Professional Documents
Culture Documents
TN6 Bijlage XRF-technologie
TN6 Bijlage XRF-technologie
TN6 Bijlage XRF-technologie
9 mei 2008
Wanneer een
versnellende foton in
botsing komt met een
atoom, zal het een
elektron uit een van de
lagere schillen
verstoten. Een
elektron uit een
hogere schil schiet
meteen naar het
lagere energieniveau,
waardoor zijn
overschot aan energie
vrij komt in de vorm
van een
Röntgenfoton.
De inhoud van dit document is voor een substantieel deel gebaseerd op verkregen
documentatie van PANalytical B.V. Van zowel de informatie en illustraties uit deze
(Engelstalige) documentatie is dankbaar gebruik gemaakt om tot een samengevatte
én duidelijke Nederlandstalige beschrijving van XRF-technologie te komen.
Rayleigh verstrooiing
Principewerking van XRF Fluorescentie
Compton verstrooiing
Bij XRF, bestralen Röntgenstralen geproduceerd door een
Röntgenbuis het monster. De elementen aanwezig in het
monster zullen fluorescente Röntgenstraling uitstralen met
los van elkaar staande energieniveaus (gelijkwaardig aan
kleuren in zichtbaar licht) die karakteristiek zijn voor de
elementen. Een ander energieniveau is gelijkwaardig aan een
andere kleur. Door het meten van de verschillende
energieniveaus (vaststellen van de kleuren) van de straling
uitgestraald door het monster is het mogelijk om om de
aanwezige elementen vast te stellen. Deze stap word
kwalitatieve analyse genoemd. Door het meten van de Doorgelaten Röntgenfotonen
intensiteit van de uitgestraalde energieniveaus (kleuren) is het
mogelijk om vast te stellen hoeveel van ieder element in het
monster aanwezig is. Deze stap wordt kwantitatieve analyse
genoemd.
Karakteristieke foton
De afbeelding hierboven laat zien dat een hogere energie
Inkomende foton
amper wordt geabsorbeerd en tot een lagere fluorescentie
resulteert. Als de energie van de fotonen lager is en dichter
bij de bindingsenergie van de K-schil elektronen komt, zal
meer en meer van de straling worden geabsorbeerd. Het
hoogste resultaat wordt bereikt wanneer de energie van de
fotonen net boven de bindende energie van het te verstoten
elektron zit. Als de energie lager is dan de bindende
energie, is er een sprong of omslag te zien: de energie is te
Uitgestoten elektron laag om elektronen te verstoten van de corresponderende
Dit resulteert in een ‘gat’ in een schil, in de illustratie een schil, maar te hoog is om elektronen te verstoten uit de
gat in de K-schil met tot gevolg dat het atoom in een schillen met een lagere energie. De illustratie toont de K
onstabiele staat verkeert met hogere energie. Het gat in de omslag corresponderend tot de K schil, en drie L omslagen
schillen wordt ook wel genoemd als de aanvankelijke leegte. corresponderend met de L₁, L₂ en L₃ schillen.
Het atoom wil de oorspronkelijke configuratie herstellen,
Niet alle aanvankelijke leegtes gecreëerd door de
en dit wordt bewerkstelligd door het opnemen van een
inkomende straling produceren fluorescente fotonen.
elektron van een buitenschil zoals de L-schil naar het gat in
Emissie van een Auger elektron is een ander proces dat kan
de K-schil. Een L-schil elektron heeft een hoger
plaats vinden. De fluorescente opbrengst is de ratio van de
energieniveau dan een K-schil elektron, en wanneer een L-
uitgestraalde fotonen en het aantal aanvankelijke leegtes.
schil elektron is opgenomen in de K-schil, het
De afbeelding hieronder toont de fluorescente opbrengst
energieoverschot kan worden uitgestraald als een
voor de K en L lijnen als een functie van het
Röntgenfoton. In een spectrum, is dit te zien als een lijn.
atoomnummer Z. De afbeelding laat duidelijk zien dat de
De energie van de uitgestraalde Röntgenstralen is
opbrengst laag is voor de veel lichtere elementen,
afhankelijk van het verschil van energie tussen de schil waar
verklarend waarom het zo moeilijk is om deze elementen te
aanvankelijk het gat bevond en de energie van de elektron
meten.
dat het gat vult (in de illustratie, het verschil tussen het
energieniveau van de K en de L schil). Elk atoom heeft een
specifiek energieniveau, dus de uitgestraalde straling is
karakteristiek voor dat atoom. Een atoom straalt meer uit
dan een enkele energie (of lijn) omdat verschillende gaten
kunnen worden geproduceerd en verschillende elektronen
deze kunnen vullen. De verzameling van uitgestraalde
lijnen is karakteristiek voor deze elementen en kun je
beschouwen als een vingerafdruk voor het element.
Om een elektron uit een atoom te verstoten, is het nodig
dat de Röntgenstralen een hoger energieniveau hebben dan
de bindende energie van het elektron. Als een elektron is
uitgestoten, zal de inkomende straling geabsorbeerd
Monster
WDXRF
spectrometer
Het basis concept
voor alle spectrometer
is een bron, een
monster en een
detectiesysteem. De
bron bestraalt het
Primaire
monster, en de
detector meet de collimator
straling afkomstig van Röntgenbuis
het monster.
Detector
Analyseer
kristal
Collimator:
Straling:
Optisch instrument voor het verkrijgen van een evenwijdige Straling is het uitzenden van energie als golven
lichtbundel. (elektromagnetische straling) of als deeltjes deeltjesstraling);
volgens hedendaagse kwantummechanische opvattingen is
Elektron:
hier overigens geen fundamenteel verschil tussen. Straling is
Een elektron is een negatief geladen elementair deeltje, dat energieoverdracht zonder dat er sprake is van direct contact.
deel uitmaakt van een atoom of zich vrij in de ruimte
bevindt. Als het zich in de ruimte bevindt, ondervindt het Verstrooiing:
(net als een ion) invloed van een elektrisch veld. Verstrooiing is een verschijnsel dat optreedt als een golf door
een materiaal heengaat, waarbij een gedeelte van de
Element:
invallende energie naar alle kanten wordt opgestuurd, dus
Een chemisch element (vaak ook kortweg element) is een verstrooid. De Engelse benaming is scattering, dit is dus niet
soort atoom die kan worden onderscheiden van andere hetzelfde als buiging of diffractie.
atomen door het aantal protonen in de atoomkern. Met
noemt dit het atoomnummer van het element. KeV:
De elektron-volt (afkorting eV) is een eenheid van energie,
Fluorescentie:
die vooral gebruikt wordt voor energieën en massa's van
Ook voor Röntgenstraling kan fluorescentie optreden, maar
subatomaire deeltjes. Eén eV is de energieverandering die
hier betreft het de binnenste, meest hecht gebonden
een vrij deeltje met een lading gelijk aan de elementaire
elektronen van zwaardere atomen. De energieverschillen zijn
lading ondervindt wanneer het in een elektrisch veld een weg
daar van de orde van enkele tot tientallen kilo-elektrovolts.
aflegt tussen twee punten die een onderling potentiaalverschil
Deze energieniveaus veranderen niet meetbaar als het atoom
van 1 volt hebben. Een elektron-volt is een zeer kleine
in een molecuul wordt opgenomen, dus kunnen deze
hoeveelheid energie.
fluorescentie-verschijnselen worden gebruikt om de soorten
atomen waaruit een monster bestaat te bepalen onafhankelijk
van de chemische verbindingen. Deze techniek heet
Röntgenfluorescentiespectrometrie .