Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

Het Verbeetert en Vermeerdert Natuurlyk Toover-boek of

Speel-toneel der Konsten.


Het Eerste Boek.
Bevattende verscheyden aardige Kluchten, Vermaakelijke
Potsen, Natuurlijke Gaauwigheden, die den Onervaren
Toovery schijnt, als mede het speelen uyt de Goochel tas.
I. Om heymelijk Kikvorschen in een Kaamer te doen koomen.

Als men voor eenige groote personagien uyt de Goocheltas sal speelen, en men eenige
Vertooningen op het onversienste doet, dat men eenige Kikvorschen als ten tyde van Pharao,
laat koomen. Om dit in 't werk te stellen, soo neemt een linne sak, doet daar vijf en twintig
kikvorsen in of meer, hangt die heymelijk
[p. 2]
onder u rok: als gy nu een tyt lang hokus bokus hebt gespeelt, so maakt dat de kikvorschen
met een geswintheit uyt de sak springen over de kamer daar de omstanders zyn, so sullen sy
alle verschrikken en u als een Toovenaar uyt maaken. Men kan dese sak sodanig naayen, dat
hy met een dun draadjen vast gemaakt is. 't Welk gy heymelijk tusschen uw naagels stukken
trekkende de sak allengskens sal los werden en open gaan, waar door de kikvorschen sullen
uytspringen, die de kikvorschen in een doos kan doen, en in sijn broek steken, de kouseband
los doende, en de doos heymelijk oopenende, sullen kikvorschen uyt de broek springen onder
de tafel daar gy aansit, en de heele Saal over springen.

Dit spel wierd eens voor de Koning van Vrankrijk gespeelt, waar door alle de Dames seer
vervaart wierden, en hadde de Googelaar sijn kunst niet geopenbaard, het soude hem het
leven gekost hebben.
II. Een Weddenschap om een Roomer van glas in drie reysen niet te konnen
stukken slaan.

Dit is een bedriegerye, die evenwel de omstanders vermaakt. Men wed dan met jemand, dat
hy den Romer niet sal in drie reysen konnen stukken slaan; het wedden gedaan zijnde sal hy
se ten eersten stukken slaan, en niet in de derde reys, ten ware hy de kneep wist, en de twee
eerste reysen soo sagt sloeg, en de derde reyse hard, so had den slaander 't gewonnen, maar
anders verlooren.
III. Een Pots om jemant op een Solder te leesen.

Laat jemant op de plaats sitten, met sijn hoed af, en gaat op de Solder hart op leesen, en giet
hem van booven neer op het hoofd een pispot of een bak met water, soo sult gy wel soo lange
leesen, tot
[p. 3]
hy van selver sal by uw koomen, om uw wat af te smeeren.
IV. Om jemant van onder een Mand te singen.

Laat jemand onder een groote mand sitten, en gaat daar al singende rondom, ondertusschen
soo giet wat water op de mand, soo sal hy daar wel haast van onder duikelen.
V. Om alle Figuren te vertoonen.
Men neemt een tinne Schootel; hier doet men wat water in, en men segt tegen de omstanders
dat men daar allerley figuuren in sal doen verschijnen, als het dan gebeurd, dat een yder soo
ernstig toe kijkt, soo sal men de vlakke hand in 't waater slaan, op dat se alle nat werden, soo
sal een yder een verscheyde figuur van aangesicht maaken, ende gy sult se alle uytlacchen.
VI. Om Peetersely op een Tafel te doen groeyen.

Wanneer men jemant bedriegen wil aan een haart sittende, soo segt men, koom, ik sal, eer
yemand dertig huysen vergeloopen en wederom gekomen is, daar op de taafel Pieterselie of
yets anders doen groeyen, en soo het niet geschiedt, sult gy my met de tang wakker afrossen:
Dit contract aldus gemaakt zijnde, soo legt men de tange met het eynde in het vuur, terwijl hy
heen gaat; en tegen het wederom komen, soo set men de heete tange op sijn plaats; als hy nu
siet dat'er geen Pieterselie of jets anders gewassen is, soo neemt hy de tange om uw af te
slaan, en met eenen brandt hy deerlijk sijn handen, en werd daar en boven van het gansche
geselschap uytgelacchen.
[p. 4]
VII. Om een stuk Gelds van onder een Kan te doen haalen, sonder dat gy de Kan
selfs sult aanraken.

Wed in een Geselschap dat gy een stuk gelds onder een Kan sult leggen, dat het yder een sal
sien, en dat gy het stuk geldts daar onder van daan sult haalen, sonder dat gy de Kan aanraakt:
als gy dit in 't werk wilt stellen, soo legt voor de oogen van alle de Omstanders het stuk geldts
daar onder, maakt nu wat grimatsen, en slaat met uw hand boven op de kan, als of gy het gelt
door de Tafel sloegt, en laat van onder de Tafel diergelijken stuk gelds sien, als gy onder de
kan hebt gelegt, soo sal men meynen dat het gelt van onder de kan is: dan sal de Wedder
kurieus sijn de Kan op te lichten. Terwijl hy de kan op heft, soo haald met'er haast het stuk
gelds daar onder van daan, soo hebt gy 't gewonnen, 't geld daar onder van daan haalende
sonder de kan op te lichten, want een ander doet het voor uw.
VIII. Om jemants Hoofd door een Ring te steeken.

't Is voor sommige niet onaardig, in een Geselschap zoo eenige Potsen en Quinkslaagen, om
de Juffers wat te vermaken, voor den dag te brengen.

Om nu het Hooft door een Ring te steken, is een geringe saak, dog in een geselschap
moeyelijk te begrijpen, als het nu tot de saak begint te koomen; soo moet men sich houden of
de Ring vry kleintjes was, om soo een hoofd daar door te konnen steeken, en dat gy uyt uw
weddenschap scheyd: soo sal die gewed heeft, en sijn hoofd daar wil laaten door steeken, des
te graager aanhouden.

Neemt dan de Ring eyndelijk, en legt die aan het achterhoofd, krijgt dan behendig een speld
ofte
[p. 5]
naald, en steekt hem door den Ring in den kop dat zy het voelen, zoo sullen zy wel haast
gelooven dat den kop door de ring gestooken is, en willen het de Omstaanders niet gelooven,
zoo laaten zy het probeeren. Aldus kond gy een groot Brood of Kaas door het oor van een kan
steeken.
IX. Op wat wijse de Quak-salvers Fenijn indrinken sonder schade.

Daar is een soorte van Quaksalvers de welke Fenijn indrinken, en dat sonder schaade, gelijk
men onlangs den Orvietaan-verkooper heeft sien doen, dit geschied dan om het gemeene
volkjen het geld uyt de beurs te kloppen, en te doen gelooven, dat hun dingen daarom te
beeter waaren, om dat zy van het ingedronken Fenijn, door haar Medicamenten daar op
ingenomen, geen schade lijden. Arme menschen die sich zoo laaten bedriegen. Laurentius
dien grooten Man, heeft hun bedriegeryen al lang ontdekt, en was het dat geleerde Lieden
hem gelesen hadden, of ten minsten de Mannen van de Chirurgie, soude het selve niet alleen
handhaven of voeden, maar souden het liever weeren en verwerpen.

Doch wat segt nu Laurentius van deese bedriegers, hy segt dan datse eerst wel ter deegen
booter eeten, of drinken Olie, opdat de maag en slokdarm door het overvloedig vet, mochte
aan het braaken geraaken, waar door sy dan al het Fenijn soo overgeeven, als sy het
ingenomen hebben. Siet, zijn dat geen schoone kunsjes van deese Heeren? die met een half
dosijn pagiens en lakeyen, en gemeenlyk met een heel dosijn narren en gekken verselt zyn.
[p. 6]
X. Om met de Beekers uyt de Goochel-tas te speelen.

Als men in de Kermissen koomt, siet men veel Hokus Bokus meesters die uyt de Gogel-tas
spelen, dat voor de Boeren wel Tooverye gelijkt: maar in der daat ingesien sijnde, is alles
maar een gaauwigheyd.

Men sietse dan voor eerst met Beekers speelen en Nootemuskaten. Deese Beekers sijn wat
langwerpig hoog gemaakt, soo dat se met de vingers gemakkelijk op te grijpen sijn; dan soo
maakt men drie balletjes van kurk, soo groot en rond als Notemuskaten.

Men set dan de drie Beekers op een Taafel, en men legt daar deese kurkjes onder, die
Nootemuskaten gelijken, onder elke kroes een, dat is men legt deese drie kurkjes op een rye,
en het schijnt als of men de Beekers over yder set, maar terwijle men die neder set, gebeurd
het dat men yder kurkjen tusschen de vingers, met een radde geswindigheyt weg-neemt, want
als het langsaam toegaat, souw de Pots gemerkt werden, en men sou seggen, is het anders
niet?

Nu deese Balletjes weet men heymelijk te bergen, op dat men se in de handen niet en siet, of
anders was de kaart verkeken. Als men dan nu in 't geloof is, dat deese Balletjes onder de
kroesen sijn, soo segt men, dat gy maaken sult, dat dese Nootemuskaten, daar van onder sijn
getoovert, men maakt dan eenige babbele-guychen en Potsen met het stokjen dat men in de
hand heeft, en men ligt dan met een geswindheyt de Beekers op, soo siet een yder dat'er niets
onder is, wilt gy nu maaken datse daar wederom onder geraaken, soo moet gy deese Balletjes
met uw hand geswind daar onder schuyven, als gy dan de Beekers weeder opligt, soo sult gy
se daar onder sien leggen.
[p. 7]

Het is ver best dat deese Beekers van blik gemaakt werden, want dan zijn se des te ligter. Item
dat ook de Bolletjes van kurk gemaakt zijn, want hoe lichter de werktuygen zijn daar gy
meede speelt hoe beeter en vaardich gy speelen kont: ten anderen blyven zy ook beeter om
haar stroevigheyt aan de banden hangen.

XI. Om van een Nootemuskaat twee of drie te maaken uyt de Goocheltas.


De Goochelaars hebben ook gemeen datse van een Notemuskaat, twee of drie maaken, 't welk
mede alles in een rasse geswindheyd bestaat.
[p. 8]
Sy neemen dan Bolletjes van kurk als boven gesegt is, waar van sy een toonen, en een of twee
achter de hand houden tusschen de vingers, die een ander niet sien en kan, dese een vertoont
zijnde, segje datje van deese eene, twee of drie Muscaatnooten sult maaken. Gy maakt
onderwijlen eenige Grammatsen, gelyk se doen, en men laat'er een of twee van tusschen de
vingers vallen, dat meede al met een rasse bedektheyd moet geschieden, soo schijnt het als of
je van een, twe of drie gemaakt heb.

Aldus kan men een verborgen houden tusschen de Vingers, en de andere die gy verdubbelen
wilt in locht smijten, als die dan neervalt, vertoont gy'er twee, 't welk meede wel tooverye
gelykt, als het wel gedaan werd, op deese wyse sijn verscheyden andere kunsjes meerder te
doen, die men alle niet wel beschryven kan.
XII. Om uyt de Goochel-tas met ballen te speelen.

Dit gaat by naa op de selfde wijse als wy te vooren van de Notemuskaten gesegt hebben.
Want men laat eenige kleyne Balletjes maaken van leer, die met pluymen of haar gevult zijn,
deese weet men met een behendigheyd tusschen den duym en den vinger te houden, dat men
het soo naauw niet sien en kan, en dan kan men een bal quansuis na Oost-Indien senden, en
houden het achter hands, of hem op eeten, en haalen hem uyt zijn sak weederom of in 't oor
kloppen, en haalen hem uyt de mond of 't oog weederom uyt; of smijten een in de logt en
toonen twee in de hand. Dees en diergelyke kunsjes kunje meer uytrechten.
XIII. Op wat wijse de Koorde-dansers dansen.

De Koorde-dansers te sien dansen, schynt wel seekerlyk voor de gemeene Aanschouwers


[p. 9]
een tooverye: maar haar konst bestaat alleenig hier in, naamelyk datse een touw spannen,
gelyk men siet dat vry strak is en met krijt gewreven; als sy hier op dansen hebben sy
schoenen aan van een dunne sool, meede met krijt bestreeken, daar by sijn se luchtig gekleed:
in de handen hebben sy een swaare lange stok, die aan beyde eynden met loot gevult is,
wanneer sy sig nu al dansende het lighaam aan de rechterhand buygen, helt de grootste helft
van de stok weder aan de linkerhand over, op dat sy in een geduurige belans of evenwigt
mogten blyven; want soo lange sy sulks konnen doen, sullen sy noyt vallen, en hier in bestaat
haar geheele konst van dansen: want indiense van haar middel-punt afweeken dan souden sy
vallen.

Ook houden sy geduurig het oog op het kruys daar hun touw op gespannen is op dat sy niet
besijden het touw mogten stappen of springen.

Ten derden, doet de strammigheyt van het kruyt hun minder vallen, want dat houd vast en
beneemt de gladdigheyt in 't gaan.

Ten vierden geeft het stijf-gespannen touw hem op, 't welk tot hen hoog springen veel helpt.

You might also like