Professional Documents
Culture Documents
Berekenen Van Oppervlakte Van Vlakke Figuren
Berekenen Van Oppervlakte Van Vlakke Figuren
Leerkracht: Braeken H.
Berekenen van de oppervlakte van vlakke figuren.
1.Rechthoek.
Kenmerken: alle hoeken zijn 90, tegenoverliggende zijden zijn even lang.
Opp = l x b .
2.Vierkant.
Kenmerken: alle hoeken zijn 90, alle zijden zijn even lang.
Opp = z x z
2
3. Driehoek.
Opp = b x h : 2.
4. Parallellogram.
Opp = b x h.
3
5. Cirkel.
= ongeveer 3,14.
Opp = r x r x .
4
6. Ruit.
Kenmerken: overstaande hoeken zijn even groot, alle zijden zijn even lang.
5
Bereken van elke opgave de oppervlakte.
Een driehoek met een basis van 5 cm en een hoogte van 4 cm.
Een parallellogram met een basis van 10 cm en een hoogte van 3 cm.
6
Een vierkant me een zijde van 6 cm.
Een rechthoek met een lengte van 13cm en een breedte van 80mm.
Een driehoek met een basis van 120mm en een hoogte van 1dm.
7
Een aantal vraagstukjes.
Een 2-euromunt heeft een diameter van 30 mm. Bereken de oppervlakte van de
bovenkant van de 2-euromunt.
8
Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder.
9
10
En nu even iets moeilijker.
De atletiekbaan hieronder bestaat uit twee rechte stukken die elk 80 meter lang
zijn en twee stukken die worden begrensd door twee halve cirkels.
De binnenste cirkel heeft een straal van 30 meter.
De baan is 10 meter breed.
11
Een verfblik heeft een diameter van 8 cm en is 10 cm hoog.
Om de hele zijkant van het blik zit een etiket.
Bereken de oppervlakte van dit etiket.
12
Oefenopgaven.
Bereken de oppervlakte van de volgende figuren, dit zijn figuren die we kennen:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
13
Bereken de oppervlakte van een willekeurige figuur:
Wanneer we goed kijken zien we rond het zwarte vlak vier driehoeken in het
kader.
14
De totale oppervlakte van het kader is:
1.
2.
3.
4.
15
Hier volgen nog een aantal oefeningen.
1.
2.
3.
4.
5.
16