Professional Documents
Culture Documents
R e S P e C T
R e S P e C T
R e S P e C T
wat ons dagelijks in de con- r.e.s.p.e.c.t.* - de eerste, en meeste, Het aanpassen van zachte lenzen is 16.2 ± 17.5 dagen voordat de cornea Het streven bij deze keuzes is om een de midperiferie op de cornea bevindt.
tactlenspraktijk bezighoudt, is aandacht gaat dan waarschijnlijk een beetje verworden tot een ‘lost art’. ‘stabiel’ is, terwijl dat 28.1 ± 17.7 da- zo eenvoudig mogelijke oplossing te Wellicht dat de mechanische druk een
de vorm van het oog. en daar r
uit naar de gp (of vormstabiele) Niet te verwarren met de ‘lost arc’ – het gen is, indien dat met topografie wordt kiezen, maar wel de beste lens voor versterkend effect kan hebben bij het
zullen we rekening mee moeten lens als het gaat om het juist in- zoeken naar de ark des verbonds met gemeten. Daarbij wordt als criterium het oog aan te passen. Hierbij geldt ontstaan van deze staining, maar dit
houden. bij alle soorten lenzen terpreteren en respecteren van de de tien geboden (zie ‘Indiana Jones’, in gehanteerd dat er 0.5D of minder ver- dat we de corneavorm zo veel mo- is puur hypothetisch.
en bij alle soorten mensen. res- corneavorm, waarbij e xcentrici- de gelijknamige film). Al gaat het wel andering mag optreden tussen de ver- gelijk willen respecteren, om zo min
pect dus. teit een fenomeen is waar we (in om ‘the lost art of fitting the arc’ – de schillende onderzoeken in de tijd. Kijkt mogelijk drukpunten te creëren, wat En als we nog even bij de corneafysio-
nederland in ieder geval) terdege cornea dus. Waar gaat het om? men naar de pachymetrie (diktemeting anders zou kunnen leiden tot cor- logie blijven: tevens is het interessant
rekening mee houden. en terecht. van de cornea), dan duurt het zelfs 35.1 neavervormingen. Bij een standaard te zien dat volgens onderzoek van
s ’ oft lenses’ daarentegen kunnen ± 20.8 dagen voordat de cornea stabiel zachte contactlens, met een mono- Meng Lin (Investigative Ophthalmo-
ook wel degelijk de corneavorm is bij zachte lensdragers (minder dan curve ontwerp, ontkom je er niet aan logy & Vision Science 2002) in Cali-
(negatief) beïnvloeden. maar we- ‘Het aanpassen van 8 micron verandering op het dunste dat in de midperiferie van de cornea fornië (USA) de traanfilmuitwisseling
ten we nog wel wat voor soort punt van de cornea). Let bij al deze ge- er een ring van lichte druk ontstaat, (gedefinieerd als ‘tear mixing’) onder
lens we aanpassen: een bi-curve? zachte lenzen is een beetje tallen ook op de enorme spreiding; bij aangezien de cornea zoals gezegd af- een zachte lens, afhankelijk van ont-
een tri-curve? een asferische lens? verworden tot lost art’ sommige cliënten duurt het significant vlakt naar de periferie (de genoemde werp en soort lens, varieert van 22 tot
veel disposable lenzen hebben bij- langer dan het bij het gemiddelde oog excentriciteit van de cornea). Meestal 35 minuten. Bij een vormstabiele lens
voorbeeld een monocurve. en we van een cliënt duurt, voordat de cornea is dit zonder consequenties voor de is dit gemiddeld 3-5 minuten. Wellicht,
weten dat de cornea niet sferisch tot rust is gekomen. corneatopografie, maar het kan leiden en naar mijn smaak zelfs waarschijn-
‘e-waarde (excentriciteit) is van groot belang is, maar afvlakt naar de periferie. Allereerst: ongewenste corneaver- tot tijdelijke vervormingen. Naar mijn lijk, kunnen we de traanfilmuitwisse-
bij het aanpassen van lenzen en dus het dat geeft dus bijna per definitie vormingen als gevolg van een sub- Om de corneavorm zo goed mogelijk persoonlijke mening is het niet geheel ling stimuleren met de keuze van de
respecteren van de corneale vorm’ (beeld: ‘druk’ in de (mid-)periferie onder optimale passing komen vaker voor te respecteren, moeten we misschien toevallig dat bij de vloeistofgerelateer- juiste geometrie (zachte) lens.
p
Winfred Thijssen - Thijssen Optiek Bemmel) de zachte lens. de hysiologische bij zachte lenzen dan je zou vermoe- zachte lenzen gaan indelen in drie ca- de staining, die sinds kort veel aan- Als er problemen zijn door het dragen
(‘fysiologische’ is moderner, maar den. Volgens een onderzoek van tegorieën: dacht krijgt, de staining zich regelma- van lenzen, zijn ze meestal fysiolo-
als we dat gebruiken, klopt het Schornack et al in Contact Lens & An- 1. Voorraadlenzen - Lenzen die tig in een (semi-)concentrische ring in gisch van aard. Denk aan infiltraten
acroniem niet meer...) toestand van terior Eye (2003) blijkt dat ongeveer we doorgaans zo ‘van het rek’ halen.
de cornea kan bij zowel zachte, als een derde van alle ‘corneal warpage’ Deze hebben een vastgestelde vorm,
vormstabiele lenzen worden verbe- gevallen door zachte lenzen veroor- waarbij je in principe een oog bij een
terd door de corneavorm meer te zaakt wordt. En ook bij refractiechi- lens zoekt. Indien er voldoende van
respecteren, en daarnaast kan het rurgie is het fenomeen niet onbekend: deze ‘voorraadlenzen’ zijn, is er voor
e ’ ye comfort’ beter worden als de veelal wordt bij zachte lensdragers veel ogen een lens te vinden die ge-
lens beter op het oculaire opper- aangeraden enkele weken de lenzen schikt kan zijn.
c
vlak past. orneatopografie kan uit te laten voorafgaand aan de be- 2. Buiten-standaard lenzen - Len-
hierbij een aanzienlijke toegevoeg- handeling. Er wordt zelfs aangegeven zen die een vaste geometrie (eventu-
de waarde ten opzichte van de ke- door lasercentra, dat de voornaamste eel verschillende geometrieën, maar
ratometer hebben, weten we inmid- oorzaak van afwijkende sterkten na de wel allemaal standaard) hebben, maar
t
dels. en ook omografie kan een behandeling het niet of onvoldoende die buiten het bestaande parameter-
rol spelen: dit is een soort ‘echo’, ‘tot rust laten komen’ van de cornea arsenaal vallen. Denk aan hogere
maar dan met licht. hiermee kun- is na het dragen van lenzen. Vraag is: sterkten, hogere cilinders, afwijkende
nen ook de limbus en de anteriore wat hanteer je als criterium voor het diameters, etcetera.
sclera in beeld worden gebracht. ‘tot rust komen’ van de cornea? Vol- 3. Custom-made lenzen - Lenzen
tekst + beeld eef van der worp
dit heeft verregaande toepassin- gens onderzoek van Loretta Ng et al die individueel worden gemaakt, spe-
gen voor scleralenzen, maar geeft in Optometry & Vision Science (2007) cifiek voor het betreffende oog. Hierbij
ons ook beter inzicht in hoe rgp duurt het gemiddeld 10.7 ± 10.4 da- zijn er geen beperkingen qua vorm,
of zachte lenzen passen. in deze gen, voordat de refractie stabiel is na correctie en uitvoering. Ook deze len-
editie van eyeline aandacht voor het uitlaten van zachte lenzen bij kan- zen kunnen nu desgewenst in silicone
het laatste: zachte lenzen, cornea- didaten voor refractiechirurgie. Voor hydrogel materialen worden vervaar-
‘Ook voor het aanpassen van scleralenzen is het respecteren van de vorm van het oculaire
vorm & lenspassing. de keratometriewaarden duurt het digd. oppervlak van belang’ (beeld: Jan Pauwels - Universitair Ziekenhuis Antwerpen en Greg
DeNaeyer - Arena Eye Surgeons Columbus OH USA)
* gebaseerd op de gelijknamige lezing op het NCC2012 in Veldhoven
14 15
‘Goede traanfilmuitwisseling lijkt dus belangrijke factor
voor het optimaal functioneren van het oog.
Misschien nog wel belangrijker dan zuurstof...’
bijvoorbeeld. Deze komen bij vorm- we een lens moeten hebben, die niet lenzen in kaart worden gebracht. Ten
adv Mido
stabiele lenzen zo goed als niet voor. alleen mooi beweegt, maar hopelijk tweede kan met OCT nu voor het
Ligt in de traanfilmuitwisseling de ook egaal aansluit op de cornea, zo- eerst ook de limbusvorm in kaart wor-
sleutel tot dit probleem wellicht? En in- dat er geen traanfilm ‘ophoping’ on- den gebracht. Hall et al publiceerden
middels is het helder, dat als we onze der de lens plaatsvindt. Dat laatste is recent een onderzoek in het toonaan-
ogen sluiten de traanfilmverversing immers een soort simulatie van een gevende Investigative Ophthalmo-
suboptimaal is, wat kan leiden tot een gesloten-oog situatie, met een gebrek- logy & Vision Science (2011), waarbij
toename van genoemde fysiologische kige traanfilmuitwisseling als gevolg. men keek naar het overgangsgebied
veranderingen. José Manuel González van cornea naar sclera; het limbus-
Meijome (Portugal) en zijn team heb- Corneatopografie kan hierbij, net als profiel dus. Men kon concluderen dat
ben recent onderzoek gedaan naar de bij het aanpassen van vormstabiele de vorm van het limbusprofiel signifi-
aanwezigheid van ontstekingsmedia- lenzen, een hulp zijn zoals aange- cant bijdroeg aan de passing van de
toren in de traanfilm, onder andere bij geven in enkele onderzoeken in het zachte lens. Tot wel 24 procent van de
‘continuous wear’ (CW) en orthokera- verleden, onder andere door Graeme voorspelbaarheid van de lensbewe-
tologie (British Journal of Ophthalmo- Young (Optometry & Vision Science ging kon worden teruggevoerd op de
logy 2012). Zij vonden een verhoogde 2010) en Loretta Szczotka (Eye & vorm van het limbusprofiel.
concentratie van dergelijke cellen bij Contact Lens 2000 en Cornea 2002).
deze lensdragers. Goede traanfilmuit- En ‘optical coherence tomography’ Aretha Franklin zong haar gere-
wisseling lijkt dus een belangrijke (OCT) kan hierbij ook een rol spelen nommeerde (en heerlijke) nummer
factor te zijn voor het optimaal func- in de toekomst. Ten eerste kan met R.E.S.P.E.C.T. eind jaren 60. Dat is
tioneren van het oog. Misschien nog OCT tot op de micron nauwkeurig lang geleden. Echter, qua aanpastech-
wel belangrijker dan zuurstof. Om dit gemeten worden, en kan de post- niek is er niet veel veranderd als het
te bereiken tijdens ‘daily wear’ zouden lens traanfilm ook ‘in vivo’ bij zachte gaat om zachte lenzen, die toen net
op de markt waren gekomen. Deze
aanpassing is meestal nog steeds
gebaseerd op centrale keratometrie-
waarden van de cornea. Het lijkt erop
dat de tijd is aangebroken, dat we met
de technologie van nu een beter alter-
natief hebben om in te zetten. Maar
het begint met kennis (net als in een
ander nummer van Aretha Franklin:
‘Think’!). Kennis van het oog, en de
vorm van het voorste oogsegment,
als het gaat om het aanpassen van
zachte lenzen zijn daarbij belangrijk.
De juiste educatie is van groot belang
om deze nieuwe weg in te gaan. De
technologie is alleen prachtig gereed-
schap om ons daarbij te helpen.
‘Opnames met OCT kunnen helpen de vorm van het anteriore oculaire oppervlak beter
in kaart te brengen; ook de limbusvorm, die belangrijk is voor bij aanpassen van zachte
lenzen en scleralenzen’
16 17
achtergrond eyeline
OP GROTE HOOGTE
De waarde van sagittahoogte bij het aanpassen van zachte lenzen
dit artikel richt zich op het ‘aanpassen’ van zachte lenzen. of moeten we zeggen, het ‘selecteren’ van
zachte contactlenzen? want aanpassen doen we zachte lenzen al lang niet meer. tot verrassing van som-
migen - ongenoegen van anderen - blijkt het bepalen van de centrale keratometerwaarden geen zinvolle
handeling te zijn voor de aanpassing van zachte lenzen. er is geen direct verband tussen de centrale ke-
ratometerwaarden en de passing van een zachte lens. toch bestaan zachte lenzen wel in ‘een 8.3’ en ‘een
8.6’ om maar wat te noemen. wat moeten we daar dan mee?
30 31
eyeline eyeline
‘Eigenlijk zouden we in dit kader, het aanpassen dehydreren op het oog, waardoor ze in
de loop van de dag vaak ‘strakker’ op
van zachte lenzen, niet meer moeten spreken het oog komen te zitten. Silicone hydro-
over ‘vlakker’ en ‘dieper’, maar over een gel en sommige biocompatibele ma-
terialen tot op zekere hoogte, hebben
sagittawaarde die ‘hoger’ of ‘lager’ uitvalt’ dit effect minder. Deze laatste lenzen
zouden dus ook dieper kunnen worden
Als we denken aan het wijzigen van een hoogte-informatie. Tot op de micron aangepast. Toch is de BCR van de len-
zachte lenspassing, omdat deze bij- nauwkeurig, of zelfs delen daarvan, zen, op de verpakking althans, meestal
voorbeeld te strak zit, dan kunnen we waarbij we dus spreken in nanometers niet anders.
net zo goed - beter eigenlijk - denken nauwkeurig (een nanometer is een dui-
aan het veranderen van de lensdiame- zendste micron). Maar onze aanpas-
ter, dan aan het aanpassen van de BCR. techniek beperkt zich vooralsnog tot TABEL 1
Als enige ‘verdediging’ van de radius als hele grote stappen in passets, als we 1. Voorraadlenzen - Lenzen die we
uitgangspunt, kan worden aangevoerd überhaupt al weten wat de exacte pas- doorgaans zo ‘van het rek’ halen.
dat vlakkere ogen vaak grotere cornea- vorm van de lens is. Deze hebben een vastgestelde
diameters hebben. Zo zou er dus nog vorm, waarbij je in principe een
enige relatie kunnen zijn tussen ‘krom- oog bij een lens zoekt. Indien er
ming’ en lenspassing. Maar ‘krom’ is ‘Die BCR-waarden van voldoende van deze ‘voorraadlen-
dat wel! Beter is natuurlijk naar de cor- de lens moeten we niet zen’ zijn, is er voor veel ogen een
neadiameter direct te kijken. lens te vinden die geschikt kan zijn.
al te letterlijk nemen’ 2. Buiten-standaard lenzen - Lenzen
Vanuit diameter geredeneerd, is het dus die een vaste geometrie hebben,
ook van belang om de corneadiameter Zegt die BCR die op de lens staat dan waarvan er mogelijk enkele vari-
te meten. Het meten van de corneadia- helemaal niets? Jawel! Een 8.3 lens heeft anten beschikbaar zijn, maar die
meter heeft wel degelijk zin bij het aan- wel degelijk een ‘dieper’ aspect dan een buiten het bestaande parameter-
passen van zachte lenzen, al doet lang 8.6. Zit een lens met 8.3 dus ‘te strak’, arsenaal vallen. Denk aan hogere
niet iedereen dat. Het is bekend dat de dan zou de 8.6 een vlakker effect moe- sterkten, hogere cilinders, grotere
horizontale corneadiameter gemiddeld ten geven. Bij hetzelfde type lens in ie- diameters, etcetera.
gezien wat groter is dan de verticale der geval. Met een vlakkere BCR van de 3.
Custom-made lenzen - Lenzen
corneadiameter. Vaak wordt daarom optische zone verwachten we namelijk die individueel worden gemaakt,
aangeraden de corneadiameter diago- een lagere sagittahoogte bij gelijkblij- specifiek voor het betreffende oog.
naal, op 45 graden, te meten om hier vende diameter. Maar ze zouden het Hierbij zijn er geen beperkingen
een soort van gemiddelde te verwerven. bij wijze van spreken ook ‘lens A’ en qua vorm, correctie en uitvoering.
Daar komt bij dat de verticale diameter ‘lens B’ hebben kunnen noemen. Die Ook deze lenzen kunnen nu in si-
erg lastig te meten is omdat de oogle- BCR-waarden moeten we niet te letter- licone hydrogel materialen worden
den in de weg zitten. Corneatopografen lijk nemen. Om dit nog wat verder door vervaardigd. Eyeline 3/2012
kunnen helpen dit in kaart te brengen te trekken: conventionele zachte lenzen
(sommige doen dit automatisch), of je
gebruikt een speciaal meetoculair op de
spleetlamp. Het bekende PD-latje is iets
minder nauwkeurig, maar altijd beter
dan niets.
‘Hoogte topografie map van een forme fruste keratoconus (keratoconus in een zeer vroeg stadium) met de ESP van Eaglet Eye.
2a - relatieve hoogtekaart met een enige irregulariteit (in microns ten opzichte van een best-fit-ellipse).
2b - absolute hoogtekaart, met sagittale doorsnede (sagittawaarden hoger dan bij het normale oog - zie Fig 1b - in microns).
32 33
eyeline eyeline
In de volgende Eyeline:
Evaluatietechnieken voor de zachte
lenspassing.
‘Hoogte topografie map van een gevorderd stadium keratoconus met de ESP van Eaglet Eye.
3a - relatieve hoogtekaart met een forse irregulariteit (in microns ten opzichte van een best-fit-ellipse) en een gedecentreerde top.
3b - absolute hoogtekaart, met sagittale doorsnede (gemiddelde sagittawaarde 212 micron hoger dan bij het normale oog - zie Fig 1b).
34 35
achtergrond eyeline
FITTING
kan ook gevarieerd worden door naar nasaal, temporaal en sohn et al geeft aan dat de push-up test alleen ook niet
naar boven te laten kijken om te zien wat er dan gebeurt zaligmakend is. Een combinatie van verschillende technie-
met de beweging. Dit laatste geeft mogelijk meer informa- ken – beweging van de lens in verschillende blikrichtingen,
tie over hoe mobiel de lens werkelijk is op het oog, ook de ‘lag time’ en de push-up test samen, gecombineerd met
gezien het praktisch gebruik van de lens tijdens dagelijkse centratie – is waarschijnlijk de meest optimale methode
Evaluatietechnieken voor de zachte lenspassing bezigheden. Er wordt vanuit gegaan dat de lens mobiel om een goede indruk van de lenspassing te krijgen volgens
moet zijn. Aan de andere kant willen we voorkomen dat de Wolffsohn.
lensrand over de limbus schuift en de cornea beroert, wat
‘selecteren’ de aanleiding van problemen zoals vloeistofgeïnduceerde discomfort en staining kan veroorzaken. Voor het gemid- op gevoel
In de vorige editie van Eyeline werd uitgebreid ingegaan staining en zelfs infiltraatvorming; iets wat bij vormsta- delde oog kan deze situatie zich theoretisch voordoen bij Het probleem bij vrijwel alle onderzoeken, zoals eerder be-
op het ‘aanpassen’ van zachte lenzen, of beter gezegd het biele lenzen, met een uitstekende traanfilm uitwisseling, meer dan 1mm beweging, omdat normaal gesproken de schreven, is dat het subjectieve testen zijn. We doen deze
‘selecteren’ van zachte contactlenzen zoals werd gesteld. zo goed als niet wordt gezien. Zowel bij lenspassingen lensdiameter ongeveer 2mm (1mm aan elke kant) groter testen ‘op gevoel’. Wel eens geprobeerd uit te leggen aan
Want aanpassen doen we zachte lenzen al lang niet meer. met een te hoge sagitta (diepe lens), als een te lage sagitta is dan de corneadiameter. Echter... een lens die te diep is een tweedejaarsstudent die voor het eerst een lenspassing
Tot onze spijt moesten we vaststellen dat we niet overdre- (vlakke lens) is een verhoogde hoeveelheid corneale stai- aangepast, kan soms door zijn suboptimale passing ook achter de spleetlamp ziet, wat een ‘goed gevoel’ is bij een
ven veel middelen hebben om de lens goed aan te passen. ning gevonden, volgens Graeme Young et al. een grote beweging vertonen. Lastig, en verwarrend dus. lenspassing? Niet eenvoudig hoor. Met veel ervaring krijg
Centrale keratometerwaarden blijken redelijk zinloos; en En beweging is dus niet per definitie heiligmakend. je daar dus inderdaad ‘een gevoel’ bij. Maar vergelijken is
als we al iets zouden weten over de vorm van het oculaire decentratie heel lastig. Velen van ons ‘graderen’ de lenspassing als
oppervlak, dan zijn het de lenzen zelf waar we niet zo veel Als we de IACLE (International Association of Contact push-ups ‘goed’ of ‘niet goed’. Maar dat is niet echt lekker kwantita-
vanaf weten. Want wat voor lensontwerp zetten we eigen- Lens Educators) basis contactlens modules erbij halen, In aanvulling hierop, wordt de push-up methode geadvi- tief, laat staan sensitief.
lijk op het oog? Een monocurve, een asfeer of een lens dan vinden we een aantal evaluatietechnieken dat we kun- seerd: de lens wordt vanuit de primaire statische positie
met perifere curven? Dan zou je denken: dan heeft de con- nen gebruiken in de praktijk voor de beoordeling van de omhoog geduwd op het oog door licht het onderooglid te Nico Dames uit Aalsmeer heeft geprobeerd een nauwkeuri-
tactlens aanpasser vast en zeker in ieder geval een goede, zachte lens. manipuleren. Het gemak waarmee de lens omhoog wordt gere manier te beschrijven voor de beoordeling van de pas-
betrouwbare manier van lensevaluatie, om de lenspassing geduwd, is voor sommigen al een indicatie voor de mobi- vorm van een zachte lens. Daarbij wordt er vanuit gegaan
te beoordelen en kwantificeren? Maar ook dit ligt iets ge- Allereerst wordt geadviseerd gewoon naar de lens in sta- liteit van de lens. Maar er kan ook gekeken worden naar dat een lens op het oog uiteindelijk zijn originele vorm wil
nuanceerder dan je in eerste instantie zou verwachten. tische positie op het oog te kijken: zonder knipperslagen de tijd die het duurt voordat de lens in primaire positie is behouden. In de basis komt het hierop neer: een diepe lens
of oogbewegingen. Waar bevindt de lens zich: bedekt hij teruggekeerd. Duurt dit lang, of keert de lens helemaal niet op een vlakker oog zal een ‘bol’ effect geven, met centraal
v(l)ak de cornea volledig, en is er sprake van decentratie? De ge- uit zichzelf terug naar zijn uitgangspositie: dan is dit een een ruimte tussen lens en cornea, gevuld met traanvocht.
We weten allemaal binnen ons vak, dat een suboptimale middelde lens is volgens onderzoek van James Wolffsohn indicatie van een strakke passing; een lens met een te hoge Door de knipperslag wordt de lens door het ooglid echter
zachte lenspassing tot klachten kan leiden. Een vlakke lens et al in Contact Lens & Anterior Eye meestal iets superior sagittawaarde dus. tegen de cornea aangedrukt. De lensdrager ziet direct na
op het oog – of moeten we zeggen, naar aanleiding van (0.06mm) en iets temporaal (0.07mm) gedecentreerd. De het openen van het oog op dat allereerste moment scherp.
het artikel in de vorige editie van Eyeline: een lens met verticale decentratie heeft mogelijk iets te maken met het Graeme Young et al evalueerden verschillende manieren Maar een fractie van een seconde daarna kan de lens zijn
onvoldoende sagittahoogte – kan leiden tot een subopti- ooglid, dat de lens meetrekt. De temporale decentratie is van beoordeling van een zachte lenspassing en kwamen originele vorm aannemen, en wordt het beeld eventjes wa-
maal draagcomfort. Hetzij doordat de lens gedecentreerd goed te verklaren uit onze Scleral Shape Studies aan de Pa- tot de volgende conclusie. In volgorde van meest tot minst zig (de knippertest). Daarna wordt de lensdragers gevraagd
zit, hetzij doordat de lensrand gevoeld wordt. En ook een cific University in Portland (Oregon, USA). Daarbij hebben effectief de lenspassing beoordelen vonden zij: de push-up naar boven te kijken, en vervolgens weer rechtuit. Bij een
toename van de lensbeweging door een te vlakke lens kan we kunnen aantonen dat de nasale scleravorm net voorbij test, de beweging van de lens na een knipperslag (primaire diepe passing zal het beeld niet onmiddellijk scherp zijn
leiden tot een verminderd draagcomfort en verminderde de limbus gemiddeld gezien vlakker is dan elders. Tem-
visus. In extreme gevallen gaat de lens zelfs afstaan in de poraal was gemiddeld gezien duidelijk minder vlak. Een
periferie (‘fluting’ genoemd), wat eerder kan gebeuren bij zachte lens zal altijd de weg van de minste weerstand zoe-
materialen met een hogere modulus (materialen die stug- ken, en dus enigszins van het vlakke nasale deel worden
ger zijn dus). Door decentratie en mechanische druk kan ‘weggeduwd’ richting temporaal. Ook wordt gesuggereerd
er, vaak nasaal, een afdruk van de lens op de conjunctiva dat een gedecentreerde top van de cornea, lensdecentratie
te zien zijn. tot gevolg heeft.
diep beweging
Bij een diepe passing – of beter gezegd: een zachte lens Vervolgens wordt naar de beweging van de lens gekeken.
met een te hoge sagittawaarde voor het betreffende oog- De beste tijd om de lenspassing te beoordelen, blijkt vol-
oppervlak – wordt vaker gezien dat de lens in eerste instan- gens onderzoek 5 minuten na het inzetten van de lens te
tie juist heel comfortabel is. Pas aan het eind van de dag zijn (en niet na 20-30 minuten wat vaak gebruikelijk is).
TEKST Eef van der Worp
ontstaan er mogelijk problemen. De traanfilm uitwisseling Allereerst kan gekeken worden naar de lensbeweging in
kan beperkt zijn. Dit leidt mogelijk tot een verminderde primaire positie (het oog kijkt rechtuit). De gemiddelde
zuurstofconcentratie achter de lens, maar vooral ook tot beweging van een zachte lens ligt tussen de 0.2 en 0.4mm;
een ophoping van toxische stoffen. Denk hierbij aan afval- al lijkt het vaak veel meer achter de spleetlamp. Hierbij is
stoffen van het corneametabolisme, maar ook aan restde- de ‘uitslag’ van belang: de mate (in mm) waarin een lens Sagitta hoogte verschil tussen een 8.40 lens met een diameter van Verschillende diameter zachte lenzen 14.0, 14.5 en 15.0mm) op
len van lensvloeistoffen bijvoorbeeld die opgesloten kun- decentreert tijdens de knipperslag. Maar er wordt ook ge- 14.0mm en een 8.10 lens met en diameter van 15.0mm (bij gelijkblij- hetzelfde oog.
vende geometrie). Het totale verschil bedraagt 942micron.
nen zitten achter de lens. Volgens sommigen is dit mede keken naar de snelheid waarmee de lens weer terugkeert
30 31
Daarnaast is het wellicht geen toeval dat de eerder ge-
NIET ALLÉÉN
DE VERPAKKING
noemde vloeistofgerelateerde corneale staining vaak een
pericentrale ringvorm aanneemt. Mogelijk dat zich hier
een drukpunt van de lens op de (afvlakkende) cornea be-
vindt, wat in combinatie met een bepaalde vloeistof stai-
ning veroorzaakt.
ook niet ongebruikelijk. En ook ’lid-wiper epitheliophathy’ dan 0.5D ‘afwijking’ geven in de verschilmap. Dit is de lichtschitteringen verminderen, vooral tijdens slechte lichtomstandigheden2
(staining van de ooglidrand) kan een teken zijn van een enige manier wellicht op dit moment om de kwaliteit van ● 2 van de 3 lensdragers geven aan dat ze met PureVision®2 HD contactlenzen zich minder bewust zijn van hun lenzen2
suboptimale passing of een suboptimaal lensoppervalk. de zachte lenspassing in getallen uit te drukken. Jammer
alleen van de vertraging: op het moment van de aanpas-
De invloed van zachte lenzen op de stamcellen in het lim- sing zelf is het moeilijk om een goed cijfer te geven aan de Neem voor meer informatie contact op met uw Bausch + Lomb vertegenwoordiger
busgebied is nooit echt goed onderzocht, maar limbale lenspassing, maar bij de vervolgonderzoeken kan dat wel. of met de afdeling Customer Service.
stam cell deficiëntie is een potentiële zorg. Limbale stai- Eigenlijk is dat hetzelfde als met nachtlenzen. Vooral de
ning lijkt in ieder geval een indicatie van mechanische druk beoordeling na één dag (en vervolgonderzoeken daarna) bausch.nl facebook.com/bauschenlombnederland youtube.com/bauschlomb1 visioncarenl@bausch.com 020 - 203 50 20 bauschonline.nl
ter plaatse en kan beter vermeden worden. kan aangeven of de passing succesvol is of niet.
1. Scheuer CA, Doty K, Liranso T, Burke SE. Wetting agent retention and release from hydrogel and silicone hydrogel contact lenses. Invest
Ophthalmol Vis Sci 2011; 52:E-Abstract 6487. 2. Results from a 21-investigator, multi-site study of PureVision®2 HD and PureVision® lenses.
After 7 days of wear, subjects completed an online survey regarding lens performance. A total of 339 subjects completed the survey. Consumers
rated the extent to which they agreed or disagreed with performance attributes on a 6 point scale (1 = strongly disagree and 6 = strongly agree)
for the individual test product they used in the study. ®/™ geven handelsmerken aan van Bausch & Lomb Incorporated.
oct
Nieuwe technologie kan ons hopelijk verder helpen in de toe-
komst om de evaluatie van een zachte lenspassing verder te
optimaliseren. Daarbij moeten we onder andere denken aan
optische coherentie tomografie (OCT). In experimentele op-
stellingen is OCT in staat gebleken om de beweging van een
zachte lens tot in microns nauwkeurig vast te stellen. Daarbij
kunnen we nu bijvoorbeeld meten, dat gemiddeld genomen
bij vier verschillende lenzen op 10 verschillende ogen, de lens
eerst 104 micron (0.104mm) naar beneden bewoog, om ver-
volgens 342 micron hoger uit te komen. Daarnaast is OCT
in staat gebleken tot op zekere hoogte (nogal letterlijk) de
dikte van de traanfilm achter de lens te meten. Die post-lens
traanfilm is extreem dun bij zachte lenzen – maar verschillen
over het lensoppervlak kunnen mogelijk wel worden waarge-
nomen. Er is dus tot op zekere hoogte sprake van een ‘traan-
Corneale staining onder een zachte contactlens. Foto: Marco van
Beusekom
adv 0,5 ercon
filmprofiel’ zoals we dat vooral kennen van de vormstabiele
lens. Daarnaast kan de lensrand (en de invloed ervan op de
conjuctiva) worden gevisualiseerd, en is er zelfs sprake van De contactlensaanpasser van de toekomst heeft volgens mij
het meten van de traanfilm uitwisseling onder de lens. beter gereedschap nodig dan wat we nu hebben om zachte
lenzen goed te kunnen aanpassen. Maar laten we vooralsnog
‘survival of the fitting’ in ieder geval roeien met de riemen die we hebben... en die
Met betrekking tot het centrale thema ‘survival of the fitting’ riemen daadwerkelijk gebruiken totdat we hopelijk worden in-
is de centrale vraag: welke test is nu in staat een zachte lens- gehaald door nieuwe technologie – zowel qua aanpassen, als
passing goed te beoordelen en liefst te kwantificeren? Niet zo qua lensevaluatie. Denk in dat laatste geval naast het toepas-
heel veel goed gereedschap hebben we dus. Dit opgeteld bij sen van de verschillende manieren van zachte lenspassing
de nogal matige middelen die we hebben om een zachte lens beoordeling in ieder geval ook aan het uithalen van de lens
‘aan te passen’ (bij gebrek aan goede meettechnieken voor (en het kijken met fluoresceïne) en niet te vergeten het ge-
de sagitta van het oculaire oppervlak, en onwetendheid over bruik van de verschilmap met de corneatopograaf.
de geometrie van de lens die wordt aangepast), is de balans
niet geweldig. Het boeiende is wel dat dit de complexiteit van ons vak illus-
tekstje OTDis er
treert, maar ook het mooie, alles komt samen: lensontwerp,
lensmechanica, optiek, corneatopografie, traanfilm en cornea extra nieuws
Eigenlijk is dat - het beoordelen van
fysiologie. De zachte contactlens aanpassing van vandaag, nog opmaken
vraagt om een multidisciplinaire aanpak.
de zachte lenspassing middels
corneatopografie - hetzelfde als met
nachtlenzen. Vooral de beoordeling na
één dag (en vervolgonderzoeken daarna)
kan aangeven of de passing
• McNamara NA, Polse KA, Brand RJ, Graham AD, Chan JS, Mc-
succesvol is of niet. Kenney CD. Tear mixing under a soft lens: effects on lens diame-
ter. Am J Ophthalmol. 1999;127:659–65. Veys J, Meyler J, Davies
I. Contactlenzen in de praktijk deel 5. Het aanpassen van zachte
1, 2, 3! Zo eenvoudig voorziet u uw
Als we de sterren moeten geloven (vrij letterlijk: de sterren contactlenzen. Contactlens Inside - vakblad ANVC: 2-18 klanten van silicone hydrogel daglenzen!
1…
vanaf het podium), dan dient zich een revolutie aan binnen • Wolffsohn, James S.; Hunt, Olivia A. and Basra, Amritpreet K.
de contactlenspraktijk. Myopie neemt toe. Heel fors toe. Een (2009). Simplified recording of soft contact lens fit. Cont Lens
recent onderzoek liet zien dat 78 procent van de vijftienja- Ant Eye, 32 (1):37-42.
rigen in China myoop is (89 procent als beide ouders ook • Xiang, Fan; He, Mingguang; Morgan, Ian G. The Impact of Pa-
myoop zijn). Ook in het Westen verwachten we forse toena- rental Myopia on Myopia in Chinese Children: Population-Based
mes te gaan zien. Tel daarbij op het feit dat we met sommige Evidence. Opt Vis Sci. 89(10):1487-1496, October 2012.
typen zachte contactlenzen, myopie met gemiddeld 30-40 • Young G, Coleman S. Poorly fitting soft lenses affect ocular in-
procent kunnen remmen, en een mogelijk scenario zou zo- tegrity. CLAO J
maar kunnen zijn dat we een forse toename van jonge lens- 2001;27:68–74.
dragers naar onze praktijk krijgen. Zijn we daarop voorbereid, • Young G. Ocular sagittal height and soft contact lens fit. J Brit De award-winnende en betaalbare silicone
en technisch voldoende uitgerust? Cont Lens Ass. Volume 15, Issue 1, 1992: 45–49 hydrogel daglens van Sauflon.