Professional Documents
Culture Documents
Sportpsychologie Inleiding H1 en Motivatie H2
Sportpsychologie Inleiding H1 en Motivatie H2
Sportpsychologie Inleiding H1 en Motivatie H2
Sportspecifieke kenmereken:
-leveren van zware lichamelijke inspanning
-vrijwillig opwerpen van hindernissen die het behalen van het doel moeilijker maken
-vrijwillig afzien, pijn lijden en risicos nemen
-veel inspanning tegen weinig materiele beloning
-optreden voor het oog van velen
-situaties opzoeken die makkelijk leiden tot negatieve emoties
-sterke wedijver
Stellen van doelen heeft bij een werknemer andere effecten dan bij een sporter
veel modellen en meetinstrumenten moeten specifiek voor de sport worden ontworpen omdat het
vaak moeilijk is te meten tijdens sportbeoefening
Sociale facilitatie: prestaties vaak beter wanneer andere mensen aanwezig zijn door arousal,
gebaseerd op de drivetheorie
Organisaties
ISSP http://www.issponline.org/
FEPSAC http://www.fepsac.com/
Others:
Personality and individual differences
-journal of sports sciences
-percetual motor skills
-research quarterly of sport and exercise
-human movement science
-journal of human movement science
-journal of motor behaviour
Mentale begeleiding: alle activiteiten waarin bewust en systematisch aandacht wordt besteed aan
mentale aspecten van sportbeoefening
H2 motiavtie en sport
Motief: beweegreden; betrekkelijk stabiele eigenschappen van mensen die hen aanzetten tot
bepaalde gedragingen of activiteiten.
-prestatiemotief
-machtsmotief
-gezondheidsmotief
Motivatie: heeft betrekking op de toestand waarin iemand op een bepaald moment verkeerd. Een
toestand die aanzet tot een bepaald gedrag op dt moment.
Motieven zijn slechts een van de factoren die motivatie bepalen.
Motieven zijn permanent aanwezig maar komen pas onder specifieke omstandigheden tot uiting.
Behoefte:
-ontstaan bij een tekort; zuurstof, succeservaringen of aandacht
Drijfveer:
-het opheffen van behoeften kan een drijfveer vormen van gedrag
Doelgericht gedrag
Motivatie
Externe Interne
factoren factoren
-Sfeertje -gedachten
-weer herinneringen
-opmerkingen -motieven
-parcours -vermoeidheid
McClelland: spreekt liever over neiging tot handelen en motivatie is de toestand die resulteerd als
een motief wordt geactualiseerd. Afhankelijk van meerdere factoren gedrag
1. Prikkel leidt tot motief
2. Cognities (bijv. besef dat training nodig is voor plek in basisopstelling)
3. Vaardigheden
4. Mogelijkheden (geschikte accommodatie)
5. Gewoonten! Heel veel modellen zijn cognitieve modellen, maar een groot deel van ons gedrag
bestaat uit gewoonten
Motieven zijn nauw verbonden met doelen die iemand nastreeft en met de verwachtingen die de
persoon heeft over het kunnen bereiken van die doelen
- Avoidance-motieven: motieven die gericht zijn op het vermijden van bepaalde activiteiten
- Approach-motieven: motieven om ergens op af te gaan.
Bij vorming van motieven spelen leerprocessen een belangrijke rol: leren welke doelen belangrijk zijn
en waarbij een positieve uitkomst verwacht kan worden.
Motivatiepsychologie
Waarom doen mensen zichzelf een marathon aan?
Waarom kiezen mensen een bepaalde sport?
Waarom sporten sommige mensen en anderen niet?
Self Fetermination Theory SDT
HMIEM
AGT
Competentie
bekwaamheid
Resultaatdoelen
Table 2.4
Goal involvement
-task involvement / taak
-ego involvement / wedijver
Psychometrische eigenschappen
Table 2.5
Leer vs resultaatklimaat
Prestatiemotief, aanzet om te laten zien wat de atleet kan -> approach doelen
faalangst, gedrag dat de kans op fallen verkleind -> avoidance-doelen
Bekwaamheid: Op basis van een vergelijking van de persoon met zichzelf OF op basis van een
vergelijking met anderen.
Figuur 2.11
Achievement goal theory
Self-directed
social approval
Orthogonal
Extreme sporten
Doodswens / overlevingsdrang
Identiteitscrisis
In tegenstelling tot onplezierige gevoelens in het dagelijks leven kunnen deze tijdens extreme
sporten geduid worden en kan er invloed op uitgeoefend worden
Extreme sporters scoren hoger op scores die als indicatie kunnen dienen voor een gestoorde
emotionele regulering
Alexithymia
borderline
Tabel 2.6