Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 7

NAAM: Dario Tomasi KLAS 5vA DATUM: 18-9-2017

havo Bijlage 1: kunstautobiografie (zelfonderzoek).


Niet iedereen heeft evenveel kennis van en ervaring met de diverse vormen van kunst
Door de onderstaande enquête te beantwoorden kan je zelf onderzoeken wat het instapniveau is bij
het vak CKV1. Je score geeft een indicatie van de moeilijkheid die je aan zou kunnen bij de culturele
activiteiten.
Omcirkel het antwoord van je keuze.
1. Is de voetbalwedstrijd Ajax – Feijenoord volgens jou wat we bedoelen met kunst?
a. nee, want sport behoort wel tot cultuur in brede zin, maar het beeld niets uit.
b. Nee, want sport is er alleen maar ter vermaak
c. Ja, want sport en kunst zijn er dat mensen er plezier aan beleven
d. Ja, want voetballers zijn kunstenaars met de bal
2. Wanneer een fotograaf een prijs verdient met de beste sportfoto van het jaar is dat
dan kunst te noemen?
a. Ja, want het maken van een foto is erg moeilijk, zeker als het gaat om een
sportman in volle actie
b. Ja, want ook een sportfoto kan duidelijk maken welke emoties of lichamelijke
inspanning bij een mens te zien zijn en men kan door die foto geroerd raken.
c. Nee, want fotograferen is alleen een knopje indrukken en dat kan iedereen.
d. Nee, want een sportfotograaf heeft alleen als functie om een verhaal in beeld te
brengen.
3. Met welke stelling ben je het eens:
a. kunst is nutteloos en zou eigenlijk verboden moeten worden
b. kunst heeft niet zo veel nut en het is zonde om er geld aan uit te geven
c. kunst heeft als nut dat het onze omgeving kan verfraaien en dus het leven
aangenamer maken
d. kunst heeft als nut dat het mensen een spiegel voor houdt en na laat denken over
zichzelf en de maatschappij

4. In hoeverre ben je met kunst in aanraking geweest?


a. alleen op school en met excursies georganiseerd door school
b. via school en soms met mijn ouders
c. via school, mijn ouders en ik doe zelf ook iets dat met kunst te maken heeft
d. mijn ouders zijn werkzaam in de kunst en ik krijg thuis kunst met de paplepel
ingegoten
5. Met welke van de volgende kunstsoorten ben je wel eens in aanraking geweest?
a. een schilderijententoonstelling in een kunstmuseum
b. een expositie een galerie
c. een dansvoorstelling in een theater
d. een musical in een theater
e. een popconcert
f. een film in een bioscoop
g. een rondleiding door een historisch monument
h. een lezing door een schrijver
i. de Odyssee van Homerus
j. klassieke muziek in een muziektheater (bijv. Anton Philipszaal)
k. een professionele toneelvoorstelling in een theater
l. een amateur toneelvoorstelling (bijv. van het AC)
6. Wie was Salvador Dali?
a. een beeldend kunstenaar die bekend is geworden met zijn surrealistisch werk
b. een Spaanse choreograaf, bekend om zijn enorme snor
c. een schrijver uit Chili
d. een beroemd voetballer uit Portugal

!1
7. Noem drie beeldhouwers
a. Rembrandt, van Gogh en Vermeer
b. Gauquin, Rodin en Bach
c. Brancusi, Barlach en Moore
d. Mozart, Schönberg, Tolstoj

8. Wat verstaan we onder Barok?


a. een periode in de kunst waarbij kunstuitingen vooral gevoelens moesten uitdrukken
b. een periode in de kunst waarbij men vooral geïnteresseerd was in het klassieke
verleden van de oude Grieken en Romeinen
c. een periode in de kunst waarbij de kunstvormen nogal zwaar en overdreven
overkomen
d. een periode in de kunst waarbij vooral de ordening overzichtelijk en strengheid
belangrijk was.
9. Compositie is:
a. het geheel van losse aspecten waar het kunstwerk uit bestaat
b. het samenstellen van losse delen in een beeld
c. een muziekstuk
d. de indeling van een bladzijde
10. Beeldende kunst is onder te verdelen in:
a. schilder-en tekenkunst, grafiek, beeldhouwkunst, fotografie en nieuwe media
b. teken- en schilderkunst
c. teken- en schuilderkunst, grafiek en beeldhouwkunst
d. teken- en schilderkunst, architectuur en industriële vormgeving

11. Met welke stelling ben je het meest eens:


a. Het maakt me niet uit hoe een gebouw er van buiten uitziet, als het van binnen
maar bruikbaar is
b. Het maakt me niet zo uit hoe een gebouw er uit ziet, als het maar bruikbaar is
c. Voor mij is het belangrijk hoe een gebouw eruit ziet, maar ook of het te gebruiken is
waar het voor bedoeld is.
d. Voor mij is het niet alleen belangrijk hoe een gebouw gebruikt wordt, hoe het
eruit ziet, maar ook of het past in de omgeving.
12. In welke stijl is het Mauritshuis gebouwd:
a. Gotiek
b. Renaissance
c. Barok
d. Romantiek
13. Grote multinationals doen vandaag de dag nogal wat moeite om met hun gebouwen
op te vallen. Welke mening past het meeste bij jou?
a. dat is prima, want door de vormgeving van deze gebouwen wordt het aanzien
van de stad alleen maar gevarieerder.
b. Het maakt mij niet uit.
c. Het geld zou beter besteedt kunnen worden aan iets anders
d. Helemaal niet mee eens, omdat ik liever wil dat gebouwen er meer hetzelfde uit
zien en er dus meer eenheid, orde en rust van de gebouwde omgeving uitgaat.
14. Toegepaste kunst vindt je overal. Wanneer je een jas gaat kopen let je in eerste
instantie op:
a. de prijs
b. de pasvorm
c. of het materiaal geschikt is voor het doel (bij warm voor de winter)
d. de jas er leuk uitziet

!2
15. Onder toegepaste kunst versta ik:
a. alles wat door de mens gemaakt is om te gebruiken
b. alles wat door mens gemaakt is waarbij rekening gehouden is met schoonheid,
functie en prijs en dat niet behoort tot de vrije kunsten
c. design
d. industriële vormgeving
16. Wat is je mening over film:
a. een film moet vooral spannend zijn
b. een film moet de werkelijkheid laten zien
c. een film moet zo verrassend zijn dat ik hem meerdere keren moet zien
d. een film moet een verhaal laten zien.
17. Wanneer bekijk je het meeste films?
a. thuis als iets op een zender verschijnt
b. thuis met een gehuurde video
c. in de bioscoop
d. in het filmhuis
18. Wat verstaan we onder cameravoering?
a. camera-afstand, camerabeweging en camerastandpunt
b. camerabeweging
c. de hoes die over een camera heen gaat
d. de montage van een film

19. Wat is een film noir?


a. een film waarbij het verhaal gaat over de strijd tussen goed en kwaad
b. een film waarbij het vooral gaat over de gevoelens van de personages
c. een film waarbij de personages vooral in komische situaties terecht komen
d. een film waarbij de hoofdpersoon buiten zijn schuld in moeilijkheden geraakt
20. Wat is de taak van een regisseur? De regisseur:
a. maakt het aangeboden verhaal geschikt voor verfilming
b. brengt de film uit. Regelt geld en stelt een producent aan
c. is de leider en vormgever van de film
d. zorgt voor een optimale beeldregistratie
21. Nederland behoort wat dans betreft tot de toonaangevende landen. Hoe vaak heb jij
een dansvoorstelling bijgewoond?
a. minder dan 2
b. tussen de 3 en 5
c. tussen de 5 en 7
d. meer dan 7
22. Met welke danstechniek heb je het meeste te maken gehad?
a. klassiek ballet
b. moderne dans
c. showballet
d. geen
23. Een bekende choreograaf is Hans van Maanen. Wat is een choreograaf?
a. een dansleraar
b. een danser die de hoofdrol vervult
c. de balletmeester van een dansgezelschap
d. de ontwerper va een ballet of dansvoorstelling
24. Waarom krijgt een danser na z’n 38e vaak geen contract meer?
a. omdat hij er dan niet meer aantrekkelijk uit ziet
b. omdat hij dan niet meer in staat is om de nodige lichamelijke inspanning te
leveren
c. omdat hij dan te duur wordt in vergelijking met jonge dansers
d. omdat hij de moderne hedendaagse dansen niet kan uitvoeren

!3
25. Wat verstaan we onder absolute dans?
a. een bewegingsconstructie zonder verhaal of uitdrukking van stemming
b. een bewegingsconstructie met uitdrukking van stemming
c. een bewegingsconstructie met verhaal
d. een dans met een diepere betekenis
26. Hoeveel boeken lees je per jaar?
a. tussen de 6 en 10 per jaar
b. meer dan 10 per jaar
c. tussen de 3 en 6 per jaar
d. minder dan 3 per jaar
27. Welke mening ligt het dichtste bij jou?
a. lezen is leuk, het is het liefste wat ik doe
b. lezen is leuk, maar er zijn andere dingen die ik liever doe
c. lezen is niet altijd even leuk, het ligt aan waar het over gaat
d. lezen is een noodzakelijk kwaad, ik doe het liever niet

28. Welke van de onderstaande boeken ken je of heb je wel eens gelezen?
a. Robinson Crusoe, van Daniel Defoe
b. De Bijbel
c. De Koran
d. Odyssee, van Homerus
e. De Duivelsverzen, van Salman Rushdie
f. Don Quichot, van Miquel de Cervantes
g. Het proces, van Franz Kafka
h. Misdaad en Vrede, van Dostojevski
i. De negerhut van oom Tom, van Harriet Beecher Stowe
j. Max Havelaar, van Multatulli
k. Het dagboek van Anne Frank
l. De naam van de Roos, van Umberto Eco
m. De drie musketiers, van Alexander Dumas
n. Oorlog en vrede, van Tolstoj

29. Welke ervaring heb je met theater?


a. geen
b. ik heb meegedaan aan schooltoneel
c. ik ben lid van een toneelvereniging
d. ik ga regelmatig naar toneelvoorstellingen kijken
30. Onder theater verstaan we verschillende genres: toneel, cabaret, mime, opera,
operette en musical. Hoe vaak ben jij al eens naar een theatervoorstelling geweest?
a. meer dan 10 keer
b. tussen de 5 en 10 keer
c. tussen de 1 en 5 keer
d. nog nooit
31. Welke mening past het beste bij jou?
a. theater is onzin, ik begrijp niet dat iemand er geld voor over heeft
b. theater is er vooral om je te amuseren
c. theater wil het publiek iets zeggen en geeft je inzicht in jezelf en de wereld om je
heen
d. theater vind ik zo belangrijk dat iedereen er kennis van moet nemen

!4
32. Wat is een mise-en-scène?
a. een mislukt toneelstuk
b. de beweging van acteurs over het toneel en de manier waarop ze in de
verschillende scènes een plaats hebben ten opzichte van elkaar
c. een theatervorm, waarbij er geen sprake is van een vast toneel, maar waar de
acteurs op een buitenlocatie spelen
d. een theatervoorstelling, waarbij de acteurs zonder tekst maar door middel van
bewegingen duidelijk maken wat er wordt uitgebeeld
33. Welke cabaretiers ken je?
a. Wim Sonneveld
b. Wim Kan
c. Toon Hermans
d. Youp van ’t Hek
e. Freek de Jonge
f. Herman Finkers
g. Birgitte Kaandorp
h. Waardenberg en de Jong
i. Hans Teeuwen
j. Hans Liberg
k. Harry Jekkers
34. Welke muzieksoort weet je te waarderen ?
a. alle soorten muziek. Afhankelijk van mijn stemming en de omstandigheden
waarin ik me bevind
b. voornamelijk klassieke muziek, maar ook wel pop
c. voornamelijk popmuziek, maar soms ook wel jazz of klassiek
d. alleen hedendaagse popmuziek

35. Hoe vaak ben je wel eens naar een concert geweest?
a. meer dan 10 keer
b. tussen de 5 en 10 keer
c. tussen de 1 en 5 keer
d. nog nooit

36. Welke jazz-stijl hoort bij de volgende omschrijving:


“Eén van de belangrijkste bronnen van de huidige jazz, maar ook van popmuziek. De
melancholische liederen gaan over problemen in de liefde en over eenzaamheid.”
a. rock-jazz
b. dixieland
c. cool-jazz
d. blues
37. Welke mening past het beste bij jou?
a. muziek is er alleen om een bepaalde stemming op te roepen
b. goede muziek moet een melodie hebben
c. goede muziek heeft me iets te vertellen
d. de meeste muziek doet pijn aan mij oren, geef mij maar het fluiten van een vogel
38. Wie is/was Johan Sebastiaan Bach?
a. een Duitse Schlagermuzikant (Schlager=Duitse smartlap)
b. een Duitse componist ten tijde van de Late Middeleeuwen
c. een Italiaanse componist met een Duitse naam, vooral bekend van opera’s
d. een Duitse Barokcomponist, bekend van ingewikkelde composities
39. Ken je de cultuur van buiten Europa door eigen ervaring (op vakantie)?
a. ja, van 3 of meer continenten
b. ja, van 2 continenten
c. ja, van 1 continent
d. nee, nog nooit

!5
40. De Borobudur is:
a. een hindoeïstische tempel in India
b. een boeddhistische tempel in Indonesië
c. een boeddhistische tempel in Japan
d. een taoïstische tempel in China

Je bent nu klaar. Omcirkel nu hieronder jouw antwoorden nog eens en bereken je score.
Je score bepaald je instapniveau van CKV1. Geef dit door aan je CKV1docent de volgende
keer.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
a=4 a=2 a=0 a=0 9-12= 4 a=4 a=1 a=0 a=4 a=4
b=2 b=4 b=1 b=1 6- 8 = 2 b=2 b=2 b=0 b=2 b=1
c=1 c=0 c=2 c=2 3- 5 = 1 c=1 c=4 c=4 c=1 c=2
d=0 d=1 d=4 d=4 0- 2 = 0 d=0 d=0 d=0 d=0 d=0
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
a=1 a=1 a=4 a=0 a=0 a=0 a=0 a=4 a=1 a=1
b=0 b=2 b=0 b=2 b=4 b=1 b=1 b=2 b=2 b=0
c=2 c=4 c=1 c=1 c=2 c=1 c=2 c=0 c=0 c=4
d=4 d=0 d=2 d=4 d=1 d=2 d=4 d=1 d=4 d=2
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
a=0 a=4 a=1 a=1 a=4 a=2 a=4 10-14= a=0 a=4
b=1 b=2 b=0 b=4 b=1 b=4 b=2 4 b=1 b=2
c=2 c=1 c=2 c=2 c=0 c=1 c=1 6- 9 = 2 c=2 c=1
d=4 d=0 d=4 d=0 d=2 d=0 d=0 3- 5 = 1 d=4 d=0
0- 2 = 0
31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
a=0 a=0 9-12= 4 a=4 a=4 a=1 a=1 a=0 a=4 a=1
b=1 b=4 6- 8 = 2 b=2 b=2 b=0 b=2 b=2 b=2 b=4
c=2 c=2 3- 5 = 1 c=1 c=1 c=2 c=4 c=1 c=1 c=2
d=4 d=1 0- 2 = 0 d=0 d=0 d=4 d=0 d=4 d=0 d=0

Op de volgende bladzijde geeft een schema je hulp bij de berekening.

….x 4 punten = Uitslag kunstautobiografie

….x 2 punten = 120-140 categorie A = hoge score, je zult dit vak wel leuk vinden.
punten Hoewel je al veel weet en je al veel ervaring hebt valt er nog
….x 1 punt = veel te ontdekken en te beleven. Kies niet te makkelijk
51-119 categorie B = gemiddelde score, je zult dit vak als zinvol
punten ervaren, omdat je nog veel te ontdekken hebt. Je weet al
aardig wat, maar een beetje meer kennis kan geen kwaad.
Informeer je goed bij je keuzes.

totaal aantal 0-50 punten categorie C = lage score, dit vak is hard nodig voor jou, ook
punten = al kijk je daar op dit moment anders tegen aan. Aan het einde
van dit jaar heb je er een hoop bijgeleerd. Kies niet te
moeilijk!

Geef de puntentelling door aan je docent. Hij zal dan beter in staat zijn je te adviseren bij de
keuzes van de culturele activiteiten.

!6
!7

You might also like