Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 14

Procesbeschrijving Configuratiebeheer (711-1)

Dit voorbeelddocument bevat een model voor een procesbeschrijving voor


Configuratiebeheer. Configuratiebeheer, ook wel omschreven als Configuration
Management, is n van de beheerprocessen uit de zogenaamde Information
Technology Infrastructure Library, afgekort als ITIL. ITIL is een gestructureerde
methode voor ICT-beheer. Let op, het is slechts n van de mogelijke
oplossingen voor het structureel inrichten van ICT-beheer.

Andere beheerprocessen waarvoor in dit handboek voorbeelddocumenten zijn


opgenomen zijn:
Wijzigingsbeheer (1012-1)
Incidentbeheer (1514-1).

Voor meer informatie over ITIL, zie http://www.itil.co.uk/.

1 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer
Inhoudsopgave

Procesbeschrijving Configuratiebeheer (711-1) 1


Inhoudsopgave 2
1 Algemeen 3
2 Invoeren nieuwe CIs 5
3 Beheer CBDB 8
4 Verificatie CBDB 12

2 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer
1 Algemeen

1.1 Inleiding
Om zeker te zijn dat alle componenten die deel uitmaken van de IT-
infrastructuur onder controle van de organisatie staan mogen alleen
geautoriseerde componenten deel uitmaken van de IT-infrastructuur en mogen
alleen goedgekeurde wijzigingen worden doorgevoerd in de
ConfiguratieBeheerDataBase (CBDB). Voor elk component dient in ieder geval
vastgelegd te worden wie er verantwoordelijk voor is, waar het zich bevindt en
welke relaties het heeft met de overige delen van de IT-infrastructuur.

Verondersteld wordt, bij uitvoering van alle procedures in dit hoofdstuk, dat de
onderstaande begrippen zijn ingevuld:
- Bereik van Configuratiebeheer
Wat is de reikwijdte van het verantwoordelijkheidsgebied van
Configuratiebeheer? Afgesproken kan worden om bijvoorbeeld ook
Configuratie-items (CIs) betreffende het volgende mee te nemen in de
CBDB: netwerksysteem, kwaliteitssysteem. Mogelijke CIs zijn dan
bijvoorbeeld: hub, router, handleiding, procedure, SLA, dienst.
- Detailleringniveau CBDB
Tot op welk niveau ga je componenten registreren? Afgesproken kan
worden om bijvoorbeeld ook CIs op een laag niveau uniek te registreren:
CPU, netwerkkaart.
- Attributen van CIs
Welke eigenschappen en kenmerken van een CI worden geregistreerd?
- Relaties tussen CIs
Welke relaties tussen CIs worden in de CBDB geregistreerd?

1.2 Doel proces


Dit proces heeft de volgende doelstellingen:
- Het onder controle brengen van de IT-infrastructuur.
- Het verzorgen van de informatievoorziening over de IT-infrastructuur. Alle
ITIL-processen maken gebruik van de gegevens die door
Configuratiebeheer worden beheerd.

1.3 Bereik proces


De volgende organisatorische eenheden kunnen inhoudelijk met het proces
Configuratiebeheer te maken krijgen:
- Werkplekondersteuning\configuratiebeheerder onderdeel van de
Servicedesk.
- Expertiseteams\configuratiebeheer specialist
- De klant.

De overige organisatorische eenheden leveren wel input voor het proces, maar
zijn er niet rechtstreeks bij betrokken.

3 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer
1.4 Input proces
Dit proces heeft de volgende input:
- Afwijkingen werkelijkheid op CBDB
- Goedgekeurde mutaties op de CBDB.

1.5 Activiteiten proces


De activiteiten van dit proces zijn als volgt:
- Identificatie van configuratie items
- Beheer van de configuratiebeheer database (CBDB)
- Statusbewaking van de configuratie items
- Verificatie van CBDB.

Deze activiteiten worden in de volgende hoofdstukken nader uitgewerkt.

1.6 Output proces


Dit proces heeft de volgende output:
- Informatie over CIs.

1.7 Relaties met andere processen


Dit proces heeft de volgende relaties met andere beheerprocessen:
- Beveiligingsbeheer:
In de CBDB worden ook CIs geregistreerd die bestaan uit
beveiligingsmiddelen, zoals een firewall of antivirusprogrammatuur.
Daarnaast bevat de registratie van een CI ook de beveiligingsclassificatie
van het CI.
- Incidentbeheer:
De informatie uit de CBDB ondersteunt bij het oplossen van incidenten.
Tevens kan gecontroleerd worden of iemand geautoriseerd is om met
bepaalde componenten te werken, aan welke componenten iemand
verbonden is, welke componenten in het verleden problemen gaven of
inmiddels veranderd zijn.
- Probleembeheer:
De CBDB geeft informatie over de componenten die de onderliggende
oorzaak kunnen vormen van een storing.
- Wijzigingsbeheer:
Elke wijziging in de IT-infrastructuur moet worden geautoriseerd via
Wijzigingsbeheer. Configuratiebeheer registreert de wijzigingen die
plaatsvinden op de componenten en wordt hierbij aangestuurd door de
overige operationele ITIL-processen.

4 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer
2 Invoeren nieuwe CIs

2.1 Doel
Om alle componenten van de IT-infrastructuur onder controle te brengen
moeten alle nieuwe CIs worden gedentificeerd en geregistreerd. Alle nieuwe
CIs moeten worden voorzien van een label met een identificatiecode.

2.2 Toepassingsgebied
Deze procedure is van toepassing op de gehele IT-infrastructuur en is geldig
vanaf het moment van levering van goederen, of identificatie van bestaande
nog niet geregistreerde CIs, tot het moment dat de CIs geregistreerd zijn en er
een melding van configuratiebeheer is uitgegaan dat het CI in productie kan
worden genomen.

5 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer
2.3 Stroomschema

Begin

Configuratie
beheer 0100

Melding identificatie nieuw CI

Configuratie
beheer 0200

Betreft het een nieuw


type CI?

Configuratie ja
beheer 0300

Invoeren nieuw type


nee
CI in CBDB

Configuratie
beheer 0400

CI invoeren in CBDB en
voorzien van identificatiecode

Configuratie
beheer 0500

Melding in produktie
nemen CI

Einde

6 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer
2.4 Inhoud stroomschema

0 10 0 Me l di ng i de nti fi c a tie nie uw CI


Configuratiebeheer krijgt van verschillende kanten meldingen van nieuwe CIs.
- Configuratiebeheer specialist. Nadat de configuratiebeheer specialist een
levering van goederen gecontroleerd heeft op juistheid en volledigheid
registreert hij/zij de CI-gegevens van deze goederen.
- Expertiseteams. Als er tijdens de dagelijkse werkzaamheden een CI
gesignaleerd wordt dat nog niet in de CBDB staat wordt dit gemeld aan de
configuratiebeheer specialist.

0 20 0 Be tre ft he t e en ni e uw ty pe CI ?
Indien het CI van een type (artikel) is, wat nog niet eerder is ingezet en waarvan
het type nog niet in de CBDB staat, dan moet beslist worden of het nieuwe type
CI in de CBDB ingevoerd wordt. In het geval van een levering bestaat het type
CI al, omdat bij een goedgekeurde bestelling het type CI al in de CBDB is
geregistreerd.
Zo ja, ga naar 0300. Zo nee, ga naar 0400.

0 30 0 I nv oe re n nie uw ty pe CI i n CBDB
Indien er sprake is van signalering van een nieuw type CI, dat al ingezet is, gaat
Configuratiebeheer bij Dienstenniveaubeheer na of dit nieuwe type
geautoriseerd is volgens afspraken. Mogen CIs van dit type volgens de
vastgestelde lijst met standaarden worden ingezet, of wordt de lijst indien nodig
aangepast? Indien dit is toegestaan wordt er een nieuw type in de CBDB
aangemaakt.

0 40 0 CI i nv oe re n in CBDB e n v oorzie n v an i de nti fic a ti ec ode


Het CI wordt door de configuratiebeheer specialist voorzien van een label
waarop een unieke identificatiecode staat. De CI gegevens worden in de CBDB
ingevoerd. Hierna wordt het CI gekoppeld aan het bijbehorende type in de
CBDB. Indien het CI relaties heeft met andere CIs worden deze koppelingen
vastgelegd.

0 50 0 Me l di ng i n produc ti e ne me n CI
- In het geval van levering van gebruikersgoederen (printers en dergelijke)
geeft de configuratiebeheer specialist van het expertiseteam
Werkplekondersteuning aan de betrokken specialisten door dat de
aangevraagde CIs ingevoerd zijn. Het CI kan in productie worden
genomen en genstalleerd bij de gebruiker.
- Voor overige goederen geldt dat de betrokken specialisten door de
configuratiebeheer specialist op de hoogte worden gesteld.

7 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer
3 Beheer CBDB

3.1 Doel
Na identificatie en registratie van nieuwe CIs mogen alleen geautoriseerde
wijzigingen op deze geregistreerde CIs plaatsvinden. Configuratiebeheer voert
op gestructureerde wijze wijzigingen in de CBDB door. Dit betreft zowel
vervangingen, aanpassingen als verwijderingen. Het is de taak van
Configuratiebeheer om alleen wijzigingen op de IT-infrastructuur toe te staan
die via Wijzigingsbeheer zijn geautoriseerd.

3.2 Toepassingsgebied
Deze procedure is van toepassing op de gehele IT-infrastructuur en is geldig
vanaf het moment dat een al geregistreerde CI gewijzigd wordt, tot het moment
dat de wijziging geregistreerd is.

8 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer
3.3 Stroomschema

Begin

Expertiseteams
0100

Melding wijziging op de IT-


infrastructuur

Configuratie
beheer 0200

Ontstaat er een
nieuw type CI?

Configuratie ja
beheer 0300

Invoeren nieuw type


nee
CI in CBDB

Configuratie
beheer 0400

Wijzigen CI in CBDB

Configuratie
beheer 0500

Aanpassen relaties en
gerelateerde
CI's in CBDB

Configuratie
beheer 0600

Melding wijziging is
geregistreerd in CBDB

Einde

9 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer
3.4 Inhoud stroomschema

0 10 0 Me l di ng wi j zi gi ng op de I T-i nfra s truc tuur


Wijzigingen op CIs kunnen door verschillende functionarissen en als gevolg
van verschillende oorzaken aan Configuratiebeheer gemeld worden,
bijvoorbeeld:
- De Servicedesk is een incident aan het oplossen en constateert een fout in
de CBDB.
- Een Expertiseteam voert een wijziging door om een incident of bekend
probleem op te lossen.
- Een Expertiseteam voert een nieuwe release van een applicatie door.
- De leverancier heeft enkele PCs verhuisd, afgevoerd of vanuit het magazijn
bij een gebruiker geplaatst.
De wijziging moet goedgekeurd zijn door Wijzigingsbeheer. In het geval van
standaardwijzigingen kan van goedkeuring worden uitgegaan. De uitvoerder
van een wijziging controleert of er mogelijk ook andere CIs wijzigen als gevolg
van een door hem gemaakte aanpassing in de IT-infrastructuur.

0 20 0 O nts ta a t er ee n nie uw ty pe CI ?
Indien er als gevolg van de wijziging een CI van een type (artikel) ontstaat, wat
nog niet eerder is ingezet en waarvan het type nog niet in de CBDB staat, dan
moet eerst het nieuwe type CI in de CBDB ingevoerd worden.
Zo ja, ga naar 0300. Zo nee, ga naar 0400.

0 30 0 I nv oe re n nie uw ty pe CI i n CBDB
Configuratiebeheer gaat bij Dienstenniveaubeheer na of dit nieuwe type
geautoriseerd is volgens afspraken. Mogen CIs van dit type volgens de
vastgestelde lijst standaard worden ingezet? Indien dit is toegestaan wordt er
een nieuw type in de CBDB aangemaakt.

0 40 0 Wi j zi ge n CI i n CBDB
Configuratiebeheer verifieert of de wijziging goedgekeurd is door
wijzigingsbeheer. De CIs worden in de CBDB aangepast a.d.h.v. de aanmelder
ontvangen gegevens, zodat de CBDB weer overeenkomt met de fysieke situatie
van de CIs. Als gevolg van de wijziging kan het mogelijk zijn dat de status van
een CI in de CBDB moet worden veranderd.

10 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer
0 50 0 Aa npa ss e n re l a tie s en ge re l a te e rde CI s i n CBDB
Wijziging op een CI kan de gegevens van andere CIs, of de koppeling met
andere CIs veranderen. Dit moet door de melder doorgegeven worden. Omdat
dit vaak moeilijk door de aanmelder te bepalen is controleert de
configuratiebeheer specialist ook zelf a.d.h.v. de CBDB of er nog andere
koppelingen of CIs moeten worden aangepast. De configuratiebeheer specialist
voert deze wijzigingen in de CBDB door onder vermelding van de
wijzigingsdatum.

0 60 0 Me l di ng wi j zi gi ng is ge re gis tre e rd i n CBDB


De Configuratiebeheer specialist geeft aan de aanmelder door dat de wijziging
in de CBDB is doorgevoerd. Tevens deelt Configuratiebeheer specialist mee of
er andere CIs of koppelingen zijn aangepast.

11 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer
4 Verificatie CBDB

4.1 Doel
Een activiteit binnen Configuratiebeheer bestaat uit het zorgdragen voor de
actualiteit van de CBDB. Het kan gebeuren dat er iets aan de IT-infrastructuur is
gewijzigd zonder dat Configuratiebeheer daarvan op de hoogte werd gesteld.
Om de actualiteit van de gegevens in de CBDB te garanderen is het
noodzakelijk de gegevens te verifiren met de werkelijkheid.

De verificatie vindt op continue basis en op geplande basis plaats:


- Op continue basis. Tijdens de dagelijkse werkzaamheden kunnen door de
expertiseteams afwijkingen worden geconstateerd. De Servicedesk kan
bijvoorbeeld tijdens het oplossen van een incident constateren dat de
CBDB afwijkt van de werkelijkheid.
- Op geplande basis. Indien uit het grote aantal gerapporteerde opgemerkte
afwijkingen blijkt dat de betrouwbaarheid en volledigheid van de CBDB
tekortschiet kan besloten worden om op een bepaalde datum een
verificatieslag uit te gaan voeren op (een deel van) de IT-infrastructuur.

4.2 Toepassingsgebied
Deze procedure is van toepassing op alle expertiseteams van de stafdienst I&T
en de klant en vindt plaats op continue basis.

Een besluit tot geplande verificatie kan echter op willekeurige momenten


genomen worden. Deze procedure is dan geldig vanaf het moment dat besloten
wordt een verificatieslag uit te gaan voeren, tot het moment dat alle afwijkingen
van de CBDB met de werkelijkheid in de CBDB verwerkt zijn.

12 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer
4.3 Stroomschema

Begin

Expertiseteams 0100

Uitvoeren continue
of geplande verificatie

nee
Expertiseteams
0200
Afwijking CBDB met
werkelijkheid of einde
geplande verificatie?

Expertiseteams ja
0300

Rapporteer afwijking

ja Expertiseteams
0400

Analyseer afwijking

Expertiseteams
0500

Doorvoeren wijziging volgens


procedure 2.2.2
"Beheer CBDB"

Expertiseteams
0600
Betreft het een
continue of niet
afgeronde geplande
verificatieslag?

Configuratie
nee

beheer 0700

Rapporteer resultaten
geplande verificatie

Einde

13 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer
4.4 Inhoud stroomschema

0 10 0 Ui tv oe re n c onti nue of ge pl a nde v eri fi ca ti e


De in de CBDB geregistreerde gegevens worden vergeleken met de
werkelijkheid.
- Tijdens de dagelijkse werkzaamheden kunnen door de expertiseteams
afwijkingen worden geconstateerd
- (Ingehuurde) leden van de expertiseteams zijn in een afgebakende periode
bezig met een geplande verificatieslag waarin een groot aantal CIs worden
gecontroleerd. Configuratiebeheer cordineert dit.

0 20 0 Afw ij k i ng CBDB me t w erke l i jk he i d of ei nde ge pl a nde


v eri fi ca ti e ?
- Als geconstateerd wordt dat de geregistreerde gegevens afwijken van de
werkelijke situatie, ga dan naar 0300. Zo nee, ga naar 0100.
- Als de geplande verificatie beindigd is (alle te verifiren CIs zijn
vergeleken), ga dan naar 0300. Zo nee, ga naar 0100.

0 30 0 Ra pporte e r afw i jk i ng
De geconstateerde afwijking worden door de expertiseteams doorgegeven aan
Configuratiebeheer.

0 40 0 Anal ys e e r a fw ij k i ng
Configuratiebeheer analyseert de afwijking om te achterhalen wat de oorzaak
is. Als de oorzaak bekend is kunnen maatregelen worden genomen om
herhaling van een afwijking te voorkomen.

0 50 0 Doorv oe re n w i j zi gi ng v ol ge ns Be he e r CBDB
De wijziging wordt doorgevoerd volgens Beheer CBDB (zie hoofdstuk 2).

0 60 0 Be tre ft he t e en c onti nue of nie t a fge ronde ge pla nde


v eri fi ca ti e sl a g?
- Als het een continue afwijking betrof, ga dan naar 0100.
- Als de geplande verificatieslag nog niet is afgerond, ga dan naar 0100.
Zo nee, ga naar 0700.

0 70 0 Ra pporte e r re s ul ta te n ge pla nde ve ri fic a tie


Configuratiebeheer rapporteert aan de klant over de afwijkingen die de
geplande verificatie heeft opgeleverd.

14 / 14 versie 1.0 11 aug 09 Handboek NEN7510


7.1.1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer

You might also like