Een Naader Onderrigt Van Het Vliegen in de Lugt Onlangs Uyt Het Frans Door T

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 5

Een naader Onderrigt van het vliegen in de Lugt onlangs uyt het Frans door T.

E. vertaalt. Een Af-schrift van een Brief, geschreven aan den Heer Toynard over
een werk-tuyg van een nieuwe vindinge om in de Lugt te vliegen.

Den Heer Toynard heeft schrijven gehad, dat den Heer Bosnier Slottemaker van Sablè in 't
Land van Maine heeft een Werk-tuyg met vier Vleugels om te vliegen (uytgevonden,) schoon
hy der nog een Af-beelding en netter beschrijvinge van verwagt als deese. Hier op volgt nu
de beschrijvinge aldus.

A. De Regter Vleugel van vooren.


B. De Slinker Vleugel van agteren.
C. De Slinker Vleugel van vooren.
D. De Regter Vleugel van agteren.
E. Een touw aan de Slinkervoet, die den Vleugel A. om laag haald.
F. Een Touw aan de Regter voet, die den Vleugel D. neerhaald, terwijl de Slinkerhand den
Vleugel C. om leeg haald.

Dit werk-tuyg bestaat uyt twee stokken, die om yder Eynde hebben een lange Vensterraam
van Tafetas, welke Venster-raam word gevonden als een gebrooken dunnen Pijl.

Wanneer men vliegen wil, soo schikt men de


[p. 45]
stokken op de schouderen: alzoo dat'er 2 Ramen voor en 2 Ramen agter sijn. De Ramen van
vooren worden beweegt door de handen, en die van agteren door de voeten, trekkende met
een touw dat'er aan vast gemaakt is.

De order van 't beweegen deeser soorten van Vleugelen is alsoo: als wanneer de regterhand
de regter-Vleugel neer trekt, van vooren gemerkt A. den Slinker voet trekt neer door middel
van het Touw E. De Slinkervleugel van agteren gemerkt B. uorders de Rechterhand trekt de
Slinkervleugel van vooren gemerkt C. neer, den regtervoet trekt neer door middel van het
Touw F. De regter vleugel van achter gemerkt D. En alsoo by beurten den een na den ander
als in een kruys.

Deese beweeginge in een kruys schijnt seer wel bedagt te sijn: om dat het is 't geen natuurlijk
aan de dieren en menschen is, wanneer sy gaan of swemmen, en dat doet hoopen, dat dit
werktuyg wel gelukken sal.

Men vind'er niet te min jets, dat om tot een goed gebruyk te brengen, twee dingen
ontbreeken. Het eerste is, met moest'er jets aan maken seer ligt, en van grooter omslag: die
vast gemaakt sijnde aan eenig deel des Lighaams, dat men moet kiesen, om dat het kan
teegenwigt van den Mensch in de Lugt teegen wegen. Het tweede dink, soude te wenschen
sijn, dat men der een staart aan maakte: want dat soude dienen om den vlugt der geene die
vliegt te ondersteunen en te regeeren. Maar men soude veel swaarigheyd hebben, om de
beweging en regeering aan die staart te geven: na verscheyden ervaarenissen, die door veel
Persoonen eertyds onnut gedaan.

Het eerste paar Vleugels, die uyt de handen van Sr. Besnier gekoomen sijn, en na Guibre
gebragt: alwaar een Danser gekoft heeft, die hy gelukkig gebruykt.
[p. 46]
Tegenwordig arbeyd hy aan een nieuw paar volkomender als het eerste paar: hy geeft niet
voor, niet te min door sijn Werktuyg opgeheven te worden van de Aarde, nog sig langen tijd
in de Lugt op te houden; ter oorsaak van 't gebrek van kragt en snelheyd, die noodig sijn, om
deese soorten van Vleugelen dikmaals en kragtelijk te beweegen, of om van vliegen te
spreken, om in de Lugt te drijven sonder de Vleugels te roeren.

Maar hy versekerd, als vertrekkende van een plaats redelijk hoog, hy soude over een Revier,
die vry breed is ligtelijk vliegen. Hebbende het versogt op verscheyde wijsen, en van
verscheyden hoogten, hy heeft nu begonnen zig uyt te strekken van een voetbank af, daar na
van een Taafel, hier naa uyt een Venster reedelijk hoog, hier naa van de tweede stelling af,
eyndelijk van een solder af, van waar hy over sijn Buur-Huysen vloog, en sig allenskens
oeffenende, en heeft sijn Werk-tuyg in staat gebragt, gelijk het heden is. Indien den konstigen
werk-man, sijn vinding niet tot de volkomendheyd bragt, waar van elk een denkbeeld maakt,
die gene sullen gelukkig sijn, om het tot de laaste volkomentheyd te brengen, en sullen hem
niet min verplicht sijn: om dat hy een gesigt gegeven heeft, van welke de gevolgen konnen
misschien soo wonderlijk worden, als die sijn van de eerste proeve van den Schipvaart. Want
of schoon wy van Daute van Perouse geseyd hebben, het geen den Hollandschen Mercurius
van 't Jaar 1673. Verhaald van eenen genoemd Bernion, die den hals brak, vliegende van
Frankfort, 't geen men self te Parijs gesien heeft, en 't geen gebeurd is, op veel andere
Plaatsen.

Laat ons 't gevaar sien, en de swarigheyd die der in is, om dit voorneemen wel te doen
gelukken. Men soude eyndelijk een konnen vinden, die veel
[p. 47]
konstiger of minder ongelukkig konnen sijn, als die het nog toe besogt hebben.

Als by voorbeeld een Dantes, die toegenaamt wierd Dedalus, om dat hy uytgevonden had een
soorte van vleugels, met welke hy vloog: maar die waaren hem soo doodelijk niet als die van
Icarus, want een van sijn Vleugelen gebrooken sijnde, als hy in de Lugt sijn vermaak gaf aan
't geheele pad van Perouse, hy nam de moeyte van sig op het dak van de Kerk van de H.
Maria te laten vallen, en brak de heupe.
1. LXXI. Van een Lampe, die niet uyt gaat, hoe dat mense in de Sak draagt
ofte oover de Aarde rolt.

Het is van nooden dat het hol ofte den bak, daar men de Oly en het pit in doet, hebbe twee
Assen ofte Spillen, gevoegd in een Cirkel, deese Cirkel heeft twee andere Spillen die in een
twede Cirkel komen, van Koper ofte van andere harde materie, en eyndelijk deese tweede
Cirkel heeft nog sijn particuliere Spillen, gevoegd in eenig ander ront lighaam dat om de
Lampe henen komt, invoegen dat daar sijn 6 Spillen voor 6 differente stellingen die daar sijn
boven, beneden, voor, agter, ter regter en onder de slinker sijden, en door hulp van deese
Spillen met deese bewegelijke Cirkels, de Lampe sijnde in het midden, vind sig altijd
gestatueerd in haar swarigheyds middelpunt, ook hoe men de selve keert of wend, ofte poogt
om te werpen, het welke genoegelijk en wonderlijk is, voor die de oorsaak daar van niet en
begrijpt.

Men seyd dat een seker Keyser sig eertijds een Wagen ofte Sitplaats heeft doen toerusten na
deese
[p. 48]
konste gemaakt, ook soo dat hy sig altijt bevond in sijn rustplaatse, aan wat sijde dat de
Wagen quam te schudden ofte te hellen, ja selfs zoo de Wagen om ver gevallen hadde:
2. LXXII. Om drie Stokken, Pypen, Lepels, &c. over eynde te setten, dat'er
een Wijn-kan sonder vallen op kan staan.

Neemt d' eerste Pijp A B, steld des selfs een eynde om hooge, en het ander eynd op een Tafel,
legt hier op over dwars de Pijp van E F, ten derden, voegt de laatste Pijp C D onder de Pijp
van A B, komende met C op E F, makende in 't midden een triangel. Dit gedaan sijnde sullen
de Pypen over eynde blijven staan, waar op men een Schotel, of yets anders kan setten.
3. LXXIII. Om een Hout of jets anders aan stukken te slaan met de eynde op
twee Roomers gelegt, sonder datse storten of breken.

Wanneer gy dit begeert te doen, soo moet gy twee Glasen op twee Bankjes van gelijke hoog-
[p. 49]
te zetten twee of drie voet van malkander, legt dan uw Stokkjen of iets anders even op de
kant van de Glasen; de eynde van de Stokjes dienen wel wat scherp gemaakt: dit gedaan
sijnde, slaat dan met een kloekken Stok in 't midden van het Stokjen dat op de Glasen leyd
soo sal het zelve in stukken springen, zonder de Glasen te breken of het vogt daar uyt te
schudden.

Dit kan mede met twee Rieten of Strohalmen geschieden.

Op gelyke wyse kan men op de Roemers, of op de Hand een Been stukken slaan, met de rug
van een Mes, wanneer het been op de Muys van de Hand en de twee voorste Vingers komt
uyt te rusten.
4. LXXIV. Om drie Messen op de punt van een Naalde te doen Dansen.

Voegd drie Messen aan malkander, in gedaante van een Balance, en een Naald in de Hand
houdende, steld het punt daar van onder de rugge van het middelste mes A, aan welkers
eynden de twee andere
[p. 50]
messen zijn houdende. Dit gedaan hebbende, kond gy sagtelijk blasende ligtelijk de messen
doen schudden, beven, bewegen ende dansen op de punt van de Naalde.
5. LXXV. Om yemant te vertonen dat alle dingen met hem omdraeyen.

Neemt yemant uyt den hoop, laat hy uw vast houden, en doet gy de oogen toe, laat hy u dan
honderd maal in een cirkel rondom leyden met een geswindheyd, soo sal hy neder sijgen en
alle dingen sullen met hem schijnen om te draeyen, daar gy selver, die de oogen toe gehad
hebt, recht op sult blijven staan, sonder elders van te weten.
6. LXXVI. Om houte Mannetjes te maken die booven van een gespannen
touw na beneeden af loopen.

't Is een sonderlinge Kinder-vreugd, wanneer sy elders hoog een touw spannen, en op de
Aerde vast maaken, en dat se daar op een houte Mannetjen stellen, die aan elke sijde een
looden kogel heeft, daar van neer laten lopen.
Het touw dan dus gespannen zijnde maeken sy dat aan beyde sijden een looden koogel is
gemaakt, in dier voegen als dat het Mannetjen van booven naar om laag koomt, het regt blijft
staan en door deese koogels in balans gehouden werd. Dit is voor den onkundigen aardig om
te sien. Wanneer sy in de hoogte zijn en nog stil staan, maakt men daar een kleyn Mosketjen
aan, 't welk aangestooken zijnde en afgeschoten, sal het Mannetjen terstond van booven na
beneeden afloopen.
[p. 51]
7. LXXVII. Met vijfderley gewigten allerley last te weegen van een pond tot
121. toe.

Ymand wil niet meer hebben dan vier gewigten, waar meede hy van een tot 40 kan weegen:
soo moet sijn eerste gewigt een pond weegen, het tweede 3 pond, het derde 9 pond, en het
vierde 27. pond.

Indien hy nu een pond wegen wil, zoo heeft hy een pond. Wil hy 2 pond wegen, zoo legt hy
in d'eene schale 3 en in d'andere een pond. Wil hy vier pond wegen, neemt hy 3 en een, voor
5 pond, legt hy in eene schael 9 en in d'andere schael drie en een, en aldus vaard hy voort tot
veertig toe.

Wanneer men ook met weynig looden van 1 tot 32 wil wegen, moet men ook vier gewigten
hebben. Het eerste zy een loot, het tweede drie lood, het derde negen lood, en dewijl 9. 3. en
een doet 13. zulks van 32 gesubstraheerd komt nog 19, sijnde het gewigt des vierden wigts.

Met 5 gewigten kanmen van 1 tot 100 toe wegen. Het eerste zy een pond, het tweede drie
pond, het derde negen pond, het vierde 27 pond, deze maken te samen uyt 40 pond, en van
100 gesubstraheerd blyft 60, sijnde de swaarte des vyfden gewigts. Indien men dan alzoo
voort ging, en na 60 nam nog 81, zoo kan men van 1 tot 121 pond wegen: Aldus kan men
verder en verder gaan.
8. LXXIX. Hoe een Kind en een sterk Man aan een Stok een groote last
dragen kunnen, en datze beyde na hun sterkte dragen.

Laat de Stok dieze dragen zullen ses voeten lang sijn, en 't gewigt dat daar aan gedragen werd
[p. 52]
vijftig ponden sijn, indien dit gewigt nu regt in 't midden hing, zou de Jongen te swaar
dragen: wat raad voor desen Jongen te verligten schuyft dan het gewigt twee voeten van het
midden des Stoks na den Man toe, so zal het den Jongen veel ligter konnen dragen als te
vooren.
9. LXXX. Een Stok of groote Merg-been op twee Stroohalmen stukken te
slaan.

Laat twee Persoonen elk een Sroo-halm dubbeld te zamen vatten, legt de Stok dan met beyde
sijn eynden op de Stroo-halmen, slaat daar midden op, so sal uw Stok in stukken springen.
Zulks kan ook aan de Tafel met groote Merg-beenen gedaan werden, wanneer men die met
de rugh van een Mes regt in 't midden raakt.
10. LXXXI. Om drie of vier honderd pond Steens op zyn buyk te konnen
slaan.

Maar als men considereert dat des Buyks Pens sak als een Blaas op gespannen is, en een
opgespannen Blaas wel duysend pond gewigt van noden heeft, eer hy sal stukken bersten, zal
men ook ligtelyk konnen beseffen, dat vier hondert pond Steens sonder groote swaarte of
beschadiging te hebben, op de buyk kan gelegt en in stukken geslagen werden.
11. LXXXII. Om een Fles met een Stro-halm op te beuren.

Neemt ongebruykt Stroo dat stevig is, vout dat te samen, zoodanig, dat het een hoek maakt,
steekt het in een nauw-gehalsde Fles, so dat het grootste eynd uyt den hals der Flesse kijkt, en
het andere eynd sig ter zyden in de Flesse uytspreyde,
[p. 53]
als dan na de proportie van den hoek die in 't Glas komt, vattende het Stroo van buyten, zult
gy kunnen den voorschreven Flesse by het Stroo opligten, en dat zoo veel zekerder als den
hoek des Stroos

You might also like