De Kogelmolen

Cement afmalen

Michel Baas
Taaknummer 15 • VaPro B • 2 November 2008

1
Opdracht
In deze opdracht was het aan mij de taak om verslag te doen omtrent de kogelmolen binnen het systeem ML 4910 van ENCI
IJmuiden. Ik heb zoals aan mij is gevraagd specifiek verslag gedaan over de volgende onderwerpen:

Het doel van kogelmolen KM 4910 binnen het proces van ENCI IJmuiden

De opbouw

De onderdelen

De principewerking

De capaciteit

De eenheidsbewerkingen die plaatsvinden binnenin de kogelmolen

De verschillende typen molens in de cement- en mineralen-industrie.

2
Inhoudsopgave

Inleiding 4

Opbouw 5

Werking 6

Ander type molen 7

3
 Inleiding
introductie.
Bij ENCI IJmuiden heeft kogelmolen 9, gebouwd door FLSmidth en
neergezet in 1979, de functie om de ingezette grondstoffen tot cement af
te malen.

Dit cement wordt hier afgemalen tot de gewenste Blaine waarde, zoals in
het recept als streefwaarde vermeld staat, dit om aan de kwaliteitseisen
en de druksterktes te voldoen.

Er moet sprake zijn van een homogene verdeling van de drie gemalen
grondstoffen, dit is van belang voor een goede reactie van het cement op
het moment dat het als betonmortel verwerkt wordt.

4
Opbouw
Kogelmolen 9 is 16,8 meter lang en
heeft een diameter van 5,2 meter, de
glijringen van de molen hebben een
diameter van 5,4 meter. De molen heeft
een maalcapaciteit van 320 t/h en wordt
via een tandwielkast door een 6400 kW
elektromotor centraal aangedreven.
Deze kogelmolen heeft één kamer, de
binnenkant is voorzien van slijtvaste
pantserbeplating.
De maalkogelvulling bestaat uit stalen
kogels variërend in diameter van 17 mm
tot 50 mm. De molen heeft een
zelfsorterende wandbeplating deze
zorgt voor een sortering van de kogels
in klasse van grootte. Een goede
klassering verbetert de maalwerking. De
grotere kogels liggen richting de
inloopwand en de kleinere kogels aan
de uitloopwand.
Het molenlichaam bestaat uit een
horizontale buis en aan beide uiteinde
een glijring. De molen wordt centraal
aangedreven, de molen heeft een
uitloop-conus, een pijp, met grote
openingen voor de afvoer van het
materiaal en de ventilatielucht. Deze
conus is vastgelast aan het cilindrische
deel van de uitloopwand, deze conus
heeft aan het uiteinde een as dat
gekoppeld is aan de centrale
aandrijving.
Het molenlichaam heeft zes mangaten.
Iedere glijring draait in een lager van
twee zelf-stellende glij-schoenen. Een
van de glijschoenen aan de
aangedreven kant van de molen staat
vast
in axiale richting; de andere glij-
schoenen worden ondersteund door
rollen op zware bed-platen om lineaire
thermische uitzetting en krimping van
het molenlichaam toe te laten.
De molen draait rond met een bepaald
toerental. De molen mag niet te snel
draaien, bij een te hoog toerental zullen
de kogels door de centrifugale kracht
als het ware aan de wand blijven kleven.
Omdat ze dan niet meer naar beneden
vallen of over elkaar heen glijden wordt
het materiaal niet meer bewerkt door
slag- en wrijfwerking. Overigens zal het
te malen materiaal dan ook aan de
wand gaan kleven. Het toerental waarbij
kleven plaatsvindt wordt het kritisch
toerental genoemd. Het toerental van
kogelmolen 9 is 14,1 RPM, het kritisch
toerental van kogelmolen 9 is 18,8
RPM.
De molen is gevuld met een bepaalde
hoeveelheid kogels. Te weinig kogels
verminderen de trefkans van de vallende
kogels op het te malen materiaal. Ook
zal de wrijvingswerking minder zijn bij
eenzelfde hoeveelheid inzet. Het malen
zou hierdoor veel te lang duren.
Bij teveel kogels in de molen wordt de
hoogte, waarvan de kogels weer naar
beneden vallen te klein, waardoor het te
lang duurt voor de korrels stuk gaan.
De juiste vullingsgraad is ook afhankelijk
van de deeltjesgrootte. Het is gebleken
dat bij 70-80% van het kritisch toerental
en met een vullingsgraad van 22-36%
de maalwerking optimaal is. Kogelmolen
9 draait met 75% van het kritisch
toerental en heeft een vullingsgraad van
22%.
Ook belangrijk is de hoeveelheid te
malen grondstoffen. Te weinig
maalgoed geeft teveel slijtage aan de
molenwand en de kogels. Teveel
maalgoed geeft een vermindering van
de slagwerking van de kogels. Deze
worden dan gedempt in een bed van
maalgoed en de wrijfwerking zal
drastisch verminderen.
5
Werking
De te malen grondstoffen, inclusief de
retourstroom, worden bij de inloop
toegevoerd. De grondstoffen worden
verkleind door een combinatie van
wrijving en slagwerking. Slagwerking
houdt in dat de kogels tot een bepaalde
hoogte door de molenwand worden
meegenomen en vervolgens op het
maalgoed vallen. Wrijfwerking betekent
dat de deeltjes fijn gewreven worden
tussen de kogels onderling en tussen
de kogels en de molenwand.
Verder vindt binnen de kogelmolen
vermenging en dus homogenisering van
de grondstoffen plaats.
Het cement wordt via de eindwand naar
de uitloop getransporteerd. Deze
eindwand bestaat uit een zeefwand
waartussen schoepen zijn aangebracht.
De in de eindwand aanwezige
schoepen voeren het materiaal bij het
draaien naar de middenopening van de
wand.
toegevoerd door de reeds voorgemalen
grondstoffen.
Om de cementtemperatuur onder een
bepaalde waarde te houden moet er in
het molenlichaam gekoeld worden. Dit
gebeurd door middel van
waterinspuiting, ingebracht door een
stuffingbox. Water wordt door middel
van perslucht het molenlichaam
ingespoten. De gevormde waternevel
verdampt direct en onttrekt daardoor
warmte aan het cement. De gewenste
temperatuur is ingesteld op een
cementtemperatuur van 115 °C.
Om de maalcapaciteit van een molen te
verhogen wordt gebruik gemaakt van Om een goede en constante kwaliteit te
het vloeibare maalhulpmiddel XEU. Dit is verkrijgen dient het maalproces zo
een vloeistof dat met de grondstoffen in constant mogelijk te verlopen met de
de mollen wordt gebracht. Deze juist ingestelde waarden.
vloeistof zorgt voor een betere
maalwerking en daardoor voor een
grotere maalcapaciteit, tevens heeft
XEU een positief effect op
de druksterktes.
In de molen wordt
tijdens het malen
veel warmte
ontwikkeld.
Deze warmte
ontstaat door de
wrijving van de
kogels
onderling, en de
kogels met de
grondstoffen en de
kogelwand. Ook
wordt er warmte
6
Ander type molen
Naast de kogelmolen en de rollenpers, is er nog een belangrijke type molen dat in de cement- en mineralen-industrie veel toegepast
wordt, namelijk de verticale molen, eigenlijk vergelijkbaar met de windmolens van vroeger in de polder.

Deze molen bestaat simpel gezegd uit een slijtvaste maaltafel met daarin een maalspoor waar de rollers onder druk overheen rollen, in
het maalspoor van de maaltafel wordt een materiaalbed ingevoerd, door de druk die de rollers uitoefenen op het materiaal zullen de
deeltjes elkaar onderling verpulveren. Deze molens zijn uitgevoerd met een ingebouwde separator dat direct in een open verbinding
boven de maalkamer is geplaatst, hierdoor is het tevens mogelijk om nat product direct te drogen. Een variant hierop is een molen
waarbij de stationaire rollers vervangen zijn door vrij-beweegbare grote kogels en de maaltafel door twee ringen, dit kun je zien als een
soort kogellager alleen dan bedoeld om het ingevoerd materiaalbed tussen de kogels en ringen te verpulveren.

Ook de verticale molen is net als de rollenpers energie efficiënter, doordat hier sprake is van inter-particle grinding, iets dat in een
kogelmolen niet gebeurd. In een kogelmolen wordt een deeltje alleen verkleind wanneer deze direct in contact komt met twee kogels
of tussen een kogel en de wandbeplating.