Professional Documents
Culture Documents
De May Aka Lenders en Hun Relatie Met Het Magische Jaar 2012
De May Aka Lenders en Hun Relatie Met Het Magische Jaar 2012
Hier in het Westen (al zitten we in Nederland op het Oostelijke halfrond) meten wij
tijd op een lineaire wijze met behulp van de Gregoriaanse kalender (naar Paus
Gregorius de 13e (1572-1585) ). Dat gebeurt op een wijze die onnatuurlijk
genoemd kan worden. De kalender die wij allen dagelijks gebruiken is een door
een mannelijke priesterkaste, in opdracht van Julius Caesar verzonnen kalender
(later door Paus Gregorius de 13e gecorrigeerd) waarbij meetkunde die
ontwikkeld is voor het indelen van ruimte wordt toegepast op het indelen van tijd.
En dat terwijl tijd waarschijnlijk (zeker voor de Maya’s) iets veel grootsers is dan
hoe wij westerlingen er naar kijken. Het enige belangrijke natuurlijke/kosmische in
de Gregoriaanse kalender is dat ermee bijgehouden wordt dat de Aarde in een
bepaald aantal dagen 1 maal rond de Zon draait.
De kalender die de baan van de Aarde om de Zon bijhoudt is slechts een klein
onderdeel van wat het totale aantal Mayakalenders beschrijven, we kennen dit
onderdeel als de Haab en Arguelles introduceerde een aantal jaren geleden de
Dreamspell kalender, een 13-manenkalender, op de Tzolk' in (de heilige
cyclus) van de Maya's gebaseerd en past in de Gregoriaanse tijdsrekening, maar
die een stuk natuurlijker en 'symmetrischer' maakt.
De Maya’s zeggen de informatie die tot de totstandkoming van de kalenders heeft
geleid direct van de Goden te hebben ontvangen (net als Arguelles). Zij
beschouwen hun kalenderwetenschap dan ook als zeer heilig.
De manier waarop Maya’s met tijd omgaan, kan in harmonie met de kosmische en
natuurlijke cycli genoemd worden, omdat deze cycli met hun kalender zijn
verweven.
Een cirkel wordt bij ons in twaalven verdeeld, binnen de tijdrekening. De Aarde
draait in twaalf onregelmatige maanden om de zon; een kleine wijzer op een
horloge doet er twaalf uren over om een cirkel af te leggen. Dat is handig om tijd
te mechaniseren. Zo wordt het ‘tijd=geld’ idee gecreëerd. Leuke
wetenswaardigheid is dat het woord kalender van het Romeinse woord ‘calends’
komt en hetzelfde betekent als ‘kasboek’, in onze Nederlandse taal. Alsof tijd voor
niets anders nuttig is dan bijhouden hoeveel geld er jaarlijks uitgegeven wordt…
Wat betreft het getal twaalf dat verweven is met onze Gregoriaanse tijdsrekening
kennen wij ook bijvoorbeeld de twaalf sterrenbeelden. Oorspronkelijk werd met
dertien sterrenbeelden in de dierenriem gewerkt; het sterrenbeeld
‘slangendrager’ is geschrapt om ook op het gebied van de indeling van de
dierenriem in een bepaald aantal sterrenbeelden aan de mechanische indeling te
kunnen voldoen. Voor de Maya’s was het getal 13 (wat wij het ongeluksgetal
noemen) het belangrijkste getal binnen de kalenderwetenschappen. Ook de
getallen 20, 28, 52 en 360 zijn erg belangrijk.
Wat betreft de dagen en maanden waaruit een jaar bestaat is er binnen onze
kalender ook flink gegoocheld:
De Romeinse keizer Augustus wilde niet voor Julius Caesar onderdoen wat de
vernoeming van maanden naar Romeinse keizers betreft. Vandaar dat onze
maand augustus 31 dagen heeft, net als juli (de maand die naar Caesar vernoemd
is). Hij snoepte om de kalender die de baan van de Aarde om de zon bijhield (en
nog steeds houdt) een juist aantal dagen te laten behouden gewoon een dag van
februari af, wat voor de vreemde korte lengte van de maand heeft gezorgd.
Toen deze wijzigingen werden doorgevoerd spraken we nog van de Juliaanse
kalender, die door Paus Gregorius de 13e werd omgedoopt tot de Gregoriaanse
kalender, na een datumcorrectie in oktober 1582 van 10 dagen (een tijdsprong in
de kalender). Nog steeds staat onze kalender dus onder de oude Romeinse
invloeden. Zo is de maand maart naar de planeet Mars vernoemd. De dagen van
de week komen in de Europese talen ook vaak van de oude Romeinse Goden
(hemellichamen).
Verder begint elk jaar bij ons op een andere dag van de week evenals elke eerste
dag van de maand onregelmatig op dan weer maandag, dan dinsdag etc valt. Dat
is niet erg handig (zie mijn filmverslag van The Year Zero ), maar ook in dit artikel
zijn deze zaken het vermelden meer dan waard om zo een vergelijking te kunnen
maken met de manier waarop de Mayakalenders werken en hoe de verschillende
interpretaties van diverse kalenderwetenschappers luiden.
Dat een week zeven dagen duurt, komt waarschijnlijk van de vier fasen van de maan. De maan is het
hemellichaam waar ons woord ‘maand’ vandaan komt. Elke fase van de maan (waardoor onderscheid
gemaakt kan worden tussen een volle en een nieuwe maan etc.) duurt zeven dagen, waardoor een
maand (de omlooptijd van de maan om de Aarde) bijna exact 28 dagen duurt (zoals dat bij de 13-
manenkalender geval is) in plaats van de 29, 30, of 31 dagen die wij aan de diverse maanden
toekennen. Het exacte gemiddelde van de drie cycli van de maan is 28 dagen.
(Kalendersteen, een ontwerp wat verweven is met de
Mayakalenderwetenschappen. De Azteken gebruikten (voor het grootste
gedeelte) dezelfde cycli als de Maya’s. Zij gaven wel andere namen aan de
verschillende dagen, tonen , zonnezegels (of:Goden) etc. Ook was hun
rangschikking naar belangrijkheid van de verschillende cycli anders dan die van
de Maya’s)
In een gewoon kaartspel komen de getallen die te vinden zijn in het bijhouden
van de tijd, gedurende het jaar ook terug: er zijn 52 weken van 7 dagen. Elke
kaart is zeven dagen. Er zijn dertien kaarten per kleur (harten, schoppen, klaver
en ruiten; maken samen vier kleuren) net zoals er dertien weken in een van de
vier seizoen gaan (winter, lente, zomer en herfst). Er gaan 52 kaarten in een spel.
13 x 4 = 52. De 13-manen jaarkalender (de Tun Uc) met 52 weken van 7 dagen,
levert een totaal van 364 dagen per jaar op. Deze 13-manenkalender wordt
gebruikt in/is onderdeel van de Dreamspell kalender van Jose Arguelles. De
Gregoriaanse dagen blijven daarin het zelfde, maar worden anders verdeeld:
Elke maand begint zodoende op dezelfde dag, bijvoorbeeld zondag. Elke eerste
dag van het jaar begint dan ook op een zondag. Elke maand duurt 28 dagen en er
zijn 13 maanden. Heel handig om mee te werken en rekenen, je bent bijvoorbeeld
elk jaar op dezelfde dag jarig (en niet alleen op dezelfde datum).
De eerste dag van het jaar valt bij de Dreamspell kalender van Arguelles op 26 juli
(net als bij de oude Egyptenaren). De dag hieraan voorafgaand wordt ‘de dag
buiten de tijd’ genoemd. 25 juli is dus de dag tussen de jaren in. Deze dag wordt
elk jaar toegevoegd aan de kalender van 364 dagen om zo op het juiste aantal
dagen voor de draaiing van de Aarde om de Zon uit te komen. Op ‘de dag buiten
de tijd’ wordt gevierd dat iedereen medeschepper is van de Grote Schepping. Er
wordt op bijeenkomsten gemediteerd waarbij men zich voorbereid op een nieuw
jaar van vier seizoenen. Er wordt stilgestaan bij het in harmonie leven met al het
andere leven op Aarde.
De dag buiten de tijd komt niet voor in de agenda en is dus ook niet een maandag
of dinsdag ofzo.
‘Waarom 26 juli als eerste dag van het jaar en niet gewoon 1 januari?’ zult u
denken. In de tijd dat de originele 13-manenkalenders ontwikkeld werden had
men nog niet de beschikking over computers en telescopen en dergelijke. Het jaar
begint op 26 juli omdat dat de enige datum in het jaar is waarop er een conjunctie
(samenstand) tussen twee hemellichamen plaatsvindt die elk jaar op exact
dezelfde dag plaatsvindt, te weten die tussen de Zon en de ster Sirius. Sirius
wordt ook wel de Hondsster genoemd, omdat het deel uitmaakt van het
sterrenbeeld Grote Hond. In het midden van wat we de Hondsdagen noemen valt
de eerste dag van het 13-manen-jaar. Zo heb je het enige universele eikpunt als
begin van het nieuwe jaar. Rond 1 januari, het Gregoriaanse nieuwjaar. staan
Sirius en de Zon elk jaar in oppositie, het tegenovergestelde van de conjunctie.
Volgens Carl Calleman is de datum om het jaar mee te beginnen (26 juli) door de
Spaanse Christenen aan de Maya's toendertijd opgedrongen; zij kenden immers
geen vaste dag voor het begin van het jaar en dat idee paste niet in de
Gregoriaanse kijk op de tijd die de overheersers erop nahielden. Over dit verschil
in opvatting van gebruik van de originele kalenders meer in deel 4.
We kwamen net het getal 28 al tegen voor het aantal dagen in een maand (elke
maand). Dat dit getal verbonden is met de natuurlijke en kosmische cycli binnen
en buiten het driedimensionale materiele leven (dit geldt overigens voor bijna alle
belangrijke heilige getallen die in de diverse kalenders voorkomen.), blijkt onder
andere uit het feit dat de gemiddelde periode (menstruatiecyclus) van de vrouw
28 dagen bedraagt. 28 dagen is ook de periode die de cyclus bedraagt waarin we
alle cellen aanmaken van ons grootste orgaan, namelijk de huid. Hieronder is te
zien hoe de Kukulkan (Quetzalcoatl) piramide (zie ook 2e foto van artikel, waar de
piramide op de achtergrond afgebeeld staat) de vier seizoenen bijhoudt met de 4
x 91 treden (91 = aantal dagen per seizoen) en bovenaan de 4 x 91 = 364 + 1
trede, het bovenste platform wat de dag buiten de tijd voorstelt maakt samen 365
dagen.
De diverse kalenders/cycli
Niet alle kalenders/cycli die de Maya’s gebruikten zijn ons bekend. Een aantal
cycli is in geheimzinnigheid gedompeld. Men moet niet vergeten dat de
Spanjaarden naast ernstige volkerenmoord gepleegd te hebben op de Maya’s,
zich ook schuldig maakten aan de grootste vernietiging van kennis (onder
anderen in de vorm van boekverbrandingen) in de ons bekende geschiedenis,
toen zij het Christelijke geloof opdrongen aan de Maya’s (en alle andere ‘native
Americans’). Van een flink aantal kalenders/cycli is wel bekend wat ze bijhouden
of waarom ze een bepaalde periode hebben. De meeste Maya’s gebruikten
overigens slechts enkele cycli. De voorspellende cycli werden meestal niet door
hen gebruikt. Natuurgenezers en kalenderbewakers bezaten (en bezitten in
sommige gevallen nog steeds) de stokoude kennis wel.
Voor de bepaling van de datum in 2012 zijn overigens lang niet al deze kalenders
van belang, maar in een artikel over de Mayakalenders en haar cycli is het wel zo
correct alle mij bekende elementen en visies hiervan en over op te nemen (zoals
de hierboven genoemde 13-manen/Dreamspellkalender), dus bij deze de cycli. De
verschillende visies volgen in deel 4:
-De Ixim Tun, deze kalender werd/wordt (sommige ‘stammen’ gebruiken de
kalenders en leven nog steeds naar de leer van de kalenderwetenschap), voor
landbouwdoeleinden gebruikt en bedraagt een periode van 130 dagen. (de helft
van de Tzolk’in)
-De Mom Tun is de kalender die de microcyclus van insecten weergeeft, wat erg
belangrijk voor de landbouw was. De cyclus bedraagt 180 dagen.
-De Tzolk’in, is de Heilige galactische kalender welke de combinatie van de 20
zonnezegels (afgebeeld als de 20 Goden die zorgen tezamen zorgen voor de
‘twintig gezichten van de schepping’, met elk hun eigen ‘karakter’) met elk van de
13 tonen (Heilige getallen) beschrijft. Dit is de belangrijkste van de kalenders,
welke onder andere de cyclus van 20 x 13 = 260 dagen/combinaties bevat (13
Uinals). Elke van deze 260 combinaties worden een ‘Kin’ (wat dag, maar ook
mens betekent) genoemd. Bij elke dag hoort een andere toon-zonnezegel
combinatie en zodoende kent elke van de 260 dagen zijn eigen
functie/mogelijkheden en zijn eigen energetische karakter. Deze cyclus wordt
door Arguelles gecombineerd met de cyclus van 13 maanden van 28 dagen + 1
dag buiten de tijd. Doora anderen wordt de Tzolk'in met de Haab van 365 dagen
gecombineerd (zie deel 3). Op de Tzolk’in ga ik later nog dieper in een apart
hoofdstuk van deel 2, omdat deze kalender zeer belangrijk is. Deze kalender van
260 dagen houdt het bioritme van de mens (en van de Aarde) bij, met daarin
verwerkt de geboortecyclus van de mens van 260 dagen, en is de heilige
galactische kalender van de Maya’s. De Tzolk'in wordt ook gebruikt voor het
beschrijven van de menselijke geschiedenis en voorspelt zodoende ook de
toekomst.
-De Tun, bedraagt 360 dagen is een kalender die de harmonie in cycli tussen
sterren, sterrenstelsels en planeten beschrijft. De oude Egyptenaren gebruikten
een jaar kalender van 360 dagen met vijf dagen die aan de Goden werden
geofferd, om zo op een totaal van 365 dagen uit te komen.
-De Tz’otz Tun is de cyclus van 364 dagen (13 maanden x 28 dagen) welke ook
wel de vleermuiscyclus genoemd wordt. Deze kalender beschrijft de baan van de
maan om de Aarde. Deze kalender werd verder in het geheim voor profetieën en
voorspellingen gebruikt.
-De Ik Tun, welke verwant is aan de Tz’otz Tun van 364 dagen. De Ik Tun is
echter exacter in het beschrijven van de getijden en de vrouwelijke cycli (evenals
de cycli van hormoonaanmaak bij de mens in het algemeen).
-De Haab. Deze kalender heeft een periode van 365 dagen die wordt
onderverdeeld in 18 ‘maanden’ (Uinals) van 20 dagen met een vijfdaagse
toevoeging genaamd Uayeb, wanneer de cyclus en haar Goden wordt/worden
vereerd. Dit concept lijkt ook veel op de Egyptische kalender van 360 dagen + 5
dagen voor de Goden, die het Aardse jaar bijhoudt.
Het volgende schemaatje geeft een overzichtje van de namen van deze 18 Haab-
maanden van 20 dagen en de Uayeb van 5 dagen, met bijbehorende icoontjes (de
zogenaamde glyphen; de Goden, die de maanden met hun karakters en
energieblauwdruk vertegenwoordigen, voorstellen):
Er zijn dus 18 Haab-maanden van 20 dagen en 1 van vijf dagen (Uayeb). Deze
kalender was voor het gewone volk erg belangrijk omdat hij gebruikt werd voor de
datering van noodzakelijke landbouwactiviteiten. De kalender beschrijft de sub-
seizoenen.
-De Kiejeb is een cyclus die 400 dagen bedraagt en een profetisch karakter heeft.
Deze cyclus is een verbindingscyclus tussen de kalender wiskunde en de gewone
wiskunde (zie het hoofdstuk hieronder over het Maya notatiesysteem van
getallen).
-De Muchuchu Mil die een periode van 52 jaren bedraagt (een Maya-eeuw). Dit is
weer een ‘fractal’ (zoals dat in de Mayakalenderwetenschap genoemd wordt) van
de 52 weken van 7 dagen in een jaar van 13 x 28 dagen. Het is ook een
'fractal' van de 5200 Tuns durende Baktun van 144000 dagen, de periode die
belangrijk is voor de bepaling van de einddatum in 2012 en voor het voorspellen
van de toekomst vanuit de gegevens uit de voorbije geschiedenis.
-De Chol Tun bedraagt een periode van 260 jaren die werkt als de Tzolk’in, maar
beschrijft hetzelfde proces op macrokosmosniveau, met jaren in plaats van met
dagen. Hij bedraagt 1/100e van de precessiecyclus van de Aarde (voor een uitleg
van de precessiecyclus kunt u ook op Dossier-X terecht in het dossier 2012).
-De Ku Tun die een periode beslaat van 520 jaar, tien keer zoveel dus als de
Muchuchu Mil. Deze kalender is belangrijk voor het doen van voorspellingen en
heeft dus ook een profetisch karakter. Hij wordt in combinatie met de andere
profetische cycli gebruikt om tot een echte voorspelling te komen, net zoals dat
Tarot kaarten ‘samen’ de voorspelling maken of vertellen door de combinatie van
verschillende Tarot kaarten en niet door elke kaart afzonderlijk (althans, veel
minder gedetailleerd).
-De Ekomal Tun bedraagt ook 520 jaren en is ook een voor de mensheid
belangrijke voorspellende kalender. Het verschil met de Ku Tun is mij niet bekend.
De Ekomal Tun zou de vrouwelijke en de mannelijke draaiing van de Zon moeten
aangeven.
-De Tiku Tun is de kalender die de Muchuchu Mil kalender onderverdeelt in
perioden van 9 x 52 = 468 jaar duisternis of 13 x 52 = 676 jaar licht (ook wel de
negen hellen en de dertien hemelen genoemd). Ook deze kalender heeft weer
een voorspellend karakter.
-De Ajau Tun is de cyclus die 20 jaren duurt. Een cyclus die in verband staat met
de Tzolk’in.
-De Ox Lajuj Baktun is de kalender van 5200 jaar. Deze kalender verdeeld de tijd
in Zonnen en Werelden welke worden afgesloten met rampzalige gebeurtenissen
(aldus de oude verhalen).
Dit is een kalender die ‘afloopt’ op 21 december 2012 (ook wel 22 december), de
kortste dag van het jaar op het Noordelijk halfrond.
Al wordt er met de Lange kalendertelling uitgegaan van een periode van 1872000
dagen, wat 5200 jaren van 360 dagen is. Hier kom ik uiteraard later nog terug.
Zoals u misschien opgevallen is, zijn de perioden van cycli vaak veelvouden van
andere cycli (bijvoorbeeld twee keer zo groot of tien keer zo groot).
Van de overige kalenders is weinig tot niets bekend.
Wel bekend is dat de Maya’s allerlei hemellichamen volgden en het effect van de
diverse hemellichamen op (onder andere) mensen en menselijk gedrag kenden.
De planetaire bewegingen die ze bijhielden zijn door hen van waarden voorzien
die van een verbluffend hoog astronomisch, astrologisch en wiskundig (maar ook
cryptografisch) kennisniveau lijken te spreken die bijna onmogelijk van hun eigen
jarenlange hemelbestudering en andere waarnemingen afkomstig kan zijn.
Zo hebben ze bijvoorbeeld nooit het wiel weten uit te vinden (maar misschien was
dit voor hen ook helemaal niet belangrijk).
De Maya’s gebruikten de kalenders door elkaar heen en in combinatie met elkaar
(alsof de afzonderlijke kalenders tandwielen van verschillende grootte zijn die in
elkaar draaien, waarbij elk tandje een dag voorstelt). Door enkele cycli met elkaar
te combineren ontstaat de volgende virtuele weergave (uiteraard zijn er meerdere
combinaties van cycli die met elkaar verweven zijn mogelijk):
Het Maya getallen notatiesysteem (wiskunde vs kalenderwetenschap)
Binnen het notatiesysteem van de Maya’s is een ding zeer opvallend. Er wordt
gebruik gemaakt van het getal nul (voor zover dit een getal genoemd kan
worden). Het systeem lijkt een beetje op het tellen in Romeinse cijfers. Zo stelt
een puntje een waarde van 1 voor en een streepje is gelijk aan 5. 3 puntjes boven
een streepje vertegenwoordigt dan dus een waarde van 8. Het Maya getallen
systeem gaat uit van 20-tallen in plaats van de ons meer bekende tientallen.
Volgens de Maya’s zijn onze tien vingers verbonden met de sterren, de energie uit
de kosmos (Vader Hemel) en zijn onze tien tenen verbonden met Moeder Aarde.
Zij
bekommerden zich dus om Moeder Aarde en om Vader Hemel te gelijkertijd, waar
wij westerlingen alleen bidden tot ‘Ónze Vader Die In De Hemel Zeit’. We zijn
Moeder Aarde een beetje vergeten in onze gebeden, in de loop der tijd. Dat is ook
wel te zien aan de planetaire situatie (wat betreft bijvoorbeeld de vervuiling van
water, lucht, grond en de ether) waarin de Aarde zich op dit moment bevindt.
Zie plaatje hieronder voor de manier van noteren van getallen:
Wanneer de Maya’s verder rekenen komt naar voren dat er een verschil bestaat
tussen wiskundige berekeningen en de (op natuurlijke en kosmische ritmes
gebaseerde) kalender berekeningen.
Volgens de Maya wiskunde wordt er namelijk vervolgens met
vermenigvuldigingen (‘fractals’) van 20 gewerkt. Zie plaatje hieronder:
In de kalender berekeningen wordt echter gerekend met het volgende model (zie
hieronder):
(Voor als u het misschien verstandig vindt eerst nog Deel 1 van dit artikel te
lezen, kunt u dat hier op Dossier X vinden )
Foto van Nick Nicholson van de graancirkel nabij Silbury Hill, VK, die daar op 2
augustus jl. verscheen. In dit kunstwerk zitten zowel diverse door de Maya’s
gebruikte tijdscycli verwerkt als de einddatum in 2012 ten opzichte van het
tijdstip van verschijnen van deze cirkel. Voor uitleg van de getallen in de cirkel,
zie deze link .
Erg interessante metingen en berekeningen!
Inleiding
Dit is dan het tweede gedeelte van het artikel over de Mayakalenders en hun
relatie met het magische jaar 2012. In dit waarschijnlijk 4-delige artikel heb ik het
uitzoeken en bespreken van hoe de veel besproken datum 21-12-2012 voortkomt
uit de Mayakalenders als doel gesteld.
Om een goed en volledig beeld te krijgen gaan we in op verschillende aspecten
van de kalenders en tijdscycli die de Maya’s ons nagelaten hebben en bekijken we
de zaken vanuit verschillende invalshoeken. Niet al deze aspecten lijken direct
iets met 2012 te maken te hebben, maar zijn daarom niet minder belangrijk voor
de beleving en de indeling van tijd die volgt uit de door de Maya’s gebruikte
kalenders/cycli.
In deel 1 van dit artikel zijn we ingegaan op de werking van de onnatuurlijke
Gregoriaanse kalender en hebben we kennis gemaakt met de diverse
kalendercycli van de Maya’s en de verschillende ‘getallensystemen’ die zij
gebruikten en nu nog steeds door hun nakomelingen gebruikt worden. Ook zijn
we kort ingegaan op de cyclische benadering van tijd door de Maya’s in plaats
van de lineaire benadering van tijd die wij Westerlingen hanteren en hebben we
de over de hele wereld voorkomende 13-manenkalender (uitgedrukt in Arguelles
Dreamspell kalender) kort besproken.
In dit deel gaan we onder andere verder in op de Heilige, galactische cyclus, de
Tzolk’in en de Dragers van de Dag in combinatie met de 13-manenkalender van
Arguelles. De jaarkalender van 365 dagen, de Haab komt natuurlijk ook nog aan
bod, maar dat komt pas in Deel 3; het hoofdstuk over de Tzolk’in is iet wat uit de
hand gelopen. Dat geldt ook voor de Lange Telling, waaruit de einddatum van 21
december 2012 voortkomt. De getallen die uit de natuurlijke ritmen tevoorschijn
komen en zich overal manifesteren, zoals in periodes tussen belangrijke
gebeurtenissen in ons leven en zelfs in ons lichaam, zullen wel alvast om de hoek
komen kijken. Omdat de stof te uitgebreid is, zal er spoedig dus ook nog een
derde deel (en later ook nog een vierde deel) van dit artikel op deze site
verschijnen.
De bron van de kalenders en Heilige cycli zijn niet de Maya’s zelf. Ze kregen hun
kennis van hun Goden, zeggen ze zelf. Ik wil de beleving van de werkelijkheid
door de Maya’s in die tijd niet beschamen, maar toch:
Een leuke anekdote waarvan de in dit geval onbelangrijke details me overigens
even ontschoten zijn, geeft aan dat onder ´Goden´ veel verstaan kan worden.
Een Pygmeeënstam die nog nooit een witte mens gezien had, kreeg tientallen
jaren geleden bezoek van een aantal verdwaalde Amerikanen die kort daarvoor in
hun vliegtuigen overvlogen (die door de Pygmeeën, naar later bleek, omschreven
werden als een soort ‘stalen brullende vogels’). Een van die Amerikanen was John.
Hij werd door de overdonderde ´natuurmensen´ gezien als een Godheid. Tot op
de dag van vandaag wordt John vereerd door de stam en bestaat er een soort
altaar voor hem. Ga maar eens bij ze langs; ze vertellen u graag over de komst
van de Goden in hun ´stalen brullende vogels´….
Wanneer wij een wezen klonen hebben we dat geschapen en zijn wij de Goden in
de ogen van dat wezen. Misschien waren de Goden van de Maya´s wel aliens,
mensen uit de toekomst, de Atlantiers, de Egyptenaren (?), of ons nog niet
bekende verschaffers van kennis.
Wat de bron wel is, is vooralsnog dus een vraag die velen op verschillende wijze
zullen beantwoorden. Andere volken gebruikten naar verluid ook enkele met de
door de Maya’s gebruikte tijdscycli corresponderende kalenders.
We vinden enkele van de door de Maya’s gebruikte kalenders ook niet alleen
maar terug op het Amerikaanse continent, zoals bij de Inca’s, de Maya’s, de
Azteken en andere ‘Indianenstammen’. Landen over heel de wereld kennen oude
(soms bijna vergeten) volken of stammen die de natuurlijke harmonische ritmen
toepasten, voor bijvoorbeeld landbouwdoeleinden.
De hedendaagse Maya’s gebruiken de kalenders nog steeds. Al is het grootste
aantal Maya-afstammelingen tegenwoordig katholiek en worden er dertig
verschillende Maya-talen/dialecten gesproken (die net zoveel van elkaar kunnen
verschillen als bijvoorbeeld het Frans en het Engels), toch worden de cultuur van
hun geliefde voorvaderen evenals het gebruik van de originele kalenders hoog
gehouden. Ondanks de onderdrukking en afwijzing door regeringen en het
maatschappelijke apparaat in het algemeen, die de Maya-afstammelingen
dagelijks te verduren krijgen, houden zij de hoop als volwaardig medemens
geaccepteerd te worden.
De Heilige (galactische) cycli werden op verschillende manieren gebruikt voor
bijvoorbeeld voorspellingen door de medicijnmannen, oude wijze mannen,
Druïden, priesters, sjamanen etc., en door mensen over de hele wereld verspreid,
waardoor ze hun plaatsje hebben in alle tijden van de ons bekende menselijke
geschiedenis.
Verder is het zoeken naar waar de kalenders vandaan komen voor de strekking van dit artikel niet
belangrijk. Laten we gewoon verder kijken naar de opbouw van diverse kalenders/cycli en naar hoe we
dan uiteindelijk volgens de Maya’s bij 2012 terecht komen.
Op deze manier wordt er als volgt geteld (volg de tandwielen hierboven): 1 Imix,
dan 2 Ik, dan 3 Akbal, enzovoort tot 13 Ben, waarna de getallen weer bij 1
beginnen en dus 1 Ix volgt, waarna 2 Men komt, enzovoort tot 7 Ahau. Bij ons zou
dat zoiets zijn als 1 januari, de volgende dag is het 2 februari, dan 3 maart, etc.
Na 7 Ahau volgt uiteraard gewoon 8 Imix, maar na 7 Ahau zijn de 20 Goden
gepasseerd en hebben ze allemaal hun gezicht laten zien en hun dagen hun
specifieke dagen kleur gegeven. We noemen deze periode van 20 dagen een
Uinal; de Maya maand. Na 13 Uinals is de cyclus van 260 dagen, de Tzolk’in,
volbracht.
Zoals ik al eerder vermeldde heeft elke dag (hoewel ik liever van ‘Kin’ in plaats
van ‘dag’ spreek) van de Tzolk’in zijn specifieke, ‘Goddelijke lading’ (karakter,
energie, of hoe u het wilt noemen), veroorzaakt door de verschillende combinaties
van 20 zonnezegels met 13 tonen. Volgens de Maya’s wordt de kwaliteit van de
dag zodoende bepaald door de goede en slechte eigenschappen van de
verschillende Goden die de dagen ‘dragen’. De Goden die de dagen dragen en
zodoende het karakter van die dagen bepalen kunnen in drie groepen ingedeeld
worden, waarvan er overigens 2 van belang zijn voor de Tzolk’in op zich
Zo zijn er ten eerste de 20 Goden van de 20 daagse maand, de Uinal (binnen de
Tzolk’in zijn de maanden 20 dagen en de weken 13 dagen; de 20 zonnezegels en
de 13 tonen). Aan het einde van elke dag geven deze Goden hun ‘lading’ door
aan de volgende ‘dragers’, en verandert het karakter van de (nieuwe) dag.
De zonnezegels, ook wel de twintig Goden die de Dragers van de Dag genoemd
worden, worden als volgt in de taal van de Yucatec-Maya’s worden omschreven
en aangegeven met de onderstaande glyphen (dit overzichtje past de bij de
grootste van de twee ´cirkels´, de zonnezegels voorstellend, op de 2 plaatjes die
hierboven staan afgebeeld) :
De variant van de namen/vertalingen en de betekenis van de diverse zonnezegels met hun specifieke
karakters en bijbehorende planeten en chakra’s die gebruikt wordt door de Nederlandse afdeling van
aanhangers van de 13-manenkalender van Arguelles (de Dreamspell kalender), is te vinden op de site
van Planet Art Network
De Dreamspell kalender is het in deze tijd inpassen van oude kennis.
Niet alle kalenderwetenschappers zijn het met Arguelles eens omdat hij de namen
en interpretaties van de klassieke Goden een modern jasje heeft gegeven. Ook
loopt de Tzolk'in in de Dreamspell niet gelijk met de originele Tzolk'in-telling. Ik
behandel hier dan ook de originele kennis in combinatie met de elementen uit de
Dreamspell die wel kloppen en het idee achter de kalenders correct beschrijven.
Op deze interpretatie verschillen van de Tzolk'in maar ook de Lange Telling en de
Haab ga ik in deel 4 uitgebreid in. Zo hebben alle belangrijke
kalenderwetenschappers als Jenkins, Calleman, Arguelles en Barrios een goed
punt, maar ook een gebrek in hun visie. Alle puzzelstukjes samen leveren het
totale complete beeld op, en dat is uiteindelijk de bedoeling van deze artikelen
reeks. Maar we dwalen af....
Het is helemaal niet vreemd maar juist erg natuurlijk dat de Maya’s en andere
volken met een rekensysteem werken dat gebaseerd is op het getal 13 (afgezien
dan van de eenmalige vermenigvuldiging met 18 in het kalender rekensysteem,
om op 360 en vervolgens op 7200 uit te komen waarover ik in deel 1 sprak.) en
het getal 20, in plaats van met het systeem waarmee gerekend wordt met
tientallen, of de veelvouden van twaalf en zestig die wij kennen uit de geometrie
en (helaas) onze tijdrekening. De Maya’s kennen immers de hierboven genoemde
20 Goden die over de dagen heersen (en de 13 Goden die over de getallen
heersen), en o zo belangrijk zijn voor ‘wat de dag ons brengt en waar de dag goed
voor is’, waarop de Maya’s hun dagindeling en activiteiten aanpassen. Zo vragen
Maya’s de hand van hun geliefde meestal op de dag geleid door de God van de
Dag ‘Cimi’, omdat deze dag gerelateerd is aan de doden. Voor de Maya’s
betekende dit dat er een grotere kans is dat de voorouders (die heilig voor hen
zijn) instemmen met het voorgenomen huwelijk. Het getal (van 1 tot en met 13)
dat voor de naam van de dag staat bepaald de sterkte van de specifieke ‘lading’
van die combinatie.
De tweede groep Goden die de ‘dagen helpen dragen’ (met andere woorden, ‘de
Goddelijke lading of het karakter van de dag bepalen’), zijn er vier. Het zijn de
Goden die het karakter van het hele jaar in zijn geheel bepalen. Ze bepalen dus
wel mede het karakter, maar staan buiten de vorming van de combinaties (Kin)
van de Tzolk’in, die enkel direct door de in totaal 33 (20 + 13) Goden van de Dag
en het Getal bepaald worden. De vier Goden die bepalen wat voor jaar ons te
wachten staat, vertegenwoordigen ook de ‘vier windrichtingen’. Deze 4 Goden
zijn: Kan, Muluc, Ik en Cauac, die we al geïdentificeerd hebben als 4 van de 20
Goden van de 20 daagse maand uit de Tzolk’in.
Elk jaar wordt namelijk vernoemd naar en gekarakteriseerd door de God die de
‘lading’ van de eerste dag van het (nieuwe) Haab-jaar met zich meedraagt. Als
een jaar begint met de toon-zegel combinatie ‘1 Kan’, dan begint het volgende
jaar met 2 Muluc, het derde jaar met 3 Ix en het vierde jaar begint op 26 juli met
4 Cauac. Het jaar daarna is de eerste dag van het jaar 5 Kan, dan 6 Muluc, 7 Ix,
etc.
Elk jaar begint met een van deze 4 Goden. Nooit begint de eerste dag van een
jaar met een van de andere 16 Goden uit de Uinal. (tel maar na! Heb ik gedaan in
Excel, en het klopt precies. Niet dat ik twijfelde, maar bronnen moeten zo nu en
dan eens gecheckt worden he?!). Pas na 52 jaar komt de toon-zegel combinatie ‘1
Kan’ weer terug op de eerste dag van het jaar en hebben alle vier de heersers 13
jaren afzonderlijk over de jaren geregeerd.
De jaren onder de hoede van de Goden Kan en Muluc werden als rijk en
overvloedig bestempeld. Onder de hoede van Ix en Cauac heerste er vaker
armoede en schaarste. Deze wetenschap was belangrijk voor inschattingen van
landbouwopbrengsten.
Deze periode/cyclus van 52 jaar heet de Muchuchu Mil. Dit kan gezien worden als
een ‘fractal’ van de 52 weken die er in een jaar gaan (met 13 weken per seizoen).
Na deze 18980 dagen (52 jaren van 365 dagen) loopt de kalender niet meer
constant met de seizoenen. Om preciezer te zijn lopen de Maya’s (en de
aanhangers van de vervanging van de Gregoriaanse door de 13-manen kalender
van 13 x 28 dagen + 1 dag buiten de tijd op 25 juli = 365 dagen) na 52 jaar 13
dagen uit de pas. Er worden namelijk geen schrikkeljaren toegepast in de
Mayakalenders.
Dat was ook niet nodig; ze wisten exact wat voor dag het was.
Hiermee verschilt de Dreamspell kalender met de originele Tzolk'in.
Om de Dreamspell kalender van Arguelles te laten kloppen met de seizoenen
binnen de Gregoriaanse kalender en de begindatum van 26 juli, wordt de
volgende bewerking gemaakt:
Elke 52 jaar wordt er een periode van ‘13 dagen buiten de tijd’ toegevoegd, een
complete serie van 13 tonen, om de kalender gelijk te trekken met de 0,25 dagen
afwijking per jaar die anders niet geteld wordt. Het effect is in principe hetzelfde
als elke 4 jaar een schrikkeljaar invoeren, zoals wij doen, maar daarmee wordt het
essentiële evenwicht tussen de jaarkalender en de Heilige cyclus van 260 dagen
verstoord.
De derde groep Goden die de dagen dragen zijn de 13 Goden van de 13 getallen.
Zij gaven hun namen aan de verschillende met hun getallen corresponderende
dagen (ook wel de ‘tonen’ uit de Tzolk’in genoemd). Zij zijn de bewakers en
beheerders van deze 13 (Heilige) getallen. De Goden met hun bijbehorende
getallen zijn:
1: Hun, die wordt geassocieerd met de Godin van de Maan
2: Ca, die wordt geassocieerd met de God van de offers
3: Ox, God van de wind en de regen
4: Can, de oude Zon
5: Ho, de oude God van het binnenste van de Aarde
6: Uac, God van de regen en de stormen
7: Uuc, de Jaguar God, symbool van de nacht en de onderwereld
8: Naxac, de jonge maïs God
9: Chicchan, de Slangen God, de helper van de regen
10: Lahuu, God van de dood
11: Buluc, die wordt geassocieerd met de god van de Aarde
12: Laca, jonge God die gerelateerd is aan de planeet Venus
13: Oxlahnu, de God van het water
Op de dag 8 Ahau ga je zodoende geen zaden planten, omdat de God van het
getal 8, Naxac over die dag heerst in combinatie met de God van de dag Ahau, de
God van de Zon en God van creatie en chaos. Dat belooft niet veel goeds. Op
deze manier wordt de Tzolk’in gebruikt voor vissen, jagen, oogsten, ceremonieën,
voorspellingen en andere activiteiten. Alle activiteiten worden op deze manier
geleid door de Tzolk’in.
Hieronder is een weergave van de 260 combinaties te zien in een 13 x 20
overzicht (het ‘weefgetouw’ van de Maya’s). Aan de linker kant zijn van boven
naar beneden de icoontjes van de 20 zonnezegels te zien. (merk op dat de
icoontjes/Goden in de onderstaande figuur de ‘gemoderniseerde’ of
vereenvoudigde versie zijn van de in de bovenstaande figuur voorkomende bij de
20 zonnezegels horende glyphen; ze zijn akomstig uit de Dramspell-kalender van
Arguelles). De verschillende kleuren van de 20 zonnezegels (rood, wit blauw en
geel) staan voor de 4 windrichtingen (oost, noord, west en zuid). De dertien tonen
worden aangegeven met het Maya notatiesysteem van puntjes en streepjes:
Let op: wanneer je in de hier bovenstaande afbeelding de waardes van de tonen
(de getallen in het Maya notatiesysteem) in de vier hoeken optelt (dus
combinatienummer 1, 20, 241 en 260) kom je op 28 (1 + 7 + 7 + 13). Dat geldt
ook voor de volgende vier vakjes, naar het midden toewerkend
(combinatienummer 22, 39, 222 en 239) = 9 + 13 + 1 + 5 = 28. Dit proces kun je
13 keer herhalen (er zijn 13 x 4 = 52 donker gekleurde vakjes), waardoor de 13 x
28 kalender van 364 dagen (de 13 manen kalender) terugkomt uit en verborgen
zit in de cyclus van 260 dagen (de Heilige cyclus) evenals de 4 Goden die de
‘lading’ van de jaren dragen en alle 4 om de beurt, jaar voor jaar, over 13 van de
52 jaren waken! De 13-manenkalender geeft op deze manier een extra dimensie
aan de originele Tzolk'in.
De 13-manenkalender werd/wordt overigens ook onder andere gebruikt als
galactische/natuurlijke, harmonische kalender door Druïden, de Inca’s, de
Essenen, diverse Polynesiërs, de Joden en de oude Egyptenaren
Op de bovenstaande manier van werken met de Heilige galactische cyclus, kun je
ook je geboortedatum met het bijbehorende karakter terugvinden. Om uit te
zoeken welke energieën overheersten op die eerste dag van je leven en dus zeer
belangrijk zijn voor je verdere leven, is deze manier zeer geschikt. Dit een erg
interessante manier van ‘jezelf’ leren kennen (via de Galactische signatuur).
Gebruik hiervoor wel de originele Tzolk'in datum omdat door het gebruik van
schrikkeljaren de Tzolk'in in de Dreamspell kalender niet gelijk loopt met hoe de
oude Maya's rekenden! Tenzij u de interpretatie van Arguelles interessanter vindt
dan die van de klassieke Maya's natuurlijk...
Zo zijn mensen die bijvoorbeeld geboren zijn op de dag Akbal goed in praten en
zichzelf duidelijk maken. Dit talent kan ook in het negatieve worden omgebogen,
wat betekent dat deze personen ook goede leugenaars en bedriegers kunnen zijn.
Mensen geboren op de dag Chicchan zijn sterk, machtig maar vaak ook pervers.
Mensen geboren op de dag Ben zijn goed in het bedrijven van de liefde, terwijl
mensen geboren op de dag Oc achtervolgd worden door pech en zwakte. De met
de geboortedagen verbonden kwaliteiten en talenten stijgen naarmate het getal
dat binnen de Tzolk’in voor de naam van de dag staat hoger is.
Een soort variant op de hedendaagse astrologie dus eigenlijk! Op het internet zijn
een hoop Maya-horoscoop pagina’s te vinden. Kijk maar eens naar wat uw eigen
talenten en kwaliteiten zijn (en in welke mate die overheersen), als u daar
interesse in heeft. Het kan een hoop duidelijk maken over hoe je omgaat met
problemen, relaties, verantwoordelijkheden enzovoort. De kalenders zijn
gereedschap voor ontplooiing wanneer je attent bent op wat ze te vertellen
hebben.
De 13 tonen (de 13 heilige getallen, voorgesteld door de Goden die ‘de dragers
van de getallen’ genoemd worden) zijn de energieën die ons de kracht geven te
scheppen. Deze komen in 13 fasen (golven) op ons af. Het zijn de energieën
waarmee we dingen doen in ons leven, de dingen vormgeven, besluiten nemen
op bepaalde manieren, etc. Ook zijn zij onze geluk of ongeluk brengers.
Deze reeks van 13 tonen/golven wordt door voorstanders van invoering van de
Dreamspell kalender ook wel de Wavespell genoemd (=Golfbetovering).
Zodoende kent de Tzolk’in 20 Wavespells. Voor een uitleg van de
inhoud/achtergrond van de diverse afzonderlijke Wavespells, kijk dan eens op
deze pagina.
Voor de Dreamspell kalender kunt u hier terecht.
Omdat tijd werkt als een ‘fractal’ kunnen de reeksen van ‘de 13 tonen van de
schepping’ ook worden toegepast voor periodes van 13 maanden, 13 jaren, 13
Baktuns (periodes van 144000 dagen, belangrijk voor de bepaling van de
‘einddatum’ in 2012) etc. Zodoende kan een Wavespell uit variabele tijdslengtes
bestaan, echter altijd de 13-fasen van de golfbeweging voorstellend. Een goede
beschrijving van de inhoud/achtergrond van de 13 verschillende ‘tonen der
schepping’ afzonderlijk is ook te vinden op de PAN-website.
Jose Arguelles heeft de Dreamspell kalender van 260 dagen ontwikkeld,
gebaseerd op de oude Maya tijdrekening en karakterisering van de dagen in de
Tzolk’in, waarbij de cycli worden ingepast in een moderne context (waarvan de
genoemde Wavespells dus een onderdeel zijn). In de informatie die er nog
beschikbaar was over de verschillende door de Maya’s gebruikte cycli na de
geschriften en boekenvernietiging door de Spanjaarden, worden alleen de 20
glyphen en de 13 getallen genoemd die samen de 260 combinaties van de
Tzolk’in vormen. De termen ‘tonen’ en ‘zonnezegels’ komen niet oorspronkelijk uit
door de oude Maya’s nagelaten teksten voort maar zijn een goede en duidelijke
omschrijving van waar het om gaat. De Maya’s gebruikten de termen ‘Dragers
van het Getal’ en de ‘Dragers van de Dag’
Vervolgens wilde ik nog even ingaan op het volgende element uit de
Dreamspell kalender wat naar mijn idee een erg goede uitleg van 'opdelen van de
originele Tzolk'in op de Mayaanse fractale manier' is: 4 Wavespells (van 13 tonen
per stuk) leveren het hier onder geplaatste overzicht op wat een ‘kasteel’
genoemd wordt. U zult hier ongetwijfeld een bekend figuur in herkennen.
Er wordt begonnen met ‘tellen’, in de tijd, met de tonenserie die met het rode
vierkantje net naast de middelste groene cirkel (de oostelijke windrichting) begint.
Na deze Wavespell doorlopen te hebben gaat men verder in noordelijke richting,
te beginnen met het witte vierkantje (toon) boven de groene cirkel, etc. Na een
‘kasteel’ doorlopen te hebben (4 Wavespells), zijn er 52 tonen ervaren (een
‘fractal’ van de 52 weken in een jaar en een erg belangrijk getal in de bepaling
van de einddatum in 2012, waarover later meer).
Hierin verborgen zitten weer de vier seizoenen in een zonnejaar, de vier
ledematen van de mens met elk vijf uitsteeksels (vingers en tenen, waarbij elk
‘uitsteeksel’ voor een zonnezegel staat).
De Tzolk’in bestaat zodoende uit 5 kastelen van 5 x 52 = 260 combinaties. De vijf
kastelen zijn het Rode Oosterse, het Witte Noordelijke, het Blauwe Westerse, het
Gele Zuidelijke en het Groene Centrale Kasteel, zoals het plaatje hieronder laat
zien.
Onder dit deel van het artikel zijn de links opgenomen die u verder helpen met zoeken naar extra
informatie over deze kastelen (en hun torens), de diverse Wavespells etc.
Het getal 260 uit de Tzolk’in kwamen we al tegen als de gemiddelde lengte van
de zwangerschap bij de mens (vanaf het moment dat de vrouw niet meer
ongesteld is gerekend) en als ‘fractal’ van de 26000 jarige (van 360 dagen per
jaar) precessiecyclus. Er zijn dan dus 20 Wavespells van 1300 jaren.
Men vermoedt ook dat de heilige cyclus van 260 dagen tevens voortkomt uit de
volgende gegevens:
De Aarde draait in 1 dag om zijn as. De Zon draait ook om zijn as. Dit is een
uitgebreid verhaal over elektromagnetische velden dat ik u hier zal onthouden,
maar het komt hier op neer: slechts 5% van wat wij op Aarde van de Zon
ontvangen is de zonnewarmte en het zonlicht. De overige 95% is een soort
bestraling van elektromagnetische energie, ook wel informatie genoemd (de
soortgelijke ‘materie’ die ook door stroomkabels en onze eigen zenuwbanen
loopt). De elektromagnetische velden die hiervoor verantwoordelijk zijn variëren
in grootte en positie. Echter, elke 260 dagen staan ze weer in hun begintoestand
en wordt de cyclus weer van voor af aan herhaald. Met andere woorden: in 260
dagen krijgen wij van Moeder Aarde het materiaal om een fysiek lichaam op te
bouwen en van Vader Zon de informatie om een geestelijk lichaam op te bouwen,
omdat Vader Zon en Moeder Aarde dan al hun verschillende ‘gezichten’ hebben
laten zien.
260 dagen blijkt ook een in de astrologie voorkomende galactische constante te
zijn. Het is namelijk zo dat de diverse planeten in ons zonnestelsel ten opzichte
van elkaar steeds weer in een zelfde stand komen te staan (conjuncties en
opposities). Wanneer je het aantal dagen tussen deze verschijnselen gaat tellen
(geldt voor alle samenstanden en opposities tussen planeten in ons Zonnestelsel),
kom je altijd op een aantal uit dat deelbaar is door 260.
In ons lichaam komen onder andere de getallen 13 en 20 (de basis van de
Tzolk’in) als volgt terug: We hebben 20 vingers en tenen (4 x 5). Ook hebben we
20 belangrijke hersencircuits waarmee we alles waarnemen.
We hebben 33 wervels in onze wervelkolom. (en 20 + 13 = 33. Wat overigens ook
het aantal levensjaren van Christus was, volgens de geschriften, maar dat
terzijde.). Voor de Kelten was 33 een heilig getal
Het getal 13 komt terug als het aantal belangrijke gewrichten in ons lichaam (de
secundaire chakra’s).
Het getal 7 is het aantal dagen van 1 van de 4 fasen van de maan, die met z’n
vieren dus 28 dagen opleveren, waarna de nieuwe maan weer begint. 7 is bij ons
zodoende het aantal dagen in een week. Dit getal komen we in ons lichaam tegen
als de 7 chakra’s. Het getal 28, afkomstig van de 28 dagen in een maand, zit in
ons lichaam verwerkt met de 28 knokkels die onze twee handen bij elkaar
bevatten. Tel maar na! De 52 weken in een jaar komen terug als de 52
acupunctuurpunten van ons lichaam.
Wij lijken wel een wandelende kalender!
We zijn een uitdrukking van het geestelijke in het stoffelijke, want tijd is een
geestelijk-mentaal concept.
So above, so below.
De Tzolk’in is overal…..
Tot zover het tweede deel van dit artikel. Deel 3 vindt u hier, daarin zullen we na de verdere uitleg van
de Haab (de jaarkalender) eindelijk bij de Lange Telling en 2012 uitkomen
De Mayakalenders en hun relatie met het magische jaar 2012 (Deel 3)
Inleiding
Dit is dan eindelijk het derde deel van de artikelenreeks waarin ik op zoek ga naar
het verband of de relatie tussen de Mayakalenders en het veelbesproken en
beschreven jaar 2012 in de Westerse, over de hele planeet als standaard
ingevoerde, Gregoriaanse kalender. Nadat ik in het vorige deel dieper op onder
andere de Tzolk’in in ben gegaan, wil ik nu aandacht besteden aan de kalender
van 365 dagen die de baan van de Aarde rond de Zon bijhoudt; de in deel 1 al
heel kort besproken Haab. Ook zal ik in dit deel van de artikelenreeks
uitgebreid ingaan op de Lange Telling en de werking van het typische notatie
systeem van deze telling die ons (dan eindelijk, jawel) doet uitkomen op de
einddatum van deze kalender in de maand december van het jaar 2012. Laten we
gelijk beginnen.
Voor als u misschien eerst nog de overigens onlangs geupdate artikelstukken
‘Deel 1’ en / of ‘Deel 2’ van deze reeks wilt lezen, kunt u die hier op Dossier X
vinden: deel 1 en deel 2.
De kennis van de Haab werd door de Ah-Kin (de zogenoemde priesters) en andere
ingewijden (de Chilam) gebruikt voor adviezen die het volk hielp met bijvoorbeeld
het bedrijven van landbouw. Het gebruik van de Haab gebeurde vaak in
combinatie met de heilige galactische kalender van 260 dagen, de Tzolk’in. Zo
vertelden de kalenderbewakers de boeren wanneer er gezaaid en geoogst moest
worden, maar ook wie er wanneer geofferd diende te worden, ten gunste van het
algemene belang. Een hele eer dus…..
De kennis van deze kalender was niet, zoals de Tzolk’in, een onderdeel van de
dagelijkse door het volk gebruikte kalenderkennis die hen vertelde waar de
afzonderlijke dagen goed voor waren; het energieweerbericht voor
de verschillende dagen. Desondanks kwam de Haab wel veel terug in het
dagelijkse leven voor wat betreft de bepaling van wanneer welke feesten en
rituelen (horend bij de verschillende seizoenen) gegeven of uitgevoerd dienden te
worden en voor de positionering in de tijd van de eerder genoemde landbouw
activiteiten. Net zoals wij nu de zon steeds eerder of later zien opkomen dan de
dag daarvoor en de dagen korter en langer zien worden, met alle bekende
gevolgen voor de weersomstandigheden van dien.
De Haab, het zonnejaar van 365 dagen bestaat uit 19 Haab-maanden: de 18
Uinals van 20 dagen en de 5 dagen van toegevoegde maand Uayeb. Gedurende
de 5 dagen van Uayeb, aan het einde van de Haab, heerst het ongeluk, zo
geloofden de Maya’s. Ze staan bekend als de dagen zonder naam of de dagen
zonder ziel. Op deze dagen werd veel gebeden en de cyclus en de Goden werden
vereerd. Als je op een van deze dagen geboren werd was je gedoemd tot een
leven vol pech en ongeluk.
De 18 Uinals van 20 dagen worden voorzien van hun karakter en
energieblauwdruk door de volgende Goden (in deel 1 staat een overzicht met iets
van onderstaande icoontjes afwijkende glyphen; er zijn diverse tekens die
dezelfde God voorstellen, zoals wij ook blokletters, gewone letters en letters aan
elkaar geschreven kennen, die er steeds anders uitzien maar wel hetzelfde
voorstellen of uitbeelden, maar ook waren er vele daadwerkelijke taalkundige
varianten tussen de verschillende 'stammen'):
Deze Goden horen dus niet bij de drie groepen Goden die de lading van de dag
bepalen, zoals bij de Tzolk'in, reeds in deel 2 van deze artikelenserie besproken.
Wel hebben ze ook zo hun invloed op de afzonderlijke dagen, omdat deze Goden
het karakter van een hele periode (’Haab-maand’) van 20 dagen bepalen. De
Goden van de 18 Uinals gaven diepgang aan de goddelijke lading van alle 20
dagen (of Kin) van elke afzonderlijke Uinal. De Goden zijn onder andere: Pop en
Uo de Jaguargoden, Zotz de Vleermuisgod, Zip de God van de Jacht, Chen de
Maangod etc.
De Haab telling verliep als volgt: op de eerste dag van de Haab is het 1 Pop, de
volgende dag is het 2 Pop, dan 3 Pop enzovoort tot en met 19 Pop, de laatste dag
dat Pop de lading van zijn Uinal draagt. Op de twintigste dag (eigenlijk dus 20
Pop, maar de Maya’s beschreven het niet als zodanig en noemden deze dag 0 Uo)
dan geeft Pop zijn ‘lading’ door aan Uo, de God van de tweede Uinal die op deze
twintigste dag voorbereidingen treft om de ‘lading’ van Pop te ontvangen. De
twintigste (en dus ook de 40ste en 60ste etc. dag) zijn dus overgangsdagen die
van relatieve rust doordrenkt zijn. Op de 21ste dag volgt dus een nieuwe serie
van 20 (of liever:19) dagen, te beginnen met 1 Uo, gevolgd door 2 Uo etc. Na 360
dagen (na de 18e overgangsdag) volgen de laatste vijf onvoorspelbare en dus als
onplezierig ervaren dagen, onder de energetische invloed van Uayeb, die de Haab
afsluiten. Vasten en geheel onthouding was zeer gebruikelijk gedurende de dagen
dat Uayeb de lading van de dag binnen de Haab bepaalde. Ook werd er veel
gemediteerd gedurende deze dagen. 0 Pop is dan dus de laatste dag van het
vorige jaar. Het is de laatste overgangsdag binnen de Haab.
De Haab van 365 dagen wordt vervolgens samengevoegd met de Tzolk’in van
260 dagen, wederom (net als bij de Tzolk’in van 13 x 20 dagen) het beste voor te
stellen als twee tandwielen die in elkaar draaien. In dit geval een tandwiel met
260 en een tandwiel met 365 tandjes:
Of zo, met de Tzolk'in gezien als twee kleine tandwielen (13 x 20), in plaats van 1
grote (260):
Na 52 jaar oftewel 18980 dagen (de kleinste gemene deler van 260 en 365 is
18980) herhaalt ‘de tijd’ zich en begint ze opnieuw, in de cyclische tijdsbeleving
van de Maya’s. Elke afzonderlijke combinatie van de dagen van de Tzolk’in en de
dagen van de Haab komt op deze manier eens in de 52 jaar voor.
Het kalenderwiel heeft na 52 jaren al zijn gezichten laten zien en begint aan een
nieuwe ronde.
Zo is een mens pas echt volwassen na 52 jaar. Een soort uitgestelde Abraham…
Het aantal Tzolk’in- en Haab-omlopen is binnen de directe bepaling van de
einddatum van eind december 2012 niet perse belangrijk maar kan als volgt
worden gezien: het kost 73 Tzolk’ins om de 18980 dagen in 52 Haabs te
completeren.
De Dreamspell kalender van Arguelles, die de Tzolk’in combineert met de oeroude
13-manenkalender, kent eenzelfde cyclus van 52 jaar. Echter, voegen de
aanhangers van deze kalender, in tegenstelling tot de klassieke Maya’s,
schrikkeldagen toe aan het jaar van 365 dagen.
De jaarlijkse afwijking die wij in het Westen compenseren met schrikkeldagen
compenseert Arguelles na 52 jaar met de dertien extra dagen buiten de tijd. De
zogenoemde ‘Wavespell buiten de tijd’. Zo blijft zijn Dreamspell kalender gelinkt
met de Gregoriaanse kalender en dat is jammer, want de oude Maya's deden dat
niet. Arguelles' model loopt nu dus ook niet meer gelijk met wat door de Quecha-
Maya's duizenden jaren lang van generatie op generatie aan kennis is
doorgegeven. Echter, na de boekenverbrandingen en moordpartijen op kennis-
bewaarders is over de meest originele telling niet veel meer terug te vinden op
papier of in documenten. Alhoewel de huidige kalenderbewakers de kennis nog
wel hebben, houdt Arguelles toch vast aan de gewijzigde telling die door de
Spaanse Christenen aan de Yucatec-Maya's is opgelegd; een zonnejaar met een
vaste begindag van het jaar op 26 juli. De 52-jarige cyclus duurt zodoende 13
dagen langer dan origineel het geval was.
De 13-manenkalender is een kalender die over de hele wereld wordt gebruikt
door bijvoorbeeld Inca’s, Maya’s, Hopi’s, Kelten, Essenen, Egyptenaren, Eskimo’s,
Polynesiers en allerlei Sjamanen en Druiden.
Het totaalplaatje van de kalenders van de Maya’s gaat echter veel verder dan de
inhoud van enkel de 13-manenkalender gecombineerd met de heilige Tzolk’in,
zoals in deel 2 besproken (of de combinatie van de Haab met de Tzolk’in). Ze zijn
als geheel gezien, zoals gezegd, extreem nauwkeurig en geven blijk van de
allergrootst denkbare deskundigheid in natuurlijke en kosmische (als dat niet
hetzelfde is…) tijdscycli ooit getoond op wat voor manier dan ook. De
nauwkeurigheid benadert een perfectie waar enkel onze modernste atoomklokken
zich mee kunnen meten. Schrikkeldagen zijn in dat systeem niet nodig.
Je zou Arguelles’ Dreamspell-systeem dus een opstapje naar een perfect
harmonieus en natuurlijk systeem kunnen noemen, zoals de Maya's dat origineel
voor ogen hadden, aangezien Arguelles de Gregoriaanse kalender niet in zijn
geheel laat verdwijnen door vast te blijven houden aan schrikkeldagen en een
vaste ‘datum’ waarop het jaar van 365 dagen begint, te weten 26 juli. Misschien
is dit ook wel goed zelfs, die ‘tussenfase’ tussen Gregoriaans en écht natuurlijk;
mensen nemen liever twee kleine stapjes dan een grote, als het om verandering
gaat. Uiteindelijk wil Arguelles ook alleen maar dat we allemaal volgens de
harmonische ritmen leven. Dan had hij alleen beter niet vanuit de door Westerse
Christenen bevuilde Yucatec-telling kunnen doorrekenen.
Het systeem van Arguelles an sich klopt dus wel, maar de schrikkeldagen om de
agenda te laten kloppen verstoren na 52 jaar het ritme van de Tzolk’in. Als hij dat
er nou uithaalt, kan hij mij ook als een van de aanhangers van zijn ideeen
beschouwen…. John Major Jenkins en Carl Calleman hebben dit in een soort debat
met Jose Arguelles ook al tevergeefs geprobeerd duidelijk te maken. Op de
meningsverschillen hieromtrent kom ik in Deel 4 uitgebreid terug.
Nou bestaat Arguelles’ kalender ook nog lang geen 52 jaar (de Yucatec-telling
overigens wel) en ik vraag me dan ook af hoe zijn aanhangers zullen gaan
reageren op de Wavespell buiten de tijd, wanneer die aan het einde van de cyclus
van 52 jaar wordt toegevoegd, als dat al niet gebeurd is. Hunab Ku, de ene gever
van ritme en maat die de energie-impulsen verzorgt die we kennen als de
‘ladingen gedragen door de Goden van het getal, de dag en het jaar’ kent naar
mijn idee ook geen pauzes; elke dag is er een. Wavespells buiten de tijd passen
niet in de Mayaanse ideeën over tijd. Wavespells op zich juist weer wel, omdat die
de energiegolf in dertien fasen vanuit Hunab’ku, het zwarte gat in het midden van
de Melkweg, beschrijven.
De dag buiten de tijd binnen de 13-manenkalender past overigens wel mooi in de
kalenders, omdat die zorgt voor het benodigde aantal van 365 dagen waarmee de
Tzolk’in dient te worden gecombineerd (13 manen van 28 dagen + 1 dag buiten
de tijd = 365 dagen). De Haab kent dus 365 dagen en expres niet het preciezere
aantal van 365,25 dagen. De Maya’s waren overigens wel bekend met dat
precieze aantal.
De Lange Telling
Een plaatje van hoe dat er astronomisch uit ziet vindt u hieronder. Hierop is
duidelijk het donkere ‘geboortekanaal’ te zien dwars door de grote hoeveelheid
sterren heen. Ook is het middelpunt van de Melkweg te zien daar waar het groene
kruisje staat voorzien van de tekst ‘Galactic Centre’:
Hoe werkt die Lange Telling die eindigt in 2012 dan precies?
Het tellen van de dagen binnen de Lange Telling die eindigt in 2012 gaat als
volgt:
Het aantal verstreken dagen sinds het begin van de schepping van de huidige Zon
of wereld wordt omschreven door icoontjes of glyphen die perioden van
verschillende lengten bestrijken, voorzien van een getal waarmee die periode
moet worden vermenigvuldigd.
Op een zelfde manier was het ook mogelijk een dag te beschrijven die ver voor
het begin van de huidige Zon ligt. Dan werd het aantal dagen geteld dat tussen
het beschreven moment en de start van de 13-Baktun Lange Telling van dagen
van de huidige Zon verstreken was.
Zie ook deel 1 voor de manier van tellen van de Maya’s, de benoeming van
afzonderlijke kalenders en nog langere perioden van getelde dagen die perioden
beschrijven langer dan de Lange Telling van 1872000 dagen, zelfs tot perioden
van meer dan een miljard jaar per eenheid, resulterend in miljarden jaren
geschiedenis beschrijvingen! Die telling gaat dus zeker om iets heel anders dan
bijhouden wanneer er gezaaid en geoogst dient te worden. Hij gaat zelfs over
cycli die de duur van het leven van onze Aardbol ontstijgen.
De volgende verschillende perioden of tijdseenheden zijn belangrijk voor het
bepalen van de einddatum van de 13 Baktun Lange Telling van de huidige Zon:
Wanneer er op een van de vele Stele’s, de stenen monumenten ter ere van de
dag die erop wordt vermeld, een Baktun teken staat met daarvoor het teken 4,
dan benoemt die betreffende Stele een dag die 144000 x 4 dagen na de eerste
dag sinds de schepping van deze, huidige Zon een bepaald voorval ondervond.
Logischerwijs kennen de Stele’s vaak niet 1 maar een aantal van getallen
voorziene glyphen die de verschillende hierboven genoemde perioden van
aantallen dagen vertegenwoordigen en zich bij elkaar laten optellen om zo bij de
betreffende beschreven dag uit te komen.
Het tellen van dagen in het huidige tijdperk begon bij de eerste dag sinds de
schepping van de huidige Zon die teruggerekend herkend wordt binnen de
Gregoriaanse tijdrekening als 11/8/3114 of 13/8/3114 of 3113 voor Christus. Daar
zijn de meningen bij sommigen nog over verdeeld; verschillende correlaties
worden gehanteerd. Meningen van belangrijke kalenderkenners als Jenkins,
Calleman en Arguelles zijn hierover ook verdeeld maar verschillen bar weinig en
gaan soms zelfs hand in hand met elkaar. Iets waar ik binnenkort in deel 4 nog
uitgebreid op terug zal komen. Overigens is het verschil tussen 3113 en 3114
afhankelijk van de vraag of je het jaar nul meeneemt in de telling.
Een moderne manier van notatie voor identificatie van de locatie van een dag
binnen de 13 Baktuns beschrijvende Lange Telling van dagen verstreken in onze
huidige wereld of Zon geschiedt op de volgende manier:
12.18.16.2.6, 3 Cimi 4 Zotz
4 Zotz is de Haab datum. 3 Cimi is de Tzolkin datum en 12.18.16.2.6 is de Lange
Telling datum. De Lange Telling datum wordt dus opgebouwd, van links naar
rechts (op de Stele’s in het originele schrift van boven naar beneden) met uiterst
links het getal 12. Dat staat voor 12 Baktuns, periodes van 144000 dagen
verstreken sinds dag 1 van de huidige Zon. De 18 staat voor het aantal Katuns
van 7200 dagen dat daarbij opgeteld dient te worden. Vervolgens beeld de 16 het
aantal Tuns van 360 dagen dat daar weer bij opgeteld moet worden uit en daarna
komt het getal 2 dat staat voor het aantal Uinals van 20 dagen dat bij het totaal
opgeteld kan worden. Het laatste cijfer binnen deze Lange Telling-notatie is in dit
voorbeeld het getal 6, wat voor het aantal Kins, de 'losse' dagen staat. Dus geeft
deze notatie een dag aan die zich 12 x 144000 + 18 x 7200 + 16 x 360 + 2 x 20
+ 6 = 1863406 dagen na de eerste dag van de huidige Zon situeerde in de
geschiedenis. Omgerekend is dat dan 11 juni 1989. Een dag die binnen de cyclus
van 52 jaren (de combinatie cyclus van de Tzolk’in en de Haab) bekend stond als
3 Cimi 4 Zotz.
Het aantal Kins, Tuns en Katuns loopt van 0 tot en met 19, Uinals van 0 tot en met
17 en het aantal Baktuns loopt binnen de huidige Zon van 1 tot en met 13. De
laatste dag van deze Zon is dan 13.0.0.0.0 welke volgt op 12.19.19.17.19.
De eerste dag van de Lange Telling van de huidige Zon is dus 13.0.0.0.0 en
kent de benaming binnen de 52 jarige cyclus van 4 Ahau 8 Cumku. De allerlaatste
dag van de huidige Zon is 4 Ahau 3 Kankin. Omdat Arguelles' systeem niet
origineel is, en schrikkeldagen incalculeert, komt hij uit op 12 Manik, voor de
laatste dag. Dan heeft hij voor die dag dus het 'energieweerbericht' voor een paar
maanden daarvoor voorspeld..... Niet erg handig. Als Erwin Kroll dat zou doen,
dan werd hij ontslagen.
De dertien afzonderlijke Baktuns van 144000 dagen kunnen zodoende ook weer
via de Tzolk’in geïnterpreteerd worden. De Tzolk’in doet zo dus ook dienst voor
periodes van bijvoorbeeld 13 maanden, 13 jaren, 13 Baktuns etcetera en dus niet
alleen voor de gebruikelijke periode van 13 dagen (door Arguelles de Wavespell
genoemd). Zoals je nog wel weet uit deel twee is de golfbetovering (Wavespell)
na 13 perioden gecompleteerd en volgt een nieuwe serie van 13 periodes, op het
volgende niveau. Zo werkt het ook bij de Baktuns, maar kun je de Wavespell van
13 fasen ook gebruiken om bijvoorbeeld de ontwikkeling van 13 Katuns te
beschrijven, terwijl die binnen de Lange Telling van 0 tot en met 19 lopen. Op
deze manier kan binnen de lineaire telling van dagen de heilige Tzolk’in toch zijn
werk doen en zijn al deze periodes en cycli met elkaar verbonden en komen ze in
elkaar terug.
Je zou de Gregoriaanse kalender dus individualistisch kunnen noemen omdat ze
alle dagen en perioden los van elkaar ziet. Dit lijkt zich in onze samenleving ook
nogal te manifesteren in het dagelijkse leven, hoe mensen met elkaar omgaan.
Een dag betekent 'Kin', maar Kin betekent bij de Maya’s ook ‘mens’. Als we de
dagen zien als ‘los van elkaar’ in plaats van ‘verbonden en doordrenkt met en
van elkaar’, dan zien we de relatie tussen alle mensen ook zo. Bij de Maya’s was
het algemene belang dan ook een flink stuk belangrijker dan het belang van het
individu. Niet zo raar dus, dat 1% van alle mensen 99% van al het geld en
kapitaal in handen heeft, in onze Westerse samenleving (een samenleving die het
woord 'beschaving' mijns inziens niet verdient). Het algemene belang legt het af
tegen het belang van het individu. Als je dit soort zaken beseft, begrijp je ook het
grote belang van het veranderen van onze kalender en onze kijk op 'tijd'. De
manier waarop we omgaan met tijd (tijd = geld) werkt door tot op het diepste
niveau.
Overigens is Carl Calleman de enige die de einddatum van deze 13-Baktun Lange
Telling aan het exacte einde van de korte Tzolk’in periode van 260 dagen, 13
Ahau, wil koppelen en heeft daar dus een wat afwijkende mening over en ideeën
over, waar ik uiteraard nog op ga terugkomen in deel 4. Er zijn ook mensen die
vinden dat de Baktuns niet van 1 tot en met 13 lopen maar van 1 tot en met 20,
wanneer de volgende Pictun start (periode van 20 Baktuns). Deze grote perioden
van 20 Baktuns en andere benaderingen van mogelijke einddata gaan echter
voorbij aan de nogal belangrijke theorie over de kosmische samenstand welke
sowieso gebruikt wordt om het beschreven einde in 2012 te kunnen identificeren
aan de hand van de precessiecyclus en wellicht zelfs ook directe fysieke en
geestelijke gevolgen met zich meebrengt. Een gegeven dat wordt onderbouwd
door erg veel multidisciplinair bewijs (tradities, rituelen, astronomie,
iconografieën, plaatsing en oriëntering van monumenten, mythen, het balspel, de
Stele’s etc), zoals we dat in de volgens Jenkins speciaal voor de Lange Telling
gebouwde stad Izapa uitgebreid kunnen terugvinden duidelijk op bijvoorbeeld
Stele nummer 11 en in andere van de genoemde disciplines.
Met andere woorden: de volledige achtergrond van de vele elementen uit de
(Izapaanse) cultuur gaat uiteindelijk over de einddatum van de Lange Telling in
2012. Daarbij komt ook nog dat we de Wavespell kennen, de golfbeweging van 13
fasen. De 13 Baktuns beschrijven de periode van 1 Zon, de menselijke
geschiedenis, met al haar kenmerken. Het is dus erg logisch om 13 Baktuns te
tellen in plaats van 20. Als je er 13 telt in een Zon, dan volg je ook de Mayaanse
kalenderbewakers die nog steeds de dagen bijhouden in de hooglanden van
Guatemala. Genoeg redenen dus om niet aan het door de Maya’s bepaalde
eindpunt te twijfelen. Dit idee van 13 Baktuns in een Zon hangt Calleman
overigens wel aan. Hij voert dit idee zelfs nog naar een nog hoger niveau, door te
stellen dat 13 Hablatuns, periodes van 1,26 miljard jaar, de fases beschrijven van
de ontwikkeling van het universum, waarbij die volledige ontwikkeling, van begin
tot eind, als een Wavespell gezien kan worden. Daarbij zitten we nu in de laatste
Hablatun, maar dus ook in de laatste (13e) Baktun. Dit hele proces van
ontwikkeling van het universum begon met de voorbereidingen van de eventuele
oerknal en eindigt als de huidige Zon ten einde komt; over enkele jaren dus. Dit
idee sluit op zich goed aan met de fractale tijdsbeleving van de Maya’s en het
idee dat de Mayakalenders de ontwikkeling van bewustzijn (of: informatie)
beschrijven. Er wordt dan ook veel gesproken over een bewustzijnstransformatie
of grote bewustzijnsveranderingen rondom de einddatum.
Het is bij deze ook erg interessant te vermelden dat Terence McKenna de
geschiedenis en ontwikkeling van het universum op eenzelfde manier ziet en dat
hij zonder ooit van Mayakalenders gehoord te hebben vanuit de 64 hexagrammen
in het oeroude orakelboek de I-Tjing een tijdsgolf heeft gedecodeerd die zichzelf
steeds herhaalt, binnen een exponentieel korter wordende periode (‘de bekende
fractals’). Deze tijdsgolf (Timewave Zero), die de ontwikkeling van de ‘grote
belangrijke veranderingen in het dagelijkse leven’ uitzet tegen de verstreken tijd,
is een wiskundig exponentiele functie met een bereik van 0 (oerknal) tot en met
2012. Met andere woorden: steeds sneller volgen grote belangrijke
gebeurtenissen of uitvindingen elkaar op, tot het moment dat er alleen nog maar
verandering is. In de laatste seconde voor dit eindpunt op 21/12/2012 vinden
meer grote veranderingen plaats dan in alle miljarden jaren daaraan
voorafgaand..... Vrij heftig dus, maar erg herkenbaar als ik naar het leven op
Aarde en de ontwikkeling van het leven kijk. Hierop gaan we in deel 4 zeer zeker
nog uitgebreider in.
Zelfs de huidige kalenderbewakers in Guatemala, zoals Zwervende Wolf in de film
The Year Zero, of Barrios, hangen de datum in december 2012 aan en treffen hun
voorbereidingen met andere indianenstammen afkomstig vanaf het hele
Amerikaanse continent. Waarom zouden wij Westerlingen het dan nodig achten
een correctie op die kalenders uit te voeren, of ze zomaar naast ons neer te
leggen? Zou een extreem nauwkeurige kalender gewoon een willekeurige datum
als eindpunt bestempelen? Dat lijkt me erg sterk en dat idee degradeert mijns
inziens ook het hele idee achter de kalenders en de genoemde einddatum. Het
debat tussen Jenkins en Calleman en Arguelles hieromtrent wordt uitgebreid
besproken in het volgende artikel. Evenals andere ideeen over begin en einddata,
die soms een paar dagen en in Calleman’s geval zelfs meer dan een jaar uiteen
liggen. Op dit moment ga ik daar hier niet verder op in te gaan; ik behandel nu
alleen de meest gangbare en naar mijn idee meest klassieke benadering.
We hadden het net al even over de stad Izapa. Deze stad zit helemaal vol met
verwijzingen naar 2012. Volgens Jenkins en anderen vond de introductie van de
Lange Telling kalender van onze huidige Zon, die zo’n 5118 jaar geleden begon
met het tellen van de voorbije dagen, dan ook plaats in deze stad en het gebied
daaromheen. Men rekende toen, rond het begin van de Gregoriaanse jaartelling
en waarschijnlijk zelfs al enkele eeuwen daarvoor, terug naar wat de begindatum
van de huidige Lange Telling moest zijn. De Lange Telling had zodoende
gedurende het begin van het gebruik van deze telling al een flink deel van het
totale aantal dagen in deze Zon geteld. Er werd terug gerekend naar het
beginpunt en vooruit gerekend naar het eindpunt. Andere bronnen melden dat de
Quecha's al zeker 3000 jaar de Lange Telling bijhouden, en dat deze kennis de
bron is voor de Izapaanse kalendercultuur.
Dat de Maya’s en zelfs de Ah-Kin en de Chilam nogal bang waren voor de
einddatum in 2012 komt omdat de Lange Telling kalender het verstrijken van het
aantal dagen sinds de creatie van de huidige Zon bijhoudt. Aan het begin van
deze Zon gingen grote rampen vooraf die het einde van de vorige Zon inluidden.
Zo is elke Zon of wereld afgesloten met een serie enorme rampen. Zowel
natuurrampen als cultuurrampen. Elke Zon of wereld kende haar specifieke
bewoners, zoals Frank StClair van DossierX al eens omschreef in een artikel over
de kennis van de Maya’s. Zo meldt Frank ons het volgende:
“De Quechuaanse historici vertelden aan Fernando Montesinos en andere
Spaanse geschiedschrijvers dat er voor het laatste rijk meerdere perioden waren
geweest. Deze perioden, die duizenden jaren teruggaan, werden “zonnen”
genoemd en eindigden meestal door diverse rampen. Zowel de Zuid- als Midden-
Amerikaanse historici kennen 5 van deze “zonnen” of “periodes” en zij beginnen
hun geschiedenis met:
De 1ste “zon” van de Goden, Wiracochas genaamd.
De 2de “zon” wordt gekenmerkt door een bevolking van reuzen
De 3de “zon” is een periode van primitieve en onbeschaafde mensen, misschien
wel de ploeterende overlevenden van een eerdere catastrofe?
De 4de “zon” is het tijdperk van de semi-verlichte “helden koningen”
De 5de “zon” is een tijd waar de mensen koning zijn en waarvan de Inca’s uit
Cusco beweren af te stammen.
Padre Blas Valera schetst in een document uit 1600 hoe, volgens de Quechua, de
Wiracochas in het tijdperk van de 1ste zon hun weg vonden in de Andes. De
Wiracochas kwamen van de zee om zich te vestigen bij het Titicaca meer.”
Aldus het citaat.
Het betrof in de eerste wereld de blanke bebaarde Goden die uit het oosten aan
kwamen varen.
Na de vijfde zon houdt alles op. Het einde van deze Lange Telling wordt dus niet
opgevolgd door een zesde Zon. Behalve dat de Ah-Kin dus rampen verwachten en
voorspellen voor de periode richting 2012, net als de vorige keren dat de Lange
Telling van de vier betreffende Zonnen tot hun einde kwamen, toen grote rampen
zich aan de toenmalige Aardbewoners openbaarden, is er nu sprake van een soort
definitief einde. De vijf Zonnen die de hele geschiedenis van verschillende
‘volken’ vertegenwoordigen zijn immers volledig doorlopen, althans, op zeven
jaren na dan.....
Het volledige project is afgerond eind 2012. In den beginne was de Aarde bedoeld
om gedurende de vijf Zonnen bevolkt te worden door de verschillende soorten.
Daarna is het verhaal open, of gesloten, zo u wilt. Het bewustzijnstransformatie
idee lijkt te suggereren dat we op een andere manier, een ander niveau verder
gaan. Een wereld zonder gebonden te zijn aan de regels van ruimte en tijd? Elk
einde heeft een nieuw begin. Maar echt 100% zekerheid hebben we hier natuurlijk
geenszins over, al kloppen de Mayaanse voorspellingen wel altijd, voor zover we
na hebben kunnen gaan natuurlijk.
Nou is het zo dat de volledige periode van de huidige Zon 1872000 dagen duurt.
Dit staat gelijk aan 5200 Tuns van 360 dagen ofwel 5125 jaren en een paar
maanden. Het interessante aan deze periode is allereerst dat de Mayakalenders
en hun cycli fractaal werken. Dat wil zeggen dat er sprake is van 52 weken
(maanfasen) per jaar, kennen we de 52 jarige cyclus van de combinatie van de
Tzolk’in met de Haab (de twee belangrijkste kalenders uit het dagelijkse leven van
de gemiddelde Maya) en kennen we nu dus ook de 5200 Tuns van 360 dagen
durende Zon. Zelfs het getal 520 komt terug in deze serie aangezien het na de
invasie van Columbus in de Nieuwe Wereld exact 520 jaren duurt voordat de
Lange Telling stopt. Zo heeft de Westerse mens 520 jaren van de kalenders
kunnen genieten (al hebben we dat helaas niet gedaan…). Deze periode van 520
jaren kennen we uit deel 1 nog als de Ku Tun die een periode beslaat van 520
jaar, tien keer zoveel dus als de Muchuchu Mil van 52 jaren. Deze kalender van
520 jaren is belangrijk voor het doen van voorspellingen en heeft dus ook een
profetisch karakter. Hij wordt in combinatie met de andere profetische cycli
gebruikt om tot een echte gedetailleerde voorspelling te komen, net zoals dat
Tarot kaarten ‘samen’ de voorspelling maken of vertellen door de combinatie van
verschillende Tarot kaarten en niet door elke kaart afzonderlijk (althans, veel
minder gedetailleerd). Ook kennen we nog de Ekomal Tun. Deze cyclus bedraagt
ook 520 jaren en is ook een voor de mensheid belangrijke voorspellende kalender.
Het verschil met de Ku Tun is mij niet bekend. De Ekomal Tun zou de vrouwelijke
en de mannelijke draaiing van de Zon moeten aangeven.
Zo zien we het getal 52 op allerlei manieren terug binnen de kalenders, als 52
(weken en jaren), 520 en 5200. De periode van 5200 Tuns is op een andere
manier erg interessant aangezien het 1/5 van de precessiecyclus van bijna 26000
jaar vertegenwoordigt. Dankzij deze cyclus kan de kosmische samenstand
plaatsvinden en kennen we de periode waarin dat gaat gebeuren. We hebben dus
vier werelden achter de rug (bijna 5) en het lijkt vrij aannemelijk dat de vijf
Zonnen de duur van de precessiecyclus omschrijven. Zou de kosmische
samenstand die nu na 26000 jaar eindelijk weer plaatsvindt meer zijn dan enkel
een ijkpunt aan de hemel voor bepaling van een belangrijk moment in de tijd? Of
zorgt die samenstand en de krachten die daarmee gepaard gaan voor
verschijnselen die we kunnen linken aan wat de Maya’s bedoelen met de rampen
tegen het einde van alle Zonnen en de Inca’s bestempelden als de
'ruimtetijdbreuk' (wat erg veel lijkt op McKenna's theorie)? Als je meer wilt weten
over de invloed van de kosmische samenstand op onder andere de Aarde en de
mens, dan raad ik je de theorieën van Jurgen Deleye aan, die je hier op
DossierX.nl kunt vinden, maar welke ook op zijn site Seriewoordenaar.nl
beschreven staan. Bekijk de bronnen maar eens.
Door het gebruik van alle kalenders en cycli samen, door hun kenmerken en
ladingen te doorgronden, voorspelden de Maya’s de komst van Cortez tot op de
dag nauwkeurig, al vond die gebeurtenis pas eeuwen later, ver na het doen van
de originele voorspelling, in de 16e eeuw plaats!
Ook wisten de Maya’s al in het jaar 755 na Christus te melden dat er in 1991
boven Mexico-stad een grote UFO-golf zou plaatsvinden gedurende de grote
zonsverduistering van dat jaar. De kalenderkenners voorspelden immers dat op
die dag ‘de Goden terug zouden keren op Aarde’. Het is mij niet bekend of de
bestuurders van de UFO’s blanke mannen met witte baarden waren, zoals ze hun
Goden van wie ze de kalenderkennis eerder omschreven, maar de voorspelling is
op zijn minst treffend. Open staat dus nog de voorspelling voor 2012. Voor de
periode die direct voor ons ligt voorspellen de Ah-Kin grote sociale, economische
en culturele onrust vergezeld van de nodige natuurrampen en klimatologische
stuiptrekkingen. Door deze voorspellingen heeft de kalender zichzelf in leven
gehouden; het betrekt onze tegenwoordige tijd in een eeuwenoude uiterst
precieze kosmische wetenschap.
Uitleiding
Met dank aan een ieder die zich heeft ingezet voor de verspreiding van de
kalenderwetenschappen van (onder andere) de Maya’s en een ieder die zich sterk
heeft gemaakt voor de invoering van de Mayakalenders ten koste van de
verzonnen en onregelmatige, algemeen ten onrechte geaccepteerde Westerse
Gregoriaanse kalender.
Dank aan zij die dit doen ten behoeve van al het leven met als doel dat de mens
in harmonie met zichzelf, zijn omgeving, moeder Aarde, de onzichtbare wereld en
dus met de kosmische en natuurlijke cycli zelf leeft.
TUNE IN, zou ik zeggen!
Bronnen:
Aanverwante artikelen op hier op Dossierx.nl :
Imix leeft via zijn instinct in de fysieke wereld. Imix initieert en geeft
geboorte aan nieuwe scheppingen. Het levert zijn bijdrage door informatie te
geven, het is een goede informatie-overdrager. Het leeft in individueel
bewustzijn. Imix is zelf de kracht achter zijn informerende aard. Imix is altijd
bezig met veel gevoelens. Imix kan energiek, creatief, voedend,
beschermend en op een ouderlijke manier overheersend zijn. Het is van
nature een sensitieve zon die graag op zichzelf is. Imix wordt altijd
uitgedaagd om zich te bevrijden van het gevoel afgewezen te worden. meer
IMIX >>
Ik ben CIMI;
Wereldoverbrugger; ik ben je
vermogen tot overgave en
loslaten. Ik breng je vergeving
en bevrijding.
Mudra: Rechterhand op
voorhoofd een "O" vormend
op het derde oog, linkerarm
vooruitstrekkend en vingers
en palm verticaal naar boven.
Affirmatie: AIs galactisch
baken en ontvanger, heb ik
directe toegang tot het
goddelijke. >> bekijk mudra
Muluc leeft via de rede of het verstand. Het kan een behoorlijk mentale zon
zijn. Zoals alle andere oostelijke zonnen initieert het en geeft geboorte,
maar ook formuleert het de creatieve pulsering en draagt deze over. Het
leeft in gemeenschapsbewustzijn. Muluc werkt daarbij zuiverend door op
een mentale manier de stroming van de levensenergie helder te krijgen. Dit
maakt hem zeer emotioneel, verbeeldend en zelfs paranormaal begaafd.
Muluc kan romantisch en vatbaar voor fantasieën zijn. Het heeft de neiging
om te domineren door sterke gevoelens te projecteren. Muluc wordt
uitgedaagd om zijn "zelf" te beheersen en verantwoordelijkheid te nemen
voor wat het begonnen is. meer MULUC >>
Ik ben BEN;
HEMELWANDELAAR; ik ben je
boodschapper van het licht. Ik
breng je het vermogen om door
tijd en ruimte te reizen.
Mudra: Linkerhand in de
vorm van een kopje onder het
hart, terwijl de rechterhand
rechthoekig gehouden wordt
met kracht recht omhoog rijkt
naar boven het hoofd, en dan
weer naar beneden het
dekseltje van het kopje
vormend.
Affirmatie: Door het weten
van het hart ben ik in
natuurlijke overeenstemming
met de goddelijke wil. >>
bekijk mudra
Mudra: Armen
uitstrekkend in een grote
"V" boven het hoofd, dan
komen de vingertoppen
terug om het derde oog
aan te raken en dan van
daaruit weer een "V" nu
iets lager.
Affirmatie: Ik pak de staf
op van mijn kracht.
Cib is een krijger voor de geest (spirit) en opereert vanuit een universeel
bewustzijn. Cib - in essentie - is expressief. Het geeft informatie door. Cib is
serieus, wijs, realistisch en pragmatisch en heeft hoge normen en waarden.
Cib kan gehard worden door het leven en is vaak statusbewust. Soms staat
Cib toe om gedomineerd te worden door anderen. Cib's uitdaging is om
zelfbewustzijn en persoonlijke onzekerheden te overwinnen. Cib: durf
vragen te stellen! Het is voor Cib heilzaam wanneer het uitblinkt in zijn
gekozen loopbaan en zich op zijn gemak kan voelen met autoriteitsfiguren
zonder dat het daarbij zijn persoonlijke kracht opgeeft. meer CIB >>
U
20. AHAU: ahauw - Gele Zon
de Rijpende kracht van het
Gele Zuiden