Geography Summary Chapter 8

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

Is ons landschap piepjong of stokoud?

 Het heelal is 14,6 miljard jaar oud


 De aarde is 4,6 miljard jaar oud
 Kwartair: - Pleistoceen: Vroeg-Pleistoceen, Midden-Pleistoceen, Laat-Pleistoceen
- Holoceen: Vroeg-Holoceen, Midden-Holoceen, Laat-Holoceen
 Het Nederlandse landschap is ongeveer 2,5 miljoen jaar oud

Waarom is het zandlandschap nergens vlak?


 Zandlandschap is gevormt tijdens de ijstijd in het Pleistoceen
 Een ijstijd ontstaat als de gemiddelde temperatuur 3 of 4 graden zakt
 150 000 Jaar geleden was er tijdens het Midden-Pleistoceen een ijstijd
 Het noorden van Nederland lag toen onder een ongeveer 100 meter dikke ijslaag
 Het ijs schoof grote hoeveelheden zand en grind als een enorme bulldozer vooruit zo
ontstonden er stuwwallen die meer dan 100 meter hoog zijn
 Geologie gestudeert het ontstaan van het natuurlandschap.

 Glaciale afzettingen  keileem en zwerfstenen


 Eolische afzettingen  vrij grof en zwaar dekzand
 Marine afzettingen  zand, klei, zout en kalk
 Fluviatiele afzettingen  stenen, grind, zand en klei
 Organogeen afzettingen  veen, bruinkool, steenkool

Waarom is het Krijt-lösslandschap zo on-Nederlands?


 In het Laat-Pleistoceen heerste in Nederland een guur en droog toendraklimaat
 Noordzee en de Oostzee waren droog, onbegroeid en lagen bezaaid met sedimenten
 IJzige noordenwinden waaide daaruit het fijnere sediment weg naar het zuiden
 Het werd neergelegd in de luwte van de Limburgse heuvels; aanwezigheid van vegetatie
hielp bij het vasthouden van de löss
 Het Krijt-lösslandschap bestaat uit vlakke, hooggelegen plateaus

 Carboon  steenkoollagen, ontstaan in een moerassige situatie  fossielen van planten


 Krijt  kalksteen, ontstaan in zee uit kalkskeletten fossielen van zeedieren

Waarvan leeft laagveen?


 Veen ontstaat in moerassige omstandigheden  afgestorven planten vergaan niet onder
water  stapelen zich op tot veen

 Laagveen is opgebouwd uit waterplanten of planten die leven van grondwater


 Laagveen ontstaan in moerassige wadvlakte in het Midden-Holoceen
 Laagveen ligt ook nu nog in Laag-Nederland

 Veenpolders: ontwatering  inklinking  inpoldering nodig


 Veenplassen: veel laagveen is weggebaggerd voor winning van turf.
Kan hoogveen leven van de lucht?
 Vroeger was een groot deel van Noord- en Oost-Nederland één uitgestrekt hoogveengebied
 Gedroogt veen (turf) is heel goed geschikt als brandstof

 Hoogveen ontstont in het Vroeg-Holoceen in Hoog-Nederland  ging hele Holoceen door 


zeer dikke veenlagen
 Hoogveen is opgebouwd uit planten die leven van het regenwater (veenmos)  grote
horizontale en verticale uitbreiding mogelijk
 Hoogveen ligt meestal boven op laagveen
 Hoogveen ontstaat in gebieden met slechte afwatering

 Natuurgebieden: turf steken voor brandstof  weinig hoogveen over  restanten


beschermd
 Afgegraven hoogveen  dalgrond  akkerbouw

Is zeeklei jong of oud?


 Zeeklei is een marien sediment: afgezet door zee
 Door het aanleggen van polders kan met zeekleigebieden geschermen tegen de zee en er de
waterstand regelen

Oude zeeklei
 Oude zeeklei is ontstaan in het Vroeg-Holoceen: rij van zandbanken op huidige kustlijn  bij
vloed overstroomt wadvlakte  sedimentatie oude zeeklei in rustig water.
Aan oppervlakte in droogmakerijen
 Oude zeeklei ligt (diep) beneder NAP  bemaling nodig

Jonge zeeklei
 Jonge zeeklei is ontstaan in het Laat-Holoceen: aaneengesloten strandwal doorbroken in N
en ZW  sedimentatie jonge zeeklei bij afnemende stroomsnelheid
 Jonge zeeklei ligt meestal iets boven NAP  afwatering via spuisluizen
 Jonge zeeklei is ingepolderd  zeepolders

Hoe bouwen rivieren een landschap op?


 Rivieren hebben een boven-, midden-, en benedenloop
 Rivieren worden verdeeld in regen-, gletsjer-, en gemengde rivieren

 Gemengde rivieren hebben het meest regelmatige regiem


 Regiem  schommeling in de waterafvoer van een rivier in de loop van het jaar

Rivierlandschap wordt gevormd door


 Afbraak (erosie) in middenloop (Limburg): Groot verval  insnijding  terrassenlandschap
 Opbouw (fluviatiele sedimenten) in benedenloop:
- Vroeger: rivieren niet bedijkt  overstromingen  oeverwallen en komgronden
- Na bedijking (zomer en winterdijken) alleen sedimentatie op uiterwaarden
- Bij dijkdoorbraak  ontstaal wielen
Waarom is het duinlandschap zo bijzonder?
 De duinen langs onze kust bestaan uit hoge jonge duinen (Laat-Holoceen); die liggen
plaatselijk op lagere oude duinen (Midden-Holoceen)

Duinen vormen een bijzonder landschap


 Zes voorwaarden nodig voor duinvorming: flauw hellende zeebodem, zand, getij, wind, zon
& plantengroei
 Opbou duinlandschap: nat strand  vloedmerk  droog strand  zeereep  jonge duinen
(met duinpannen)  oude duinen
 Functies duinen: zeewering, natuur, recreatie, drinkwater

Woorden
 Natuurlandschap  landschap dat gevormd is door natuurkrachten
 Plateaus  hooggelegen vlak gebied
 Turf  gedroogd veen
 Dalgrond  Grond die bestaat uit een mengsel van bonkveen en dekzand
 Polders  door dijken omgeven gebied waar de waterstand kunstmatig kan
worden geregeld
 Droogmakerijen  polder die is ontstaan door het droogleggen van een veenplas of
een deel van de zee
 Zeepolders  polder die ontstaat door het inpolderen van een door zee
aangesllibd stuk land
 Verval  hoogteverschil tussen twee punten in een rivier
 Oeverwallen  rug langs een rivier ontstaan door afzettingen van zandig
materiaal bij een overstroming van een rivier
 Komgronden  laaggelegen gebied tussen de oeverwallen van rivieren, bestaande
uit zware rivierklei
 Uiterwaarden  strook land langs een rivier tussen bedding en winterdijk, dat bij
hoge waterstand onderloopt
 Wielen  diepe, ronde plas die ontstaan is bij een doorbraak van een
rivierdijk
 Getij  afwisseling van eb en vloed
 Zeereep  zeewerende duinenrij direct aan de kust
 Cultuurlandschap  landschap dat hoofdzakelijk is gevormd door menselijk activiteiten

You might also like