Op de verpakking van voedingsmiddelen is de fabrikant verplicht te zetten welke
voedingsstoffen in het product zitten. Zo kan iedereen in de winkel al zien wat er in dit voedingsmiddel zit en hoeveel energie het voedingsmiddel geeft.
Wat is het doel?
- Lezen en begrijpen wat op een etiket staat - Verschillende soorten etiketten leren te vergelijken
Wat heb je nodig?
- Je schrift & schrijfgerei. - Etiketten
Wat moet je doen?
- Kijk naar de etiketten. Wat staat er allemaal op de verpakking? - Neem onderstaand overzicht over en vul het in Hoe heet het product? Wat is de inhoud? Wat is de THT-datum? Welke ingrediënt komt het meest voor? Dus het hoofdingrediënt. Wie heeft het gemaakt? Staat er een bereidingswijze op? Hoeveel calorieën (kcal) bevat dit product per 100 g of ml? Moet je nog iets kopen om dit gerecht te maken? Wat vermeldt het bewaarvoorschrift? (Hoe/waar moet het bewaard worden?) In welk vak van de ‘schijf van vijf’ hoort dit product thuis?
E- nummers (toevoegingen aan een product) kleur en- smaakstoffen
Biologisch (milieu en/of diervriendelijk) Voedingsclaims (samenstelling van een product) Light, natriumarm Gezondheidsclaims (mogelijk effect op gezondheid) Keurmerk (logo op product waarmee bepaalde kwaliteit belooft wordt) Eko/ vrije uitloop Etiketten 2/2
Wat is je conclusie?
- Beantwoord de volgende vragen.
1. Wat is een E-nummer? Geef ook een voorbeeld.
2. Waar moet je het product bewaren als er staat “bewaren bij een temperatuur van 7 graden Celsius”?
3. Wat betekent de term ‘light’?
4. Kun je light producten onbeperkt eten en/of drinken? Waarom wel/niet?
5. Wat is een allergeen.
6. Waarom staat de naam van de fabrikant op het etiket?