Professional Documents
Culture Documents
Tussendoortjes
Tussendoortjes
Tussendoortjes
Academiejaar 2016-2017
Elke avond lees ik een stukje voor uit het boek het Lillivisje.
Evaluatie: Evalueer hier je eigen handelen (did., ped. en/of org.). Wat deed je goed en waarom? Wat ging niet goed en
waarom? Wat zou je behouden of veranderen mocht je dit tussendoortje nog eens geven? (Denk aan voorbereiding en
realisatie.) Doe een verbetervoorstel.
Arteveldehogeschool – bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Academiejaar 2016-2017
Elk om beurt mag een leerling iets uitbeelden dat te zien heeft met de zee, het strand, de zeeklas, …
Indien nodig kan dit ontdubbelt worden door het in groepjes te laten doen.
Evaluatie: Evalueer hier je eigen handelen (did., ped. en/of org.). Wat deed je goed en waarom? Wat ging niet goed en
waarom? Wat zou je behouden of veranderen mocht je dit tussendoortje nog eens geven? (Denk aan voorbereiding en
realisatie.) Doe een verbetervoorstel.
Arteveldehogeschool – bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Academiejaar 2016-2017
We spelen het spelletje nochrnochi. Je gaat op reis naar het land nochrnochi en daar mogen
sommige zaken niet binnen. De leerlingen moet achterhalen waarom deze niet binnenmogen.
We spreken duidelijk af dat als je het weet, je het niet verklapt aan de anderen dan is voor hen
het plezier eraf.
Het effectieve spel kan 5 of 10 minuten duren. (zelf te bepalen) De leerlingen gaan echter nog
niet allemaal tegen dan het antwoord weten en dat is ok.
Evaluatie: Evalueer hier je eigen handelen (did., ped. en/of org.). Wat deed je goed en waarom? Wat ging niet goed en
waarom? Wat zou je behouden of veranderen mocht je dit tussendoortje nog eens geven? (Denk aan voorbereiding en
realisatie.) Doe een verbetervoorstel.
Arteveldehogeschool – bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Academiejaar 2016-2017
Te gebruiken structuurwoorden:
organisatie - afspraken - instructie – verloop - (demonstratie) - (variatie)
De leerlingen krijgen eerst allemaal een rol. Aangezien we met zo’n grote groep zijn is het leuk
dat er 3 of 4 moordenaars zijn en evenveel detectives.
De mooordenaar geeft een knipoog aan de burgers, die zijn dan ‘vermoord’. Heb je een knipoog
ontvangen dan val je neer op de grond.
Ben je detective en kan een moordenaar ontmaskeren dan mag je dat komen melden.
Probeer jouw rol als detective niet zomaar weg te geven.
Evaluatie: Evalueer hier je eigen handelen (did., ped. en/of org.). Wat deed je goed en waarom? Wat ging niet goed en
waarom? Wat zou je behouden of veranderen mocht je dit tussendoortje nog eens geven? (Denk aan voorbereiding en
realisatie.) Doe een verbetervoorstel.
Arteveldehogeschool – bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Academiejaar 2016-2017
Weerwolven van wakkerdam.
We spelen het spel met de hele groep.
Er worden een aantal personages aangeduid: 5 weerwolven – 2 heksen – 2 cupido’s.
Telkens als de stad (de leerlingen) gaan slapen, worden de weerwolven wakker en vermoorden ze
iemand. De stad moet erachter komen wie vermoord is. Ze doen dat door een verdachte aan te duiden.
Deze verdachte heeft nog een kans op verdediging, maar democratie telt. Eens de verdachte is
aangeduid wordt deze veroordeeld (gedood) en kan niet meer mee doen aan het spel. Hij/ zij laat nu
weten welk personage hij/zij was. Een weerwolf is zeer goed want nu zijn er minder weerwolven in het
spel, een burger is niet goed, want zo winnen de weerwolven.
De heks heeft de mogelijkheid om iemand terug tot leven te laten komen en iemand extra te doden.
(Allebei maar één keer uit te voeren).
Cupido duidt in het begin van het spel een koppeltje aan. Als de ene sterft, sterft de andere ook.
Evaluatie: Evalueer hier je eigen handelen (did., ped. en/of org.). Wat deed je goed en waarom? Wat ging niet goed en
waarom? Wat zou je behouden of veranderen mocht je dit tussendoortje nog eens geven? (Denk aan voorbereiding en
realisatie.) Doe een verbetervoorstel.
Arteveldehogeschool – bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Academiejaar 2016-2017
Belangrijk (!) Als je iemand ‘gegotchat’ hebt dan kom je dat ook aan mij zeggen. Zo weet ik wie er nog in
het spel is en wie niet.
Belangrijk (!) je vertelt aan niemand jouw opdracht of de persoon. Hoe meer alles geheim blijft des te
leuker het spel.
(!) De opdrachten zijn niet altijd even makkelijk. Je zal goed je best moeten doen. Zorg er ook voor dat
het eerlijk verloopt.
Op het einde van de week zal er 1 iemand overblijven en die heeft het spel gewonnen.
Arteveldehogeschool – bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Academiejaar 2016-2017
Ipik bepen apannepeloporepe epen ipik gapa graapaag meepee opop zeepeeklapas.
Ik leer de leerlingen de P taal aan. Je zet telkens een p na je klinker en herhaalt deze.
Nu kunnen de leerlingen een geheime taal.
Misschien kan je zelf zo’n taal ontwikkelen met een andere letter?
Evaluatie: Evalueer hier je eigen handelen (did., ped. en/of org.). Wat deed je goed en waarom? Wat ging niet goed en
waarom? Wat zou je behouden of veranderen mocht je dit tussendoortje nog eens geven? (Denk aan voorbereiding en
realisatie.) Doe een verbetervoorstel.
Arteveldehogeschool – bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Academiejaar 2016-2017
Spelen:
Memory met bewegingen. (er gaan 3 leerlingen naar buiten. De anderen gaan per twee staan, bedenken
een beweging. Als dat gebeurt is gaan alle duo’s uit elkaar. De 3 leerlingen komen binnen en zoeken naar
de paren door om beurt aan 2 leerlingen te vragen hun beweging te doen. Indien het te moeilijk is kan je
2 velden maken zodat ze telkens 1 iemand uit het ene veld moeten kiezen en iemand uit het andere verld.)
Post it wie ben ik? De leerlingen krijgen allemaal een post it en schrijven daar een persoon dier of ding op.
Ze laten het aan niemand zien en plakken het op het hoofd van hun buur. Nu kunnen de leerlingen ja/nee
vragen stellen over wie ze zijn. Om dit vlot te laten verlopen doen we dit in groepjes van 10 à 11 leerlingen.
Zo kan je sneller raden wie je bent.