Men zegt wel eens dat het innerlijke belangrijker is dan het uiterlijke, dat het helemaal niet uitmaakt of je mooi of lelijk bent. Een mooi gezicht, een slank figuur, wat ben je ermee? Een goed hart en een oprecht karakter, dat zijn de zaken die tellen, zaken waar je ver mee komt in het leven. Uiteraard hebben de mensen die dit zeggen gelijk, maar toch niet helemaal. Want kan je zomaar zeggen dat het uiterlijk onbelangrijk is?
Is het uiterlijk belangrijk? Maken we bewust of onbewust een onderscheid tussen
mooie en lelijke mensen? Vragen die al veel psychologen en wetenschappers hebben proberen te beantwoorden, vragen die al meerdere keren onderzocht zijn. Zoals gewoonlijk spreken verschillende onderzoeken elkaar soms tegen, de ene zegt dat het belangrijk is, de andere zegt van niet. Nu wat is het juiste antwoord op deze vragen? Dat is wat wat we nu gaan onderzoeken.
Om deze vragen te onderzoeken kregen 75 mannelijke studenten foto's van vrouwen
te zien. Sommigen waren heel aantrekkelijk, anderen minder. Ze kregen de opdracht er iemand uit te halen voor wie ze graag een van de volgende dingen zouden doen: meubels versjouwen, geld uitlenen, bloed geven, een nier afstaan, anderhalve kilometer zwemmen om haar te redden, haar uit een brandend gebouw halen of zelf zich op een door een terrorist geworpen handgranaat werpen. In een ander onderzoek moesten proefpersonen een gesprek voeren met een psychologe. Midden in het gesprek kwam een collega de psychologe storen en deze vroeg de gesprekspartner haar even te willen verontschuldigen. Het doel van dit onderzoek was om te zien hoe de aantrekkelijke mensen reageerden op het feit dat ze moesten wachten en hoe de minder aantrekkelijke mensen hierop reageerden. In ons laatste onderzoek kregen mensen foto's te zien van mannen en vrouwen die in uiterlijk varieerden van erg knap tot beneden gemiddeld. De onderzoekers vertelden dat ze in opleiding waren voor een beroep dat slecht, gemiddeld of goed werd betaald (kelner, onderwijzer of arts). De onderzoekers vroegen aan de proefpersonen met wie ze graag een kop koffie zouden drinken, naar bed zouden gaan of zouden willen trouwen.
De resultaten waren echter niet verrassend.
Bij het eerste onderzoek bleek dat mannen bereid waren om bijna alles te doen voor een mooie vrouw, terwijl ze voor een lelijke vrouw maar weinig zouden doen. Het tweede onderzoek toonde aan dat aantrekkelijke personen gemiddeld drie minuten wachtten en dan aandacht begonnen te eisen. Minder aantrekkelijke personen wachtten negen minuten. De twee groepen taxeerden hun eigen assertiviteit gelijk. Aantrekkelijke personen vonden gewoon dat ze recht hadden op een betere behandeling. Bij het laatste onderzoek hadden de vrouwen uiteraard een voorkeur voor de aantrekkelijke mannen met een goed betaalde job. Artsen daarentegen met een gemiddeld of zelfs onaantrekkelijk uiterlijk kregen dezelfde waarderingen als erg aantrekkelijke onderwijzers. Status compenseerde hun uiterlijk. Andersom was dat niet zo. Onaantrekkelijke vrouwen waren niet gewild, ongeacht hun maatschappelijke positie. Je kunt dus wel zeggen dat deze onderzoeken duidelijk aantonen dat het uiterlijk wel degelijk belangrijk is in onze maatschappij. Het is natuurlijk zo dat dit niet altijd geldt. Andere onderzoeken tonen bijvoorbeeld aan dat op het platteland het uiterlijk minder uitmaakt dan in een stad, aangezien je op het platteland minder keuze hebt tussen de mensen met wie je wilt omgaan. Ook is bewezen dat knap uitziende mensen bij een woordenwisseling vaker gelijk krijgen en anderen gemakkelijker van hun zienswijze weten te overtuigen. Hierbij speelt ook mee dat aantrekkelijke mensen sociaal meer op hun gemak zijn en meer neigen tot assertief gedrag.
Mooiheid is iets wat in verschillende culturen voorkomt en in elke cultuur bestaat er
een andere bepaalde voorkeur voor gezichten met bepaalde kenmerken. In onze cultuur zijn dat grote ogen, een klein ondergezicht met fijne kaken en een relatief kleine kin. Bij de mannen vallen dan weer brede kaken in de smaak. Ook is bewezen dat in de westerse cultuur mannen hun voorkeur voor blonde vrouwen waar is. Het blijkt alleen niet de haarkleur te zijn die ze prikkelt, maar ook het besef dat bij blond haar een lichte huid hoort. Die toont aanwijzingen voor seksuele belangstelling en opwinding (blozen en vlekkerigheid) eerder. Hersenonderzoeker Ramachandran veronderstelt dat mannen in de Oudheid lichthuidigen kozen, omdat die het minst in staat waren hen te bedotten, en dat wat toen biologisch gunstig was, is uitgegroeid tot een esthetische voorkeur. Het is dus werkelijk zo dat onze voorkeur dat we nu hebben voor bepaalde vrouwen, al bepaald is in de oudheid. Alleen zijn de redenen anders. In de oudheid koos men vrouwen omwille van de voortplanting, men koos de vrouw met wie de beste kans hadden. Vrouwen met een gave huid, glanzend haar, een gewelfde taille en een symmetrisch lichaam waren toen het populairst. Ook nu zijn vrouwen met die eigenschappen zeer populair bij het mannelijke geslacht. Het is wel vrij duidelijk dat we kunnen concluderen dat het uiterlijk wel degelijk belangrijk is. Misschien hecht niet iedereen er evenveel belang aan, toch is het nog altijd in eerste instantie de meerderheid dat afgaat op het uiterlijk van personen en niet op het innerlijke, vooral dan de mannen. Dit wil wel niet zeggen dat een gebrek aan schoonheid niet gecompenseerd kan worden door een stem, een geur of een mooi karakter. De Amerikaanse psychologe Nancy Etcoff zegt wel dat we ons niet moeten vervloeken als we eerder neigen om om te gaan met aantrekkelijke mensen, zo zijn we nu eenmaal geprogrammeerd. We moeten ons daar niet tegen verzetten, maar de impuls toelaten.
Onderzoeksstructuur 1)Wat wordt er onderzocht?
2)Hoe wordt het onderzocht? 3)Wat zijn de resultaten? 4)Wat is de conclusie