk naar de hemel, tel de sterren als je kunt... Zo zal jouw


21. Gen. 15,5 nageslacht zijn.21

Abraham binding en ontknoping

God stelde Abraham op de proef, zegt de bijbel. Na deze


22. Gen. 22,12 test zegt God: Nu weet ik22 De beelden ontvouwen zich
voor ons geestesoog. God vraagt aan Abraham zijn zoon
Isaak te offeren (hem aan te bieden als offergave). Maar op

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 171

ABRAHAM, DE UITVERKORENE 171


het laatste moment houdt Hij zijn hand tegen. Isaak wordt
vervangen door een ram.
De commentatoren vertellen er ons wat meer over. De
praktijk om de eerstgeborene te offeren is gangbaar geweest
in Isral. Het ging om offers aan de God Molek (de Moloch).
De wet zegt dat zij die hun ogen gesloten hebben voor
deze daad zullen worden buitengesloten uit het volk.23 In 23. Lev. 20,4
het boek der Rechters, dat de zeden van het meest archa-
sche Isral (een millennium vr onze jaartelling) het duide-
lijkst in beeld brengt, lezen wij dat de strijder Jefta de gelof-
te had afgelegd om, als hij als overwinnaar zou terugkomen,
de eerste die uit zijn huis zou komen ten offer te brengen...
Hij had een verschrikkelijk risico genomen! Zijn enige doch-
ter kwam als eerste naar buiten en hij offerde haar.24 24. Re. 11,29-40
Bij de Grieken offert Agamemnon zijn dochter Iphiginea
om door de goden verhoord te worden. Het verhaal van
Rechters 11 stamt uit een soortgelijke traditie en is ongetwij-
feld wat verfraaid (en waarschijnlijker gemaakt) met de
bedoeling dat we de keuze van het slachtoffer makkelijker
toe kunnen schrijven aan het blinde noodlot. In deze versie
van het scenario had de vader niet voorzien dat zij het
slachtoffer zou worden, hetgeen de scne acceptabeler
maakt voor een minder ongevoelige beschaving. Wordt
Jefta, de rechter van Isral, voorwerp van onze bewonde-
ring? Het verhaal is als water van een rimpelloos meer.
Onverstoorbaar vertelt het een gebeurtenis, wij weten niet
wat we ervan denken moeten.
Kunnen wij deze stilte van de teksten accepteren, ze voor
onze rekening nemen? Een sonde daalt af in de diepste
lagen van de geschiedenis der mensheid, door de eeuwen
heen. Ja, die sonde daalt in onszelf af. Alle lagen van de
menselijke geschiedenis zijn nog steeds aanwezig in ieder
mens. Jefta is niet ons voorbeeld. Maar het licht dat op het
verleden van de mensen valt, stelt ook mijzelf in het licht.
Terug naar Abraham, hij is onze vader.25 Kijken we naar 25. Rom. 4,16
een van de manieren waarop Genesis 22 wordt gelezen.
Vroeger offerden de ouden hun eerstgeborene aan God. Ze
offeren nu een dier, zoals die ram van Genesis 22 in plaats
van de zoon.26 Men kan de conclusie trekken dat deze ge- 26. Gen. 22,13
woonte minder hard is. De geschiedenis gaat vooruit. Maar
het verhaal is ook om te keren: U offert nu dieren, maar

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 172

172 PAUL BEAUCHAMP SJ

offerde u vroeger niet meer? Men kan concluderen dat dit


dierlijke slachtoffer iets verbergt. Het eerste gebaar is niet
helemaal verdwenen. Het wordt daarentegen iedere keer in
herinnering gebracht als het bloed van een dier voor God
wordt vergoten, in de tempel of met Pasen. Deze ram die
verstrikt zit in een struik belet ons ons van de tekst af te
maken met een banaliteit in de trant van: Er is vooruitgang
geboekt sinds de mensenoffers.
De schildering van het mensenoffer is gereviseerd tot de
geschiedenis van de ram. Maar de oorspronkelijke voorstel-
ling is niet helemaal onzichtbaar gemaakt, wat valt er nu
van te zeggen? Voorheen placht men te zeggen: iedere eerst-
geborene, zowel bij de mensen als bij het vee, hoort aan
27. Ex. 13,2 en God toe.27 Het individu is niet erg in tel: er zullen nog heel
13,11-16: het ver-
haal van Pasen. wat geboortes volgen, zowel in het gezin als in de kudde.
Blijft de vraag: waarom is dit bloed vergoten? Als het beta-
len van een belasting voor het recht om leven voort te bren-
gen, om zich gemachtigd te voelen voor herhaling? Deze
zoon is niet een voortzetting van mijzelf. Niet ikzelf breng
het leven voort. Wordt met het bloed bekrachtigd dat het
verwekken van leven geen automatisch proces is? Duidt het
op een zekere angst die voortkomt uit onwetendheid om-
trent de oorsprong van het leven, waarvan men alleen maar
ervaart dat het van verder komt dan de mens? Geldt dat
niet eveneens voor het bloed dat ook het ritueel van de
besnijdenis vraagt? Als herinnering?
De verteller die ons Genesis 22 heeft nagelaten staat heel
ver af van dit diep weggezakte tijdperk. Vr alles gaat het
in zijn verhaal om een enige zoon. Als sterke tegenstelling
met het gezin dat tegelijkertijd kudde is. Wij lezen: [] uw
zoon, uw enige zoon, Isaak, degene die ge bemint. Daarna
ziet Abraham niet alleen af van een zoon. Hij ziet af van de
belofte! Vijfentwintig jaren zijn er voorbij gegaan nadat hij
die belofte heeft gekregen dat hij een groot volk zou wor-
den. Toen kwam de dag van de gastvrije ontvangst (phi-
loxenie), de eerste Aankondiging. Abraham had de leeftijd
van honderd jaar bereikt zonder dat zijn vrouw hem een
zoon had geschonken. Wat hem als door een wonder was
geschonken wordt nu van hem teruggevraagd! Een schrijver
van het Nieuwe Testament geeft als zijn interpretatie: Nee,
legt hij uit, Abraham heeft niet afgezien van de belofte. Hij

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 173

ABRAHAM, DE UITVERKORENE 173


heeft bij zichzelf gezegd: de beloofde gave komt van verder
dan de mens, ze zal ook verder gaan en kan niet worden
ingetrokken. Voor God is het zelfs mogelijk om een dode
ten leven te wekken, hield hij zichzelf voor. En daarom
kreeg Hij zijn zoon ook terug, bij wijze van voorafbeelding.28 28. Hebr. 11,19
We moeten ons niet voorstellen dat volgens deze uitleg
Abraham al bij voorbaat de ontknoping van zijn drama
heeft voorzien: Door het geloof heeft Abraham, toen hij op
de proef gesteld werd, Isaak ten offer gebracht.29 Maar... 29. Hebr. 11,17
geloof, dat is de nacht. De berg die in het verhaal genoemd 30. Gen. 22,14
wordt heet De Heer (voor)ziet.30 God ziet Abraham ziet vgl. ook 22,8
niet.
De vader vond zijn zoon terug. Maar hij is een andere
vader geworden. Wat de zoon betreft, de titel die door de
joodse traditie aan het verhaal wordt gegeven legt het accent
op het drama van Isaak: de episode heet niet offer, maar
binding van Isaak. Als Abraham niet heeft geloofd dat God
zijn zoon dood wilde, heeft Isaak niet geloofd dat zijn vader
hem wilde doden... Daarmee is niet alles gezegd. De ont-
knoping van deze binding maakt bij de lezer een gevoel los
van een bloedschuld, een oeroude slavernij van alle tijden.
Het gewaagde van het verhaal zit hierin dat het aan God
zelf de oeroude instelling toeschrijft. Alsof God zei: je hebt
dit wrede beeld van mij gemaakt, maar ik heb me daaraan
aangepast, want ik kon je er niet op een andere manier van
bevrijden.

God stelde Abraham op de proef en zei: Abraham. Hij ant-


woordde: Hier ben ik. [...] Isaak zei tegen zijn vader
Abraham: Vader, en Abraham antwoordde: Hier ben ik,
mijn zoon. !

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 174

Marc-Alain Ouaknin
Een joodse manier van bijbellezen

Interview door Ren TSas

1. Vught, Skanda- In haar boek Marc-Alain Ouaknin de joodse gids van deze tijd 1
lon 2015. Zie
Boekenoverzicht schrijft Christiane Berkvens over de Franse rabbijn en filo-
op p. 186. soof: Hij tracht het denken van Levinas2, de leermeester die
2. Frans-Joodse
filosoof en
zijn doctoraat begeleidde, te verbinden met elementen uit
Talmoedist verschillende joodse tradities zoals de kabbala, met het chas-
(1906-1995)
sidisme en met de verteltraditie van Martin Buber. Voor
hem heeft een tekst talloze betekenissen, die het leven heel
concreet verrijken. Ouaknin is een virtuoze lezer die oude
partituren als nieuw laat klinken.
Maar hoe doet hij dat concreet? Een gesprek over een
heel bijzondere manier van bijbellezen.

Het verschil tussen christendom en jodendom omschreef u ooit als


volgt: in het christendom is God mens geworden, in het jodendom
is Hij tekst geworden. Wat is de belangrijkste consequentie van
dat verschil?
De christelijke lezer van de evangelin probeert de daden
van Jezus na te volgen omdat ze als het hoogst haalbare
worden beschouwd. Als je als christen de teksten leest,
wordt je duidelijk welke morele houding je dient aan te
3. Ouaknin nemen. Het jodendom3 kent deze vorm van imitatio niet.
gebruikt steeds het
Franse woord
Wie dat wil, kan proberen om Abraham of Jacob of Mozes
judaisme; hier tel- na te volgen, maar er is geen enkel voorschrift dat daartoe
kens vertaald als
jodendom. oproept. Het joodse voorschrift luidt: lees en bestudeer de
tekst. Er is geen jodendom los van het boek. Met sjavoeot, het
4. Het Wekenfeest Wekenfeest 4, wordt niet gevierd dat God zich heeft geopen-
wordt zeven weken
na Pesach gevierd baard als mens, maar dat Hij de Schrift aan de mens heeft
gegeven, een tekst die wordt beschouwd als geschreven
door de hand van God. Uiteraard is dat een beeld, want
God heeft geen handen. Maar het betekent wel dat God
5. Belangrijk werk auteur is. God is een schrijver. In de teksten van de kabba-
binnen de joodse
mystiek (kabbalis-
listische traditie, zoals de Zohar 5, wordt zelfs gezegd dat
tiek). God gezegend zij Hij en zijn Thora n zijn.

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 175

MARC-ALAIN OUAKNIN 175


Dat God zijn essentie, wie of wat Hij is, in dat boek
heeft gelegd, in de letters ervan, heeft belangrijke conse-
quenties. Het wil onder meer zeggen dat het lezen van de
tekst de lezer verbindt met het goddelijke. Als ik de Thora
bestudeer, als ik studeer op de zin In den beginne schiep
God hemel en aarde, is dat een manier om mt God te zijn.
Studeren is met God zijn, is het leven delen met God. Maar
er is meer. Als God zich tot tekst heeft gemaakt, tekst is ge-
worden, wil dat zeggen dat het oneindige eindig is gewor-
den in de letters, in de woorden. Op dat moment geldt voor
mij als lezer de plicht om God zijn status van oneindig-zijn
terug te geven. En dat doe ik door de tekst te interpreteren.
De interpretatie breekt de woorden open en bevrijdt God.
Om met Levinas te spreken: in elk woord zit een vogel met
opgevouwen vleugels die wacht op de adem van de lezer.
Interpreteren is ademen op de vleugels van de vogel zodat
ze zich kunnen ontplooien en hij kan wegvliegen. En wij
vliegen met hem mee.
Nu gaat u me vragen: waar is God in de tekst? Hij is op
twee plaatsen. Hij is in de letters n in het wit, in de ruimte
tussen de woorden. Daarom ook mogen de letters elkaar
niet raken. Het wit rond de letter is de oneindigheid van het
goddelijke, het is de ruimte van God. Maar wat doe ik met
die ruimte? Er zijn twee mogelijkheden: of ik laat haar rus-
tig ademen, of ze vormt een uitnodiging tot interpretatie.
Het wit spreekt tot mij en zegt: kom en interpreteer mij. Een
vergelijkbare opvatting vinden we terug in de moderne lite-
ratuur. Ik denk met name aan mensen als Roman Ingarden,
Hans-Robert Jauss en Wolfgang Iser, aan de school van
Constance die zegt dat het wit ons uitnodigt om deel te
nemen aan de tekst.
Ik heb daar zelf over geschreven in, onder meer Le livre
brul 6 waarin ook de vraag aan de orde komt wanneer er 6. Het verbrande
boek.
sprake is van een boek. De Talmoed zegt: een boek is een
tekst die uit tenminste 85 letters bestaat. 85 is meer dan een
getal want in het Hebreeuws staan cijfers voor een letter en
andersom. Wat schrijft dus het getal 85? 80 is de waarde
van de letter pee, 5 is de waarde van de letter hee. Samen
vormen ze het woord mond. Een boek is dus boek wan-
neer het een mond heeft. Met andere woorden, een boek is
niet een boek op het moment waarop het wordt geschreven,

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 176

176 REN TSAS

maar op het moment waarop het wordt gelezen. Een boek is


de samenwerking tussen de schrijver en de lezer. Het is
iets dat ik doe spreken door het te lezen en te interpre-
teren. De participatie van de lezer aan de tekst is van essen-
tieel belang.
De Thora-tekst kent, zoals u weet, geen leestekens en
geen klinkers. Hij bestaat uit medeklinkers. En wit. Soms
stopt het vers in het midden van een zin. Vervolgens is er
een open ruimte ter grootte van negen letters en daarna
wordt de tekst vervolgd. Soms is er een witruimte die door-
loopt tot aan het einde van de regel. Maar wat van belang is,
is het besef dat het wit deel uitmaakt van de tekst. Als die-
gene die de tekst kopieert het wit niet respecteert, is de tekst
ongeschikt om te worden gelezen.

En bij het voorlezen duidt de witte ruimte op een lange of korte


pauze?
Hier gelden verschillende interpretaties. Normaal gespro-
ken zijn het pauzes. Kort of lang. Maar het betekent vooral
dat de lezer op dat moment wordt uitgenodigd om na te
denken. Pauzeer, ga niet verder met tekst, denk na. Henri
7. Frans dichter, Meschonnic 7 heeft in zijn Franse vertaling van de bijbel de
vertaler en taaltheo-
reticus (1932-2009) witruimtes overgenomen zoals ze in de Hebreeuwse tekst
voorkomen en als je daar, bij het hardop lezen, rekening
mee houdt, levert dat een andere tekst op dan wanneer je
stug doorleest.
Er zijn trouwens ook verschillende antwoorden op de
vraag waarom een witte ruimte soms net zoveel plaats in-
neemt als negen letters zouden doen. En daarvan luidt dat
in die ruimte driemaal het woord asher (aleph, sjin, resj) kan
worden geschreven. Een woord dat we terugvinden op de
plaats waar God zijn naam geeft: eye asher eye Ik zal zijn
die ik zal zijn. Maar asher betekent ook: gaan, gelukkig zijn,
durven. Met andere woorden: durf te interpreteren! Of als ik
de betekenissen combineer: wees gelukkig, ga op weg en durf te
8. Leidt een leven
vol durf woord- interpreteren want de interpretatie heeft een dynamiserende
speling met het
bekende la vie
werking. Dat sluit trouwens ook mooi aan bij een uitspraak
en rose). van Marcel Duchamp: Il faut avoir la vie en ose!8

Bij wijze van voorbeeld wijst Ouaknin op de Franse verta-


ling die Andr Chouraki maakte van het Nieuwe Testament:

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 177

MARC-ALAIN OUAKNIN 177


In de zaligsprekingen leest Chouraki het Griekse woord
makarios of makarioi als het Hebreeuwse asher dat hij vervol-
gens niet met de klassieke woorden zalig of gelukkig vertaalt,
maar als op weg gaan omdat het Hebreeuwse woord voor
zalig of gelukkig dezelfde wortel heeft als asher (lopen, 9. (Ga) op weg,
gaan). En zo komt hij tot: En marche les humilis, en marche armen van geest,
(ga) op weg, treu-
les humbles... 9 enzovoort. Door een dergelijke vertaling wor- renden, (ga) op weg,
den de uitspraken van Jezus gedynamiseerd zonder minder zachtmoedigen...
christelijk te worden.

Christenen zijn niet echt gewend om de Schrift aldus te lezen.


De dubbele betekenis10 van woorden is erg belangrijk. In 10. Ouaknin noemt
dit amphibologie.
de witruimtes moet men zichzelf de kans geven om zich aan
een interpretatie te wagen. Aan een interpretatie die ons
gelukkig gaat maken, die ons in beweging gaat zetten en
ons in de gelegenheid stelt om ik zal zijn te zeggen. Dat wil
zeggen: om ons te richten op de toekomst. Dit doet me den-
ken aan de mooie paginas in After Babel waar George
Steiner11 zegt dat een van de belangrijkste zaken die de 11. Schrijver en
taaltheoreticus
mens kan doen, is het werkwoord zijn te vervoegen in de (geb. 1929).
toekomende tijd. Iemand die depressief is doet dat niet want
hij heeft, voor zijn gevoel, geen toekomst. De vaststelling
van Steiner laat ons ook nadenken over themas als ouder-
dom en jeugd. Een jong iemand zegt: Als ik groot ben, zal
ik Een oud iemand zegt: Toen ik jong was Zolang we
ik zal zeggen, zijn we jong. Daarom zegt rabbi Nachman van
Bratslav: Het is verboden om oud te zijn. In After Babel
citeert Steiner trouwens ook de dichter Osip Mandelstam:
De hel is een plek waar geen toekomst is. 12. Het Principle of
Het jodendom, zo stelt Ouaknin, is geen religie die draait charity (letterlijk: van
welwillendheid) is
om het geloof in God, maar gaat over vertrouwen in de een filosofisch en
tekst. Ik vertrouw erop dat de tekst me helpt om mijn leven retorisch beginsel (in
1959 door Neil L.Wil-
vorm te geven. Dat hij zinnig is. Door filosofen in de Vere- son gemunt), dat kan
nigde Staten wordt dit ook wel the principle of charity ge - worden samengevat
als: probeer ander-
noemd 12 dat op zijn beurt verbonden is met the principle of mans redeneringen
equity, dat zegt dat de tekst er is om een bepaalde reden. Er en argumenten altijd
als zo zinvol mogelijk
is een midrasj 13 waarin God zegt: Ik hoop dat er een dag te interpreteren.
komt waarop mijn kinderen me zullen vergeten. Het be- 13. Hebreeuwse
langrijkste is namelijk dat ze het boek niet zullen vergeten. term m.b.t. wijze
van exegese, ook
Het jodendom is een religie van het boek, of beter nog: het commentaar op de
is het volk van de interpretatie van het boek! Thora.

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 178

178 REN TSAS

Wil dat zeggen dat de vraag of God bestaat niet meer relevant is?
Ik heb de tekst, ik heb het boek en ga daarmee aan de slag?
Inderdaad. Omdat het geen kwaad kan om af en toe een
beetje te choqueren en de gedachten op te schudden, zeg ik
wel eens: wat kan God ons schelen? Het jodendom is een
cultuur van het lezen. In die zin zou je kunnen zeggen: het
is een cultuur en geen religie. Een cultuur heeft geen bede-
huis nodig. Het klopt dat er een synagoge is, daarom is het
toch ook een religie. Maar het is veelzeggend dat een syna-
goge in het Hebreeuws bethha knesset wordt genoemd, huis
van ontmoeting en niet huis van gebed.

Komt het woord bidden (nog) voor in uw woordenboek?


Het Hebreeuwse woord tefilla, dat meestal als gebed
wordt vertaald, is afgeleid van pallel dat zoveel wil zeggen
als oordelen in de juridische betekenis van het woord.
Lehitpallel (bidden) is een wederkerig werkwoord dat ook
betekent: zichzelf beoordelen, naar zichzelf kijken, zichzelf
onderzoeken. Bidden is dus niet vragen stellen aan God,
maar een reflectie op zichzelf. Wat gebeurt er in mijn leven?
Wat heb ik gedaan? Is wat ik doe goed? Het is een balans
opmaken van de dag die voorbij is n een moment van
beslissingen nemen met betrekking tot de dag die komt. Het
gebed is als een brug tussen wat is geweest en de toekomst
waar ik me op richt.

Een God aan wie men dingen kan vragen, is niet uw God?
Het is niet verboden om erin te geloven. Het is niet
verboden om te geloven dat ik me, wanneer ik me wend tot
God, wend tot een enigma. De mogelijkheid om het gebed
te adresseren helpt voorkomen dat iemand verzinkt in een-
zaamheid. Maar het is goed om te beseffen dat bij Maimo-
14. Rabbijn, rechts-
geleerde, arts en
nides14 en evenzo bij Levinas de relatie tot God een relatie
filosoof (1135-1204) tot de andere persoon is. In het laatste hoofdstuk van Le
15. De gids van de guide des gars15 vertelt Maimonides over een man die op
verdwaa lden
weg is naar de synagoge waar de dienst om tien uur gaat
beginnen. Onderweg ziet hij iemand die honger lijdt. Hij
weet dat hij, wanneer hij eerst naar de bakker gaat om voor
de arme man brood te kopen, hij te laat zal komen de syna-
goge. In dat geval zegt de God van Levinas, die ook de God
is van Maimonides: de synagoge is niet belangrijk, maar wel

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 179

MARC-ALAIN OUAKNIN 179


is het belangrijk om te eten te geven aan wie honger heeft.

Ik ontmoet God in de man die honger heeft?


Hier is inderdaad sprake van een imitatio Dei, van de God
die zich ontfermt over de arme, de wees en de weduwe.
Hier wordt de ethische handeling een metafysische hande-
ling. Beide laten zich verbinden door de drie doelen van de
studie.
Het eerste doel zou je mystiek kunnen noemen. De tekst
van de Thora lezen is God ontmoeten. Het is inzicht ont-
moeten in de letters. Het tweede doel, daar hadden we het
al even over, is God bevrijden. En het derde is deelnemen
aan de tekst door, via de weg van de verbeelding, nieuwe
interpretaties te scheppen. De tekst helpt me bij het verwer-
ven van wat je psychische plasticiteit zou kunnen noemen.
Dat wil zeggen dat je een gedachte laat bewegen, dat je het
woord laat bewegen en ds het begrip, het inzicht. Het leert
me zodanig ten volle mens te zijn, dat ik de noodkreten van
de ander hoor. Of zijn vragen.
Veel mensen vragen om iets. We kunnen niet zomaar
langs hen heen lopen. We moeten niet wachten met geven
tot de ander ons wat vraagt, stelt Levinas. Nog vr de
ander me wat vraagt, dien ik me te bekommeren om wat hij
nodig heeft. Van groot belang is dat we niet oordelen of ver-
oordelen vr we het woord van de ander hebben gehoord
en verstaan. Dat doet me denken aan een vrouw die op de
eerste rij zat tijdens een lezing die ik gaf over Levinas. De
hele tijd zat ze met haar hoofd te schudden en ik werd hoe
langer hoe nerveuzer en onzekerder. Was wat ik vertelde zo
dom? Ze was vast een groot kenner van Levinas! Na afloop
van de lezing komt diezelfde vrouw naar me toe, geeft me
een hand en spreekt haar bewondering uit voor wat ik net
heb verteld. En ondertussen schudde ze haar hoofd nog
16. Beide woorden
steeds... Dit leerde mij dat ik haar gelaat niet werkelijk had betekenen: onthul-
gezien maar wel had geoordeeld. Iemands gelaat zien is ling, openbaring.
Dvoiler kan in dit
werkelijk horen wat de ander me te zeggen heeft. Levinas geval omschreven
maakt een fundamenteel onderscheid tussen wat hij noemt worden als ont-
hullen wat er is en
dvoilement en rvlation16. Van dvoilement is sprake wanneer rvler als aan het
ik de ander benader als was hij een soort van standbeeld dat licht brengen wat
je met gewone
bedekt is met een doek. Ik trek het doek weg en oordeel. ogen niet hebt
Een ethische houding richt zich op de rvlation. Dat wil kunnen zien.

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 180

180 REN TSAS

zeggen dat ik de tijd neem om naar de ander te luisteren en


te kijken wat hij me daadwerkelijk te zeggen heeft.

Kun je hetzelfde zeggen ten aanzien van een tekst?


Dat is mooi dat u dat zegt. Een tekst is als een mens.
Daarom zegt men ook dat de Thora zeventig gezichten
heeft. Die ken ik niet toe aan de tekst, ik luister naar de tekst.
Leren luisteren vergt tijd en inspanning. Maar het resultaat
is steeds wel blij-makend.

Maar ik kan een Nederlandse tekst niet lezen zoals u een


Hebreeuwse tekst leest. Mijn tekst heeft wel klinkers en leestekens
en vult dus (veel meer) in. Met andere woorden: moet ik om God
echt te kunnen ontmoeten Hebreeuws kennen?
Ouaknin lacht: Het is waar dat het Hebreeuws zich, als
taal, beter leent tot spelen. Maar dat wil niet zeggen dat het
in andere talen onmogelijk is. Neem bijvoorbeeld het ver-
17. Resp. Mat. 9,1-9 haal over de genezing van de lamme bij Mattes en Marcus.17
en Marc. 2,1-14
Jezus vraagt aan de aanwezigen: Wat is makkelijker om te
zeggen: Uw zonden worden u vergeven, of: Sta op en loop.
18. NBV-vertaling
Bij Marcus is sprake van een draagbed18 dat door het dak
naar beneden wordt gelaten. De Latijnse tekst, de Vulgaat,
gebruikt hier het woord grabatum dat zoveel betekent als
een armzalig bed en is afgeleid van het Macedonisch krabba-
tos of krabaktos. Jezus zegt dus tegen de man: Sta op, pak je
bed op en loop naar huis.
Mattes biedt een wat andere lezing van het verhaal. In
zijn tekst is geen sprake van krabbatos of grabatus maar van
een kline of lectus. Het woord lectus dat door Hironymus
wordt gebruikt, opent als het ware een deur naar het woord
boek, naar lezen. De zin surge tolle lectum et vade in domum
tuam kan dan ook gelezen worden als: Sta op, neem je lees-
voer, neem wat je leest, en ga naar huis. Met andere woor-
den: het lezen, het studeren is helend en maakt gezond.
Tenminste als het gaat om een vorm van lezen die weet
heeft van het feit dat woorden altijd tenminste twee dingen
betekenen en je op zoek gaat naar de relatie tussen die beide
betekenissen.
Zo ben ik er ook van overtuigd dat de psychoanalyse,
zoals Freud die heeft gepresenteerd in zijn geschriften en
met name in zijn droomduiding, volgens een vergelijkbaar

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 181

MARC-ALAIN OUAKNIN 181


principe werkt. Ongeacht de taal. Er is een beroemd voor-
beeld waar Freud een spel speelt met de Franse en Duitse
termen voor het woord kakkerlak. In het Duits zegt men
Kfer. Freud stelt: dat klinkt als het Franse que faire?19 De 19. Wat moet ik
doen?
man die bij hem kwam en niet begreep waarom hij over een
kakkerlak had gedroomd, worstelde eigenlijk met de vraag
wat hij moest doen. Que faire?
De techniek die we gebruiken bij het interpreteren van
teksten is erg verwant aan de techniek bij het interpreteren
van dromen. Lacan20 stelt dan ook dat het onbewuste een- 20. Frans psychoana-
zelfde structuur heeft als een taal. Je zou nog verder kunnen lyticus (1901-1981)

gaan: het onderbewuste is gestructureerd zoals een tekst. Je


kunt dus spreken over de tekst van het onderbewuste. Wan-
neer we doordringen in de diepten van een taal, van een zin,
van een woord, van een wit-ruimte, ervaren we dat we bin-
nentreden in de complexiteit van de wereld. Dat heeft ook
een ludieke kant. Ik noem het jodendom vaak een spel en ik
verwijs daarbij graag naar de Nederlandse Johan Huizinga
die Homo ludens schreef, de spelende mens. Leven is kunnen
spelen.
Met woorden kun je spelen zoals je met schaakstukken
speelt. Een schaakbord telt 64 vakken en wordt gespeeld
met 32 stukken. Iedereen kan zon schaakspel kopen, maar
als je de regels niet kent, kun je niet spelen. Als je niet weet
hoe het paard of de koning bewegen, begrijp je ook de
schoonheid van het spel niet. Het jodendom is als het ware
een groot schaakspel. De letters, de woorden, de zinnen zijn
de elementen van het spel. Er zijn mensen die me zeggen: ik
begrijp niets van het jodendom. Maar dan vraag ik: kent u
de regels, weet u hoe het wordt gespeeld? Wat ik aan men-
sen probeer uit te leggen, zijn de regels van het spel. Ik heb
daar met name aandacht aan besteed in Concerto pour quatre
consonnes sans voyelles21 Bewust heb ik in het hoofdstuk over 21. Concert voor
vier medeklinkers
de kabbala het schaakspel ter sprake gebracht. Rabbi Nach- zonder klinkers.
man van Bratslav was een groot schaker en veel meesters
van het chassidisme en van de Talmoed waren erg goede
spelers. Ik heb me de vraag gesteld hoe dat kwam en er is
een overeenkomst tussen het inzicht in de Talmoed en het
inzicht in het schaakspel.

In de middeleeuwen ging men ervan uit dat de Bijbel op vier

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 182

182 REN TSAS

manieren kan worden begrepen: letterlijk, allegorisch, moreel en


analogisch. Is dat vergelijkbaar met de theorie van het Pardes
waarbij sprake is van psjat (de letterlijke of historische betekenis),
remez (de allusieve, diepere betekenis), drasj (de interpretatie, alte-
ratie) en sod (de verborgen, geheime betekenis)?
Dat is niet hetzelfde. Het begrip Pardes wordt voor het
eerst genoemd in de Zohar. De letterlijke betekenis van een
tekst kunnen we makkelijk delen. Als ik een vers neem, bij-
voorbeeld In den beginne schiep God de hemel en de aarde, dan
weet je omdat je Nederlands spreekt wat dat, letterlijk geno-
men, betekent: ooit, lang geleden heeft God de hemel en de
aarde gemaakt.
De allusieve betekenis stelt de verbeelding van de lezer in
werking en vraagt: probeer alle mogelijke betekenissen van
dit vers te bedenken. Ook de meest gekke. Tel de letters,
maak gebruik van de numerieke waarde van woorden, zeg
dat hemel boven is en de aarde beneden en dat er een verti-
cale lijn loopt tussen beide... Vervolgens is er de vrijheid om
die veelheid aan mogelijkheden met elkaar te combineren, te
interpreteren: remez.
In de storm van betekenissen, waarin de golven over
elkaar heen buitelen, gaan we proberen de boot aan te
meren. Hoe kunnen we een coherentie aanbrengen tussen al
die interpretaties of althans tussen een aantal ervan. Dit
vierde niveau impliceert dat ik mezelf de vraag stel wat dat
alles voor mij betekent. Hoe en in welke mate transformeert
wat ik heb gevonden mijn leven? Je zou dit ook een existen-
tieel niveau kunnen noemen. De chassidische rabbi van
Kotzk had een leerling die zeer tevreden was over zichzelf.
De leerling zocht de rabbi op en zei trots: Rabbi, wat gewel-
dig, ik ben drie keer door de Talmoed heengegaan! De rabbi
keek hem onaangedaan aan en antwoordde: Maar is de
Talmoed ook door jou heengegaan?
Wie leest, wie verklaart, heeft de vrijheid om te beden-
ken, uit te vinden, te ontdekken. En dat stelt weer in staat
om de vrijheid te ontdekken! De vier niveaus in het chris-
tendom zijn eigenlijk vier voor-interpretaties waar niet echt
mee gewerkt wordt.

U hebt uzelf ooit een athestische rabbijn genoemd (weliswaar met


de toevoeging God zij dank!) en in Dieu et lart de la pche

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 183

MARC-ALAIN OUAKNIN 183


la ligne22 schrijft u: Ben ik gelovig of athest? Maar hebben we 22. Letterlijk: God
en de kunst van
niet ook de vrijheid om niet te kiezen? Niet uit zwakheid maar uit het vissen (met de
eerlijkheid? hengel).
Precies. Ik ben eerlijk, ik kan u niet zeggen of God be-
staat. Ik kan u ook niet zeggen dat hij niet bestaat. Ik weet
dat niet.

Snapt u dat mensen dat vreemd vinden? Een rabbijn die zich
athestisch noemt, maar wel een keppeltje draagt. Hoe moet dat
worden verstaan?
Hij lacht: Ik denk dat ik dat zelf niet weet... God, als hij
bestaat, heeft zich terugtrokken om ruimte laten voor de
wereld. Dat noemen we tsimtsoum. Het betekent ook dat de
wereld absoluut a-theologisch is. God is er niet want de
wereld is er. Maar volgens de traditie is Hij er wel. Het ver-
schil tussen de ontologie en de traditie is dat de traditie het
goddelijke opnieuw introduceert in zijn afwezigheid. Men
kan dus aannemen, zo zeggen de teksten, dat God er tegelij-
kertijd is en niet is. Dat wil zeggen dat het concept God ons
tezelfdertijd in staat stelt te praten over het zijn en niet-zijn
van God. Is er nu een metafysische categorie waarin het zijn
en het niet-zijn zich bijeen laten voegen? Het antwoord is ja.
Ze is het misschien. Bestaan is een bevestiging. De ontken-
ning daarvan is niet-bestaan. Misschien is: het dialectische
samengaan van er zijn en er niet-zijn. De naam van God
luidt in het Hebreeuws El, een woord dat ook kan worden
gelezen als oulai en misschien betekent. God is misschien.
Het probleem God zit m dus niet in zijn werkelijkheid
maar in het vermogen om de vraagstelling te aanvaarden.
Daarom zeg ik: God is een vraag. En er is geen antwoord.
Theologie bedrijven in het jodendom wil zeggen: op een
zodanige manier nadenken dat je tot de conclusie komt dat
je niet weet of God bestaat.
De joodse theologie is een a-theologie. Maimonides heeft
de negatieve theologie gentroduceerd: over God kan ik
niets zeggen. Als ik zeg dat God n is dan sluit ik hem op
in de eenheid, in het een-zijn. Dat is een zwak concept. God
is groot! Nee, God is niet groot. Hij reikt ver uit boven de
grootheid. Bij rabbi Nachman zou je kunnen spreken van
een sceptische theologie of een theologie van het scepticis-
me. Maar het is bepaald geen goedkoop scepticisme! Het

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 184

184 REN TSAS

gaat om een ontologisch scepticisme. Logischerwijs kan ik


niet meer dan het misschien bevestigen van God. Er is een
23. Rabbijn, schrij- uitspraak die Andr Neher 23 vaak aanhaalt en waarbij hij de
ver en filosoof
(1908-2009
Talmoed citeert die verhaalt over een rabbijn die na een
lange uiteenzetting tot de conclusie komt: En dat allemaal
voor een misschien! Ja, inderdaad, dat allemaal voor een mis-
schien!

Een mooi slot voor ons gesprek, maar terwijl we nog even
napraten merkt Ouaknin plots op dat hij nog wat kwijt wil.
Iets dat hij erg belangrijk vindt en dat hij de culturele amphi-
bologie noemt. Hij zegt: De grammaticale amphibologie wil
zeggen dat ieder woord (minstens) twee betekenissen heeft.
De culturele amphibologie wil, als het bijvoorbeeld om het
jodendom gaat, zeggen dat het nooit enkel jodendom kan
zijn. Het is steeds jodendom en ng iets daarbij. Of zoals
24. Filosoof Levi-Strauss 24 zegt: cultuur is een samengaan van twee cul-
(1908-2009)
turen. Dat wil dus ook zeggen dat een godsdienst zich niet
in zichzelf kan of mag opsluiten. Ik mag niet judeo-jood zijn
als je begrijpt wat ik bedoel. Het jodendom is een relatie. Een
relatie tussen jodendom en christendom, tussen jodendom
en islam, tussen jodendom en de literaire cultuur, tussen het
jodendom en de filosofie. Vaak gaat het in aanvang ook om
een ontmoeting tussen twee talen. En dat geldt dus ook voor
het christendom, voor de islam.

We hebben steeds de ander nodig om ons onszelf te kunnen wor-


den?
Precies! De joodse identiteit is een relationele identiteit.
Daarom is de culturele amphibologie belangrijk. En een
relationele identiteit leidt niet noodzakelijk tot een kruising
of verbastering. Men denkt vaak dat een identiteit die niet in
zichzelf opgesloten is, zich noodzakelijkerwijs moet verbas-
teren. Nee, men is juist verplicht om relatie aan te gaan, om
relatie te zijn! Dat is de sleutel! In de synagoge leest men op
de ochtend van de sabbat de Thora. En de wet zegt dat men
hem niet alleen in het Hebreeuws mag lezen. Men moet
hem een keer in het Hebreeuws lezen, vervolgens in de taal
van de deelnemers en dan weer in het Hebreeuws. Het
woord wordt steeds gehoord tussen twee talen, tussen twee
culturen. !

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 185

Boekenoverzicht

Michel Henry, Woorden van Christus. Ingeleid door Ruud Welten.


Kampen, Van Warven 2016. 186 blz. 22,50. ISBN 9789080614680. Een
originele studie over de uitspraken van Jezus. MH is filosoof; met
Ricoeur, Levinas en Derrida hoort hij tot de top van Franse fenomeno-
logen. Hij begeeft zich hier op exegetisch terrein waarbij hij de bijbel-
woorden als taalfilosoof benadert. Dit levert verrassende inzichten.
MH heeft zijn hele leven nagedacht over leven. Leven is hem meer
dan een biologisch verschijnsel. Het omvat ook het denken en de taal,
die MH ziet als openbaring van het leven. In de bijbel is vaak sprake
van het spreken van God, die zelf het leven is. Het Woord Gods
spreekt, het is scheppend: Hij sprak en het was. En Christus spreekt
op diverse niveaus: hij spreekt gewone menselijke taal in het inter-
menselijk verkeer, als profeet richt hij menselijke woorden namens
God tot de mensen, maar in zijn spreken over zichzelf uit hij zich vaak
ondubbelzinnig als het Woord Gods. Het belang van dit essay kan
moeilijk worden overschat. Moeten we niet zeggen dat de prediking in
veel van onze kerken (juist waar de predikant een gehoor van intellec-
tuelen voor zich heeft) een iets te hoog gehalte aan vrijzinnigheid
bevat? In zijn huiver om Christus God te noemen laat de predikant
zich wel eens ontvallen dat Jezus die term als hij spreekt over zichzelf
steevast ontwijkt. MH toont aan dat Jezus zich in zijn spreken over
zichzelf meer dan duidelijk aanduidt als de Zoon van God, en daar-
mee als Godzelf. Die woorden zijn niet terug te voeren op de latere
kerk en komen in alle evangelin voor, niet alleen bij Johannes. Dit
werk, dat de auteur nog vlak voor zijn dood heeft kunnen voltooien, is
toegankelijk verwoord en bevat een voor onze tijd zeer actuele bood-
schap, voor een breed publiek. Een godsgeschenk. FB

Nabeel Qureshi, Ik zocht Allah en vond Jezus. Utrecht, Kok 2016.


398 blz. 22,99. ISBN 9789043526845. Terecht noemt de uitgever dit
boek een aangrijpend levensverhaal. De titel is perfect duidelijk. De
auteur die over zichzelf vertelt is medicus en maakte tijdens het eerste
decennium van deze eeuw een bekering door. Bekeerlingen zijn door-
gaans erg negatief over hun land van herkomst. NQ is daarentegen
jegens zijn religieus milieu vervuld van heilige eerbied, wat de over-
gang voor hem des te moeilijker, ja hartverscheurend maakte. Het
boek biedt zeer veel informatie over het leven binnen de islam en
levert diepgaand inzicht in de cultuurverschillen tussen Oost en West
(o.m. wat gezag en traditie en wat dromen in het leven kunnen beteke-
nen). De medisch student is inzake religie meer dan een academisch
gevormde leek: hij ontwikkelt zich gaandeweg tot doorgewinterd filo-
soof en goed genformeerd nieuwtestamenticus. Veelzeggend is dat
zijn conclusies uit de historisch-kritische bijbelwetenschap uiteindelijk
doorslaggevend bleken voor zijn levensbeslissing. Grondig, diep-
gaand, en bovendien boeiend. FB

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 186

186 BOEKENOVERZICHT

Piet Stevens, Hij ziet dat wij ons aftobben en komt op ons toe. Leven
met Jezus de Christus: n geest met Hem. Leeuwarden, Discovery Books
2016. 320 blz. geb. 224,90. ISBN 9789077728390. In de zgn. geestelijke
communie wordt de vereniging met Christus in de communie ook
buiten de eucharistische viering beleefd. PS verheldert en verdiept
deze devotie vnl. aan de hand van de mystici Willem van Saint-
Thierry, Meister Eckhart, Johannes Tauler en Thomas van Kempen.
Deze rijke studie ontwikkelt PS vanuit zijn vertrouwdheid met de
theologie van Franois-Xavier Durrwell bij wie het paasmysterie cen-
traal staat. Samen met de twee eerder bij Discovery Books uitgegeven
werken, resp. Welkom, Oorsprong van binnen (2013), waarin hij het Veni
Creator Spiritus analyseert, en Naar een wijd land doet Gij mij uitgaan
(2015), over de geestelijke onderscheiding, vormt dit nieuwe boek een
hechte eenheid, die wel een trilogie mag worden genoemd. FB

Rob Cassutto, Reizen door de Tora. Van het Begin naar de Berg:
Genesis en Exodus. Gorinchem, Pardes 2016. 194 blz. 17,50. ISBN
9789492110145. RC is jurist en psycholoog die zich pas op latere leef-
tijd in zijn joodse wortels ging verdiepen. In het kader van de weke-
lijkse synagogale dienst worden elk jaar de vijf boeken van Mozes uit-
gelezen. RC, die zich leerling noemt van Aschkenasy, schreef daarop
persoonlijk commentaar. In de volgende bundel zullen de overige drie
bijbelboeken van Mozes aan bod komen. FB

Christiane Berkvens-Stevelinck, Marc-Alain Ouaknin. De joodse


gids van deze tijd. Vught, Skandalon 2015. 104 blz. 13,95. ISBN 97894
92183095. De Franse rabbijn en filosoof Ouaknin, die wel de Spinoza
van de 21ste eeuw genoemd is en wiens werk in dertig talen is ver-
taald, is in ons land nog weinig bekend. O. is een levendige geest,
dynamisch en potisch. Niet iedereen zal hem steeds kunnen volgen,
maar aansprekend is hij zeker, al was het om zijn prikelende slogans
zoals: Heilig zijn kun je niet alleen! Zonder humor valt er niet te leven!
Oud worden is verboden! CBS, emeritus hoogleraar Europese cultuur
en remonstrants predikant leidt de vrije geest die zij bewondert hier
op aantrekkelijke wijze in. FB

Marc-Alain Ouaknin, De Tien Geboden. Vert. & bew. door Marion


Th. Kunstenaar. Vught, Skandalon 2016. 240 blz. 22,95. ISBN 978949
2183286. Valt er nog iets nieuws over de Tien Geboden te zeggen? Ja-
zeker, zegt Marc-Alain Ouaknin, en daar komt geen eind aan. Dit
boek maakt duidelijk waarom. Op speelse en creatieve wijze bezint
MAO zich hier op de tekst die voor onze beschaving het fundament
van normen en waarden is geworden. FB

Adriaan Bos & Simonne van Gennip, Franciscaans leiderschap.


Compassie als levenshouding. s-Hertogenbosch 2016. 180 blz. ISBN
9789071115172. De Franciscaanse Beweging herkent zich in het hand-
vest voor Compassie, dat eind 2009 op initiatief van Karin Armstrong
tot stand kwam. De Franciscaanse Beweging liet veertien leiders en
deskundigen met zeer verschillende achtergronden interviewen. Dit
boek bundelt deze gesprekken. FB

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 187

BOEKENOVERZICHT 187
Taede A. Smedes, God, iets of Niets? De postseculiere maatschappij
tussen geloof en ongeloof. Amsterdam, AUP 2016. 312 blz. 19,95.
ISBN 9789462983137. TS is als godsdienstfilosoof verbonden aan het
Dominicaans Studiecentrum voor Theologie. De huidige samenleving
is multicultureel en sterk geseculariseerd, al worden ook tegenstro-
mingen gesignaleerd die de traditionele religies dreigen te overspoe-
len. Allergie voor dogma gaat vaak samen met het wagenwijd open
zetten van de poorten tot bijgeloof. Uit een orinterend boek als dit
valt veel te leren. Al was het maar door kennis te nemen van de ont-
hutsende schamelheid van het godsbeeld dat voor sommige grote
denkers bepalend is. Zo wordt van Charles Darwin aangenomen dat
niet zijn evolutietheorie maar de dood van zijn lievelingsdochtertje
Annie het definitieve afscheid van zijn thestisch geloof heeft bewerk-
stelligd. Hij kon het niet rijmen dat een algoede God onschuldige kin-
deren liet sterven (pp.190 en 293). FB

Jan Oegema, Lichaamsziel. Nijmegen, Van Tilt 2016. 80 blz. 13,50.


ISBN 9789460042867. Jan Oegema, Diep uit het oor. Nijmegen, Van Tilt
2016. 96 blz. 13,50. ISBN 9789460042959. Twee bijzondere essays van
een taalgevoelig man. Het eerste is een verslag van een rouwproces.
JO verbleef twee weken in een contemplatief klooster en kwam tot
verdieping van het begrip ziel. Het tweede is een uitvloeisel van
zeven jaar interspirituele stilte-retraites. JO essayeert, zoals de onderti-
tel zegt, over Taal en pozie in de retraites van het Open klooster (door Ton
Lathouwers in 2009 opgezet voor Nederland en Vlaanderen). Het
bevat beschouwingen over de bij sessies gebruikte moderne pozie.
Sterk aanbevolen voor ieder die zich verdiepen wil in moderne religi-
euze pozie Sommige hoofdstukken verschenen ook in het katern
Letter & Geest van Trouw. FB

Sren Kierkegaard, Opbouwende toespraken in verschillende geest.


Vert. Hans van Munster o.r.v. Frits Florin & Peter Vos. SKW 12. Budel,
Damon 2016. 420 blz. geb. 42,90. ISBN 9789055739776. SKs geestelijke
toespraken werden voor het eerst integraal in het Nederlands vertaald
door de bekende franciscaan Hans van Munster, maar hij stierf voor-
dat hij ze persklaar kon maken. Het werk werd overgedragen aan de
redactie van SKW. Een eerste deel Opbouwende toespraken verscheen als
SKW deel 8 in 2011. Met deze band wordt het werk gecompleteerd.
Het omvat drie afdelingen; de eerste bevat de befaamde toespraak
(plm. 150 blz.) over de zuiverheid van hart, door K. gedefinieerd als
n ding willen. Het thema waarover SK zich hier buigt over ver-
twijfeling en zelfwording maakte hem voor de komende eeuw alom
bekend en doet nog steeds de ster van het genie stijgen. Het stuk is
ook typerend voor SKs prozastijl die uitmunt in duizelingwekkende
onderscheidingen, gevat in eindeloos complexe maar bij hardop lezen
heldere frasen die, als men er zich aan overgeeft, gaan klinken als
muziek la Bachs Musikalisches Opfer. De tweede afdeling bevat drie
toespraken over Wat we leren van de lelies op het veld en de vogels
in de lucht, de derde over het lijden, dat voor de christen een blije
boodschap bevat en daarom ook de paradoxale titel Het evangelie van
het lijden draagt. FB

Benedictijns Tijdschrift 2016/4


BT 2016-4:Opmaak 1 6-11-2016 16:10 Pagina 188

188 BOEKENOVERZICHT

I. Hofstra-de Jager & H.N. Hofstra, Wat bezielt je? 80 jaar Karmel-
klooster Drachten. Een tentoonstelling rond het geheim van volhar-
dende vrouwen. Drachten, Karmelklooster 2016. 21 x 30 cm. 60 blz.
Fotos Laura Cnossen. 15,. ISBN 9789082616606. Dit prachtige foto-
boek begeleidt de tentoonstelling Wat bezielt je? In 1936 werd in
Drachten een Karmelklooster gesticht. Het Karmelleven sloeg er aan,
maar na een halve eeuw was de tijd veranderd. De aanwas stagneerde
en sluiting werd onvermijdelijk; er moest een passende bestemming
van het gebouwencomplex worden gezocht. Onder het devies Karmel-
klooster ook voor u bewaard! zette de theoloog dr. Jan Hofstra zich,
samen met zijn echtgenote en gezin, in om het klooster in originele
staat te bewaren. In 2005, terwijl hij in de Karmel voorging in een
paasviering, stierf Jan plotseling. Zijn echtgenote en dochter zetten
zijn levenswerk voort. Hoe voorbeeldig zij dit doen blijkt o.m. uit deze
tentoonstelling met zn perfecte informatie in beeld en tekst. De ten-
toonstelling, die loopt van 22 oktober 2016 t/m 26 februari 2017, bergt
even veel verrassende als ontroerende momenten. Een tentoonstelling
die u niet mag missen. FB

Abdij Maria Toevlucht Zundert, Gij bergt de bron des levens. CD


met tekst en muziek rond rouw, afscheid, overlijden. 12,50. Dit
thema werd op drie manieren behandeld: (1) een requiemmis van
Herman Strategier, op psalmteksten van Gerhardt & M. van der Zeyde
en het lied Hierna van Anton van Duinkerken, (2) een toonzetting op
de zeven kruiswoorden van Christus door br. Kris Oelbrandt OCSO
(motetten voor drie gelijke stemmen en viool), (3) drie liederen op het
thema van de verrijzenis: Licht uit licht (t. Ida Gerhardt / m. Piet Hein
van de Ven), God te zien (t. Muus Jacobse / m. IWVL) en De geur van
mirre (t. S. de Vries / m. B. Smilde). Het begeleidend tekstboekje repro-
duceert een kruisweg van ingekleurde houtsneden, die Theo Elfrink in
1960 maakte. De uitvoerende musici zijn monniken van de abdij m.m.
v. Jenny Spanoghe, altviool. Dit is inmiddels de tiende CD die de Abdij
van Zundert uitbrengt. FB

Concha Velasco, Teresa van Avila. Video. s-Hertogenbosch, Betsaida


2016. 3 DVD-set. ISBN 9789491991325. 22,50. En van de grote vrouwen
uit de geschiedenis van de Kerk en de Spaanse Gouden eeuw kreeg
een magistrale verfilming in een internationaal befaamd geworden TV-
serie. Zonder een documentaire te worden, is deze speelfilm uitzon-
derlijk historisch gedocumenteerd (de liederen die koetsiers onderweg
zingen is Spaanse volksmuziek uit die tijd, de scne met een kwakzal-
ver op de markt in Becedas bevat letterlijke bezweringen uit oude
Spaanse toverboeken). Het leven van de heilige komt echt nabij. De
film dompelt de kijker in het Spaanse land, de scnes zijn vaak opge-
nomen op historische locaties. Deze beroemde klassieke film is nu op
3 DVDs uitgebracht. De editie kreeg een goede Nederlandse ondertite-
ling. Als een werkelijk goede roman dik mag zijn, dan verdient deze
spannende film zijn volle speeltijd van in totaal ruim 7 uur! FB

Niet aangevraagde boeken worden slechts voor zo ver mogelijk besproken.

Benedictijns Tijdschrift 2016/4

You might also like