Professional Documents
Culture Documents
h2h1 3
h2h1 3
3
HOOFDSTUK 1 BEVOLKING
Leerdoelen:
Je weet het verschil tussen push- en pullfactoren.
Je begrijpt waarom mensen hun land soms ontvluchten.
Je weet vier categorien push- en pullfactoren: politieke, economische, sociale en
milieufactoren.
b Welke factoren zijn voor deze mensen vooral belangrijk: pushfactoren of pullfactoren?
Pushfactoren.
......................................................................................................................................
c Welke factoren zijn voor deze mensen het belangrijkst: politieke, sociale,
economische of milieufactoren?
Politieke factoren.
......................................................................................................................................
b Waarom kiezen vluchtelingen uit Libi en Tunesi juist voor deze bestemming?
Het is dichtbij.
......................................................................................................................................
3 Bekijk bron 2. Zoals het woord al zegt: bij een vestigingsoverschot vestigen zich meer
mensen in een gebied dan eruit vertrekken. Bij een vertrekoverschot is dat precies
andersom.
Veel mensen denken dat migranten van arme landen naar rijke landen gaan. Klopt dat,
volgens bron 2? Leg je antwoord uit.
Dat klopt voor een groot deel, maar niet helemaal. Vooral in Afrika zijn er veel
..........................................................................................................................................
arme landen waar veel migranten naartoe gaan. Dat komt meestal door geweld
..........................................................................................................................................
woongebied te verlaten.
......................................................................................................................................
b Geef een voorbeeld van een factor die je in het vertrekgebied met een plusje zou
kunnen aangeven.
Bijvoorbeeld: familie, vrienden, een huis.
......................................................................................................................................
8 Malmberg
2HV ANTWOORDENBLAD 1.3
HOOFDSTUK 1 BEVOLKING
6 De EU heeft een streng toelatingsbeleid voor immigranten van buiten de EU. Maar
migratie binnen de EU is juist gemakkelijker geworden. Bekijk de kaart Europa
Migratiesaldo op het kaartblad Europa Migratie.
a In welke richting verloopt de migratie binnen de EU vooral?
Van oost naar west.
......................................................................................................................................
c Welke soort migratiefactoren spelen vooral een rol bij de migratie binnen de EU?
Economische factoren.
......................................................................................................................................
7 Bekijk bron 4. Deze webpagina gaat over de multiculturele samenleving van Nederland.
Bestudeer dit artikel. Bekijk bron 5. Beantwoord nu de onderstaande vragen.
a Bekijk het blokkenschema in bron 4. Wat geeft elk blok aan?
Elk blok staat voor een land met het precieze aantal migranten afkomstig
......................................................................................................................................
b Uit welke drie landen zijn de meeste migranten in Nederland afkomstig volgens het
laatste jaar van het blokkenschema?
Turkije, Suriname en Marokko
......................................................................................................................................
laten overkomen uit hun land (gezinshereniging). Suriname was vroeger een
......................................................................................................................................
familie.
......................................................................................................................................
Malmberg 9