Professional Documents
Culture Documents
Di 2 Konseho Raad Van Advies Riba Lei Di Tint - LV 2017-2018-086 Inisiatiefontwerplandsverordening Wijz Wegenverkeersverordening Curacao 2000 (AB 2010 No. 87) RvA 22mei18 (360c V - 15-16)
Di 2 Konseho Raad Van Advies Riba Lei Di Tint - LV 2017-2018-086 Inisiatiefontwerplandsverordening Wijz Wegenverkeersverordening Curacao 2000 (AB 2010 No. 87) RvA 22mei18 (360c V - 15-16)
Di 2 Konseho Raad Van Advies Riba Lei Di Tint - LV 2017-2018-086 Inisiatiefontwerplandsverordening Wijz Wegenverkeersverordening Curacao 2000 (AB 2010 No. 87) RvA 22mei18 (360c V - 15-16)
CURAQAO
KONSEHO DI KONSULTA K0RSOU
Advies: Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 12 maart 2018 om het oordeel van de
Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en naar aanleiding van de
behandeling hiervan op 21 mei 2018, bericht de Raad u als volgt.
I. Algemeen
1. lnleiding
De Raad heeft van de Staten een adviesverzoek ontvangen over een
initiatiefontwerplandsverordening (hierna: het initiatiefontwerp) tot wijziging van
de Wegenverkeersverordening Cura9ao 2000 (hierna: WWC-2000). Bij bedoeld
adviesverzoek zijn niet alleen het aanbiedingsformulier, het initiatiefontwerp en
de memorie van toelichting gevoegd maar ook andere parlementaire stukken.
Deze betreffen een voorlopig verslag van de vergadering van de Centrale
Commissie van de Staten d.d. 3 november 2017, een nota naar aanleiding van
het voorlopig verslag d.d. 8 maart 2018 en een nota van wijziging d.d. 8 maart
2018. Dit advies van de Raad gaat uit van het initiatiefontwerp, de memorie van
toelichting en de nota van wijziging.
De Raad heeft op 21 juni 2016 het advies met kenmerk RvA no. RA/ 0616-LV
(hierna: het advies d.d. 21 juni 2016), ter zake de
initiatiefontwerplandsverordening tot wijziging van de Wegenverkeersverordening
Cura9ao 2000 (Zittingsjaar 2015-2016-086) uitgebracht die van nagenoeg
gelijke strekking is als het onderhavige initiatiefontwerp.
2. De wegenverkeerswetgeving in evenwicht
Architectenweg 1, Curac;ao, Tel: (5999) 461 2678, Fax:( 5999) 465 2676, e-mail: info@raadvanadvies.cw
www .raadvanadvies.cw
criminaliteit, het veiligheidsgevoel van de burger, de economie, het investeringsklimaat en de
algehele welvaart van het Land. De wetgever, zijnde de regering en de Staten tezamen, dient er
alles aan te doen om naar een evenwicht in de wegenverkeerswetgeving toe te werken of dit te
behouden of te verbeteren. Een middel om dit evenwicht te bereiken is het hebben van een
bestendige algemene landsverordening met gedetailleerde en in werking getreden
uitvoeringsregels die in overeenstemming zijn met de regels neergelegd in diverse
overeenkomsten met andere mogendheden en met volkenrechtelijke organisaties betreffende
het verkeer op de openbare weg. Het vastgestelde wetskader dient op een samenhangende
beleidsvisie gebaseerd te zijn.
a. lnleiding
Uitgangspunt van de WWC-2000 is het bevorderen van de veiligheid in het verkeer. De
wegenverkeerswetgeving is , zeals reeds vermeld in het advies d.d. 21 juni 2016 2 een
complement van regels die steeds in evenwicht dienen te zijn om de naleving ervan door de
weggebruiker te bevorderen. Gezien het hoge aantal verkeersongelukken en -doden kan niet
gesteld warden dat het verkeer op de openbare weg in Cura9ao ordelijk verloopt.3 Het is om de
in voornoemd advies genoemde redenen van belang dat, alvorens de wegenverkeerswetgeving
wordt gewijzigd, gedegen onderzoek wordt verricht naar de korte en langetermijneffecten van
deze voorgenomen wijziging. Daarbij dient tevens de effectiviteit en de opportuniteit van de
voorgestelde wijziging in beschouwing genomen te warden.
1 Zie pagina 's 21 en 57 tot en met 63 van het Regeerprogra mma 2017-2021.
2 Zie pagina 6, onderdeel 2. "e. Verhoging van de veiligheid in het verkeer" van het advies d.d. 21 juni 2016.
3 Zi de website www.vvvcur.com
4 Zi de eerste en tweede volzin van het tweede tekstblok van paragraaf "1. Algemeen deel ".
s Z de website www.3m .com van het bedrijf 3M Science. Applied to Life. voor het product 3M Automotive
Wi dow Film Crystalline Series.
RvA no. RA/ 10-18-LV 2
buitenaf in het motorvoertuig en omgekeerd zal hierdoor niet belemmerd worden. Uit de
memorie van toelichting en de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken kan niet worden
opgemaakt dat voldoende onderzoek is gedaan naar het bestaan van alternatieven voor het
verdonkeren van autoruiten zoals voorgesteld in het initiatiefontwerp.
d. Conclusie
Uit de memorie van toelichting en de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken kan niet
worden opgemaakt dat er een gedegen onderzoek door de bevoegde instanties is uitgevoerd
naar de effectiviteit, opportuniteit en de lange en korte-termijn consequenties van de in het
initiatiefontwerp voorgestelde wijziging van de WWC-2000.
De Raad is van oordeel dat eerst gedegen onderzoek moet warden verricht a/vorens de WWC-
2000, zoals voorgesteld in het initiatiefontwerp, kan warden gewijzigd en adviseert om hiertoe
over te gaan.
De foutmarge
a. De term
Volgens de nota van wijziging wordt er een tweede volzin aan onderdeel 4 ° van onderdeel c van
het eerste lid van de artikelen 88, 89 en 90 van de WWC-2000 toegevoegd, waarin wordt
bepaald dat voor de meting van de lichtdoorlaatbaarheid een foutmarge wordt gehanteerd. In
de toelichting behorende bij de nota van wijziging wordt gesproken van een tolerantiegrens. Een
foutmarge behoort tot de technologie en werking van een apparaat. Een tolerantiegrens geeft
aan wat door de bevoegde autoriteiten wel of niet wordt geaccepteerd ten aanzien van het
begaan van een specifiek strafbare feit. De Raad is van oordeel dat de hierboven omschreven
discrepantie tussen het initiatiefontwerp en de memorie van toelichting opgeheven dient te
warden. Voorts is het aan te bevelen om de betekenis van de juiste term in de begripsbepaling
(artikel 1) van de WWC-2000 aan te geven.
RvA no. RA/ 10-18-LV 3
De Raad adviseert om met inachtneming van het bovenstaande de memorie van toe/ichting en,
indien nodig, het initiatiefontwerp aan te passen.
b. De waarde
Volgens het initiatiefontwerp, zoals gewijzigd bij nota van wijziging, wordt voor de meting van de
lichtdoorlaatbaarheid een foutmarge of tolerantiegrens van drie procent aangehouden. De Raad
mist in de toelichting op voornoemde nota van wijziging een onderbouwing om we Ike reden voor
de waarde van drie procent is gekozen aangezien er meetapparatuur zou kunnen bestaan die
een hogere of lagere foutmarge of tolerantiegrens heeft of vergt.
De Raad adviseert om met inachtneming van het bovenstaande de memorie van toelichting en,
indien nndig, het initiatiefontwerp aan te passen.
Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard zijn in een bijlage bij dit advies
opgenomen en warden geacht hiervan integraal onderdeel uit te ma ken.
de 0 dervoorzitter,
Zowel het initiatiefontwerp, de memorie van toelichting als de nota van w1Jzigmg heeft
wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden .
1. Algemeen
Het opschrift
Voorgesteld wordt om de vindplaats "(A.B. 2010 no. 87)" door de juiste vindplaats van de WWC-
2000 te vervangen en deze in een voetnoot te plaatsen.
2. Het initiatiefontwerp
a. De considerans
Voorgesteld wordt om "Oat" te vervangen door "dat" en om "lichtdoorlaatbaarheidnorm " te
vervangen door "lichtdoorlaatbaarheidsnorm ". Voorts dient de punt aan het einde van de
overweging vervangen te warden door een puntkomma.
b. De aanhef
Voorgesteld wordt om de punt achter de volzin "Heeft, de Raad van Advies gehoord , met gemeen
overleg der Staten, vastgesteld onderstaande landsverordening" te vervangen door een dubbele
punt.
c. Artikel I
In navolging van aanwijzing 61, derde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving dient telkens
"sub 4" vervangen te warden door "onder 4 ° ".
In navolging van aanwijzing 173, tweede lid , van de Aanwijzingen voor de regelgeving dienen de
aanhalingstekens geschrapt te warden.
d. Het onderschrift
Voorgesteld wordt om het onderschrift in overeenstemming te brengen met artikel 10 van de
Bekendma ki ngsverorden ing.
a. Pagina 1
Voorgesteld wordt om:
in de eerste volzin van het eerste tekstblok "artikel " te vervangen door "artikelen ";
in de derde volzin van het tweede tekstblok "ander" te vervangen door "andere ";
in de vierde volzin van het tweede tekstblok de zinsnede "Wat daarvan ook zij," te
schrappen en vervolgens de eerste "de " te vervangen door "De ";
in de eerste volzin van het derde tekstblok "rechtstatelijke " te schrappen;
in de eerste volzin van het derde tekstblok "is" te schrappen.
b. Pagina 2
Voorgesteld wordt om :
in de eerste volzin van het eerste tekstblok van paragraaf "2. Internationale verdragen " de
zinsnede "is zo ingericht" te vervangen door "zo ingericht is";
in de eerste volzin van paragraaf "3. Financien " na "gevolgen " in te voegen "voor het
Land ";
in de tweede volzin van paragraaf "3. Financien " de zin te beginnen met een hoofdletter;
Het artikelonderdeel
In navolging van aanwijzing 61, derde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving dient tel kens
"sub 4" vervangen te worden door "onder 4 ° ".
In navolging van aanwijzing 173, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving dienen de
aanhalingstekens v66r "4" en na "toegestaan " geschrapt te worden.
Aan
De Raad van Advies
d.t.v. de Ondervoorzitter
mw. mr. L.M. Dindial
Architectenweg 1
Willemstad
Mede op verzoek van de indieners en uw brief d.d. 19 december 2017, bied ik u aan de onderdelen 1
t/m 6 van het "lnitiatiefontwerp tot wijziging van de Wegenverkeersverordening Curai;:ao 2000"
(2017-2018-086)".
Zoals blijkt uit de brief van de initiatiefnemers d.d. 8 maart 2018 (zie bijlage), hebben zij slechts de
reactie van de Minister van Gezondheid, Milieu en Natuur ontvangen. Zij wensen verdere vertraging
van het wetgevingstraject te voorkomen en leggen het initiatiefontwerp aan uw Raad voor ter
advise ring.
Hoogachtend,
No. 2 ONTWERP
Heeft. de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Staten, vastgesteld
onderstaande landsverordening.
Artikel I
Attikel 88, eerste lid, onderdeel c, sub 4, artikel 89, eerste lid, onderdeel c, sub 4, en
artike l 90, eerste lid, onderdeel c, sub 4 worden gelezen als volgt:
Artikel II
Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
bekendrnaking.
Gegeven te Willemstad de
No. I AANBIEDING
Willemstad,
Gilbert Doran
STATEN VAN CURA<;AO
Oat betekent dat van uit een oogpunt van rechtstatelijke regelgeving de vrijheid van
burgers om de Iichtdoorlaatbaarheid van voorzijruiten te beperken slechts begrensd
behoort te worden door een normering waarbij het belang van de verkeersveiligheid
we liswaar voorop staat, maar tegelijkertijd die vrijheid zo veel als mogelijk is wordt
geeerbiedigd. De indieners menen dater voldoende reden is om tegemoet te komen
aan de wensen van gebruikers van motorvoertuigen vrachtauto ' s en autobussen,
waarbij tegelijk de verkeersveiligheid afdoende is gewaarborgd bij handhaving van
een Iichtdoorlaatbaarheidsnorm van 40%. Zij menen daarom dat de desbetreffende
bepalingen in de WVVC 2000 in die zin behoren te worden gewijzigd.
2. Internationale verdragen
In het in Curayao geldende Verdrag nopens het wegverkeer, Geneve 1949, Trb 1951 ,
81, is in bij lage 6, onderdeel II 1, subj bepaald, dat elk motorrijtuig is zo ingericht, dat
de bestuurder voldoende uitzicht heeft naar voren, naar links en naar rechts, om veilig
te kunnen rijden. Daarbij wordt geen concrete normering genoemd, zodat het voorstel
niet in strijd is met het Verdrag nopens het wegverkeer.
Oat is evenmin het geva l bij de ook in Curayao geldende Overeenkomst betreffende
de vaststelling van mondiale technische reglementen voor wielvoertuigen,
uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op
wielvoertuigen, Geneve, 1998, Trb 2001, 78. In de daartoe behorende Regulation No.
43, getiteld Uniform provisions concerning the approval of safety glazing materials
and their installation on vehicles, zijn ook geen bepalingen te vinden betreffende de
lichtdoorlaatbaarheid van ruiten van motorvoertuigen, laat staan een normering. De
overeenkomst zelf bevat slechts regelingen van procedurele aard.
3. Financien
De voorgestelde wijzi ging heeft geen financiele gevolgen. de handhaving van een
lichtdoorlaatbaarheidsnorm van 40% is niet anders dan de thans bestaande
handhaving van een lichtdoorlaatbaarheidsnorm van 70%.
4. Artikelsgewijze toelichting
Gilbert Doran
1
hnp ://tintlaws.com/
Lichtdoorlaatbaarheid Tabel
STATEN VAN CURAc;AO
Zittingsjaar 2017-2018-086
1
importeurs ook aangegeven om rekening te houden met een marge van
tolerantie, welke zowel boven als beneden de door de fabrikant
aangegeven waarde kan uitkomen. In de praktijk blijkt een marge van 3%
overeen te stemmen met de werkelijk gemeten waarde na installatie. Op
grond van deze aanbevelingen is de fractie voornemens om v66r de
behandeling van het ontwerp in een openbare vergadering van de Staten
een amendement in de dienen waarbij hiermee rekening wordt
gehouden. Enerzijds zal de lichtdoorlaatbaarheid worden gewijzigd van
40% naar 35% en anderzijds zal een tolerantiemarge (3%) worden
meegewogen . Met deze tolerantiemarge zal rekening moeten worden
gehouden bij controles en voertuigkeuringen.
Een tint regelt niet alleen de hoeveelheid licht die wordt doorgelaten
(Visible Light Transmission, oftewel VLT), maar regelt ender andere oak
hoeveel licht wordt gereflecteerd (Visible Light Reflectance, oftewel VLR)
en Ultra Violet Rejection (bescherming tegen UV-straling). De tint dient
oak als bescherming tegen blootstelling van de huid aan zonnestralen . In
Engelse termen helpt de tint met VLT, VLR, Total Solar Energy Rejection,
Glare Reduction, Ultra Violet Rejection en Sun Protection Factor. De
fractie noemt een lijst met namen van diverse Staten in de Verenigde
Staten (VS) die getinte voorruiten toestaan. In bijna al die Staten wordt
als norm 35% gehanteerd.
Op grand van de bestaande regel ing kan de Minister van Verkeer Vervoer
en Ruimtelijke Planning ontheffing verlenen voor het verdonkeren van
voor- en zijruiten van motorvoertuigen. Tot welke mate die verdonkering
mag zijn is niet in de wet opgenomen. Het ministerie hanteert thans als
norm bij het verlenen van ontheffing een standaard van 35%
lichtdoorlaatbaarheid. Gezagdragers kunnen ontheffing verzoeken en
verkrijgen. De MFK-fractie wenst echter dat dit niet een privilege is van
slechts een kleine groep van de gemeenschap, maar dat het wettelijk
wordt geregeld en dat alien in de gemeenschap een beroep daarop
kunnen doen en de voorruiten van hun voertuigen laten tinten.
lnvoering van de voorgestelde w ijziging valt volgens de fractie ook binnen
de internationale marges die volgens het Verdrag nopens het wegverkeer
hier te lande gelding heeft.
De fractie heeft geen rechtsreeks toegang tot de overheidsdiensten om in
dit verband schriftelijke adviezen op te vragen. Daarvoor is de MFK-
fractie geheel afhankelijk van de betrokken ministers. lndien de ministers
niet of niet tijdig reageren staat de fractie met lege handen.
2
onderwerp. De veiligheid van de politieagent st aat volgens de fractie
voorop . De fractie stelt voor om anders de norm van 35% te hanteren
voor alle ruiten van een voertuig. De fractie is niet tegen een wijziging,
maa r de w ijziging moet in de ogen van de fractie correct zijn en geen
gevaar opleveren voor het werk van de controlerende ambtenaren en
politie.
3
Is er een rapport van de lokale importeurs waarin is aangegeven dat het
tinten van de zijruiten beschadiging van UV-stralen zal vermijden? lndien
dat rapport aanwezig is wenst de fractie een kopie hiervan te ontvangen.
Wat is de maximale filter {lichtdoorlaatbaarheid) van de achterzijruiten?
Zander een maximum-norm (percentage) voor de achterzijruiten zal het
effect ervan zijn, in samenhang met de filters op de voorzijruiten, dat het
voertuig veel donkerder zal warden. Hoeveel gevallen van huidkanker of
andere huidziekten als gevolg van zonnestralen zijn op Curai;:ao
geregistreerd? Zijn daarvan specialistische rapporten beschikbaar? Het
Openbaar Ministerie wil meer gaan controleren op verkeersveiligheid
(veiligheidsgordels etc.). Wat zij de adviezen t.a.v . het controleren op
deze veiligheidsaspecten? De fractie stelt voor om het effect van de
voorgestelde wijziging zichtbaar te maken door een voertuig te
bezichtigen waarvan alle zijruiten (zowel voor- als achterzijruiten) zijn
getint (35%). De MAN-fractie merkt op dat een studie aantoont dat een
doorsnee chauffeur niet !anger dan een uur achtereenvolgens achter het
stuur zit. Wat zou de beoogde wijziging feitelijk betekenen voor een
doorsnee chauffeur?
De fractie van Korsou di Nos Tur (hierna: KDNT-fractie) heeft ook kennis
genomen van het onderhavige ontwerp. De fractie deelt niet de mening
dat het ontwerp armzalig is. De aangevoerde argumenten dat getinte
zijruiten het zicht van de politie belemmeren slaat kant noch wal,
aangezien in de nachtelijke uren, als het donker is, geen zicht is in een
voertuig van buitenaf.
5
De KDNT-fractie meent dat dit onderwerp benaderd moet worden vanuit
gezondheidsaspecten en niet vanuit justitiele aspecten. De gezondheid
van de burgers moet voorop staan in de discussie random de
voorgestelde wijzigingen.
6
STATEN VAN CURA<;:AO
ZITTINGSJAAR 2017-2018 - 0 ~6
De indieners van het ontwetp hebben bij schrijvens van 14 november 2017 de
ministers van Justitie, van Verkeer. Vervoer en Ruimtelijke Planning en van
Gezondheid. Milieu en Natuur om nadere inlichtingen gevraag, met name ook wat de
in formatie betreft die gegeven kan worden door verschillende betrokken instanties.
Slecbts van de minister van Gezondheid. Milieu en Natuur is binnen de daarvoor
geldende termijn van 2 maanden bericht ontvangen. Om de voortgezette bebandeling
van bet ontwetp niet verder te vertragen beantwoorden de indieners hierbij de
blijkens het voorlopig verslag van de vergadering van de Centrale Commissie
gestelde vragen.
Het lid Cleopa (MAN) vraagt waarom geen gebruik is gemaakt van bet indertijd door
het toerunalige lid Davelaar ingediende ontwetp tot wijziging van de normering van
de licbtdoorlaatbaarheid van voorzijruiten. Van bet ontwetp-Davelaar is bij de
opstelling van bet ontwetp gebruik gemaakt. evenals van het daarover door de Raad
van Advies uitgebrachte advies ..
V oor de eveneens door de !eden Moses (MP), Rozendal (MAN), Walroud (PAR) en
Obispo (PAR) gestelde vraag waarom (conform artikel 64 Staatsregeling) geen advies
is gevraagd aan de Raad van Advies, geldt, dat bet daarbij gaat het om een besluit van
de voorzitter van de Staten. waarop de indieners geen bijzondere invloed hebben
gehad. (zie advies analyse tabel Wet fractie PNP en Wet fractie MFK griffie 17
Oktober 20 I 7)
Voor de overige door bet lid Cleopa gestelde vragen. met name met betrekking tot
advisering door diverse betrokken instanties. geldt dat daarover bericht is gevraagd
aan de ministers van Justitie en van Verkeer. Vervoer en Ruimtelijke Planning, die de
betrokken instanties kunnen benaderen. De gevraagde berichten zijn echter nog niet
ontvangen.
Het lid Moses vraagt naar de financiele gevolgen nu gebleken is dat de politie nog
niet beschikt over adequate meetapparatuur. De indieners menen dat bij het ontwetp
dient te worden uitgegaan van de bestaande situatie. De noodzaak voor het door de
politie kunnen beschikken over meetapparatuur geldt evenzeer zonder de
voorgestelde wijziging van de nonnering, zodat aan de voorgestelde wijziging geen
bijzondere financiele gevolgen zijn verbonden.
Aan de opmerking van het lid Rozendal dat in plaats van ··maximum" gesproken zou
moeten worden over een .. minimum·• met betrekking tot de lichtdoorlaatbaarheid
slaat kennelijk op bet ontweip-Davelaar. In het voorliggende ontwetp wordt slechts
1
gesproken over de handhaving van een lichtdoorlaatbaarheid van 35%. Daarbij gaat
het uiteraard om een minimale lichtdoorlaatbaarbeid.
Naar aanleiding van de vraag van het lid Rozendal over de beschikbaarbeid van
materiaal om een rninimale lichtdoorlaatbaarbeid van 35% te bereiken. verwijzen de
indieners naar overgelegde informatie van de importeur daarvan. zoals door de
indieners blijkens bet voorlopig verslag ook al is uiteengezet. Naar aanleiding
daarvan is in het ontwerp gewijzigd door in plaats van voor een minimale
lichtdoorlaatbaarheid van 40% te kiezen voor een rninimaJe lichtdoorlaatbaarheid van
35%.
De vragen van het lid Rozendal met betrek.king tot de gezondheidsaspecten van de
licbtdoorlaatbaarheid zijn voor het ontwerp in zoverre van belang. dat een oordeel
daarover voor de indieners een gegeven is dat ter beoordeling van de gebruikers van
de betrokken voertuigen staat. Voor de wettelijke regeling van een mini.male
lichtdoorlaatbaarheid dient dat gegeven afgewogen te warden tegenover belangen van
de verkeersveiligheid, waaronder vanzelfsprekend ook de handhaving daarvan door
de politie en de veiligheid van politieambtenaren. Voor bet maken van die afweging
zijn de indieners mede afhankelijk van berichten van de ministers van Justitie en van
Verkeer. Vervoer en Ruimtelijke Planning. De indieners zijn nog steeds in afwachting
van de al op 14 november 2017 gevraagde berichten. Van de minister van
Gezondheid. Milieu en Natuur is op 20 december 2017 bericbt ontvangen, waarin
gesteld wordt dat algemeen wordt aangenomen dat een beperking van de
lichtdoorlaatbaarheid van ruiten van voertuigen voor de gezondheid van gebruikers
van belang is. Exacte resultaten van specifiek daarop gericht onderzoek zijn bij de
minister echter niet bekend.
Ten aanzien van de eveneens door het lid Obispo gestelde vraag naar de het zicht van
politieambtenaren op inzittenden van een voertuig en de veiligbeid van
politieambtenaren zij verwezen naar daarover nog te ontvangen bericht van de
minister van Justitie.
Ten aanzien van de door het lid Ayoubi gemaakte opmerking dat door een verlaging
van de norm voor de rninimale lichtbaarheid van zijruiten problemen kunnen ontstaan
voor de veilgheid van politieambtenaren en de handhaving van de belangen van de
verkeersveiligheid, zij naast het bovenstaande nog verwezen naar de praktijk in
sommige staten van de Verenigde Staten van Amerika. waar ook een normering van
minimaal 35% geldt.
Het lid Obispo vraagt specifiek naar het oordeel van de Asosashon di Trafiko Sigur di
Korsou. Voor de beantwoording daarvan wordt door de indieners eveneens nog
gewacbt op bericbt van de minister van Verkeer. Vervoer en Ruimtelijke Planning.
De indieners hebben kennis genomen van de door het lid Obispo genoemde
Eilandsbesluiten AB 2007, nr. 22 en AB 2008 , or. 98. Bij het laatse besluit gaat het
om ontheffingen. waarvan de gelding onverminderd blijft bestaan. In de praktijk gaat
bet daarbij ook om de bandhaving van een minimale lichtdoorlaatbaarheid van 35%.
In het eerste besluit gaat bet om fabrieksmatig verdonkerde ruiten. waarvoor in bet
Eilandsbesluit een normering is geregeld van een rninimale lichtdoorlaatbaarheid van
70% voor voorruiten en voorzijruiten. De voorgestelde wijziging beoogt een
verdergaande verrnindering van de licbtdoorlaatbaarbeid van slechts de voorzijruiten.
De normering van 70% voor voorruiten conform het Eilandsbesluit blijft bestaan.
Het lid Obispo vraagt verder of en op welke wijze rekening is gebouden met bet in
artikel 64 van de Staatregeling bepaalde. waarin bet gaat over de verplicbting tot bet
horen van de Raad van Advies over onder mer alle ontwerpen van
landsverordeningen. Hiervoor is er al op gewezen dat de indieners daarbij geen rol
2
spelen of hebben gespeeld. Het horen van de Raad van Advics wordt in geval van
initiatief-ontwerpen verzocht door de voorzitter van de Staten. Op advies van bet
hoofd Constitionele Zaken van 17 oktober 2017. zoals overgenomen door de griffier
van de Staten in zijn advies van dezelfde datum heeft de voorzitter kennelijk besloten
dat geen advies behoefde te worden gevraagd. omdat de Raad al eerder had
geadviseerd naar aanleiding van een initiatief-ontwerp van dezelfde strekking als het
onderhavige van het toenmalige lid Davelaar. Daarover adviseerde de Raad van
Advies op 21juni2016 (met kenmerk RvA no. RAJ 06-16-LV). Omdat bet hierbij
gaat om een besluit van de voorzitter van de Staten. regardeert de kwestie de
indieners niet.
Daartoe wordt door de indieners bij het ontbreken van relevante internationale
regelgeving en van resultaten van proefondervindelijk onderzoek. verwezen naar de
praktijk in een aantal staten van de Verenigde Staten van Amerika. waar een
dergelijke norrnering op dit moment geldt. Het gaat daarbij om 32 Staten met een
voorgescbreven minimale Iicbtdoorlaatbaarheid van 35% of minder van voorzijruiten
in Alaska (32%), Arizona (33%), Arkansas (25%). Colorado (27%). Connecticut
(35%), Florida (28%), Georgia (32%). Hawaii (35%). Idaho (35%), lllinois (35%),
Indiana (30%). Kansas (35%). Kentucky (35%), Maryland (35%). Massachusetts
(35%). Maine (35%)) Maryland (35%) Missouri Mississippi (28%), Montana (24%),
Nebraska (35%), North Carolina (35%), New Mexico (20%), Nevada (35%),
Oklahoma (25%), Oregon (35%), South Carolina (27%), South Dakota (35%).
Tennessee (35%). Texas (25%). Washington (24%), West Virginia (35%) en
Wyoming (28%).
Voor de beantwoording van vragen van het lid Walroud ten aanzien van de
medeindiening van bet ontwerp door het lid Pisas geldt, dat hij het ontwerp mede
heeft ingediend als lid van de Staten en niet vanuit een vorige betrekking (zie nota
van wijzigingen en memorie van toelicbting) en conform artikel 45 lid i vervuld dhr.
Pisas de functie van Staten lid sedert 10-10-2010.
d. 8 maart 2018
3
Lichtdoorlaatbaarheid Tabel
4
STATEN VAN CURA<;::AO
Artikel 88. eerste lid. onderdeel c. sub 4. artikel 89. eerste lid. onderdeel c. sub 4 , en
artikel 90. eerste lid. onderdeel c, sub 4 worden gelezen als volgt:
TOELICHTING
Nader onderzoek heeft aan het licht gebracht dat de verkrijgbaarheid van materiaal
waarmee een lichtdoorlaatbaarheid van 40% bereikt kan worden problematisch kan
zijn. Dat geldt niet voor materiaal waarmee een doorlaatbaarheid van 35% wordt
bereikt. Op grond van de normering van 35% in andere staten mag worden
aangenomen. dat vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid en de handbaving
daarvan een lichtdoorlaatbaarheid van voorzijruiten van de desbetreffende voertuigen
van 35% aanvaardbaar is.
Ten aanzien van de productie van het desbetreffende materiaal geldt een foutmarge
van 3%. Daannee dient bij de ambtshalve meting van de feitelijke
lichtdoorlaatbaarheid rekening te worden gehouden. zodat bij de toepassing van de
bepaling een tolerantie van 3% toelaatbaar moet worden geacht.
De indieners menen dat ook een minimale lichtdoorlaatbaarheid van zijruiten van
35% verantwoord is vanuit een oogpunt van verkeersveiligheid en de handhaving
daarvan.
PARLAMENTO DI KO RS OU
Parliament of Curac;ao • Parlamento de Curazao • Sta ten van Curac;ao
Geachte voorzitter,
Bijgaand doen wij u een nota naar aanleiding van het voorlopig verslag en een nota
van wijzigingen toekomen met betrekking tot de door ons ingediende
ontwerpplans-verordening tot wijziging van de Wegeoverkeersverordening
Cura<;ao 2000 (A.B. 2000, no. 54), terzake van de normering van de
lichtdoorlaatbaarheid van zijruiten van voertuigen.
'
Wij merken daarbij nog het volgende op;
We hebbeo als indieners van het ontwerp naar aanleiding van de behandeling in de
vergadering van de Centrale Commissie van 3 november 2017 bij brieven van 14
november 2017, de minister van Jus ti tie, de minister van V erkeer, V ervoer en
Ruimtelijke Planning en de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur verzocht
ons met betrekking tot in die vergadering gestelde vragen te informeren. In een
aantal gevalleo ging het daarbij immers om vragen die slechts via de betrokken
minister zouden k-unnen worden beantwoord, omdat de indieners zelf niet over de
mogelijkheid beschikken ad~serende instellingen rechtsreeks te beoaderen.
Wij ontvingen via u slechts een reactie van de minister van Gezondheid, Milieu en
Natuur, gedateerd 20 december 2017. Volgens het desbetreffende protocol tussen
de Staten en de regering diende ook door beide andere ministers binnen twee
maandeo gereageerd te worden op de vanuit de Staten gestelde vragen. Ons is niet
gebleken dat daaraan door hen is voldaan. Als gevolg daarvan ontstaat uiteraard
een stagnatie in de verdere behandeling van het ontwerp. Daarbij gaat het om in
ooze Staatsregeling met betrekking tot het recht van initiatief aan de Staten
toegekende bevoegdhedeo. Dat maakt een vertraging als gevolg van nalatigheid van
de betrokken ministers onaanvaardbaar.
Om verdere vertraging te voorkomen doen wij u derhalve reeds nu een nota naar
aanleiding van het voorlopig verslag toekomen, met daarin voor zover mogelijk de
beantwoording van in de vergadering van de Centrale Commissie gestelde vragen
en een nota v wijzigingen.naar aanleiding daarvan. Wij verzoeken u de
onverwijlde to ending daarvan aan de Raad van Advies met verzoek om nader
advies.
c ' )
~I="~
MOYl:MCNTU ruTUao KO••o1.t