Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 13

Samenvatting: boek "Reader maag"

Samenvatting_maag.pdf

Universiteit Utrecht | Apotheker en geneesmiddel

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Dragana ?aldrmoska | E-mail adres: dragana.c@live.nl
De maag
1. Functies van de maag
- secretie van zuur, pepsinogeen, mucus, bicarbonaat, intrinsieke factoren en
water dragen bij aan vertering

- motorische functie : het mengen van voedsel met zuur, grote moleculen
voedsel afbreken tot kleinere fragmenten en ervoor zorgen dat voedsel de maag
verlaat naar het duodenum

- productie van de hormonen gastrine en somatostatine voor regulatie


van maagzuurproductie

Bij een hogere secretie van maagzuur, daalt de Na+ concentratie in de lumen en
de H+ concentratie stijgt. Andersom geldt dat wanneer de secretie van maagzuur
daalt, de Na+ concentratie stijgt en de H+ concentratie daalt.

Na+ wordt geproduceerd door nonparitele cellen. basale secretie


H+ wordt geproduceerd door p-cellen. gestimuleerde secretie

2. Anatomie van de maag


De maag bestaat uit 3 delen:
- cardia - bevindt zich distaal van de slokdarm splitsing (oesophageal)
- bevat geen p-cellen

- body van de maag, bestaande uit de fundus, proximaal van de maag.

- antrum, distaal van de maag.

Figuur 1

De maag heeft een groot oppervlakte door de geplooide maagwand.


De maagwand bestaat uit mucosa en spierlagen. De mucosa (plooien) bestaan
uit verschillende cellen:
- mucus cellen, bieden bescherming tegen het maagzuur
- parietale cellen (p-cellen), bevinden zich in het corpus van de maag

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Dragana ?aldrmoska | E-mail adres: dragana.c@live.nl
- chief cellen, produceren pepsinogeen
- endocriene cellen, bestaande uit D-cellen, G-cellen en ECL, bevinden zich
zowel in de corpus als in het antrum
- epitheelcellen

De maag, afgezien van de maagplooien, bevat ook cellen die de openingen van de
plooien beschermen. Deze plooien produceren HCO3-.

2.1 Secretie vanuit de corpus/body van de maag


De corpus bestaat uit:
- endocriene cellen, ECL secretie van histamine
- P-cellen produceren maagzuur (HCl) en intrinsieke factoren
- Chief cellen produceren pepsinogeen = endopeptidase
- Mucus-secretie cellen secretie van mucus cellen

De intrinsieke factor is een glycoprotene die noodzakelijk is voor absorptie van


vitamine B12 in het ileum.
De basale pH van de maag ligt tussen 6 en 8. Wanneer er voedsel in de maag
komt daalt de pH, pH=2. Wanneer pH<3 pepsinogeen afbraak eiwitten tot
kleinere eiwitten.

2.2 Secretie vanuit het antrum


Het antrum bevat geen P-cellen, dus het antrum produceert geen zuur of
intrinsieke factoren. De wand van het antrum bevat:
- Chief cellen
- Endocriene cellen, D-cellen en G-cellen secretie van somatostatine en
gastrine, beiden peptide hormonen. Gastrine is een stimulerend hormoon,
somatostatine een remmend hormoon. Beide hormonen regelen
endocrien (hormoon circuleert in bloedbaan) en paracrien (lokaal, tussen
de cellen) de secretie van zuur.

Gastrine stimuleert op 2 manieren de zuurproductie en is een grote groeifactor


voor het woekeren van GI epitheelcellen.
Somatostatine remt zowel de gastrine secretie als de zuurproductie door de
P-cel.

3. Secretie van maagzuur


Wanneer de maag in rust is, is de HCl productie laag.
De membranen van de niet-gestimuleerde P-cel bevatten de H-K pomp, deze
pomp pompt H+ de maag in, in ruil voor K+.
Wanneer de P-cel wordt gestimuleerd, wanneer er voedsel in de maag komt,
trekken de membranen naar binnen, waardoor het oppervlak van de P-cel groter
wordt, ook het aandeel aan microvilli wordt groter.

Figuur 2 | Gedownload door: Dragana ?aldrmoska | E-mail adres: dragana.c@live.nl


Verspreiden niet toegestaan
De H-K pomp behoort tot het P-type ATP-ases, net als de Na-K pomp.
De H-K pomp bevindt zich binnen in de P-cel, in het tubulovesiculaire membraan,
de Na-K pomp bevindt zich in het plasma membraan van een niet-gepolariseerde
P-cel.
De H-K pomp bevat een alfa en een beta unit. De katalyserende functie berust op
de a unit, de b unit is nodig om de H-K pomp het apicale membraan in te laten
trekken.

De H-K pomp werkt als volgt, zie figuur 2:


- K+ wordt actief de P-cel in getransporteerd, H+ wordt actief de lumen in
getransporteerd.
- K+ wordt terug de lumen in gepompt door de K+ kanalen
- Cl- wordt passief de lumen in gepompt.
HCl productie pH in P-cel stijgt passieve opname van CO2 en H2O
carbonanhydrase zet deze twee stoffen om in HCO3- en H+ H+ wordt gebruikt
door H-K pomp HCO3- verlaat de P-cel door de Cl-HCO3 exchanger.

Figuur 3

Inhibitors kunnen de H-K pomp remmen, deze stoffen zijn:


- benzimidazoles, zoals omeprazol, deze stof bindt aan de het aminozuur
cysteine op het oppervlak van de P-cel.
- stoffen die de binding van K+ competitief remmen.

Omeprazol is een geneesmiddel dat wordt gebruikt bij patinten die leiden aan
te veel maagzuur of aan een maag- of darmzweer. Omeprazol remt de H-K pomp,
niet de Na-K pomp.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Dragana ?aldrmoska | E-mail adres: dragana.c@live.nl
3.1 Het stimuleren van de zuurproductie
Acetylcholine, gastrine en histamine binden direct aan de receptoren op de
P-cel en stimuleren hiermee de zuurproductie. Acetylcholine en gastrine
stimuleren de P-cel ook indirect, dit proces is meer van belang. Beiden stoffen
stimuleren de ECL cel, die de secretie van histamine mogelijk maakt, waardoor
de P-cel wordt gestimuleerd om meer HCl te produceren.

Acetylcholine (ACh), een neurotransmitter, wordt vrijgegeven door de uiteinden


van de vagus nerve. Acetylcholine werkt dus via het zenuwstelsel. Gastrine
wordt vrijgegeven door de G-cel. ACh bindt aan de M3 receptor op het
basolaterale membraan van de P-cel, gastrine bindt aan de CCKB receptor. Deze
receptoren binden aan een GTP-bindingseiwit en activeert PLC, die PIP2 omzet in
IP3 en DAG. Onder invloed van IP3 komt intern opgeslagen Ca2+ vrij en wordt PKC
geactiveerd.
Beiden stimuleren de H-K pomp. De M3-receptor stimuleert ook direct het Ca2+
kanaal. (Figuur 3)

Figuur 4

ACh remt ook de D-cel, waardoor minder somatostatine wordt vrijgemaakt,


waardoor de HCl productie niet wordt geremd.

Wanneer ACh en gastrine aan de ECL cel hechten, wordt histamine vrijgegeven.
Histamine bindt aan de H2-receptor op de P-cel, dat een complex aangaat met
Gs GTP-bindingseiwit, hierna wordt het enzym adenylyl cyclase (AC) actief
gestimuleerd. Bij dit proces wordt cATP cAMP. cAMP activeert PKA
stimuleert de H-K pomp. (Figuur 3)

H2-receptorantagonisten, bijvoorbeeld ranitidine en cimetidine, blokkeren de


histamine receptoren op de P-cel. Hierdoor kan histamine niet meer aan de
P-cel hechten en de P-cel stimuleren. Hierdoor wordt ook de secretie van HCl
door acetylcholine en gastrine geremd. Dit geneesmiddel wordt voorgeschreven
om maagzweren en darmzweren te behandelen.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Dragana ?aldrmoska | E-mail adres: dragana.c@live.nl
3.2 Het effect van gastrine op GI cellen
Gastrine komt vrij uit G-cellen. Deze G-cellen reageren op 2 prikkels:
- peptides en aminozuren
- GRP, gatrin releasing peptide, een 27-aminozuren lang eiwit dat wordt
vrijgegeven door de vagus nervus.

Gastrine heeft 3 grote effecten op GI cellen:


- stimuleren van de zuursecretie door P-cellen
- het vrij laten komen van histamine uit ECL cellen
- reguleren van de groei van mucuscellen in de body van de maag, de
dunne en de dikke darm.

Gastrine komt voor in vele vormen, de 2 meest voorkomende vormen zijn:


- klein gastrine (G17), lineair 17 aminozuren lang. Komt voor in antrum en
duodenum.
- groot gastrine, (G-34), 34 aminozuren lang. Komt voor in duodenum.
Een gen codeert voor 101 aminozuren. Na translatie van dit gen ontstaat of klein
gastrine of groot gastrine. Beide vormen kunnen een SO4 restgroep hebben
(gastrine II) of kunnen een H restgroep hebben (gastrine I). Deze twee vormen
hebben een gelijke activiteit en komen ook in gelijke hoeveelheden voor in het
lichaam.

G-17 is actiever dan G-34, omdat G-34 in lagere concentratie in het bloedplasma
aanwezig is.

3.3 Pepsinogeen
Chief cellen in de maagplooien en mucuscellen geven pepsinogeen (een
pro-enzym) vrij. Deze cellen worden gestimuleerd door:
- cAMP
- Ca2+

Pepsinogenen worden actief wanneer ze worden blootgesteld aan N-receptoren,


waarna ze pepsines worden genoemd (endopeptidasen die de hydrolyse van
ingenomen eiwitten in de maag op gang brengen).
Pepsinogenen worden onderverdeeld in 3 groepen:
- Groep I : meest dominante groep, komen vrij uit chief cellen in de basis
van de maagplooi in de corpus van de maag
- Groep II : worden zowel door chief cellen als mucuscellen in de cardia,
corpus en antrum.
- Cathepsine E

De secretie van pepsinogeen wordt gestimuleerd door een proces dat


samengestelde exocytose wordt genoemd. Hierbij fuseren secretieblaasjes met
het plasmamembraan en andere secretieblaasjes, waardoor snelle en stabiele
secretie van pepsinogeen plaatsvindt. Hierdoor ontstaat een piek in
pepsinogeensecretie, waarna weer een blijvend lager niveau ontstaat.

Voor de secretie van pepsinogeen is een pH lager dan 5,0 vereist. De spontane
activatie van pepsinogeen is bij een pH lager dan 3,0 zeer snel. Hierna ontstaat

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Dragana ?aldrmoska | E-mail adres: dragana.c@live.nl
pepsine. De activiteit van pepsine is ook pH afhankelijk. De activiteit is optimaal
bij een pH tussen 1,8 en 3,5.
Pepsine zet grote eiwitten om in kleinere peptides en aminozuren, peptonen
genoemd. Peptonen stimuleren de G-cellen om gastrine te produceren en
stimuleren CCK secretie door I-cellen in het duodenum. Hierdoor wordt de
zuurproductie ook gestimuleerd.

3.3.3 Agonisten van chief cellen


Verschillende receptoren op de chief cel activeren adenylyl cyclase, die de
omzetting van cATP in cAMP katalyseren. Hierdoor wordt de chief cel
gestimuleerd om pepsinogeen te produceren. PGE2 remt de chief cel door aan
een andere receptor te binden.

Chief cellen hebben ook receptoren voor ACh en gastrine. De secretie van
pepsinogeen wordt gestimuleerd door de CCKA receptor, waaraan pepsinogeen
veel liever bindt dan gastrine. De binding van ACh en pepsinogeen aan beide
receptoren resulteert in een hogere concentratie Ca2+ in de intracellulaire
ruimtes.
ACh stimuleert naast de chief cel ook de p-cel tot secretie van zuur. Dit zuur zorgt
voor een extra productie van pepsinogeen d.m.v. 2 mechanismen:
1) In de maag zorgt een dalende pH voor een reflex waarna de chief cellen
worden gestimuleerd om meer pepsinogeen te maken.
2) In het duodenum stimuleert zuur de S-cellen tot de secretie van
secretine, die de chief cellen stimuleren om pepsinogeen te maken

4. Het remmen van de zuurproductie


4.1 Somatostatine
Somatostatine is de meest belangrijke remmer van de zuurproductie.
Somatostatine wordt vrijgegeven door D-cellen in het antrum en de corpus.
D-cellen in het antrum worden gestimuleerd door de pH, D-cellen in de corpus
worden gestimuleerd door neurale en hormonale mechanismen. Somatostatine
komt voor in 2 vormen: SS-28 en SS-14, SS-28 is de meest dominante vorm in
het GI kanaal.

Somatostatine remt de zuurproductie op 2 manieren:


- direct
Somatostatine hecht aan de SST-receptor op de P-cel en remt zo de
zuurproductie. Hierbij kan somatostatine endocrien worden geleverd (door
D-cellen in de corpus), of paracrien (door D-cellen in het antrum).

- indirect
Dit kan op twee paracriene manieren:
1) D-cellen in de corpus produceren somatostatine die de ECL-cel remmen,
waardoor geen histamine vrijkomt. Hierdoor wordt de P-cel niet
gestimuleerd en wordt de HCl productie dus geremd.
2) D-cellen in het antrum produceren somatostatine die de G-cel remmen
waardoor minder gastrine vrijkomt. Hierdoor wordt de zuurproductie
geremd. Om de zuurproductie in evenwicht te houden, stimuleert de G-cel
de D-cel d.m.v. gastrine (= negatieve terugkoppeling).

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Dragana ?aldrmoska | E-mail adres: dragana.c@live.nl
4.2 Hormonen uit het duodenum en jejenum
Secretine wordt vrijgegeven door S-cellen in het duodenum. Deze cellen
worden gestimuleerd door vet en zuur dat het duodenum inkomt. Secretine remt
de zuurproductie vervolgens op tenminste 3 manieren:
1) remt de gastrine productie
2) stimuleert de productie van somatostatine
3) remt de H+ secretie direct door de P-cel te remmen.

Enteroendocriene cellen in het duodenum en het proximale deel van de dunne


darm produceren onder invloed van vettige zuren GIP en CCK.
GIK remt de P-cel direct en hiermee dus ook de H+ secretie en indirect door de
secretie van gastrine in het antrum te remmen. GIP stimuleert ook de secretie
van insuline.
CCK remt de P-cel direct en remt hiermee dus direct de zuurproductie.

Prostaglandine E2 (PGE2) remt de zuurproductie door te hechten aan de P-cel.


Hierdoor wordt net als bij somatostatine de activatie van AC geremd en wordt de
P-cel dus niet door histamine gestimuleerd. Ook remt PGE2 de zuurproductie
door de secretie van histamine door ECL cellen en de secretie van gastrine door
G-cellen te remmen.

4.3 Samenvattend schema

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Dragana ?aldrmoska | E-mail adres: dragana.c@live.nl
5. Motorische functie van de maag

benvloed door neurale en hormonale signalen. De bewegingen die tot stand


komen in de maag zijn:
- voortstuwende beweging van voedsel en vloeistof
- tegengestelde voortstuwende beweging van voedsel en vloeistof (beweging
richting de slokdarm)
- niet voortstuwende beweging die de druk in de maag verhoogt.

De twee delen van de maag -proximaal en distaal, fundus en antrum- gedragen


zich afzonderlijk van elkaar, maar wel gecordineerd.

Het vullen en legen van de maag is in 4 stappen te omschrijven:


1) de maag biedt tijdelijke opslag voor voedsel en vloeistof
2) het voedsel en de vloeistof wordt gemengd met pepsinogeen en
maagzuur
3) het vermalen van het voedsel, zodat de partile grootte van de moleculen
kleiner wordt om de vertering te verbeteren en om het passeren van
het voedsel door de pylorus mogelijk te maken
4) het reguleren van het verlaten van het overgebleven materiaal van
de maag naar het duodenum (twaalfvingerige darm) als reactie op
verschillende stimulerende factoren.

Het doen verlaten van vloeistoffen uit de maag naar het duodenum is een
functie van de spieren in het proximale deel van de maag, de fundus.
Het doen verlaten van vaste stoffen uit de maag naar het duodenum is een
functie van de spieren in het antrum.

6. De drie fases van zuurproductie na een maaltijd


6.1 Basale staat
In deze staat is de zuurproductie laag, vooral in de ochtend. De zuurproductie
wordt normaal gesproken verhoogd na een maaltijd. Zuurproductie hangt samen
met het aantal P-cellen die aanwezig zijn in de maag. Het aantal P-cellen die
aanwezig zijn wordt voor een deel benvloedt door gewicht; hoe zwaarder, hoe
meer P-cellen, hoe hoger de zuurproductie.

6.2 Eerste fase na de maaltijd: Cephalische fase ~ 30% totale H+-productie


Deze fase wordt gestimuleerd door het denken aan eten en aan het zien, ruiken
en doorslikken van eten. Deze fase wordt dus aangestuurd door de vagus
nervus. Tijdens deze fase bevindt zich nog geen voedsel in de maag.

Wat er gebeurt er in deze fase:


De genoemde prikkels activeren de dorsale motor van de vagus nervus in de
medulla in de hersenen. Het parasympatische zenuwstelsel wordt hiermee dus
geactiveerd. Dit resulteert in 4 acties:
1) De vagus nervus wordt gestimuleerd om ACh te produceren, hierdoor
wordt de P-cel direct gestimuleerd doordat ACh aan de P-cel hecht.
2) De vrijgekomen ACh stimuleert de ECL cel om histamine te
produceren, die de P-cel stimuleert om meer HCl te produceren

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Dragana ?aldrmoska | E-mail adres: dragana.c@live.nl
3) GRP komt vrij vanuit een zenuw in het antrum, waardoor de G-cel
wordt gestimuleerd om gastrine te produceren. Gastrine stimuleert de
P-cel direct en indirect via de ECL cel om meer HCl te produceren
4) In het antrum en in de corpus remt de vagus nervus de productie van
somatostatine, waardoor de HCl productie minder wordt geremd.

6.3 Tweede fase na de maaltijd: de gastrische fase ~ 50/60 %


Tijdens deze fase treedt voedsel de maag binnen. Hierdoor wordt op twee
manieren de zuurproductie gestimuleerd:
1) Het voedsel doet het slijmvlies in de maag uitzetten, waardoor de
vagovagale reflex en de lokale ENS reflex worden geactiveerd.
2) De peptonen stimuleren de G-cellen in het antrum.

Het uitzetten van het slijmvlies resulteert in een ENS reflex, waardoor ACh
wordt geproduceerd, die G-cellen in het antrum, ECL cellen en P-cellen
stimuleren tot het produceren van HCl. De vagovagale reflex resulteert ook in
het produceren van ACh, maar ook in het produceren van GRP, waarna de G-cel
in het antrum wordt gestimuleerd om gastrine te produceren en daarmee de ECL
en de P-cel stimuleert.

De peptonen stimuleren de G-cellen in het antrum om gastrine te produceren,


waarna de ECL cellen en P-cellen worden gestimuleerd. Dit proces wordt
gestimuleerd door wijn, bier en koffie.

Tijdens deze fase is ook sprake van negatieve feedback. Een lage pH in de maag
stimuleert D-cellen om somatostatine te produceren, waardoor de zuurproductie
wordt geremd. Dit komt doordat peptonen de G-cel normaal gesproken
stimuleren, maar bij een pH van 1.0 of wanneer er somatostatine aanwezig is in
de darm, verliezen de peptonen deze werking.

6.4 De derde fase na de maaltijd: Intestinale fase ~ 5/10 %


Peptonen stimuleren de zuurproductie tijdens deze fase op 3 manieren:
1) Peptonen stimuleren G-cellen in het duodenum om gastrine te producren
2) Peptonen stimuleren een onbekende endocriene cel om een extra
hormoon te produceren dat wordt benoemd als entero-oxyntine.
3) Aminozuren die worden opgenomen door het proximale deel van de
dunne darm stimuleren de zuurproductie op een onbekende manier.

7. Bescherming van het maagoppervlak en de neutralisatie van zuur in het


duodenum
De bescherming van de maagwand is mogelijk door de maag diffusie barrire.
De maag diffusie barrire bestaat uit drie componenten:
1) Relatieve impermeabiliteit voor zuur door het apicale membraan naar
de maagplooien
2) Een mucuscellaag bovenop het oppervlak van de epitheelcellen
3) Een aanliggend HCO3- klimaat aan het oppervlak van epitheelcellen die
een relatief hoge pH behouden.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Dragana ?aldrmoska | E-mail adres: dragana.c@live.nl
7.1 Impermeabiliteit van de mucus gel laag
De mucus gel laag is impermeabel voor diffusie van H+ van de lumen van de
maag naar de epitheelcellen. Onder deze mucuslaag wordt ook een hoge pH van
7,0 in stand gehouden. Deze hoge pH neutraliseert het meeste zuur dat door de
mucuslaag diffundeert.

De HCl die wordt geproduceerd door P-cellen onder de mucuslaag komen in de


maag door het zo genoemde viscous fingering. Het sap dat vrijkomt uit de
P-cellen is extreem zuur en onder druk, waardoor het een weg kan vinden door
de mucuslaag die de maagplooi bedekt. Deze stroom van zuur verspreidt zich
echter niet over de mucuslaag, maar komt helemaal tot aan het oppervlak en
neutraliseert zo niet de barrire tussen de epitheelcellen en de mucus.
Deze laag beschermt het maagoppervlak niet alleen tegen H+ maar ook tegen
pepsine, waarin de mucuslaag fungeert als pepsine diffusie barrire; de HCO3-
inactiveert alle pepsine die de mucus binnendringt. Dit berust op het feit dat
pepsine tijdelijk inactief wordt bij een pH hoger dan 3,5 en permanent
inactief wordt bij een pH hoger dan 7,2.

7.2 De mucuscellaag
De mucuslaag bestaat uit o.a. uit mucine, een glycoprotene met een hoog
moleculair gewicht die bijdraagt aan de formatie van een beschermende laag
op de mucosa van de maag. Mucus wordt geproduceerd door:
- Mucuscellen in het oppervlak van de maag
- Mucus nekcellen in het punt waar een maagkuil overgaat in een
maagplooi
- Glandulaire mucuscellen in de maagplooien in het antrum

Mucine vormt samen met fosfolipiden, elektrolyten en water de mucusgellaag.


Deze laag geeft bescherming tegen zuur, pepsinen, gal en ethanol. Wanneer de
mucusbarrire in aanraking komt met een lage pH, wordt de laag dunner.
Daarom moeten mucuscellen constant mucus produceren. Drie stoffen die de
secretie van mucus stimuleren zijn:
1) ACh, komt vrij bij het stimuleren van de nervus vagus, waarna de Ca2+
concentratie stijgt en hiermee de mucuscellen stimuleert.
2) Fysieke en chemische irritatie van de mucosa in de maag door voedsel.
3) PGE2

7.2 HCO3-
De epitheelcellen in het corpus en het antrum produceren HCO3-, waardoor de
pH een constante waarde van 7,0 houdt. Deze hoge pH vormt een barrire
tussen de maag (pH tussen 1 en 3) en de maagwand. De secretie van HCO3- wordt
gestimuleerd door ACh, zuur en prostaglandines.

8. Neutralisatie van maagzuur dat het duodenum passeert


Een lage pH in het duodenum resulteert in de secretie van basen om het
maagzuur in het duodenum te neutraliseren. De grootste factor hierin is
secretine die ook de secretie van maagzuur en pepsinogeen stimuleert. Een pH
van 4,5 in het duodenum stimuleert S-cellen in het duodenum om secretine te
produceren, waarna de secretie van HCO3- wordt gestimuleerd, waardoor de pH

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Dragana ?aldrmoska | E-mail adres: dragana.c@live.nl
in het duodenum wordt geneutraliseerd.
Mensen die lijden aan een ulcus duodenum hebben een te hoge zuurproductie
en een te lage HCO3- productie, waardoor de grote hoeveelheid zuur
gedeeltelijk wordt geneutraliseerd, waardoor de mucus in het duodenum aan
meer zuur wordt blootgesteld.

9. Het vullen en legen van de maag


De motorische activiteit van de maag heeft drie functies:
1) Reservoir functie: het vullen van de maag door het ontspannen van de
maagspieren
2) Omwoelen van materiaal in een vorm die makkelijk kan worden
opgenomen in het jejenum. Dit maakt de vertering mogelijk.
3) De pylorus, het antrum en het proximale deel van het duodenum maken
het legen van de maag mogelijk. Hierna komt het materiaal, bestaande uit
deels verteerde en niet verteerde voeding, in het duodenum.

Het vullen en legen van de maag is een gecordineerde samenwerking tussen de


oesophagus, oesophageale sfincter, de proximale en distale delen van de maag,
de pylorus en het duodenum.
Het proximale deel van de maag is de voornaamste plaats waar vloeistoffen en
vaste stoffen uit voeding worden opgeslagen. Het distale deel van de maag is
verantwoordelijk voor het omwoelen van het materiaal, waarna het de maag
verlaat.

9.1 Het vullen van de maag


Wanneer je voedsel doorslikt ontspant de oesophageale sfincter en het
proximale deel van de maag. Hierdoor wordt de toegang van voedsel tot de maag
mogelijk gemaakt. Het ontspannen van de fundus is een reactie op de
vagovagale reflex en wordt de receptieve ontspanning genoemd. Deze
ontspanning resulteert in een toename van het volume van de maag, maar niet
in een gelijke toename van de druk. Dit fenomeen wordt gastric
accommodation genoemd. Hierbij zorgt een volumetoename pas voor een
druktoename wanneer een drempelwaarde is bereikt.

9.2 Het legen van de maag


Vaste stoffen moeten eerst worden vermalen tot kleine moleculen (moleculen
kleiner dan 2 mm) voor ze de maag kunnen verlaten. Het bewegen van vaste
moleculen richting het antrum wordt mogelijk gemaakt door voortstuwende
bewegingen van de maag. Deze samentrekkingen worden mogelijk gemaakt
door de maag pacemaker, in de grote kromming van de maag. Hierbij worden
de lumen richting de pylorus bewogen, waardoor de vaste stoffen zich tot een
brij vormen. Wanneer deze brij bij de pylorus is aangekomen en vast komt te
zitten in het antrum, worden de moleculen vermalen om de molecuulgroottes te
verkleinen. Alleen die moleculen die kleiner zijn dan 2 mm passeren de
pylorus naar het duodenum, de rest keert terug naar de corpus van de maag
om daar verpulverd te worden. Dit proces wordt retropulsion genoemd.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Dragana ?aldrmoska | E-mail adres: dragana.c@live.nl
10. Beknopte samenvatting
De maagwand bestaat uit verschillende cellen, die ieder een andere functie
hebben bij de maagzuurproductie, bescherming van de maagwand en het vullen
en legen van de maag.

De zuurproductie kan gestimuleerd en geremd worden door verschillende


factoren.

Onder invloed van maagzuur, NSAIDs en H. Pylori kan een maagzweer of een
twaalfvingerige darmzweer ontstaan.

Wanneer je voedsel tot je neemt worden er drie fasen van zuurproductie


geactiveerd.

De mucuscellen in de maagwand hebben verschillende functies als het


produceren van pepsinogeen, beschermen van de maagwand en het
neutraliseren van de pH in het duodenum.

Het vullen en legen van de maag wordt mogelijk gemaakt door het samentrekken
en ontspannen van spieren in de maagwand.

De maag vermaalt het voedsel tot kleinere moleculen die de maag kunnen
passeren en in de darm verder worden verteert.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Dragana ?aldrmoska | E-mail adres: dragana.c@live.nl

You might also like