Infuusberekeningen

Binnen deze module komt het perifeer infuus aan bod.

Niet enkel de theorie hierrond is belangrijk, het is nodig om de theorie te integreren in de praktijk
door te oefenen.

Echter, correct oefenen vraagt dat je ook vlot de doorloopsnelheden kan berekenen.

Hiervoor zijn de formules van druppelsnelheid met rolklem of druppelgestuurde pomp n met de
debietregelaar of volumetrische pomp de meest gebruikte.

Ga steeds eerst na of de doorloopsnelheid ingesteld wordt met dr/ m of je met ml/u moet werken!

Met een gewone trousse, zonder debietregelaar of pomp, bereken je de dr/ m.

Met een infuuspomp kan het zijn dat je deze instelt in dr/ m of ml/ u.

Een debietregelaar werkt altijd met ml/ u.

Enkele vbn.

1. Je moet 250 ml NaCL 0,9 % op 1 u geven.

Dr/ m: 250 ml x 20 dr = 5000 dr = 83,33 dr/ m

1 u x 60 min 60 min
 Ml/ u: 250 ml = 250 ml/ u
1u

2. 1 liter Glucose 5 % op 16 u:

Dr/ m: 1000 ml x 20 dr = 20000 dr = 20,83 dr/ m

16 u x 60 m 960 m

Ml/ u: 1000 ml = 62,5 ml/ u

16 u

3. 100 ml perfusalgan over 20 minuten:

Dr/ m: 100 ml x 20 dr = 2000 dr = 100 dr/ m

20 m 20 m

Let hier op! Je moet de tijd dat het infuus doorloopt berekenen op minuten want het
gaat over dr/ m. Echter, omdat je geen volledig uur hebt, noteer je onder de breuklijn
het aantal minuten!

Ml/ u: 100 ml = 333,33 ml/ u

0,3

Let hier op! Omdat je minder dan een uur doorlooptijd hebt, zet je de minuten om
naar een decimaal getal. 60 minuten delen door de 20 minuten doorloopsnelheid
maakt dat je op 0,3 komt.
Je deelt bij een dergelijke berekening de 60 minuten die in een uur gaan door het
aantal minuten dat het infuus moet lopen.

De overige formules die in het formuleboekje staan worden in bijzondere omstandigheden

toegepast, nl bij het toedienen van bloed of bij het gebruik van een burette (vaak in de pediatrie).