Professional Documents
Culture Documents
0711-1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer Aangepast Voor Apothekers
0711-1 Procesbeschrijving Configuratiebeheer Aangepast Voor Apothekers
1.1 Inleiding
Om zeker te zijn dat alle componenten die deel uitmaken van de IT-
infrastructuur onder controle van de organisatie staan mogen alleen
geautoriseerde componenten deel uitmaken van de IT-infrastructuur en mogen
alleen goedgekeurde wijzigingen worden doorgevoerd in de
ConfiguratieBeheerDataBase (CBDB). Voor elk component dient in ieder geval
vastgelegd te worden wie er verantwoordelijk voor is, waar het zich bevindt en
welke relaties het heeft met de overige delen van de IT-infrastructuur.
Verondersteld wordt, bij uitvoering van alle procedures in dit hoofdstuk, dat de
onderstaande begrippen zijn ingevuld:
- Bereik van Configuratiebeheer
Wat is de reikwijdte van het verantwoordelijkheidsgebied van
Configuratiebeheer? Afgesproken kan worden om bijvoorbeeld ook
Configuratie-items (CIs) betreffende het volgende mee te nemen in de
CBDB: netwerksysteem, kwaliteitssysteem. Mogelijke CIs zijn dan
bijvoorbeeld: hub, router, handleiding, procedure, SLA, dienst.
- Detailleringniveau CBDB
Tot op welk niveau ga je componenten registreren? Afgesproken kan
worden om bijvoorbeeld ook CIs op een laag niveau uniek te registreren:
CPU, netwerkkaart.
- Attributen van CIs
Welke eigenschappen en kenmerken van een CI worden geregistreerd?
- Relaties tussen CIs
Welke relaties tussen CIs worden in de CBDB geregistreerd?
De overige organisatorische eenheden leveren wel input voor het proces, maar
zijn er niet rechtstreeks bij betrokken.
2.1 Doel
Om alle componenten van de IT-infrastructuur onder controle te brengen
moeten alle nieuwe CIs worden gedentificeerd en geregistreerd. Alle nieuwe
CIs moeten worden voorzien van een label met een identificatiecode.
2.2 Toepassingsgebied
Deze procedure is van toepassing op de gehele IT-infrastructuur en is geldig
vanaf het moment van levering van goederen, of identificatie van bestaande
nog niet geregistreerde CIs, tot het moment dat de CIs geregistreerd zijn en er
een melding van configuratiebeheer is uitgegaan dat het CI in productie kan
worden genomen.
Begin
Configuratie
beheer 0100
Configuratie
beheer 0200
Configuratie ja
beheer 0300
Configuratie
beheer 0400
CI invoeren in CBDB en
voorzien van identificatiecode
Configuratie
beheer 0500
Melding in produktie
nemen CI
Einde
0 20 0 Be tre ft he t e en ni e uw ty pe CI ?
Indien het CI van een type (artikel) is, wat nog niet eerder is ingezet en waarvan
het type nog niet in de CBDB staat, dan moet beslist worden of het nieuwe type
CI in de CBDB ingevoerd wordt. In het geval van een levering bestaat het type
CI al, omdat bij een goedgekeurde bestelling het type CI al in de CBDB is
geregistreerd.
Zo ja, ga naar 0300. Zo nee, ga naar 0400.
0 30 0 I nv oe re n nie uw ty pe CI i n CBDB
Indien er sprake is van signalering van een nieuw type CI, dat al ingezet is, gaat
Configuratiebeheer bij Dienstenniveaubeheer na of dit nieuwe type
geautoriseerd is volgens afspraken. Mogen CIs van dit type volgens de
vastgestelde lijst met standaarden worden ingezet, of wordt de lijst indien nodig
aangepast? Indien dit is toegestaan wordt er een nieuw type in de CBDB
aangemaakt.
0 50 0 Me l di ng i n produc ti e ne me n CI
- In het geval van levering van gebruikersgoederen (printers en dergelijke)
geeft de configuratiebeheer specialist van het expertiseteam
Werkplekondersteuning aan de betrokken specialisten door dat de
aangevraagde CIs ingevoerd zijn. Het CI kan in productie worden
genomen en genstalleerd bij de gebruiker.
- Voor overige goederen geldt dat de betrokken specialisten door de
configuratiebeheer specialist op de hoogte worden gesteld.
3.1 Doel
Na identificatie en registratie van nieuwe CIs mogen alleen geautoriseerde
wijzigingen op deze geregistreerde CIs plaatsvinden. Configuratiebeheer voert
op gestructureerde wijze wijzigingen in de CBDB door. Dit betreft zowel
vervangingen, aanpassingen als verwijderingen. Het is de taak van
Configuratiebeheer om alleen wijzigingen op de IT-infrastructuur toe te staan
die via Wijzigingsbeheer zijn geautoriseerd.
3.2 Toepassingsgebied
Deze procedure is van toepassing op de gehele IT-infrastructuur en is geldig
vanaf het moment dat een al geregistreerde CI gewijzigd wordt, tot het moment
dat de wijziging geregistreerd is.
Begin
Expertiseteams
0100
Configuratie
beheer 0200
Ontstaat er een
nieuw type CI?
Configuratie ja
beheer 0300
Configuratie
beheer 0400
Wijzigen CI in CBDB
Configuratie
beheer 0500
Aanpassen relaties en
gerelateerde
CI's in CBDB
Configuratie
beheer 0600
Melding wijziging is
geregistreerd in CBDB
Einde
0 20 0 O nts ta a t er ee n nie uw ty pe CI ?
Indien er als gevolg van de wijziging een CI van een type (artikel) ontstaat, wat
nog niet eerder is ingezet en waarvan het type nog niet in de CBDB staat, dan
moet eerst het nieuwe type CI in de CBDB ingevoerd worden.
Zo ja, ga naar 0300. Zo nee, ga naar 0400.
0 30 0 I nv oe re n nie uw ty pe CI i n CBDB
Configuratiebeheer gaat bij Dienstenniveaubeheer na of dit nieuwe type
geautoriseerd is volgens afspraken. Mogen CIs van dit type volgens de
vastgestelde lijst standaard worden ingezet? Indien dit is toegestaan wordt er
een nieuw type in de CBDB aangemaakt.
0 40 0 Wi j zi ge n CI i n CBDB
Configuratiebeheer verifieert of de wijziging goedgekeurd is door
wijzigingsbeheer. De CIs worden in de CBDB aangepast a.d.h.v. de aanmelder
ontvangen gegevens, zodat de CBDB weer overeenkomt met de fysieke situatie
van de CIs. Als gevolg van de wijziging kan het mogelijk zijn dat de status van
een CI in de CBDB moet worden veranderd.
4.1 Doel
Een activiteit binnen Configuratiebeheer bestaat uit het zorgdragen voor de
actualiteit van de CBDB. Het kan gebeuren dat er iets aan de IT-infrastructuur is
gewijzigd zonder dat Configuratiebeheer daarvan op de hoogte werd gesteld.
Om de actualiteit van de gegevens in de CBDB te garanderen is het
noodzakelijk de gegevens te verifiren met de werkelijkheid.
4.2 Toepassingsgebied
Deze procedure is van toepassing op alle expertiseteams van de stafdienst I&T
en de klant en vindt plaats op continue basis.
Begin
Expertiseteams 0100
Uitvoeren continue
of geplande verificatie
nee
Expertiseteams
0200
Afwijking CBDB met
werkelijkheid of einde
geplande verificatie?
Expertiseteams ja
0300
Rapporteer afwijking
ja Expertiseteams
0400
Analyseer afwijking
Expertiseteams
0500
Expertiseteams
0600
Betreft het een
continue of niet
afgeronde geplande
verificatieslag?
Configuratie
nee
beheer 0700
Rapporteer resultaten
geplande verificatie
Einde
0 30 0 Ra pporte e r afw i jk i ng
De geconstateerde afwijking worden door de expertiseteams doorgegeven aan
Configuratiebeheer.
0 40 0 Anal ys e e r a fw ij k i ng
Configuratiebeheer analyseert de afwijking om te achterhalen wat de oorzaak
is. Als de oorzaak bekend is kunnen maatregelen worden genomen om
herhaling van een afwijking te voorkomen.
0 50 0 Doorv oe re n w i j zi gi ng v ol ge ns Be he e r CBDB
De wijziging wordt doorgevoerd volgens Beheer CBDB (zie hoofdstuk 2).