Injecteren of medicatie berekenen

1. Mg/ml omzetten

Met deze formule kan je eenvoudig een mg/ ml die je hebt omzetten naar de mg of ml dat je moet
toedienen.

Vb. je hebt een ampul van 5 mg/ ml in voorraad en je moet 35 mg toedienen.

Als je dit in de formule zet dan:

35 mg = 7 ml

5 mg/ ml

Met de regel van 3: je hebt als gegevens

- in voorraad: 5 mg/ ml
- Toe te dienen: 35 mg

Je werkt in de regel van 3 dan met de mg want je hebt de begin- en

eindwaarde in mg:

5 mg 1 ml

:5

1 mg

X 35

35 mg
 Dan bereken je met dezelfde tussenstappen de ml:

5 mg 1 ml

:5

1 mg 0,2 ml

X 35

35 mg 7 ml

Een ander vb met de formule:

je hebt een ampul met een concentratie van 30 mg / 10 ml. Je moet 120 mg toevoegen aan
een infuus.

De formule werkt met onder de breuklijn aan mg/ ml dus moet je eerst de 30 mg/ 10 ml
omzetten naar 1 ml!

Dit kan met een deel van de regel van 3: je werkt dan met de ml want je moet van 10 ml naar
1 ml!

30 mg 10 ml

:10

3 mg 1 ml

Omgezet in de formule: 120 mg = 40 ml

3 mg/ ml

2. Injecteren: concentratie is een %- aanduiding

Zoals je hier merkt zal je een concentratie die uitgedrukt is in % eerst moeten omzetten naar een mg/
ml!

Vb je hebt een ampul in voorraad van 25 % en je moet 30 mg toedienen bij je zorgvrager.

Stap 1: omzetten van de %

Basis is 1 % = 10 mg per 1 ml

Dus: 25 % = 250 mg per ml

Stap 2: omzetten in de formule:

30 mg = 0,12 ml

250 mg/ ml

3. Injecteren is een IE/ ml aanduiding

Hier ga je de in plaats van met de mg in vorige formule werken met IE

Dit komt vb voor bij het toedienen van insuline. Stel dat je 18 IE actrapid moet toedienen uit een
ampul van 100 IE/ ml.

18 IE = 0,18 ml

100 IE/ ml

Je trekt dus 0,18 ml op uit de ampul actrapid. Dit kan je enkel doen met een spuit met kleine
onderverdeling vb een tuberculine- of insulinespuit. Kies je materiaal dus zorgvuldig uit!