Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 158

EPLAN NEWS

voor versie 2.6


Stand: 23.06.2016

EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG


Technische informatie
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Copyright © 2016 EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG

EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG is niet aansprakelijk voor technische of druktechnische fou-
ten of onvolkomenheden in deze technische informatie en is ook niet verantwoordelijk voor schade die
direct of indirect terug te voeren is op de levering, de kwaliteit en het gebruik van dit materiaal.

Dit document bevat eigendomsrechtelijk beschermde informatie die valt onder het auteursrecht. Alle rech-
ten zijn beschermd. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van EPLAN Software & Service
GmbH & Co. KG mag dit document noch geheel noch gedeeltelijk worden gekopieerd of vermenigvuldigd.

De software die in dit document wordt beschreven, valt onder een licentiecontract. Gebruik en vermenig-
vuldiging van de software is alleen toegestaan in het kader van dit contract.

RITTAL® is een geregistreerd handelsmerk van Rittal GmbH & Co. KG.
EPLAN®, EPLAN Electric P8®, EPLAN Fluid®, EPLAN Preplanning®, EPLAN PPE®, EPLAN Pro Panel®
en EPLAN Harness proD® zijn geregistreerde handelsmerken van EPLAN Software & Service GmbH &
Co. KG.
Windows 7®, Windows 8®, Windows 8.1®, Windows Server 2008 R2®, Windows Server 2012®, Windows
Server 2012 R2®, Microsoft Windows®, Microsoft® Excel®, Microsoft® Access® en Notepad® zijn gere-
gistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
PC WORX®, CLIP PROJECT® en INTERBUS® zijn geregistreerde handelsmerken van Phoenix Contact
GmbH & Co.
AutoCAD® en AutoCAD Inventor® zijn geregistreerde handelsmerken van Autodesk, Inc.
STEP 7®, SIMATIC® en SIMATIC HW Konfig® zijn geregistreerde handelsmerken van Siemens AG.
InstallShield® is een geregistreerd handelsmerk van InstallShield, Inc.
Adobe® Reader® en Adobe® Acrobat® zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems Inc.
TwinCAT® is een geregistreerd handelsmerk van Beckhoff Automation GmbH.
Unity Pro® is een geregistreerd handelsmerk van Schneider Electric.
RSLogix 5000® en RSLogix Architect® zijn geregistreerde handelsmerken van Rockwell Automation.

Alle overige genoemde product- en handelsnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken


van de desbetreffende eigenaren.

EPLAN gebruikt de Open-Source-Software 7-Zip (7z.dll), versie 16.00, Copyright © by Igor Pavlov. De
broncode van 7-Zip valt onder de GNU Lesser General Public License (LGPL). De broncode van 7-Zip en
meer informatie over deze licentie vindt u op http://www.7-zip.org

EPLAN gebruikt de Open-Source-Software Open CASCADE, versie 6.9.1, Copyright © by Open


CASCADE S.A.S. De broncode van Open CASCADE valt onder de Open CASCADE Technology Public
License. De broncode van Open CASCADE en meer informatie over deze licentie vindt u op
http://www.opencascade.org

EPLAN biedt een importfunctie, die gebruik maakt van eCl@ss. Voor het gebruik van de eCl@ss-stan-
daard is een licentie nodig. U kunt deze bestellen en registeren in het download portal:
http://www.eclassdownload.com

2
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Inhoudsopgave
Voorwoord 9
Leesaanwijzingen 11
Vernieuwingen voor het hele EPLAN platform 14
Beheer van kabelbomen 14
Import en export van kabelboomgegevens 14
Kabelboomdefinitie 15
Navigator voor kabelbomen 18
Controle van kabelbomen 20
Gebruikersinterface 21
Aparte weergave van tegen schrijven beveiligde projecten 21
Meertalig filteren 22
Snellere oriëntatie in de boomstructuur via een nieuwe snelmenuopdracht 23
Verbeterd gedrag bij gebruikergedefinieerde eigenschapsconfiguraties 24
Verwijderde menuopdracht voor de symboolwisseling 25
Grafische editor 26
Verbeterd gedrag bij het werken met meerdere projecten 26
Macro's 26
Verbindingen en potentiaaltracering in macroprojecten 26
Uitbreidingen in de macro-navigator 27
Projectbewerking 29
Actualiseren van de projectdatabanken 29
Paginastructuur van projecten naderhand wijzigen 30
Codevolgorde wijzigen 31
Projecten die niet meer nodig zijn uit het projectbeheer verwijderen 33
Alle projecten van een directory in het projectbeheer gemeenschappelijk
bewerken 33
Apparaten 34
Markeren van verschillen bij het bewerken van de aansluitlogica 34

3
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Structuurcodebeheer 34
Gebruikte structuurcodes via de zoekresultatenlijst vinden 34
Beschrijvingen uit de pre-planning overnemen 35
Instellingen 36
Verbeteringen voor SQL-databanken 36
Hernoemde instellingen voor de weergave van navigators 37
Gedefinieerde weergave van de boomstructuur bij de pagina-uitvoer gebrui-
ken 38
Paginaschaal bij de DXF- / DWG-import automatisch aan het tekeningformaat
aanpassen 39
Verplaatste instellingen voor de projectbeheerdatabank 40
Uniforme instellingen voor het gebruik van een proxyserver 40
Labeling 42
Hernoemde en verplaatste menuopdracht 42
Artikelbeheer 43
Actualiseren van de artikeldatabank 43
Uitgebreide artikelgegevensimport volgens de eCl@ss-standaard 43
Nieuwe voorfiltering voor artikelen 45
Verbeterde blokbewerking bij tabellen 46
Verbeterde weergave na de artikelgegevensimport 47
Bouwgroepen, modulen etc. bij de EDZ-export volledig exporteren 47
Hernoemde velden 48
Synchronisatie van projectstamgegevens 49
Weergave en actualisering van gecomprimeerde symboolbibliotheken 49
Nieuwe hulpprogramma's 49
Overname van projecteigenschappen bij de normenwisseling definiëren 49
Schematechniek bij het verwijderen van opgeslagen artikeleigenschappen 50
EPLAN Help-systeem 51
Optimalisatie van layout, zoeken en navigeren 51
Eigenschappen 53

4
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Gebruikergedefinieerde eigenschappen controleren op ongeldige waarden 53


Weergave van gebruikergedefinieerde eigenschappen overeenkomstig de dia-
loogtaal 54
Tijdelijke aanduidingen voor het formaat van blokeigenschappen 54
Nieuwe eigenschap voor de weergave van de schaal 55
Paginateller per eigenschap bepalen 56
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN Multiuser Management" 57
Import en export van de totale configuratie voor bewerkingsbereiken 57
Vernieuwingen voor deelprojecten 58
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN User Rights Manage-
ment" 59
Import van Windows-gebruikers en -groepen 60
Vernieuwingen voor EPLAN Electric P8 62
Klemmen en stekers 62
Verbeteringen bij het bewerken van klemmen 62
Uitbreidingen voor hoofdklemmen 67
Directe verbindingen tussen klemmen 69
Verborgen tabblad "Verbindingen" bij klemmen en stekercontacten 70
Verbeteringen bij het werken met stekers 71
Kabels 74
Weergave van de bron en het doel van de kabel 74
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN PLC & Bus Extension" 75
Uitbreidingen voor netwerkaansluitingen 75
Verbeteringen bij de import van busconfiguratiebestanden 76
Regeleinden bij de import van I/O-lijsten behouden 77
Weergave van het bepaalde symbolisch adres in I/O-lijsten 78
Aanvullende formaatelementen voor I/O-lijsten 79
PLC-aansluitingen met vaste adressen 80
Vernieuwingen voor EPLAN Pro Panel 81
Thermal Design Integration 81

5
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Aanzichten voor het thermisch ontwerp 83


Controle van ongelijkmatige verliesvermogenverdeling in een klimaatbereik 86
Routeren van hydraulische slang- en buisleidingen 87
Collisioncontrole voor vrij gerouteerde routeringsverbindingen 87
Schakelkastartikelen wisselen 88
Artikelplaatsing actualiseren 89
Uitbreidingen bij het plaatsen van artikelen 90
Lengtevariabele componenten als "voorgeconfectioneerde" artikelen gebrui-
ken 90
Meervoudige plaatsing van artikelen zonder gaten 91
Weergave en beheer van mechanische onderdelen in navigators 92
Gestandaardiseerd en automatisch maken van productietekeningen 94
Nieuwe verwerking "Uitsparinglegenda" voor 2D-booraanzichten 95
Versneld actualiseren van modelaanzichten 96
Behuizingsconfiguratie met de nieuwe configurator Rittal Configuration
System 96
Uitbreiding van het bestandsformaat voor het publiceren van projecten 97
Hernoemde interfaces voor de export van productiegegevens 97
Vernieuwingen voor EPLAN Preplanning 99
Uitgebreide configuratie van segmentdefinities 99
Meervoudige selectie van segmentdefinities 99
Beschikbaarheid van tabbladen in de pre-planning configureren 99
PLT-systemen onder planningsobjecten invoegbaar 101
Kopieerinstelling voor segmenteigenschappen 101
Uitbreidingen voor PLT-systemen en P&I-schema's 102
Verbeterde selectie van structuren 102
PLT-systemen naderhand nummeren 103
Structuursegmenten op P&I-schemapagina's plaatsen 103
Pre-planning navigator 106

6
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Weergave van niet meer toegekende objecten uit de detailplanning 106


Verbeterde sortering van segmenten in de boomstructuur 107
Pre-planning maken 108
Verbeteringen bij de import van pre-planningsgegevens 108
Schema's genereren uit de pre-planning 109
Bij het genereren van het schema alleen structuurcodes van structuur-
segmenten gebruiken 109
Voorwaardelijke formulieren voor alle formuliertypen van de pre-planning 111
Segmentsjablonen 112
Weergave van eigenschapswaarden uit segmentsjablonen 112
Weergave van de beschrijving in de segmentsjabloon-navigator 112
Vernieuwingen voor EPLAN Fluid 113
Buisleidingen in de layoutruimte 113
Voorgeconfigureerde slangleidingen routeren 115
Controle van de aansluitmaat bij Fluid-verbindingen 117
Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN API Extension" 122
Vernieuwingen in de stamgegevens 130
Stamgegevens: Symbolen 130
Stamgegevens: Formulieren en plotkaders 144
Stamgegevens: Functiedefinitiebibliotheek 145
Stamgegevens: Kenletters 147
Stamgegevens: Projecten en sjablonen 147
Overige vernieuwingen en informatie 148
EPLAN Solution Center – het supportsysteem 148
Aanmelding bij het EPLAN Solution Center 149
Validatiecode 151
Validatiecode online aanvragen 151
Softwarevereisten en vrijgaven 154

7
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Algemene voorwaarden 154


Besturingssystemen 154
Microsoft-producten 155
SQL-Server (64 bit) 156
Autodesk-producten (64 bit) 156
PDF-redlining 156
PLC-systemen (PLC & Bus Extension) 156
64 bit-versie van het EPLAN platform 157
Gewijzigde hardwarevereisten 158

8
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voorwoord
Geachte EPLAN-gebruiker,

De ontwikkeling van machines en installaties in het Industrie 4.0 tijdperk


wordt nog efficiënter dan voorheen wanneer engineeringsdisciplines
geïntegreerd samenwerken. Uniformiteit bij de uitwisseling van engineerings-
gegevens wordt daarbij steeds belangrijker. Professionele engineeringoplos-
singen moeten dit nieuwe werkproces ondersteunen – hier komt de kracht
van het EPLAN platform tot uiting. Met de nieuwe versie 2.6 bieden wij inno-
vatieve functies, om dit samenspel nog beter te ondersteunen.

Op het terrein van EPLAN Preplanning zijn nieuwe mogelijkheden gecreëerd


om gegevens uit de pre-planning eenvoudiger met die uit de detail enginee-
ring te kunnen synchroniseren. Bij de import van gegevens uit externe bron-
nen kunnen in EPLAN Preplanning nu nieuwe, gewijzigde of extern
verwijderde gegevens eenvoudig worden herkend, zodat de gebruiker con-
trole houdt over de consistentie van gegevens.

Klemmen en klemmenstroken zijn centrale componenten in de verbindings-


techniek en vormen zo een belangrijke onderdeel van de bedradingssyste-
men in de engineering van de automatiseringstechniek. In de laatste versie
hadden we reeds het bewerkingsdialoogvenster voor klemmen uitgebreid,
om de visualisatie en de engineering van de klemmenstrook te vereenvoudi-
gen en efficiënter te maken. Er zijn nu nog meer mogelijkheden
geïntegreerd. Hierdoor wordt dit dialoogvenster het centrum van de klem-
menstrookbewerking. Gebruikers kunnen nu de gebruikte toebehoren visu-
aliseren, handmatige en automatische bruggen eenvoudig herkennen en de
status van de klem in de engineering weergegeven. Aan de hand van een

9
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

nieuwe aansluitinggerichte zienswijze kan de gebruiker snel herkennen


welke klemaansluitingen nog vrij beschikbaar zijn.

Thermal Design Integration biedt uitgebreide ondersteuning bij de validatie


van het schakelkastontwerp in 3D en bij de virtuele dimensionering van effi-
ciënte klimatiseringsoplossingen. De gebruiker kan de verliesvermogendicht-
heid visualiseren, het optimale klimaatbereik weergeven en de verschillende
richtingen van de luchtstromen binnen de 3D-schakelkast zichtbaar maken.

Begin direct en ontdek de fascinerende nieuwe functies en verbeteringen die


het EPLAN platform versie 2.6 te bieden heeft. Wij wensen u veel succes!

Meer informatie vindt u op onze website onder www.eplan.nl.

Het team van EPLAN Software & Service

10
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Leesaanwijzingen
Belangrijke informatie:
Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in
het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" (vanaf pagina
"148"). Lees hier met name de paragraaf "Softwarevereisten en vrij-
gaven" (zie pagina "154").

Het EPLAN platform wordt vanaf versie 2.5 uitsluitend in een 64 bit-ver-
sie geleverd. Raadpleeg daarom in het hoofdstuk "Softwarevereisten
en vrijgaven" de paragraaf "64 bit-versie van het EPLAN platform".

Wanneer u oude projecten die met vorige EPLAN-versies zijn gemaakt


in EPLAN-versie 2.6 wilt gebruiken, moeten deze projecten worden
geactualiseerd. Lees hiertoe de paragraaf "Projectbewerking" (zie
pagina "29").

Als u een "oude" artikeldatabank wilt gebruiken, moet die artikeldata-


bank eerst worden geactualiseerd. Lees hiertoe de paragraaf "Arti-
kelbeheer" (zie paragraaf "43").

Voor het maken van afbeeldingen ten behoeve van dit document heb-
ben wij gebruik gemaakt van "EPLAN Electric P8". Wanneer u een
ander programma van het EPLAN platform gebruikt, wordt in het
dialoogvenster van uw programma een ander programmasymbool
weergegeven.

Voordat u begint te lezen, wijzen wij u op de volgende symbolen en schrijf-


wijzen die in dit document worden gehanteerd:

11
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Let op:

Teksten die worden voorafgegaan door dit symbool zijn waarschuwingen.


Lees voordat u verder gaat deze waarschuwingen altijd goed door!

Opmerking:

Teksten die worden voorafgegaan door dit symbool bevatten aanvullende


opmerkingen.

Tip:

Na dit symbool volgen nuttige tips, die het werken met het programma ver-
eenvoudigen.

Voorbeeld:

Voorbeelden worden voorafgegaan door dit symbool.

Elementen van de gebruikersinterface worden vet (en blauw) aange-


geven en kunnen zo direct in de tekst worden herkend.

Cursieve teksten geven aan wat belangrijk is en waar u beslist op moet let-
ten.

Codevoorbeelden, directorynamen, directe invoer etc. worden weergege-


ven in niet-proportioneel lettertype.

Functietoetsen, toetsen van het toetsenbord en knoppen in het pro-


gramma worden tussen rechte haken weergegeven (bijvoorbeeld [F1]
voor de functietoets "F1").

12
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Om de overzichtelijkheid tijdens het lezen te verbeteren, wordt in dit docu-


ment gebruik gemaakt van een zogeheten "menupad" (bijvoorbeeld Help
> Inhoud). De menu's en opties die in het menupad worden genoemd,
moeten in de aangegeven volgorde worden gekozen om een bepaalde
programmafunctie te kunnen bereiken. Via het hier genoemde menupad
opent u bijvoorbeeld het Help-systeem van EPLAN.

Bij instellingen of velden (zoals selectievakjes) die alleen kunnen worden


in- of uitgeschakeld, worden in dit document vaak de termen "inschake-
len" (de instelling is dan actief ) en "uitschakelen" (de instelling is dan
niet actief ) gebruikt.

13
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Vernieuwingen voor het hele EPLAN platform


Beheer van kabelbomen
Voor de gegevensuitwisseling met EPLAN Harness proD zijn in deze versie
nieuwe import- en exportfuncties beschikbaar. Met behulp van deze functies
kunt u de in EPLAN Harness proD ontworpen kabelbomen en bijbehorende
componenten in EPLAN-projecten importeren, bewerken en verwerken. Om
deze vervolgens weer in EPLAN Harness proD te bewerken, kunt u de kabel-
bomen en de bijbehorende componenten exporteren.

Voordeel:

De nieuwe import- en exportfuncties voor kabelboomgegevens vereen-


voudigen de bidirectionele gegevensuitwisseling tussen EPLAN Harness
proD en het EPLAN platform. Hierdoor wordt de dataconsistentie ver-
beterd.

In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen behan-


deld:

"Import en export van kabelboomgegevens" op pagina "14"


"Kabelboomdefinitie" op pagina "15"
"Navigator voor kabelbomen" op pagina "18"
"Controle van kabelbomen" op pagina "20".

Import en export van kabelboomgegevens


Voor de gegevensuitwisseling van kabelboomgegevens met EPLAN Har-
ness proD zijn onder het menupad Projectgegevens > Verbindingen de
volgende nieuwe menuopdrachten beschikbaar:

14
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Importeren > Kabelboomgegevens


Met deze menuopdrachten kunt u de gegevens van een of meerdere
kabelbomen importeren. Bij het importeren wordt een synchronisatie met
reeds in het project aanwezige kabelboomgegevens (functies en verbin-
dingen) uitgevoerd. Het daarvoor geopende dialoogvenster lijkt op de
bekende synchronisatiedialoogvensters die bijvoorbeeld worden geo-
pend bij het importeren van onderdelen / routeringsverbindingen. Wan-
neer de kabelboomgegevens nog niet in het project voorkomen, worden
deze als niet-geplaatste functies en verbindingen in het project geïmpor-
teerd.

Exporteren > Kabelboomgegevens


Met deze menuopdrachten kunt u de kabelboomgegevens van een pro-
ject exporteren.

Kabelboomdefinitie
Kabelbomen in het EPLAN platform kunnen via de nieuwe kabelboomdefi-
nitie worden beheerd. De kabelboomdefinitie identificeert de kabelboom en
bevat alle relevante gegevens van de kabelboom alsmede de artikelen van
de kabelboom waarvoor standaard geen bijbehorende EPLAN-functies
beschikbaar zijn.

Om de eigenschappen van een kabelboom te definiëren, is in het eigen-


schappendialoogvenster het nieuwe tabblad Kabelboom beschikbaar.

15
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Dit tabblad wordt weergegeven wanneer u een kabelboom opent of maakt


(bijvoorbeeld via de kabelboom-navigator). Voer in het dialoogvenster Kabel-
boomnaam een unieke naam voor de kabelboom in of selecteer een
bestaande naam in de vervolgkeuzelijst. Een kabelboom wordt naast de
onderdeelcode ook via deze kabelboomnaam geïdentificeerd.

Kabelboomdefinities invoegen
U kunt een kabelboomdefinitie via de symboolselectie ook als symbool zon-
der grafische weergave op een schema invoegen. Hiervoor is in de stamge-
gevens in de symboolbibliotheek SPECIAL het nieuwe symbool HDEF
alsmede een bijbehorende functiedefinitie beschikbaar.

Functies en verbindingen aan een kabelboom toekennen


De toekenning van functies en verbindingen aan een bepaalde kabelboom
gaat via de nieuwe eigenschap Kabelboomnaam (ID 31143). U kunt deze
eigenschap selecteren met behulp van de eigenschapselectie voor de eigen-
schappentabel van een functie of verbinding. Voer hier een nieuwe kabel-
boomnaam in of selecteer een bestaande naam.

16
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Gerichte weergave van kabelboomcomponenten


Om functies met kabelboomcomponenten gericht te kunnen weergeven en
bewerken, kunt u de nieuwe eigenschap Kabelboomnaam in de volgende
navigators als filtercriterium gebruiken en in de lijstweergave als kolom weer-
geven:

Kabelboom-navigator
Onderdelen-navigator
Verbindingen-navigator
Materiaallijst-navigator.

Via de tabelbewerking kunt u voor geselecteerde functies en / of verbin-


dingen snel en eenvoudig een kabelboomnaam toewijzen of wijzigen. De
eigenschap Kabelboomnaam is daartoe ook beschikbaar voor de kolom-
configuratie van het tabblad Functies en Verbindingen bij het maken van
nieuwe schema's.

Artikelen
Bij de kabelboomdefinitie kan in de eerste rij van het tabblad Artikel het arti-
kel van een kabelboom-bouwgroep worden ingevoerd. De overige rijen van
dit tabblad zijn bestemd voor artikelen (maximaal 999) waarvoor standaard
geen bijbehorende EPLAN-functies beschikbaar zijn.

Een kabelboom-bouwgroep hoeft niet per se in het artikelbeheer te worden


gemaakt. Bij de engineering is het ook mogelijk om alleen bij afzonderlijke
componenten van een kabelboom (verbindingen, kabels, stekercontacten
etc.) artikelen op te slaan.

17
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Verwerkingen
Artikelgegevens van de artikelboom die in een project voorkomen, kunnen in
de materiaallijst worden weergegeven en in verwerkingen (bijv. artikellijst,
artikellijstoverzicht etc.) worden uitgevoerd. In het dialoogvenster Instellin-
gen: Artikel kunt u definiëren of daarbij alleen kabelboom-bouwgroeparti-
kelen en / of artikelen van de kabelboomcomponenten moeten worden
meegenomen.

Navigator voor kabelbomen


Om de in het EPLAN platform geïmporteerde kabelbomen en de compo-
nenten (verbindingen, stekercontacten, kabels, artikelen etc.) die in de kabel-
bomen voorkomen overzichtelijk weer te geven en te beheren, is nu de
nieuwe kabelboom-navigator beschikbaar.

Om de kabelboom-navigator te openen, kiest u de menuopdrachten Project-


gegevens > Verbindingen > Kabelboom-navigator.

Boomweergave
Op het tabblad Boom worden de kabelbomen van een of meerdere projec-
ten in een hiërarchische structuur weergegeven. Het bovenste hiërarchie-
niveau is - indien er meerdere projecten geopend zijn - het project, daaronder
worden de kabelbomen weergegeven (pictogram ).

In het hiërarchieniveau daaronder zijn - indien aanwezig - het eerste artikel


van de kabelboom alsmede de kabelboomcomponenten gerangschikt. De
componenten (verbindingen, kabels, stekercontacten etc.) worden in verschil-
lende hiërarchieniveaus overeenkomstig de categorieën van de functie-
definities onderverdeeld (pictogram ). Anders worden deze componenten
net als in de andere navigators weergegeven.

18
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Bijzonderheden:

De componenten die als overige artikelen bij de kabelboom zijn inge-


voerd, worden onder het boomstructuurniveau Overige kabelboom-
componenten aangegeven.

Voor de kabelverbindingen die onder de kabel-ODC worden weergege-


ven, worden zowel de bron als het doel aangegeven (gescheiden door
een peil).

Als er voor een artikel bij een component via de eigenschap Artikeltoe-
kenning is gedefinieerd dat het om een toebehoren gaat, wordt dit in een
aanvullend hiërarchieniveau aangegeven (pictogrammen voor toe-
behoren , voor artikel (bron) , voor artikel (doel) ).

In de boomweergave van de kabelboom-navigator worden o.a. de volgende


pictogrammen weergegeven:

Pictogram Betekenis

Geeft het projectniveau aan. Deze pictogram wordt alleen


weergegeven als er meerdere projecten zijn geopend.

Kabelboom

Artikel
(afhankelijk van het hiërarchieniveau: artikel van een kabel-
boom-bouwgroep of van een kabelboomcomponent)

Categorie van de functiedefinitie


(bij kabelboomcomponenten zoals verbindingen, kabels, ste-
kercontacten etc.)

19
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Onderdeel

Functie
(hier bijvoorbeeld meerlijnige functie zoals ader van een
kabel)

Artikeltoekenning: Toebehoren

Artikeltoekenning: Artikel (bron)

Artikeltoekenning: Artikel (doel)

Overige kabelboomcomponenten

Lijstweergave
Geeft de kabelbomen van een of meerdere projecten en de componenten
die daarin voorkomen in een lijst aan. De weergave van de kabelbomen is
afhankelijk van de kolomconfiguratie die in het dialoogvenster Weergave
configureren is geselecteerd.

Controle van kabelbomen


Bij de engineering van kabelbomen wordt u door controleprocedure-
meldingen van de nieuwe meldingsklasse 033 "Kabelboom" ondersteund.
Met behulp van de controleproceduremeldingen 033001 en 033002 worden
de functies / verbindingen aangegeven die aan een kabelboom zijn toege-
kend maar waarvoor in het project geen kabelboomdefinitie beschikbaar is.

20
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Om te controleren of de in het artikelbeheer opgeslagen artikelen van een


kabelboom-bouwgroep overeenstemmen met de componenten die in het
project zijn opgenomen, is daarnaast de controleproceduremelding 033003
beschikbaar. Wanneer bijvoorbeeld in het project een component (een
kabel, steker etc.) ontbreekt of wanneer er een ongeldig artikel is opgesla-
gen, verschijnt er een melding.

Gebruikersinterface
Aparte weergave van tegen schrijven beveiligde projecten
Om projecten die tegen schrijven zijn beveiligd voortaan in de gebruikers-
interface beter van andere projecten te kunnen onderscheiden, worden der-
gelijke projecten nu in de boom- en lijstweergaven van de navigators altijd
met een grijze tekstachtergrond aangegeven.

Voordeel:

Met deze aparte weergave in de navigators en de aparte kleurinstellingen


kunt u tegen schrijven beveiligde sjabloonprojecten en de bijbehorende
geopende pagina's / layoutruimtes eenvoudiger van andere projecten en
de bijbehorende pagina's / layoutruimtes onderscheiden.

Voor de weergave van geopende pagina's en layoutruimtes van tegen schrij-


ven beveiligde projecten zijn nu nieuwe, aparte kleurinstellingen beschik-
baar. Daarvoor is het dialoogvenster Instellingen: Gebruikersinterface
met het groepsveld Kleurinstellingen van tegen schrijven beveiligde pro-
jecten uitgebreid.

21
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Via de instellingen Schema (2D), Shading achtergrond 1 (3D) en Shading


achtergrond 2 (3D) kunt u voor tegen schrijven beveiligde projecten aparte
kleurinstellingen voor de grafische editor en het 3D-aanzicht definiëren. Stan-
daard zijn hier andere achtergrondkleuren dan in de gebruikergedefinieerde
2D- en 3D-kleurinstellingen voor de grafische bewerking ingesteld. Als voor-
instelling worden grijze achtergrondkleuren gebruikt.

Meer informatie over het onderwerp "Werken met meerdere projecten" vindt
u in de paragraaf "Verbeterd gedrag bij het werken met meerdere projecten"
(op pagina "26").

Meertalig filteren
In de filterdialoogvensters is nu de nieuwe kolom Taal beschikbaar. In de ver-
volgkeuzelijst kunt u heel gericht definiëren in welke taal een filtercriterium
wordt gefilterd.

22
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Wanneer u nu voor een meertalige eigenschap als filtercriterium een ver-


gelijkingswaarde definieert, kunt u vervolgens een taal selecteren. De stan-
daardinstelling is "Alle projecttalen". Als er een bepaalde taal wordt
geselecteerd, wordt er alleen in deze taal gezocht. Een meertalige invoer in
de kolom Waarde is niet meer mogelijk.

Snellere oriëntatie in de boomstructuur via een nieuwe snelmenuop-


dracht
Als tegenpool van de snelmenuopdracht Lijst met voorselectie is in de lijst-
weergave van de pagina-navigator en enkele andere navigators nu de snel-
menuopdracht In de boom selecteren beschikbaar. Deze menuopdracht
geeft het geselecteerde object op het tabblad Boom weer. Een meervoudige
selectie is mogelijk.

Voordeel:

De snelmenuopdracht In de boom selecteren maakt een snelle oriëntatie


in de betreffende hiërarchische structuur mogelijk.

23
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Verbeterd gedrag bij gebruikergedefinieerde eigenschapsconfigura-


ties
Bij de gebruikergedefinieerde eigenschapsconfiguraties van eigenschappen-
tabellen werden tot dusver ook steeds de gevulde, handmatig te wijzigen
eigenschappen weergegeven. Deze eigenschappen hoorden niet bij de
eigenschapsconfiguraties, maar konden niet permanent uit het groepsveld
Eigenschappen worden verwijderd waardoor er onoverzichtelijke eigen-
schappentabellen konden ontstaan.

Met de nieuwe versie worden voor gebruikergedefinieerde eigenschapsconfi-


guraties nu alleen maar de geconfigureerde eigenschappen weergegeven.
Voor de voorgedefinieerde eigenschapscategorieën (gegevens, instellingen
etc.) is het gedrag niet gewijzigd – gevulde, handmatig te wijzigen eigen-
schappen worden altijd weergegeven en kunnen niet worden verwijderd.

Voordeel:

Dat bij gebruikergedefinieerde eigenschapsconfiguraties alleen nog de


geconfigureerde eigenschappen worden weergegeven, voldoet aan de ver-
wachting van gebruikers en vereenvoudigt de bediening. Met name in
bereiken waarin vele handmatig te wijzigen eigenschappen voorkomen die
met waarden zijn gevuld, zijn de gebruikergedefinieerde eigenschapsconfi-
guraties nu overzichtelijker.

24
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Verwijderde menuopdracht voor de symboolwisseling


Bij de beslissing of een menuopdracht al dan niet moest worden verwijderd,
zijn ook de inzichten uit ons "klantgericht verbeterprogramma" meegeno-
men. Dankzij uw medewerking kunnen wij de gebruiksvriendelijkheid en doel-
matigheid van het EPLAN platform steeds verder verbeteren!

In het menu Hulpprogramma's is de volgende menuopdracht verwijderd:

Symboolwisseling enkellijnig <--> meerlijnig


De zelden gebruikte functie, waarmee u op een schemapagina enkel-
lijnige symbolen in meerlijnige kon omzetten en omgekeerd, is vervallen.

25
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Grafische editor
Verbeterd gedrag bij het werken met meerdere projecten
Wanneer u tot dusver in meerdere projecten tegelijkertijd werkte (bijvoor-
beeld in een macro- en schemaproject) en een pagina in een ander project
opende, werd de actueel geopende pagina van het eerste project steeds
gesloten. Dit gedrag is nu verbeterd - voor elk project wordt een eigen gra-
fische editor / een eigen 3D-weergave gebruikt.

Wanneer u meer dan een project hebt geopend, wordt bij het openen van
een pagina / layoutruimte uit elk volgend project steeds een aparte grafische
editor / 3D-weergave geopend. Bij het sluiten van een project worden alle bij-
behorende grafische editors weer gesloten.

Meer informatie over het onderwerp "Werken met meerdere projecten" vindt
u in de paragraaf "Aparte weergave van tegen schrijven beveiligde projec-
ten" (op pagina "21").

Macro's
Verbindingen en potentiaaltracering in macroprojecten
In macroprojecten worden nu ook verbindingen gegenereerd. Daarbij
worden ook afbreekpunten als verbindingsdoelen herkend. Naast de autocon-
necting-lijnen worden op de pagina's in het macroproject nu ook de verbin-
dingen en de potentiaaltracering overeenkomstig de ingestelde kleuren
gemarkeerd.

26
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Er worden in macroprojecten geen bundel- en netverbindingen gegenereerd.


Wanneer er tussen schema- en macroprojecten wordt omgeschakeld,
worden de verbindingen automatisch geactualiseerd.

Voordeel:

De verbindingen en potentialen worden in de macroprojecten nu net als


later ook in de schemaprojecten weergegeven. Daardoor kunt u de te gene-
reren macro's in het macroproject gericht voorbereiden op toepassing in
het schema - u hoeft niet langer omslachtig tussen macro- en schemapro-
ject heen en weer te schakelen.

Uitbreidingen in de macro-navigator
Weergave van de macrobeschrijvingen in de boomweergave
Omdat de macronaam niet altijd voldoende is om een voorbereide macro te
identificeren, worden nu in de boomweergave na de variantcode / pagina-
naam aanvullend ook de macrobeschrijvingen (tussen haken) weergegeven.

Deze nieuwe standaard weergave kunt u zoals gebruikelijk via de snelmenu-


opdracht Weergave configureren instellen. In het dialoogvenster Weer-
gave configureren wordt naast de macrobeschrijving ook de eigenschap
Macro: Versie ter selectie aangeboden. Als het betreffende selectievakje is
ingeschakeld, worden de bij de macro ingevoerde waarden voor de versie
eveneens tussen haken na de variantcode / paginanaam weergegeven.

27
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Boomstructuurniveau voor voorbereide macro's zonder namen


Tot dusver werden voorbereide macro's waarbij de naam op het tabblad
Macrovak ontbrak, niet in de boomstructuur van de macro-navigator weer-
gegeven. Om deze macrovakken voortaan eenvoudiger te kunnen vinden,
worden dergelijke macro's nu in het boomstructuurniveau "Zonder naam"
gesorteerd.

Gericht op macrotype filteren en sorteren


Om de verschillende macrotypen gericht te kunnen weergeven, sorteren en
bewerken, kunt u in de macro-navigator de nieuwe eigenschap Macro: Type
(ID 23010) als filtercriterium gebruiken en in de lijstweergave van deze navi-
gator als kolom weergeven.

Nieuwe snelmenuopdracht "Macro's genereren"


In deze versie zijn de boom en de lijst van de macro-navigator uitgebreid met
de snelmenuopdracht Macro's genereren. Daardoor kunt u in het macro-
project snel en eenvoudig op basis van de actuele selectie (bijvoorbeeld een
afzonderlijke, voorbereide macro) gericht automatisch macro's genereren.

28
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Projectbewerking
Actualiseren van de projectdatabanken
In het kader van diverse uitbreidingen en optimaliseringen zijn de projectdata-
banken in versie 2.6 gewijzigd. Deze wijzigingen en optimaliseringen hebben
tot gevolg dat nieuwe projecten altijd met nieuwe projectdatabanken
worden gemaakt.

Invloed op oude projecten


Om oude projecten in de nieuwe EPLAN-versie te kunnen bewerken (of
bekijken), is het absoluut noodzakelijk dat de projectdatabanken van die pro-
jecten worden geactualiseerd. De oude projecten worden geactualiseerd
zodra deze voor het eerst met de huidige EPLAN-versie worden geopend.
Hierbij wordt gevraagd of het project in de actuele versie moet worden over-
genomen.

Als u deze vraag met [Ja] bevestigt, wordt het project eerst geactualiseerd
en vervolgens geopend. Daarbij wordt van uw project in de projectdirectory
een reservekopie gemaakt met de nog niet geactualiseerde projectdatabank.
Dit backup-bestand *.zw1 kan - zoals gebruikelijk - via de backup-functie
weer worden teruggezet.

Als u een oud project niet actualiseert, kan dat project in versie 2.6 niet
worden geopend.

Let op:

Nieuwe projecten en oude projecten die zijn geactualiseerd, kunnen niet


meer met oude EPLAN-versies worden geopend.

29
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Paginastructuur van projecten naderhand wijzigen


Tot dusver kon u de in de projecteigenschappen gedefinieerde paginastruc-
tuur alleen wijzigen zolang een project nog geen pagina's bevatte. Met de
nieuwe versie is het nu ook mogelijk om de paginastructuur van een project
te wijzigen als het project reeds pagina's bevat.

Als een project pagina's bevat, wordt in de projecteigenschappen op het tab-


blad Structuur de vervolgkeuzelijst Pagina's niet langer grijs weergegeven.
U kunt hier nu een ander schema voor de paginastructuur selecteren of via
[…] het vervolgdialoogvenster Paginastructuur openen en daar een nieuw
coderingsschema maken. In dit vervolgdialoogvenster kunt u de voor-
gedefinieerde schema's (bijvoorbeeld "Groep") bewerken.

Of de voorgenomen wijzigingen mogelijk zijn, hangt af van bepaalde voor-


waarden:

30
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Uitbreiding van de paginastructuur:


Een uitbreiding van de paginastructuur met een extra codeblok (bijvoor-
beeld door de structuur "Documenttype" op "Identificerend" in te stellen)
of het wijzigen van een codeblok van "Beschrijvend" in "Identificerend" is
altijd mogelijk.

Reductie van de paginastructuur:


Een reductie van de paginastructuur (d.w.z. een identificerend codeblok
naderhand in "Beschrijvend" of "Niet beschikbaar" wijzigen) is alleen
mogelijk wanneer bij deze wijziging geen dubbele pagina's ontstaan.

Geen wijziging van de paginastructuur:


Als door een reductie van de paginastructuur dubbele pagina's ontstaan,
is deze wijziging niet mogelijk en verschijnt er een melding.
In dat geval worden in de systeemmeldingen maximaal 10 mogelijke dub-
bele pagina's weergegeven. Om de paginastructuur te kunnen wijzigen,
moet u deze pagina's zodanig aanpassen dat er unieke volledige pagi-
nanamen ontstaan.

Codevolgorde wijzigen
Bij het definiëren van de paginastructuur kon u tot dusver alleen kiezen tus-
sen een standaard volgorde en de codevolgorde "Documenttype eerst" en
"Gebruikergedefinieerd voor". Wanneer u nu in het dialoogvenster Pagi-
nastructuur coderingsschema's maakt of bewerkt, kunt u ook de code-
volgorde naar wens wijzigen. Daartoe bevindt zich boven de tabel met
codeblokken de werkbalk met de bekende pijlknoppen.

31
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Opmerkingen:

De objectcode kan alleen samen met het codeblok Documenttype


worden gebruikt. Een combinatie van objectcode en andere code-
blokken is niet mogelijk. Wanneer u dus voor het gebruik van object-
codes het selectievakje Voor structurering gebruiken inschakelt,
wordt de tabel met codeblokken (behalve het documenttype) grijs weer-
gegeven en kan de codevolgorde niet worden gewijzigd.

Wanneer u voor de paginastructuur de codevolgorde wijzigt, worden in


het dialoogvenster Instellingen: Boomstructuur (pagina's) de
instellingen voor de boomweergaven van de pagina's automatisch aan-
gepast, op voorwaarde dat deze voorheen overeenkwamen met de
oude paginastructuur.

32
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Met behulp van de projectinstellingen kunt u de volgorde en de weergave


van structuurcodes in de boomstructuren van de navigators beïnvloeden.
Meer hierover leest u in de paragrafen "Hernoemde instellingen voor de
weergave van navigators" (zie pagina "37") en "Gedefinieerde weergave van
de boomstructuur bij de pagina-uitvoer gebruiken" (zie pagina "38").

Projecten die niet meer nodig zijn uit het projectbeheer verwijderen
In het verleden was het in het projectbeheer niet mogelijk om eenmaal inge-
lezen directory's en de projecten die daarin voorkwamen weer uit het pro-
jectbeheer te verwijderen. Daarom is in de boomstructuur van het
projectbeheer bij het pictogram van de computer en bij elk ander knooppunt
nu de snelmenuopdracht Uit projectbeheer verwijderen beschikbaar. Met
deze menuopdracht verwijdert u geselecteerde projecten of geselecteerde
knooppunten inclusief alle subdirectory's en de projecten die daarin voorko-
men uit het projectbeheer.

Alle projecten van een directory in het projectbeheer gemeenschappe-


lijk bewerken
Wanneer u in versie 2.6 in de boomstructuur van het projectbeheer een direc-
tory selecteert, selecteert u daarmee alle projecten die zich in die directory
bevinden. In dat geval zijn nu de meeste van de menuopdrachten beschik-
baar die zich onder de knoppen [Organiseren] en [Extra] bevinden. Daar-
door kunt u alle projecten onder één directory gemeenschappelijk
(automatisch) verwerken.

33
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Apparaten
Markeren van verschillen bij het bewerken van de aansluitlogica
In het dialoogvenster Aansluitlogica bewerkt u het logische model van de
functie. De bewerking is nu vereenvoudigd. Als de waarden in de velden afwij-
ken van de standaardwaarden waarop de functiedefinitie is gebaseerd,
worden deze door een gele achtergrond gemarkeerd.

Om in een project dergelijke functies te vinden, waarbij het logische model


afwijkend van de functiedefinitie is ingesteld, is in de meldingsklasse 007
"Apparaten" nu de nieuwe controleprocedure 007026 beschikbaar.

Structuurcodebeheer
Gebruikte structuurcodes via de zoekresultatenlijst vinden
In de kolom Gebruik van het structuurcodebeheer kan worden weergegeven
hoe vaak een structuurcode in het project wordt gebruikt. Om de gebruikte
locaties van structuurcodes in het project te vinden, is in de boomstructuur en

34
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

in de lijst van het dialoogvenster Code nu de snelmenuopdracht Invoegen in


zoekresultatenlijst beschikbaar.

Voordeel:

Met de snelmenuopdracht Invoegen in zoekresultatenlijst hoeft u niet


langer lastig handmatig te zoeken naar de locaties waar structuurcodes in
het project worden gebruikt. U kunt de gebruikte structuurcodes aanzienlijk
eenvoudiger terugvinden.

Deze snelmenuopdracht controleert het gebruik van de geselecteerde


structuurcodes in het project en voert de gevonden objecten in de zoek-
resultatenlijst in. Daarbij worden bestaande invoeren in de resultatenlijst
verwijderd. U kunt vanuit de resultatenlijst naar de objecten op de pro-
jectpagina's springen.

Beschrijvingen uit de pre-planning overnemen


In het structuurcodebeheer is het nu mogelijk om de beschrijvingen van struc-
tuursegmenten uit de pre-planning als structuurbeschrijvingen van de codes
over te nemen.

Hiertoe is in het dialoogvenster Code - <Projectnaam> onder de knop


[Extra] de nieuwe menuopdracht Beschrijvingen uit pre-planning over-
nemen beschikbaar. (Deze knop is alleen op het tabblad Lijst beschikbaar.)
Wanneer u de nieuwe menuopdracht gebruikt, wordt bij alle structuurcodes
die in de pre-planning aan een structuursegment zijn toegekend, de beschrij-
ving van het segment als structuurbeschrijving overgenomen. Bestaande
structuurbeschrijvingen worden overschreven. Wanneer de structuurbeschrij-
ving voor een structuurcode in de pre-planning niet eenduidig is, verschijnt
de melding dat de beschrijving niet kan worden overgenomen.

35
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Instellingen
Verbeteringen voor SQL-databanken
Selectielijst voor het snel schakelen tussen SQL-databanken
In de instellingen voor het woordenboek, de artikel- en de projectdatabank
kunt u het gebruik van een SQL-server definiëren. Wanneer u in een van de
instellingsdialoogvensters de optie SQL-server activeert, kunt u nu voor het
selecteren gebruik maken van een vervolgkeuzelijst met de 15 laatst
gebruikte SQL-databanken. Daarbij staan de laatste gebruikte databanken
boven in de lijst. Met de snelmenuopdracht Invoeren verwijderen kan de
lijst volledig worden leeg gemaakt en blijft alleen de actueel gebruikte data-
bank in de lijst staan.

Voordeel:

Via de selectielijst met de laatst gebruikte SQL-databanken kunt u snel tus-


sen de verschillende SQL-databanken schakelen.

Selectiemogelijkheid voor SQL-databanken


Tot dusver moest u bij het opgeven van de databank in het vervolgdialoog-
venster SQL-server-instelling de naam van de betreffende databank expli-
ciet kennen en handmatig invoeren. U kunt nu in de SQL-server-instellingen
de naam van een databank op de SQL-server selecteren. Daarbij worden –
indien u de juiste gegevens invoert – in de vervolgkeuzelijst van het veld
Databank de namen van alle databanken die op de server voorkomen ter
selectie aangeboden.

36
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voordeel:

De selectiemogelijkheid bij de SQL-databanken vereenvoudigt – met


name wanneer u binnen het artikelbeheer met meerdere SQL-databanken
werkt – het gebruik van SQL-servers. U hoeft niet langer de naam van de
databank in te voeren.

Hernoemde instellingen voor de weergave van navigators


Omdat de projectspecifieke instellingen met de omschrijving "Projectstruc-
tuur" niet van invloed zijn op de projectstructuur maar de boomweergaven
van de pagina's en projectgegevens in de navigators definiëren, zijn deze
instellingen in de actuele versie hernoemd:

Oude naam Nieuwe naam

Instellingen: Projectstructuur (navi- Instellingen: Boomstructuur (navi-


gators) gators)

Instellingen: Projectstructuur (pagi- Instellingen: Boomstructuur (pagi-


na's) na's)

De menupaden van de instellingsdialoogvenster zijn ook gewijzigd en luiden


nu: Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Weergave >
Boomstructuur (...).

37
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Gedefinieerde weergave van de boomstructuur bij de pagina-uitvoer


gebruiken
Bij de pagina-uitvoer (en bij andere functies) was tot dusver de logische volg-
orde van de pagina's in de lijstweergave van de pagina-navigator bepalend.
Om nu ook rekening te houden met de gedefinieerde weergave van de boom-
structuur, is het dialoogvenster Instellingen: Boomstructuur (pagina)
uitgebreid met het selectievakje Weergavevolgorde ook voor pagina-uit-
voer gebruiken.

Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt de in dit dialoogvenster gedefini-


eerde volgorde voor de boomstructuur van de pagina-navigator ook bij de vol-
gende functies gebruikt:

38
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Door pagina's in de grafische editor bladeren


Pagina's afdrukken
Pagina's als PDF-bestand exporteren
Pagina's in het DXF- / DWG-formaat exporteren
Pagina's in de eigenschappen Volgende pagina / Vorige pagina uitvoe-
ren.

Opmerking:

De instellingen in de dialoogvensters Instellingen: Boomstructuur (...)


zijn niet van invloed op de lijstweergaven van de navigators. Deze tonen
net als voorheen de logische volgorde van de pagina- en projectgegevens.

Paginaschaal bij de DXF- / DWG-import automatisch aan het teke-


ningformaat aanpassen
In het dialoogvenster Instellingen: DXF- / DWG-export en -import is op
het tabblad Import nu de nieuwe instelling Paginaschaal aanpassen
beschikbaar. (Het menupad voor het instellingsdialoogvenster luidt: Opties
> Instellingen > Gebruiker > Interfaces > DXF- / DWG-export en -
import.)

Schakel dit selectievakje in wanneer u DXF- / DWG-schema's met een zeer


grote omvang (schema's van hallen, terreinen etc.) wilt importeren. Om
ervoor te zorgen dat ook bij dergelijke tekeningen de juiste lijndiktes en bema-
tingen worden gegenereerd, wordt de DXF- / DWG-import als volgt aan-
gepast:

De tekeningen worden zonder verschaling met een schaal van 1:1 geïm-
porteerd.

39
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

De inhoud van de tekening wordt in het EPLAN-plotkader na de import in


het midden gecentreerd.
De paginaschaal van de gegenereerde EPLAN-pagina wordt automatisch
aan het tekeningformaat aangepast.

Opmerking:

Activeer de instelling Paginaschaal aanpassen niet wanneer u een DXF-


/ DWG-bestand via de menuopdrachten Invoegen > Grafisch > DXF /
DWG op een pagina in de grafische editor invoegt. Bij het importeren op
een bestaande pagina kan de paginaschaal niet automatisch worden aan-
gepast.

In het DXF-importschema "Standaard" is de instelling Paginaschaal aan-


passen standaard ingeschakeld. Meer informatie over dit onderwerp vindt u
in de contextafhankelijke Help bij het tabblad Import.

Verplaatste instellingen voor de projectbeheerdatabank


Ten behoeve van de uniformering met de instellingen voor de andere
Access- / SQL-server-databanken zijn de instellingen voor de projectbeheer-
databank naar de gebruikersinstellingen verplaatst. Het instellingsdialoog-
venster vindt u nu onder: Opties > Instellingen > Gebruiker > Beheer >
Projectbeheerdatabank.

Uniforme instellingen voor het gebruik van een proxyserver


Wanneer u een proxyserver gebruikt, moest u tot dusver de instellingen voor
de proxyserver op verschillende plaatsen definiëren. Deze instellingen zijn
nu uniform gemaakt, zodat er nog slechts één centraal instellingsdialoog-
venster is. Het nieuwe instellingsdialoogvenster Instellingen: Proxyserver
vindt u onder: Opties > Instellingen > Gebruiker > Beheer >
Proxyserver.

40
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

De instellingen die in dit dialoogvenster zijn gedefinieerd, worden gebruikt


voor alle programmaonderdelen die een verbinding met internet tot stand
brengen. Wanneer u het gebruik van een proxyserver definieert, worden
deze instellingen nu ook voor programmaonderdelen zoals de EPLAN Down-
load Manager, de EPLAN online Help etc. gebruikt.

Op het tabblad Verbindingen definieert u net als tot dusver of er een proxy-
server wordt gebruikt en geeft u aan hoe deze wordt aangesproken. Op het
nieuwe tabblad Verbindingstest worden de programmaonderdelen weer-
gegeven die een verbinding met internet tot stand brengen, alsmede de bijbe-
horende URL. Daar kunt u de verbinding controleren. Wanneer u een
proxyserver gebruikt, wordt de verbinding via de proxyserver gecontroleerd.

41
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Labeling
Hernoemde en verplaatste menuopdracht
Met de functie "Labeling" is het mogelijk om verwerkte projectgegevens in
verschillende bestandsformaten uit te voeren. Omdat deze bestanden niet
alleen voor de labeling van componentlabels, maar in zijn algemeenheid
voor de externe verdere verwerking kunnen worden gebruikt, is de menuop-
dracht voor de labeling in deze versie hernoemd:

Oude naam Nieuwe naam

Labeling Export / labeling

Bovendien is de menuopdracht die zich tot dusver onder het menupad Hulp-
programma's > Verwerkingen (documentatie) bevond, samen met
andere menuopdrachten voor de uitvoer van productiegegevens onder de
nieuwe menuopdracht Productiegegevens gegroepeerd. In het kader van
deze wijzigingen zijn ook de bijbehorende dialoogvensters voor de labeling
op vergelijkbare wijze hernoemd.

42
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Artikelbeheer
Actualiseren van de artikeldatabank
Als u met meerdere versies van EPLAN werkt (bijvoorbeeld als u overstapt
op versie 2.6) en in versie 2.6 een "oude" artikeldatabank hebt ingesteld,
wordt u bij het openen van het artikelbeheer gevraagd of u de artikeldatabank
wilt actualiseren. Als u de vraag met [Ja] beantwoordt, wordt de artikeldata-
bank geactualiseerd.

Als u op [Nee] klikt, wordt de artikeldatabank niet geactualiseerd. Daardoor


blijven de gegevensvelden van het artikelbeheer leeg en kunnen deze niet
worden bewerkt.

Andere programmacomponenten die eveneens gebruikmaken van de gege-


vens uit de artikeldatabank, voeren een bijbehorende melding uit als de
artikeldatabank niet overeenkomt met de actuele versie.

Opmerking:

Als u met meerdere versies van EPLAN werkt, moet voor het bewerken en
onderhouden van de artikeldatabank altijd de nieuwste versie van EPLAN
worden gebruikt. Een geactualiseerde artikeldatabank kan in oudere ver-
sies van EPLAN bijvoorbeeld voor een artikel- of apparaatselectie worden
geopend, maar niet worden bewerkt.

Uitgebreide artikelgegevensimport volgens de eCl@ss-standaard


eCl@ss is een gestandaardiseerd, brancheoverschrijdend classificatiesys-
teem voor materialen, producten en diensten en heeft als doel de elek-
tronische handel in geclassificeerde producten te vereenvoudigen.

43
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Vanaf versie 2.4 ondersteunt het EPLAN platform de import van artikelgege-
vens in het artikelbeheer volgens de eCl@ss-standaard "eCl@ss Basic" ver-
sie 8.0. Met de nieuwe versie wordt nu de eCl@ss-standaard in versie 9.0
ondersteund.

Voordeel:

Met de uitgebreide artikelgegevensimport volgens de eCl@ss-standaard


kunnen gestandaardiseerde digitale apparaatgegevens uniform van de
engineering tot aan de productie worden gebruikt.

Uitbreiding met "eCl@ss Advanced"


Bij de eCl@ss-import van artikelgegevens wordt het XML-gebaseerde
gestandaardiseerde uitwisselingsformaat "BMEcat" gebruikt. Met het nu
ondersteunde formaat "BMEcat 2005.1" kunt u ook gegevens in de versie
"eCl@ss Advanced" importeren. De versie "eCl@ss Basic" wordt nog
steeds ondersteund.

De versie "eCl@ss Advanced" maakt gebruik van gestructureerde kenmer-


ken, dynamische elementen en aanvullende bestandstypen (bijvoorbeeld
voor de coördinaten van aansluitpunten van een apparaat). Daardoor kun-
nen ook complexe producten uitgebreid worden beschreven.

Uitbreiding bij de instellingen


Tot dusver kon u de eCl@ss-import alleen configureren als er een concreet
XML-bestand in het BMEcat-formaat beschikbaar was. Nu vindt de configura-
tie van de import met behulp van schematechniek plaats, zonder dat daar-
voor een dergelijk bestand moet bestaan.

Het bijbehorende instellingsdialoogvenster kunt u nu direct vanuit het dialoog-


venster Records importeren openen. Selecteer daartoe in het veld

44
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Bestandstype de invoer "eCl@ss 9.0 (BMEcat 2005.1)" en klik op de


ernaast gelegen knop […]. In het dialoogvenster Instellingen: eCl@ss-
import definieert u de instellingen voor de import van eCl@ss-gegevens en
kunt u deze instellingen als schema opslaan.

Opmerkingen:

Door de organisatie eCl@ss e.V. wordt gesteld dat voor het gebruik van
de eCl@ss-standaard een licentie nodig is. U kunt deze bestellen en
registeren in het download portal: http://www.eclassdownload.com.

In het EPLAN-platform is een nieuwe importoptie van artikelgegevens


volgens de "eCl@ss 9.0" standaard beschikbaar, die u kunt gebruiken
met een geldig software-service-contract.

Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de para-


graaf "Artikelbeheer: Import van artikelgegevens volgens de eCl@ss-stan-
daard".

Nieuwe voorfiltering voor artikelen


In de nieuwe versie is het mogelijk om artikelen in het artikelbeheer, in de arti-
kel- en apparaatselectie en in de artikelstamgegevens-navigators op basis
van bepaalde eigenschappen voor te filteren.

Voordeel:

Door het gebruik van een voorfilter wordt het aantal aangeboden artikelen
gereduceerd, zodat het zoeken aanzienlijk sneller en eenvoudiger ver-
loopt. Zo kunt u bijvoorbeeld de weergave van uitloopartikelen in het artikel-
beheer (en vergelijkbare dialoogvensters) via het voorgedefinieerde,
meegeleverde filter "Zonder uitloopartikel" uitsluiten.

45
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Hiervoor is in de instellingen het nieuwe dialoogvenster Instellingen: Arti-


kelvoorfiltering beschikbaar (menupad: Opties > Instellingen > Gebrui-
ker > Beheer > Artikelvoorfiltering).

De voorfiltering vindt plaats met behulp van de schematechniek. In het instel-


lingsdialoogvenster kunt u via de vervolgkeuzelijst van het veld Filter reeds
gedefinieerde filterschema's selecteren. Via [...] opent u het dialoogvenster
Filter, waarin u bijvoorbeeld een nieuw schema kunt maken en filtercriteria
kunt toewijzen. Daarbij beschikt het dialoogvenster Criteriumselectie over
artikeleigenschappen zoals Uitloopartikel, ERP-nummer etc.

Visualisatie van het voorfilter


Als in de instellingen voor de artikelvoorfiltering een filter is geactiveerd,
wordt in de titelbalk van het relevante dialoogvenster voor de naam van de
artikeldatabank een procentteken "%" aangegeven (bijvoorbeeld Arti-
kelbeheer - %ESS_part001.mdb).

Verbeterde blokbewerking bij tabellen


Wanneer u tot dusver in de boom of lijst van het artikelbeheer meerdere arti-
kelen (of andere objecten van hetzelfde type) selecteerde, was het in de
tabellen van de verschillende tabbladen niet mogelijk om aan deze tabellen
met de knoppen Nieuw of Verwijderen nieuwe rijen toe te voegen of
rijen te verwijderen. In de actuele versie is de blokbewerking bij deze tabellen
uitgebreid.

Daardoor kunt u bijvoorbeeld op het tabblad Toebehoren aan meerdere


geselecteerde artikelen in één actie tegelijkertijd bijbehorende artikelen of
toebehorenlijsten toewijzen. Of u breidt meerdere geselecteerde toe-
behorenlijsten op het tabblad Artikel tegelijkertijd met nieuwe artikelen uit.
Ook kunnen met de blokbewerking nu rijen worden verwijderd.

46
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Zoals dat bij de blokbewerking gebruikelijk is, worden bij het gelijktijdig bewer-
ken van meerdere objecten (artikelen, toebehorenlijsten etc.) rijen die over
verschillende waarden beschikken, met de tekenreeks <<…>> aangegeven.
Bij een verschillend aantal rijen kunnen alleen die rijen worden bewerkt, die
alle geselecteerde objecten gemeenschappelijk hebben.

Verbeterde weergave na de artikelgegevensimport


In versie 2.6 wordt u na de import van artikelgegevens door een verbeterde
weergave ondersteund. Wanneer een afzonderlijk artikel wordt geïmpor-
teerd of door de import wordt geactualiseerd, is dit artikel vervolgens automa-
tisch gemarkeerd. Wanneer meerdere artikelen worden geïmporteerd of
door de import worden geactualiseerd, is vervolgens het eerste van deze arti-
kelen gemarkeerd. Dit geldt voor de boom, de lijst en voor het gecom-
bineerde aanzicht van het artikelbeheer.

Voordeel:

Met de verbeterde weergave kunt u nu herkennen of er artikelgegevens


zijn geïmporteerd. Het eerste geïmporteerde en automatisch gemar-
keerde artikel kan direct worden bewerkt.

Bouwgroepen, modulen etc. bij de EDZ-export volledig exporteren


Bij de export van artikelgegevens met het EPLAN Data Portal-uitwisselings-
formaat werden bij bouwgroepen, modulen, toebehorenlijsten etc. tot dusver
het bouwgroepartikel, het module-artikel of de toebehorenlijst, maar niet de
aan het recordtype toegekende subartikelen met de bijbehorende gegevens
geëxporteerd. Om voortaan ook rekening te houden met dergelijke refe-
rentiegegevens, is de artikelgegevensexport voor dit formaat uitgebreid.

47
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Wanneer u in het dialoogvenster Records exporteren het gegevenstype


"EPLAN Data Portal-uitwisselingsformaat (EDZ)" selecteert, kunt u nu met
de knop […] definiëren hoe de gegevens moeten worden geëxporteerd.
Schakel het selectievakje Verwezen gegevens volledig exporteren in,
wanneer in het geval van bouwgroepen, modulen, toebehorenlijsten etc. in
aanvulling op de betreffende hoofdartikelen, toebehorenlijsten, ... ook de
toegekende gegevens (subartikelen, subbouwgroepen, submodulen etc.) bij
de export moeten worden meegenomen.

Bij de import van artikelen met het EPLAN Data Portal-uitwisselingsformaat


wordt automatisch rekening gehouden met gegevens waarnaar wordt ver-
wezen.

Hernoemde velden
In het artikelbeheer zijn in versie 2.6 ten behoeve van de eenduidigheid de
volgende velden hernoemd:

Oude naam Nieuwe naam

Engineer Aanmaakdatum

Verliesvermogen Max. verliesvermogen

Het veld Aanmaakdatum bevindt zich bijvoorbeeld op de tabbladen Prijzen


/ overig, Boorpatroon, Toebehorenlijst etc. van het artikelbeheer. Met de
hernoeming is het daaronder liggende veld Laatste wijziging aangepast
zodat beide velden nu ook als datumvelden herkenbaar zijn.

Behalve het veld Verliesvermogen, dat bijvoorbeeld op de tabbladen Onder-


deelgegevens, Klemmengegevens en Relaisgegevens beschikbaar is, is
ook de bijbehorende artikeleigenschap (ID 22074) hernoemd.

48
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Synchronisatie van projectstamgegevens


Weergave en actualisering van gecomprimeerde symboolbibliotheken
Bij het comprimeren van projecten worden onder bepaalde instellingen de in
het project opgeslagen symboolbibliotheken gecomprimeerd. Wanneer de
projectstamgegevens op een later moment met de systeemstamgegevens
worden gesynchroniseerd, konden deze gecomprimeerde symboolbiblio-
theken vanwege een nieuwere wijzigingsdatum lastig worden geïdentificeerd
en geactualiseerd.

In het dialoogvenster Synchronisatie van stamgegevens wordt voor


gecomprimeerde symboolbibliotheken uit de projectstamgegevens in de
kolom Type de invoer "Gecomprimeerde symboolbibliotheek" weergege-
ven. Om gecomprimeerde symboolbibliotheken in de projectstamgegevens
gericht door symboolbibliotheken uit de systeemstamgegevens te kunnen
vervangen, is onder de knop [Actualiseren] de nieuwe menuopdracht
Gecomprimeerde symboolbibliotheken in het project beschikbaar.

Nieuwe hulpprogramma's
Overname van projecteigenschappen bij de normenwisseling definië-
ren
In het verleden werden bij de normenwisseling altijd de projecteigenschap-
pen uit de projectsjabloon aan het doelproject overgedragen. In de nieuwe
versie kunt u nu ook de projecteigenschappen uit het bronproject aan het
doelproject overdragen. In het dialoogvenster Normenwisseling schakelt u
hiervoor op het tabblad Project het nieuwe selectievakje Projecteigen-
schappen uit bronproject overnemen in.

49
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Schematechniek bij het verwijderen van opgeslagen artikeleigenschap-


pen
Het dialoogvenster Opgeslagen artikeleigenschappen verwijderen is
uitgebreid met de mogelijkheden van de schematechniek, zodat het nu een-
voudig is om in bepaalde bewerkingsfasen gegevens gericht te verwijderen.
Zo hebt u bijvoorbeeld in de aanbiedingsfase prijzen nodig, maar bij de inbe-
drijfstelling niet.

Voordeel:

Het omslachtig handmatig definiëren van te verwijderen artikeleigenschap-


pen is bij diverse verwijderacties niet langer meer nodig. Wanneer u
verschillende configuraties als schema's opslaat, kunt u snel en eenvoudig
hiertussen wisselen.

Na het kiezen van de menuopdrachten Hulpprogramma's > Artikel >


Opgeslagen eigenschappen verwijderen wordt het dialoogvenster Opge-
slagen artikeleigenschappen verwijderen geopend. Hier selecteert u een
schema in de vervolgkeuzelijst Instellingen, of u klikt op [...] om een vervolg-
dialoogvenster te openen waarin u bestaande schema's bewerkt of een
schema maakt.

U selecteert de te verwijderen artikeleigenschappen door op (Nieuw) te


klikken en in het dialoogvenster Eigenschapselectie de te verwijderen arti-
keleigenschap te selecteren. Een meervoudige selectie is mogelijk.

50
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

EPLAN Help-systeem
Optimalisatie van layout, zoeken en navigeren
Het in versie 2.5 nieuw ingevoerde EPLAN Help-systeem is in de actuele ver-
sie verder geoptimaliseerd.

Voordeel:

Door de partiële tekstzoekfunctie en een geoptimaliseerd zoekalgoritme


vindt u de gezochte informatie nog sneller. De moderne layout zorgt voor
meer overzicht: u kunt de informatie sneller registreren en verwerken.

Layout
Kleuren, tekstgrootte en rij-afstand zijn gewijzigd, voor een beter overzicht in
lopende teksten. De kopteksten zijn nog duidelijker van elkaar te onderschei-
den, zodat een hiërarchie direct kan worden herkend.

Veel van de langere teksten bevinden zich nu in dropdown-tekstvakken, die u


kunt openen door op de koptekst te klikken. Daardoor wordt nu alleen het
deel van de tekst weergegeven dat voor u interessant is.

EPLAN-overzichten
Alle informatie over de EPLAN-eigenschappen en de EPLAN-tijdelijke aan-
duiding-elementen zijn nu in interactieve tabellen beschikbaar. U kunt deze
tabellen oplopend en aflopend sorteren en naar wens filteren.

51
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Zoeken en navigeren
Met de partiële tekstzoekfunctie kunt u onvolledige zoektermen invoeren
met een lengte vanaf 6 tekens.

Het verbrede invoerveld voor de tekstzoekfunctie geeft ook langere zoek-


termen volledig weer.

De markering van de zoekterm in de vindplaatsen is ook correct wanneer


de zoekterm umlauts of speciale tekens bevat.

Wanneer u in het tekstbereik naar beneden scrolt, wordt in de rechter


onderhoek van de browser een knop weergegeven waarmee u naar het
begin van de tekst kunt springen.

De inhoud van het EPLAN Help-systeem krijgt bij Internet-zoekmachines


nu een hogere ranking.

52
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Eigenschappen
Gebruikergedefinieerde eigenschappen controleren op ongeldige waar-
den
Bij de configuratie van gebruikergedefinieerde eigenschappen hebt u de
mogelijkheid om bepaalde selectielijsten met vaste standaard waarden te
definiëren. Door verschillende acties (bijvoorbeeld door het kopiëren en
invoegen vanuit andere projecten, door het invoegen van macro's etc.) kan
het gebeuren dat de gebruikergedefinieerde eigenschappen waarden heb-
ben die niet als standaard waarden voor de betreffende selectielijst zijn
geconfigureerd. Om dergelijke plaatsen met ongeldige waarden in het pro-
ject te kunnen vinden, beschikt meldingsklasse 022 "Overig" nu over de
nieuwe controleproceduremelding 022060.

Voordeel:

Met behulp van de nieuwe controleproceduremelding 022060 kunt u de


plaatsen in het project waarop de gebruikergedefinieerde eigenschappen
afwijken van de toegestane standaard waarden, in het meldingenbeheer
weergeven en vervolgens corrigeren.

53
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Weergave van gebruikergedefinieerde eigenschappen overeenkomstig


de dialoogtaal
Bij de gebruikergedefinieerde eigenschappen was de projectspecifieke ver-
taalinstelling Brontaal tot dusver bepalend voor de wijze waarop een weer-
gavenaam werd weergegeven. Was hier bijvoorbeeld "de_DE" ingesteld,
dan werden bij een wijziging van de dialoogtaal (bijvoorbeeld naar "en_US")
de weergavenamen van dergelijke eigenschappen verder in het Duits aan-
geven. Met de nieuwe versie worden de vertaalde weergavenamen van de
gebruikergedefinieerde eigenschappen nu door de ingestelde dialoogtaal
bepaald.

Tijdelijke aanduidingen voor het formaat van blokeigenschappen


Blokeigenschappen maken het mogelijk om eigenschappen gemeenschap-
pelijk te formatteren en de eigenschapswaarden in het schema weer te
geven of in verwerkingen uit te voeren. Bij het definiëren van de formattering
in het dialoogvenster Formaat: Blokeigenschap kunt u met behulp van het
groepsveld Eigenschap verbergen als bepalen wanneer een eigenschap
moet worden verborgen of weergegeven. Bij het opgeven van waarden kunt
u nu ook tijdelijke aanduiding-tekens zoals "*" en "?" gebruiken.

Voordeel:

Het gebruik van tijdelijke aanduiding-tekens bij het opgeven van waarden,
biedt een grotere flexibiliteit bij het verbergen van eigenschappen via blok-
eigenschappen.

54
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voorbeeld:

U kunt de tijdelijke aanduiding-tekens in het formaat van de blokeigen-


schappen bijvoorbeeld gebruiken om bepaalde externe documenten van
de verwerking uit te sluiten (bijvoorbeeld alle Duitse documenten waarvan
de bestandsnaam de tekenreeks "de_DE" bevat).

Nieuwe eigenschap voor de weergave van de schaal


De pagina-eigenschap Schaal (ID 11048) voor de weergave van de schaal
op schemapagina's kan een opgegeven verhouding (bijvoorbeeld. "10:1" of
"1:4") niet in deze vorm in de grafische editor weergeven. Daarom is nu de
nieuwe pagina-eigenschap Schaal (verhouding) (ID 11044) beschikbaar,
die de inhoud van de eigenschap Schaal (ID 11048) correct als verhouding
weergeeft. U kunt deze eigenschap als speciale tekst op projectpagina's en
op plotkaders plaatsen. Om reden van compatibiliteit blijft de "oude" eigen-
schap voor de weergave van de schaal behouden.

55
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Paginateller per eigenschap bepalen


In aanvulling op de reeds bekende eigenschappen Aantal pagina's per
eigenschap en Paginanaam per eigenschap is er nu de nieuwe pagina-
eigenschap Paginateller per eigenschap (ID 11064). Met deze eigenschap
kunt u in de pagina-eigenschappen of in een plotkader van een pagina aan-
geven om de hoeveelste pagina met een bepaalde eigenschap het gaat
(bijvoorbeeld pagina 4 met groepscode A31).

De configuratie van de te gebruiken eigenschap gebeurt via de bestaande


projectinstelling Aantal pagina's / paginanamen per eigenschap. Via de
bestaande menuopdrachten Pagina > Aantal pagina's / paginanamen per
eigenschap worden de pagina's doorgeteld die dezelfde waarde van een
bepaalde eigenschap hebben, en de teller wordt in de pagina-eigenschap
Paginateller per eigenschap geschreven.

56
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN Multi-


user Management"

Opmerking:

De uitbreidingsmodule "EPLAN Multiuser Management" is voor de vol-


gende programmavarianten optioneel verkrijgbaar:
EPLAN Electric P8 Select, EPLAN Electric P8 Professional, EPLAN Elec-
tric P8 Professional+, EPLAN Fluid, EPLAN Fluid Professional, EPLAN
Fluid Professional E, EPLAN Pro Panel Professional Stand-alone en
EPLAN Pro Panel Professional+ Stand-alone.
Voor de volgende programmavarianten hoort deze uitbreidingsmodule
standaard tot de leveringsomvang: EPLAN Electric P8 Ultimate.

Met de uitbreidingsmodule "EPLAN Multiuser Management" kunnen projec-


ten in zogeheten "bewerkingsbereiken" worden onderverdeeld. Hierdoor
worden grote projecten overzichtelijker weergegeven en neemt de bewer-
kingssnelheid toe. Als er bij de bewerking van omvangrijke projecten externe
krachten moeten worden ingezet, of als projecten onafhankelijk van de net-
werkverbinding moeten worden bewerkt, kunt u deze projecten in meerdere
deelprojecten opdelen.

Import en export van de totale configuratie voor bewerkingsbereiken


Bij het definiëren van bewerkingsbereiken kunt u nu alle schema's die voor
een project zijn gemaakt als totale configuratie exporteren en vervolgens
bijvoorbeeld in een ander project importeren.

57
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Hiervoor kunt u in het dialoogvenster Bewerkingsbereiken als pro-


jectbeheerder definiëren de twee nieuwe knoppen (Importeren) en
(Exporteren) gebruiken. Bij een import worden alle bestaande schema's
verwijderd en het bewerkingsbereik moet opnieuw worden geselecteerd of
toegewezen.

Vernieuwingen voor deelprojecten


In het dialoogvenster Deelprojecten worden de deelprojecten weergegeven
die door de bewerkingsbereiken zijn gedefinieerd.

Een overzicht van de vernieuwingen in dit dialoogvenster:

Deelprojecten veilig in een andere directory opslaan:


Deelprojecten kunnen nu direct veilig in een andere directory worden
opgeslagen. Daardoor kunt u deelprojecten in aparte directory's opslaan
en alleen deze directory's voor verdere bewerking vrijgeven.
Hiertoe kunt u voor het betreffende deelproject in de nieuwe kolom Direc-
tory met de knop […] een andere doeldirectory selecteren. Deze infor-
matie wordt dan in het bronproject opgeslagen. Standaard wordt hier de
ingestelde projectdirectory weergegeven.

58
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Hoofdproject actualiseren:
Met de nieuwe knop [Actualiseren] kunt u het hoofdproject actualiseren,
d.w.z. de nieuwe status van deelprojecten opslaan, zonder dat u deze
eerst voor externe bewerking "veilig" moet opslaan.

Deelprojecten alleen uitbreiden:


Het selectievakje Deelproject alleen uitbreiden dat oorspronkelijk onder
de tabel stond, is in de tabel geplaatst, zodat het nu mogelijk is om deze
instelling individueel voor elk deelproject in te stellen.

Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN User


Rights Management"

Opmerking:

De uitbreidingsmodule "EPLAN User Rights Management" is voor de vol-


gende programmavarianten optioneel verkrijgbaar:
EPLAN Electric P8 Select, EPLAN Electric P8 Professional, EPLAN Fluid,
EPLAN Fluid Professional, EPLAN Fluid Professional E, EPLAN Preplan-
ning P&ID, EPLAN Preplanning Professional, EPLAN Pro Panel Profes-
sional Stand-alone.
Voor de volgende programmavarianten hoort deze uitbreidingsmodule
standaard tot de leveringsomvang:
EPLAN Electric P8 Professional+, EPLAN Electric P8 Ultimate, EPLAN
Pro Panel Professional+ Stand-alone.

Met de uitbreidingsmodule "EPLAN User Rights Management", het rechten-


beheer, kan een beheerder zowel de rechten van gebruikers als de gebrui-
kersinterface (dialoogvensters, menustructuur etc.) van het EPLAN platform
configureren.

59
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Import van Windows-gebruikers en -groepen


In middelgrote en grote organisaties worden gebruikers vaak via Active Direc-
tory-groepen beheerd. Elke gebruiker meldt zich met zijn Active Directory-
account (Windows-gebruikersnaam en wachtwoord) bij zijn werkstation aan.

In het EPLAN-rechtenbeheer kunt u deze Windows-gebruikers en -groepen


nu uit de Active Directory importeren. Als een dergelijke gebruiker in het
EPLAN-rechtenbeheer is geconfigureerd, wordt deze automatisch bij EPLAN
aangemeld en is het programma in de geconfigureerde functieomvang
beschikbaar.

Voordeel:

De eenvoudige import van gebruikers of groepen uit Windows kan voor u


een aanzienlijke tijdsbesparing bij het werken met het rechtenbeheer bete-
kenen. Door bewerkingsrechten aan een dergelijke geïmporteerde groep
toe te kennen, krijgen alle groepsleden de betreffende rechten zonder dat
voor elk groepslid een aparte gebruiker moet worden aangemaakt en
bewerkt.

Om de uit Windows geïmporteerde gebruikers in EPLAN te kunnen aan-


melden, moet beslist de werkmodus Aanmelden met Windows-gebrui-
kersnaam worden gebruikt.

Gebruikers en groepen uit Windows importeren


Om Windows-gebruikers of -groepen uit Active Directory te importeren, is in
het dialoogvenster Rechtenbeheer de knop (Gebruikers en groepen uit
Windows importeren) beschikbaar. De knop wordt weergegeven wanneer u
links in het dialoogvenster Rechtenbeheer de map Gebruiker hebt gemar-
keerd.

60
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

In het vervolgvenster Gebruikers of groepen selecteren selecteert u de


gewenste Windows-gebruiker of de Active Directory-groep. Vervolgens kent
u de gewenste EPLAN-rechten toe, door aan de Windows-gebruiker of de
Active Directory-groep een of meerdere EPLAN-groepen toe te kennen.

Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de para-


graaf "Import van Windows-gebruikers".

61
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Vernieuwingen voor EPLAN Electric P8


Klemmen en stekers
In deze versie is het bewerken van klemmenstroken en stekers verder ver-
beterd en uitgebreid. Zo kan nu ook in het dialoogvenster Steker bewerken
de kolomconfiguratie in een schema worden opgeslagen.
In versie 2.5 is het interne beheer van etageklemmen aangepast en geop-
timaliseerd. Zo worden sindsdien bij het genereren van etageklemmen in de
dialoogvensters Klemmenstrook bewerken en Klemmen (apparaten)
genereren de etages in aflopende volgorde toegewezen. Dit gedrag geldt nu
ook bij het genereren van etageklemmen in het dialoogvenster Functies
genereren, dat u vanuit het snelmenu in verschillende navigators kunt oproe-
pen.

In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen behan-


deld:

"Verbeteringen bij het bewerken van klemmen" op pagina "62"


"Uitbreidingen voor hoofdklemmen" op pagina "67"
"Directe verbindingen tussen klemmen" op pagina "69"
"Verborgen tabblad "Verbindingen" bij klemmen en stekercontacten" op
pagina "70"
"Verbeteringen bij het werken met stekers" op pagina "71".

Verbeteringen bij het bewerken van klemmen


Het centrale dialoogvenster voor het bewerken van klemmen is het dialoog-
venster Klemmenstrook bewerken. Hier worden alle gegevens van een
geselecteerde klemmenstrook weergegeven. In deze versie is dit dialoog-
venster o.a. uitgebreid met nieuwe handige kolommen en functies.

62
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Nieuwe en gewijzigde kolommen


Tot dusver werden in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken klem-
men die niet bij het artikel passen, in de kolom Rij door een witte lijn aan de
rand aangeduid. Niet geplaatste klemmen werden tussen haken aange-
geven. Deze niet platform-conforme weergaven zijn verwijderd. De infor-
matie wordt in plaats hiervan in de nieuwe kolom Status met de uit de
klemmenstrook-navigator bekende pictogrammen weergegeven.

Voordeel:

Dankzij de nieuwe kolommen en bewerkingsmogelijkheden kunt u de


klemmenstrook ontwerpen zonder tussen verschillende dialoogvenster te
moeten wisselen. De nieuwe kolom Status vereenvoudigt o.a. het her-
kennen van niet geplaatste klemmen en het toekennen van bijpassende
artikelen. Hiervoor worden de uit de klemmenstrook-navigator bekende
pictogrammen gebruikt. Naast rijgbare toebehoren worden nu ook niet-rijg-
bare toebehoren in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken weer-
gegeven.

In de kolomconfiguratie zijn meerdere nieuwe kolommen voor de weergave


beschikbaar:

Status: toont aan de hand van pictogrammen (zoals in de klemmen-


strook-navigator) of een klem al dan niet geplaatst is, of de klem een func-
tiesjabloon van een artikel overlapt of dat er vrije functiesjablonen van het
artikel over zijn. Hierdoor kan bijvoorbeeld bij etageklemmen worden afge-
leid of het artikel bij een etageklem past.

Voorbeeld toebehoren: toont een schematisch voorbeeld van de niet-


rijgbare klemmentoebehoren. Daarnaast wordt er knopinfo weergegeven.

63
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

De toebehoren worden via de productsubgroep in het artikelbeheer gedefi-


nieerd.

Voorbeeld:

De volgende afbeelding toont een mogelijke kolomconfiguratie voor het


dialoogvenster Klemmenstrook bewerken met de nieuwe kolommen
Status en Voorbeeld toebehoren.

De volgende kolommen zijn gewijzigd:

Vaste bruggen (intern) / Vaste bruggen (extern): in deze kolommen


worden vaste brug-aansluitingen en bestaande vaste bruggen grafisch
weergegeven. Daarbij worden automatische en handmatige vaste brug-
gen nu met een kleur van elkaar onderscheiden (rood = automatisch,
zwart = handmatig). Ook directe verbindingen tussen klemmen worden
hier nu grafisch weergegeven (zie pagina "69").

64
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Apparaatselectie
In het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken is nu de nieuwe snelmenu-
opdracht Apparaatselectie beschikbaar. De menuopdracht is beschikbaar
wanneer er één hoofdklem is geselecteerd of wanneer een of meerdere eta-
ges van een etageklem zijn geselecteerd. In het dialoogvenster Apparaat-
selectie kan een passend artikel voor de hoofd- of etageklem worden
geselecteerd.

Aansluitinggericht beeld
In het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken is de nieuwe snelmenuop-
dracht Beeld: Aansluitinggericht beschikbaar. Het aansluitinggerichte
beeld toont alle aansluitingen van de klemmen, ongeacht of er verbindingen
zijn aangesloten of niet. Dat wil zeggen dat er aanvullende rijen worden weer-
gegeven voor aansluitingen waarop geen verbindingen zijn aangesloten.
Hierdoor is informatie zichtbaar die ook in aansluitinggerichte verwerkingen
kan worden weergegeven.

Voordeel:

Het aansluitinggerichte beeld komt overeen met de aansluitinggerichte ver-


werking van de klemmenstrook. Vrije aansluitingen op de klemmenstrook
kunnen hierdoor direct worden herkend.

65
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voorbeeld:

In dit voorbeeld bevat de klemmenstrook -X1 vier klemmen met elk vier
aansluitingen, waarvan echter klemmenstrook c niet is aangesloten. In de
standaard weergave van het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken
zijn de niet gebruikte aansluitingen onzichtbaar.

In het aansluitinggerichte beeld worden voor niet gebruikte aansluitingen


aanvullende rijen weergegeven.

66
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Interne / externe klemmendoelen voor afzonderlijke aansluitingen wis-


selen
In het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken is de nieuwe snelmenuop-
dracht Aansluiting: Intern / extern wisselen beschikbaar. De menuop-
dracht is alleen beschikbaar wanneer een cel in de kolom
Klemmenaansluiting (intern) of Klemmenaansluiting (extern) is geselec-
teerd. Het gebruik is met name zinvol in het aansluitinggerichte beeld.

Deze menuopdracht wijzigt voor een afzonderlijk geselecteerde klem-


menaansluiting de instelling van de eigenschap Intern / extern. Dat bete-
kent dat een interne klemmenaansluiting een externe klemmenaansluiting
wordt en omgekeerd. De interne en externe klemmenaansluitingen kunnen
daarbij afzonderlijk worden gedefinieerd.

In het kader van deze uitbreiding is de bestaande snelmenuopdracht Intern /


extern wisselen voor een beter onderscheid hernoemd in Klem: Intern /
extern wisselen. Met deze menuopdracht wisselt u alle interne en externe
klemmendoelen van de geselecteerde klemmen.

Meer informatie over deze onderwerpen vindt u in het Help-systeem in de


paragraaf "Toebehoren van klemmen en klemmenstroken" en in de con-
textafhankelijke Help bij het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken.

Uitbreidingen voor hoofdklemmen


Als een klem als hoofdklem is gedefinieerd, dan gedraagt deze zich als een
hoofdfunctie. Hoofdklemmen worden nog meer dan voorheen als hoofd-
functies behandeld. Hiertoe zijn in deze versie meerdere verbeteringen en
uitbreidingen ingebouwd.

67
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Artikelen bij hoofdklemmen met willekeurig weergavetype


Tot dusver konden artikelen alleen bij meerlijnige hoofdklemmen worden
geselecteerd. Bij het omschakelen naar een ander weergavetype werd het
tabblad Artikel verborgen. Een artikel dat daarvoor bij een dergelijke klem
werd ingevoerd, was weliswaar aan de klem toegekend maar werd echter
niet verwerkt.

Nu wordt het tabblad Artikel ook bij hoofdklemmen met een willekeurig weer-
gavetype weergegeven. Een artikel dat daar is ingevoerd, wordt ook in ver-
werkingen (artikellijst) uitgevoerd.

Voordeel:

U kunt artikelen in elk willekeurig weergavetype van een hoofdklem invoe-


ren. Ook bij klemmen die alleen in de overzichtsweergave voorkomen, kan
een artikel worden ingevoerd en verwerkt.

Hoofdklem toewijzen
In het menu Projectgegevens > Klemmenstroken is de nieuwe menuop-
dracht Hoofdklem toewijzen beschikbaar. Wanneer dezelfde klem in
verschillende weergavetypen voorkomt, kunt u met deze menuopdracht de
hoofdklem verwisselen. Deze functie is vergelijkbaar met het toewijzen van
hoofdfuncties. De geselecteerde klem wordt hoofdklem, de artikelgegevens
worden bij de nieuwe hoofdklem gekopieerd en bij de oorspronkelijke hoofd-
klem verwijderd.

68
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Boventallige hoofdklemmen converteren


Bij het converteren van boventallige hoofdfuncties via de menuopdrachten
Hulpprogramma's > Synchroniseren > Functies > Hoofdfuncties cor-
rigeren worden nu ook boventallige hoofdklemmen gecorrigeerd. Als
dezelfde klem in verschillende weergavetypen voorkomt, mag er slechts één
de hoofdklem zijn. De boventallige hoofdklemmen worden geconverteerd
naar nevenklemmen.

Klemmen als hoofdfunctie toestaan


Tot dusver kon u aan een klem zowel de eigenschap Hoofdklem als de
eigenschap Hoofdfunctie toewijzen. De eigenschap Hoofdfunctie is voor
klemmen echter niet vereist en ook niet zinvol, omdat de eigenschap Hoofd-
klem er al voor zorgt dat de klem zich als een hoofdfunctie gedraagt.

Daarom is nu in het eigenschappendialoogvenster van klemmen op het tab-


blad Symbool- / functiegegevens het selectievakje Hoofdfunctie stan-
daard uitgeschakeld en grijs weergegeven.

Via een instelling in het dialoogvenster Instellingen: Compatibiliteit kunt u


desgewenst het oude gedrag weer inschakelen. Daartoe kiest u de menuop-
drachten Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Beheer >
Compatibiliteit en schakelt u het selectievakje Klemmen als hoofdfunctie
toestaan in.

Directe verbindingen tussen klemmen


Tussen klemmen met het aansluittype "Directe aansluiting" werden tot dus-
ver automatisch vaste bruggen of draadbruggen gegenereerd wanneer de
directe aansluitingen in het schema met elkaar verbonden zijn. Nu blijven de
tussen deze klemmen ontstane directe verbindingen behouden.

69
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voordeel:

Klemmen die door ze in elkaar te steken elektrisch worden verbonden, kun-


nen nu in EPLAN eenvoudig worden ontworpen. Bij het vormen van brug-
gen worden de instellingen in de aansluitlogica van klemmen gebruikt. De
directe verbindingen die tussen de directe aansluitingen ontstaan, blijven
behouden.

Ook directe verbindingen worden in het dialoogvenster Klemmenstrook


bewerken in de kolommen Vaste bruggen (extern) en Vaste bruggen
(intern) grafisch weergegeven. In tegenstelling tot vaste bruggen worden de
aansluitpunten bij directe verbindingen in plaats van door cirkels door recht-
hoeken weergegeven. Deze weergave geldt ook voor verwerkingen.

Met elkaar verbonden PE- / PEN-klemmen hebben altijd een directe verbin-
ding via het railcontact. Directe verbindingen tussen PE- / PEN-klemmen
worden in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken niet meer weer-
gegeven.

Verborgen tabblad "Verbindingen" bij klemmen en stekercontacten


De doelen van klemmenaansluitingen konden tot dusver via symboolvarian-
ten, de aansluitlogica en via de instellingen op het tabblad Verbindingen
(o.a. de formulierpositie) afwijkend van de tekening worden verwerkt. De ver-
werkingen en het schema wijken dan van elkaar af en dat voldoet niet aan
eisen die volgens de norm worden gesteld aan eenduidigheid van documen-
tatie. De combinatie van mogelijkheden, met name in relatie tot macro's,
leidde geregeld tot misverstanden en fouten.

70
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Daarom is het tabblad Verbindingen, dat tot dusver in het eigenschappen-


dialoogvenster van klemmen en stekercontacten werd weergegeven, nu
standaard verborgen en wordt het niet gebruikt. De klemmen / stekercontac-
ten worden altijd overeenkomstig de instellingen in de aansluitlogica ver-
werkt. U kunt verder alle bedradingsvarianten door de resterende instellingen
en een eenduidig schema ontwerpen.

Voordeel:

De verwerkingen komen nu altijd overeen met de engineering in het


schema, waardoor een eenduidige documentatie gegarandeerd is. De
bediening wordt eenvoudiger en het schema eenduidiger.

Via een instelling in het dialoogvenster Instellingen: Compatibiliteit kunt u


desgewenst het oude gedrag weer inschakelen. Daartoe kiest u de menuop-
drachten Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Beheer >
Compatibiliteit en schakelt u het selectievakje Tabblad 'Verbindingen' bij
klemmen en stekercontacten gebruiken in.

Wanneer u projecten opent die met vorige EPLAN-versies zijn gemaakt, is


het selectievakje automatisch ingeschakeld.

Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de con-


textafhankelijke Help bij het dialoogvenster Instellingen: Compatibiliteit.

Verbeteringen bij het werken met stekers


Wanneer u een steker als apparaat invoegt, wordt daarbij nu als plaat-
singshulpmiddel de functiedefinitie van het betreffende stekercontact aange-
geven. Met de toets [N] kunt u door de functies "bladeren".

71
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Een van de centrale dialoogvensters voor het bewerken van stekers is het
dialoogvenster Steker bewerken. Hier worden alle weergave-instellingen en
gegevens van een geselecteerde steker weergegeven. In deze versie is dit
dialoogvenster uitgebreid met nieuwe handige kolommen en de moge-
lijkheid om kolommen via schematechniek te configureren.

Schema voor kolomconfiguratie en nieuwe kolommen


Tot dusver kon u de kolomconfiguratie in het dialoogvenster Steker bewer-
ken via de snelmenuopdracht Weergave configureren aanbrengen. In de
nieuwe versie worden de weergegeven kolommen en de volgorde hiervan in
een schema opgeslagen.

Hiertoe bevat het dialoogvenster het nieuwe veld Schema. Hier selecteert u
een schema in de vervolgkeuzelijst, waarin u de instellingen definieert. Met
[...] opent u het dialoogvenster Instellingen: Kolomconfiguratie. Daar kunt
u bestaande schema's bewerken of een schema maken.

Voordeel:

Wanneer u de configuraties voor verschillende bewerkingsgevallen als


schema's opslaat, kunt u snel en eenvoudig tussen verschillende weer-
gaven van stekers wisselen.

In de kolomconfiguratie zijn meerdere nieuwe kolommen voor de weergave


beschikbaar:

Verbindingseigenschappen: u kunt nu verschillende verbindingseigen-


schappen bij verbindingen die op de stekercontacten zijn aangesloten als
kolommen weergeven. Deze eigenschappen, bijvoorbeeld Verbindings-
kleur / -nummer of Verbindingsdoorsnede, kunnen apart voor de pen-
zijde en de buszijde van de steekverbinding worden weergegeven.

72
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Artikelnummer: in de kolommen Artikelnummer [1] - Artikelnummer


[10] kunt u maximaal tien artikelen weergeven die aan het stekercontact
zijn toegekend. Met de knop [...] binnen een veld kunt u artikelen selec-
teren.

Daarnaast kunt u de velden van de kolommen Functiedefinitie (...), die tot


dusver alleen werden gebruikt voor het weergeven van gegevens en daarom
grijs bleven, nu bewerken. Of de functiedefinities van de penzijde of van de
buszijde kunnen worden bewerkt, hangt af van de betreffende stekerdefinitie.
Bij wijzigingen worden de betreffende gegevens naar het schema terug-
geschreven.

73
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Kabels
Weergave van de bron en het doel van de kabel
Wanneer u tot dusver de bron en het doel van een kabel in het schema wilde
weergeven, was dat alleen mogelijk via de weergave in de kabel-ODC. Daar-
toe moest u het betreffende formaat voor de kabelnummering definiëren.

Nu kunnen de bron en het doel van de kabel via de nieuwe eigenschappen


Kabel: Bron (ID 20376) en Kabel: doel (ID 20377) in het schema worden
weergegeven. Deze eigenschappen kunnen eveneens in de blokeigenschap-
pen, bij de externe bewerking en in verwerkingen worden gebruikt.

Voordeel:

De bron en het doel van de kabel kunnen onafhankelijk van de kabelnum-


mering in het schema worden weergegeven. Met behulp van blokeigen-
schappen kunt u bijvoorbeeld de bron en het doel gemeenschappelijk
weergeven of aanvullende teksten voor de eigenschapswaarden weer-
geven.

74
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN PLC &


Bus Extension"

Opmerking:

De uitbreidingsmodule "EPLAN PLC & Bus Extension" is voor EPLAN Elec-


tric P8 Select optioneel verkrijgbaar. Voor EPLAN Electric P8 Professional,
EPLAN Electric P8 Professional+ en voor EPLAN Electric P8 Ultimate
behoort deze uitbreidingsmodule standaard tot de leveringsomvang.

De uitbreidingsmodule "EPLAN PLC & Bus Extension" ondersteunt u uitge-


breid bij de engineering van PLC-besturingen en bussystemen.

Uitbreidingen voor netwerkaansluitingen


Om busaansluitingen en netwerkaansluitingen in EPLAN weer te geven, zijn
functiedefinities van de categorie "Netwerk- / buskabelaansluiting" beschik-
baar.

In de nieuwe versie zijn de netwerkaansluitingen van de Ethernet-geba-


seerde bus-systemen nu onderling compatibel:

EtherCAT
Ethernet
EtherNet/IP
Powerlink
Profinet.

75
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voordeel:

Omdat de netwerkaansluitingen voor bepaalde bus-systemen compatibel


zijn, kunnen omschakelbare netwerkinterfaces worden gevormd, die naar
keuze in een Ethernet- of Profinet-bus-systeem worden gebruikt.

Verbeteringen bij de import van busconfiguratiebestanden


Rekening houden met compatibele bus-systemen
Bij de import van busconfiguratiebestanden werden de aansluitingen uit het
importbestand tot dusver alleen aan de aansluitingen in het project toege-
kend als de bus-systemen identiek waren. Als dat niet zo was, werden bij de
import nieuwe, aanvullende PLC-aansluitingen gegenereerd. Nu worden de
aansluitingen ook toegekend als de bus-systemen compatibel zijn. Op deze
manier ontstaan bij de import minder aanvullende PLC-aansluitingen.

Ondersteuning van tijdelijke aanduiding-tekens bij de artikeltoeken-


ning
In de busconfiguratiebestanden kunnen gelijksoortige apparaten voorkomen
die alleen wat betreft bepaalde kenmerken van elkaar verschillen, bijvoor-
beeld voor toepassing in verschillende omgevingsomstandigheden. De pro-
grammering van de PLC-software is voor deze apparaten identiek, alleen het
toepassingsgebied voor de gebruikte artikelen is anders. De bestelnummers,
typecodes of soortgelijke gegevens van deze artikelen verschillen slechts op
een of enkele plekken van elkaar. In de busconfiguratiebestanden van
verschillende fabrikanten worden daarvoor tijdelijke aanduiding-tekens zoals
"*" en "?" gebruikt.

76
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Bij de import worden deze gegevens - afhankelijk van het gekozen formaat -
met de PLC-typecode vergeleken. Als er in de artikeldatabank meerdere arti-
kelen met passende PLC-typecodes worden gevonden, wordt automatisch
de eerste gevonden code toegekend. Met behulp van de nieuwe controle-
procedure 004057 kunt u de betreffende functies terugvinden en hieraan
eventueel een ander artikel toekennen.

Regeleinden bij de import van I/O-lijsten behouden


Een I/O-lijst bevat de adressen, de symbolische adressen en de functietek-
sten van een PLC. Het formaat van de I/O-lijst is afhankelijk van de fabrikant.
Bij de export uit EPLAN worden bij de meeste formaten de regeleinden in de
functieteksten verwijderd, omdat in de betreffende PLC-configuratiepro-
gramma's geen regeleinden worden gebruikt.

Tot dusver werden bij het importeren de functieteksten uit het importbestand
ongewijzigd - dus zonder regeleinden - aan het dialoogvenster I/O-lijst
importeren / synchroniseren overgedragen. Voor het overnemen van de
wijzigingen kon u de regeleinden die in het project voorkwamen via een snel-
menuopdracht terugzetten, wanneer de functieteksten anders ongewijzigd
gebleven waren.

U kunt nu bij het importeren bepalen of de in het project aanwezige rege-


leinden al dan niet behouden moeten blijven. Hiervoor is in het dialoog-
venster I/O-lijst importeren / synchroniseren het nieuwe selectievakje
Regeleinden in het project behouden beschikbaar.

77
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voordeel:

Al tijdens het importeren kan rekening worden gehouden met regeleinden


in functieteksten zodat ze niet in een vervolgstap gecorrigeerd hoeven te
worden. Hierdoor worden in het dialoogvenster Adressen / I/O-lijsten min-
der wijzigingen weergegeven en kunnen de relevante wijzigingen eenvou-
diger worden herkend. De regeleinden in het project kunnen niet meer zo
gemakkelijk per ongeluk worden verwijderd.

De snelmenuopdracht in het dialoogvenster Adressen / I/O-lijsten is verder


beschikbaar om naderhand regeleinden te corrigeren en is om reden van uni-
formiteit hernoemd:

Oude naam Nieuwe naam

Regeleinden overnemen Regeleinden in het project behouden

Meer informatie over dit onderwerp vindt u in de contextafhankelijke Help bij


het dialoogvenster I/O-lijst importeren / synchroniseren.

Weergave van het bepaalde symbolisch adres in I/O-lijsten


In het dialoogvenster Adressen / I/O-lijsten waren voor de weergave van
het symbolische adres tot dusver alleen de eigenschappen Symbolisch
adres en Symbolisch adres (automatisch) beschikbaar. Nu kan daar in
het tabelbereik PLC-gegevens uit schema ook de eigenschap Symbolisch
adres (bepaald) worden weergegeven. Hiervoor kunt u zoals gebruikelijk via
de snelmenuopdracht Weergave configureren de kolommen configureren.

De eigenschap Symbolisch adres (bepaald) (ID 20403) toont het sym-


bolische adres dat via de doeltracering is bepaald. Het symbolisch adres dat
is bepaald, kan ook bij de export van I/O-lijsten worden uitgevoerd. Omdat

78
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

het om een eigenschap gaat die automatisch wordt gevuld, wordt deze bij de
import niet in acht genomen.

Aanvullende formaatelementen voor I/O-lijsten


Voor de export en import van I/O-lijsten moet het correcte formaat van de
I/O-lijst worden ingesteld. Deze instellingen brengt u aan in het dialoog-
venster Instellingen: PLC-specifiek op het tabblad Formaat van de I/O-
lijst, alsmede in het dialoogvenster Formaat van de rij in de I/O-lijst, dat u
vanuit dit tabblad kunt bereiken.

Voor het bewerken van het formaat van de PLC-adressen in de I/O-lijsten


zijn in het dialoogvenster Formaat van de rij in de I/O-lijst de volgende
nieuwe formaatelementen beschikbaar:

Symbolisch adres (bepaald): toont het symbolisch adres dat via de doel-
tracering is bepaald, dus de aangesloten ODC. Het reeds bekende for-
maatelement "Symbolisch adres" toont daarentegen het handmatig
ingevoerde symbolische adres (indien aanwezig) of anders het bepaalde
symbolische adres.

Genegeerde tekst: het formaatelement "Genegeerde tekst" is nodig om


I/O-lijsten te importeren waarin componenten voorkomen waarvoor in
EPLAN geen equivalenten beschikbaar zijn en die daarom bij het impor-
teren in geen enkele EPLAN-eigenschap kunnen worden geschreven. De
betreffende componenten van de I/O-lijsten-rij worden bij de import gene-
geerd en zijn niet in EPLAN beschikbaar.
Bij de export wordt voor elk formaatelement "Genegeerde tekst" een lege
invoer in het exportbestand gegenereerd.
Genegeerde teksten hebben altijd de lengte "Variabel (onbegrensd)".

79
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voordeel:

Met behulp van de formaatelementen "Symbolisch adres (bepaald)" en


"Symbolisch adres" kan bij de export van I/O-lijsten de aangesloten ODC
gemeenschappelijk met het handmatig ingevoerde symbolische adres
worden geëxporteerd.
Met behulp van het nieuwe formaatelement "Genegeerde tekst" kunnen
I/O-lijsten worden geïmporteerd die componenten bevatten die niet in
EPLAN verder worden verwerkt.

Meer informatie over dit onderwerp vindt u in de contextafhankelijke Help bij


het dialoogvenster Formaat van de rij in de I/O-lijst.

PLC-aansluitingen met vaste adressen


Wanneer u in uw project PLC-aansluitingen met vaste adressen gebruikt,
moeten deze normaal gesproken bij het naderhand adresseren of bij het
invoegen van macro's niet worden gewijzigd. Met de nieuwe eigenschap Bij
het adresseren niet meenemen (ID 20380) kunt u bij een PLC-aansluiting
definiëren dat deze van het adresseren wordt uitgesloten en hierdoor altijd
zijn oorspronkelijke adres behoudt.
Bij het adresseren worden dergelijke PLC-aansluitingen ook niet in het resul-
taatvoorbeeld weergegeven.

Voordeel:

Vaste hardware-adressen worden niet automatisch gewijzigd.

80
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Vernieuwingen voor EPLAN Pro Panel


Thermal Design Integration
Thermal Design Integration Is een concept ter ondersteuning bij het ont-
werpen van schakelinstallaties:

Virtuele planning en dimensionering van energie-efficiënte klimatiserings-


oplossingen
Validatie van montageopbouwconstructies.
Thermal Design Integration Biedt functies, uitgebreide productgegevens,
voorschriften en softwaregebaseerde beslissingstools ter ondersteuning van
de engineer en om de planningsresultaten te valideren:

Bepaling van het totale verliesvermogen van alle onderdelen

Visualisatie van de verliesvermogendichtheid om warmtenesten te voor-


komen

Bepaling van de verliesvermogenverdeling voor een optimale indeling


van de componenten in de schakelkast

Interface naar Rittal Therm voor het ontwerpen en dimensioneren van kli-
matiseringscomponenten

Optioneel: toepassing van uitgebreide Rittal-artikelgegevens voor klima-


tiseringsoplossingen via het EPLAN Data Portal

Optioneel: weergave van het optimaal geklimatiseerde bereik per klima-


tiseringscomponent, waarin de componenten in de schakelkast bij voor-
keur moeten worden ingedeeld

81
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Optioneel: geblokkeerde ruimtes voor luchtstroom per klimatiserings-


component voor een optimale circulatie van koellucht en om compo-
nenten tegen oververhitting of onderkoeling te beschermen

Optioneel: luchtstroom richtingen van klimatiseringscomponenten.

Voordeel:

Door het combineren van deze plannings- en beslissingstools worden de


volgende doelen bereikt:
Eenvoudige planning en energie-efficiënt thermisch ontwerp van klima-
tiseringsoplossingen
In acht nemen van voorschriften voor een correcte montageopbouw
van de componenten
Het waarborgen van een storingsvrije werking van machines en instal-
laties
Eenvoudige planning en energie-efficiënt ontwerp van klimatiserings-
oplossingen
Normconforme engineering volgens IEC 61439. Het waarborgen van
een storingsvrije werking.

Opmerkingen:

Het concept is o.a. gebaseerd op artikelgegevens van de fabrikant Rit-


tal, die vanaf september 2016 (release van versie 2.6) in het EPLAN
Data Portal ter beschikking worden gesteld.

Het gebruik van de aanzichten "Luchtstroom richtingen", "Optimaal


geklimatiseerde bereiken" en "Geblokkeerde ruimtes voor luchtstroom"
is bovendien gekoppeld aan een licentiëring / validatie door het bedrijf

82
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Rittal. De registratie en validatie verlopen via het bedrijf Rittal en zijn


met de vrijgave van het EPLAN platform 2.6 vanaf september 2016
mogelijk.

In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen behan-


deld:

"Aanzichten voor het thermisch ontwerp" op pagina "83"


"Controle van ongelijkmatige verliesvermogenverdeling in een klimaat-
bereik" op pagina "86".

Aanzichten voor het thermisch ontwerp


In het kader van de engineering van schakelinstallaties met EPLAN Pro
Panel zijn er meerdere speciale aanzichten voor het "thermisch ontwerp" ont-
wikkeld.

Voordeel:

De installatie-engineer wordt bij het "thermisch ontwerp" door aanzichten


ondersteund, om de klimatiseringsoplossing zo efficiënt mogelijk te kun-
nen realiseren.

Aanzichten alleen voor Rittal-klimatiseringscomponenten:

Luchtstroom richtingen
Optimaal geklimatiseerde bereiken
Geblokkeerde ruimtes voor luchtstroom

Aanzichten voor alle apparaten en klemmen:

Verliesvermogendichtheid.

83
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Opmerking:

Het aanzicht "Verliesvermogendichtheid " is beschikbaar voor alle appa-


raten en klemmen, wanneer de artikeleigenschap Max. verliesvermogen
een waarde bevat. Het gebruik van de aanzichten "Luchtstroom rich-
tingen", "Optimaal geklimatiseerde bereiken" en "Geblokkeerde ruimtes
voor luchtstroom" is bovendien gekoppeld aan een licentiëring / validatie
door het bedrijf Rittal.

Alle aanzichten worden in het menu Beeld via de nieuwe menuopdracht


Thermisch ontwerp weergegeven en verborgen.

Luchtstroom richtingen
Om bij de engineering rekening te houden met het verloop van luchtstromen,
kan de richting van de koude en warme luchtstromen bij de Rittal-kli-
matiseringscomponenten met luchtstroom richtingen worden weergegeven.
De luchtstroom richtingen geven bij de betreffende uitstroomopening het
type en de stromingsrichting van de in- of uittredende luchtstroom aan:

Koude luchtstroom (blauw)


Warme luchtstroom (rood).
Wanneer artikelmacro's die van luchtstroom richtingen zijn voorzien bij de
engineering in de layoutruimte worden geplaatst, kunnen de luchtstroom rich-
tingen worden weergegeven.

Optimaal geklimatiseerde bereiken


Het optimaal geklimatiseerde bereik beschrijft de ruimte die door een Rittal-
klimatiseringscomponent op grond van zijn ventilatievermogen betrouwbaar
kan worden geklimatiseerd.

84
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Doorslaggevend voor de omvang van het geklimatiseerde bereik is de zoge-


heten "worplengte" van de koude lucht van de klimatiseringscomponenten.
Componenten die afvalwarmte produceren moeten bij voorkeur binnen dit
bereik worden geplaatst.

Opmerking:

De worplengte van de klimatiseringscomponenten is een theoretische


waarde. Daarbij wordt geen rekening gehouden met een beïnvloeding van
de luchtstroom door (schakelkast)componenten.

Geblokkeerde ruimtes voor luchtstroom


Geblokkeerde ruimtes voor luchtstroom worden door de fabrikant van artikel-
gegevens bij het artikel gedefinieerd. Geblokkeerde ruimtes beschrijven het
bereik dat vrij van hindernissen moet worden gehouden om optimaal te kun-
nen klimatiseren.

Verliesvermogendichtheid
Het aanzicht "Verliesvermogendichtheid " is beschikbaar voor alle apparaten
en aansluitklemmen, wanneer de artikeleigenschap Max. verliesvermogen
een waarde bevat. Om mogelijke warmtenesten die als gevolg van een
ongunstige plaatsing van componenten ontstaan al tijdens de engineerings-
fase te kunnen vaststellen, kunnen de betreffende artikelplaatsingen door
inkleuring in vijf verschillende kleuren worden weergegeven. Voor deze weer-
gave is de verliesvermogendichtheid van een component van belang. De
verliesvermogendichtheid volgt uit de artikeleigenschap Max. verliesvermo-
gen van een component gerelateerd aan het oppervlak van de artikel-
plaatsing.

Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de para-


graaf "Aanzichten voor het thermisch ontwerp".

85
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Controle van ongelijkmatige verliesvermogenverdeling in een klimaat-


bereik
Bij het thermisch ontwerp van schakelinstallaties is de gelijkmatige verdeling
van het verliesvermogen binnen een klimaatbereik (schakelkast) bijzonder
belangrijk. Om een ongelijkmatige verdeling van het verliesvermogen en
daarmee de vorming van warmtenesten te voorkomen, kan het verliesver-
mogenzwaartepunt in het klimaatbereik worden bepaald. Hiervoor is in
meldingsklasse 026 "3D-montageopbouw" de nieuwe controleproceduremel-
ding 026099 beschikbaar. Bij een dergelijke controleprocedure wordt het kli-
maatbereik virtueel in een bovenste en onderste helft opgedeeld en wordt
berekend in welke helft zich een significant hoger verliesvermogen voordoet
(>= 25%).

Als gevolg van deze controle dient de indeling van de betreffende artikelplaat-
singen zodanig te worden gewijzigd dat het verliesvermogen in het totale kli-
maatbereik gelijkmatig wordt verdeeld en er zo een betrouwbare
klimatisering mogelijk is. Een andere mogelijkheid is het invoegen van toe-
behoren voor de luchtgeleiding bij de klimatiseringscomponenten.

Voordeel:

De engineer kan tijdens de engineering vaststellen of de verliesvermogen-


verdeling in een klimaatbereik ongelijkmatig verdeeld is en waar het ver-
liesvermogenzwaartepunt ligt. De resultaten van de controle helpen bij de
gelijkmatige verdeling van componenten, bij het voorkomen van warm-
tenesten en bij de optimalisatie van de klimatisering.

Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de para-


graaf "Ongelijkmatige verliesvermogenverdeling in een klimaatbereik vast-
stellen".

86
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Routeren van hydraulische slang- en buisleidingen


Het vrij routeren van verbindingen is zodanig uitgebreid dat u bij de 3D-Fluid-
engineering nu ook slang- en buisleidingen in de 3D-montageopbouw kunt
routeren en ontwerpen. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in de para-
grafen "Vernieuwingen voor EPLAN Fluid" (zie pagina "113") en "Voor-
geconfigureerde slangleidingen routeren" (zie pagina "115").

Collisioncontrole voor vrij gerouteerde routeringsverbin-


dingen
Het meldingenbeheer is in meldingsklasse 026 "3D-montageopbouw" uitge-
breid met de nieuwe controleproceduremelding 026089 voor het bepalen
van collisions van routeringsverbindingen in de layoutruimte. Er wordt gecon-
troleerd op collision van een in de layoutruimte vrij gerouteerde verbinding
met een andere vrij gerouteerde verbinding of met een artikelplaatsing.

De uitgebreide collisioncontrole controleert alle elektrotechnische en fluid-


technische verbindingstypen die vrij gerouteerd zijn (en dus niet in draad-
kokers lopen).

Voordeel:

Elektrotechnische en fluidtechnische verbindingen kunnen collosionvrij in


3D worden ontworpen, gedocumenteerd, geproduceerd en geïnstalleerd.

87
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Schakelkastartikelen wisselen
In de 3D-montageopbouw is het nu mogelijk om artikelen van een schakel-
kast te wisselen zonder dat de artikelplaatsingen die in de originele schakel-
kast voorkomen worden verwijderd. Dit kan nodig zijn wanneer de 3D-
grafische macro is bewerkt, of wanneer voor de bestaande montageopbouw
een grotere of kleinere schakelkast nodig is. Als gevolg van deze wisseling
wordt de 3D-grafische macro van een 3D-artikelplaatsing (schakelkast) door
die van het andere artikel vervangen.

Voordeel:

Door het wisselen van het artikel kunnen schakelkasten in één keer door
andere schakelkasten worden vervangen. Het is niet meer nodig om alle
bestaande 3D-grafische macro's in de layoutruimte op te zoeken, te verwij-
deren en opnieuw te plaatsen. Steeds wanneer er een schakelkastbe-
huizing moet worden gewisseld, levert deze functie een aanzienlijke
tijdsbesparing op.

Hiervoor is voor schakelkasten in het snelmenu van de layoutruimte-navi-


gator de nieuwe menuopdracht Artikelen wisselen beschikbaar.

Bij het wisselen van een schakelkastartikel gelden de volgende voor-


waarden:

Van de originele schakelkast worden alle eigenschappen alsmede de


bestaande indeling, compleet en grafisch ongewijzigd overgenomen. De
toebehoren van de originele schakelkast worden overgenomen wanneer
deze ook als toebehoren van de nieuwe schakelkast voorkomen. Niet
overgenomen toebehoren moeten door de gebruiker handmatig worden

88
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

ingevoegd.

Verschillen die na het wisselen optreden (bijvoorbeeld door een gewij-


zigde formaatverhouding of door gaten in de montage) moeten door de
gebruiker worden gecorrigeerd.

Objecten die in de nieuwe schakelkast niet geplaatst kunnen worden,


worden op het hiërarchieniveau "Onjuist geplaatst" direct onder het
hiërarchieniveau "Schakelkast" weergegeven. Deze objecten kunnen
door de gebruiker handmatig op een montageoppervlak van de nieuwe
schakelkast worden geplaatst.

Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de para-


graaf "Artikelen wisselen (schakelkast)".

Artikelplaatsing actualiseren
Met de snelmenuopdracht Artikelafmetingen actualiseren in de layout-
ruimte-navigator werden tot dusver bij een artikelwijziging de waarden voor
breedte, hoogte en diepte bij de artikelplaatsing geactualiseerd. In de actuele
versie is deze snelmenuopdracht vervangen door de nieuwe snelmenuop-
dracht Artikelplaatsing actualiseren met een uitgebreidere functieomvang.

Wanneer u deze snelmenuopdracht kiest, wordt bij een artikelwijziging naast


de artikelafmetingen ook een bij het artikel opgeslagen macro meegenomen.
Wanneer u wijzigingen bij de macro hebt aangebracht, u hebt bijvoorbeeld
een extra montagepunt, basispunt of een montageoppervlak ingevoegd, dan
wordt de oude macro bij de artikelplaatsing vervangen door de gewijzigde of
nieuwe macro en wordt zo de weergave aangepast. Een meervoudige selec-
tie is mogelijk.

89
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voordeel:

Met de snelmenuopdracht Artikelplaatsing actualiseren kunnen gra-


fische of logische wijzigingen van macro's die bij artikelen zijn opgeslagen
eenvoudig aan artikelplaatsingen worden overgedragen zonder dat u de
artikelplaatsing hoeft te verwijderen of opnieuw moet plaatsen. Dat bete-
kent een aanzienlijke tijdsbesparing bij het uitwisselen of actualiseren van
een artikelplaatsing, omdat artikelgegevens en de 3D-geometrie cor-
responderen.

Opmerking:

In het dialoogvenster 2D-schakelkastopbouw - <Projectnaam> is de


snelmenuopdracht Artikelafmetingen actualiseren nog steeds aanwezig
en is de snelmenuopdracht Artikelplaatsing actualiseren niet beschik-
baar.

Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de para-


graaf "Artikelplaatsing actualiseren".

Uitbreidingen bij het plaatsen van artikelen


Lengtevariabele componenten als "voorgeconfectioneerde" artikelen
gebruiken
In EPLAN Pro Panel is het nu ook mogelijk om alle lengtevariabele compo-
nenten (draadkokers, montagerails, bevestigingsrails etc.) als artikelen met
voorgedefinieerde lengte te definiëren. Daartoe maakt u in de 3D-weergave
van de betreffende component met een bepaalde lengte een 3D-macro en
slaat u deze bij het artikel op. Het artikel wordt dan in deze vorm als "voor-
geconfectioneerde" component met voorgedefinieerde lengte gebruikt.

90
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Bij het maken van de 3D-macro kan een individuele handle worden gedefi-
nieerd (bijvoorbeeld op het middelpunt van de eerste boring). Als een der-
gelijk artikel wordt geplaatst, is de handle van de macro als extra
gebruikergedefinieerde handle beschikbaar. Lengtevariabele componenten
kunnen op deze manier bij gedefinieerde doelpunten worden geplaatst
(zoals bijvoorbeeld boringen op de montageplaat).

Voordeel:

Er kunnen nu ook lengtevariabele componenten met gedefinieerde lengte


in automatisch gemaakte montageopbouwconstructies (EEC / EEC one)
bij voorgedefinieerde punten worden ingebouwd.

Meervoudige plaatsing van artikelen zonder gaten


Artikelen die bij het koppelen in werkelijkheid vormgesloten worden inge-
bouwd, werden tot dusver bij een meervoudige plaatsing in EPLAN Pro
Panel altijd met een gat geplaatst. Dit gat tussen elke artikelplaatsing wordt
nu automatisch vermeden.

Voordeel:

Gekoppelde artikelplaatsingen hoeven niet meer naderhand te worden


bewerkt.

91
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Weergave en beheer van mechanische onderdelen in navi-


gators
Geplaatste en niet-geplaatste mechanische onderdelen worden nu in de
onderdelen-navigator, daarvan afgeleide navigators en in de 3D-montage-
opbouw-navigator weergegeven. Mechanische onderdelen beschikken over
een functiedefinitie uit het bereik "Mechanica" en kunnen als 3D-artikelplaat-
singen in de layoutruimte worden geplaatst.

Boom van de onderdelen-navigator:


Onder het mechanische onderdeel worden de afzonderlijke functies weer-
gegeven (bijvoorbeeld schakelkast, montageplaat, montagerail etc.; picto-
gram ). Als ze zijn toegekend (bijvoorbeeld aan een klemmenstrook)
worden mechanische functies ook in de andere projectgegevens-navi-
gators weergegeven.

Boom van de 3D-montageopbouw-navigator:


Zoals gewoonlijk worden reeds geplaatste mechanische onderdelen door
een speciaal pictogram ( ) aangegeven.

Opmerking:

Mechanische onderdelen worden in de 2D-schakelkastopbouw-navigator


niet weergegeven.

Niet-geplaatste mechanische functies


In het kader van deze wijziging is het nu ook mogelijk om mechanische func-
ties als niet-geplaatste functies te genereren (bijvoorbeeld door het verwij-
deren van een plaatsing).

92
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Mechanische onderdelen met niet-geplaatste mechanische functies gedra-


gen zich bij het verwijderen en plaatsen als een apparaatgroep. Als een niet-
geplaatste functie in de onderdelen-navigator wordt verwijderd, wordt het
gehele onderdeel verwijderd. Bij het plaatsen vanuit de navigators worden –
onafhankelijk van de gemaakte selectie – alle functies gemeenschappelijk in
een geopende layoutruimte geplaatst. Plaatsen is bijvoorbeeld mogelijk door
middel van slepen & neerzetten vanuit de onderdelen- of 3D-montage-
opbouw-navigator.

In de onderdelen-navigator kunt u met de snelmenuopdracht Nieuw appa-


raat nu ook nieuwe apparaten met niet-geplaatste mechanische functies
genereren. Met de snelmenuopdrachten Nieuw en Nieuwe functies kun-
nen mechanische functies niet worden gegenereerd, omdat mechanische
functies zonder artikel niet zinvol zijn.

Bij de import van onderdelen via de menuopdrachten Projectgegevens >


Onderdelen > Importeren ontstaan in het project onderdelen met niet-
geplaatste functies. Of daarbij logische (elektro- of fluidtechnische) of mecha-
nische onderdelen worden gegenereerd, hangt af van de betreffende toe-
kende artikelen. Geïmporteerde mechanische artikelen worden nu als niet-
geplaatste mechanische functies en in de 3D-montageopbouw-navigator als
niet-geplaatste 3D-artikelplaatsingen weergegeven.

93
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voordeel:

Alle onderdelen (ook mechanische) kunnen nu zonder omweg direct als


onderdelen worden geïmporteerd en – bij een toegekend artikel met de
benodigde informatie – via de onderdelen- of de 3D-montageopbouw-navi-
gator in de layoutruimte worden geplaatst. Het werken met mechatroni-
sche apparatenlijsten (ODC, artikelnummers) wordt nu in de betreffende
navigators en in het project uniform ondersteund.
Ondersteuning van de mechatronische constructie volgens DIN EN 81346,
incl. afbeelding van de volledige onderdeelstructuur voor referentiecode-
ring in het project en in de navigators.

Artikelen met mechanische functiedefinities worden bij de plaatsing op een


montageplaat in de 2D-schakelkastopbouw nu in artikelplaatsingen omge-
zet.

Gestandaardiseerd en automatisch maken van productie-


tekeningen
Als aanzicht voor het weergeven en maken van tekeningen kunt u in EPLAN
Pro Panel modelaanzichten, 2D-booraanzichten en koperuitslagen gebrui-
ken. Ten behoeve van de productie kunnen aanzichten van aanvullende infor-
matie zoals bematingen, teksten etc. worden voorzien.

In versie 2.6 is met de uitsparinglegenda een nieuwe verwerking voor 2D-


booraanzichten beschikbaar. Bovendien verloopt het actualiseren van
modelaanzichten een stuk sneller.

94
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Nieuwe verwerking "Uitsparinglegenda" voor 2D-booraanzichten


Het booraanzicht (2D) is een modelaanzicht dat speciaal is afgestemd op de
weergave van NC-relevante gegevens. Voor uitsparingen die in 2D-boor-
aanzichten worden weergegeven, kunnen nu verwerkingen worden gegene-
reerd.

Voordeel:

Door het gebruik van de verwerking "Uitsparinglegenda" kunnen de in 2D-


booraanzichten weergegeven NC-relevante uitsparingen worden verwerkt.
De belangrijkste gegevens van deze handmatig ingevoegde of uit boor-
patronen overgenomen uitsparingen kunnen in een tabel worden weer-
gegeven. Net als elke verwerking kan de uitsparinglegenda automatisch
en gestandaardiseerd worden gemaakt. Hierdoor is bovendien maximale
overzichtelijkheid gegarandeerd.

Hiervoor is in het dialoogvenster Verwerking definiëren het nieuwe verwer-


kingstype "Uitsparinglegenda" beschikbaar. Net als bij de schakelkast-
legenda, kan een uitsparinglegenda als nieuwe verwerkingspagina worden
uitgevoerd of als ingesloten verwerking handmatig in een bestaande project-
pagina worden geplaatst.

In verwerkingen van dit type worden de belangrijkste gegevens van de uit-


sparingen in een tabel weergegeven (bijvoorbeeld componentcodes zoals
het betreffende boortype "Boring", "Rechthoek", "Slobgat" etc., X-, Y-coör-
dinaten van handles, grootte van de uitsparing etc.). Voor deze nieuwe ver-
werking worden in de stamgegevens formulieren meegeleverd (zie
paragraaf "Stamgegevens: Formulieren en plotkaders" op pagina "144").

95
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Hernoemde eigenschappen
Om duidelijk te maken dat de beide eigenschappen Legendaformulier en
Generering van legenda onderdrukken alleen van belang zijn voor het
genereren van schakelkastlegenda's, zijn deze nu hernoemd:

Oude naam Nieuwe naam ID

Legendaformulier Schakelkastlegendaformulier 20440

Generering van legenda Generering van de schakelkast- 20441


onderdrukken legenda onderdrukken

Versneld actualiseren van modelaanzichten


Bij het actualiseren van verwerkingen van het type "Modelaanzicht" wordt
afhankelijk van de gedefinieerde eigenschappen voor het aanzicht (bijvoor-
beeld basiscomponenten, stijl) een uitgebreide berekening van verborgen lij-
nen uitgevoerd. Daardoor kan het actualiseren - met name bij projecten die
veel componenten en een groot aantal modelaanzichten bevatten - veel tijd
in beslag nemen.

Door de combinatie van verschillende optimalisatiemaatregelen is de beno-


digde tijd voor het actualiseren in versie 2.6 met 40% verkort.

Behuizingsconfiguratie met de nieuwe configurator Rittal


Configuration System
Dankzij de koppeling met de nieuwe configurator Rittal Configuration System
kan de gebruiker vanuit het EPLAN Data Portal de configurator oproepen en
een AE-, KL- of EB-schakelkast incl. toebehoren intuïtief, eenvoudig en cor-
rect configureren.

96
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Het resultaat van de configuratie - het 3D-schakelkastmodel - kan voor ver-


der gebruik in EPLAN Pro Panel direct in een geopende layoutruimte worden
geplaatst.

Voordeel:

De koppeling met Rittal Configuration System zorgt voor de integratie van


de Rittal-systeem-knowhow in de engineering-workflow, een correcte mon-
tageopbouw en -uitbouw van een AE-, KL- of EB-schakelkastsysteem als-
mede de directe overname van de configuratie.

Uitbreiding van het bestandsformaat voor het publiceren


van projecten
Het EPDZ-formaat, dat wordt gebruikt bij het publiceren van projecten via de
menuopdrachten Project > Publiceren, is uitgebreid met gegevens voor
3D-routeringsverbindingen. Deze gegevens kunnen dan via de nieuwe brow-
ser-gebaseerde softwareoplossing EPLAN Smart Wiring in de productie
worden weergegeven en verwerkt. De digitale weergave in deze soft-
wareoplossing verwijst direct naar de 3D-layout in EPLAN Pro Panel. Meer
informatie over EPLAN Smart Wiring vindt u op onze website.

Hernoemde interfaces voor de export van productiege-


gevens
Vanwege de integratie van het bedrijf Kiesling in Rittal Automation Systems
zijn twee optionele interfaces voor de export van productiegegevens her-
noemd:

97
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Oude naam Nieuwe naam

Automatische indeling (Athex) Automatische indeling Rittal - Athex

NC-Kiesling Rittal - Perforex / Secarex

Interface "Rittal - Athex":


Maakt de uitvoer van gegevens voor de automatische indeling van klem-
men op montagerails mogelijk. Hiervoor moet de uitbreidingsmodule
"EPLAN Pro Panel Production Rittal - Athex" gelicentieerd zijn.

Interface "Rittal - Perforex / Secarex":


Maakt de uitvoer van productiegegevens aan NC-ondersteunde bewer-
kingsmachines mogelijk. Het uitvoerformaat van deze interface onder-
steunt de boor- en freesmachines van de Perforex-serie en het Secarex
snijcentrum. Hiervoor moet de uitbreidingsmodule "EPLAN Pro Panel Pro-
duction Rittal - Perforex / Secarex" gelicentieerd zijn.

De bijbehorende dialoogvensters en hun menupaden zijn hieraan aangepast


(bijvoorbeeld Hulpprogramma's > Productiegegevens > Automatische
indeling Rittal - Athex).

Opmerking:

De uitbreidingsmodulen "EPLAN Pro Panel Production Rittal - Athex" en


"EPLAN Pro Panel Production Rittal - Perforex / Secarex" zijn voor EPLAN
Pro Panel Professional en EPLAN Pro Panel Professional+ optioneel ver-
krijgbaar.

98
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Vernieuwingen voor EPLAN Preplanning


Uitgebreide configuratie van segmentdefinities
Meervoudige selectie van segmentdefinities
In de boomweergave van het dialoogvenster Segmentdefinities configu-
reren kunnen nu ook meerdere segmentdefinities worden geselecteerd.

Voordeel:

Segmentdefinities kunnen via een meervoudige selectie sneller en com-


fortabeler worden geconfigureerd.

Zo kunnen tegelijkertijd verschillende configuraties voor meerdere segment-


definities worden aangebracht (bijvoorbeeld weergavenaam, schrijfbeveili-
ging etc.). Andere functies – zoals bijvoorbeeld het maken van nieuwe
segmentdefinities of het configureren van segmenteigenschappen – zijn bij
een meervoudige selectie niet mogelijk en worden daarom grijs weergege-
ven.

Bij de export van segmentdefinities werden tot dusver altijd alle segment-
definities geëxporteerd. Met behulp van de meervoudige selectie kunt u nu
gericht geselecteerde segmentdefinities exporteren en vervolgens impor-
teren.

Beschikbaarheid van tabbladen in de pre-planning configureren


Bij de configuratie van segmentdefinities is het nu mogelijk om vast te leggen
welke tabbladen voor het invoeren van gegevens (bijvoorbeeld PLC, Macro)
bij de segmenten beschikbaar zijn.

99
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voordeel:

Met de instelling Beschikbare gegevens kunt u de segmenten zo configu-


reren dat alleen de benodigde gegevens worden weergegeven. Op deze
manier kunt u bijvoorbeeld bij planningsobjecten die geen macro's of PLC-
ingangen hebben, de tabbladen PLC en Macro verbergen.

Het huidige tabblad Schrijfbeveiliging van het dialoogvenster Segment-


definities configureren is hiertoe uitgebreid met de tabel Beschikbare
gegevens en hernoemd in Beschikbaarheid. In de nieuwe tabel Beschik-
bare gegevens worden de tabbladen weergegeven die voor het invoeren
van gegevens bij de segmenten beschikbaar zijn.

100
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Via een selectievakje in de kolom Weergave definieert u voor geselecteerde


segmentdefinities welke tabbladen voor het invoeren van gegevens bij de
segmenten worden weergegeven. Als de tabbladen voor de betreffende seg-
mentdefinitie niet beschikbaar zijn, worden de bijbehorende rijen grijs weer-
gegeven.

Opmerking:

Wanneer bij een segment op een tabblad gegevens zijn opgeslagen, wordt
dit tabblad ook weergegeven wanneer de weergave in de tabel Beschik-
bare gegevens wordt uitgeschakeld.

PLT-systemen onder planningsobjecten invoegbaar


PLT-systemen kunnen – indien geconfigureerd – nu ook onder planningsob-
jecten worden ingevoegd. Om dat mogelijk te maken, is het dialoogvenster
Segmentdefinities configureren uitgebreid. Voor meet- en verbruikers-
plaatsen kunt u in het veld Invoegbaar in nu ook de segmentdefinities voor
planningsobjecten selecteren.

Kopieerinstelling voor segmenteigenschappen


In de pre-planning is het belangrijk dat bepaalde eigenschappen individueel
en expliciet van waarden worden voorzien. Daarom kunt u bij de configuratie
van segmentdefinities nu definiëren of de waarden van gebruikergedefini-
eerde eigenschappen bij het kopiëren worden meegekopieerd.

Hiervoor is het tabblad Segmenteigenschappen van het dialoogvenster


Segmentdefinities configureren uitgebreid. Met een selectievakje in de
nieuwe kolom Kopiëren definieert u voor de geselecteerde segmentdefinitie
of de waarde van de betreffende gebruikergedefinieerde eigenschap bij het
kopiëren binnen een project meegekopieerd wordt (selectievakje ingescha-
keld) of niet (selectievakje uitgeschakeld).

101
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Uitbreidingen voor PLT-systemen en P&I-schema's


Verbeterde selectie van structuren
Met behulp van het dialoogvenster Structuur selecteren kunt u PLT-syste-
men / PLT-systeemfuncties bij het invoegen in een P&I-schema in de
bestaande structuur van het project opnemen. Daarbij voegt u deze objecten
via de symboolselectie, als kopieën vanaf het klembord of door middel van
macro's die P&I-schemagedeeltes bevatten in.

In de actuele versie is het selecteren in dit dialoogvenster op meerdere plek-


ken vereenvoudigd en verbeterd:

Meervoudige selectie:
Zowel in het veld Bron als in het veld Project is in de betreffende boom-
structuur nu een meervoudige selectie mogelijk. Op deze manier kunt u
meerdere objecten tegelijkertijd naar de andere zijde verplaatsen. Voor
een snelle en gerichte selectie – ook van meerdere PLT-systemen of
PLT-systeemfuncties – kunt u bovendien het nieuwe tabblad Lijst in het
veld Bron gebruiken.

Verbeterde gebruikersinterface:
Tot dusver vond het toewijzen en het "ongedaan maken" via de dezelfde
knop ( ) plaats. Voor het toewijzen van segmenten is nu aanvullend de
nieuwe knop (Toewijzen) beschikbaar.

Nieuwe snelmenuopdrachten voor segmenten:


Om bij het invoegen van PLT-systemen / PLT-systeemfuncties nieuwe
structuren te kunnen maken en bestaande segmenten te kunnen bewer-
ken, zijn voor segmenten in het veld Project nu de twee snelmenuop-
drachten Nieuw structuursegment en Eigenschappen beschikbaar.

102
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Daarbij is de snelmenuopdracht Nieuw structuursegment alleen voor


structuursegmenten actief.

Eenduidige nummering:
PLT-systemen / PLT-systeemfuncties krijgen bij de nummering in dit
dialoogvenster nu altijd een uniek nummer. Er is nu direct zichtbaar hoe
de PLT-systemen / PLT-systeemfuncties worden genummerd, en niet
pas nadat het dialoogvenster is bevestigd. De nummering van een PLT-
systeem / PLT-systeemfuncties die is ingedeeld, kan naderhand nog in
het veld Project via de snelmenuopdracht Eigenschappen worden
bewerkt.

PLT-systemen naderhand nummeren


In de pre-planning is het nu mogelijk om PLT-systemen die in de navigator
zijn geselecteerd, opnieuw te nummeren. Hiervoor kunt u in de pre-planning
navigator de nieuwe snelmenuopdracht PLT-systemen nummeren gebrui-
ken. Daarbij worden de instellingen van het dialoogvenster Instellingen:
Nummering / PLT-systemen gebruikt. (Het menupad voor dit bestaande
instellingsdialoogvenster is: Opties > Instellingen > Projecten > "Project-
naam" > Pre-planning > Nummering / PLT-systemen.)

Voordeel:

Met de snelmenuopdracht PLT-systemen nummeren kunnen geselec-


teerde PLT-systemen naderhand worden genummerd, waardoor "gaten"
in de nummering kunnen worden "gedicht".

Structuursegmenten op P&I-schemapagina's plaatsen


Structuursegmenten kunnen nu als structuurkasten op pagina's van het pagi-
natype "P&I-schema" worden geplaatst.

103
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voordeel:

Door structuursegmenten als structuurkasten te plaatsen, kunt u de struc-


turen in het P&I-schema visualiseren. Zo wordt het voor u direct duidelijk
welke in het P&I-schema getekende apparaten en machines tot welke
structuren behoren.

Hiertoe sleept u vanuit de pre-planning navigator via slepen & neerzetten een
structuursegment naar een P&I-schemapagina. Daarbij wordt een verwijzing
naar het structuursegment gegenereerd en wordt deze verwijzing op de P&I-
schemapagina als structuurkast geplaatst. De structuurcodes van het
structuursegment worden aan de structuurkast overgedragen. In de pre-plan-
ning navigator wordt onder het verwezen structuursegment de bijbehorende
structuurkast aangegeven (pictogram ).

Het volgende is mogelijk:

De eigenschappen van het verwezen structuursegment (en van de even-


tuele bovenliggende structuursegmenten) kunnen bij de structuurkast op
de P&I-schemapagina worden weergegeven. Hiervoor zijn in het dialoog-
venster Eigenschapselectie de bronobjecten "Segment" en "Struc-
tuursegment hiërarchisch" beschikbaar.

Een structuursegment kan meerdere keren in het P&I-schema worden


geplaatst. Afhankelijk van de indeling van de in het P&I-schema gete-
kende apparaten en machines die tot dezelfde structuur behoren, kunt u
ofwel een structuurkast om alle objecten trekken of meerdere structuur-
kasten met dezelfde ODC om de afzonderlijk objecten. Zoals gebruikelijk
kan een structuurkast daarbij ook als polylijn worden getekend.

104
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Vanuit de in de pre-planning navigator aangegeven structuurkast kunt u


met de snelmenuopdracht Ga naar (tekening) naar de P&I-schema-
pagina springen waarop deze is geplaatst.

Met de snelmenuopdracht Structuur reorganiseren in de pre-planning


navigator kunt u een gewijzigde structuur ook aan de geplaatste structuur-
kasten overdragen.

Weergave van de weergegeven code bij PLT-systemen


Met de nieuwe eigenschap Code (weergegeven) (ID 44065) kunt u bij de
PLT-systemen / PLT-systeemfuncties die in een structuurkast zijn geplaatst,
een "verkorte" code laten weergeven. In deze eigenschap wordt de code ten
opzichte van de code van de bovenliggende structuurkast verkort, d.w.z. dat
de deelstructuur worden weergegeven waarin het PLT-systeem / PLT-sys-
teemfunctie zich bevindt.

Als een PLT-systeem / PLT-systeemfunctie tot een andere structuur behoort,


kan geen "verkorte" code worden aangegeven. In dat geval wordt voor de
code een ">" weergegeven.

105
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Pre-planning navigator
Weergave van niet meer toegekende objecten uit de detailplanning
Als er in de pre-planning segmenten werden verwijderd, konden de eerder
toegekende objecten uit de detailplanning tot dusver niet meer worden terug-
gevonden. Om in een dergelijk geval de niet meer toegekende objecten op
een later moment te kunnen terugvinden en bewerken, worden nu alle objec-
ten uit de detailplanning (pagina's, functies etc.) met verwijderde segmenten
onder het nieuwe knooppunt "Niet toegekende detailplanning" weergegeven
(pictogram ).

Voordeel:

Omdat u niet meer toegekende objecten uit de detailplanning kunt weer-


geven en terugvinden, is het mogelijk om segmenten van de pre-planning
te verwijderen en de bijbehorende detailplanning op een later moment te
bewerken.

In de pre-planning navigator hebben deze niet toegekende objecten geen


eigenschappen. Met de snelmenuopdracht Ga naar (tekening) kunt u naar
het schema gaan en daar de detailplanning bewerken. Met de snelmenuop-
drachten Scheiden en Verwijderen kunt u bovendien de toekenning bij de
pre-planning verwijderen of het niet meer toegekende object compleet verwij-
deren.

Om dergelijke detailplanningsobjecten terug te vinden, is in meldingsklasse


028 "Pre-planning" de nieuwe controleproceduremelding 028024 "De pre-
planning die aan het object is toegekend is verwijderd" beschikbaar.

106
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Verbeterde sortering van segmenten in de boomstructuur


Tot dusver werden de segmenten in de boomstructuur van de pre-planning
navigator binnen een structuur op basis van hun code gesorteerd. In de
nieuwe versie worden de segmenten nu standaard eerst op hun basis-
definitie en vervolgens op hun code gesorteerd. De volgorde van de basis-
definities luidt:

Structuursegmenten
Reservoirs
PLT-systemen
PLT-systeemfuncties
Planningsobjecten.

Bij PLT-systemen worden in plaats van de volledige code alleen de identifice-


rende componenten van de code voor de sortering gebruikt. Welke eigen-
schappen in aanvulling op het nummer ook identificerend zijn, definieert u in
het dialoogvenster Instellingen: Nummering / PLT-systemen. Als bijvoor-
beeld ook het meetobject identificerend is, worden de PLT-systemen eerst
op de toegekende kenletter voor het meetobject en vervolgens op het num-
mer gesorteerd.

Met behulp van de pijlknoppen kunt u de sortering van de segmenten onder


een knooppunt in de boomstructuur wijzigen. Deze handmatige sortering
heeft voorrang.

107
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Pre-planning maken
Verbeteringen bij de import van pre-planningsgegevens
Bij het maken van de pre-planning kunt u lijsten met pre-planningsgegevens
importeren, die in externe toepassingen zijn gemaakt. Bij de import van pre-
planningsgegevens, die u uitvoert met de menuopdrachten Projectge-
gevens > Pre-planning > Importeren, zijn er de volgende vernieuwingen:

In het dialoogvenster "Pre-planningsgegevens importeren":


Nieuw selectievakje "Bij het opnieuw importeren ontbrekende objecten in
het project verwijderen":
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden segmenten die bij het
opnieuw importeren in de gegevensbron ontbreken en dus verwijderd
zijn, in het vervolgdialoogvenster Pre-planningsgegevens synchronise-
ren weergegeven en standaard in het project verwijderd. Als het selectie-
vakje is uitgeschakeld, blijven de segmenten die in de gegevensbron zijn
verwijderd in het project behouden.

In het vervolgdialoogvenster "Pre-planningsgegevens synchronise-


ren":
Nieuw statuspictogram en nieuwe actie "Verwijderen":
Segmenten die bij het opnieuw importeren in de gegevensbron ontbreken
en die zich alleen in het project bevinden, worden – wanneer het hier-
boven beschreven selectievakje is ingeschakeld – in het dialoogvenster
Pre-planningsgegevens synchroniseren als doelen zonder eigen-
schapswaarden weergegeven en in de kolom Status door middel van het
nieuwe pictogram als verwijderd aangeduid. Met de nieuwe actie "Ver-
wijderen" worden deze segmenten in het project verwijderd.

108
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Aanduiding van gewijzigde eigenschapswaarden:


Bij segmenten die zowel in de gegevensbron als in het project voorko-
men, worden gewijzigde eigenschappen (bijvoorbeeld een ander artikel-
nummer) nu gemarkeerd. Velden met gewijzigde eigenschapswaarden
hebben een donkergrijze achtergrond. Het maakt daarbij niet uit of de
waarden in de gegevensbron of in het project zijn gewijzigd.

Schema's genereren uit de pre-planning


Bij het genereren van het schema alleen structuurcodes van structuur-
segmenten gebruiken
Sinds versie 2.5 is het mogelijk dat tijdelijke aanduiding-objecten een andere
structuur hebben dan de bovenliggende segmenten. Het toewijzen van afwij-
kende structuurcodes gebeurt met behulp van speciale eigenschappen
(bijvoorbeeld Inbouwplaats (afzonderlijke component)).

109
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Wanneer u dergelijke planningsobjecten met toegekende macro's via slepen


& neerzetten naar de pagina-navigator sleept om schemapagina's te gene-
reren, werden de afwijkende structuurcodes van het planningsobject tot dus-
ver aan de gegenereerde pagina's overgedragen en op die manier ook aan
alle functies die op deze pagina's zijn geplaatst. Om dit voortaan te voorko-
men, is in de algemene instellingen voor de pre-planning nu het nieuwe
selectievakje Alleen rekening houden met structuurcodes van structuur-
segmenten beschikbaar (menupad: Opties > Instellingen > Projecten >
"Projectnaam" > Pre-planning > Algemeen).

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de afzonderlijke componenten


van de planningsobjecten niet aan de structuurcodes van de te maken
pagina('s) overgedragen. Voor de structuurcodes van pagina's zijn alleen
structuurcodes van structuursegmenten van belang. In dat geval worden de
afzonderlijke componenten van de structuurcodes van een planningsobject
alleen overgedragen aan de functie waarvoor bij het planningsobject een
functiesjabloon is opgeslagen.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden de afzonderlijke componenten


van de planningsobjecten aan de structuurcodes van de te maken pagina('s)
overgedragen. Voor de structuurcodes van de pagina's zijn alle structuur-
codes van de structuursegmenten en van de planningsobjecten van belang.
Dat betekent dat de afzonderlijke componenten van de structuurcodes van
een planningsobject ook worden overgedragen aan alle functies die op de
pagina zijn geplaatst.

110
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voorwaardelijke formulieren voor alle formuliertypen van


de pre-planning
Het EPLAN-platform biedt in de formuliereditor bij dynamische formulieren
de mogelijkheid om "subformulieren" te definiëren die aan voorwaarden kun-
nen worden gekoppeld. Hierdoor ontstaat een zogeheten "hoofdformulier"
en hieraan toegekende "voorwaardelijke formulieren". De voorwaardelijke
formulieren moeten van hetzelfde formuliertype zijn als het hoofdformulier.

In de pre-planning is het gebruik van voorwaardelijke formulieren bij for-


mulieren voor verwerkingsoverzichten al enige tijd mogelijk (bijvoorbeeld for-
muliertype "Pre-planning: Planningsobjectenoverzicht " (*.f40)). Nu worden
voorwaardelijke formulieren ook bij de formulieren voor functiegerichte ver-
werkingen van de pre-planning ondersteund:

Pre-planning: Planningsobjectschema (*.f41)


Pre-planning: Segmentsjabloonschema (*.f43)
Pre-planning: Structuursegmentschema (*.f39).

Voordeel:

Het gebruik van voorwaardelijke formulieren in de pre-planning biedt u veel


meer verwerkingsmogelijkheden (zoals bijvoorbeeld het automatisch gene-
reren van verschillende databladen voor verschillende meetplaatsen of
bijvoorbeeld verschillende grafische weergaven voor verschillende appa-
raattypen). De gegevens van de pre-planning kunnen veel beter worden
aangepast aan de eisen die vanuit de verwerkingen worden gesteld.

111
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voorbeeld:

U gebruikt een dynamisch formulier voor een PLT-systeemdiagram als


hoofdformulier (formuliertype "Pre-planning: Planningsobjectschema"
(*.f41)) en u definieert hiervoor verschillende subformulieren voor sensor-
gegevens van druk-, volumestroom- of niveau-sensoren. Bij een ver-
werking worden dan de gegevens van een PLT-systeem in het PLT-
systeemdiagram (d.w.z. in het hoofdformulier) weergegeven en in de bij
het apparaattype passende subformulieren worden de apparaatgegevens
van de sensoren aangegeven.

Segmentsjablonen
Weergave van eigenschapswaarden uit segmentsjablonen
Tot dusver werden de eigenschapswaarden die bij een segmentsjabloon zijn
ingevoerd, bij het selecteren van een sjabloon weliswaar aan een segment
overgedragen maar niet weergegeven. Wanneer de segmentsjabloon wordt
geselecteerd of gewisseld, worden de eigenschapswaarden van de nieuwe
segmentsjabloon nu direct in het eigenschappendialoogvenster van het seg-
ment weergegeven.

Weergave van de beschrijving in de segmentsjabloon-navigator


Om segmentsjablonen beter te kunnen onderscheiden, wordt in de boom-
structuur van de segmentsjabloon-navigator voor een segmentsjabloon nu
ook de beschrijving hiervan weergegeven (achter de identificerende naam
en tussen haken).

112
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Vernieuwingen voor EPLAN Fluid


Buisleidingen in de layoutruimte
Verbindingen uit de fluidtechnische engineering kunnen als buisleidingen vrij
in de layoutruimte worden gerouteerd. De vrij gerouteerde buisleidingen kun-
nen samen met de Fluid-componenten en de schroefverbindingen in
modelaanzichten worden weergegeven. Voor de overdracht van productiege-
gevens van de in de layoutruimte gerouteerde buisleidingen is een nieuwe
interface beschikbaar.

Voordeel:

De nieuwe functies voor buisleidingen maken het mogelijk om fluid-


technische buisleidingen vanaf de planning in het Fluid-schema, via het
routeren en optimaliseren in de layoutruimte tot aan de export van produc-
tiegegevens uniform in de engineering en productie te integreren.

U kunt de gerouteerde buisleidingen naderhand grafisch of via het toetsen-


bord wijzigen. Hiertoe kunnen afzonderlijke segmenten binnen het 2D-vlak of
orthogonaal worden verschoven, verlengd of verkort. Om het verloop van
een buisleiding aan de inbouwsituatie aan te passen, kunt u bovendien de
automatisch gegenereerde pijp ellebogen die in de buisleiding voorkomen,
bewerken (verplaatsen, buigradius wijzigen, aanvullende pijp ellebogen
invoegen of verwijderen). Hiervoor kunt u in het menupad Bewerken > Gra-
fisch de bestaande menuopdrachten Nieuwe buigpositie en Buigpositie
wijzigen alsmede de nieuwe menuopdracht Buigpositie verwijderen
gebruiken.

113
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voorbeeld:

De volgende afbeelding toont een model met een vrij gerouteerde buis-
leiding.

Productiegegevens genereren
Nadat een buisleiding vrij is gerouteerd en aangepast, dient deze vervolgens
aan de productie te worden overgedragen en met een pijpbuigingsmachine
te worden gebogen. Hiervoor is een nieuwe interface beschikbaar. Voor de
overdracht aan de software van de pijpbuigingsmachine genereert EPLAN
per buisleiding een XML-bestand met de vereiste gegevens.

Met de software van de pijpbuigingsmachine worden de zaaglengtes en de


buiggegevens van een buis berekend. Vervolgens worden de productiege-
gevens voor het pijpbuigen vanuit de software aan een pijpbuigingsmachine
overgedragen. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-sys-
teem in de paragraaf "Buisleidingen in de layoutruimte".

114
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voorgeconfigureerde slangleidingen routeren


Hydraulische slangleidingen die in het Fluid-schema zijn ontworpen en met
de slangleidingconfigurator (EPLAN Fluid Hose Configurator) zijn voor-
geconfigureerd, kunnen nu bij de 3D Fluid-engineering vrij in de layoutruimte
worden gerouteerd.

Het volgende is mogelijk:

Routeren van voorgeconfigureerde slangleidingen en automatisch plaat-


sen van fittingen in de geopende layoutruimte.

Slangleidingverloop en slangleidinglengtes wijzigen. Hiertoe kunnen


bijvoorbeeld nieuwe steunpunten langs het verloop worden ingevoegd.

Slangleidingen in modelaanzichten weergeven.

De bij het routeren vastgestelde slangleidinglengtes worden naar de slang-


leidingen teruggeschreven.

Voordeel:

Met deze nieuwe functies voor voorgeconfigureerde slangleidingen wordt


de 3D Fluid-engineering uitgebreid met hydraulische slangen en fittingen.

115
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Voorbeeld:

De volgende afbeelding toont een model met een vrij gerouteerde voor-
geconfigureerde slangleiding.

116
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Controle van de aansluitmaat bij Fluid-verbindingen


U kunt in het meldingenbeheer nu de aansluitmaten van Fluid-verbindingen
vergelijken met de aansluitmaten van de aangesloten functies. Hiervoor zijn
in de meldingsklasse 005 "Verbindingen" de volgende controleprocedure-
meldingen beschikbaar:

Melding 005086 "Verschillende aansluitmaat '%1!s!' / '%2!s!'"


Melding 005087 "Directe verbinding: Verschillende aansluitmaat '%1!s!' /
'%2!s!'".

Voordeel:

Met behulp van de nieuwe controleprocedures en functies kunnen de aan-


sluitmaten al tijdens de engineering worden gecontroleerd. Hierdoor
worden ongewenste verrassingen bij de montage voorkomen, wanneer
aansluitgegevens daar door het selecteren van verkeerde apparaten niet
passen.

Na een dergelijke controleprocedure wordt de eerste melding in het meldin-


genbeheer weergegeven wanneer de waarde van een van de beide aan-
sluitmaten bij de verbinding of bij de slangleiding niet overeenstemt met de
aansluitmaat van de bron- of doelfunctie. Op deze manier kan bijvoorbeeld
worden bepaald of de gebruikte luchtslang voor de geselecteerde steek-
schroefverbinding of de compleet geconfectioneerde hydraulische slang-
verbinding past bij de aansluiting van de erna geschakelde cilinder.

De tweede melding wordt uitgevoerd wanneer bij een directe verbinding


verschillende aansluitmaten optreden. Dergelijke verbindingen worden
bijvoorbeeld in de pneumatiek in een Fluid-schema gebruikt voor

117
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

verbindingen die tussen een ventiel en een geluiddemper lopen. Bij deze con-
trole worden de waarden van de aansluitmaten bij de functies die aan de
bron- en doelzijde zijn aangesloten, direct met elkaar vergeleken.

Tip:

Naast deze beide controleproceduremeldingen is in meldingsklasse 501


"Artikelstamgegevens" ook de nieuwe controleproceduremelding 501022
beschikbaar. Met behulp van deze controleprocedure kunt u in de artikel-
stamgegevens controleren of de aansluitmaten van de functiesjablonen
overeenstemmen met de aansluitmaten bij het aansluitbeeld.

Aansluitmaat bij de functies / verbindingen in de grafische editor


De controleprocedures 005086 en 005087 halen de gegevens over de aan-
sluitmaat uit de volgende eigenschappen:

Aansluitmaat (alle) (ID 20375):


Deze nieuwe eigenschap is bij "normale" functies beschikbaar. De eigen-
schap bevat alle aansluitmaten van een functie, waarbij de aansluitmaten
van de afzonderlijke aansluitingen door alineatekens ("¶") worden
gescheiden.

Aansluitmaat bron: (ID 32096) / Aansluitmaat doel: (ID 32097):


Deze bestaande eigenschappen zijn bij verbindingsdefinitiepunten
beschikbaar. De eigenschappen zijn van belang voor Fluid-verbindingen
zoals bijvoorbeeld slangen in de pneumatiek.

Aansluitmaat bron: (ID 20378) / Aansluitmaat doel: (ID 20379):


Deze nieuwe eigenschappen zijn bij slangpakketten / leidingen beschik-
baar. De eigenschappen zijn bij bijvoorbeeld van belang voor slang-
leidingen in de hydraulica.

118
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Wanneer u de aansluitmaatgegevens bij de artikelen in het artikelbeheer


hebt opgeslagen, is het niet nodig om de aansluitmaat handmatig in de eigen-
schappen van een verbinding / functie in te voeren. Bij een artikel- of appa-
raatselectie worden de gegevens over de aansluitmaat vanuit het artikel aan
de betreffende functie / verbinding overgedragen.

Aansluitmaat in het artikelbeheer


Bij artikelen voor functies (bijvoorbeeld filters, ventielen, cilinders etc.) wordt
de aansluitmaat in de functiesjablonen ingevoerd. Hiervoor zijn de
functiesjablonen die reeds een aansluitcode hebben, op het tabblad Functie-
sjablonen met de nieuwe kolom Aansluitmaat uitgebreid. Bij een artikel- of
apparaatselectie worden deze waarden overgedragen aan de eigenschap
Aansluitmaat (alle) van de betreffende functie.

Omdat verbindingen en slangleidingen niet over aansluitingen beschikken,


wordt de aansluitmaat bij de bijbehorende artikelen niet in de functiesjabloon
ingevoerd, maar als volgt aangegeven:

Fluid-verbindingen: bij artikelen van de producthoofdgroep "Fluid" uit de


productgroep "Verbindingen" (bijvoorbeeld slangen in de pneumatiek die
bestemd zijn voor steekschroefverbindingen) wordt de aansluitmaat op
het tabblad Verbindingsgegevens in het veld Buitendiameter inge-
voerd. Bij een artikel- of apparaatselectie wordt de buitendiameter van het
eerste artikel overgedragen aan de eigenschappen Aansluitmaat bron
en Aansluitmaat doel van het betreffende verbindingsdefinitiepunt.

Slangleidingen: bij artikelen uit de productgroep "Leidingen / slang-


pakketten" (bijvoorbeeld slangleidingen in de hydraulica) wordt de aan-
sluitmaat op het tabblad Leidingen / slangpakketten in de twee nieuwe
velden Aansluitmaat bron en Aansluitmaat doel ingevoerd. Bij een arti-
kel- of apparaatselectie worden de waarden uit de beide velden

119
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

overgedragen aan de gelijknamige eigenschappen van het betreffende


slangpakket / leiding in het schema.

Aansluitmaat en slangleidingconfigurator
Hydraulische slangleidingen kunnen ook met behulp van de slangleiding-
configurator (EPLAN Fluid Hose Configurator) worden gedefinieerd. Daarbij
worden vier afzonderlijke artikelen bij het slangpakket / de leiding gegene-
reerd, die aan de fitting links, de fitting rechts, de hydraulische slang en aan
de volledige slangleiding zijn toegekend. Om ervoor te zorgen dat voor deze
slangleidingen de aansluitmaat kan worden gecontroleerd, moeten in het
artikelbeheer bij beide fittingen in de productgroep "Toebehoren" de gege-
vens over de aansluitmaat worden opgeslagen.

Hiertoe selecteert u voor de betreffende fittingen op het tabblad Functie-


sjablonen de nieuwe functiedefinitie "Fitting / schroefverbinding, 2 aansluitin-
gen" en geeft u de waarde voor de aansluitmaat in de tabelkolom
Aansluitmaat op. Bij het definiëren van de slangleiding worden de betref-
fende aansluitmaten door de slangleidingconfigurator aan de eigenschappen
Aansluitmaat bron en Aansluitmaat doel van de slangleiding in het
schema overgedragen.

Weergave van de aansluitmaat


De beide controleprocedures voor de aansluitmaat controleren of de opgege-
ven waarden hetzelfde zijn. Dat betekent dat er bij het invoeren van de aan-
sluitmaat op moet worden gelet dat hoofdletters en kleine letters identiek zijn.
Bij de controle worden spaties genegeerd. Een uitzondering zijn spaties tus-
sen de cijfers van gemengde breuken, deze worden intern voor de controle in
één spatie gecombineerd.

120
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Aansluitmaat in het schema weergeven


Om de aansluitmaat in het schema bij een functie weer te geven, is voor de
aansluitingen in de eigenschapselectie van de eigenschapsgroepering de
nieuwe geïndexeerde eigenschap Aansluitmaat [1-n] (ID 20374) beschik-
baar. Via de index kan per aansluiting de betreffende aansluitmaat worden
weergegeven, die voor de eigenschap Aansluitmaat (alle) is gedefinieerd.

In het kader van deze vernieuwing zijn bovendien de volgende twee geïn-
dexeerde eigenschappen voor aansluitingen hernoemd:

Oude naam Nieuwe naam ID

Aansluitcode van het symbool [1-100] Aansluitcode [1-100] 20028

Aansluitbeschrijving van het symbool Aansluitbeschrijving [1- 20029


[1-100] 100]

Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de para-


graaf "Fluid-techniekspecifieke controleprocedures".

121
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule
"EPLAN API Extension"

Opmerkingen:

De uitbreidingsmodule "EPLAN API Extension" is in het kader van ons


EPLAN Application Developer Network (EADN) als ontwikkelaarspak-
ket voor de volgende programmavarianten optioneel verkrijgbaar:
EPLAN Electric P8 Select, EPLAN Electric P8 Professional,
EPLAN Electric P8 Professional+, EPLAN Electric P8 Ultimate,
EPLAN Fluid, EPLAN Fluid Professional, EPLAN Preplanning P&ID,
EPLAN Preplanning Professional, EPLAN Pro Panel Professional,
EPLAN Pro Panel Professional+.

Daarnaast kan de uitbreidingsmodule "EPLAN API Extension" ook voor


"normale" licenties worden aangeschaft (met uitzondering van EPLAN
Electric P8 Compact, EPLAN Fluid Compact).

Voor de producten van het EPLAN platform is een uniforme en zeer krach-
tige programmeerinterface (API, Application Programming Interface)
beschikbaar. Met deze uitbreidingsmodule – de EPLAN API – kunt u zelf, in
samenwerking met EPLAN of andere partners, oplossingen op maat ont-
wikkelen. Meer informatie over de EPLAN API en EADN vindt u op de web-
site van EPLAN in de rubriek "Solutions > Integratie > EPLAN Application
Developer Network".

122
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

In de volgende paragraaf vindt u informatie over de verschillende vernieu-


wingen in de EPLAN API. Om met de nieuwe versie van EPLAN API eigen
toepassingen te kunnen ontwikkelen, hebt u .NET Framework 4.5.2 van
Microsoft nodig.

Afzonderlijke tekenreeksen met behulp van het woordenboek vertalen


Met de nieuwe methode TranslateText uit de klasse Translate kunt u nu
ook via de EPLAN API afzonderlijke tekenreeksen met behulp van het woor-
denboek vertalen.

Instellingsknooppunten uit de instellingendatabank opnieuw laden


De waarden van de instellingsknooppunten uit de instellingendatabank
worden tijdens het werk in het cachegeheugen opgeslagen. In bepaalde
omstandigheden kan het nodig zijn om de actuele waarde uit de databank
opnieuw te laden. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de waarde
door een andere EPLAN-toepassing wordt gewijzigd. Hiertoe is in de klasse
SettingNode nu de nieuwe methode ForceReload beschikbaar.

Pagina's aan een segment toekennen


Met de nieuwe eigenschap PlanningSegment uit de klasse Pages kunt u
pagina's aan een segment van de pre-planning toekennen. Om een lijst met
alle toegekende pagina's bij het segment te krijgen, kunt u de nieuwe eigen-
schap Pages uit de klasse PlanningSegment gebruiken.

Bepalen van structuurcodes


In de klasse Location zijn nu in plaats van de verouderde en verwijderde
eigenschappen Parent en SubLocations de twee nieuwe eigenschappen
ParentNode en SubNodes beschikbaar. Met de eigenschap SubNodes
bepaalt u de subcodes, met ParentNode de bovenliggende codes van een
code in het structuurcodebeheer.

123
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Toekennen van PLC-adressen in de pre-planning


De klasse PlanningSegment beschikt nu over de twee nieuwe methoden
AddPLCAddress en RemovePLCAddress. Met deze methoden kunt u aan
bepaalde segmenten uit de pre-planning (planningsobjecten, PLT-systemen
en PLT-systeemfuncties) PLC-adressen toekennen en weer verwijderen.
Om de toegekende PLC-adressen bij het betreffende segment te bepalen,
gebruikt u de nieuwe eigenschap PLCAddresses uit dezelfde klasse.

Hoofdfunctie toewijzen
Net als bij de menuopdracht Hoofdfunctie toewijzen in de gebruikersinter-
face, kunt u nu ook via de EPLAN API een nevenfunctie in een hoofdfunctie
wijzigen. De klasse DeviceService is hiertoe met de nieuwe methode
AssignMainFunction uitgebreid. Daarbij wordt de oorspronkelijke hoofd-
functie in een nevenfunctie omgezet.

Verwijderen van verouderde methoden en eigenschappen


Als gevolg van de voortdurende verdere ontwikkeling van het EPLAN plat-
form zijn enkele methoden en eigenschappen van de EPLAN API overbodig
geworden. Een aantal methoden en eigenschappen die al in versie 2.0 als
verouderd werden aangegeven, zijn in de nieuwe versie van de EPLAN API
verwijderd.

Schema toewijzen voor de vrije eigenschappen


Op het tabblad Vrije eigenschappen van het artikelbeheer kunt u aan de vrije
eigenschappen een geselecteerd schema toewijzen. Met behulp van de
nieuwe methode AssignFreePropertiesScheme uit de klasse MDPart is
dat nu ook via EPLAN API mogelijk.

124
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Kruisverwezen objecten van tijdelijke aanduiding-teksten bepalen


In de gebruikersinterface van het EPLAN platform is het mogelijk om van een
tijdelijke aanduiding-tekst op een verwerkingspagina naar het kruisverwezen
object in het schema te springen. Om met behulp van de EPLAN API deze
kruisverwezen objecten te kunnen bepalen, is in de klasse PlaceHolder-
Text nu de nieuwe eigenschap SourceObject beschikbaar.

Bepalen van afgeschermde verbindingen


De nieuwe klasse Shield uit de naamruimte Eplan.EplApi.Data-
Model.EObjects stelt afschermingen voor. Met de eigenschap Shiel-
dedConnections uit deze klasse is het nu mogelijk om afgeschermde
verbindingen en de bijbehorende verbindingsdefinitiepunten te bepalen.

Verbindingen in netten automatisch optimaliseren


Om netten automatisch in de layoutruimte en de daarin gerouteerde verbin-
dingen te optimaliseren, is in de klasse ConnectionService3D nu de
nieuwe methode OptimizeNetAutomatically beschikbaar. Deze opti-
malisatie wordt voor het actuele project of voor de geselecteerde routerings-
verbindingen uitgevoerd. In de gebruikersinterface van het EPLAN platform
doet u dit met de menuopdrachten Projectgegevens > Verbindingen > Net-
ten automatisch optimaliseren.

Macro's exporteren
Voor de export van macro's is de nieuwe actie GenerateMacros beschik-
baar. Met de parameter /PROJECTNAME geeft u het project aan van waaruit
de macro's moeten worden gegenereerd; anders wordt het actuele project
gebruikt.

125
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Opmerking:

Er worden alleen projecten in acht genomen waarbij de eigenschap Type


project op "Macroproject" is ingesteld.

Projecttype wijzigen
Wanneer u exclusief toegang tot een project hebt, kunt u nu met de actie
SwitchProjectType tussen de instellingen "Schemaproject" en "Macro-
project" van de projecteigenschap Type project heen en weer schakelen.
Daarvoor zet u de parameter PROJECTTYPE op "1" (schemaproject) of "2"
(macroproject). Als de parameter niet is ingesteld, wordt er naar het andere
projecttype omgeschakeld.

Planningsobjecten aan de hand van hun naam vinden


In de klasse DMObjectsFinder is nu de nieuwe methode GetPlan-
ningSegments beschikbaar, waarmee u planningsobjecten op basis van hun
naam kunt vinden.

Kabelboomobjecten vinden
De nieuwe klasse Harness uit de naamruimte Eplan.EplApi.Data-
Model.EObjects stelt kabelbomen voor. Daarmee kunt u de objecten
bepalen die bij een bepaalde kabelboom horen. Om dergelijke kabelboom-
objecten te kunnen zoeken, zijn in de klasse DMObjectsFinder de volgende
drie nieuwe methoden beschikbaar:

GetHarnesses

GetHarnessesWithCF

GetHarnessesWithFilterScheme.

126
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Acties in lopende toepassing uitvoeren


Met de nieuwe beschikbare klasse RemoteClient uit de nieuwe naamruimte
Eplan.EplApi.RemoteClient kan een actueel lopende EPLAN-toepassing
worden opgespoord en is het mogelijk om in deze toepassing acties uit te
voeren.

Artikelstamgegevens met behulp van tijdelijke aanduiding-tekens zoe-


ken
Met een nieuwe variant van de methode GetParts uit de klasse MDPartsDa-
tabase kunnen nu ook tijdelijke aanduiding-tekens zoals "*" en "?" worden
gebruikt om artikelstamgegevens te zoeken.

Andere interfacetalen voor API-offline-programma's definiëren


Om voor API-offline-programma's een EPLAN-interfacetaal te definiëren die
anders is dan de standaard ingestelde interfacetaal, is in de klasse EplAp-
plication nu de nieuwe methode InitGuiLanguage beschikbaar. Daar-
door worden de meldingen van het offline-programma in de betreffende taal
weergegeven.

Projecten corrigeren en reorganiseren


Met behulp van de menuopdrachten Project > Organiseren > Corrigeren
en … > Reorganiseren kunt u in de gebruikersinterface van het EPLAN-plat-
form projecten corrigeren en reorganiseren. In de klasse ProjectManage-
ment van de EPLAN API zijn hiervoor de nieuwe methoden
CorrectProjectItems en Reorganize beschikbaar. Bovendien is de para-
meter TYPE van de actie projectmanagement met de waarden
CORRECTPROJECTITEMS en REORGANIZE uitgebreid.

127
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Alle volgende vernieuwingen van de EPLAN API zijn ook van belang voor de
EPLAN-opdrachtregelparameters en gedeeltelijk ook voor de scripts. Voor
het uitvoeren van de opdrachtregelparameters en / of scripts is geen licentie
voor de uitbreidingsmodule "EPLAN API Extension" nodig.

Export en import van gebruikergedefinieerde eigenschappen


Met de nieuwe actie XEsUserPropertiesExportAction kunt u nu alle
gebruikergedefinieerde eigenschappen van een project via een opdracht-
regel, een script of via de EPLAN API exporteren. Voor een analoge import
kunt u de nieuwe actie XEsUserPropertiesImportAction gebruiken. Daar-
bij kunt u via de parameter /Overwrite definiëren dat bestaande eigen-
schappen worden overschreven.

Opgeslagen artikeleigenschappen van een project verwijderen


Vanaf versie 2.4 worden altijd alle artikeleigenschappen in het project opge-
slagen. Om bepaalde artikelgegevens (bijvoorbeeld prijzen) nu ook via de
EPLAN API te kunnen verwijderen voordat u het project doorgeeft, beschikt
de klasse PartsService over de nieuwe methode DeleteStored-
Properties. Om deze ook via een opdrachtregelparameter of script te kun-
nen uitvoeren, is de parameter TYPE van de actie partslist met de waarde
DELETESTOREDPROPERTIES uitgebreid.

Controle van de artikelstamgegevens met behulp van opdracht-


regelparameters
In het meldingenbeheer kunt u met behulp van speciale controleprocedures
de artikelstamgegevens die in de artikeldatabank zijn opgeslagen op juist-
heid en volledigheid controleren. Om deze nu ook via een opdracht-
regelparameter te kunnen uitvoeren, is de parameter TYPE van de actie
check met de waarde PARTS uitgebreid.

128
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

PDF-commentaar in een project importeren


Om PDF-commentaar uit de "Redlining" met behulp van de EPLAN API in
het actuele project te kunnen importeren, is in de klasse Import die nieuwe
methode PDFComments beschikbaar. In de gebruikersinterface van het
EPLAN platform doet u dit met de menuopdrachten Pagina > Importeren >
PDF-commentaar. Om deze ook via een opdrachtregelparameter of script
te kunnen uitvoeren, is de parameter TYPE van de actie Import met de
waarde PDFCOMMENTS uitgebreid.

Eigenschapsgroeperingen van een project importeren en exporteren


Om gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen voor het gehele pro-
ject te importeren en exporteren, zijn in de klasse ProjectManagement nu
de nieuwe methoden ImportPropertyPlacementsSchemas en ExportPro-
pertyPlacementsSchemas beschikbaar. In de gebruikersinterface van het
EPLAN-platform komt dit overeen met de menuopdrachten Project > Orga-
niseren > Eigenschapsgroeperingen importeren en … > Eigenschaps-
groeperingen exporteren. Om deze ook via een opdrachtregelparameter
of script te kunnen uitvoeren, is de parameter TYPE van de actie pro-
jectmanagement met de waarden IMPORTPROPERTYPLACEMENTSSCHEMAS
en EXPORTPROPERTYPLACEMENTSSCHEMAS uitgebreid.

129
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Vernieuwingen in de stamgegevens
Stamgegevens: Symbolen

Opmerkingen:

Op de volgende pagina's is een aantal nieuwe symbolen uit verschil-


lende symboolbibliotheken weergegeven. De afbeeldingen tonen de
symbolen in variant "A" in de meerlijnige of enkellijnige weergave.
Onder elke afbeelding staan de naam en het nummer van het symbool.

Meerdere symbolen hebben dezelfde grafische weergave. Deze sym-


bolen onderscheiden zich echter wat betreft de toepassing in de berei-
ken, de functiedefinities, de symbooleigenschappen en hun posities.
Nieuwe symbolen die hetzelfde grafische symbool hebben, worden
gemeenschappelijk weergegeven.

IEC-, GOST- en GB-norm


De symboolbibliotheken IEC_symbol, GOST_symbol en GB_symbol zijn
met nieuwe symbolen uitgebreid. Hier zijn o.a. de volgende nieuwe sym-
bolen beschikbaar:

FILS_02_01 // 1140 FILS_04_01 // 1141 SSTO // 1264 QLS2_3 // 1337

130
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

QLS2_4 // 1338 FA2_2 // 1339 FAH2_2 // 1340 X3_BU1 // 1366

LSW1B // 1457
X3_BU2 // 1367 LSW2B // 1458 QL1_5 // 1533 QL2_2 // 1534
LSW3B // 1459

De symboolbibliotheken IEC_single_symbol, GOST_single_symbol en


GB_single_symbol zijn met nieuwe symbolen uitgebreid. Hier zijn o.a.
de volgende nieuwe symbolen beschikbaar:

FILS_02_01 // 1140 FILS_04_01 // 1141 SSTO // 1264 QLS2_3 // 1337

131
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

QLS2_4 // 1338 FA2_2 // 1339 FAH2_2 // 1340 X3_BU1 // 1366

LSW1B // 1457
X3_BU2 // 1367 LSW2B // 1458 QL1_5 // 1533 QL2_2 // 1534
LSW3B // 1459

NFPA-norm
De symboolbibliotheek NFPA_symbol is met nieuwe symbolen uitgebreid.
Hier zijn o.a. de volgende nieuwe symbolen beschikbaar:

FILS_02_01 // 1140 FILS_04_01 // 1141 SSTO // 1264 QLS2_3 // 1337

132
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

QLS2_4 // 1338 FA2_2 // 1339 FAH2_2 // 1340 X3_BU1 // 1366

LSW1B // 1457
X3_BU2 // 1367 LSW2B // 1458 QL1_5 // 1533 QL2_2 // 1534
LSW3B // 1459

De symboolbibliotheek NFPA_single_symbol is met nieuwe symbolen


uitgebreid. Hier zijn o.a. de volgende nieuwe symbolen beschikbaar:

FILS_02_01 // 1140 FILS_04_01 // 1141 SSTO // 1264 QLS2_3 // 1337

133
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

QLS2_4 // 1338 FA2_2 // 1339 FAH2_2 // 1340 X3_BU1 // 1366

LSW1B // 1457
X3_BU2 // 1367 LSW2B // 1458 QL1_5 // 1533 QL2_2 // 1534
LSW3B // 1459

Alle standaard symboolbibliotheken


In alle standaard symboolbibliotheken zijn voor meerdere symbolen cor-
recties aangebracht (aanpassingen van transformatiepunten, correctie
van contactspiegelpositie, uniformering en correctie van symboolbeschrij-
vingen). Dit betreft de symboolbibliotheken: IEC_symbol, GOST_symbol,
GB_symbol, NFPA_symbol, IEC_single_symbol, GOST_single_
symbol, GB_single_symbol, NFPA_single_symbol.

134
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Bovendien zijn in alle standaard symboolbibliotheken sommige symbolen


vervangen door symbolen met gecorrigeerde grafische symbolen. De
oude symbolen zijn vergrendeld.

Vervangen symbool Nieuw symbool


TST_1 // 1152, TST_11 // 1347,
TST_2 // 1153, TST_21 // 1348,
TST_3 // 1154, TST_31 // 1349,
TST_4 // 1155, TST_41 // 1350,
M2GR // 290, M2GR // 1465,
M6SCHL // 107, M6SCHL // 1466,
M9SCHL // 112, M9SCHL // 1467,
EHX2 // 181, EHX2 // 1468,
KUB1 // 1030, KUB1 // 1469,
KUN1 // 309, KUN1 // 1470,
FS3 // 325, FS3 // 1471,
YXPE // 1045, YXPE // 1472.

Het grafische symbool van de symbolen FA2 // 121 en FA4 // 1195 is


gecorrigeerd (hulplijnen toegevoegd). Deze wijziging heeft alleen effect
op de "meerlijnige" standaard symboolbibliotheken (zoals bijvoorbeeld
IEC_symbol).

Ook bij het symbool QL4_1ML // 1197 is het grafische symbool gecor-
rigeerd (hulplijn toegevoegd). Deze wijziging heeft alleen effect op de
"enkellijnige" standaard symboolbibliotheken (zoals bijvoorbeeld IEC_
single_symbol).

135
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Fluid-techniek
De symboolbibliotheken PNE1ESS, HYD1ESS en HYD2ESS zijn met de vol-
gende drie nieuwe symbolen uitgebreid:

V11.5.4.6_02 // 757 V11.5.4.6_03 // 758 V11.5.4_13 // 759

Aan de symboolbibliotheek PNE1ESS zijn bovendien nog de volgende


nieuwe symbolen toegevoegd:

V11.1.2_14 // 122 V11.1.2_15 // 123 V11.1.2_16 // 124 V7.1.5.3_01 // 698

V_BT_80_X // 782 V_BT_81_X // 783 V_BT_82_X // 784 V_BT_83_X // 785

136
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

V_BT_84_X // 786 V11.5.1_32_30 // 980 V11.5.1_32_31 // 981 V11.5.1_32_32 // 982

V11.5.1_32_33 // 983 V11.5.1_33_03 // 984 V11.5.1_42_08 // 985 V11.5.1_52_15 // 986

V11.5.1_52_16 // 987 V11.5.1_53_29 // 988

137
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Bij de functiedefinities onder Fluid // Sensors is nu de nieuwe cate-


gorie Sensor beschikbaar. Bij enkele symbolen uit de Fluid-symboolbiblio-
theken (PNE1ESS, HYD1ESS en HYD2ESS) zijn daarom de functiedefinities
hieraan aangepast. De volgende symbolen hebben nu een functiedefi-
nitie uit de categorie Sensor:

EA9.1.5 // 344, EA9.1.1_1 // 362,


EA9.1.4_01 // 363, EA9.1.5_01 // 364,
V_S_006_2 // 368, GSMG_8.4.7_01 // 601,
EA9.1.4 // 753, V_S_013 // 873*,
V_S_014 // 874*, V_S_015 // 875*,
EA9.1.4_02 // 1321, EA9.1.4_03 // 1322,
EA9.1.4_04 // 1323.

*Symbool is alleen in de symboolbibliotheek PNE1ESS beschikbaar.

In de symboolbibliotheken PNE1ESS, HYD1ESS en HYD2ESS zijn de sym-


boolbeschrijvingen van veel symbolen geactualiseerd en uitgebreid met
nummers uit de norm ISO 1219-1. Zo wordt voor het symbool Z14.5.18
// 29 nu de nieuwe symboolbeschrijving Balgcilinder (X11600)
gebruikt.

In deze symboolbibliotheken is bovendien het grafische symbool van het


symbool V11.5_04 // 157 gecorrigeerd.

138
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Daarnaast zijn in de symboolbibliotheken HYD1ESS en HYD2ESS enkele


symbolen vervangen door nieuwe symbolen met gecorrigeerde grafische
symbolen / gewijzigde nummering van de aansluitingen. De oude sym-
bolen zijn vergrendeld.

Vervangen symbool Nieuw symbool


V11.5.4.6_01 // 664, V11.5.4.6_02 // 757,
V11.5.4.6 // 142, V11.5.4.6_03 // 758,
V11.5.1_32_01_d // 60**, V11.5.1_32_01 // 989**,
V11.5.1_32_22_d // 594, V11.5.1_32_22 // 990,
V11.5.1_53_20_d // 950, V11.5.1_53_20 // 991,
V11.5.1_53_21_d // 951, V11.5.1_53_21 // 992,
V11.5.1_53_22_d // 952, V11.5.1_53_22 // 993,
V11.5.1_53_23_d // 953, V11.5.1_53_23 // 994,
V11.5.1_53_24_d // 954, V11.5.1_53_24 // 995.

*Symbool is ook in de symboolbibliotheek PNE1ESS beschikbaar. In de symboolbibliotheek PNE1ESS


is bovendien nog het symbool V_S_012 // 872 vergrendeld.

Bij de symbolen F15.5_28 // 260 en EA_BT_43 // 1314 uit de


symboolbibliotheek PNE1ESS is het grafische symbool gecorrigeerd. Daar-
bij is het symbool F15.5_28 // 260 aan de actuele norm ISO 1219-1
aangepast.

Symboolbibliotheek met speciale symbolen


Aan de symboolbibliotheek SPECIAL zijn twee nieuwe symbolen zonder
grafisch symbool toegevoegd:
- HDEF // 62 // Kabelboomdefinitiepunt
- DCP2NG // 511 // Apparaataansluiting, tweezijdig
(onzichtbaar).

139
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Algemeen
De symboolbibliotheek GRAPHICS is met de volgende nieuwe symbolen
uitgebreid:

WEH_RD // 100 WEH_BU // 101 WEH_YE // 102 WEH_WEH // 103

WEH_GY // 104 WEH_BK // 105 WEH_BLANK // 106 WES_RD // 110

WES_BU // 111 WES_YE // 112 WEG_RD // 115 WEG_BU // 116

140
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

WEG_YE // 117 WER_RD // 120 WER_BU // 121 WER_YE // 122

W_RD // 130 W_BU // 131 W_YE // 132 W_WH // 133

W_OG // 134 W_GN // 135 W_PK // 136 W_VT // 137

W_TQ // 138 W_BN // 139 W_SR // 140 W_GY // 141

141
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

W_BK // 142 W_GNYE // 143 W_SH // 144 W_RDBU // 145

W_WHRD // 146 W_WHBU // 147 W_WHGY // 148 W_WHOG // 149

W_WHPK // 150 W_WHVT // 151 W_WHBN // 152 W_WHBK // 153

W_GYPK // 154 KILL // 160 DIP_SW // 161 C_ARROW0_10 // 170

142
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

C_ARROW1_10 // C_ARROW2_10 // C_ARROW3_10 // C_ARROW4_10 //


171 172 173 174

C_ARROW5_10 // C_ARROW6_10 // C_ARROW7_10 // C_ARROW8_10 //


175 176 177 178

C_ARROW9_10 //
179

In de symboolbibliotheek GRAPHICS hadden veel symbolen Duitse


namen. In deze versie zijn deze symboolnamen door taalneutrale namen
vervangen. Zo wordt bijvoorbeeld voor het symbool X_Trennklemme //
5 nu de nieuwe naam XTR_1 gebruikt.

143
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Stamgegevens: Formulieren en plotkaders


Er zijn de volgende drie nieuwe plotkaders gemaakt:

FN1_013.fn1

FN1_014.fn1

FN1_077_en_US.fn1.

Daarnaast is het volgende nieuwe formulier gemaakt:

F26_004.f26 (bestandstype "Titelblad / voorblad").

Mechanica
Voor de nieuwe verwerking en het formuliertype "Uitsparinglegenda" zijn drie
nieuwe formulieren gemaakt:

F47_001.f47

F47_002_AB.f47

F47_002_C.f47 (subformulier voor het formulier F47_002_AB.f47).

Kleurwijziging voor plotkaders en formulieren


Tot dusver hadden de lijnen, speciale teksten en tijdelijke aanduiding-teksten
in de door EPLAN geleverde plotkaders een groene kleur. Om de weergave
te optimaliseren, zijn de volgende layers in de plotkaders en formulieren in
de achtergrondafhankelijke kleur "zwart" ingesteld:

EPLAN200, Grafisch.Formulieren

EPLAN201, Grafisch.Plotkaders

EPLAN450, Speciale teksten.Tijdelijke aanduiding-teksten

EPLAN451, Speciale teksten.Projecten

144
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

EPLAN452, Speciale teksten.Pagina's

EPLAN453, Speciale teksten.Kolommen / Rijen.

Daardoor worden alle lijnen en teksten in de EPLAN-plotkaders en -for-


mulieren bij standaard kleurinstellingen in "zwart" weergegeven en is er een
beter contrast met de achtergrond.

Stamgegevens: Functiedefinitiebibliotheek
De functiedefinitiebibliotheek is uitgebreid met een aantal nieuwe functie-
definities. Voor informatie over de eigenschappen en het basissymbool van
de hierna genoemde functiedefinities in het dialoogvenster Functiedefini-
ties, volgt u in het veld Selectie het aangegeven pad door de boomstructuur.

Bereik Algemeen
Onder Algemeen // Algemene speciale functies // Kabelboom
// Kabelboom is de volgende nieuwe functiedefinitie toegevoegd:
– Kabelboomdefinitie

Bereik Fluid
Onder Fluid // Leidingverdeler / -verbinder, toebehoren //
Fitting / schroefverbinding // Fitting / schroef-
verbinding, 2 aansluitingen is de volgende nieuwe functiedefinitie
toegevoegd:
– Fitting / schroefverbinding, 2 aansluitingen

Onder Fluid // Sensors // Sensor // Grafisch is de volgende


nieuwe functiedefinitie toegevoegd:
– Grafisch

145
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Onder Fluid // Sensors // Sensor // Sensor, 1 Fluid-aan-


sluiting zijn de volgende nieuwe functiedefinities toegevoegd:
– Druksensor
– Volumestroomsensor
– Niveau-sensor
– Sensor, algemeen
– Temperatuursensor

Onder Fluid // Sensors // Sensor // Sensor, 2 Fluid-aan-


sluitingen zijn de volgende nieuwe functiedefinities toegevoegd:
– Druksensor
– Volumestroomsensor
– Niveau-sensor
– Sensor, algemeen
– Temperatuursensor

Onder Fluid // Sensors // Sensor // Sensor, variabel is de


volgende nieuwe functiedefinitie toegevoegd:
– Sensor, variabel

Onder Fluid // Klep, verdeler en logica component // Klep


// Klep, 2 aansluitingen is de volgende nieuwe functiedefinitie
toegevoegd:
– Snelontluchtingsklep, 2 aansluitingen

Onder Fluid // Klep, verdeler en logica component // Klep


// Klep, variabel is de volgende nieuwe functiedefinitie toegevoegd:
– Snelontluchtingsklep, variabel

Onder Fluid // Klep, verdeler en logica component // Stuur-


klep // 5/3 stuurklep is de volgende nieuwe functiedefinitie toege-
voegd:
– 5/3 stuurklep, 1>4,2>3,5

146
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Stamgegevens: Kenletters
In het dialoogvenster Voorgestelde kenletters zijn de kenletters in de
kolommen IEC, IEC 61346, IEC 81346, NFPA en GB/T 5094 uitgebreid
en gecorrigeerd. (Het menupad voor dit dialoogvenster luidt: Hulppro-
gramma's > Stamgegevens > Kenletter.)

Stamgegevens: Projecten en sjablonen


De volgende projectsjablonen / basisprojecten zijn conform de IEC
61355-standaard uitgebreid met voorgedefinieerde structuurcodes voor
het documenttype:
– IEC_tpl002.ept
- IEC_bas002.zw9
- FL_1219-2_tpl001.ept
- FL_1219-2_bas001.zw9

In de projectinstellingen voor deelklemmen is het selectievakje Bij elkaar


horende deelklemmen automatisch verbinden nu standaard ingescha-
keld en het selectievakje Brugoptimalisatie standaard uitgeschakeld.
De projectsjablonen / basisprojecten zijn hieraan aangepast.

147
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Overige vernieuwingen en informatie


EPLAN Solution Center – het supportsysteem
Sinds begin 2013 kunt u via internet gebruik maken van ons supportsysteem
– het EPLAN Solution Center.

Voordeel:

Het EPLAN Solution Center is een geoptimaliseerd supportsysteem dat


nog betere service biedt. Daardoor kunnen wij individuele supportaan-
vragen nog efficiënter verwerken.

Het aanmaken en beheren van uw aanvragen vindt plaats in het EPLAN Solu-
tion Center, in eenvoudige ergonomisch vormgegeven dialoogvensters. Een-
maal aangebrachte instellingen worden automatisch voor volgende
aanvragen opgeslagen. U kunt de bewerkingsstatus van uw aanvragen op
elk moment inzien.

In dit supportsysteem is een kennisdatabank geïntegreerd, die reeds is


gevuld met een groot aantal antwoorden op veel gestelde vragen. Zodra u
uw aanvraag indient, stelt de kennisdatabank – het EPLAN Knowledge Cen-
ter – automatisch oplossingen voor, indien het betreffende thema al eens eer-
der is behandeld. De kennisdatabank wordt voortdurend uitgebreid.

In het EPLAN Solution Center is ook een link naar het EPLAN-forum
geïntegreerd. Zo kunt u zonder omweg direct naar het discussieplatform
schakelen.

148
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Aanmelding bij het EPLAN Solution Center


Alleen klanten met een software-service-overeenkomst kunnen zich bij dit
supportsysteem aanmelden. Meldt u zich daarvoor via internet bij EPLAN-
support aan. U bereikt de aanmeldingspagina door bijvoorbeeld op onze sup-
portpagina op de hyperlink "EPLAN Solution Center" te klikken.

U kunt de aanmeldingspagina ook vanuit het EPLAN platform bereiken. Kies


daartoe in het menu Help de menuopdracht EPLAN-supportaanvraag aan-
maken. In uw internetbrowser verschijnt dan de pagina waarop uw zich bij
het EPLAN Solution Center kunt aanmelden.

149
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Opmerkingen:

Om vanuit het EPLAN platform een supportaanvraag te kunnen aan-


maken, moet u in het dialoogvenster Instellingen: Gebruikersken-
merk / adres de velden E-mail en Klantnummer hebben ingevuld. Als
dat niet zo is, verschijnt er na het kiezen van de menuopdracht EPLAN-
supportaanvraag aanmaken een vraag en kunt u deze instellingen in
een vervolgvenster opgeven.

150
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Houd er rekening mee dat u op de internetpagina met de aanmelding


niet de gebruikersgegevens kunt gebruiken die nodig zijn voor de
aanmelding bij EPLAN-support. Voor aanmelding bij het EPLAN Solu-
tion Center moet u zich eenmalig registreren. Geef daartoe het e-mail-
adres dat u tot nu toe gebruikte voor uw communicatie met EPLAN-
support in het veld E-mailadres op en klik op [Registreren].

Om u bij het EPLAN Solution Center aan te melden, geeft u in de velden


Gebruikersnaam en Wachtwoord de gegevens op die u in een antwoord e-
mail van EPLAN hebt ontvangen.

Bevestig uw invoer door te klikken op de knop [Aanmelding]. Wanneer u


zich voor het eerst aanmeldt, wordt u gevraagd om het aan u toegekende
wachtwoord te wijzigen. Vervolgens wordt de startpagina van het EPLAN
Solution Center geopend.

Validatiecode
Om deze versie van EPLAN te kunnen gebruiken, hebt u een nieuwe valida-
tiecode (vrijschakelcode) nodig. Deze staat op de pakbon die met uw cd
wordt verzonden. Bovendien kunt u de validatiecode online op het internet
oproepen (zie volgende paragraaf).

Validatiecode online aanvragen


Met EPLAN hebt u de mogelijkheid om de laatste stap van het installeren
snel en makkelijk uit te voeren en de validatiecode die voor de licentiëring is
vereist online van internet te halen. Nadat de vereiste gegevens zijn inge-
voerd, wordt de validatiecode automatisch naar het licentiedialoogvenster
overgedragen.

151
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Opmerking:

Houd er rekening mee dat voor het aanvragen en overdragen van de


validatiecode een actieve internetverbinding nodig is. Voor netwerk-
licenties of voor licenties zonder dongle is het online aanvragen van een
validatiecode niet mogelijk.

Om ervoor te zorgen dat u de validatiecode online kunt oproepen, is het


dialoogvenster Validatiecode invoeren dienovereenkomstig uitgebreid.

Dit dialoogvenster wordt bijvoorbeeld geopend als u de toepassing na het


installeren voor het eerst opstart. Klik hier op de nieuwe knop [Online aan-
vragen].

In het dialoogvenster Validatiecode online aanvragen zijn de Bedrijfs-


naam en het Serienummer reeds automatisch ingevoerd. Deze gegevens
zijn nodig om de validatiecode te kunnen aanvragen.

152
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Actuele informatie
Wanneer u voortaan nog beter op de hoogte wilt worden gehouden van de
nieuwste ontwikkelingen (zoals bijvoorbeeld via onze eNewsletter) schakelt u
het selectievakje Ik ga akkoord met het toezenden van informatie in. De
gegevens (Naam, Telefoon, E-mailadres etc.) worden dan door EPLAN
opgeslagen.

Instellingen voor internet


Standaard worden de instellingen van een bestaande internetverbinding over-
genomen. Via de knop [Instellingen] en het vervolgdialoogvenster kunt u
echter ook een proxyserver als netwerkcomponent gebruiken. In dat geval
moet u het Adres, de Poort etc. invoeren. Neem voor deze instellingen con-
tact op met uw systeembeheerder.

Teruggave van de validatiecode


Wanneer u op [Verzenden] klikt, worden de gegevens versleuteld naar
EPLAN verzonden. Als uw gegevens bij EPLAN bekend en geldig zijn, wordt
een validatiecode gegenereerd en naar het licentiedialoogvenster verzon-
den. Door te klikken op [OK] wordt het programma gestart.

153
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Softwarevereisten en vrijgaven

Opmerking:

In de actuele versie 2.6 zijn de programma's van het EPLAN platform


alleen als 64 bit-versie beschikbaar.

Algemene voorwaarden
Voor het EPLAN platform hebt u .NET Framework 4.5.2 van Microsoft nodig.
Op de website van Microsoft vindt u meer informatie hierover en kunt u de
actuele versie van deze Microsoft-component downloaden.

.NET Framework 4.5.2 staat op het EPLAN-opslagmedium. Ga hiervoor


naar de volgende directory:
cd-rom\Services\Net Framework 4.5.2

Om .NET Framework te installeren, dubbelklikt u op het bestand NDP452-


KB2901907-x86-x64-AllOS-ENU.exe.

Besturingssystemen
Het EPLAN platform ondersteunt de 64 bit-varianten van de Microsoft-
besturingssystemen Windows 7 en Windows 8 / 8.1 en Windows 10.
De geïnstalleerde EPLAN-taal moet door het besturingssysteem worden
ondersteund.

Het EPLAN-platform kan worden gebruikt onder de volgende besturings-


systemen:

154
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Werkstation
Microsoft Windows 7 SP1 (64 bit) Professional, Enterprise, Ultimate
Microsoft Windows 8 (64 bit) Pro, Enterprise
Microsoft Windows 8.1 (64 bit) Pro, Enterprise
Microsoft Windows 10 (64 bit) Pro, Enterprise

Server
Microsoft Windows Server 2008 R2 (64 bit)
Microsoft Windows Server 2012 (64 bit)
Microsoft Windows Server 2012 R2 (64 bit)
Terminal-Server met Citrix XenApp 7.6 en Citrix Desktop 7.6

Microsoft-producten
Om Microsoft Office-bestandsformaten vanuit EPLAN te kunnen maken,
moet op uw computer een door EPLAN vrijgegeven en correct functione-
rende Office-versie zijn geïnstalleerd.

Microsoft Office 2010 (32 bit en 64 bit)*


Microsoft Office 2013 (32 bit en 64 bit)*
Microsoft Office 2016 (32 bit en 64 bit)*
Microsoft Internet Explorer 10
Microsoft Internet Explorer 11
Microsoft Edge

*Afhankelijk van de gekozen databanken voor het artikelbeheer, het projectbeheer en het woordenboek is
het gebruik van een 64 bit-Office-versie noodzakelijk.

155
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

SQL-Server (64 bit)


Microsoft SQL-Server 2012
Microsoft SQL-Server 2014

Autodesk-producten (64 bit)


AutoCAD 2015
AutoCAD 2016
Autodesk Vault**

**De vrijgaven kunt u vinden in de softwarevereisten van de actuele productbeschrijving van de Vault Con-
nector.

PDF-redlining
Adobe Reader versie XI
Adobe Acrobat versie XI Standard / Pro
Adobe Reader versie DC
Adobe Acrobat versie DC Standard / Pro

PLC-systemen (PLC & Bus Extension)


ABB Automation Builder 1.1
Beckhoff TwinCAT 2.10
Beckhoff TwinCAT 2.11
3S Codesys
Mitsubishi GX Works2
Rockwell RSLogix professional 20
Rockwell RSLogix professional 21
Schneider Unity Pro 8.1
Schneider Unity Pro 10.0

156
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Siemens SIMATIC STEP 7 versie 5.4 SP4


Siemens SIMATIC STEP 7 versie 5.5

64 bit-versie van het EPLAN platform


Omdat het EPLAN platform als 64 bit-versie beschikbaar is, dient u rekening
te houden met de volgende bijzonderheden:

Wanneer u voor het artikelbeheer, het projectbeheer en voor het woorden-


boek Access-databanken wilt gebruiken, moeten zowel het Microsoft bestu-
ringssysteem als de Microsoft Office-toepassingen (o.a. Microsoft Access) in
de 64 bit-versie geïnstalleerd zijn.

Wanneer u de Microsoft Office-toepassingen in de 32 bit-versie hebt geïnstal-


leerd, moet u voor het artikelbeheer, het projectbeheer en voor het woorden-
boek SQL-server-databanken gebruiken.

Voor EPLAN PPE kan niet worden omgeschakeld naar SQL-server-data-


banken. Om EPLAN PPE in de 64 bit-versie te gebruiken, moeten daarom
zowel het Microsoft besturingssysteem als de Microsoft Office-toepassingen
(o.a. Microsoft Access) in de 64 bit-versie geïnstalleerd zijn.

Opmerking:

Voor het gebruik van Access-databanken in EPLAN is aanvullend de Micro-


soft Access Runtime component nodig. Bij Microsoft Office-installaties tot
en met Microsoft Office 2013 wordt deze component bij de installatie van
Microsoft Access meegeïnstalleerd. Bij een installatie van Microsoft Office
2016 is de component niet opgenomen.
In dat geval, of wanneer u Microsoft Office zonder Microsoft Access
gebruikt, kunt u de Microsoft Access Runtime component als aparte down-
load van de Microsoft-website downloaden.

157
EPLAN NEWS
voor versie 2.6
Stand: 23.06.2016

Meer informatie (bijvoorbeeld over de installatie van de 64 bit-versie, over


automatische updates van projecten etc.) vindt u onder:
http://www.eplan.info/quickstart

Gewijzigde hardwarevereisten
Vanaf versie 2.6 functioneert het EPLAN-platform alleen nog op computers
met multi-core processors.

158

You might also like