Berekenen druppelsnelheid en inloopsnelheid:

1. 250ml NaCl 0,9% toedienen van 8u tot 10u

Trousse van 20dr/ml

2. glucose 5% 100ml toedienen over 30min

Trousse van 20dr/ml

3. 1L glucose 10% toedienen over 24u

Trousse van 20dr/ml

4. 50ml NaCl 0,9% toedienen in een half uur

Trousse van 20dr/ml

5. 2L glucose 5% toedienen over 24 u

Trousse van 20dr/ml

6. 750ml glucose 10% toedienen van 10u tot 14u

Trousse van 60 minidr/ml

7. 500ml bloed toedienen over 2u

bloedtrousse van 20dr/ml

8. 500ml NaCL 0,9% toedienen van 6 tot 18u

Trousse van 20 dr/ml

9. 500ml glucose 10% toedienen van 8u tot 20u

Trousse van 20dr/ml

1
 Los volgende oefeningen op aan de hand van de juiste formule:

10.Een baby moet 5mg Durabolin toegediend krijgen. De afdeling beschikt

over ampullen Durabolin van 1ml aan 25mg/ml. Hoeveel ml moet je de
baby toedienen?

11.Een patint met een lichaamsgewicht van 85kg moet 7ml Aminess per kg
lichaamsgewicht toegediend krijgen over 5u. Hoeveel druppels geef je per
minuut?

12.Een patint dient een IM inspuiting te krijgen met 300

mcgHydrocobamine. In voorraad zijn ampullen van 1000mcg/2ml.
Hoeveel ml injecteer je?

13.In een dieetrecept wordt voorgeschreven dat aan een portie vla 10mg
zoetmiddel mag worden toegevoegd. In voorraad is een vloeibaar
zoetmiddel in een oplossing van 0,5% in een druppelflesje dat 18dr/ml
geeft. Hoeveel druppels mag je aan de vla toevoegen?

14.In voorraad is babyvoeding waarin 25% zoetmiddel is opgelost. Nodig is

500ml babyvoeding waarin 10% zoetmiddel is opgelost. Hoeveel ml neem
je van de voorraad en hoeveel water voeg je toe?

2
15.Op voorschrift van een arts moet een patint 500ml Glucose 5%
toegediend krijgen. Het voorschrift vermeld ook dat aan dit infuus 6
mmol kaliumchloride dient toe te voegen. In voorraad heb je
kaliumchloride van 5 mmol/10ml.

a. Hoeveel ml kaliumchloride voeg je bij het infuus?

b. Wat is je druppelsnelheid als je weet dat het infuus dient in te lopen

over 2,5u?

16.Een voorschrift zegt je Mithracin toe te dienen. Dit in voorraad in

gevriesdroogde vorm in een flacon die 2500mcg bevat. Dit dient opgelost
te worden met 4,9ml steriel water voor injectie om een oplossing te
verkrijgen van 500mcg/ml. De patint, die 85kg weegt, dient 30mcg per
kg lichaamsgewicht te krijgen. Hoeveel ml dien je toe?

17.Te injecteren is 12 IE insuline. In voorraad is insuline 40 IE/ml. Hoeveel

ml dien je toe?

18.In voorraad is op de afdeling een flacon Pronestyl van 10ml met

100mg/ml. Je krijgt de opdracht IM 4 maal per dag 75mg Pronestil toe te
dienen. Hoeveel ml geef je per 24 uur?

3
19.Een kleine zuurstofcilinder van 2 liter inhoud wijst de manometer 15 bar
aan. Hoelang kan je een patint 2 liter zuurstof per minuut geven?

20.Een infuus is ingesteld op 42dr/min. Hoeveel ml wordt er ingebracht over

6u?

21.Uitslag van het labo geeft aan dat de urine van een patint 3% glucose
bevat. Zijn dagproductie was 1,8 liter urine. Hoeveel glucose heeft die
patint die dag uitgescheiden?

22.Een patint die 80 kg weegt, krijgt 0,75 g/kg/dag Intralipid toegediend. In

voorraad is Intralipid 10%. Wanneer de inloopsnelheid van Intralipid niet
groter mag zijn dan 60 dr/min, hoe lang duurt het dan voor de werkzame
stof is toegediend?

23.In voorraad is een injectie vloeistof van 3%. Je krijgt de opdracht 5ml toe
te dienen. Hoeveel mg van de werkzame stof dien je dan toe?

4
24.Via een infuus dient een patint met een snelheid van 2ml/min Alexan
toegediend te krijgen.

a. Op hoeveel dr/min stel je de druppelregelaar in?

b. Hoeveel Alexan dien je toe over 8u?

25.Je krijgt de opdracht 800 mg Vancocin toe te dienen over 24 u via een
spuitpomp. Je beschikt over amp. van 1g die je oplost en optrekt in een
spuit tot 50ml.

a. Aan hoeveel ml/u stel je de spuitpomp in.

b. Na het bepalen van de bloedspiegel, mag de hoeveelheid

opgedreven worden tot 1,2 g/24u. Aan hoeveel ml/u stel je de
spuitpomp nu in?

26.Je krijgt de opdracht Heparine toe te dienen, 8000 IE per 24u. Je lost
10000IE op in een glucose 5% minibag van 250ml.
a. Aan hoeveel ml/u stel je de infuuspomp in?

b. Na het bepalen van de bloedstolling wordt er gevraagd de dosis te

verminderen naar 6500IE per 24u. Aan hoeveel ml/u stel je de
pomp nu in?

5
27.je moet via een spuitpomp Cemitidine toedienen. De spuit van 50ml bevat
20mg Cemitidine/ml. Je moet de pomp zo instellen dat hij 1200mg/24u
krijgt.
a. op welke snelheid aan ml/u stel je de pomp in? (1 cijfer na de
komma)

b. vervolgens moet je de dosis opdrijven naar 80mg/u. Wat is dan de

inloopsnelheid in ml/u?

c. je stelt de pomp in op 3ml/u. Wat is hier de dosis in mg over 24u?

d. je stelt de pomp in aan 1,5ml/u. Hoe lang duurt het voor de spuit
leeg is?

28.Piet is 12 jaar en weegt 36kg. de arts geeft jou de opdracht om hem

fenobarbitaldrank te geven van 4mg/ml. Piet moet 5mg/kg/24u krijgen in
2 gelijke doses.
a. hoeveel fenobarbital geef je per dosis?

b. hoeveel ml drank is dit per dosis?

c. stel dat Piet 43kg weegt en 7mg/kg/24u in 3 gelijke doses moet

krijgen. Hoeveel mg fenobarbital geef je per dosis?

6
29.Mevr. De Mol ondergaat over 30 een bronchoscopie. Ze is erg bang. de
arts schrijft Midazolam voor. Je beschikt over Midazolam 0,5%. Je moet
haar 0,10 mg/kg geven. Ze weegt 70kg.
a. hoeveel mg dien je toe?

b. hoeveel ml dien je toe?

30.In een glucoseoplossing van 10% zit 15g glucose.

a. hoeveel ml oplossing is dit?

b. hoeveel liter oplossing is dit?

31.Maak een 75 cl zoutoplossing van 0,9%.

hoeveel g zout heb je nodig?

32.Voor een voetbad heb je 5 liter Hibitane 3% nodig. In voorraad is er

Hibitane 15%
a. hoeveel ml Hibitane 15% heb je nodig?

b. hoeveel liter water voeg je toe?

33.In voorraad Xylocane 5%. Voor lokale verdoving vraagt de arts je 200
mg Xylocane op te trekken.
hoeveel ml trek je op?

7
34.Je krijgt als verpleegkundige de opdracht om een Decadron 20 injectie te
geven intra-veneus. De patint weegt 75 kg mag 4mg per kg
lichaamsgewicht krijgen. In voorraad zijn er flacons Decadron 20 van
100mg/5ml.
Hoeveel ml van deze oplossing moet je injecteren?

35.Je moet een patint 100mg Litican toedienen. In voorraad zijn ampullen
van 50mg/2ml.
hoeveel ml van deze oplossing ga je inspuiten?

36.Een patint ligt al sinds enige dagen in het ziekenhuis bij jou op de
afdeling. Hij heeft hoge koorts: 40,5C, die tot nu toe niet wil zakken. Je
krijgt de opdracht 2,75g Novalgin IM toe te dienen. Je beschikt over
ampullen Novalgin van 1g/2ml en van 2,5g/5ml.
a. Hoeveel ml Novalgin spuit je in?

b. Welke ampulle ga je gebruiken? Motiveer je antwoord.

37.Bij een patint met een diepe veneuze trombose moet je Fragmin geven,
200IE/kg. De patint weegt 80kg. In voorraad heb je ampullen van
10000IE/ml.
hoeveel ml Fragmininjetceer je SC?

8
38.Mevr. De Baets mag gedurende de nacht 1 liter zuurstof per minuut
krijgen. Er is een zuurstofcilinder van 10 liter waarvan de manometer op
135 bar staat. Ze gaat naar bed om 22u en staat de volgende ochtend
pas op om 10u.
a. Hoeveel liter zuurstof zit dan nog in de fles?

b. Wat is de stand (in bar)op de manometer om 10u?

39.Een patint heeft twee gebroken tenen en twee gekneusd waardoor hij
niet kan slapen van de pijn. De arts geeft je de opdracht 70mg Pethidine
IM te geven. Je beschikt over Pethiodine 5%.
Hoeveel ml dien je toe?

40.Je moet een patint insuline toedienen, m.n. 26 IE Mixtard 30/70. In

voorraad heb je een flacon Mixtard 30/70 van 100IE/ml.
hoeveel ml injecteer je?

41.Wegens hevige pijn mag de patint 7,5 mg Morfine IM toedienen. Op de

ampule Morfine staat: 15mg/2ml.
hoeveel ml dien je toe?

42.Je moet 200 ml suikeroplossing van 3% maken.

Hoeveel g suiker gebruik je?

9
43.Omwille van haar toestand moet Mevr. Desmet dringend 5L O2/min
krijgen met een zuurstofmasker. Ze moet ook dringend naar de CT-scan
en je beschikt over een zuurstoffles van 10L om mee te geven met een
heersende druk van 100 bar. Het zal ongeveer 2 en een half uur duren
voor de patinte terug is op de kamer.
Heb je genoeg O2 in de fles om mee te geven?

44.Gedurende 24u moet 4,8 mg Pavulon per infuus toegediend worden met
een inloopsnelheid van 2ml per uur. De voorradige ampullen van 2ml
bevatten4 mg Pavulon in opgeloste vorm. Met hoeveel ml Pavulon
voorraadoplossing en glucose 5% stelt men de infuusvloeistof samen.

45.Een patint wordt behandeld met Erythrocine.

Je beschikt over flacons van 1 g die je moet oplossen met 20ml
fysiologisch.
Wat is de concentratie in mg/ml?

Wat is de concentratie in %?

46.Een patint krijgt 5% ethanol IV. Je beschikt over ampulles ethanol van
20ml 96% en 500ml glucose 5%
a. Hoeveel ml ethanol moet je toevoegen aan de glucoseoplossing om
5% ethanol te krijgen? Ga er van uit dat het volume na het
toevoegen van de ethanol nog steeds 500ml is.

b. Hoeveel ampulles heb je hiervoor nodig?

10
47.Een patint heeft de afgelopen 24 uur gedronken: 125 ml, 125 ml, 150
ml, 125 ml, 125 ml, 150 ml., 200 ml, 175 ml, 125 ml, 50 ml. De patint
heeft 1,2 liter infuus gehad. De urineproductie is 2735 ml. Bereken de
vochtbalans over de afgelopen 24 uur (in ml).

48.Een patint heeft een infuus via een spuitenpomp. In de spuitenpomp zit
een spuit met een oplossing van 0,4 ml Velosulin 100 IE/ml en 39,6 ml
NaCl 0,9%. De pomp staat op 2,3 ml/uur ingesteld. Hoeveel IE Velosulin
heeft de patient dan na 3,5 uur gehad?

49.Een patint krijgt 1000 ml infuus per 24 uur. Na 3 uur constateer je dat
de zak van 500 ml nog 400 ml bevat. Bereken hoeveel ml per uur exact
(met twee cijfers achter de komma) het infuus te langzaam heeft gelopen

11
Antwoordsleutel:

Druppelsnelheid: R = rolklem, D = dosiflow:

1. R = 41 42 dr/min
D= 125ml/u
2. R = 66 67 dr/min
D= 200 ml/u
3. R = 13 14 dr/min
D= 41,67 ml/u
4. R = 33 34 dr/min
D= 100 ml/u
5. R = 27 28 dr/min
D= 83,33 ml/u
6. R = 187 188 dr/min
D= 187,5 ml/u
7. R = 83 84 dr/min
D= 250 ml/u
8. R = 13 14 dr/min
D= 41,66 ml/u
9. R = 13 14 dr/min
D= 41,66 ml/u
Overige oefeningen:
10.0,2 ml
11.39 40 dr/min
12.0,6ml
13.36 dr
14.200 ml van voorraad, 300 ml water
15.a) 12 ml, b) D = 204 ml/u R = 68 69 dr/min
16.5,1 ml
17.0,3 ml
18.3 ml
19.15 min
20.756 ml
21.54 g
22.200 min
23.150 mg
24.a) 40 dr/min, b) 960 ml/8u
25. 1,67ml/u, b) 2,5ml/u
26.a) 8,3ml/u , b) 6,7 ml/u
27.a) 2,5ml/u, b) 4ml/u, c)1440mg, d) 33,33u
28.a)90 mg, b) 22,5ml, c) 100,33mg per dosis
29.a) 7mg, b) 1,4 ml
30.a) 150ml, b) 0,15 L
31.6,75g zout
32.a) 1000ml, b) 4 liter
33.4ml
34.15ml
35.4ml
36.a) 5,5ml, b)1 van 5ml en 1 van 2ml. Maar men mag niet meer dan 5ml
IM toedienen.
37.1,6ml
38.a) 630L, b) 63

12
 39.1,4ml
40.0,26ml
41.1ml
42.6g
43.Ja, 750 Liter zuurstof is nodig
44.45,6 ml glucose 5% en 2,4 ml Pavulon
45.50mg/ml en 5%
46.eerst verdunningsfactor berekenen = 19.2
26.04ml ethanol 96% toevoegen aan de 500ml glucose 5%, maar eerst
diezelfde hoeveelheid uit de 500ml halen zodat de eindhoeveelheid
500ml blijft.
47.Negatieve balans: 185 ml meer uit dan in
48.8,05 IE
49.8,34 ml te traag gelopen

Rekenopgaven in het UZ Gent

Opgave 1
a. 1 kg = g
b. 4.3 g = mg
c. 0.7 mg = g
d. 2.8 l = ml
e. 200 mg = g
f. 25 g = kg
g. 500 g = g
h. 0.312g= g
i. 177g= mg

Opgave 2
Je krijgt de opdracht om 6mEq magnesiumsulfaat toe te dienen aan een patint
(2,434 mEq magnesiumsulfaat / ml). Hoeveel ml dien je toe?
Antwoord: ml

Opgave 3
De arts schrijft voor een patint het volgende voor: 1l glucose 5% + 69 mEqKCl
(ampul 13,4 mEq/20 ml) + 2 ampTiapridal (ampul van 100 mg/2ml) /
12h. Op hoeveel druppels per minuut moet de druppelteller gezet worden?
Antwoord: dr/min

Opgave 4
Een patint moet 800 mg depakine in 100 ml fysiologisch serum toegediend
krijgen over 30 minuten (depakine 400 mg / ml). Op hoeveel druppels per
minuut moet de druppelteller gezet worden?
Antwoord: dr/min

Opgave 5
a) Een patint krijgt 1 liter infuus / 24h. Na twee uur constateer je dat de zak
van 500 ml nog 200 ml bevat. Bereken hoeveel ml/uur het infuus te snel gelopen
heeft.

13
Antwoord: ml/h te snel

b) Aan hoeveel druppels per minuut moet de druppelteller ingesteld worden

opdat de resterende 200 cc tijdig zou inlopen?
Antwoord: dr/min

Opgave 6
Je moet 25 mmol magnesiumsulfaat toedienen aan een infuus. Op het etiket van
de ampulle staat: 1.25 mmol / ml. Hoeveel ml voeg je toe aan het infuus?
Antwoord: ml

Opgave 7
Een patint moet 175.000 IE penicilline IV toegediend krijgen voor een injectie.
(1 flacon = 1000.000 IE poeder). Je gebruikt 5 cc oplosmiddel voor het poeder.
Hoeveel ml geef je aan de patint?
Antwoord: ml

Opgave 8
Een kindje van vier jaar en 18 kg moet 0.25 mg/kg valium krijgen. 1 ampul
valium: 10 mg/2ml. Hoeveel ml geef je?
Antwoord: ml

Opgave 9
Een kindje van 14 kg moet twee maal 15mg/kg lichaamsgewicht Amoxicilline
krijgen. Op de afdeling in 80 ml Amoxicilline siroop (250mg/5ml) aanwezig.
Hoeveel ml siroop geef je per keer?
Antwoord: ml

Opgave 10
In voorraad is morfine 2% (10 ml per ampul). De arts vraagt om 25 mg IM toe
te dienen. Hoeveel ml geef je IM?
Antwoord: ml

Opgave 11
Een baby moet 400IE vitamine D per os krijgen per dag. Op de afdeling is 10 ml
(2400 IE/ml Vit D) aanwezig. Hoeveel druppels geef je als je weet dat 30
druppels vitamine D = 1ml?
Antwoord: druppels

Opgave 12
Een patinte krijgt L-thyroxine 125gram per dag. Op de afdeling zijn enkel
deelbare tabletten van 0.05 mg L-thyroxine aanwezig. Hoeveel van deze
tabletten geef je aan de patint?
Antwoord:

14
15