Professional Documents
Culture Documents
Ruimtelijk-Functionele Analyse Van Gezondheidscentra: Ervaringen Van Gebruikers Met Hun Gebouwen Al
Ruimtelijk-Functionele Analyse Van Gezondheidscentra: Ervaringen Van Gebruikers Met Hun Gebouwen Al
KOLOFON
Tekst hoofdstuk 1,3,4,6,7 Ir. D.J.M. van der Voordt
hoofdstuk 2,3,7 Drs. H.B.R. van Wegen
hoofdstuk 5 Drs. H. van Hoogdalem
Assistentie layout E. Mathot
H. van der MeuTen
Typewerk Mw. M. Günther
i
VOORWOORD
Deze analyse van gebruikerservaringen met gebouwen voor gezondheidscentra
vormt het derde deel van een serie publikaties over de bouwkundige opzet van
gezondheidscentra. Doel hiervan is om de ministeriële richtlijnen omtrent de
ruimtebehoefte van gezondheidscentra - vastgelegd in het Advies van de Sub-
commissie Accommodatiebeleid Wijkgezondheidscentra (1979) - te toetsen aan
ervaringen in de praktijk en aan te vullen met informatie over de ruimtelijke
konsekwenties van samenwerken. Deze richtlijnen zijn erg belangrijk, omdat mede
hierop de subsidiëring van beginnende samenwerkingsverbanden is gebaseerd, als
tegemoetkoming in de huisvestingskosten.
In het eerste deelrapport Onderzoekpr ocedure en Pr oefonderzoek (1981), is in-
gegaan op de achtergrond en probleemstelling en op de procedure die gevolgd
is om een viertal representatieve centra te selekteren voor nader onderzoek.
Voorts is in deel I de onderzoekmethodiek beschreven en zijn de resultaten
vermeld van een proefonderzoek, dat gehouden is om de onderzoekmethodiek te
testen op praktische bruikbaarheid. Dit proefonderzoek heeft plaatsgevonden in
g.c. Merenwijk te Leiden. In deelrapport 11 Dokumentatie en Plattegrond- Analyse
(1982), zijn van 50 specifiek als gezondheidscentrum ontworpen gebouwen een aan-
tal or ganisatorische en bouwkundige gegevens gedokumenteerd, zoals de samenstel-
ling van het team, de plattegrond van het gebouwen het jaar van de start. Op
basis van deze gegevens is een vergelijkende plattegrond-analyse uitgevoerd
m.b.t . aantal en oppervlakten van ruimten, vormen van gemeenschappelijk ruimte-
gebruik en de onderlinge situering van ruimten, zowel op centrum-nivo als per
discipline. Deze analyse heeft een goed i nzicht gegeven in de varianten die op
dit moment in de praktijk voorkomen.
Naast een registratie van de feitelijke situatie is de beoordeling van deze
situatie door de gebruikers minstens zo belangrijk, wil men richtlijnen kunnen
ontwikkelen voor de bouw van toekomstige gezondheidscentra. Dit gebruikers -
oordeel vormt het onderwerp van dit derde deelrapport.
Na een beknopte inleiding (hfdst . 1) worden de resultaten besproken van een
diepgaande gebruiksevaluatie van de vier geselekteerde centra (hfdst. 2 tjm 5).
Daarbij zijn de gebruikers zoveel mogelijk zelf aan het woord gelaten. Elke
case study wordt afgesloten met een nabespreking, waarin de voornaamste uit-
komsten nogeens beknopt worden geanalyseerd. De vier cases zijn aangevuld met
een meer globale analyse van de gebrui kserva r ingen in de overige centra
(hfdst. 6). Tenslotte worden de voornaamste gegevens nog eens thematisch met
-------------- - ---
ii
Inhoudsopgave
VOORWOORD
1. INLEIDING
l.I. De behoefte aan onderzoek 1
1.2. Selektie van de onderzochte centra 1
1.3. Werkwijze 4
1.4. Kanttekeningen bij de gehanteerde werkwijze 6
2. DAUWENDAELE-ZUID TE MIDDELBURG
2.1. Bouwproces 9
2.2. Organisatorische gegevens 21
2.3. Gebouw in gebruik 23
2.4. Nabespreking 39
3. BIJVANCK TE BLARICUM
3.1. Bouwproces 43
3.2. Organisatorische gegevens 59
3.3. Gebouw in gebruik 61
3.4. Nabespreking 73
Bijlagen 75
4. BOOMSTEDE TE MAARSSEN
4.1. Bouwproces 87
4.2. Organisatorische gegevens 107
4.3. Gebouw in gebruik 109
4.4. Nabespreking 125
Bijlagen 130
5. DE MAAR TE KERKRADE-WEST
5.1. Bouwproces 137
5.2. Organisatorische gegevens 145
5.3. Gebouw in gebruik 146
5.4. Nabespreking 157
iv
1. INLEI DING
Bij deze keuze is vooral gelet op voldoende spreiding ten aanzien van:
omvang en samenstelling van het team,
geografische ligging van het centrum,
grootte van het gebouw (bruto vloer-oppervlakte, aantal bouwlagen),
gebouwtype c.q. de mate van ruimtelijke differentiatie/integratie (aantal
--------- --
- 3 -
De vier case studies zijn vormen van onderzoek 'in de diepte'. Doordat het
aantal centra beperkt is, kan uitvoerig worden ingegaan op het funktioneren
van het centrum, zowel als totaliteit als per discipline, hetgeen voor de
relatie tussen organisatorische en bouwkundige opzet van groot belang is.
Tevens kunnen een aantal specifieke aspekten diepgaand aan de orde worden ge-
steld. Zo maakt de uitvoerige aandacht voor het bouwvoorbereidingsproces het
mogelijk om na te gaan of het bouwkundig konsept dat men gekozen heeft als
- - - - - - - - - - - - -- - --- - - ---- - ---,
- 4-
...
/
uitgangspunten,
doelstellingen
- - b ouwproces
,,-,
bouwkundige
evaluatie opzet
-g
,
gebruikser-
varingen
Een bezwaar van case studies is echter, dat generalisatie van de onderzoekuit-
komsten naar andere centra niet zonder meer verantwoord is. Daarom zijn de
case studies aangevuld met onderzoek 'in de breedte', door van alle overige
purpose-built gezondheidscentra - die bezocht zijn in het kader van de inven-
tarisatie en dokumentatie fase - eveneens een aantal gebruikservaringen te
registreren. Door het grote aantal centra is dit onderzoek noodgedwongen glo-
baal gebleven, zowel wat het aantal onderzoekaspekten als het aantal respon-
dentenbetreft. De resultaten van dit onderdeel kunnen dan ook zeker niet ge-
zien worden als een volledig beeld van de wijze, hoe 'de' gebruikers deze
centra ervaren. De uitkomsten bieden echter wél de mogelijkheid om de eigen
observaties en indrukken van de onderzoekers te kontroleren en aan te vullen,
hetgeen vooral bij de uitwerking van de 'design-guide' van groot belang kan
ZlJn. Bovendien kunnen door het grote aantal onderzochte centra de hoofdlijnen
en de belangrijkste positieve en negatieve aspekten aan het licht komen.
1. 3. Werkwi j ze
Ten behoeve van de evaluatie van de vier geselekteerde centra is in eerste in-
stantie getracht op basis van archiefmateriaal een eerste inzicht te krijgen
in het ontstaan en funktioneren van deze centra. Vervolgens zijn de centra
- 5 -
bezocht en zijn gesprekken gevoerd met alle disciplines. In deze open inter-
views is aan de hand van een vooraf opgestelde lijst met vraagpunten gesproken
over de organisatorische opzet van het werk en de mate waarin het gebouw hier
adekwaat op is afgestemd. Daarbij zijn tevens een aantal eerder ontwikkelde
bouwkundige indelingsvarianten voorgelegd ter vergelijking met de eigen situa-
tie. Naast de oppervlakten van de verschillende ruimten en hun onderlinge situe-
ring zijn vragen gesteld over b.v. daglichttoetreding, materiaalgebruik, ver-
lichting, akoestiek en ventilatie. Het bouwproces is aan de orde gesteld bij
diegenen die intensief betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van het
centrum. Ook is in sommige centra gesproken met de architekt hiervan. In de
interviews met de patiënten/kliënten is vooral gevraagd naar het oordeel over
de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van het gebouw. het funktioneren van
de wacht- en werkruimten en de aankleding van het gebouw. De mondelinge inter-
views zijn aangevuld met gerichte observaties van de onderzoekers ter plaatse.
met sleutelpersonen.
Wat de selektie van de centra voor nader onderzoek (de vier 'cases') betreft,
is gekozen voor centra die reeds een aantal jaren funktioneren. De gedachte
hierbij was dat de voor- en nadelen van een bepaalde bouwkundige opzet kort na
de in gebruikname nog onvoldoende duidelijk naar voren zijn gekomen. Bovendien
bestaat de kans dat men vanuit een begrijpelijke trots omtrent het pas verworven
nieuwe gebouw wellicht geneigd is de negatieve kanten enigszins onder te be-
lichten. Een konsekwentie van deze keuze is echter wel, dat de meest recente
ontwikkelingen niet goed in de vier geselekteerde centra terug te vinden zijn.
Alle vier de centra zijn gebouwd vóórdat de richtlijnen van de Subcommissie
Accommodatiebeleid van kracht werden, in een tijd dat de centra duidelijk in
een groeifase verkeerden en beleidsinstanties een soort 'laat-alle-bloemen-
bloeien' politiek voerden. Inmiddels zijn onder invloed van allerlei praktijk-
ervaringen bepaalde ideeën meer uitgekristalliseerd. 4 Daarom wordt overwogen
het onderhavige onderzoek aan te vullen met een deelstudie in een recent in
gebruik genomen centrum, dat tot stand is gekomen op basis van het Advies van
de Subcommissie Accommodatiebeleid, teneinde ook van de meest aktuele situatie
een aantal (voorlopige) gebruikservaringen te kunnen registreren. Meer globaal
kan deze inforamtie overigens ook ontleend worden aan de gesprekken en obser-
vaties in de centra, die bezocht zijn ten behoeve van de dokumentatie, waarin
wél een aantal zeer recente gebouwen zijn opgenomen (b.v. Amsterdam-Holen-
drecht). Bovendien zal een interviewronde gehouden worden onder enkele beleids-
instanties en overkoepelende organisaties per discipline, teneinde méér in-
zicht te krijgen in bepaalde trends en te verwachten ontwikkelingen. Daarbij
gaat het zowel om de positie van gezondheidscentra in de eerstelijns gezond-
heidszorg als om de omvang en samenstelling van het team en het takenpakket
per discipline. Tenslotte zullen waar nodig deelstudies worden verricht naar
de ruimtebehoefte van bepaalde taken, die in het onderhavige onderzoek nog
onvoldoende uit de verf zijn gekomen. Door aktiviteiten-analyses en maatstu-
dies kan de ruimtelijke accommodatie dan optimaal worden afgestemd op het ak-
tiviteitenpakket C.q. het funktieprogramma.
- 8 -
het SI-projekt. Zie ook het Evaluatierapport over het SI-projekt ITerugblik-
ken met het oog op de toekomst van april 1983.
1
2.
Gezondheidscentrum
DAUWENDAELE - ZUID
te Middelburg
- - -- - - ---- - -
Inhoudsopgave hoofdstuk 2
1. HET BOUWPROCES
1.1. Voorgeschiedenis 9
1. 2. Uitgangspunten en doelstellingen 11
1.3. Plan-ontwikkeling 12
1.4. Huidige indeling van het gebouw 20
1. 5. Stichtingskosten 20
2. ORGANISATORISCHE GEGEVENS
2.1. Samenstelling van het team 21
2.2. Samenwerkingskontakten 22
3. HET GEBOUW IN GEBRUIK
3.1. De hoofdopzet van het gebouw 23
3.2. Oppervlakte-analyse 23
3.2.1. Verdeling bruto vloer-oppervlakte volgens NEN 2630 23
3.2.2. Richtlijnen van de Subcommissie Accommodatiebeleid 23
3.2.3. Beoordeling van de oppervlakten der ruimten 28
3.3. Indeling en afwerking van de ruimten per discipline 28
3.3.1. Huisartsen en praktijkassistenten 29
3.3.2. Wijkverpleging en consultatiebureau 32
3.3.3. Maatschappelijk werk 34
3.3.4. De ruimten van de fysiotherapie 35
3.3.5. Overige disciplines 37
3.4. Oordeel van de patiënten/cliënten 38
4. - NABESPREKING
4.1. Organisatie/samenwerking 39
4.2. Bouwproces en gebouw 40
BIJLAGE 42
- 9 -
1. HET BOUWPROCES
1.1. Voorgeschiedenis
De eerste kontakten tussen potentiële deelnemers aan een wijkgezondheids-
centrum dateren van 1971, toen door de Middelburgse huisartsen het ini-
tiatief werd genomen om tot de oprichting van een wijkgezondheidscentrum
te komen in de nieuwbouwwijk Dauwendaele-Zuid.*Deze wijk, gelegen ten
oosten van het kanaal door Walcheren, is ontstaan als gevolg van indus-
triële vestigingen in het Sloegebied. De aanvankelijke bevolkingsprognose
was toen nog dat deze wijk in 1975 zo'n 15.000 inwoners zou omvatten en
ca. 22.000 in 1985. Op basis daarvan werd besloten in het wijkgezondheids-
centrum - hierna te noemen W.G.C. - mogelijkheden te scheppen voor 5 huis-
artsen. Na 1980 zou een 2de centrum noodzakelijk zijn, aangezien een nog
grotere uitbreiding binnen het centrum ten koste zou gaan van de samen-
werking.
Al eerder (sept. 1970) was reeds een samenwerkingsprojekt van start ge-
gaan waaraan alle Middelburgse huisartsen en wijkverpleegkundigen deel-
namen, alsmede enkele maatschappelijk werkenden van de vertegenwoordigen-
de instellingen. Na een periode van 3 jaar werden 4 min of meer autonoom
funktionerende groepen gevormd, waarvan 3 zogeheten stadsgroepen, elk be-
staande uit 3 huisartsen, 2 wijkverpleegkundigen, 1 maatschappelijk werker
en 1 gezinsverzorgster. De 4de groep, bestaande uit 2 huisartsen, 2 wijk-
verpleegkundigen, 1 maatschappelijk werker en 1 verloskundige zou in de
toekomst gaan samenwerken in het nieuw te bouwen wijkgezondheidscentrum.
Deze groep kwam in die tijd (1974) éénmaal per week bijeen. Per 1 aug.
1974 is dit team uitgebreid met een huisarts en een wijkverpleegkundige.
De start van het W.G.C. verwachtte men toen nog begin 1975. De bestaande
groep zou dan nog eens worden uitgebreid met een tandarts, 2 à 3 fysio-
therapeuten en een 3e huisarts.
*) Brief van dhr. Delfos aan alle potentiële deelnemers d.d. 25-8-1971
1 ______ _
- 10 -
zorging van de wijk Dauwendaele Zuid het best zou kunnen worden opge-
vangen door een wijkgezondheidscentrum. Bovendien wilde men de fysio-
therapie in het samenwerkingsverband betrekken teneinde patienten
vanuit het ziekenhuis beter op te kunnen vangen. Later zijn ook tand-
artsen aangetrokken omdat men van mening was dat deze ook in een ge-
zondheidscentrum thuishoren. Dit laatste vond men ook van een apotheek,
doch deze was reeds vlakbij aanwezig. Ook is overwogen om een konsulta-
tief verband aan te gaan met de plaatselijke psychiater enjof de psy-
chologe voor de behandeling van de psycho-sociale problematiek, vanuit
de gedachte de behandeling zoveel mogelijk in eigen leefmilieu en niet
in ziekenhuis of inrichting te doen plaatsvinden. Uiteindelijk zijn
deze disciplines echter niet in het gezondheidscentrum opgenomen.
In de Stichtingsakte wordt de doelstelling van het gezondheidscentrum
als volgt beschreven: "Het scheppen en bevorderen van de voorwaarden,
waaronder een optimale geintegreerde gezondheidszorg in het eerste
echélon met behartiging van zowel de somatische als de psychische en
sociale aspekten van de hulpverlening tot stand kan komen en in stand
kan worden gehouden in de wijk Dauwendaele Zuid in Middelburg".
Dit doel tracht men te bereiken door een samenwerkingsverband bestaande
uit een aantal huisartsen, wijkverpleegkundigen en maatschappelijk
werkenden, die gemeenschappelijk d.w.z. in gedeelde verantwoordelijkheid
en met gebruikmaking van elkaars speciale bekwaamheden verantwoorde
oplossingen trachten te vinden voor de medisch maatschappelijke proble-
men van de patient (Stichtingsakte, december 1973).
Nauwe samenwerking met de fysiotherapie en met instellingen voor ge-
zins- en kraamverzorging zou het funktioneren van het centrum nog ster-
ker bevorderen. Er is om die reden ook gedacht aan een speciale ambte-
naar voor sociale zaken, die zitting heeft in het W.G.C. met nauwe
samenwerking met de maatschappelijk werker, vooral waar het bijstands-
uitkeringen van bewoners uit Zuid zou betreffen.
1.3. Plan-ontwikkeling
Ter oriëntatie hebben de initiatiefnemers een bezoek gebracht aan reva-
lidatiecentrum Huis ter Heide bij Utrecht, teneinde "een indruk te
krijgen van een meer huiselijke opzet in een soortgelijk centrum".
- 13 -
,..,
Ç"l ~
,..,.
",
".
,~)
~
~,
h h
'-'
r-'
o~
..,.,. ::-,', ... ",
<='
r-> r""':> cc'
<,,"1
"" .-=g:;
'
~~ =' r-' ç; ~
0=
ç"~
...,.
C :"'
0
..=.
r ~~1
~.,
."'"
~1
..,
r"'1 ' r_ r:~ 0 . . :: ='
."
".
,",.....
..:' or \
oc1 .-= .. .
~ -:Ç-'"
,-:.::1 ,,,,
"'"
r.
,~~
.-=1 , " J
~ • '> c-,
, ... , .... .,
i,•
<=1 ~'.
:-? ~ e-...:1 c~
, =,
or1 r~
.,. "
, ç=.:4
" .--<
"'" r-' ...,
c.:1
f~ ~ ~
h '" '-'
.,., ~
I.~ P
r ,1
"'-"
nr. .:::= .. " . ;::~
~~ 0" t":''' '
<, , il~
ç:::,.
'U ....:.'1~
.. -
"7 '-J
~
~
--,
~
~
{JçJ
~
,I
~t:r
~
P"_~
ga ~
~
d .....
,.t:r
~
"~
CJ) AA
P"_~
CJ)
"=' ~
.j..l
n::s PA
"CJ)
O'l
1==1
c:::
0
0..
~
CJ)
3
.j..l
c:::
0
lil
.j..l
CJ)
oS::
U ." "~
=
lil ""'
~f.2 ~;
t= - '
CJ) ç::...1
.~
.j..l
lil
~
CJ)
CJ)
.j..l
CJ)
::J:
.-!
..0
4-
ex:
d .....
- 15 -
mw
ka mag kan
box oef
patio
ta ha
ta ha
- 16 -
Ongeveer 2 maanden later komt de architekt met een gewijzigd plan (afb. 3).
De belangrijkste wijzigingen zijn beperkt gebleven tot een verkleining van
de tandartsenunit, de beide units voor huisartsen en fysiotherapie zijn
aan het hoofdgebouw gekoppeld en voorts zijn wijzigingen aangebracht in
de indeling van de ruimten van het kruisgebouw, tandarts en de huisartsen.
De ruimten voor de fysiotherapeuten zijn nagenoeg gelijk gebleven. Trap-
penhuis en bovenverdieping zijn gehandhaafd, evenals de behandelkamel"
t.b.v. de huisartsen. Wat opvalt is, dat aan de verlangens van de deelne-
mers niet of nauwelijks tegemoet is gekomen. Van een gemeenschappelijke
gang of overdekte hal t.b.v. gemeenschappelijke voorzieningen is niets
terug te vinden. Evenmin is sprake van interne verbindingen tussen de
units en het hoofdgebouw.
Uit een vergelijking van de ontwerpschets d.d. 26-11-'73 met het defini-
tieve ontwerp d.d. 31-10-'75, wordt het volgende duidelijk:
de fysiotherapie-afdeling heeft geen veranderingen meer ondergaan,
het kruisgebouw is praktisch onveranderd gebleven. Alleen het trappen-
huis en de toiletgroep zijn enigszins gewijzigd. Voorts is de ruimte
voor het maatschappelijk werk in 2 gelijke ruimten opgesplitst,
de huisartsenunit is in opzet gelijk gebleven, doch de gemeenschappe-
lijke behandelruimte is verdwenen. In plaats daarvan is per huisarts
een aparte onderzoek en behandelkamer gekreerd.
De lokatie van de spreekkamers is gewijzigd, de receptie is gewijzigd
(meer teruggelegen) en de centraal inpandig gelegen wachtruimte is ver-
groot,
de tandartsenunit is eveneens in hoofdopzet gelijk gebleven. Alleen de
ligging van de tandartsenkamers is gewijzigd, de 2 doka's zijn verdwenen,
daarvoor is een gemeenschappelijk laboratorium in de plaats gekomen.
Er is naast het wachten dat onveranderd is gebleven een vrij ruime cen-
traal gelegen hal bijgekomen.
Deze plattegrond heeft daarna nog enkele malen marginale wijzigingen on-
dergaan (7-1-'76 en 26-5-'76), die vooral betrekking hebben op de herin-
richting van de beide tandartsenkamers en het laboratorium en een andere
opzet van de receptie.
- - --- ---------~ -~ - -- ----,
- 18 -
mag
Afb. 3. Ontwerpschets
ka mw kan
d.d. 26-4-75
(exkl . Ie etage)
box beh/oef
palla
ha
ha
ta
ka mw kan
mw
beh
ond
- 19 -
Ie etage
Wil Wil
begane grond
ka mw kan
gzv/bjv
box beh/ool
pabo
end end
ha
ond
1.5. Stichtingskosten
De totale stichtingskosten zijn uitgekomen op ruim 1,4 miljoen gulden,
die als volgt kunnen worden gespecificeerd*(bedragen inkl. BTW à 16%):
bouwkosten f 1.161. 771,84
grondkosten 11
llO. 801,93
konstruktiekosten 11
24.696,40
architektenkosten 11
l30.393,12
reis- en lichtdrukkosten konstrukteur 11
2.273,60
Hiervan is 50% bekostigd uit de DACW-subsidie. Daarnaast is een bijdrage
van f 150.000,- geleverd in het kader van de sociaal-kulturele infra-
struktuur.
- 2. ORGANISATORISCHE GEGEVENS
- 22 -
2.2. Samenwerkingskontakten
Gestruktureerd overleg vindt eenmaal per week plaats in de vergaderruimte
(hometeam overleg). Daarbij zijn steeds aanwezig: huisartsen, maatschap-
pelijk werk, wijkverpleging en gezins- en bejaardenzorg. De fysiothera-
peuten wonen deze bijeenkomsten alleen bij wanneer zijzelf of anderen
expliciete vragen of problemen over patienten hebben.
De huisartsen hebben doorlopend kontakt met elkaar en voeren eenmaal per
maand overleg met alle Middelburgse huisartsen. Eenmaal per 3 maanden
vindt overleg plaats met de huisarts van Arnemuiden/Oost-Soeburg i.v.m.
weekenddiensten. Maandelijks overleg vindt eveneens plaats met de apothe-
ker, die zijn praktijk naast het W.G.C. heeft.
De wijkverpleging voert naast de wekelijkse hometeam besprekingen elke
vrijdag (tussen de middag) overleg met het maatschappelijk werk.
Tussen wijkverpleging en huisartsen is dagelijks kontakt over problemen
in de praktijk. Daarnaast worden kontakten onderhouden met de Medische
Staf van het ziekenhuis in Middelburg. De 3 huisartsen zijn daar aanwezig
op de wekelijkse stafbijeenkomsten.
Voor zover er sprake is van informele werkkontakten bestaan deze vooral
tussen de huisartsen en de overige disciplines. De huisartsen en fysio-
therapeuten lopen soms tijdens het spreekuur bij elkaar binnen en ook
tussen de huisartsen en tandartsen, verloskundige en maatschappelijk
werk is regelmatig kontakt. Daarbuiten blijven de kontakten tussen de
disciplines onderling beperkt. Ook een gezamenlijk koffie-uurtje ontbreekt.
Mede daardoor is de filosofie over de samenwerking naar het oordeel van
de werkers nog onvoldoende ontwikkeld.
- 23 -
3.2. Oppervlakte-analyse
3.2.1. Y~rQ~liQg_Qr~!Q:~lQ~rQ~~~r~l~~!~_~Qlg~Q~_~~~_gê~Q
- 24 -
STAF
WlJKYERPLEGING
wv125 wv12.5
MAATSCHAPPELIJK
WERK
k",18ll
Ji.EZItiS..:..E
BE JAARQEN ZORG
I\> as
-----
I 2 ) 4 ~ e 7 e 'iI
Afb. 6 Oppervlakteverdeling
- 26 -
Tabel 2. (vervolg)
- 28 -
3.2.3. ê~22~9~l!~9_~~~_9~_2e~~~~l~~!~~_9~~_~~!~!~Q
Het vrij ruim uitgevallen verschil tussen de werkelijke oppervlakte van
de ruimten en het aantal m2 , dat op basis van de richtlijnen van de Sub-
kommissie is toegestaan, doet vermoeden dat dit centrum aan de krappe
kant zit. Door de reakties van de deelnemers van het centrum over de
grootte van de ruimten wordt deze indruk bevestigd.
Met name geldt dit voor de ruimten van de fysiotherapie. De behandelkabi-
nes zijn te kort en te smal en een bredere massagebank zou zelfs onmo-
gelijk zijn. Om de behandeltafel heenlopen is nu slechts mogelijk door
de toepassing van gordijnen ter afscheiding van de kabines onderling.
De oefenzaal voldoet redelijk, maar is voor loopoefeningen te kort.
Kleedkabines ontbreken, evenmin is rekening gehouden met ruimte voor
stagiaires. Alleen de wachtruimte is voldoende groot. Dit geldt voor het
gehele centrum, klachten over de grootte van de wachtgebieden worden
niet genoemd.
De huisartsen en de maatschappelijk werker zijn tevreden over de grootte
van hun werkruimten. Wel wordt opgemerkt dat de spreekkamers van de huis-
artsen te klein zijn om er ook een zitje in te plaatsen, doch dit vindt
men geen probleem. De tandartsen zouden in de toekomst meer ruimte wen-
sen. De gemeenschappelijke sterilisatieruimte is eigenlijk te klein. Bij
uitbreiding wil men per behandelruimte een eigen sterilisatieruimte.
Daarnaast bestaat behoefte aan een aparte ruimte t.b.v. de mondhygiëniste,
waar ook voorlichting kan worden gegeven. De ruimte van de wijkverpleeg-
kunde daarentegen is als werkruimte te klein. De boxenkamer is voldoende
groot, terwijl de kamer van de CB-arts wat minder groot zou kunnen zijn.
Klachten over de grootte van de ruimten zijn er ook bij de doktersassis-
tenten. De receptieruimte voldoet, doch de assistentenruimte is te krap
om zowel de administratie, archief, lab en keuken te bevatten.
De archiefruimte is te krap en voor een deel daarom ondergebracht bij
een van de huisartsen. Een eigen afgescheiden laboratoriumruimte en een
apart keukentje zou meer gewenst zijn.
oordeel van de gebruikers over het door hen gebruikte gedeelte van het
gebouw, maar ook aan de werkwijze van de verschillende disciplines.
Ten aanzien van de gebruiks- en belevingskwaliteit gaat het vooral om
het oordeel over:
. de indeling van het eigen Iblok relaties tussen ruimten, looplijnen
l :
onderscheid in publiek/privé,
mogelijkheden tot gemeenschappelijk en/of meervoudig ruimtegebruik,
afwerking en detaillering: kleur, materiaalgebruik, verlichting,
klimaatregeling.
3.3.1. ~~i~~r~~~~_~~_~r~~~ij~~~~i~~~~~~~
Het meest opvallend van de huisartsenunit is het ontbreken van een ge-
meenschappelijke behandelruimte. Het behandelen vindt plaats in de onder-
zoekkamer en wordt ook in hoofdzaak gedaan door de huisartsen zelf. Dit
betekent dat de taken van de praktijkassistenten zich beperken tot enkele
aktiviteiten zoals urine-onderzoek. Andere, vaak gebruikelijke aktivitei-
ten als oren uitspuiten, verbandleggen e.d. behoren niet tot hun taken-
pakket. In feite gaat het hier om medische sekretaressen, die zich in
hoofdzaak bezighouden met de ontvangst van patienten, administratie en
telefoonbediening.
De huisarts haalt de mensen zelf op (geen oproepsysteem), vervolgens
vindt een gesprek(je) plaats in de spreekkamer, waarna meestal een kort
of uitgebreid onderzoek volgt in de onderzoekkamer. Hierna vertrekt de
patient via de spreekkamer en niet via de onderzoek/behandelkamer aange-
zien persoonlijk afscheid nemen van de bezoeker belangrijk wordt gevonden.
De deur van de behandel/onderzoekkamer naar de wachtruimte blijft dienten-
gevolge altijd gesloten, ook alom te voorkomen dat wachtende patienten
per abuis langs deze deur zouden binnenkomen.
end end
~~~._~~ -----~~~ -_. ~- . ~ - -- ~--~- ---~--
- 30 -
ondl
a b
I I. ond I
sprk • 1sprk
t 1
t
ondl
c
d
sprk ond
t t
e
Middelburg, onderzoekkamer
van de huisartsen
Middelburg. fysiotherapie-
gedeelte met behandelkabines
en loopruimte
- 31 -
bij een gesprek is van een andere aard dan de zakelijk klinische sfeer,
die bij het onderzoeken/behandelen past. Variant 0 wordt als zeer
storend ervaren en variant E is absoluut ongewenst.
Een direkte relatie tussen spreekkamer en receptie wordt vooral praktisch
gevonden vanwege de direkte bereikbaarheid van de patientenkaarten.
Een verbinding tussen laboratorium en spreekkamer is eveneens plezierig.
Ook hier geldt dat de arts er gemakkelijk zelf even terecht kan. Een
direkte relatie tussen spreekkamer en wachtruimte is belangrijk, omdat
niet gewerkt wordt met een oproepsysteem, doch de patienten door de arts
zelf worden opgehaald.
- 32 -
3.3.2. ~ij~Y~r~1~9i~9_~~_~Q~~~1!~!i~e~r~~~
De hoofdlob van het wijkgezondheidscentrum wordt gevormd door het grootste
en meest centraal gelegen deel, waarin de werkruimten van het Kruiswerk
zijn gesitueerd, met een afzonderlijke verdieping voor de gemeenschappe-
lijke vergaderzaal (met keukentje). De Middelburgse Kruisraad huurt deze
unit van de Stichting.
wv wv
ka mw
glvllljv
box
- 32b -
I I
Middelburg, zicht op de
boxen kamer
I
"I
I
I
mw mw mw mw mw mw
--
1
I
A I
c I
I
E
mw mw mw mw
D
- 35 -
3.3.4. ~~~iQ!b~r~~i~
De binnenkomst vormt hier direkt al een probleem door het ontbreken
van een receptie. De bezoeker belt aan (als men niet per abuis direkt
doorloopt), waarop deze door de assistente of fysiotherapeut(e) wordt
binnengelaten. Afspraken worden niet op vaste tijden gemaakt maar
tijdens de werkuren. Na de afspraak loopt de assistente of therapeut
weer met de patient mee, deels omdat deze anders de weg zou kunnen
kwijtraken maar vooral ook vanwege de privacy van de aanwezige patienten.
Om bij het kantoor te komen moet men de ruimte passeren, waar loopoefe-
ningen worden gegeven. Een direkte verbinding tussen de wachtruimte en
het kantoor zou beter zijn geweest. Men overweegt dan ook een direkte
verbinding tussen beide ruimten te maken, hetgeen in principe mogelijk
is daar momenteel de wachtruimte aan de ruime kant is.
kan
b
!>eh/oef
Vanaf het begin is de ruimte (a) bedoeld als ruimte waar de loopoefe-
ningen worden gegeven. Deze ruimte wordt zeer intensief gebruikt en
levert dus problemen op, omdat ze tevens als verkeersgebied dient
(toegang, looplijnen naar de verschillende behandelruimten e.d.).
Ook de oefenzaal (b) wordt zeer intensief gebruikt (balspel, oefeningen
op de mat, loopoefeningen, konsentratieoefeningen). Daarnaast is deze
ruimte ook in gebruik t.b.v. massage. Een opklapbare bank is daartoe
aanwezig. Naast deze 'individuele'behandeling wordt de zaal ook gebruikt
door groepen. Voor loopoefeningen is de zaal te kort. Ook kleedruimten
ontbreken, doch dit wordt niet direkt als een probleem ervaren.
De behandelkabines worden afgescheiden door middel van gordijnen. Dit
vergroot de wendbaarheid en schept tevens de mogelijkheid om de ruimte
als één geheel te gebruiken, b.v. voor zwangerschapsgymnastiek.
- 36 -
noodzakelijk.
In verband met de kans op storen van andere apparatuur kan deze appara-
tuur het beste zo mogelijk verwijderd van andere apparatuur worden op-
gesteld. Men is geen voorstander van verrijdbare apparatuur omdat deze
vaak te zwaar is en er toe leidt dat men een behandel kabine opoffert.
Een oefenzaal is vooral aantrekkelijk wanneer de mogelijkheid tot op-
splitsing (m.b.v. schuifwand) aanwezig is. Kinderen met konsentratie-
stoornissen kunnen niet tesamen in één ruimte met mensen die loopoefe-
nigen verrichten. Uit privacy overwegingen acht men het evenmin wense-
lijk om meerdere gedeeltelijk ontklede personen gelijktijdig in dezelfde
ruimte te behandelen. Kleedkabines zijn in principe niet noodzakelijk,
ofschoon soms handig om tijd te winnen. Behoefte aan buitenruimte, waar-
van men in de zomer gebruik maakt,acht men niet noodzakelijk. Zoiets
past meer bij een revalidatiecentrum. Wat men wel mist is ruimte voor
stagiaires. Daarmee is in het programma van eisen geen rekening gehouden.
3.3.5. QY~ri9~_Qi~~i~liQ~~
De huidige indeling van de tandartsenruimte bevalt goed. Aanvankelijk was
er in de plannen sprake van een extra behandelkamer. Door deze te laten
vervallen kon een vergroting van de behandelruimten worden bereikt, die
vooral praktisch is als ouders hun kinderen mee naar het spreekuur nemen.
Ook de enigszins teruggelegen nissen zijn hiervoor erg plezierig.
- 38 -
- 39 -
4. NABESPREKING
Deze case study had tot doel een goed inzicht te verkrijgen in de uit-
gangspunten, die een rol hebben gespeeld bij de opzet van het gezondheids-
centrum Dauwendaele Zuid en het huidig funktioneren ervan, vooral omdat
dit centrum een typisch voorbeeld is van een indeling, waarbij de disci-
plines een relatief grote onafhankelijkheid bezitten t.o.v. elkaar. Dit
komt duidelijk tot uitdrukking in de bouwkundige opzet van het centrum.
Tesamen met de andere case studies en de resultaten van de vergelijkende
plattegrond-analyse bieden de uitkomsten een goede basis voor het opzet-
ten van richtlijnen voor de bouw van nieuw op te richten gezondheidscen-
tra. Ten aanzien van het onderzochte centrum springen een aantal aspekten
er duidelijk uit, die nog eens afzonderlijk aandacht verdienen.
4.1. Organisatie/samenwerking
Vanzelfsprekend wordt het werken en samenwerken met meerdere disciplines
onder één dak sterk beinvloed door de motivatie en de werkwijze van de
betrokken deelnemers. Het gebouwen de ruimtelijke voorzieningen kunnen
daarbij slechts een hulpmiddel zijn. In de onderhavige casestudy was
sprake van een betrekkelijk klein samenwerkingsverband, dat nog voordat
het gezondheidscentrum van de grond was gekomen reeds langere tijd bij
elkaar kwam in het praktijkgebouw van één van de huisartsen. Tussen huis-
artsen en wijkverpleegkundigen bestond bv. toen al dagelijks kontakt over
problemen in de praktijk.
Uit gesprekken met de deelnemers is bij ons evenwel niet de indruk geves-
tigd, dat de samenwerking sinds de gezamenlijke huisvesting sterk is toe-
genomen. De idee, dat het centrum uitdrukking zou moeten geven aan een
algemene op de buurtgerichte zorg is nog nauwelijks ontwikkeld, vooral
door het ontbreken van gemeenschappelijke informele ontmoetingspunten.
Faktoren die het samenwerken in dit centrum op ongunstige wijze hebben
beinvloed zijn:
- 40 -
Bi j 1age 1.
1. BOUWPROCES
1.1 Voorgeschiedenis 43
1.2 Programma van eisen en keuze van de architekt 45
1.3 Planontwikkeling 47
1.4 Huidige indeling van het gebouw 56
1.5 Stichtingskosten 57
2. ORGANISATORISCHE GEGEVENS
2.1 Samenstelling van het team 59
2.2 Uitgangspunten en doelstellingen van de organisatie 59
2.3 Samenwerking 60
3. HET GEBOUW IN GEBRUIK
3.1 Hoofdopzet van het gebouw 61
3.2 Oppervlakte-analyse 61
3.2.1 Verdeling bruto vloer-oppervlakte volgens NEN 2630 61
3.2.2 Vergelijking met de richtlijnen van de Subkommissie 63
3.2.3 Beoordeling van de oppervlakten der ruimten 64
3.3 Indeling en afwerking van de ruimten per discipline 66
3.3.1 Huisartsen en praktijkassistenten 66
3.3.2 Wijkverpleging en konsultatieburo 68
3.3.3 Maatschappelijk werk 69
3.3.4 Fysiotherapie 70
3.3.5 Overige disciplines 71
3.4 Oordeel van de patiënten/kliënten 71
4. NABESPREKING
4.1 Organisatie 73
4.2 Bouwproces 73
4.3 Gebouw 74
Bijlagen 75
- 43 -
1. BOUWPROCES
.1.1. Voorgeschiedenis
Om te voorzien in de woningbehoefte van het Gooi zijn in het begin van de jaren
zeventig door de gemeente Blaricum en de gemeente Huizen plannen ontwikkeld voor
woningbouw op de Oostermeent. Dit gebied was aangewezen als een van de groei-
kernen van Nederland. In de door Blaricum ontwikkelde wijk Bijvanck werd al
direkt - naast de andere algemene voorzieningen zoals scholen, winkels en een
sporthal - ruimte gereserveerd voor sociaal-medische voorzieningen. Door de
plaatselijke kruisverenigingen en een deel van de huisartsen werd gesuggereerd
de mogelijkheid te stimuleren van het tot stand komen van een samenwerkingsver-
band in de eerstelijns gezondheidszorg. In overleg met de Geneeskundig Inspek-
teur van de Volksgezondheid voor Noord-Holland en het Nederlandse Huisartsen
Instituut te Utrecht besloot de gemeente om alle gezondheidsvoorzieningen onder
te brengen in één gebouw, overzichtelijk en voor iedereen gemakkelijk bereik-
baar. Men hoopte met zoln gezondheidscentrum een mogelijkheid te scheppen voor
een zodanige samenwerking tussen alle hulpverleners, dat de patiënt optimaal
geholpen kan worden. Volgens het tijdschema zouden de genoemde voorzieningen
eind 1976 in gebruik genomen kunnen worden. Op dat moment zouden naar verwach-
ting ongeveer 1200 woningen gereed zijn. Uiteindelijk zou de wijk Bijvanck
ruim 2000 woningen moeten gaan bevatten, met ca. 6000 inwoners in 1978.
Voor het gezondheidscentrum is in het stedebouwkundig plan ruimte gereserveerd
tussen het winkelcentrum De Balken en sporthal De Grenspaal.
Al in een vrij vroeg stadium is door het architektenburo dat bezig was met de
stedebouwkundige en architektonische ontwikkeling van het centrumgebied ook een
ontwerpschets gemaakt voor het medisch centrum (gedateerd 9 januari 1975). Dit
ontwerp heeft echter in de verdere besluitvorming geen rol van betekeRis ge-
speeld doordat andere mensen met andere wensen (en dus ook een ander programma
van eisen) bij het totstandkomingsproces betrokken raakten. In 1975 is op ini-
tiatief van de gemeente de Vereniging Welzijnscentrum Bijvanck opgericht. Het
bestuur bestond uit de voorzitters van resp. het Wit-Gele en Wit-Groene Kruis,
een vertegenwoordiger van de Blaricumse huisartsen, een ambtenaar van de ge-
meente en enkele vertegenwoordigers van de eerste bewoners van de Bijvanck en
i " .•~ i
)9'" 51. 18
~
.( ,
:~I
!'éIJ,CtA':E , ' I.
I "j TII"'M:J I
~:L'-- '9# .5TI/lUlJG - '1
~A~
T''''Nlm S
DI
H
E
"'AlbEI:WA6éN - [I b . 1 .1
~~~
VANUI T
~.3.2 (li! &:""~~0'z.
4~'1.2·
"---tl!i 1\>.0
~
w 81,24 ;{uis,grlren - 2-
;;;;;--r--;;'3'2T====~\}l "\
II.t:TS
~38 .sck~,fs -!"ndll,á
r,-:---.1-
I UIT4~el[)IN6 : - --
w ;2-\)\Û 51,&~ I''[rlo -1J'e~jeut
IJl. 6,48 &fo,cUo,ium
I Af/)THéEC
58,32. fJlo/~eei
I ='.I~'fëai
IAJST
i-+--.:7'''''+-~~-' s &. t-1-t---'T""1 39,88 - !,gndarlsen - Z
I 8" 8'" 8" 2'1 0 .
19,44 j'edICurr:
r Sf+ Tofi : 52 .20 UITIEEN-
MAGAZ ::N Ip8 Uuedvrouw
I
I
SfELEN !tj ZJ.-p
25,92
~J'f::'.IS'le ed .
.5E11&mers -.3
-1=:0
-1=:0
;)~_.
741 ]3 tot~t bufo 0//
=1
- '. , -j -
WIIJCEL
I. ;V,'NKEL.
- f',4tf!~f>tI'lI'lr.; -
- 5 ure:: - MIfIèKT
architectenbureau frans van dillen b.v. •
-.
"PfjqATf'UIN veo.eSVEL MéD CE)j!WM Bu~ft:éNJX:'UM. B!JVIiIlJCK-ZUID
1/ f3UgeK;UM 9JAv.7S.
T
Afb. 1. Een eerste schetsplan voor g.c. Byvanck te Blaricum (dd. 9 januari 1975) .
- 45 -
enkele bewoners van het "oude" Blaricum. Doel van deze vereniging was om de
bouw van het gezondheidscentrum te realiseren en een samenwerkingsverband tot
stand te brengen. Bovendien startte de gemeente een sollicitatieprocedure voor
het aantrekken van twee huisartsen. Deze kregen tot taak om een huisartsenprak-
tijk op te zetten en de eerstelijns gezondheidszorg te organiseren vanuit de
gedachte,dat deze gezondheidszorg in gestruktureerde samenwerking tot stand
moest komen in de vorm van een gezondheidscentrum. Voorlopig werden vier woon-
huizen aan deze artsen beschikbaar gesteld, twee voor eigen bewoning, één als
praktijkpand en één als praktijkruimte voor de Kruisvereniging Blaricum (inmid-
dels waren het Wit-Gele en het Wit-Groene Kruis samengegaan). Vervolgens werd
ook een wijkverpleegkundige aangetrokken (aanvankelijk werkzaam in het praktijk-
pand van de huisartsen, later in het vierde pand) en kwamen een maatschappelijk
werkende en een tandarts het startteam versterken (resp. op de zolder van de
huisartsenpraktijk en in het praktijkpand van de Kruisvereniging). Pas later
(begin 177) werd ook een fysiotherapeut aangetrokken. Omdat in de beide prak-
tijkpanden geen ruimte meer beschikbaar was, werd hiervoor een flat gehuurd.
Intussen was er een konflikt ontstaan tussen het samenwerkingsverband en de
Vereniging Welzijnscentrum Blaricum. De Vereniging viel uit elkaar, doch een
tweetal bewoners bleef - à titre personel - betrokken bij het overleg. Samen
met de beide huisartsen, de wijkverpleegkundige, de maatschappelijk werkster
en de tandarts, alsmede met een vertegenwoordiger van de gemeente vormden zij
het voorbereidingsteam, dat de opzet van het huidige gezondheidscentrum verder
heeft uitgewerkt. Mede omdat het te stichten gebouw voor een belangrijk deel
als wijkgebouw voor de kruisvereniging Blaricum moest gaan funktioneren is in
overleg met alle betrokkenen aan de kruisvereniging gevraagd om als bouwheer
op te treden.
konden worden, aangevuld met een ruimte voor gezamenlijk overleg. Dit idee was
ontleend aan een (zeer schematische) indeling van de toendertijd bestaande ge-
zondheidscentra in een viertal basistypen (afb. 2). Bovendien wilde men véél
daglicht binnen laten dringen, b.v. via Idaksheds Deze oplossing was te zien
l
•
dit gebouw was het team zó enthousiast, dat men graag met de architekt hiervan
in zee wilde gaan. De gemeente had echter besloten om de opdracht voor het ont-
werpen van het gezondheidscentrum te verlenen aan het architektenburo, dat ook
de andere centrumvoorzieningen had ontworpen. Omdat de verschillende voorzie-
ningen in dezelfde bouwstroom mee moesten, wilde de gemeente een architekt die
ter plekke goed op de hoogte was van alle plannen en ontwikkelingen. Er werd
een informatiebijeenkomst georganiseerd, waarin het architektenburo haar filoso-
fie en werkwijze uiteenzette en iets vertelde over bouwkosten.
Naar aanleiding van een konsept-eisenpakket, opgesteld door de gebruikers, is
vervolgens door de projekt-architekt een brief met 56(!) vragen en opmerkingen
opgesteld teneinde een diepgaander inzicht te krijgen in de wensen die bij de
toekomstige gebruikers leefden (juni 1976, zie bijlage A). In deze brief zijn
de volgende aspekten aan de orde gesteld:
. verantwoordelijkheid en medezeggenschap van de verschillende betrokkenen;
situering (aantal bouwlagen, terreinoppervlakte e.d.);
basisfilosofie van de werkers (iedeeën over kommunikatie, samenwerking, klein-
schaligheid);
programmatische eisen m.b.t. algemene ruimten (receptie, wachtruimten, ont-
moetings- en vergaderruimte, garderobe, toiletten);
. programmatische eisen m.b.t. specifieke ruimten (kruisvereniging, huisartsen,
tandartsen, fysiotherapie en apotheek).
'_______.... a
c
'--_______ b
eerder gebeurd bij de voorlopige huisvesting). Voor de uitwerking van het ge-
deelte van de wijkverpleging is vooral gebruik gemaakt van richtlijnen van de
Provinciale Kruisvereniging te Haarlem. Voor het fysiotherapie gedeelte konden
nauwelijks specifieke wensen worden geformuleerd, omdat er nog geen fysiothera-
peut in het team werkzaam was. Daarom heeft men zich laten adviseren door een
elders werkzame fysiotherapeut.
1.3. Plan-ontwikkeling
Bij de plan-ontwikkeling heeft de funktie van het gebouw voorop gestaan. De
betrokken architekt hanteert als uitgangsfilosofie dat voor alle gebouwen het
aksent moet liggen op het bevorderen van het funktioneren van de maatschappe-
lijke aktiviteiten. Het gaat dus primair om de aktiviteiten, het gebouw is
~--L-l_L
I
__ ~ _ ~ _____ _
. _J-J III
i : I
; I, L
I
+ - ----
'4 t -~ -,--1
' --
--7
~ 1-
~I
-- ol, 1!tt. 1
~fi'EiAJ
~
SCHOLE/V
2</O+/IIAf
1° r
'P-o-
.!..7. x-42M'
36S,x4-U3M'
. fYlE 1a:1J C:n~" i
t--f~IVI6>' a""i1Ie~
JrwGpilie=j
. J:EI$S~T
~
, 2a:/N.-IJP
.5Cf-/O{.5V/(0,+1 rlEX
PEIL =0 - :l.50 T NA.P. .'
~
ex>
IT
I!
, 200+/11 /1·1'
~~-rl
L-_~
r-----1
=i='
, l==iI f --r===t===+--+--'
, I ;- ~
I
------------------------ ------------.
- 49 -
daar het gevolg van. Het gebouw dient een stimulans te zijn voor de gevraagde
én spontane aktiviteiten. Beide vereisen optimale ruimtelijkekondities, zoals
mogelijkheden tot meervoudig ruimtegebruik en ruimte voor toekomstige, niet
te voorziene ontwikkelingen. Vanuit deze gedachte is getracht de gebruikers-
wensen ruimtelijk te vertalen. Daarbij golden een aantal stringente randvoor-
waarden. Het bouwterrein en de kontouren van het gebouw lagen reeds vast en de
gevelwand aan de noordzijde plus de eerstvolgende dragende binnenwand moesten
uit konstruktief-technische overwegingen boven op de wanden van het centrum-
grachtje gesitueerd worden. Om een zekere eenheid in het buurtcentrum te be-
reiken wilde de architekt bovendien in álle gebouwen een rastermaat van 5.40 m
toepassen, dus ook in het gezondheidscentrum. Daarmee lag ook de plaats van
de andere dragende wanden vast.
Op basis van de programmatische gegevens heeft de architekt via schetsstudies
en ruimte-analyses een "praatplan" ontwikkeld, een I getekend programma van eisen'
dat op 26 september 1976 met de werkers is besproken. Vervolgens zijn m.b.t.
de diverse units in overleg met de gebruikers ruimtematen en vormen ontwikkeld
op basis van positie en maatvoering van de inrichtingselementen (apparatuur,
meubilair) .
Na de bespreking van het praatplan volgt een periode van korrekties en aanvul-
lingen. De artsen, de maatschappelijk werkster en de wijkverpleegkundige zen-
den de architekt daartoe zoveel mogelijk (voorlopige) gegevens m.b.t. hun ge-
bruikswensen, meubilair en apparatuur. Omdat een van de bewonersvertegenwoor-
digers in het bouwvoorbereidingsteam van beroep bouwkundige is, wordt deze ver-
zocht om met voorstellen te komen voor aanpassingen van het eerste schetsplan
aan de wensen van de gebruikers. Bovendien wordt een extern deskundige inge-
schakeld. In een uitvoerige bespreking van de plannen komen een groot aantal
kritiekpunten naar voren op de funktionele kwaliteit van het schetsplan van de
architekt en de gewijzigde schets van de bewoner-bouwkundige. Deze kritiek kan
als volgt worden samengevat:
sommige ruimten zijn te klein (met name het fysiotherapie gedeelte),
op verschillende plaatsen zijn lange looplijnen ontstaan,
de wachtruimten zijn ongunstig gesitueerd, zowel in het geheel als ten op-
zichte van toegangsdeuren (privacy, geluidsisolatie!),
er is onvoldoende aandacht besteed aan kinderopvang (b.v. een speel hoekje in
de boxenruimte ontbreekt en kan niet daarbuiten worden gevonden, daar dan
het toezicht problemen oplevert),
. verschillende nevenruimten zijn ongelukkig gesitueerd (een reinigingsruimte
- --_._---,
- 50 -
~ -- _._._- -~ -_.;~'~~~~--"--~
' ---;;;:;;-;;.;;
" '=-'-==:==~;;:;;;--
:il~=~I~_~:~;:~a-~-~,lr~ .~t~-~~~,~~~-~:~i~.~1~~=~~~~::~~~;~i[~r:~~J~:I~~~4~~~~~~~~~_4~~~:~~-~-~1~~~-~:-:~_
,*,,""'II""'~-" - - - - - --- ----.
... ' .;s- ::...'.::~ ~
-Ilu _L~'~~~-
f:.E:P hJ : \:.1,
20
I
~~
I
t - - -- -
2b '
------'1\
10
'2
naast een pantry, de CV-ruimte midden in het gebouw, kombinatie van douche
en toilet in één ruimte),
er is te weinig aandacht geschonken aan toekomstige ontwikkelingen (b.v. bij
twee tandartsen zou de tandtechniek in eigen beheer kunnen gebeuren, wat een
extra ruimte vereist).
De externe adviseur legt er de nadruk op het gebouw eerst op ideale basis te
ontwerpen en (nog) niet te beknibbelen op ruimte. Kostenbesparingen kunnen
zijns inziens beter tot stand komen door het verwerken van goedkoper materiaal.
Een maand na deze bespreking wordt door de architekt een gekorrigeerd schets-
~ opgestuurd, dat op 3 september met de werkers wordt besproken. Het ~a~t~
verlening) is tevreden over het plan, doch de andere disciplines plaatsen op-
nieuw kritische kanttekeningen, met name bij de indeling van hun eigen werkge-
deelte. Zo vinden de ~uls~r!s~n hun ruimten erg groot uitgevallen in vergelij-
king met in de literatuur genoemde afmetingen. Voorts zijn zij bevreesd voor
geluidoverlast (behandel- en wachtkamer) en onvoldoende privacy ten aanzien
van de relatie receptie-wachten. Ook worden opmerkingen gemaakt over het grote
aantal deuren, het (overbodige) toilet in de behandelruimte, de daglichttoe-
treding in inpandige ruimten en het ontbreken van een speel hoekje voor kinde-
ren. De ~ilk~e~ple~g~u~d~g~ acht de gekombineerde instruktiejwachtruimte onge-
schikt voor de toegemeten funkties (slechts één ingang, niet voor meerdere
doeleinden tegelijkertijd te gebruiken). Voorts zou de spoelruimte ingedeeld
moeten worden in een gedeelte voor schone en een gedeelte voor vuile voorwer-
pen en zou de boxenruimte wat groter moeten worden opgezet. De !a~d!r!s vraagt
vooral om garanties m.b.t. de geluidisolatie. Voorts zou hij de kompressor,
benodigd voor zijn apparatuur, graag in de CV-ruimte geplaatst willen zien.
Afgesproken wordt dat de architekt deze punten zal natrekken en dat de tandarts
alsnog een schetsje inlevert met inrichtingswensen over apparatuur en meubilair.
De ~p~t~e~e~ tenslotte, gaat akkoord met de apotheekruimte. Ca. 35 m2 lijkt
groot genoeg omdat de apotheek alleen als uitleenpost funktioneert voor naar
verwachting ca. 80 afhaal recepten per dag (in het centrumgebied van de Ooster-
meent is een grote apotheek gepland).
Vanuit het ~e~t~u~ van de Vereniging Welzijnscentrum en door de extern advi-
seur worden vooral opmerkingen gemaakt over de totaal-opzet van het plan.
Men wil o.a. de mogelijkheid onderzocht zien van automatische deuren en ook,
of de inpandige CV-ruimte brandtechnisch problemen kan opleveren. Ook wordt
kritiek geuit op de indeling van de verschillende units en wordt bepleit de
- - - - - - - - - - - - - - - ---- ---- - ------ - - - - ,
- 52 -
... 5
. ~ .. ~ 9 ,,,
I
RE"NOOI:
3.
..... ~ ....
2 . cm:.&.-r,& 1....0
A/<~IC,I(,A,.., 'IIt
~ .... ..
a ...........O&L.UIIo4T...
.
- r __ .J
f
.. ~I"~
1· ,......", I<Ib.IK ./~ "-. ~
. 5 ~ 0:
.:,::="'1.. t r_ -: ,~ - A
.... I '" <. ~ , / "
I••~~8oQN..... - " '/
20. lcut&.OC&L.
21 . RA~
22 . OIoJTlo4ll:)&T.~11-fTa
!la. IIo.N.A.UO&Io.,ITO,u..T"
.24. '*"1UUc.tUt.ST
U . L.l 1 Tec.1,Di~ ...
.:u . ~~ 1<. ...
2.7 . .., aTaiJC..I<.A-e>'T""
'0
±
c:
.r
~
N.B.
Uit de rekonstruktie van de plan-ontwikkeling blijkt, dat de wijzigingen in de
schetsplannen vooral zijn voortgekomen uit kritiek op de funktionele kwaliteit.
Toch hebben ook kostenoverwegingen een rol gespeeld. Op een gegeven ogenblik
dreigden de exploitatiekosten, begroot op basis van de schetsplannen, zó hoog
uit te komen, dat door de werkers een alternatief plan is opgesteld. Men over-
woog om enkele 'kwadrantwoningen ' standaard op te laten leveren en vervolgens
om te bouwen tot units voor de verschillende disciplines. Exklusief liften en
verbouwingen zou dit plan volgens de ondervraagde arts half zo duur uitkomen
als de in ontwikkeling zijnde plannen, met méér beschikbare ruimte (totaal
ca. 920 m2 , waarvan de helft op de begane grond). De plan-ontwikkeling was
echter reeds te ver gevorderd en bovendien waren verplichtingen aangegaan met
de architekt, zodat de gemeente dit alternatieve plan afwees. Wel toonde de
gemeente naar aanleiding van deze aktie bereid om zich garant te stellen voor
eventuele exploïtatietekorten.
~ 55 -
Bijna twee maanden na het definitief ontwerp (op 14 februari 1977) vond een
bespreking plaats tussen architekt, konstrukteur en gebruikers over een aantal
bouwkundige en installatie-technische zaken. Onder meer is gesproken over de
wandafwerking en de vloer- en plafondafwerking, specifieke eisen zoals de moge-
lijkheid om de onderzoekkamer te kunnen verduisteren en de plaatsing van aan-
rechten en wasbakken. Voor verschillende ruimten wordt een minimum en maximum
temperatuur vastgesteld en wordt de vereiste verlichtingssterkte besproken.
Opnieuw wordt door een van de artsen voorgesteld om in de gangen sheddaken te
maken in plaats van lichtkoepels, doch dit wordt door de architekt sterk afge-
raden.
In april/mei 1977 vinden nog enkele kleine wijzigingen plaats in het ontwerp,
voornamelijk om financiële redenen en uit oogpunt van brandpreventie. Boven-
dien wordt op aandringen van de nieuw aangekomen fysiotherapeut het gedeelte
voor de fysiotherapie ingrijpend veranderd. De oefenzaal verdwijnt en de beide
behandelkabines worden sterk vergroot, zodat in elk van deze ruimten een zelf-
standig werkende fysiotherapeut praktijk kan houden. Zowel de administratie als
het behandelen en oefenen vinden hier plaats. Bovendien is een kleine ruimte
ingericht als paraffinekamerjmassagekabine.
Eind augustus wordt de bouwvergunning afgegeven, met de restriktie dat de
toegang, de breedte van deuren, de afmeting van het toilet en andere voorzie-
ningen t.b.v. invaliden moeten voldoen aan de richtlijnen, vermeld in Geboden
Toegang (een bundel richtlijnen voor de aanpassing van de gebouwde omgeving
aan het medegebruik door gehandikapten, uitgegeven door de Nederlandse Ver-
eniging voor Revalidatie).
Op 28 november kan met de bouw worden begonnen. Ook tijdens de bouw trachten
de gebruikers nog enkele wijzigingen door te voeren, die echter in de meeste
gevallen afketsen op te hoge kosten. Zo was de wens van de gebruikers om de
wachtplekken enigszins visueel af te schermen, b.v. in de vorm van planten-
bakken - bij voorkeur zodanig dat mensen in zittende positie niet van buitenaf
zichtbaar zijn - door de architekt vertaald in de vorm van gemetselde wanden
(1.50 hoog en steensdikte!). Het effekt hiervan op de ruimtebeleving is van
de bouwtekening moeilijk af te lezen. Toen de gebruikers tijdens de bouw de
massaliteit van deze oplossing ontdekten, verzochten zij de wandjes alsnog af
te breken. Dit bleek evenwel uit kosten-technische overwegingen niet meer
mogelijk.
Een ander markant voorbeeld betreft het aanvankelijk ontbreken van leidingen
in het tandartsengedeelte. Omdat de tandarts verzuimd had op tijd zijn wensen
- 56 -
kenbaar te maken m.b.t. de indeling van zijn werkunit bleken de leidingen ge-
heel achterwege te zijn gebleven. Gelukkig kon dit nog wél tijdens de bouw
rechtgezet worden.
In de uitvoeringsfase is tevens de laatste hand gelegd aan het inrichtings-
~, verzorgd door hetzelfde architektenburo. De architekt verzocht de wer-
kers ondermeer een voorstel op te sturen met wensen ten aanzien van maatvoering
en opzet van de balie. Hiertoe is door de werkers een extern deskundige aan-
getrokken die in samenwerking met hen een ontwerp heeft gemaakt. De balie is
later konform dit ontwerp uitgevoerd. Ten aanzien van de wachtplekken dachten
de werkers aan plastic zitbanken op houten balken. De architekt stelde echter
voor om van een lattenbank konstruktie uit te gaan. Verder is onder meer ge-
sproken over plafond- en vloerafwerking, plaatsing van aanrechten, kleuren-
schemais en een 'oriëntatieplattegrond ' .
ha b.h ha
ha
t -__f1IiI-_...---- --- --- - - " "'\
• _. ---
mw
--~--~~--~--~--~~--~---1
wv ka
..----..----.. _..
mag ap
Iys
.. pkw
wv
-
wactlter :
- wachten / verg/mlr In
•
la ia la
------------...
i' 1 ~ ~ ., . 8" .
1.5. Stichtingskosten
De uitvoering van de bouw is gegund tegen de volgende bedragen (exklusief BTW):
. aannemingsbedrijf f 654.720,- (inkl. luifel à f 9.000, afkoop
loon- en materiaal risiko à
f 11.000,- en aanvullend heiwerk
à f 4.120,-).
werktuigbouwkundige in-
stallaties f 74.850,-
elektrotechnische
installaties f 92.960,-
. automatische deuren f 16.271,-
Totaal f 838.801,-
- 58 -
I i
. Bouwkosten f 763.875,-
Grondkosten
- onderzoek f 1. 740,-
- aanschaf 11
189.345,-
11
191. 085,-
Installaties
- elektrische ins ta 11 a tie f 111.015,-
- aansluitkosten elektro 11
1. 380,-
- installatiekosten CV 11
86.595,-
- gasaansluiting 11
595,-
- werktuigbouwk. i nsta11 . 11
36.565,-
11
236.150,-
Architektenkosten 11
98.060,-
Konstrukteurskosten 11
13.185,-
Inrichtingskosten 11
10.430,-
Diversen
- Kosten bouwvergunning f 9.910
- kosten agoog 11
2.150,-
- overige 11
65,-
11
12.125,-
Totaal f 1.324.910,-
2. ORGANISATORISCHE GEGEVENS
2.3. Samenwerkingskontakten
Aanvankelijk werden tweewekelijkse avondsessies gehouden over allerlei facetten
betreffende hulpverlening en samenwerking. Inmiddels is dit overleg teruggebracht
tot periodiek teamoverleg tussen huisartsen, maatschappelijk werkenden, wijkver-
pleegkundigen en fysiotherapeuten. In voorkomende gevallen worden ook de tand-
artsen uitgenodigd. Daarnaast worden wekelijks werkbesprekingen gehouden tussen
huisartsen en wijkverpleegkundigen en tussen huisartsen en maatschappelijk wer-
kenden. Voorts vindt wekelijks een gezamenlijke lunchbijeenkomst plaats over meer
organisatorische zaken, waarbij soms mensen van buitenaf worden uitgenodigd.
Hierbij zijn in principe alle disciplines aanwezig, met uitzondering van de as-
sistentes en de apotheker. Tenslotte wordt driemaal per week gezamenlijk koffie
gedronken. Hierbij is voor zover mogelijk iedereen aanwezig. De koffiebijeen-
komsten zijn deels informeel, deels gericht op de hulpverlening.
Naast deze in plaats en tijd vastgelegde kontakten vinden informele kontakten
plaats, met name aan de balie (post ophalen, praatje maken). Ook komt het voor
dat hulpverleners elkaar tijdens het spreekuur konsulteren, b.v. dat de arts
bij een patiënt van de fysiotherapeut geroepen wordt om advies. Over het geheel
genomen spelen de meest intensieve samenwerkingskontakten zich af tussen de
vier disciplines huisartsen, maatschappelijk werkenden, wijkverpleegkundigen
en fysiotherapeuten, terwijl de tandartsen en de apotheker meer op zichzelf
opereren.
3.2. Oppervlakte-analyse
3.2.1. Y~~9~l!~9_~~~_9~_~~~!Q:ylQ~~Q~~~~~l~~!~_YQl9~~~_~~~_g§~Q
De bruto vloeroppervlakte van 867 m2 is in tabel 2 opgesplitst in een aantal
---------------~ --------
- 62 -
b<!119J.
I~S5
HUISARTSEN
~91
11>214
I'.
,
\.
,g
""- I--
",c/;,jm12k
;
,)
"lli
ond9.5
ftJlSARTSEN
~
- - ---- - - - ---- -
,
w,8ó J ~
Jn~8
:
--_._._._- ~ :
11> 20.2 63'
- -_ . -- - ------- - - -- -
w'no i
iwa43
wc ~5 ~ ~
MAATSCHAPP~~liK L8~ I wc 35
~ - ~
8.'
91 ff
~ ";] -:;1
18.5
wv20.5
kl1l
idil "'17.8 ""927.9 'P 2B.7
I--
1 ~122
FYSIQltlEBAPIE
~ ,C-
waSJ ;
-
r--- sp &0
~
!
~r mfr 55.7 f'l7.2 box 18.6
gemiddeld over
50 centra
Nuttige opp. 549 m2 63,3% 59,1%
hoofdruimten 521 60,1 54,6
nevenruimten 28 3,2 4,5
Verkeers opp. 213 m2 24,6% 28,1%
wachtruimte 56 6,5 4,9
circulatieruimte 157 18,1 17,5
kombinatie 5,7
Installatie opp. 12 m2 1,4% 1,3%
Totaal netto opp. 774 m2 89,3% 88,5%
Konstruktie opp. 93 m2 10,7% 11 ,5%
Totaal bruto opp. 867 m2 100 % 100 %
3.2.2. Y~rg~lij~iQg_~~t_9~_ri~QtlijQ~Q_~~Q_9~_~~~~Q~~i~~i~
houdt in haar tabellen vrijwel geen rekening met part-time werk. Wanneer zou
worden uitgegaan van het aantal formatieplaatsen, dan zou de vergelijking er
anders komen uit te zien. In dat geval zou bovendien rekening gehouden moeten
worden met incidenteel in het gebouw werkzame disciplines, zoals de schoolarts,
de diëtiste en de verloskundige.
Uitgaande van het aantal deelnemers blijkt de Bijvanck ten opzichte van de richt-
lijnen van de Subkommissie vrij krap gehuisvest te zijn. Met name de tandartsen
en fysiotherapeuten maar ook het maatschappelijk werk zouden volgens het advies
- 64 -
van de Subkommissie.
Rekening houdend met part-time werk vervalt in de vergelijking een kamer voor
het maatschappelijk werk à 18 m2 en de extra ruimte voor de mondhygiëniste à
12 m2 , alsmede 7 m2 in de rubriek 'gemeenschappelijke ruimten I . In dat geval be-
draagt het verschil tussen richtlijn en werkelijke beschikbare bruto-vloeropper-
vlakte nog slechts 4%.
Het centrum is naar het oordeel van de gebruikers tamelijk ruim van opzet, waar-
door klachten over de grootte van de werkruimten praktisch niet worden genoemd.
Eerder is er sprake van een teveel aan ruimte. Met name geldt dit voor de ver-
gaderruimte en de wachtruimte van het ~o~s~l!a!i~b~r~, die aanvankelijk als
grote zaal was bedoeld voor kinderopvang (in het begin heeft hier een peuter-
speelzaal gedraaid), zwangerschapsgymnastiek en andere groepsaktiviteiten.
Beide ruimten zijn erg ruim bemeten, terwijl het gebruik ervan beperkt is. Een
enkele maal wordt van de wachtruimte gebruik gemaakt, doch meestal wachten de
ouders in de boxenruimte. Klachten over te kleine ruimten zijn vooral afkomstig
van de ~iJk~e!ple~g~u~dlg~n en betreffen met name hun administratieruimte (te
klein én te vol). De ruimten van het consultatieburo vindt men voldoende groot,
met uitzondering van de kleedkabines t.b . V. het onderzoek dat door de schoolarts
wordt verricht. Deze zijn veel te klein en daardoor onpraktisch in het gebruik .
De Er~k!iJk~s~i~t~n!e~ zijn tevreden over de grootte van hun werkruimten. Het
rec./adm. gedeelte en de lab/behandelruimte zijn ruim opgezet. De behandelruimte
zou zelfs wat kleiner kunnen zijn. Alleen het archiefgedeelte is aan de krappe
kant. Het archief neemt meer ruimte in dan aanvankelijk was voorzien. De werk-
ruimten van de huisartsen worden kwa grootte zeer positief beoordeeld, evenals
de !a~d~r!s~n!ulm!e~. De behandelruimten van de !y~i~t~e!aEi~ leveren evenmin
problemen op al zou een iets grotere ruimte wel plezierig worden gevonden. Het-
zelfde geldt voor de paraffineruimte. Zolang daar niet voortdurend wordt gewerkt
is deze ruimte echter voldoende groot.
Het maatschappelijk werk heeft geen klachten over de grootte van de ruimte. Men
beschikt over één spreekkamer, die voldoende ruimte biedt om 1 à 2 kliënten te
ontvangen. Voor groepsgesprekken wijkt men uit naar de vergaderruimte of naar
I
---
- 65 -
3 huisartsen spreekkamer 3 * 13 63 + 24
(2.7 f. t.e.) onderzoekkamer 3* 7 29 + 8
kleedkamer 3* 2 - - 6
i assistentenruimten:
i - rec/adm 3 * 7 12 - 9
- laboratorium 3 * ~,5J 18
- behandelruimte - 11
3 *
bergruimte 3 * 1 - - 3
subtotaal + 3 m2
3 wijkverpleeg- adm/werkruimte 3* 7 21 -
kundigen consultatieburo:
(2.5 f.t.e.) - spreekkamer arts 13 20* + 7
, - spreekkamer WV 13 12 - 1
- boxen kamer 25 19 - 6
- extra wachtruimte
(kinderwagens) 10 PM PM
- magazijn/spoelr. PM 34 PM
subtotaal -
;
i
2 maatschappelijk
werkenden
(1.0 f.t.e.) spreekkamer 2 * 18 13 - 23 m2
' 2 fysiotherapeuten spreekkamer 2 * 13
I
(2.0 f.t.e.) behandelkamer
kleedruimte
apparatuur
2 * 27
2+2 * 4
-
! 48
14
- 42
+ 14
subtotaal - 28 mZ
3 tandartsen spreek/beh.kamer 3 * 20
(2.5 f.t.e.)
1 mondhygiëniste
röntgenkamer
lab/techn.ruimte
adm/rec.
6
2+3 * 4
2 +3 * 4
! 68
-
- 12
- 14
(0.5 f.t.e.) bergruimte 5 - - 5
ruimte voor
mondhygiënistes 1 * 12 - - 12
subtotaal - 43 mZ
i
1 apotheker I
(1.0 f.t.e.) apotheek ! PM 29 n.v.t.
'Gemeenschappe- wachtruimte 10+ 14 * 5 111 + 21
lijke ruimten' + 10 (p.k.w)
vergaderruimte 20 + 14 * 2 48 -
subtotaal + 21 mZ
Totaal 'netto' 629 559 - 70
Toeslag (circula-
tie, nevenr.e.d.) 0,5 * 629 308 - 7
Totaal bruto 944 mZ 867 mZ - 77 mZ
Tabel 3. Vergelijking met de richtlijnen van de Subkommissie
I = inkl.kleedruimte.
.. 66 -
3.3.1. ~~i~~r!~~D_~D_Qr~~!ij~~~~i~!~D!~~
Van het begin af aan is rekening gehouden met een derde huisarts. Bij voorkeur
had men de drie units gegroepeerd rond een centrale receptie. Dit bleek echter
niet mogelijk en de derde huisartsenunit is wat afzijdig komen te liggen. Daar-
door zijn de looplijnen naar de behandelkamer en de receptie relatief lang. De
werkruimten zelf bevallen erg goed, zowel kwa oppervlakte, daglichttoetreding en
uitzicht. Ook de indeling van de gevelwand in open en gesloten vlakken is erg
plezierig.
Door ter plekke van de zit- ha beh
- 66b -
- 67 -
MA DI WO DO VR
0 M 0 M 0 M 0 M 0 M
HA
HA
I
"
HA lil
- - -
IIIIIIIIIIIIIII
I
...-
Tabel 4. Bezettingsgraad van de huisartsenruimten
Het domein van de praktijkassistenten wordt ingenomen door het centraal gelegen
deel van de huisartsenunit. Het rec jadm gedeelte fungeert als vooruitgeschoven
post en is direkt herkenbaar voor de bezoeker. Hier worden patiënten te woord
gestaan en tevens vindt de administratie plaats (financieel, patiëntenverslagen,
archiefwerkzaamheden, e.d.). Achter het rec jadm gedeelte is het gekombineerde
labjbeh gesitueerd, buiten het gezichtsveld van de bezoekers of wachtende pa-
tiënten, doch binnen direkt bereik van artsen en assistenten. De assistentes
hebben een volledig takenpakket. IS Ochtends worden tot + half tien laborato-
riumwerkzaamheden verricht; receptie, administratie en assistentie bij het be-
handelen geschiedt de gehele dag.
Er wordt gewerkt met een afsprakensysteem; de patiënten maken bij de assistentes
telefonisch of mondeling een afspraak, waarbij ongeveer 10 min. per bezoek wordt
gereserveerd. Het resultaat hiervan is, dat zelden meer dan 2 à 3 patiënten per
ha in de wachtruimte vertoeven. Bomvolle wachtkamers komen daardoor niet voor.
De vooruitgeschoven positie van de receptie heeft als voordeel dat deze voor
iedereen herkenbaar en gemakkelijk bereikbaar is (Il age drempel I). Een belang-
rijk nadeel is echter dat veel bezoekers, vooral nieuwkomers, de receptie als
centraalopvangpunt voor het gehele centrum interpreteren, waardoor de assisten-
tes nogal eens van hun werk worden gehouden.
Een ander probleem is de volledig inpandige ligging. De ruimte is geheel afge-
sloten van de buitenwereld, uitzicht naar buiten ontbreekt en de afwezigheid
van kontakt met buiten wordt nog versterkt door de beperkte daglichttoetreding
uit de lichtkokers.
Mogelijkheden tot ventilatie ontbreken eveneens. Ook de verwarming kan men niet
zelf regelen (de warmte komt vanuit de gang, een aparte radiator in de receptie
zelf ontbreekt), waardoor de lucht voortdurend droog en benauwd is. Bovendien
- 68 -
wordt de door veel glas en witte wanden begrensde ruimte als erg steriel en on-
gezellig ervaren. Een positief punt van de receptie/administratieruimte is de
visuele afscherming t.o.v. de wachtruimten. Inkijk vanuit de wachtplekken op de
receptie is beperkt door bewuste toepassing van hoge dichte panelen in de verder
vnl. in glas opgetrokken afscheidingen. Daarentegen is de geluidsisolatie verre
van optimaal, gesprekken kunnen vanuit de wachtruimten gemakkelijk worden ge-
volgd. De gekombineerde beh/labruimte bevalt goed. De ruimte is groot genoeg en
de kombinatie van aktiviteiten is geen enkel probleem, temeer daar een groot
deel van de laboratoriumaktiviteiten in het St. Jansziekenhuis worden verricht.
De direkte relatie tussen receptie en lab/behandelruimte vindt men erg belang-
rijk, zowel om praktische redenen als uit oogpunt van privacy (bv. bij urine-
onderzoek loopt men liever niet met urine door de wachtruimte) . Ook een direkte
interne verbinding tussen rec /adm en de spreekkamer van de huisarts is ge-
wenst. Men geeft er de voorkeur aan de spreekkamer van de arts binnendoor te
betreden, enerzijds vanwege de gehorigheid maar ook om daarmee de mogelijkheid
uit te sluiten, dat tijdens het spreekuur de bezoekers via de wachtruimte de
spreekkamer onverwacht kunnen binnenlopen. Rest tenslotte de wachtruimte. Kwa
grootte vormen deze geen prbleem, doch ze zijn erg donker, waardoor - mede als
gevolg van de hoog opgetrokken afscheidingen - een gevoel van opgeslotenheid
ontstaat bij de bezoekers. Een ander punt van kritiek zijn de ongemakkelijke
zitplaatsen. Door de banken wat meer van de muur af te plaatsen is inmiddels
enige verbetering bereikt.
3.3.2. ~ij~Y~r~l~9i~9_~~_~Q~~~l!~!i~~~rQ
Nog vóór dat men binnen is doen zich in het kruiswerkgedeelte problemen voor,
doordat de entree aan de achterzijde ligt ('backstage ' ) en dus voor veel bezoe-
kers moeilijk te vinden is. Diverse ouders komen dan ook via de hoofdingang
binnen en lopen met hun kinderwagens het hele gebouw door om pas na vier binnen-
deuren in de boxenkamer uit te komen. Aanvankelijk funktioneerde het afgeschei-
den gedeelte in de boxenkamer als werkruimte voor zowel de wijkverpleegkundige
als de meet- en weeghulp. Sinds kort
ap
is het consultatieburo echter geor-
ganiseerd volgens de 'nieuwe stijlI.
Blaricum, vergaderruimte
- 68b -
-l
- 69 -
3.3.4. ~~~!Q!b~r~e!~
De praktijk van de fysiotherapie is bewust niet te groot opgezet. Uitgangspunt
daarbij was de gedachte dat een optimale zorg voor de patiënten slechts moge-
lijk is vanuit een persoonlijke betrokkenheid met de patiënten. Een praktijk
bestaande uit bijv . 7 fysiotherapeuten en een dienovereenkomstige grootte van
het patiëntenbestand wordt te onoverzichtelijk, men kent zijn patiënten niet
meer persoonlijk, wat de individuele zorg en aandacht niet ten goede komt.
Indeling en ruimtebehoefte worden in feite bepaald door de keuze tussen óf een
oefenruimte met afzonderlijke massagekabines, of geen oefenruimte, maar in
plaats daarvan ruim opgezette behandelkamers. In het eerste geval staat de effi-
ciency centraal,in het laatste geval de individuele zorg van de patiënt. Hier
is dan ook gekozen voor aparte behandelkamers. Patiënten komen bij de fysio-
therapeut op afspraak. Er is geen speciale opvang of receptie. Men belt aan
en wordt óf direkt geholpen óf men wacht even in de buiten de behandelruimten
gelegen wachtruimte. De meeste handelingen
vinden plaats in de behandelruimten van de
betrokken fysiotherapeut. Voor loopoefeningen
wijkt men uit naar de gang of het buiten de
unit gelegen verkeersgebied. Voorts is er
een aparte, gemeenschappelijke UKG-ruimte,
waar behalve UKG behandeling tevens paraf-
finebehandeling plaatsvindt. Overigens werken de fysiotherapeuten in dit cen-
trum niet zo vaak met UKG-apparatuur. Afzonderlijke UKG-apparatuur per thera-
peut vindt men dan ook niet nodig en veel te kostbaar. Men geeft de voorkeur
aan afgesloten behandelruimten, waar de privacy van de patiënt is gewaarborgd
en waar de mogelijkheid aanwezig is ongestoord te praten. Behalve de behandel-
---- ._._.
- 71 -
3.3.5. QY~ri9~_Qi~~i~!iQ~~
.- 72 -
de hoofdentree. Ook het feit dat de centraal gelegen, in het oog springende
receptie niet voor het gehele centrum dienst doet wekt verwarring. De wacht-
ruimten worden evenmin erg gunstig beoordeeld. Gesprekken in de receptie zijn
in de wachtruimte te volgen en de banken zitten ongemakkelijk. Door de hoge af-
scheidingen worden deze ruimten als Iwachtcellen ervaren. Ook zijn er onvol-
l
4. NABESPREKING
De case study heeft een goed inzicht gegeven in het ontstaan en funktioneren
van het g.C. Bijvanck en vooral in de rol die het gebouw hierbij speelt. Blari-
cum is vooral interessant als voorbeeld van een middelgroot gebouw in één
bouwlaag, met één hoofdentree en een aparte ingang voor het kruiswerk, een ge-
meenschappelijk intern circulatiegebied en aparte wachtplekken per discipline.
De voornaamste uitkomsten kunnen als volgt worden samengevat.
4.1. Organisatie
De omvang van een kleine 20 medewerkers, deels part-time, en de samenstelling
van het team blijken in de praktijk goed te voldoen. Het team is niet te groot
en er is geen zware beheersstruktuur noodzakelijk om de organisatie in goede
banen te leiden. Ook zijn er geen disciplines die men echt mist of, omgekeerd,
die ten onrechte in het gebouw gehuisvest zijn. Kwa samenwerking en dagelijkse
werkkontakten blijkt vooral de Ivierpoot I - huisartsen en assistentes, wijkver-
pleging, maatschappelijk werk en fysiotherapie - een hecht samenwerkingsverband
te vormen, terwijl de tandartsen en de apotheker hier meer los van opereren.
4.2. Bouwproces
Hoewel het bouwproces relatief snel is doorlopen - vanaf het eerste initiatief
tot aan de ingebruikname in drie jaar tijd - kijken de gebruikers hier niet met
veel plezier op terug. Als gevolg van de strikte randvoorwaarden - het terrein
en de rooilijnen lagen vast, de architekt was door de gemeente aangewezen -
waren de keuzemogelijkheden beperkt. Ook de moduulmaat van 5.40 m en de daar-
mee vastgelegde plaats van de dragende wanden beperkte de indelingsvrijheid.
Zo hadden de beide artsen de derde huisartsen-unit C.q. spreek/onderzoekkamer
liever een gelijkwaardige positie gegeven door de drie units als een soort
hoefijzer te groeperen rondom een centrale assistentenruimte met receptief
administratie, behandelruimte en laboratorium. Omdat men echter letterlijk
niet vóór- of achteruit kon vanwege het gefixeerde raster van de draagstruktuur
was deze oplossing niet mogelijk. Er is ook gedacht om de derde unit te situeren
op de plaats waar nu de WCls zijn gelegen, doch dit bleek evenmin mogelijk. De
wat afzijdige ligging van de derde huisartsen-unit is dan ook in alle schetsen
terug te vinden.
- - - ------
- 74 -
4.3. Gebouw
Het konsept van duidelijk onderscheiden units per discipline met een eigen
wachtruimte kan geslaagd worden genoemd. Wat dit betreft hebben de gebruikers
gekregen wat zij inderdaad wilden. Op onderdelen zijn echter een groot aantal
minpunten te noemen, met name:
gebrekkige daglichttoetreding,
onplezierige wachtruimten,
onduidelijke gebouwstruktuur,
ongunstige ruimtelijke relaties, zoals de geringe ruimtelijke integratie
van de derde huisarts of de loskoppeling van de boxenruimte en de wacht-
ruimte van het kruiswerk,
inefficiënt ruimtegebruik, met name van de vergaderruimte en de 'multi-
funktionele ' wachtruimte in het kruiswerkgedeelte.
Ook de toegang tot het gebouw is weinig ideaal. Zo ligt de entree van het
kruiswerk duidelijk 'backstage ' en als onbekende bezoeker krijgt men al gauw
de indruk verkeerd te zijn en op de expeditieruimte van het winkelcentrum
terecht te zijn gekomen. De situering van de kruiswerk-entree aan de voorkant
van het gebouw zou veel onduidelijkheid hebben kunnen voorkomen. Eén gemeen-
schappelijke entree achtte men evenwel niet gewenst omdat de gebruikers de be-
zoekersstroom voor het kruiswerk (met veel aanloop van mensen met kleine kin-
deren en kinderwagens) liever gescheiden wilden houden van de andere bezoekers.
Wat de oppervlakte-verdeling betreft, kan gesteld worden dat weliswaar sommige
ruimten wat krap zijn en andere ruimten (met name de vergaderruimte en de
wachtruimte bij het kruiswerk) erg groot, doch dat de verdeling over de ver-
schillende disciplines vrij redelijk is uitgevallen.
- 75 -
BIJLAGE A
B. Situatie.
- 76 -
en het medisch centrum. Het lijkt dat met deze plaats zowel
de bezoekers van de winkels als de gebruikers en werkers
van het medisch centrum gediend zijn.
Bent u het daarmee eens?
12. Het buurtcentrum moet zoveel mogelijk als eenheid functioneren
zonder dat dit de identiteit van de afzonderlijke gebouwen
mag aantasten. Om die reden is er gekozen voor een pergola-
achtige luifel die de afzonderlijke gebouwen bindt. Bij de
winkels is dit deel in aanbouw.
Het is van belang dat apotheek en medisch centru. daarop
worden aangesloten. Het betekent dan een verbinding met de in-
gang en eventueel een overdekte kinderwagenstalling. Bent u
het daarmee eens?
i). - Zijn er vanuit de ligging in de situatie wensen voor de lig-
ging van bepaalde onderdelen van het gezondheidscentrum?
- Speelt de zonnestand een (positieve of negatieye) rol voor
bepaalde onderdelen van het programma?
c. Basisfilosofie.
Kruisvereniging.
)2. - Moet de directe ingang voor de ruimte van de kruisvereniging
overzien kunnen worden door de receptie?
Heeft deze eenheid een eigen buitendeur of een iDgang via
de entree van het céntrum?
- Moeten er kinderwagens worden gestald?
Binnen of overdekt buiten? Hoeveel?
33. - Welke contacten hebben de ruimten voor de kruisvereniging
met overige ruimten?
34. - "Wachtruimte ook voor bijv. zwangerschapsgymnastiek".
Houdt dat in dat zij geen geleding mag hebben en dus bij
voorkeur een rechthoek is?
- Is dit een afgesloten wachtruimte of een wachthoek als bij
de andere disciplines?
- Worden de oppervlakte en de maten bepaald door bet aantal
wachtenden of door het avondgebruik?
Hoe komt u aan de 45 - 55 m2?
35. - Moeten de boxen in een aparte ruimte of annex een speelruimte
voor kinderen? (Gezien de oppervlakte is dit mogelijk).
- - - - _. -- ---------
- 80 -
Fysiotherapeut.
~9. - Is in de oefenzaal daglicht en uitzicht gewenst?
- Is in de behandelboxen daglicht gewenst?
50. In de totaaloppervlakte is geen rekening gehouden met circula-
tieruimte. Het totaaloppervlak zal dus wel groter worden. Bo-
vendien zijn enkele functies zeer krap bemeten.
- 81 -
- 82 -
Bijl age B.
5. Zowel de werkers als instanties zijn reeds bij de beantwoording van deze
vragenlijst betrokken en zullen dit van onze kant uit ook blijven. Een
verdere uitwerking hiervan volgt.
6. Met de Kruisvereniging is een diskussie gaande hen te betrekken in de
stichting i.o. Deze diskussie verloopt hoopvol.
B. Situati e
7. Een gebouw in een laag is noch geeist, noch gewenst.
Het uitwerkingsplan buurtcentrum BZI spreekt echter van een maximaal toe-
laatbare hoogte van 4,5 m.
Wijziging hiervan lijkt een te langdurige kwestie en stuit op bezwaren bij
B. & W.
8. De oppervlakte voor uitbreiding wordt niet meegekocht en zal naar verwach-
ting door de gemeente als openbare (?) groenstrook worden gebruikt. Groen-
strook moet gevrijwaard worden van openbaar gebruik. Op dit moment ziet
het ernaar uit dat de grondprijs niet omlaag gaat. De vereniging beraad
zich hier verder nog over.
De ommuurde tuin spreekt ons wel aan, maar zal dan op kosten van de ge-
meente moeten komen daar hij ons te duur (?) komt.
9. -Het inzicht in de kontouren van het gebouwen de omgeving van het gebouw
is onvoldoende. Wij kunnen ons voorstellen dat de kontouren anders zijn.
Meer inlichtingen over b.v. het wandel verkeer groenvoorziening enz.
wordt gewenst.
-De hoofdentree moet zo rustig mogelijk liggen, maar wel bereikbaar zijn
per auto. (ambulance, taxi).
- 83 -
- 84 -
- 85 -
Tandarts
43. Neen, 2 behandel eenheden gelijk, tussenliggende behandel eenheid voor gekom-
bineerd gebruik en behandeling voor b.v. röntgen en chirurgische ingrepen.
44. Nadere uitleg.
45. Tussenliggende eenheid zal hiervoor gebruikt worden.
46. Nadere uitleg
Geen afgesloten ruimte, gezocht in goede isolatie behandelruimten.
47. Ja.
48. Geen aparte ruimte voor administratie, wordt in behandelkamer afgewerkt.
Fysiotherapeut
49. Daglicht wel wenselijk, uitzicht niet noodzakelijk uitzicht kan zelfs te
veel afleiden.
In behandel boxen geen daglicht noodzakelijk
50. Gaarne toelichting
51. Geen eigen ingang.
52. Ja, voor 4-6 personen.
Er moeten mogelijkheden ZlJn meer dan 1 patiënt tegelijk te kunnen helpen.
53. Dit hoeft geen rolstoeltoilet te zijn, als in gebouw rolstoel toilet aan-
wezig is.
54. Douche niet gewenst.
55. Administratieruimte hoeft niet groot te zijn. Er moet een buro kunnen
staan en een planbord kunnen hangen.
Apotheek
2
56. Ruimte van 30-50 m • Geen verdere eisen.
.4.
Gezondheidscentrum
BOOMSTEDE
te Maarssen
--- - - -- - - -- - ,
Inhoudsopgave hoofdstuk 4
1. BOUWPROCES
1.1. Voorgeschiedenis 87
1.2. Uitgangspunten en doelstellingen 89
1.3. Voorlopige behuizing 92
1.4. Programma van eisen 94
1.5. Keuze van de architekt 94
1.6. Planontwikkeling definitieve centrum 97
1.7. Huidige indeling van het gebouw 102
1.8. Stichtingskosten 104
2. ORGANISATORISCHE GEGEVENS
2.1. Samenstelling van het team 107
2.2. Samenwerking 107
4. NABESPREKING
4.1. Organisatie 125
4.2. Bouwproces 125
4.3. Gebouw 128
4.4. Toekomstplannen 129
---~---~---
- 87 -
1. BOUWPROCES iE
1.1. Voorgeschiedenis
In december 173 werden de eerste woningen opgeleverd van Maarssenbroek, een
snel groeiende wijk binnen de gemeente Maarssen. Deze wijk is opgezet om de
bevolkingstoeloop uit het Vecht- en Plassengebied op te vangen, alsmede uit
Utrecht en Maarssen zelf. Het gemeentebestuur van Maarssen wilde de eerste
groep bewoners reeds een aantal basisvoorzieningen bieden. Deze voorzieningen
zouden een voorlopig karakter moeten krijgen, opdat de definitieve vormgeving
gebaseerd kon worden op de wensenprogrammals van de wijkbewoners, uiteraard
binnen de financiële, ruimtelijke en organisatorische mogelijkheden. Onder
meer leefde de wens om op moderne wijze gestalte te geven aan de gezondheids-
zorg. Op verzoek van de gemeente schreef de Provinciale Utrechtse Stichting
voor Welzijnsbevordering een rapport over de gewenste voorzieningen, dat in
1970 uitkwam. iEiE Dit rapport is door het stedebouwkundig buro gebruikt om ten
aanzien van de algemene voorzieningen in de voorbereidingsfase een programma
van eisen op te stellen. In het rapport werd aanbevolen om te komen tot twee
(of drie) wijkgezondheidscentra, waarin b.v. wijkverpleegkundigen, artsen en
tandartsen zouden kunnen samenwerken, met daarnaast een medisch centrum waarin
b.v. gehuisvest zouden kunnen worden: schoolgezondheidszorg, schooltandverzor-
ging, sportkeuring, kraamzorg, fysiotherapie, geestelijke gezondheidszorg. etc.
Op grond van deze aanbevelingen is in het bestemmingsplan tweemaal 2000 m2
- 88 -
- - -- - - --
~--------
----- - --~-_._-
---------- --- ---
- 90 -
Ten aanzien van de samenstelling van het team hebben vooral de vol-
gende vragen een rol gespeeld:
aal,
. wélke disci pline s dienen in het team te worden opgenomen (minim
volgens de normen van de Ziekenfondsraad, of maximaal, een soort
socia le supermarkt waar elke vorm wan direk te hulpverlening te
krijgen is),
hoe groot kan het team zijn zonder dat de herkenbaarheid voor de
kliën t verloren raakt ,
hoe klein kan het team zijn uit oogpunt van ekonomische haalbaar-
heid,
hoe groot moet het aantal hulpverleners zijn om een optimale voor-
ziening in Maarssenbroek mogelijk te maken?
e-
Men wilde vooral die disci pline s in het basisteam opnemen en gezam
kt)
lijk huisvesten, voor wie inten sieve samenwerking (dagelijks konta
belangrijk is voor een optimaal funktioneren in overeenstemming met
de doels tellin gen van de eerst elijns hulpverlening.
Als kernteam was reeds algemeen aanvaard het trio ~r~~:~~~~~~~~EE~lij~
~~r~~r:~ij~Y~rEl~~9~~~9i9~_i~~1~~i~f_~~~i~~~~~~~. Volge
ns het start -
een
team hoort ook zeker de f~~iQ!b~r~E~~! tot het basisteam. Deze neemt
wordt
steeds belan grijke r plaat s in de eerst elijn s gezondheidszorg in en
Een
in zijn werk inten sief gekonfronteerd met psycho-sociale aspekten.
werk-
plaat s voor de ~~~9~r~~ in het basisteam vond men niet nodig. Diens
mende
zaamheden vereisen nauwelijks inter disci plina ir overleg en in voorko
Y~rlQ~:
gevallen kan kollegial kontakt worden opgenomen. Ten aanzien van de
~~nQig~ was het startt eam van mening, dat deze
disci pline een duide lij-
-
ke plaat s heeft in de eerst elijn s hulpverlening. Opname in het basis
sa-
team vond men echter niet zo belan grijk. Voor de verloskundige is
-
menwerking van belang met de huisa rts, wijkverpleegkundige en fysio
therapeut, maar de kontakten met deze teamleden zijn minder inten -
m
sief. Organisatorisch geeft de huisvesting in het gezondheidscentru
echter weinig problemen (vrij beroep, weinig ruimte noodzakelijk).
Bovendien wordt dan voor de patië nt het nauwe samenwerkingsverband
met
tussen verloskundige en huisa rts duide lijk. Een goede samenwerking
9~_~EQ~~~~~r is, gezien de uitgangspunten (tegen
gaan van overmatig
medecijngebruik, tegenkracht zijn jegens op winst geric hte farmaceuti-
sche indus trie, standaardreceptuur, voorlichting aan de patië nt,
-
farmaco-therapeutische adviezen aan de arts) van groot belan g. Inten
sief dagel ijks kontakt is echte r niet noodzakelijk. Hoewel de huis-
-
vesting van een apotheker in het centrum - liefs t in dienstverband
- 91 -
ha eb/fys wa ha mw mw
1 \ \ Ib :! b :;
.l;~~-_=:~:= =:=::::: = :~=" ':
,, , ,I :' t
I,
,- I- - -, '
I
ev
- --cv
beh ,
~
~- ~~
iIf:: , ,
,
l rh
.' L~d/we ~
p~ ~~
~
- ~ ~~ ,-I- beh
:-1 ~ 0 kof
--
_
- " I
~ I I
OPbOUW)
?, , I
, ~
I I
lab eb/fys ha wv
~ ,
, t• \
-- -f- I I
reel
adm - - 1 -I-
,
zolder
in wachten ~hten
Afb.3
Schetsontwere van de eerst-
.,
A5 A14 81 82 83 84 geKozen arcn1teKt
I J
A4 -eJ.Ç
A11 85
A3 ~ F' 86
U
A2
A1
U
1A5
87 I 03
01 02 04
I
A13 C2 E1 E2 E4 I E3 C1 C2 C3
I
Fysiotherapie:
Al,A2 en A3 behandelruimten
A4 ruimte voor bobathtafel
A5 oefenzaal
A6 t/m AIO bestralingscabines
All paraffine,4 cellenbad,keukentje
A12 receptie + administratie
A13 wachtruimte (4 pers.),garderobe,toiletten
Huisartsen:
BI t/m B4 spreek/onderzoekkamer en kleedsluis
B5 extra unit (opleiding)
86 behandelkamer + laboratoriumruimte
B7 administratie - archief - receptie
B8 wachtruimte
Maatschappelijk werkers:
Cl en C2 spreekkamers
C3 spreekkamer met one way screening
Wijkverpleegkundigen:
Dl gezamenlijke werkkamer
D2 speel-wacht- en uitkleedruimte (consultatiebureau)
03 en 04 spreekkamers
Gemeenschappelijke ruimten:
El stafkamer,koffiekamer,bibliotheek
E2 direkteur,administrateur
E3 portier,telefooncentrale,typekamer
E4 ingang,stalling kinderwagens
--
I
I
I
- 97 -
- 98 -
- 99 -
ha ha
,
-4"
l ~
ha balcon
and and
, !f->
ha and
J ond
wt:lchten
~ .--- - --
- -- 1
wc rec/adm
I1
ha
b
and lab beh
-
wc I , wc'
E'
_
lift
.. --~
~I
tt
wachten mw
keu vf>rg/bl bl
cv
mw mw groepsru Imte
Ie etage
ka bcx
~=
wachten adm
wv
,.
hal
tJ hal
I
mag
~ ga rd ke u gard dl e / la / ps yc h
~
I I I ,J-yiq .. beh oei beh
~
ka sp
L wc wc
• I
, ' I
··1 ·
~
,
~
I
beh par
portier
.adm/te! - twcr
fee
adm l)"i
gard L h
-
r: ~ ~
;
~
I- 'v ~
Begane grond
- 100 -
ha ha
ond
ti '+ ond
ha
.---.'f
ha ond
ond
'-----I wachten
I...~
baleon
fo
beh -
I ~~I il-
)
--T
+ I~ f--
~
f--
beh lab f--
f--
f-----
~
lol
f--
--
----.
gard
'-' I
wachten
verg/blbl gard L
mw mw groepsru imte
Ie etage
pkw
gard
adm
- 102 -
--------------
---I
De wachtkamers lijken dan ook meer ontmoetingsruimten - kompleet met speel-
hoeken voor de kinderen - dan het geijkte "kille voorportaal van de behandel-
kame~~ Ook door middel van kleur en materiaalkeuze is getracht een 'zieken-
- 103 -
ha ha
ha
(J'(j ond
----1-
ha ond
ond
I
~
----., ,.~'
,
r-
!I
Ir
ti
II
rl]
----j
!! I
1 I
wachten
beh
keu
a.
, I
~i
,ergader/ i,
mw mw groepsru imte
--_._--. jJ
ha
ha 1
ha
ond
lJ
~ ond
wacht en balcon
keu Lv w achten
verg 1 gard
b.
mw mw groepsruImt e
1.8 Stichtingskosten
Op basis van het voorlopig ontwerp werden de bouwkosten excl BTW geschat
op f 1.250.000,--~ terwijl de totale stichtingskosten (bouwkosten ver-
meerderd met kosten architekt, grondkosten, renteverlies tijdens de bouw
e.d.) werden begroot op f 1.868.000,-- excl. BTW à 16%. Hierbij was uitge-
gaan van een bruto vloer-oppervlakte van 1.300 m2. Bij het doorrekenen van
het programma van eisen (bruto vloer-oppervlakte 1 070 m2) werden de bouw-
kosten geraamd op f 1.000.000,-- excl. BTW en de totale stichtingskosten op
f 1.482.000,-- eveneens excl. BTW. Op basis van het definitief ontwerp
(bruto vloer-oppervlakte 1 100 m2) is opnieuw een begroting opgesteld, waar-
bij de bouwkosten excl. BTW zijn geraamd op f 1.050.000, - - en de totale
stichtingskosten op f 1.532.000,--. Inklusief BTW zou dit neerkomen op
f 1.777.120,-- zodat het gebouw - met aftrek van de DACW-subsidie van ca
f 550.000,-- - een investering zou vergen van f 1.227.120,-- (excl. meubi-
lering, telefooncentrale e.d.).
- 105 -
doorsnede
ha ha
."
ha
end
J i ond
an:I>
, f- -1 1
ha end
.
j
mi ond
wachten
~
adm - "
bIh
"
T -~
~ -
beh ree
~.
hal
V
~
lab
twc
keu
wachten
-
mw gard -
J
mw mw w:rgIbibl
Ie etage
wv
box wachten
pkw
gard
lp
lift b
adm
---- --I>
In
cv .-eh
•
wachten cab Begane grond
- 106 -
2. .ORGANISATORISCHE GEGEVENS
2.2 Samenwerking
Regelmatig vindt gestruktureerd overleg plaats over de geintegreerde
hulpverlening. Afb. 8. geeft een globaal overzicht van het interdisci-
plinaire werkoverleg.
- 108 -
HA: huisarts
FYS: fysiotherapie
MW: maatschappelijk werk
WV: wijkverpleging
VLK: verloskunde
ASS: assistentie HA
- FYS 11
WV 11
ASS MW 11 VK .
FYS MW 11
- 109 -
- 110 ~
,
ho 180 \
cetaJ..TAT IEEUlEAU --
r----, \
\
beh '35 ..m12D \W~ 22.6
-----r-t------'------rW
TT'Ii"Tn"!------,
l - 1 -
k~ 24.0 UlJlû 1
behll5 rK12D
~
WL!~EBB.E~N~ '---t--r::::':-:l 29.8 Lift IJJ
U
t.b 6D wc 6n
box/weeg 4'ZO
.------ '8.6 j w~ 5.8
I.l i L ____ _
r
w 384
1D 93 I---
sp 7.0 wc 65
. _. I----i
lift 4D b 4D
'3.3
Ha 7.9 Iloh 27.0 Iloh 'lO
~
~
~i m
~ 48'
SCHAAL 1 300
~ ~ ~
w.ns c.b60 bril1JD cab sn behOD Ibeh'JD
FYSIOTHERAPIE
Tabel 2 Oppervlakte-analyse
- 112 -
Subtotaal + 69
4 maatschappelijk
werkenden
spreekkamer
administratie
4 *6 18 59 - 13
- 6
(2~f.t.e.)
Subtotaa 1 - 19
Subtotaal - 40
--_._--- - --
gemeenschappe- vergaderruimte 20 + 20 * 2 44 - 16
1 ij ke ru i mten wachtruimte 10 + 20 5 * 84 - 26
+ 10 (pwk)
Subtotaal - 42
Totaa 1 netto
I I 788 701 - 87
Toeslag (i .v.m.
circulatie, nevenr. e.d.) 0,5 ~ 788 461 + 67
2
Totaal bruto 1 182 m2 - 20 m
Tabel 3 Vergelijking met de richtlijnen van de Subcommissie
1 inklusief alg. administratie
2 = archief
3 = alléén receptie
- 113 -
Richtlijn Werkel ij ke
Deelnemers Ruimte subkie. opp. Verschil
4 f.t.e. huisartsen spreekkamer 4 * 13 4 * 18 +20
onderzoek kamer 4 *7 4 *8 +4
kleedkamer 4 *2 -8
assistentenruimte
· rec/adm 4 *7 37 +9
· laboratorium 4 * 3.5 6 -8
· behandelruimte 4 * 6 27 +3
bergruimte 2 + 4 * 1 2.5 -3.5
Subtotaal +17
4 f.t.e. wijkver- admjwerkruimte 4 *7 41 +13
pleegkundigen konsultati ebur :
spreekkamer arts 13 24 +11
spreekkamer wv 13 24 +11
· boxen kamer 25 47 +22
· extra wachtruimte pm pm
(kinderwagens)
magazijn/spoel ruimte - 19 +19
Subtotaal +76
2~ f.t.e. maatseh. spreekkamer 59 +14
werk administratie - 6
Subtotaal +8
4 f.t.e. fysiothe- spreekkamer 4 13 * 2.5 - 49.5
rapeuten behandelkamer 4 *
27 79 - 29
kleedruimte
oefenruimte
2 + 4 *4 15
62
- 3
+ 62
apparatuur 24 + 24
ruimte voor part- 9 pm - 9
time fys. Subtotaal - 4.5
1 f.t.e. verloskun- spreekkamer 1 * 13 géén -13
dige onderzoekkamer
ruimte voor part-
1 * 7 eigen - 7
Totaal bruto
- 114 -
- 116 -
Maarssen, receptie/administratie
op de eerste etage
- 116b -
Maarssen, huisartsenarchief
Maarsen, behandelruimte
- 117 -
- 120 -
Spreekkamer MA o ~::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;1
vvo D I::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::1
1 1
DO I:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:::;::::_
2
VRLJ I::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::;1
2
MA
spreekkamer
wi j kverp 1eeg- DI 0 .....
kundige 2
'NO I:;:;:;:;:;: ;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;~;:::::::::::::::::::::::::::::::::;:::::::::::: I
DO
2
VRLJ
.... . .
-: -:'.-: -::. ..... .. .. -: zuigelingenbureau
kleuterbureau
{:::::::::::::::::::::::::::::::::::I verloskundige
huisartsen-laboratorium
Maarssen, boxenruimte
mw gard l
ruimte te zijn, hoewel dit wel plezierig is. I I I
3.3.4 Fysiotherapie
Maarssen,
wachtruimte
fysiotherapie
4.3.5 Sekretariaat
Over het sekretariaat valt weinig op te merken. -s Ochtends werken hier
drie personen, voor het gehele centrun. IS Middags wordt er vaak door een
van de centrum-assistentes gewerkt. Behalve het tekort aan ruimte is ook
de ligging weinig ideaal.
-----------
- 124 -
De medewerksters hebben het gevoel dat zij "eerst de hal en de gang over
moeten steken om naar het moedergebouw te gaan".
De situering is vooral bepaald vanuit de idee dat de receptioniste hier
zou gaan werken, vandaar ook het grote schuifraam. Nu dit niet het geval
is heeft dit raam geen funktie en trekt bovendien teveel bezoekers naar
het sekretariaat.
Daarom is dit later dichtgemaakt.
NABESPREKING
4.1 Organisatie
Achteraf blijkt het gezondheidscentrum te groot te zijn opgezet. Het
vormt met bijna 30 medewerkers een middelgroot bedrijf, zonder voldoende
management. Veel bestuurlijk werk komt daardoor nog steeds op de werkers
terecht, waardoor onvoldoende tijd overblijft om de oorspronkelijke doel-
stellingen geheel waar te maken. Met name het buurtgericht werken komt
nog onvoldoende uit de verf, maar ook de gezamenlijke ontwikkeling van
nieuwe hulpverleningsmethoden gaat minder snel dan men zou wensen. Mede
door de bloksgewijze opzet van het gebouw verlopen de informele kontakten
minder gemakkelijk dan men had gehoopt. Vandaar wellicht dat opvallend
veel formeel overleg plaatsvindt in de vorm van vergaderingen. Volgens de
ondervraagde huisarts zou een maximum van 20 medewerkers ideaal zijn. De
samenstelling - huisartsen, wijkverpleging, maatschappelijk werk en fysio-
therapie - zou daarbij gehandhaafd moeten worden, liefst met een apotheek
erbij, zodat de verkleining in een geringer aantal deelnemers per discipline
gevonden moet worden. Nu het gebouw er eenmaal staat kan men echter niet
terug, omdat dan de financiële tekorten nog verder zouden oplopen. Men
hoopt echter door het aantrekken van een manager en het automatiseren van
de administratie althans een deel van de problemen te kunnen oplossen.
4.2 Bouwproces
Het bouwvoorbereidingsproces is tamelijk vlot verlopen. Dit is vooral te
danken aan:
de positieve houding van de gemeente, die zelf het initiatief heeft
genomen,
--------------------_. -----------~
- 126 -
- 128 -
·4.3 . Gebouw
Hoewel de werkers en bezoekers het gebouw in zijn totaliteit positief
waarderen, zijn er toch een aantal minpunten. De grootte van het gebouw
en de indeling in aparte 'blokken ' met eigen wachtruimte en receptie
bemoeilijkt het ontstaan van toevallige, informele kontakten. De meeste
samenwerkingskontakten worden dan ook van tevoren gepland.
Er bestaat duidelijk een spanningsveld tussen enerzijds de behoefte aan
een eigen territorium met voldoende privacy en herkenbaarheid voor de
bezoeker en anderzijds de behoefte om elkaar informeel te kunnen ontmoeten.
Er is veel vindingrijklleid nodig om oplossingen te vinden die aan beide
eisen recht doen. Wellicht dat in toekomstige centra een kleinere opzet
met een gemeenschappelijke wachtruimte (onderverdeeld in disciplinege-
bonden 'plekken ' ) en een meer centraal gelegen receptie veel van de on-
vrede zou wegnemen. De situering van de receptie op de eerste etage is
weliswaar dankzij de lift geen groot probleem, doch de konsekwentie is
dat niet alle disciplines er automatisch dagelijks komen. In andere
centra vormt de balie vaak dé plek waar informele kontakten plaatsvinden.
Ook voor de bezoekers blijft het lastig.
Hoewel het gebouw in zijn algemeenheid ruim is opgezet, blijken met name
de ondersteunende disciplines tamelijk krap te zitten. Deels is dit een
organisatorisch probleem. Wanneer b.v. de drie parttime sekretariaats-
medewerkers op verschillende tijden zouden werken zou het ruimtetekort
minder nijpend zijn. Dit neemt niet weg dat bij een evenwichtiger ruimte-
verdeling binnen dezelfde bruto vloer-oppervlakte meer ruimte voor hen
had kunnen worden gereserveerd. Het lijkt er zelfs op dat ook met een
geringere bruto vloer-oppervlakte een goed gebouw neergezet had kunnen
worden, in welk geval de strukturele financiële tekorten aanzienlijk
minder zouden zijn geweest. Een ander minpunt is de in de ogen van de
gebruikers nogal saaie, sombere afwerking van het gebouw (kleur, materiaal).
Dit is in feite vooral een kwestie van smaak. Bovendien heeft de tamelijk
neutrale afwerking als voordeel, dat de gebruikers voldoende speelruimte
hebben om het gebouw naar eigen smaak verder aan te kleden.
----------_.- - - -
- 129 -
4.4 Toekomstplannen
Omdat een apotheek toch wel erg gemist wordt, overweegt men om deze
alsnog in het gebouw op te nemen. Daartoe zou het stuk grond achter de
fysiotherapie gebruikt kunnen worden. Omdat men de apotheek aan de
straatkant wil situeren zou dit betekenen dat de huidige fysiothera-
pieruimte omgebouwd zou moeten worden tot apotheek en dat de fysiothe-
rapie op het huidige grasveld zou komen te liggen. Ook op de Ie etage
zou men het een en ander willen verbouwen, zodat de assistentes op een
gunstiger plaats terecht komen (aan de buitengevel, dus meer daglicht
en uitzicht), de relatie receptie-wachten wordt verbeterd (privacy!)
en ruimte beschikbaar komt voor een arts-assistent. Op zich biedt het
dakterras mogelijkheden tot uitbreiding.
Momenteel is men bovendien bezig met de plan-ontwikeling voor het
definitieve steunpunt in Spechtenkamp. Dit wordt voornamelijk voorbe-
reid door werkers uit de dependance Duivenkamp, maar er zijn ook enkele
werkers uit Boomstede bij betrokken. De aanlooptekorten voor dit cen-
trum drukken erg zwaar op de exploitatie van g.c. Boomstede, waardoor
de uitvoering van de geintegreerde eerstelijnsgezondheidszorg in Maars-
senbroek in gevaar dreigt te komen.
Bijlage A
-I
- 130 - I
/Zeer globaal plan ruimtebehoefte definitieve wijkgezondheidscentrumBoomstede
- 4 artsen:
spreek/onderzoekkamer/kleedsluis per arts 30 m2 120 m2
behandelkamer + lab. ruimte 30 m2
1 unit extra (opleiding) 30 m2
administratie/archief/receptie 30 m2
wachtruimte per arts (nis) 30 m2
totaal artsen 240 m2 240 m2
- 4 maatschappelijk werkers:
gezamenlijke werkkamer 20 m2
3 spreekkamers 36 m2
1 kamer geschikt voor groepsgesprek en 20 m2
wachtruimte 6 m2
totaal m.w. 82 m2 82 m2
- 6 wijkverpleegkundigen (eventueel 2 ziekenverzorgers)
gezamenlijke werkkamer 20 m2
spoel/wacht/uitkleedruimte (consultatiebureau) 40 m2
2 spreekkamers à 15 m2 30 m2
wachtruimte extra 3 x 6 m2 18 m2
totaal w.v. 108 m2 108 m2
- kruisvereniging {onzeker}
opslag + uitlening kruisver. 50 m2 50 m2
- fysiotherapeuten
grote ruimte + 2 kleine ruimtes 80 m2
wachtnis 6 m2
totaal fysiotherap. 86 m2 86 m2
- verloskundige
spreek/onderzoek ruimte 15 m2
wachtruimte 6 m2
totaal verloskundige 21 m2 21 m2
- 131 -
- extra
stafkamerjkoffiekamer 30 m2
bibliotheekjwerkkamer 20 m2
direkteurjadministrateurskamer 15 m2
portierskamerjtelefooncentrale 15 m2
3 spreekkamers (part-time medewerkers) ä' 15 m2 45 m2
Wanneer wordt uitgegaan van laagbouw zal op deze manier 50% van
de beschikbare grond bebouwd worden.
Met de parkeerruimte werd geen rekening gehouden.
De ruimte, die tandartsen eventueel nodig hebben, is niet opgenomen.
Een deel van de ruimtes zou eventueel op een verdieping geprojekteerd
kunnen worden, zonder dat een lift noodzakelijk is.
oktober 1973
- 132 - Bijlage B
• ~~~i9!b~r~pi~ (4 à 5)
Enkele punten:
Ligging noordzijde. Behandelruimtes daglicht.
Goede ventilatie (gescheiden?) regelbaar.
Geen dakkoepels.
Oefenzaal , lichtinval boven in zijwanden.
Ligging receptie zodanig, dat geen direkte inkijk mogelijk is naar
de afdeling.
Wachtruimte ook geen inkijk naar afdeling.
Goede geluidsisolatie.
• 2. ----------
Huisartsen (4 à 5) + evenveel assistentes
-
• 3. ~~~~~Sb~QQ~lij~_~~r~~Qg~Q (2 à 3)
a. 1 grote ruimte
(werkruimte, kleine groepsruimte)
b. 2 spreekkamers
c. wachtruimte (centraal? of bij spreekkamers?)
• 4. Y~rIQ~~~Qgig~ (1 halftime)
Geen aparte ruimte voor gepland.
In drukste tijd, eventueel 5 halve dagen.
Spreekuren vaak op tijden, dat ruimtes vrij zijn (tussen de middag,
eind van de middag, avond)
Er kan gebruik gemaakt worden van artsen-units en behandelunit of
spreekkamer C.B.
- 134 -
• ~19~~~~~_r~i~~~~
a. Vergader/koffiekamer/bibliotheek
(geschikt voor 15 à 20 personen)
b. Portier, telefooncentrale, typistekamer (bij ingang geschikt
voor 2 personen)
c. Ingang, kleine hal (voor week-end en avondwachten en voor
kinderwagens)
d. Wachtruimte (centraal? gedifferentieerd?)
e. Toiletten/garderobe
f. Werkkast/centrale verwarming/berging
~~--- - -
- 135 - Bijlage C
,Kommi ss i es
Begin 1978 is er een nieuw organisatieschema ingevoerd (met de hulp
van de medewerkers van het S-l projekt, die team en bestuur hierbij
hebben begeleid). In die tijd werd een aantal kommissies opgericht,
waarin niet alleen teamleden maar ook bestuursleden zitting namen.
1. Koördinatiekommissie
Deze kommissie fungeert als brievenbus van en als scharnierpunt
tussen team en bestuur. Zij is de interne vraagbaak voor organisa-
torische aangelegenheden van het centrum. De kommissie verwijst
binnenkomende verzoeken en koördineert het werk van de verschillende
andere kommissies.
2. Administratiekommissie
Het doel van deze kommissie is het organiseren en het reorganiseren
van zaken met betrekking tot administratieve werkzaamheden en het
bewaken en kontroleren van afspraken, die hiermee betrekking hebben.
3. Doelstellingenkommissie
Deze kommissie levert een bijdrage aan de diskussie over doelstel-
lingen, sub-doelstellingen en daaruit voortvloeiende aktiviteiten
binnen alle groeperingen van de stichting wijkgezondheidscentrum
Maarssenbroek.
4. Financiële kommissie
De financiële kommissie is belast met sturende en adviserende taken.
Zij beoordeelt de financiële konsekwenties van de beleidsplannen van
andere kommissies en ontwikkelt het financiële beleid. Het is dan
aan de penningmeester dit beleid uit te voeren. Een subkommissie
hiervan houdt zich bezig met de AWBZ-regelingen.
5. Kommissie personeelszaken
Het werk van deze kommissie is het signaleren, voorbereiden en verwer-
ken van alle zaken die betrekking hebben op het personeelsbeleid ten
aanzien van binnen de stichting werkzame personen.
6. Kommissie gebouwzaken
Deze kommissie houdt zich bezig met het koördineren van onderhouds-
zaken aan het gebouwen de tuin. Ook aktiviteiten rond verhuur van
ruimten aan derden valt onder de verantwoordelijkheid van deze
kommissie.
-----~
- 136 -
7. ~erkgroep voorlichting
In 1976 werd een werkgroep voorlichting opgericht, die bestond uit
een aantal teamleden en wijkbewoners. De werkgroep had zich tot doel
gesteld een voorlichtingsbeleid te formuleren en aan de hand daarvan
een voorlichtingsplan op te stellen. Doordat echter de werkgroep her-
haaldelijk werd gekonfronteerd met zaken, die een snelle oplossing
vergden, kon pas ruim twee jaar later voorzichtig worden begonnen
met de uitvoering van dat voorlichtingsplan, een in de tijd gezet
werkschema, dat de voorlichtingsaktiviteiten aangeeft.
1 __ _
5.
Gezondheidscentrum
DE MAAR
te Kerkrade - West
I I
I
Inhoudsopgave Hoofdstuk 5
1. BOUWPROCES
1.1. Initiatief 137
1.2. Programma van eisen 137
1. 3. Planontwikkeling 139
1. 4. Afwerking en inrichting van het gebouw 142
1. 5. Stichtingskosten 144
2. ORGANISATORISCHE GEGEVENS
2.1. Samenstelling van het team 145
2.2. Samenwerkingskontakten 145
3. HET GEBOUW IN GEBRUIK
3.1. Hoofdopzet 146
3.2. Oppervlakte-analyse 148
3.2.1. Verdeling bruto vloer-oppervlakte volgens NEN 2630 148
3.2.2. Vergelijking met de richtlijnen van de Subkommissie 148
3.3. Beoordeling van de ruimten per discipline 150
3.3.1. Huisartsen en praktijkassistenten 150
3.3.2. Wijkverpleging en konsultatieburo 152
3.3.3. Maatschappelijk werk 153
3.4. Meervoudig ruimtegebruik 153
3.5. Oordeel van de patiënten/kliënten 155
4. NABESPREKING
4.1. Organisatie 157
4.2. Bouwproces en gebouw 158
- 137 -
1. BOUWPROCES
1.1. Initiatief
In 1972 neemt een van de huidige artsen het initiatief tot een gesprek
met het Groene Kruis over eventuele gezamenlijke huisvesting.* Door
externe oorzaken blijft dit idee liggen en het wordt pas in 1974 weer
opgenomen, wanneer deze huisarts zich associeert met een tweede huisarts.
Mede doordat het Groene Kruis nieuwe huisvesting zoekt, wordt men het
snel eens. Men besluit tot gezamenlijke huisvesting en de verdeelsleutel
m.b.t. de kosten wordt uitgewerkt. Tijdens de maandelijkse bijeenkomst
van huisartsen en maatschappelijk werk wordt de principiële toezegging
tot medewerking gegeven. In een aantal zittingen worden de potentiële
teamleden het eens over de doelstellingen. De huisartsen treden op als
opdrachtgever, mede namens de kruisvereniging. Zij zijn tevens eigenaar
van het gebouwen verhuren een gedeelte aan het kruiswerk. De maatschap-
pelijk werker maakt gebruik van het gebouw om niet.
- 138 -
1.3. Planontwikkeling
In de verschillende ontwerpschetsen (afb. 1 tjm 3) is het hoofdidee
- een centrale hal met wachten en receptie en hieromheen de werkruimten -
telkens terug te vinden. Toch zijn er een aantal duidelijke verschillen
te konstateren. In het eerste schetsontwerp domineren de ruimten voor
de (apotheekhoudende) huisartsen. Voor de wijkverpleging is slechts
één kamer gereserveerd en voor het maatschappelijk werk geen enkele
ruimte. Er is eerder sprake van een groepspraktijk dan van een gezond-
heidscentrum. Aanvankelijk hanteert men dan ook de naam "medisch
centrum". In het tweede schetsontwerp, een maand later, is aan de wensen
van de kruisvereninging tegemoet gekomen en zijn voorzieningen opgenomen
ten behoeve van het consultatiebureau. De deur tussen de spreekkamer van
een der huisartsen en de kamer van de CB-arts wijst er op dat men deze
laatstgenoemde kamer tevenswilde benutten voor artsen in opleiding.
Vandaar dat deze ruimte ingedeeld is in een spreekkamer en een afge-
scheiden onderzoekgedeelte. Ook is bewust gekozen voor een situering
tussen konsultatiebureau en huisartsengedeelte, met interne verbindingen
naar beiden. Sinds de komst van een derde huisarts (part-time) is voor
een arts-assistent echter geen ruimte meer.
---------------- --- ---- ~- - - ~ -_._~- ---_. --- - - - _.-----,
- 140 -
ha ha
beh beh
jj -U 1"- I-
1 1
I- - I- - 1-1-
1
1- 1
1 1 1 1
lab O>d
Ft wachten ond wv
- f-
b
1
1- f-I
-
1
1
f- I
gard
1
1
1
1
1
1
I
-f-
1
I-!:. .
-------
-I-
adm / Iin
verg / wir arch cv I 1
I I
-- -- - - -
ap mag
ha ha
lab/ beh
I - I- -1- 1
1 1 1
r
1
1-: -
~
1
- I-
~ -f-:-f-
1
M~
1
1vJcI~+
- f- - I-
-I-
1 1
.....r--'
'-----'
weeg I r -f- -f-
- f- wv in verg/wir
1
1 1
b pkw
--------------
... ap mag
- 141 -
SITUATIE SCHETS
- 142 -
- 143 -
1. Receptie - 4 4
2. Administratie 8.7
3. Behandelkamer 1 9.9
4. Behandelkamer 2 9.9 24.4. 30.2
5. Laboratorium 9.9
6. Ha 1 19.2 18.7 20.5
7. Ond. 1 8.4 8.1 8.7
8. Ha 2 19.2 18 19.5
9. Ond. 2 7.7 8.1 8.7
10. Ha 3 - 10.8
11.
12.
Ond. 3
M.w.
-
-
! 15.6
zie 10
6
zie 10
13. eB-arts - zi e 10/11 zie 10/11
14. Adm w.v.
15.
16.
Spr w.v.
Berg w.v.
! 11
4
14.4
10.8
16.2
10.5
17. Boxenk. - 20.1 20.2
18. Wachten 498 ink l. 49 link 1 . 30
. verkeer . verkeer
19. Vergaderen
20. Pantry ~ 19.2 18.8 20.9
3.1
21. Apoth. 22 17.8 17.7
22. Berg. apoth. 9.7 9.1 10.8
23. Wacht.apoth. - - 5.5
24. Archief - - 3
25. Toiletten 1.9 5 5
26. eontai nerr. - - 7.5
27. e.v. 3.4 2.75 7.5
28. Werkkast - - 3.0
29. Verkeer zi e 18 zie 18 36.1
Totaal netto opp. 213.9 244.7 302.3
1.5. Stichtingskosten
De totale stichtingskosten zijn uitgekomen op ruim vijf ton, verdeeld
naar:
- grondkosten f 85.719,--
- bouwkosten 11
388.298,83
- inrichtingskosten (s tofferi ng ,
meubilair, e.d.) 11
29.270,48
Totaa 1 f 503.288,31
- 145 -
~. ORGANISATORISCHE GEGEVENS
2.2. Samenwerkingskontakten
Het doel van het gezondheidscentrum is te komen tot een optimale samen-
werking van huisartsen, wijkverpleegkundigen en maatschappelijk werker.
Deze samenwerking is gericht op de behandeling en begeleiding van de
medische, sociale en psychische problemen van de patiënten/kliënten die
behoren tot de huisartsenpraktijk van de beide full-time huisartsen en
woonachtig zijn te Kerkrade-West en het Eiske.
De samenwerking vindt plaats door:
a. informeel overleg tussen teamleden onderling, in wisselende samen-
stelling, b.v. tijdens het dagelijks koffie halfuurtje waarbij eenmaal
per drie weken ook de fysiotherapeut op bezoek komt.
b. formeel overleg met agenda, deels taakgericht/patiëntgericht, deels
teamgericht:
- klein teamoverleg: ha, wv, mw lx/week
+ pastor lx/maand
gericht op patiëntenoverleg (medisch/sociaal preventief resp.
curatieve taken).
- groot teamoverleg: allen lx/maand
gericht op organisatorische zaken
- 146 -
I
3. HET GEBOUW IN GEBRUIK
3.1. Hoofdopzet
De opzet volgens het 'centrale hal-type' bevalt in het algemeen vrij goed.
De centrale balie funktioneert als kontaktpunt voor iedereen, evenals de
vergaderruimte, en door de kleine schaal van het gebouw kunnen gemakkelijk
informele kontakten ontstaan. Toch zijn er ook nadelen aan verbonden. De
centrale wachthal is zowel verblijfsruimte als verkeersruimte en wordt
doorsneden door een groot aantal looplijnen. Het verkeersgebied moet
uiteraard vrij van stoelen blijven. Gedurende twee middagen per week
worden er bovendien kinderwagens geparkeerd, waarvoor diverse stoelen
verplaatst moeten worden. In de praktijk blijkt het daardoor moeilijk
tot een bevredigende opstelling van een voldoende aantal stoelen te
komen. Uit observaties blijkt dat de wachtenden zich bij voorkeur op-
houden langs de randen en in de hoeken van het vertrek en zelden stoelen
gebruiken die 'los' in de ruimte staan (het zgn. 'rand-effekt'). Hier
staat tegenover, dat de grote hal de mogelijkheid biedt om groepsbijeen-
komsten te houden. Zo wordt de hal door de 'huisartsen en door de kruis-
vereniging ondermeer gebruikt voor het geven van voorlichtingsavonden.
De geluidswering in het gebouw is goed te noemen (dragende gemetselde
wanden!), zij het dat veel kontaktgeluiden optreden, b.v. van de w.c.
naar de spreekkamers van de huisartsen. De materiaal- en kleurkeuze
wordt niet onverdeeld gunstig beoordeeld. Door de overheersend donkere
tinten van wand en vloerafwerking, in kombinatie met de laaggeplaatste
ramen, blijft het noodzakelijk zelfs op heldere zonnige dagen vrijwel
overal de kunstverlichting aan te hebben. Ondanks een grote glaswand
op het noorden maakt de hal een sombere en donkere indruk, die slechts
ten dele door de kunstverlichting wordt opgeheven.
Men heeft weleens met de gedachte gespeeld om de muren wit te sauzen,
doch een dergelijke radikale ingreep tot nog toe niet aangedurfd.
L
- 147 -
H!,iISARTSEN
cv '1 5
con 7.5 ha 19.5
rr
11.
- ha 2Q5
ond6.0 mf1O.8 ond &7 2.8 beh /l ab 302
: ___ 1....--
12
~
5.3 ,I orch
ond 8J 3.0 pan 3~
WC2.5IWC25 ----
gard
0.7
box 20,2
t--
APOTHEEK
I
- 148 -
3.2. Oppervlakte-analyse
3.2.1. ~~rQ~liDg_~r~~Q_~lQ~r:QEE~r~l~~~~_~Qlg~D~_~~~_g§~Q
De bruto vloer-oppervlakte van 347 m2 is in tabel 2 opgesplitst in een
aantal kategorieën overeenkomstig NEN 2630, Oppervlakte en Inhouden van
Gebouwen - Begripsomschrijving en Wijze van Bepaling. Uit een vergelij-
king van de percentages per kategorie met de gemiddelde percentages over
een 50-tal gezondheidscentra (zie Deelrapport 2) blijkt, dat de opper-
vlakte-verdelinq vooral afwijkt kwa percentage nuttige vloeroppervlakte
en het percentage verkeersoppervlakte. Kerkrade heeft relatief wat méér
nevenruimte dan een doorsnee centrum en méér gekombineerde wacht- en
circulatieruimte en wat minder pure circulatieruimte. Het hoge percentage
nevenruimte wordt vooral veroorzaakt doordat het uitleenmagazijn van de
wijkverpleging en het voorraadmagazijn van de apotheek als berging worden
opgevat. Beschouwt men deze ruimten als hoofdruimten, dan wijkt het res-
terende percentage nevenruimte nauwelijks af van het gemiddelde. Een
andere interessante vraag is of het centrum als totaal en de afzonder-
lijke disciplines ruim of juist krap gehuisvest zijn . Als referentiekader
zal daarbij gebruik gemaakt worden van:
a. de richtlijnen van de Subkommissie Akkommodatiebeleid,
b. het oordeel van de gebruikers.
3.2.2. ~~rg~lij~iD9_~~~_Q~_riçQ~lijD~D_~~D_Q~_~~Q~Q~~i~~i~~
- 149 -
- 150 -
tekort' aanwezig. Dit vindt Z1Jn oorzaak vooral door het ontbreken van
een aparte spreekkamer voor de CB-arts en een eigen ruimte voor het
maatschappelijk werk. Beiden maken gebruik van de kamer van de derde
huisarts. Ook de wijkverpleegkundigen komen ruimte 'tekort', zowel wat
hun eigen werkruimte betreft als ten aanzien van de boxenkamer.
De oppervlakte van de centrale wachthal bedraagt 61 m2 , terwijl de Sub-
kommissie 65 m2 toestaat (basismaat 10 m2 + extra wachtruimte i.v.m.
parkeren kinderwagens à 10 m2 + 5 m2 per deelnemer). Aangezien deze hal
echter door tal van looplijnen doorsneden wordt, is het praktisch als
wachtruimte te gebruiken gedeelte aanzienlijk kleiner.
Op grond van gedragsobservaties en metingen is het nuttig wachtoppervlak
geschat op ca. 30 m2 (waarmee het totaal aantal m2 wachtruimte inklusief
het gedeelte voor de apotheek op 36 m2 komt). De rest van de hal is als
circulatieruimte gerekend. Het totale 'netto vloeroppervlakte' (conform
de definitie van de Subkommissie) komt aldus op 246 m2 , terwijl een be-
rekening overeenkomstig de richtlijnen van de Subkommissie op 300 m2 uit-
komt, exclusief uitleenmagazijn en apotheek. Inklusief deze ruimten be-
draagt de netto vloeroppervlakte 339 m2. Het bruto vloeroppervlakt zou
volgens de Subkommissie dan 509 m2 mogen bedragen, terwijl dit in werke-
lijkheid slechts 347 m2 bedraagt, nog géén 70% van deze waarde.
Een dergelijk groot verschil roept de vraag op of de gebruikers dit in-
derdaad als een tekort ervaren. Bij de bespreking van de gebruikerserva-
ringen met de verschillende ruimten per discipline zal hierop worden
ingegaan.
3.3.1. ~~i~~r!~~Q_~Q_Qr~~!ij~:~~~i~!~Q!~Q
Zoals gezegd zijn de spreekkamers van de twee full-time huisartsen groter
dan de Subkommissie aangeeft, vooral als gevolg van de extra ruimte voor
een 'zitje'. Met name bij langere gesprekken over moeilijke vraagstukken
(bv. sterilisatie) wordt deze voorziening als onmisbaar gezien, hoewel er
ook patiënten zijn die liever het bureau als buffer tussen zichzelf en
de arts hebben.
Strikt genomen zou de spreekkamer volgens beide artsen wel iets kleiner
mogen zijn. De relatie met de onderzoekkamer is goed, zij het dat de deur
aan de verkeerde kant scharniert)waardoor de patient nu als het ware om
de deur heen moet lopen. Er was oorspronkelijk nog een tweede deur in de
onderzoekkamer, waardoor men direkt (dus niet via de spreekkamer) naar
buiten kon. Aangezien deze deur nooit gebruikt werd is hij dichtgemaakt
- 150a -
--I
- 15Gb -
- 152 -
3.3.2. ~ij~Y~rEl~9iQ9_~Q_~QQ~~1~~~i~e~r~~~
Voor de wijkverpleegkundigen is het gezondheidscentrum tevens wijkgebouw
en 'pied à terre' . Behalve een administratieruimte beschikken zij over
een klein magazijn voor verpleeghulpmiddelen. Voor grote stukken moeten
de kliënten naar het centraal magazijn. Hoewel de kamer van de wijkver-
pleegkundigen op zichzelf als ruim genoeg wordt ervaren, geeft de lig-
ging tussen wachthal en boxenkamer aanleiding tot problemen. Tijdens de
konsultatiebureau zittingen ontstaat een voortdurend heen en weer geloop
door de kamer van de wijkverpleegkundige, waardoor deze ruimte niet goed
te gebruiken is voor andere aktiviteiten, b.v. om met ouders privégesprek-
ken te kunnen voeren. Beter zou zijn:
b
~
wv-l - -- wv-2
wa -- box I- CB
- 152a -
~~rkrade, multi-
functionele ruimte,
gebruikt door 3e
huisarts, CB-arts
en maatschappelijk
werkende
Kerkrade, boxenruimte
--------------- -----
- 152b -
Kerkrade, huisapotheek
~~--- ----~ - -
- 153 -
t.O.V. elkaar.
3.3.3. ~~~t~çb~QQ~lij~_~~r~
Vr. 0.30-11
idem idem idem - 14.00-14.30 - idem idem
:spreekuur koffie
- 155 -
opmerkingen gemaakt: te vol met spelende kinderen, te lang wachten met uitgekleed
kind, slechte organisatie, geen ruimte waar je je even rustig kunt terugtrekken
voor het geven van borstvoeding.
Als totaal krijgt het centrum het rapportcijfer 8 (gemiddeld over 7 bezoekers).
Dit oordeel wordt overigens deels bepaald door niet-bouwkundige zaken. Geregeld
geeft men als toelichting "handig dat alles zo bij elkaar zit, je kunt gemakke-
lijk een (andere) arts kiezen".
- 157 -
4. NABESPREKING
4.1. Organisatie
Vanaf het begin is er naar gestreefd het samenwerkingsverband en daar-
mee het gebouw klein te houden. Dit vanuit de overtuiging dat slechts
in een klein team een hechte en doelgerichte samenwerking kan ontstaan
door veelvuldig informeel kontakt, zonder veel tijd en geld te hoeven
steken in koördinatie en formeel werkoverleg. In de praktijk is dit
inderdaad het geval gebleken. Het formeel kontakt is erg beperkt, veel
kontakten vinden plaats tijdens het gezamenlijk koffiedrinken in de
vergaderruimte en ook op andere tijdstippen komt men elkaar geregeld
tegen. Wel blijken de huisartsen, gewild of ongewild, tot nu toe een
centrale plaats in te nemen. Dit is vooral een gevolg van het feit dat
de wijkverpleging en het maatschappelijk werk elk met de huisartsen
wél maar onderling nauwelijks geregeld samenwerken. De wijkverpleeg-
kundigen leggen in hun werk een sterk aksent op het kreatieve en verzor-
gende element en vinden vanuit die instelling weinig aanleiding tot
samenwerking met het maatschappelijk werk. Bovendien zijn de maatschap-
pelijk werker en de wijkverpleegkundige vaak niet gelijktijdig in het
centrum. De doktersassistentes en apothekersassistentes nemen minder
frekwent (lx/maand) deel aan het overleg, waarbij over organisatorische
zaken wordt gesproken en taken worden verdeeld. Toch spelen ook de
doktersassistentes een tamelijk centrale rol doordat zij zonodig voor
- 158 -
6.
ERVARINGEN
IN
ANDERE CENTRA
-----------------
Inhoudsopgave Hoofdstuk 6
- 162 -
*) Deze 209 respondenten zijn als volgt over de verschillende disciplines ver-
deeld:
huisartsen 41
praktijkassistenten 31
wijkverpleging 30
maatschappelijk werk 29
fys i otherapi e 36
verloskundigen 4
tandartsen 9
apotheek 9
overige disciplines 20
-----~~-- -
- 163 -
hoog worden opgetrokken (slechts tot aan het verlaagde plafond in plaats van
tot aan de verdiepingsvloer), zodat geluidlek~~n ontstaan. Een ander veel
voorkomende oorzaak is de slechte uitvoering, waardoor b.v. kieren ontstaan
tussen de deurstijlen en de laansluitendel wanden. Dergelijke faktoren spelen
ook een rol bij lekkages. Vooral lichtkoepels - vaak toegepast in inpandige
ruimten om toch enige daglichttoetreding te waarborgen - blijken niet alleen
voor licht- maar vooral ook voor waterinval te zorgen! Door een betere detail-
lering en een zorgvuldiger uitvoering kunnen dit soort klachten gemakkelijk
voorkomen worden . Niet alleen voorkomt dit veel ongerief, maar ook uit finan-
cieel oogpunt is het belangrijk op dit soort aspekten te letten. Wanneer achter-
af alsnog maatregelen genomen moeten worden gaat dit veelal gepaard met extra
kosten.
onderscheid gemaakt in wat in werkelijkheid aanwezig is, dan blijkt dat bijna
70% van de patienten uit centra met één gemeenschappelijke wachtruimte deze op-
lossing ook prefereren, terwijl van de patiënten uit centra met afzonderlijke
wachtruimte per discipline bijna 73% inderdaad voorkeur heeft voor aparte
wachtruimten. Er blijkt dus een grote mate van tevredenheid met de bestaande
situatie, een uitkomst die in veel ander satisfactie-onderzoek eveneens naar
voren is gekomen. Wellicht wordt dit deels veroorzaakt door de globale vraag-
stelling, doch de konklusie dat geen massale en manifeste ontevredenheid heerst
kan zeker getrokken worden.
• Voorkeurkeuze
.'
Aanwezige situatie vóór aparte vóór gemeenschapp. maakt niet uit/ Totaal
wachtruimte wachtruimte niet ingevuld
één gemeenschapp.
wachtruimte 34 96 9 139
meerdere gemeen-
schapp. wachtruim-
ten 9 18 3 30
aparte wachtruimte
per discipline 235 66 23 324
kombinatie van
disciplinegebonden
en gemeenschapp.
wachtruimte 38 81 17 136
Tabe 1 2. Voorkeurkeuze voor di sci p1i negebonden resp. gemeenschatme 1ij ke.
wachtruimte
- 165 -
De meeste spreekkamers geven geen reden tot klagen. Slechts een enkele arts
noemt zijn/haar spreekkamer te klein, overigens zonder dat sprake is van uit-
zonderlijk kleine ruimten. Over de onderzoekkamers is men vaker ontevreden.
Eenderde van de respondenten noemt deze ruimte te klein. Ongeveer 7 à 8 m2 lijkt
daarbij een ondergrens te zijn. Slechts in enkele centra is een aparte kleed-
kamer aanwezig. Meestal kleedt de patiënt zich om in de onderzoekkamer, waarin
soms een hoekje kan worden afgescheiden met behulp van een gordijn. Niemand
noemt dit een probleem. In de gevallen waar wél een kleedruimte aanwezig is, is
men tevreden over de grootte (variërend van ruim 1 m2 tot bijna 3 m2). Alleen
in Rhenen vindt men de beide kleedhokjes (1.2 m2) te klein. De receptie/admini-
stratie, het laboratorium en de behandelruimte worden door de Subkommissie tot
de assistentenruimten gerekend. Met name de receptie/administratie blijkt
nogal eens te klein te zijn. Eenderde van de respondenten vindt haar ruimte te
klein tot veel te klein. Bedraagt de hoeveelheid beschikbare ruimte 7 m2 of
meer per assistente, dan neemt het aantal klachten aanzienlijk af. Over het
laboratorium en de behandelruimte valt het volgende op te merken. Het labora-
torium blijkt in de meeste centra voldoende groot, ondanks de sterk uiteenlopen-
de afmetingen. Slechts in 5 centra noemen de assistentes en/of de artsen het
laboratorium te klein. Daarbij gaat het om de volgende afmetingen:
Nieuwegein 7 m2 (4 artsen, 3 assistentes)
Oss 8 m2 (3 artsen, 2 assistentes)
Dronten 11 m2 (4 artsen, 5 assistentes)
Zeist-West 15 m2 (2 artsen, 3 assistentes)
. Neerbeek : apart laboratorium ontbreekt.
Omgekeerd vindt men in Stolwijk het laboratorium van 18 m2 veel te groot en
worden de laboratoriumruimten in Hoensbroek-Noord (26 m2) en Almere (12 m2)
aan de ruime kant gevonden. Dit vormt een duidelijke illustratie van het feit,
dat het oordeel over de grootte van een ruimte nauw samenhangt met de aktivi-
- 166 -
De onderzoekkamer
in Middelburg
- 167 -
veel te klein
te klein • •••
goed •• •• lt. •
••• ••••••• •• • •
•• •
te groot •
veel te groot
12 13 14 15 16 17 18 19 2) 21 22 23
veel te klein
te klein • - .. •
veel te groot
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 >15
- 168 -
veel te klein •
te klein ... • •
goed ·
...
te groot
veel te groot
~3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 >15
veel te klein
te klein •
goed ...
•
••
..
te groot
veel te groot
~3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 >15
-!
bijna een kwart van de respondenten heeft hier klachten over. Dit betreft de
volgende centra:
Groningen 2 behandelkamers van 9 m2 op 5 artsen
. Zeist-West aparte behandelkamer ontbreekt (spreekkamer en onder-
zoekkamer resp. 17 m2 en 6 m2 groot)
Amsterdam-Osdorp 1 behandelkamer van 9 m2 op 2 artsen (volgens de art-
sen groot genoeg, volgens de assistentes te klein)
Gouda 1 behandelkamer van 12 m2 op 4 artsen
Noordwi j k 1 behandelruimte van 11 m2 en 1 ruimte (inklusief
sterilisatie) van 18 m2 op 4 artsen, waarvan de klein-
ste aan dekrappe kant wordt gevonden
Rotterdam-Ommoord 1 behandelkamer van 15 m2 op 5 artsen
Stolwijk 1 behandelruimte van 6 m2 op 2 artsen
Eindhoven een gekombineerde laboratorium/behandelruimte van 12 m2
op 3 artsen
WBarschijnlijk heeft een deel van de klachten vooral te maken met de absolute
grootte van de behandelkamer (een ruimte van 6 à 7 m2 is zonder meer te klein),
terwijl andere klachten vooral het áántal ruimten betreffen (b.v. in het geval
van één behandelkamer voor 5 huisartsen). Voor de overige centra geldt dat óf
geen oordeel is gegeven over dehoeveelheid behandelruimte óf een positief oor-
deel. Van laatstgenoemde centra varieert de behandelruimte van 8 m2 in Nijmegen
(exkl. bloedprik-kabines) tot 24 m2 in Geldrop.
In de nota van de Subkommissie wordt tenslotte nog gesproken over bergruimte.
Opvallend vaak wordt de berging/archiefruimte te klein gevonden. In meer dan
20 centra zijn hierover opmerkingen gemaakt.
6.2.2. ~ij~~~r~!~9iQ9_~Q_~QQ~~!!~!i~e~rQ
veel te klein
te klein • •
te groot
veel te groot
10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75
6.2.3. ~~~!~~b~~~~lij~_~~r~
Niet zozeer de grootte van de ruimten maar vooral het áántal ruimten geeft
problemen. Soms mist men een aparte administratieruimte en in vrij veel centra
zijn er kamers te weinig, zodat niet elke werker over een eigen ruimte kan
L. ~_~ __
- 171 -
beschikken. Ruimte voor een stagiaire wordt eveneens door verschillende respon-
denten als een gemis ervaren. De spreekkamers zijn meestal groot genoeg, hoewel
toch nog altijd 20% van de respondenten hier klachten over heeft. Er ontstaan
vooral problemen wanneer men meerdere mensen tegelijk moet ontvangen, b.v. een
echtpaar met een kind. Ook groepswerk geeft problemen. Zo vindt men in Os dorp
de ruimte van 15 m2 voor gesprekken redelijk voldoende, doch er is te weinig
loopruimte om b.v . psychodramatechniek toe te passen. Sommige respondenten
W1Jzen erop dat iedere maatschappelijk werker over een eigen ruimte zou moeten
kunnen beschikken, waarvan tenminste één ruimte groot genoeg is om er met
groepen te kunnen werken.
veel te klein •
te klein ••
goed
. ....
... ....
te groot
veel te groot
8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 >20
6.2.4. [~~iQtb~r~~i~
te klein
goed • • •
te groot
veel te groot
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
veel te klein
te klein
goed ..
te groot
veel te groot
6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26
6.2.5. Q~~Ci9~_9i~~i~!i~~~
Slechts vier verloskundigen hebben de enquete ingevuld. Deze maken allen van
de ruimte van een andere discipline gebruik, resp.
een specialistenruimte van 13 m2
een huisartsen-unit (spreekkamer en onderzoekkamer beide 18 m2 ),
een spreekkamer van de CB-arts à 16 m2 ,
een unit met een spreekkamer van 14 m2 en een onderzoekkamer van 5 m2
Alleen laatstgenoemde onderzoekkamer wordt te klein genoemd, de andere ruimten
geven geen reden tot opmerkingen.
De negen tandartsen die het enqueteformulier hebben ingevuld, zijn in meerder-
heid tevreden over hun spreek/behandelkamer, die varieert van 16 m2 tot 36 m2 .
Laatstgenoemd cijfer betreft de tandartsenruimte in Schinveld, welke echter
tevens de administratie en het laboratorium bevat. Daardoor is deze ruimte
toch nog te krap. De kleinere behandelruimten in Almere à 16 m2 worden even-
eens te klein gevonden, net als de röntgenkamer van 12 m2 . De spreek/behandel-
kamers in Geldrop à 19 m2 vindt men op dit moment net groot genoeg, doch bij
eventuele wijziging i .v.m. nieuwe apparatuur zou te weinig armslag ontstaan.
In verschillende tandartsen praktijken wordt een aparte röntgenkamer en/of een
-----~
I
I
- 174 -
N.B.
Ook de oppervlakte van de verschillende gemeenschappelijke ruimten - wacht-
ruimte, vergaderruimte, koffiekamer - wordt geregeld als te klein ervaren.
Het is echter weinig zinvol het oordeel hierover in relatie tot de werkelijke
beschikbare ruimte samen te vatten, omdat van de plattegrond vaak niet is af
te lezen hoeveel disciplines en hoeveel personen van deze ruimten gebruik
maken. Zonderdit gegeven valt niet goed te begrijpen waarom de ene ruimte wél
en de andere niet te klein wordt gevonden.
Alle artsen geven, uitgaande van hun spreekkamer, de hoogste prioriteit aan
een direkte ruimtelijke nabijheid van de onderzoekkamer, al dan niet met een
aparte kleedruimte. Vervolgens strijden de receptie/administratie en de behan-
delruimte om voorrang, die resp. 21 maal en 18 maal als eerstvolgende ruimte
worden genoemd. Het laboratorium krijgt slechts in vier gevallen een hoge
prioriteit kwa ruimtelijke nabijheid, in alle vier de gevallen met dezelfde
prioriteit als de receptie/administratie en/of de behandelruimte. Ten aanzien
van de ruimtelijke relaties met de andere disciplines geven de artsen vrijwel
even vaak de hoogste prioriteit aan de nabijheid van de fysiotherapie als aan
de wijkverpleging en het consultatieburo, gevolgd door het maatschappelijk werk.
In enkele gevallen geeft men de hoogste prioriteit aan de direkte nabijheid
van de apotheek, terwijl verloskundigen en tandartsen slechts zelden hoog
scoren.
b. Praktijkassistenten
De 26 praktijkassistentes (uit 23 centra) geven, uitgaande van de receptief
administratie, ongeveer even vaak de hoogste prioriteit aan het laboratorium
als aan de behandelruimte of beide, resp. 7 maal, 5 maal en 4 maal, gevolgd
door de spreek/onderzoekruimte van de huisartsen. Tien respondenten keren deze
volgorde om en geven de hoogste prioriteit aan de direkte nabijheid van de
spreek/onderzoekruimte. Ook de wachtruimte, berging en vergaderruimte scoren
hoog op het prioriteitenlijstje. Ten aanzien van de ruimtelijke nabijheid
van andere disciplines zijn nauwelijks voorkeuren aangegeven. Een enkele maal
wordt de (huis)apotheek als eerste genoemd of het consultatieburo, maar het
aantal reakties is te klein om duidelijke uitspraken te kunnen doen.
c. Wijkverpleging en consultatieburo
Van de 31 wijkverpleegkundigen (afkomstig uit 21 verschillende centra) die het
enqueteformulier hebben ingevuld, heeft meer dan de helft de vraag naar de
meest gewenste ruimtelijke nabijheid niet beantwoord of aangegeven, dat deze
vraag voor hun discipline niet van toepassing is c.q. dat de huidige indeling
goed bevalt. De resterende 14 respondenten geven - uitgaande van hun spreek-
kamer of administratieruimte - meestal de hoogste prioriteit aan de direkte
nabijheid van de spreekkamer der CB-arts en de boxenruimte, terwijl ook de
vergaderruimte, de berging en de wachtruimte hoog scoren. Over prioriteiten
m.b.t. de nabijheid van de andere disciplines spreken de meeste respondenten
zich niet uit. Voor zover dit wel gebeurt, gaat de voorkeur meestal uit naar
- 176 -
een nabije ligging van de receptie. Een enkele maal wordt de spreekkamer van de
huisartsen als eerste genoemd.
d. Maatschappelijk werk
De 22 maatschappelijk werkenden (uit 19 centra) die de vraag naar de meest ge-
wenste ruimtelijke nabijheid hebben beantwoord geven - uitgaande van hun eigen
spreekkamer - de hoogste prioriteit aan de onmiddellijke nabijheid van de wacht-
ruimte (8x), de receptie/administratie (4x) of de gezins- en bejaardenzorg (3x).
Ook de direkte nabijheid van huisartsen en wijkverpleging/consultatieburo scoren
hoog op het prioriteitenlijstje, evenals de nabijheid van meer algemene ruimten
zoals de koffie/vergaderruimte en de berging. Een dichtbijgelegen fysiotherapie
vindt men prettig, maar krijgt geen erg hoge prioriteit. De ruimtelijke nabij-
heid van tandartsen of apotheek wordt geen enkele keer erg belangrijk genoemd
en de nabijheid van de verloskundige slechts een enkele keer.
e. Fysiotherapie
Bij elkaar hebben 31 fysiotherapeuten (uit 23 verschillende centra) aangegeven
welke ruimten zij het liefst zo dicht mogelijk bij de eigen werkruimten gesi-
tueerd zouden willen zien. Vaak worden als eerste de wachtruimte en de berging
genoemd. Ten aanzien van de andere disciplines geeft men veelal een hoge priori-
teit aan de nabijheid van de huisartsen (13x) of de receptie/administratie (10x),
veelal gevolgd door de wijkverpleging en/of het maatschappelijk werk. In een
enkel geval scoort ook de apotheek hoog op het prioriteitenlijstje. Andere dis-
ciplines worden zelden of nooit genoemd.
f. Overige disciplines
De verloskundigen houden meestal slechts enkele uren spreekuur per week in het
gezondheidscentrum, zodat de situering ten opzichte van de andere disciplines
niet van groot belang is. Op zichzelf is het prettig wanneer zij dicht bij de
huisartsenunit zijn gesitueerd (i.v.m. overleg tijdens het spreekuur en dicht
bij het laboratorium), maar essentieel is dit niet. Voor de tandartsen is
slechts belangrijk dat de eigen werkruimten dicht bij elkaar gesitueerd zijn,
inklusief wachtruimte en berging. Hetzelfde geldt voor de apotheek. De gezins-
verzorging wil bij voorkeur dicht bij het maatschappelijk werk en de wijverple-
ging gesitueerd worden. Van de andere disciplines die soms in een gezondheids-
centrum kunnen voorkomen is het aantal ingevulde enquetes te gering om verant-
woorde uitspraken te kunnen doen.
Uit dit overzicht per discipline blijkt, dat de werkers primair kiezen voor korte
looplijnen binnen de eigen discipline en een nabije situering van de wachtruimte,
- 177 -
ha 1 2 3 2 4
pr.ass 1 (2) (2 )
CBjwv (2) (1 )
mw 2 2 2 3 (4) l(gezv/bjz)
fys 1 2 3 3 (4)
vlk (1 )
ta
ap
1 = hoogste prioriteit
2 = op een na hoogste prioriteit, etc.
De cijfers tussen haakjes W1Jzen er op dat slechts een klein aantal respondenten
een voorkeur heeft uitgesproken. Soms wordt aan meerdere disciplines eenzelfde
prioriteit toegekend, vandaar dat per discipline meermalen eenzelfde rangorde-
nummer kan voorkomen. Uit deze overzichtsmatrix blijkt dat huisartsen en prak-
tijkassistenten c.q. de receptie/administratie een centrale rol vervullen.
Met wijkverpleging/consultatieburo, maatschappelijk werk en fysiotherapie be-
staan nauwe samenwerkingskontakten, doch met de andere disciplines is het kon-
takt minder intensief.
- ~ ~--------
- 178 -
Bijlage A
BEKNOPTE SCHETS VAN DE GEBRUIKSERVARINGEN PER CENTRUM .
In het hierna volgende overzicht is dezelfde volgorde aangehouden als in de
Dokumentatie (zie deelrapport 11), d.w.z. in eerste instantie een rangordening
naar provincie en per provincie een alfabetische volgorde op plaatsnaam.
· Groningen (Lewenborg)
De werkers hebben niet veel opmerkingen gemaakt over het gebouw. Men vindt met
name de receptie/administratie en de vergaderruimte te klein van oppervlakte,
evenals de berging/archief. Voorts zijn er klachten over de gehorigheid, vooral
bij de spreekkamers van de huisartsen en het maatschappelijk werk. De huisartsen
zijn bovendien ontevreden over de te lange looplijnen tussen hun spreekkamers en
de receptie/administratie, de wachtruimte en de behandelruimte. De wijkverpleeg-
kundige vindt vooral de daglichttoetreding onvoldoende en de apotheker zou graag
beschikken over een centrale voorraadkamer. Ook een fietsenhok ten behoeve van
de werkers zou welkom zijn. Gemiddeld over vier disciplines wordt het gebouw met
een 7.3 als redelijk tot goed ervaren.
Afgezien van een enkele opmerking over de (te) kleine parkeerruimte vinden de
bezoekers het gebouw goed bereikbaar, zowel te voet als per fiets, auto of open-
baar vervoer. Bovendien ligt het centrum vrij centraal in de wijk.
De herkenbaarheid van het gebouw is geen probleem, evenmin als het vinden van de
entree. Ook de toegankelijkheid geeft voor de meeste bezoekers geen problemen,
hoewel enkeleneen kanttekening plaatsen bij de te kleine tochtsluis en de zware
deuren (mensen met kinderwagens, gehandicapten!). Men kan in het gebouw gemak-
kelijk de weg vinden en ook de situering van de receptie geeft nauwelijks aan-
leiding tot opmerkingen. Een enkeling heeft klachten over de wachtruimte (be-
nauwd, te weinig ventilatie, te klein) of over de gehorigheid en privacy, met
name ten aanzien van de ruimten van de fysiotherapie en bij baliegesprekken.
Suggesties voor verbetering worden vrijwel niet genoemd en dan nog in zeer alge-
mene termen C'minder steriel", "kan gezelliger"). Al met al is de bezoeker dui-
delijk tevreden, hetgeen ook blijkt uit het totaal-oordeel: een zeven of acht
met een gemiddelde van 7,8.
· Noordwolde (De Wissel)
De werkers zijn erg tevreden over het gebouwen hebben wel nlg opmerkingen. Al-
leen de werkruimten van de wijkverpleging springen er uit. Deze zijn te klein
en bovendien op het Noorden gesitueerd, waardoor te weinig daglicht en warmte
binnenkomt. Ook de berging/archief wordt aan de kleine kant gevonden. De geluids-
isolatie is over het algemeen vrij goed, zij het dat gehoortesten problemen
geven (te luidruchtig). De vier kerndisciplines geven als totaal-oordeel allen
een 8.
De bezoekers zijn eveneens zeer tevreden over het gebouw. Het centrum ligt mid-
den in het dorp en is goed bereikbaar, doch de parkeerruimte is onvoldoende.
Het gezondheidscentrum is als zodanig duidelijk herkenbaar, de entree geeft
geen problemen, men kan in het gebouw gemakkelijk de weg vinden en ook de recep-
tie, de wachtruimte en de werkruimten brengen vrijwel geen opmerkingen teweeg.
Eén respondent vraagt expliciet om de stoelen in de wachtruimte zó te situeren
dat de wachtenden meer privé zitten. Een enkele keer wordt een opmerking gemaakt
over de gehorigheid in de kabines van de fysiotherapie. Het totaal-oordeel
varieert van een 7 tot een 10, met een gemiddelde van 8.4
· Assen-Oost
Het gebouw wordt door de werkers niet erg hoog gewaardeerd. Alle disciplines
vinden één of meerdere werkruimten (veel) te klein of missen bepaalde ruimten,
bv. een eigen terugtrekruimte voor de praktijk-assistentes of een ruimte voor
een arts-assistent. Sommigen lonken dan ook naar de ruimten van het Groene Kruis,
L_
- 179 -
die niet kontinu in gebruik ZlJn. Voorts is er onvoldoende bergruimte. Men kan
het ruimtetekort echter ook van een andere kant bekijken, IIhet bevordert de
samenwerking en kommunikatie en werkt overzichtelijk voor de bezoekers", aldus
een der respondenten. Een ander probleem is de balie: gebrek aan privacy en on-
voldoende daglichttoetreding en ventilatie. Ook over de gehorigheid van de
spreekkamers der huisartsen en het laboratorium (in open verbinding met de
wachtruimte!) worden klachten naar voren gebracht. De korridor-funktie van de
wachtruimte van het Groene Kruis is voor de kliënten van het maatschappelijk
werk evenmin erg plezierig. Het totaal-oordeel van de werkers varieert van een
vier (vooral wat betreft de indeling) tot een acht (vooral wat sfeer betreft),
met een gemiddelde van 6.1. Over het oordeel van de bezoekers zijn geen gegevens
beschikbaar .
. Apeldoorn (Zevenhuizen)
Door de werkers zijn betrekkelijk weinig opmerkingen gemaakt. Met name de admi-
nistratieruimte van de wijkverpleging en de laboratoriumruimte van de tandartsen
worden als te klein ervaren, evenals de bergingjarchiefruimte. Ook zijn er klach-
ten over het ontbreken van een ruimte 'voor moeder en wijkverpleegkundige' en
over de moeilijke temperatuurregeling in de boxenruimte, waar bovendien onvol-
doende daglicht binnenkomt. Volgens een der respondenten biedt het werken in
aparte gebouwtjes "wel voordelen, maar wordt het kontakt in de wandelgangen
soms wat gemist en zou het werken in één gebouw het interdisciplinaire kontakt
bevorderen". Als totaal-oordeel geven de werkers die op de enquete gereageerd
hebben het gebouw een 7 à 8.
De respondenten onder de bezoekers zijn eveneens redelijk tevreden. Het gebouw
is goed bereikbaar en ligt centraal in de wijk, het gezondheidscentrum is als
zodanig een herkenbaar gebouwen de entree geeft evenmin problemen. Ook kan
men binnen in het gebouw makkelijk de weg vinden. De receptie, de wachtruimte
en de werkruimten geven weinig aanleiding tot opmerkingen, afgezien van de
onvoldoende ventilatie. Gemiddeld komt het totaal-oordeel uit op een 7.5 .
. Didam
Verschillende werkers beoordelen hun ruimten als te klein. Dit geldt bv. voor
het kantoor van de regionale kruisvereniging, de behandelruimten van de fysio-
therapie en de wachtruimte bij de huisartsen. Voorts zijn er veel klachten
over geluidsoverlast en over onvoldoende daglichttoetreding. Dit probleem
speelt in het gehele gebouw, in het bijzonder bij de gezinsverzorging en het
maatschappelijk werk en de inpandige ruimten (administratie wijkverpleging,
receptie, fysiotherapie). Ondanks de klachten scoren vrijwel alle disciplines
als totaaloordeel een 7 of 8, met een gemiddelde van 7.2.
De ondervraagde bezoekers zijn over het algemeen erg tevreden. Het gebouw is
goed bereikbaar en ligt centraal in de wijk. Bovendien kan men er gemakkelijk
binnenkomen en levert ook het vinden van de weg in het gebouw geen problemen.
Wel laat de herkenbaarheid van het gebouw te wensen over. Het valt te weinig
op (te veel naar achteren). Ook het ontbreken van een receptie bij het kruis-
werk wordt als negatief punt naar voren gebracht. De wachtruimte behoeft ver-
betering. Deze is te klein, er is te weinig gedacht aan kinderen en het is er
tochtig en ongezellig, aldus enkele patiënten. Als eindoordeel scoort men ge-
middeld 7.8.
- -- ------
- 180 -
· Ede (Veldhuizen)
De werkers oordelen verschillend over het gebouw. De huisartsen en de apotheker
zijn tevreden, maar het maatschappelijk werk en de gezins- en bejaardenzorg
voelen zich teveel weggedrukt in een hoek. De werkruimten en wachtruimte zijn
te klein, een aparte administratieruimte voor het maatschappelijk werk ontbreekt
en bij de gezinsverzorging komt men spreekkamers tekort en ontbreekt een toilet.
Bovendien zijn de geluidsisolatie en de ventilatie zeer slecht. De gehele dag
is kunstlicht nodig. Geluidsoverlast speelt overigens in het gehele centrum.
De ruimteverdeling lijkt wat onevenwichtig. Sommige disciplines zijn goed of
zelfs ruim behuisd, anderen komen tekort en ook de centrale hal is aan de grote
kant. De rapportcijfers variëren van een 3 tot een 8, met een gemiddelde
I I
van 6.3.
De bezoekers oordelen overwegend positief. Het centrum is goed bereikbaar, ligt
centraal in de wijk bij een winkelcentrum en is redelijk goed herkenbaar. De
ingang geeft echter problemen. De grote deuren gaan veel te zwaar en geven met
name problemen voor gehandicapte bezoekers en ouders met kinderwagens. De beweg-
wijzering is voor de meesten voldoende. De wachtruimte geeft weinig reden tot
opmerkingen, zij het dat een enkeling een negatief oordeel uitspreekt over het
afroepsysteem bij de huisartsen (te onpersoonlijk) of een ruimte voor koffie
mist. Gehorigheid speelt vooral een rol bij de fysiotherapie. Als eindcijfer
geeft men gemiddeld 7.6.
· Nijmegen (Hazenkamp)
De werkers geven als oordeel dat het gebouw (sinds de verbouwing) goed funktio-
neert, zonder nader kommentaar. Als rapportcijfer scoren zij een 8. Ook de be-
zoekers zijn tevreden. Het gebouw is te voet of per fiets/auto goed bereikbaar,
met het openbaar vervoer echter matig. De ligging in de wijk is goed gekozen,
het is een herkenbaar gebouw, de entree is prima (hoewel rolstoelers soms pro-
blemen hebben als gevolg van de tamelijk zware deuren) en men kan overal in het
gebouw gemakkelijk de weg vinden. De wachtruimte en andere aan de orde gestelde
aspekten - privacy, gehorigheid, aankleding van het gebouw - geven geen aanlei-
ding tot opmerkingen. Als eindoordeel scoort men 7.5 gemiddeld.
· Almere (De Haak)
Het gebouw wordt door de werkers niet erg positief gewaardeerd. Als gevolg van
het toegepaste materiaal (ruwe, rode baksteen) en de geringe daglichttoetreding
is het binnen erg somber. Ook de isolatie, ventilatie en akoestiek laten veel te
wensen over. Bovendien zijn veel ruimten te klein. Dit geldt onder meer voor de
administratieruimten van wijkverpleging en fysiotherapie, de behandelruimten van
de tandarts, de wachtruimte, de berging/archief en de lift. De vergaderruimte
is voor kleine vergaderingen niet ongeschikt, maar voor teamvergaderingen veel
te klein en bovendien erg ongezellig ingericht. Een echte koffiekamer ontbreekt.
Het eindoordeel varieert van een 3 tot een 7, met een gemiddelde van 5.5.
De bezoekers oordelen eveneens negatief over het binnenklimaat: te warm en op
verschillende plaatsen - o.a. bij de huisartsen en tandartsen - erg gehorig.
De wachtruimte wordt als te klein ervaren . Vooral bij de huisartsen moet men
vaak blijven staan. Ten aanzien van een aantal andere aspekten is het oordeel
positiever. De lokatie van het centrum vindt men goed gekozen. Het gebouw ligt
centraal en dicht bij andere voorzieningen. Bovendien is het te voet of per
fiets of auto goed bereikbaar. Per openbaar vervoer is de bereikbaarheid minder
goed. Het gebouw is als zodanig goed herkenbaar en men kan er ook gemakkelijk
binnenkomen en er de weg vinden. Wel zijn de toegangsdeuren aan de zware kant
met het oog op rolstoelgebruikers. Al met al geven de bezoekers het gebouw een
dikke voldoende, met een gemiddelde score van 7.5.
- 181 -
· Biddinghuizen
Van de werkers zijn onvoldoende gegevens binnengekomen om een indruk van hun
oordeel te kunnen geven. De bezoekers zijn redelijk positief over het gebouw.
Het is goed bereikbaar en ligt centraal, de herkenbaarheid geeft weinig pro-
blemen (al heeft het geen naam) en ook de andere aan de orde gestelde aspekten
zoals privacy of oriëntatie geven geen aanleiding tot opmerkingen. Gemiddeld
scoort men als eindoordeel 7.4.
· Dronten
Vrijwel alle werkers vinden een of meer werkruimten te klein. Voorts ZlJn er
klachten over de gehorigheid en over tocht. De wachtruimte bij de huisartsen
is erg groot en massaal. Toch is men niet ontevreden en als totaaloordeel
wordt gemiddeld 7.3 gescoord. De bezoekers vinden het gebouw vrij goed bereik-
baar, het is centraal gelegen, dicht bij andere voorzieningen, en men kan in
het gebouw gemakkelijk de weg vinden. De herkenbaarheid van het gebouw laat
echter te wensen over (niet duidelijk aangegeven). De entre is niet goed toe-
gankelijk voor gehandicapten en mensen met een kinderwagen en ook de situering
van de receptie is niet optimaal (niet voldoende direkt naast de ingang). De
wachtruimte van de tandartsen vindt men te klein en de wachtruimte van het maat-
schappelijk werk te gehorig. Ook de aankleding van het gebouw zou beter kunnen
(minder Iklinisch l , meer kleur, meer planten, niet zo loubollig l ). Het totaal-
oordeel variëert van een zes tot een negen, met een gemiddelde score van 7.6.
· Lelystad (Eerste woonwijk)
Van de werkers zijn geen reakties binnengekomen. De meningen van de bezoekers
zijn op sommige punten verdeeld. Zo vinden de meesten het gebouw goed bereik-
baar, maar sommigen noemen de bereikbaarheid te voet of per fiets maar matig.
Ook het vinden van de weg in het gebouw vinden enkele respondenten vrij lastig.
Wel vindt iedereen het gebouw centraal gelegen, herkenbaar en gemakkelijk toe-
gankelijk. Geregeld worden opmerkingen gemaakt over het binnenklimaat. Het is
er te warm en benauwd, met te weinig frisse lucht. Ook over de onduidelijkheid,
welke huisarts IS avonds dienst heeft is men niet te spreken. Gemiddeld scoort
men als eindcijfer 7.5.
· Lelystad (Kempenaar)
De werkers die een oordeel hebben gegeven, zijn over het algemeen zeer positief.
Wel vindt men enkele ruimten te klein, met name de receptie/administratie, de
onderzoekkamers der huisartsen, enkele ruimten van de fysiotherapie, het maga-
zijn van de apotheek en de koffiekamer. Een berging/archief ontbreekt.
De fysiotherapie zou de stopkontakten wat lager gesitueerd willen zien en de
ramen in de behandelkamers wat groter. De ruwe baksteen wordt wel mooi gevon-
den, maar levert soms schaafwonden op. Gemiddeld scoort men een acht.
De bezoekers oordelen eveneens positief over het gebouw. Het centrum is goed
bereikbaar, althans te voet en per fiets of auto. Per openbaar vervoer is de
bereikbaarheid matig tot slecht. De lokatie van het gebouw - centraal in de
wijk en opgenomen in een winkelcentrum - bevalt goed. Het gebouw is echter als
gezondheidscentrum niet zo goed herkenbaar en ook de entree in de hoek is niet
voor iedereen even gemakkelijk te vinden. Gehandicapten en ouders met kinder-
wagens hebben bovendien soms moeite met de zware deuren. Ook zijn er klachten
over de gehorigheid bij de receptie en over het feit, dat men na het verlaten
van de spreekkamer der huisartsen dwars door de wachtruimte moet. Een enkele
geênqueteerde pleit voor komfortabel er en minder harde zitplaatsen, een kap-
stok, prullebakken, een koffie-automaat en een informatiestandje van de hulp-
verlenende instanties. De meeste bezoekers scoren vrij hoog, met een gemiddelde
van 7.8.
- - - - - - - - - - - - - - .------ -- -- - - - - - -- ---
- 182· -
· Nieuwegein (Mondriaanlaan)
Over de grootte van de ruimten Z1Jn door de werkers betrekkelijk weinig klachten
geuit, doch de wachtruimte, het laboratorium, de vergaderruimte, de berging en
de apotheek vindt men te klein. De gehorigheid is in het gehele centrum een
probleem. Ook de daglichttoetreding is onvoldoende (als gevolg van de zonnelui-
fels). De situering van de spreekkamers langs een lange gang doet weinig speels
aan. Het eindoordeel varieert van een 5 tot een 7.5, met een gemiddelde van 6.6.
De (weinige) bezoekers die het enqueteformulier hebben ingevuld, zijn eveneens
slechts matig tevreden. De bereikbaarheid per openbaar vervoer is slecht, de
receptie/wachtruimte biedt onvoldoende privacy (te open, te dicht op elkaar)
en het is er gehorig. Men zou meer beslotenheid wensen in de wachtkamer, b.v.
met behulp van planten of een boekenrek. De centrale ligging van het gebouw,
de gemakkelijke toegankelijkheid en de oriëntatie in het gebouw zijn zonder
meer goed te noemen. De positieve en negatieve punten tegen elkaar afwegend komt
men op een eindoordeel van 6.5 gemiddeld.
· Rhenen
De werkers hebben weinig klachten over de grootte van de ruimten. Alleen de
berging/archief is veel te klein, terwijl enkele andere ruimten (wachtruimte
huisartsen, kantoor fysiotherapie) aan de krappe kant zijn. Een aparte speel-
plek voor kinderen wordt node gemist. Ook de openheid van de balie is een pro-
bleem. In de wachtruimte kan iedereen meeluisteren en een 'afreageerkamertje '
zou niet gek zijn. Dat de kliënten van het consultatieburo niet direkt vanuit
de boxenkamer bij de spreek/behandelkamer van de wijkverpleegkundige kunnen ko-
men is erg onplezierig. Men moet altijd via de kamer van de CB-arts. Afgezien
van deze kanttekeningen wordt het gebouw als totaliteit positief gewaardeerd,
met gemiddeld een score van 8.1.
Ook de bezoekers zijn in meerderheid erg tevreden. Het gebouw is voor de meesten
goed bereikbaar, voor anderen echter matig tot slecht. Bovendien is er (te)
weinig parkeerruimte. De ligging vindt vrijwel iedereen voldoende centraal en
ook de herkenbaarheid van het gebouw is geen probleem. Wel noemt een enkeling
de entree moeilijk te vinden (aan de zijkant van het gebouw gesitueerd) en de
oriëntatie vrij lastig (slechte plaatsaanduiding). Ook de situering van de re-
ceptie (op de eerste etage) en de kombinatie van wachten en receptie in één
ruimte geeft aanleiding tot opmerkingen. Uitgedrukt in een rapportcijfer be-
draagt het eindoordeel gemiddeld 7.9.
· Veenendaal (De Driehoek)
Veel van de ruimten worden door de werkers als te klein ervaren. Dit geldt met
name voor de receptie/administratie, de wachtruimte en de onderzoekkamers. Ook
de ventilatie is onvoldoende, met als gevolg kondensvorming op het dak. Slechts
door twee personen is een 'rapportcijfer ' voor het gebouw als totaliteit gegeven,
resp. een 7 en een 8. De bezoekers vinden in meerderheid dat het gebouw goed be-
reikbaar is en goed gesitueerd (centraal, dicht bij de woningen, goede parkeer-
gelegenheid). De entree geeft enige problemen, vooral voor gehandicapten (op-
stap, twee deuren). Ook sommige bezoekers noemen de wachtkamer te klein. Over
de andere aan de orde gestelde aspekten zijn geen opmerkingen naar voren ge-
bracht. Het eindoordeel varieert van een 5 tot een 9, met een gemiddelde van
7.2.
· Zeist-West
De meeste werkers vinden een deel van de eigen werkruimten alsmede de algemene
ruimten (vergaderruimte, berging) te klein. Voorts zijn er problemen met de
- 183 -
De boiler staat te ver van de keuken, waardoor het water niet goed warm wordt.
Ondanks het ontbreken van een specifieke boxenruimte funktioneert het consul-
tatieburo goed (in de multi-funktionele ruimte). Rekening houdend met de po-
sitieve en negatieve punten varieert het eindoordeel van een 4 tot een 10, met
een gemiddelde van 7.0.
De meningen van de bezoekers lopen eveneens uiteen. De bereikbaarheid en toe-
gankelijkheid zijn geen probleem, maar veel bezoekers vinden de ligging van het
centrum in de wijk niet centraal genoeg. Sommigen vinden het gebouw onvoldoende
herkenbaar (het lijkt teveel op een Groene Kruisgebouw) of hebben problemen met
het vinden van de weg in het gebouw. De wachtruimte is te groot en biedt onvol-
doende privacy. Meer kleur zou volgens de geênqueteerden geen kwaad kunnen.
De eindscore varieert ook hier van een 4 tot een 10, met een gemiddelde van 7.6 .
. Amsterdam (Dirk van Nimwegen)
Verschillende ruimten worden door de werkers te klein genoemd. Dit geldt onder
meer voor de administratie (de receptie is goed), de wachtruimte, de koffie-
kamer en de berging. Het. maatschappelijk werk mist een eigen administratieruim-
te en een geschikte ruimte voor groepswerk. Het gebouw is te vol en het is tame-
lijk onoverzichtelijk. De indeling van de fysiotherapie is erg inefficient (veel
ruimteverlies). Er wordt dan ook aangedrongen op meer inspraak van de gebruiker
bij de indeling van het gebouw. In het gehele gebouw is de slechte geluidsiso-
latie en de gebrekkige klimaatbeheersing een probleem. Ook de daglichttoetre-
ding is onvoldoende. Het eindoordeel komt gemiddeld uit op 6.7. De bezoekers
vinden het gebouw te voet of per fiets goed bereikbaar en ook per openbaar
vervoer, doch met de auto matig tot slecht (weinig parkeerruimte). Het gebouw
ligt centraal in de wijk, de entree is gemakkelijk te vinden en de privacy en
het vinden van de weg geven evenmin aanleiding tot opmerkingen. Wel wordt enke-
le keren de gehorigheid als probleem genoemd. Het eindoordeel is erg positief,
gemiddeld scoort men een 8 .
. Amsterdam (Holendrecht - Noord en Zuid)
De meeste enqueteformulieren betreffen buurtpost Noord. De werkers ervaren ver-
schillende ruimten als te klein. Dit geldt b.v. voor de spreek/onderzoekkamer
van de huisartsen, die in feite ongeschikt is om meerdere mensen tegelijk te
ontvangen, mede doordat beide aktiviteiten in één ruimte zijn ondergebracht.
Sommige ruimten ontbreken zelfs geheel, zoals een ruimte voor een algemeen arts
of voor een verloskundige. De vier algemeen werkers' missen een eigen ruimte
voor de eerste opvang van patiënten, onderling overleg, systematisch opbergen
van spullen etc. De receptie is hiervoor te klein en te open. Ook de wachtruim-
te zou anders ingericht moeten worden, b.V. door met schotten meer intieme plek-
ken te kreëren. De wachtplek bij de wijkverpleging is veel te klein en kan daar-
door niet funktioneren als ontmoetingsplaats waar wachtende ouders ervaringen
kunnen uitwisselen. Bovendien is de ruimte te somber. Een fietsenstalling ont-
breekt eveneens. Fietsen worden nu binnen gestald, waar ze erg in de weg staan
en een rommelig beeld te zien geven. Diverse ruimten liggen geheel inpandig
en krijgen te weinig daglicht. De situering onder een flatgebouw geeft nogal
eens geluidoverlast en beperkt de vrijheid van indeling. Als eindoordeel scoort
men gemiddeld 5.8. Ook in buurtpost Zuid zijn verschillende ruimten te klein.
Zo moeten de wijkverpleegkundigen 'met drie vrouw sterk' een kleine ruimte
delen voor het bijhouden van de administratie e.d. Bovendien wordt hier drie-
maal per week consultatieburo gehouden. De aangrenzende behandeljonderzoekkamer
van de huisarts wordt dan als boxenruimte gebruikt. Omdat een eigen ruimte voor
de algemeen werkers ontbreekt wordt voor dit doel thans de koffiekamer gebruikt.
De bezoekers hebben niet altijd duidelijk aangegeven of hun oordeel buurtpost
Noord of Zuid betreft. In meerderheid vindt men de bereikbaarheid goed, hoewel
enkelen met de auto of per openbaar vervoer problemen ondervinden.
- 185 -
kanttekeningen is men over het gebouw als totaliteit goed te spreken. Ook de
- 186 -
bezoekers ZlJn overwegend positief. Het centrum is goed bereikbaar en ligt cen-
traal in de wijk, vlak bij het winkelcentrum. Wel geeft de entree problemen voor
mensen met kinderwagens en rolstoelgebruikers. Andere aan de orde gestelde as-
pekten hebben geen aanleiding gegeven tot opmerkingen. Als eindoordeel scoort
men gemiddeld 7.8.
· Krimpen aid IJssel
De werkers hebben de enqueteformulieren slechts summier ingevuld, zodat weinig
konklusies mogelijk zijn. De belangrijkste opmerkingen betreffen de te krappe
afmetingen van de spreekkamers (huisartsen, wijkverpleegkundigen, maatschappe-
lijk werkers) en van de assistentenruimten en het tekort aan bergruimte. Over
het gebouw als totaliteit oordeelt men positief, uitgedrukt in een rapport-
cijfer een 7 à 8 met een gemiddeld van 7.8. Over het algemeen zijn ook de
bezoekers tevreden over het gebouw. Het centrum ligt centraal in de wijk en
bovendien dicht bij de apotheek en het winkelcentrum. Te voet of per fiets is
het gebouw goed te bereiken, per openbaar vervoer is de bereikbaarheid redelijk
(dicht bij het centrum is een bushalte), per auto zijn er soms problemen.
(files, tekort aan parkeerplaatsen). De meeste ondervraagden achten het gebouw
duidelijk herkenbaar, met name door de in het oog lopende kleuren. De ingang
is gemakkelijk te vinden, zij het dat er geen sprake is van een duidelijke
hoofdingang en dat de entree die hier nog het meest voor in aanmerking komt
- de entree nabij de hoofdreceptie - niet aan de hoofdweg is gelegen. Men kan
gemakkelijk naar binnen, maar voor gehandicapten laat de toegankelijkheid te
wensen over (zware deuren). Binnen het centrum geeft het vinden van de weg geen
problemen en ook over de situering van de receptie noemt niemand klachten. De
enige klachten betreffen in feite de wachtruimten (gehorig, zou wat groter
kunnen, onpersoonlijk en kil ingericht) en de kleuren die gebruikt zijn.
Als eindoordeel wordt gemiddeld 7.5 gescoord.
· Meerkerk
Over de grootte van de ruimten ZlJn door de werkers slechts welnlg opmerkingen
gemaakt. De apotheek, de boxenruimte, het uitleenmagazijn en de berging/archief
blijken te klein te zijn. De behandelruimte is groot genoeg om er ook het labo-
ratoriumwerk in te kunnen verrichten, doch uit hygiënische overwegingen zou men
beide aktiviteiten liever scheiden. De fysiotherapeuten zouden graag wat dich-
ter bij de huisartsen gesitueerd willen zijn. Andere opmerkingen betreffen de
geringe daglichttoetreding en de onvoldoende ventilatie in de tandartsenruimte
en het feit dat in het gebouw zo wel nlg ramen open kunnen. Gemiddeld scoort
men als eindoordeel 7.4. Over het oordeel van de bezoekers zijn geen gegevens
beschikbaar.
· Noordwijk (Wantveld)
Volgens de werkers zijn verschillende ruimten te klein, zoals de behandelruimte
van de huisartsen en de vergaderruimte. De gemeenschappelijke wachtruimte voor
fysiotherapie en maatschappelijk werk bevalt slecht. Naast de gehorigheid lei-
den ook de looplijnen tot een gebrek aan privacy. Naar en van de spreekkamer
van het maatschappelijk werk moet men dwars door de wachtruimte. Door de fysio-
therapeut wordt gepleit voor een eigen pauzeruimte, welke tevens dienst zou kun-
nen doen als studieruimte en voor besprekingen. Afspraken worden nu gemaakt in
de ruimte van de huishoudelijke dienst. Volgens de bezoekers is het centrum
goed bereikbaar per fiets, auto of openbaar vervoer, maar laat de bereikbaar-
heid te voet te wensen over. De situering is evenmin optimaal. Weliswaar biedt
de ligging vlak bij het strand voor een badplaats voordelen, maar de excen-
trische ligging ten opzichte van het stadscentrum wordt duidelijk afgewezen.
- 187-
bezoekers is het gebouw te klein opgezet. Het eindoordeel varieert van een 4
tot een 9, met een gemiddelde van 6.8.
· Geldrop (Coevering)
De werkers ervaren verschillende ruimten als te klein, met name de ruimten van
de wijkverpleging, de tandartsen-unit, de behandelruimten van de fysiotherapie,
de koffiekamer en de berging. De fysiotherapie is bovendien slecht ingedeeld.
Een oefenzaaltje ontbreekt, er is onvoldoende daglicht en de geringe oppervlak-
te brengt veel geluidsoverlast met zich mee. De huisartsen-unit daarentegen be-
valt erg goed. Het eindoordeel van de werkers loopt uiteen van een 5 à 6 tot een
9, met een gemiddelde van 7.0. De bezoekers zijn over het algemeen erg tevreden
over het gebouw. Het centrum is goed bereikbaar en ligt centraal in de wijk,
dichtbij andere voorzieningen. Wel vindt men het gebouw weinig herkenbaar (het
heeft geen naambord en lijkt te veel op c.q. is weggestopt in het winkelcentrum).
De entree is niet voor iedereen gemakkelijk te vinden. Een enkeling brengt de
kleine ruimten bij de fysiotherapie en de afscheiding door middel van gordijnen
als negatieve punten naar voren, alsook de (te) lage temperatuur. De relatie
receptie-wachten is evenmin ideaal. Telefoongesprekken blijken in de wachtruimte
goed hoorbaar. Over het gebouw als totaliteit is men echter zeer tevreden en
gemiddeld wordt als eindoordeel 8.3 gescoord.
· Oss (D'n Iemhof)
Over de grootte van de ruimten zijn door de werkers wel nlg opmerkingen gemaakt.
Alleen de receptie/administratie en de als koffie/vergaderruimte in gebruik
zijnde wachtruimte van het kruiswerk worden erg klein genoemd. Over de indeling
en afwerking is men niet erg te spreken. Er is maar één behandelruimte, die
bovendien onvoldoende afgescheiden is van het laboratorium en geen goede relatie
heeft met de receptie. De geluidsisolatie is in het gehele centrum erg slecht
en in verschillende ruimten is sprake van onvoldoende daglichttoetreding. Al
met al is men niet erg tevreden en komt het eindoordeel gemiddeld uit op 5.2.
De weinige bezoekers die het enquêteformulier hebben ingevuld, vinden het ge-
bouw goed bereikbaar en de ligging in de wijk goed gekozen (centraal, dicht bij
andere funkties). De entree is volgens sommigen minder goed te vinden en ook
in het gebouwis volgens een bezoeker de bewegwijzering onvoldoende, mede in ver-
band met de koppeling aan het sociaal-kultureel centrum. Ook de gehorigheid
wordt als negatief punt genoemd. De drie bezoekers die een eindoordeel hebben
gegeven, scoren resp. een 3, een 7 en een 8.
· Hoensbroek-Noord
Volgens de werkers zijn verschillende ruimten te klein, met name de receptief
administratie, de kamer van de wijkverpleegkundige, de koffie/vergaderruimte
en de berging. Het laboratorium is daarentegen erg groot, doch met een te kleine
wachtruimte. Ook mist men bepaalde ruimten, b.v. een eigen administratieruimte
voor het maatschappelijk werk of een privé/pauzeruimte voor de wijkverpleegkun-
digen. Andere klachten zijn het gebrek aan privacy bij de (open) balie en in
het laboratorium, de gehorigheid in de CB-ruimten en de lange looplijnen, die
in een enkel geval dwars door de wachtruimte lopen (bij de aangebouwde huisart-
senruimten). De verwarming is slecht te regelen, in de keuken ontbreekt warm
water en in de onderzoekkamer van de verloskundige is helemaal geen water be-
schikbaar. De daglichttoetreding is in sommige ruimten onvoldoende, b.v. in de
behandelruimte. De rustige ligging van het centrum met veel groen er omheen
wordt zeer positief gewaardeerd. Ondanks de genoemde negatieve punten is men
over het gebouw als totaliteit niet ontevreden en wordt gemiddeld 6.9 gescoord.
De bezoekers oordelen overwegend positief over het gebouw. Het centrum is goed
berelkbaar (per openbaar vervoer matig),hetis centraal gelegen en gemakkelijk te her-
·-~-I
- 190 -
kennen. Ook de entree geeft geen problemen, zij het dat de deuren voor rolstoel-
gebruikers en mensen met kinderwagens vrij zwaar zijn. In het centrum kan men
gemakkelijk de weg vinden en ook aspekten als privacy of aankleding van het ge-
bouw roepen weinig reakties op. De 'rapportcijfers' voor het gebouw als totali-
teit lopen uiteen van een 6 tot een 10, met een gemiddelde van 7.4.
· Neerbeek
De werkers vinden verschillende ruimten te klein, met name in het huisartsenblok.
Een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte ontbreekt. Verder worden nauwelijks op-
merkingen gemaakt. Het eindoordeel bedraagt gemiddeld 7.2. De bezoekers vinden
het centrum goed bereikbaar, de ligging ervan is eveneens goed gekozen (centraal
in de wijk) en het gebouw is redelijk goed herkenbaar. Over de andere aan de
orde gestelde aspekten zijn geen bijzondere opmerkingen gemaakt. Het eindoordeel
bedraagt gemiddeld 8.1.
· Schinveld (Agewater)
De werkers vinden sommige ruimten te klein, zoals de tandartsenruimte en de ber-
ging. Ook mist men verschillende ruimten, b.v. een assistentenruimte of een ste-
rilisatieruimte in de apotheek. Bovendien zijn sommige ruimten nogal gehorig
(spreekkamer tandarts, kamers van het maatschappelijk werk) en is er niet overal
voldoende daglichttoetreding. De relatie receptie-wachten biedt te weinig priva-
cy. Toch is men over het gebouw als totaliteit redelijk tevreden, het eindoor~
deel varieert van een 6 tot een 8 met een gemiddelde van 7.2. De bezoekers vin-
den het gebouw goed bereikbaar en centraal gelegen. De herkenbaarheid laat te
wensen over (geen naamsaanduiding, alleen de apotheek is duidelijk herkenbaar)
en ook in het gebouw hebben sommigen moeite om de weg te vinden (verwijzingen
en naambordjes ontbreken). Een enkeling maakt een opmerking over de (te) lage
stoelen in de wachtruimte of het gebrek aan privacy. Al met al is men erg
enthousiast en het gemiddelde 'rapportcijfer' komt uit op 8.7.
· Venlo (Withuis)
De werkers vinden vooral de ruimten van de wijkverpleging en de receptiejadmini-
stratle te klein. Andere klachten betreffen de verkeerde plaatsing van deuren,
de gehorigheid van diverse ruimten, de onvoldoende daglichttoetreding en de on-
voldoende dakisolatie. Ondanks deze kanttekeningen is het eindoordeel positief,
gemiddeld scoort men 7.7. De bezoekers vinden het gebouw te voet en per fiets
goed bereikbaar, doch per auto of per openbaar vervoer maar matig. De lokatie
in de wijk is goed en de herkenbaarheid, toegankelijkheid en oriëntatie in het
gebouw geven evenmin aanleiding tot kanttekeningen. Gemiddeld geeft men als
eindoordeel 8.0.
7.
VERGELIJKENDE
ANALYSE · VAN DE
GEBRUIKERSERVARINGEN
---~------_.----
Inhoudsopgave Hoofdstuk 7
De vier case studies en de enquêtes in de overige centra hebben een goed in-
zicht gegeven in de positieve en negatieve kanten van verschillende bouwkundige
oplossingen. Door het voorleggen van indelingsvarianten bleek het voor de res-
pondenten goed mogelijk om voor- en nadelen van de eigen situatie aan te geven.
Uit de analyses van het bouwproces is bovendien veel duidelijk geworden over de
achtergrond en motivatie van de gekozen oplossingen en de problemen waar gebrui-
kers tegen aanlopen wanneer zij trachten een zo goed mogelijk gebouw te reali-
seren. In dit hoofdstuk worden de gebruikerservaringen nog eens beknopt samen-
gevat aan de hand van enkele hoofdthema IS. Samen met de resultaten van de ver-
gelijkende plattegrond-analyse van de vijftig eerder gedokumenteerde centra en
aanvullend literatuuronderzoek zullen deze gebruikerservaringen als basis dienen
voor het schrijven van het eindrapport.
- 192 -
~
Dimensi~ I Il III
gezondheidskundig gerichte hulpverlener- kliëntgerichte
verwijzing gerichte afstemming
afstemming
organisatiekundig maatschaps- koll egia 1e open organisatie
struktuur organisatie
sociaal- vakspecifiek/ professioneel kliënt- en
psychologisch autonoom geintegreerd/ buurtgericht
koll egiaa 1
verantwoordelijk
! J., !
Model I Model II Model III
Segmentale Professionele Buurtgerichte
afstemming afstenuning afstemming
- 194 -
- 195 -
Voor de bezoekers blijkt het niet zoveel uit te maken voor welk ruimte-
lijk concept gekozen wordt. Uit het gebruikersonderzoek is geen duide-
lijke voorkeur voor een specifiek gebouwtype naar voren gekomen. Zowel
centra van het 'centrale-hal-type' (alle werkruimten gegroepeerd rond
een centrale hal met gemeenschappelijke entree, wachten en receptie) als
centra die volgens het 'winkelcentrum-type' zijn opgezet (elke discipline
zijn eigen entree, wachtruimte en receptie) worden positief gewaardeerd.
Wel is een lichte voorkeur voor aparte wachtruimten per discipline ge-
constateerd (50% versus 42% met voorkeur voor een gemeenschappelijke
wachtruimte en 8% zonder voorkeur), doch de meeste patiënten zijn tevreden
- 196 -
··-l
met de bestaande situatie. Vooral een goede relatie tussen entree, receptie I
en wachtruimte blijkt belangrijk. Wanneer b.v. de receptie vanuit de entree
niet goed zichtbaar is voelt men zich bij binnenkomst vaak verloren en onzeker.
Een duidelijk bewegwijzering kan dit probleem slechts ten dele ondervangen.
Een ander belangrijk aspekt is de privacy. In de wachtruimte zijn de gesprekken
aan de balie soms letterlijk te volgen! Ook een gebrekkige geluidsisolatie leidt
tot onvoldoende privacy. Dragende wanden, dubbele deuren, geluidbuffers (b.v.
in de vorm van een tochtsluis of een intern gangetje) en grotere afstanden
kunnen veel ongemak wegnemen.
Sommige klachten zijn meer algemeen en niet gekoppeld aan een bepaald
gebouwtype. Dit geldt onder meer voor de vaak slechte toegankelijkheid
voor gehandicapten of ouders met kinderwagens (zware toegangsdeuren)
en de geringe herkenbaarheid van veel gebouwen als gezondheidscentrum,
of klachten over het kleur- en materiaalgebruik. Een andere veel voor-
komende klacht is het gebrek aan speelgelegenheid voor kinderen. Over de
bereikbaarheid van de centra en de ligging in de wijk (vaak centraal en
dicht bij andere voorzieningen) zijn de bezoekers over het algemeen zeer
tevreden.
7.4.1. Inleiding
Om inzicht te krijgen in de ruimtebehoefte van gezondheidscentra en een ant-
woord te vinden op de vraag, hoe groot een ruimte moet zijn gegeven zijn funk-
tie, is in bet onderhavige onderzoek gekozen voor een konfrontatie van de
werkelijke oppervlakten der ruimten met het oordeel van de gebruikers hierover.
Doel hiervan is te trachten patronen hierin te ontdekken, zodat binnen zekere
marges een indikatie voor de grootte per ruimte naar voren kan komen. Hoewel
deze methode veel informatie geeft kunnen er ook de nodige interpretatieproble-
men ontstaan. Een positief of negatief oordeel over de grootte van een bepaalde
ruimte kan immers door verschillende faktoren worden beinvloed.
a. Organisatie en inhoud van de funktie
De ruimtebehoefte hangt sterk samen met de inhoud van het takenpakket en de
organisatie van de aktiviteiten in ruimte en tijd. Zo wordt in het ene centrum
het laboratorium alleen gebruikt voor kleine verrichtingen en in een ander
centrum ook voor bloedprikken en ECG's. Soms is er een apart laboratorium en
soms vormt het laboratorium een afgescheiden hoekje van de behandelkamer of
- 197 -
Maquette Middelburg
Wachtruimte in
Maarssen
- 199 -
e. Subjektieve invloeden
Verschillen in beoordeling van oppervlakten van ruimten hangen niet alleen
samen met het aantal beschikbare m2 . Ook subjektieve faktoren zoals statusover-
wegingen of ervaringen met eerdere huisvestingssituaties kunnen de oordeelsvor-
ming - bewust of onbewust - beinvloeden. Alle eerder genoemde faktoren die in
het algemeen bij satisfaktie-onderzoek een rol spelen (zie hfdst. 1.4) kunnen
ook hier van invloed zijn.
- 200 -
de
van de behandelruimte aan de recep tie des te belan grijke r naarmate
Kerk-
assist enten meer bij het behandelen betrokken zijn, zoals b.v. in
volle dig
rade. In Middelburg daarentegen, waar de artsen de behandelingen
en
voor hun rekening nemen, is een direc te relat ie tussen recep tie
behandel-
behandelkamer niet noodzakelijk en is een gecombineerde onderzoek/
weer
kamer toege past. Omdat met name door de assist enten veel heen en
hillen de
gelopen wordt zijn in het algemeen korte loopl ijnen tussen de versc
duide lijke
ruimten gewenst. Uit het gebruikersonderzoek blijk t dan ook een
kamers
voorkeur voor direc te, intern e verbindingen van de spreek/onderzoek
imte(n),
met de recep tie/ad minis tratie , het laboratorium en de behandelru
rtsen
zodat een Istafzone kan ontsta an. Bij een toenemend aanta l huisa
l
Spreekkamer
m2 , 21 m2 (2x),
De spreekkamers in drie van de vier onderzochte cases - resp. 18
ervar en,
allen mét zitje - worden eerde r aan de ruime kant dan als te krap
2 voldoende
terwi jl de enige spreekkamer zonder zitje , groot 15 m , eveneens
k, anderen
groot blijk t te zijn. Sommige artsen achten een zitje noodzakelij
a blijk t dat
vinden het minder belan grijk. Uit de enquêtes in de overige centr
rs, die echte r
de meeste artsen tevreden zijn over de groot te van hun spreekkame
2 2
kwa oppervlakte sterk uiteenlopen (van 12 m tot meer dan 20 m ).
Onderzoekkamer en kleedruimte
2 m2 en
De onderzoekkamers in de vier onderzochte cases - resp. 8 m , 9
gevonden.
tweemaal 10 m2 - worden posit ief gewaardeerd en zeker niet te ruim
2 apart e
Uit de enquêtes komt een ondergrens van 7 à 8 m naar voren. Een
mer
kleedcabine vinden de meeste artsen niet nodig, mits de onderzoekka
en.
groot genoeg is om d.m.v. een gordijn een kleedhoekje af te scheid
Behandelruimte
Het oordeel over de behandelruimte loopt erg uiteen. Soms ontbreekt een
behandelruimte zonder dat dit problemen geeft, doordat de desbetreffende
huisarts alle behandelactiviteiten zelf verricht in zijn/haar onderzoek-
kamer. In andere gevallen is een kamer van 15 m2 nog niet groot genoeg,
waarschijnlijk doordat deze slecht is ingedeeld of doordat teveel artsen
hier tegelijkertijd gebruik van moeten maken. Zowel grootte als aantal zijn
dus belangrijk.
- 202 -
Uit de enquêtes komt een minimum van 10 à 12 m2 per ruimte naar voren.
Bij vier of meer artsen lijkt een tweede behandelkamer of een extra grote
behandelruimte die door twee personen tegelijk gebruikt kan worden nood-
zakelijk.
Laboratori urn
Ook het oordeel over de grootte van het laboratorium geeft een gespreid
beeld te zien. In Middelburg zijn hiervoor nauwelijks m2 gereserveerd
(het lab maakt onderdeel uit van de rec/adm-ruimte) zonder dat dit veel
problemen geeft. De kritiek richt zich hier meer op de weinig aantrekke-
lijke combinatie van keuken en lab in één ruimte. In Kerkrade is evenmin
een apart laboratorium aanwezig. Het hiervoor gereserveerde plekje in de
behandelkamer à ca 6 m2 blijkt voldoende. Deze zelfde maat is gehanteerd
in Maarssen en daar blijkt dit juist voldoende te zijn, terwijl het
laboratoriumgedeelte in Blaricum (ook al ca 6 m2) qua grootte geen pro-
blemen oplevert.
Dit zou tot de conclusie kunnen leiden dat als vuistregel ca 6 m2 kan
worden aangehouden, ware het niet dat in een viertal andere centra de
laboratoriumruimte van resp. 7 m2 , 8 m2 , 11 m2 en 15 m2 als te klein wordt
ervaren. Voorzichtigheid blijft dus geboden.
Bergruimte
Over deze ruimte valt weinig méér op te merken dan dat hierover zeer veel
klachten worden geuit. De ruimtebehoefte is echter moeilijk in m2 uit te
- 203 -
drukken, omdat in het ene geval een aparte bergruimte nodig is en in een
ander geval met een ruime kast volstaan kan worden. Daarom is een
preciezer inzicht nodig in de aard en hoeveelheid van het 00 te bergen
materiaal.
- 204 -
m als
gewenst. Het binnen kunnen stalle n van de kinderwagens wordt unanie
aast
noodzaak beschouwd. Buiten zou de wagen te veel afkoelen en daarn
heid en
besta at de kans op diefs tal of vandalisme. Uit oogpunt van veilig
hygiëne is een opste lling buiten de wachtplek gewenst.
cases
Een verge lijkin g van de beschikbare ruimte in de vier onderzochte
en het oordeel hierover geeft het volgende beeld te zien.
beschikbare
aantal wv ruimte oordeel wv
ruimte
Samen met de gegevens uit de enquêtes kan het gebruikersoordeel per
als volgt worden samengevat.
Boxenkamer
In de beoordeelde centra varieert de boxenruimte van slechts 10 m2 tot 40 m2
met een enkele uitschieter naar boven, zoals in Ede (63 m2 ) of Hoensbroek
(inklusief wachten en circulatie 72 m2 ). Vaak zijn dit soort grote boxen-
ruimten tevens gepland als ruimten voor groepsaktiviteiten. De ruimtebehoefte
hangt uiteraard sterk samen met het aantal boxen c.q. het aantal kinderen
dat gelijktijdig op het consultatieburo komt. Bijna eenderde van de respon-
denten vindt de boxenruimte te klein, doch vanaf ca. 25 m2 neemt het aantal
klachten aanzienlijk af.
- 206 -
beschikbare
aantal mw werkruimte beoordeling door mw
Ook uit de enquêtes in de andere centra komt het beeld naar voren dat
de spreekkamers veelal groot genoeg zijn, hoewel toch nog altijd 1 op
de 5 respondenten zijn/haar kamer te klein vindt: Er is geen duidelijke
ondergrens naar voren gekomen - zelfs een ruimte van 10 m2 wordt door
sommigen nog als voldoende groot ervaren - doch dit kan samenhangen met
het feit dat men, indien gewenst, naar andere ruimten kan uitwijken.
Het áántal spreekkamers is echter in veel gevallen te klein, vooral als
er ook stagiaires gebruik van moeten maken. De behoefte aan een aparte
administratieruimte is slechts een enkele keer naar voren gebracht.
- 207 -
7.4.5. Fysiotherapie
Door de verschillende wijzen van werken, die men bij de fysiotherapie tegen-
komt loopt ook het benodigd ruimtegebruik en de indeling van de fysioprak-
tijk vaak sterk uiteen.
Zo blijkt, dat in sommige centra de fysiotherapie de entree, de receptie en
het wachten gemeenschappelijk heeft met de andere disciplines, evenals de
stafruimte. In andere centra beschikt fysiotherapie over een geheel zelf-
standige unit met eigen entree en eigen wachtplekken. Wat de interne diffe-
rentiatie betreft, blijkt dat in sommige centra de fysiopraktijk beperkt
blijft tot één, al dan niet onderverdeelde behandelruimte en in andere ge-
vallen elke fysiotherapeut de beschikking heeft over eigen behandelruimten.
kleedcabines met daarnaast het gemeenschappelijk gebruik van kantoorjadmi-
nistratieruimte, oefenruimte e.d. (t.b.v. alle fysiotherapeuten).
Het oordeel over het aantal ruimten, de grootte en de situering is eveneens
sterk afhankelijk van de werkwijze en de aktiviteiten, die in een bepaalde
ruimte worden verricht. De praktijk wijst uit, dat sommige werkruimten, die
op zich niet al te ruim zijn (6 à 7 m2 ) geen reden geven tot klachten, door-
dat zij b.V. alleen als massageruimte in gebruik zijn, terwijl andere veel
grotere ruimten daarentegen, die behalve als behandelruimte ook als oefen-
ruimte en spreekkamer dienstdoen, wel aanleiding geven tot klachten.
Illustratief in dit verband is de variatie in beschikbare ruimte, de in-
deling en het oordeel hierover in de drie onderzochte cases.
De drie onderzochte centra (in Kerkrade is binnen het centrum geen fysio-
praktijk gevestigd) laten duidelijk zien hoe indeling en ruimtebehoefte in
sterke mate worden bepaald door de uitgangspunten en de werkwijze van de
fysiotherapeut. In Blaricum ligt het accent vooral op de individuele zorg
en aandacht voor de patiënt. Dit betekent, dat men voorstander is van een
kleine, overzichtelijke praktijk met een dienovereenkomstige grootte van
het patiëntenbestand, waarbij men zijn patiënten persoonlijk kent. Ruimte-
lijk is dit vertaald in de behoefte aan een aparte behandelkamer per fysio-
therapeut met nooit meer dan één patiënt gelijktijdig in behandeling. In
Middelburg is veel meer sprake van een bedrijfsmatige aanpak. Niet alleen
door het grote aantal fysiotherapeuten, dat hier werkzaam is, maar ook
doordat het patiëntenbestand uit relatief veel jonge mensen en kinderen
is opgebouwd. De klachten zijn daardoor vooral fysiek van aard, terwijl
de behoefte aan psycho-sociale zorg minder groot is. Aan de ruimtelijke
inrichting is dit af te lezen door de aanwezigheid van een zestal kleine
behandelcabines, van elkaar gescheiden d.m.V. gordijnen. die zowel voor
massage als UKG-behandeling kunnen worden gebruikt en in een grotere ruimte
- 208 -
Behandelruimte
Het aantal en de grootte van de behandelruimten in de drie onderzochte centra
en ook de functie hiervan loopt sterk uiteen. Middelburg kent een aantal klei-
ne behandel cabines (de kleinste die zijn aangetroffen) met een oppervlakte van
elk 4,5 m2 . De behandeling beperkt zich hier tot massage of UKG, loopoefeningen
en individuele of groepstherapie geschieden elkders.
Blaricum bevat 2 behandelkamers met een oppervlakte van resp. 23 m2 en 24 m2
die tevens in gebruik zijn als oefenruimte en t.b.v. de administratie. In
- 209 -
Kleedcabines
In Dauwendaele ontbreekt kleedruimte t.b.v . patiënten, doch dit wordt niet
als een probleem ervaren . In Blaricum is het mogelijk om een hoek van de
behandelruimte d.m.v. een gordijn als kleedruimte af te scheiden, al naar
behoefte.
In Maarssenbroek bezit men per behandelkamer 2 extern gelegen kleedcabines
(opp. 1,5 m2 ). De grootte voldoent, al zijn de cabines voor rolstoelgebrui-
kers te klein. In de praktijk vormt dit evenwel geen probleem, omdat men in
voorkomende gevallen van de behandelkamer gebruik maakt. De aanwezigheid
van 2 cabines per behandel unit acht men wat overdreven.
Verrijdbare apparatuur is ook een mogelijkheid, doch als nadeel noemt men
dat dit nogal zwaar is. Bovendien leidt het ertoe dat men dan een behandel-
cabine als UKG-ruimte moet gebruiken (Middelburg).
Overigens werken niet alle fysiotherapeuten frequent met UKG-apparatuur.
Daarom acht men b.v. in Blaricum afzonderlijke UKG-apparatuur per fysio-
therapeut niet noodzakelijk en bovendien te kostbaar.
Keuken
In Blaricum en Maarssenbroek is een keukentje aanwezig. Behalve dat deze
ruimte wordt gebruikt voor het zetten van koffie, thee e.d. en vaak ook
fungeert als ontmoetingsplaats waar de informele contacten plaatsvinden,
doet deze ruimte tevens dienst als paraffinekeuken. Een combinatie van
beide functies bevalt goed en geeft geen aanleiding tot klachten.
Oefenruimte
Individuele oefentherapie vindt soms plaats in de behandelruimte of op de
gang en soms in een aparte ruimte, de oefenruimte, die tevens voor groeps-
behandeling gebruikt kan worden.
Blaricum beschikt niet over een aparte oefenruimte. Alle voorkomende fysio-
therapeutische oefeningen vinden plaats in de behandelruimte en voor loop-
oefeningen wijkt men uit naar de gang. Middelburg en Maarssenbroek daaren-
tegen hebben wel de beschikking over een aparte oefenzaal van resp. 18 m2
en 62 m2 • In Middelburg is men tevreden over de grootte, maar voor loopoe-
feningen is de ruimte te kort.
Omdat er ook individuele behandeling plaatsvindt is de privacy van de pa-
tiënt onvoldoende gewaarborgd. Vandaar, dat een oefenruimte vooral aantrek-
kelijk is, wanneer de mogelijkheid bestaat tot opsplitsing (m.b.v. een
schu i fwand) .
Maarssenbroek beschikt over één van de grootste oefenzalen in den lande.
De fysiotherapeuten zijn zeer te spreken over de ruimte, ook qua situering.
De oefenruimte is buiten de praktijkruimten om te bereiken, zodat groepen
zonder anderen te storen van deze ruimte gebruik kunnen maken.
Helaas is uit de enquêtes in de niet-geselekteerde centra vrijwel geen infor-
matie naar voren gekomen over het oordeel van de oefenruimte (de oefenruimte
kwam niet voor in het lijstje van te beoordelen ruimten). In één centrum
noemt men het ontbreken van de oefenruimte een duidelijk gemis, terwijl in
een ander centrum naar voren wordt gebracht, dat een vrij gebruik van de
oefenruimte onmogelijk is, omdat deze onder het kruiswerk ressorteert.
- 211 -
Spreekkamer/administratie/receptie
Een aparte spreekkamer komt in de drie onderzochte centra niet voor. Ge-
sprekken worden in de meeste gevallen gevoerd in de behandelruimte. Zoals
in Blaricum, waar ook de administratie in de behandelruimte wordt gevoerd.
Men is hier de mening toegedaan, dat een aparte spreekkamer ook niet echt
noodzakelijk is. In de beide andere centra is wel een kantoorruimte (Middel-
burg) of een sekretariaatsruimte (Maarssenbroek) aanwezig. In Middelburg
fungeert het kantoor (18 m2 ) als verblijfsruimte voor 7 fysiotherapeuten.
Men vindt de ruimte juist voldoende voor de opvang van patiënten, koffie-
drinken, praatje maken, maar als vergaderruimte of als eetruimte (lunch-
pauzes) zou hij groter moeten zijn. In Maarssenbroek zijn het sekretariaat
annex administratie èn het wachten in éen ruimte ondergebracht van 13,5 m2 .
Toch voldoet de ruimte, dank zij een goed werkrooster, waardoor nooit te-
veel mensen c.q. wachtenden tegelijkertijd aanwezig zijn.
Een direkte relatie tussen entree (c.q. wachten) en receptie wordt belang-
rijk gevonden. Fysiotherapeuten werken bijna altijd op afspraak. Geschiedt
dit telefonisch dan doen zich uiteraard geen problemen voor, maar bij mon-
delinge afspraken zijn er dikwijls klachten, dat dit storend werkt op de
aanwezige patiënten. Vandaar dat men in Maarssenbroek niet meer met monde-
linge afspraken werkt. In Middelbrug ervaart men het ontbreken van een di-
recte relatie tussen wachten/entree en kantoor (waar de afspraken worden
vastgelegd) als een bezwaar. Patiënten moeten om bij het kantoor te komen
eerst de ruimte passeren, waar loopoefeningen worden gegeven. Vandaar dat
men overweegt om een directe verbinding tussen de beide ruimten te maken.
- 213 -
7.5. Slotbeschouwing
Zoals eerder gezegd zullen de resultaten van het gebruikersonderzoek in het
eindrapport gebruikt worden om de richtlijnen uit het Advies vande Subcommissie
Accommodatiebeleid stuk voor stuk te toetsen aan de praktijk en waar nodig
bij te stellen of aan te vullen. Hier zal daarom volstaan worden met enkele
hoofdlijnen die (m.b.t. het Advies) uit het gebruikersonderzoek naar voren
zijn gekomen.
a. De praktijk geeft niet alleen een grote variatie te zien in werkelijk be-
schikbare oppervlakte, maar ook de ruimtebehoefte loopt sterk uiteen.
De gewenste ruimte hangt vooral af van het aktiviteiten pakket en de werk-
wijze - b.v. patiëntgericht versus het aksent op efficiëncy - en de plaat-
selijke omstandigheden (opbouw van het patiëntenbestand, aard van de pro-
b1emen) .
b. Niet alleen het totaal aantal beschikbare m2 maar vooral ook de ruimtever-
deling en de situering van de afzonderlijke ruimten t.O.V. van elkaar
blijkt bepalend te zijn voor het oordeel over de feitelijke en gewenste
ruimtelijke accommodatie. Dit geldt zowel op centrum-nivo als per werkge-
bied van de afzonderlijke disciplines. De indeling en inrichting van de
ruimten zijn eveneens erg belangrijk.
c. Ook de mogelijkheden tot gemeenschappelijk enjof meervoudig ruimtegebruik
blijken van groot belang voor het oordeel over de feitelijke en de gewenste
ruimtelijke accommodatie.
d. Het beschikbare aantal m2 per ruimte of in totaal (op centrum-nivo) wijkt
vaak sterk af van het aantal m2 , berekend volgens het Advies van de Sub-
commissie Accommodatiebeleid. Het oordeel over het aantal beschikbare m2
en de afwijking t.O.V. de richtlijn is echter niet altijd even konsistent.
Sommige ruimten die beneden een bepaalde richtlijn blijven, worden toch
positief gewaardeerd en omgekeerd.
Niettemin blijken sommige richtlijnen uit het Advies redelijk overeen te
stemmen met de gebruikerservaringen in de praktijk. Dit is b.v. het geval met
de spreekkamer en de onderzoekkamer van de huisartsen. Dit is ook niet ver-
wonderlijk, daar over deze ruimte reeds het nodige onderzoek is verricht
(zie De praktijkruimte van de huisarts, NHI, 1978). Bovendien is de funktie
van de ruimte weinig gekompliceerd. Andere richtlijnen daarentegen dienen
nader gepreciseerd en bijgesteld te worden. De gewenste grootte van een boxen-
kamer bijvoorbeeld is sterk afhankelijk van de plaatselijke situatie (aantal
kinderen c.q. boxen, aantal keren buro per week).
- 214 -
Bij het opstellen van m2-richtlijnen zou daarom niet alleen ingegaan moeten
worden op totaalmaten van ruimten, maar ook op de ruimtebehoefte van verschil-
lende funktie-elementen, b.v. het aantal m2 gebruiks- en circulatieruimte
voor het verrichten van kleine laboratoriumwerkzaamheden of de ruimte die
het afnemen van ECG's vergt. Uitgaande van het totale aktiviteitenpakket
C.q. funktieprogramma kan dan vervolgens het totale ruimteprogramma C.q.
de ruimtebehoefte worden bepaald, in het voorbeeld zowel van een laboratorium
dat alléén als bloedprikruimte wordt gebruikt maar ook van een laboratorium
waar zowel kleine verrichtingen als bloedprikken en ECG's plaatsvinden. Een
belangrijk voordeel van deze werkwijze zou bovendien zijn dat beter inge-
speeld kan worden op nieuwe ontwikkelingen. Goed onderbouwde en inzichtelijke
richtlijnen per funktie-element zijn vaak minder tijdgebonden dan het totaal
aantal m2 per ruimte en bij verschuivingen in het takenpakket of de werkwijze
kunnen nieuwe eisen beter uit de bestaande basisgegevens worden afgeleid.