Sportpsychologie Inleiding H1 en Motivatie H2

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Sportpsychologie inleiding H1 en motivatie H2

Psychologie is de wetenschap van het gedrag

Sportpsychologie is dat deelgebied waarin gedrag in sportsituaties wordt bestudeerd

Cognitief-affectieve (mentale), biologische en sociale processen

Sportspecifieke kenmereken:
-leveren van zware lichamelijke inspanning
-vrijwillig opwerpen van hindernissen die het behalen van het doel moeilijker maken
-vrijwillig afzien, pijn lijden en risicos nemen
-veel inspanning tegen weinig materiele beloning
-optreden voor het oog van velen
-situaties opzoeken die makkelijk leiden tot negatieve emoties
-sterke wedijver

Stellen van doelen heeft bij een werknemer andere effecten dan bij een sporter
veel modellen en meetinstrumenten moeten specifiek voor de sport worden ontworpen omdat het
vaak moeilijk is te meten tijdens sportbeoefening

Sociale facilitatie: prestaties vaak beter wanneer andere mensen aanwezig zijn door arousal,
gebaseerd op de drivetheorie

Organisaties
ISSP http://www.issponline.org/
FEPSAC http://www.fepsac.com/

Ontwikkeling van de sportpsychologie


- Triplett (1898): aandacht op het verschijnsel sociale facilitatie: het verschijnsel dat prestaties vaak
beter zijn als ze worden geleverd wanneer er andere mensen aanwezig zijn.
- Griffith (rond 1925) : eerste praktijk psycholoog, wedstrijd specifiek trainen, eigen
sportpsychologische laboratoria - interesse minder/geen vervolg
- 1955: begin sportpsychologisch onderzoek
- 1965: International Society for Sport Psychology (ISSP)
- 1969: Europese Federatie voor Sportpsychologie (FEPSAC) - opkomst/ toename van het aantal
internationale wetenschappelijke tijdschriften op het gebied van de sportpsychologie
- In NL: tot 1985 weinig aandacht & negatief beeld.
Na 1985 ontwikkeling

Internationale sportpsychologie tijdschriften


- International Journal of Sport Psychology
- International Journal of Sport and Exercise Psychology
- Journal of Applied Sport Psychology
- The Sport Psychologist
- Journal of Sport & Exercise Psychology
-Psychology of Sport and Exercise
-Journal of Sport and Behavior
-Journal of clinical sport psychology
-International review of sport and exercise psychlogy
-Journal of imagery research in sport and physical activity
-Journal of sport psychology in action

Others:
Personality and individual differences
-journal of sports sciences
-percetual motor skills
-research quarterly of sport and exercise
-human movement science
-journal of human movement science
-journal of motor behaviour

Exercise psychology (inspanningspsychologie)


wat bepaald of iemand een actieve leefstijl heeft of niet?
Op welke manier kunnen mensen tot sporten aangezet worden?
Hoe kunnen mensen een leefstijl vasthouden?
Positieve effecten van regelmatig leveren van fysieke inspanning?

Onderscheid fysieke activiteit exercise en sport:


- Fysieke activiteit: lichaamsbeweging, skeletspieren, energiegebruik
- Exercise: gestructureerde fysieke activiteit (vaak met als doel gezondheid)
- Sport: gereglementeerde en gestructureerde fysieke activiteit

Mentale training Systematische leren en oefenen van mentale vaardigheden, bv.


- Omgaan met spanning
- Vasthouden concentratie
- Sturen emotie
- Gedachten controleren

In sportsituaties d.m.v. technieken, bv.


- Stellen van doelen
- Zelfspraak
- Werken met voorstellingen
- Ontspanning

-Om goed te presteren en plezier in sport te houden

Mentale begeleiding: alle activiteiten waarin bewust en systematisch aandacht wordt besteed aan
mentale aspecten van sportbeoefening

H2 motiavtie en sport

Motief, motivatie, behoefte en drijfveer

Motief: beweegreden; betrekkelijk stabiele eigenschappen van mensen die hen aanzetten tot
bepaalde gedragingen of activiteiten.
-prestatiemotief
-machtsmotief
-gezondheidsmotief

Motivatie: heeft betrekking op de toestand waarin iemand op een bepaald moment verkeerd. Een
toestand die aanzet tot een bepaald gedrag op dt moment.
Motieven zijn slechts een van de factoren die motivatie bepalen.
Motieven zijn permanent aanwezig maar komen pas onder specifieke omstandigheden tot uiting.

Behoefte:
-ontstaan bij een tekort; zuurstof, succeservaringen of aandacht

Drijfveer:
-het opheffen van behoeften kan een drijfveer vormen van gedrag

Doelgericht gedrag

Keuze van doel

Motivatie

Externe Interne
factoren factoren

-Sfeertje -gedachten
-weer herinneringen
-opmerkingen -motieven
-parcours -vermoeidheid

McClelland: spreekt liever over neiging tot handelen en motivatie is de toestand die resulteerd als
een motief wordt geactualiseerd. Afhankelijk van meerdere factoren gedrag
1. Prikkel leidt tot motief
2. Cognities (bijv. besef dat training nodig is voor plek in basisopstelling)
3. Vaardigheden
4. Mogelijkheden (geschikte accommodatie)
5. Gewoonten! Heel veel modellen zijn cognitieve modellen, maar een groot deel van ons gedrag
bestaat uit gewoonten

Motieven zijn nauw verbonden met doelen die iemand nastreeft en met de verwachtingen die de
persoon heeft over het kunnen bereiken van die doelen
- Avoidance-motieven: motieven die gericht zijn op het vermijden van bepaalde activiteiten
- Approach-motieven: motieven om ergens op af te gaan.

Bij vorming van motieven spelen leerprocessen een belangrijke rol: leren welke doelen belangrijk zijn
en waarbij een positieve uitkomst verwacht kan worden.

Motivatiepsychologie
Waarom doen mensen zichzelf een marathon aan?
Waarom kiezen mensen een bepaalde sport?
Waarom sporten sommige mensen en anderen niet?
Self Fetermination Theory SDT

Achievement Goal Theory AGT

HMIEM

AGT

Competentie
bekwaamheid

Taks goals, mastery goals, learning goals

Performance goals, ego involved goals

Resultaatdoelen

Table 2.4

Goal involvement
-task involvement / taak
-ego involvement / wedijver

Task and Ego orientation in Sport Questionnaire

Psychometrische eigenschappen

Perception of Succes Questionnaire

Wat wil/kun je bereiken met sport

Relaties wedijverorientatie en taakorientatie

Mastery of learning climate task involving climate

Performance climate ego-involving climate

Perceived motivational climate

Table 2.5

Leer vs resultaatklimaat

Leerklimaat faciliteren door: TARGET


1. Taks
2. Authority
3. Recognition
4. Grouping
5. Evaluation
6. Time

Prestatiemotief, aanzet om te laten zien wat de atleet kan -> approach doelen
faalangst, gedrag dat de kans op fallen verkleind -> avoidance-doelen

Bekwaamheid: Op basis van een vergelijking van de persoon met zichzelf OF op basis van een
vergelijking met anderen.

Figuur 2.11
Achievement goal theory

Self-directed
social approval

Orthogonal

Extreme sporten

Doodswens / overlevingsdrang

Identiteitscrisis

1. Om afstand te nemen van interne, negatieve gevoelens


2. Om emoties te ervaren waarvan de bron extern is, controle geeft een goed gevoel

In tegenstelling tot onplezierige gevoelens in het dagelijks leven kunnen deze tijdens extreme
sporten geduid worden en kan er invloed op uitgeoefend worden

Extreme sporters scoren hoger op scores die als indicatie kunnen dienen voor een gestoorde
emotionele regulering

Alexithymia
borderline

Sensation seeking adrenaline H6

Spanning beheersen zonderdat deze omslaat in angst

Opponent-process theory of acquired motivation


gevaar angst en afzien worden gezocht vanwege de positieve gevoelens die achteraf worden
ervaren(parachute sprong)

Tabel 2.6

Fundamentele psychologische behoeften:


competentie
verbondenheid met anderen
autonomie

You might also like