Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 39

Over het ontwerpen van talen

Joannes Richter

Abstract
In all languages the simplest one-vowel words may have been designed to symbolize water, eternity
and matrimony. This may be considered as the initial phase for languages.
In Europe the purest form of language may be found in the least populated regions of the Cévennes
mountains, where the words, their declination and conjugations resisted most efficiently against
deterioration.
For Mediterranean languages the nominative singular (such as “iéu”) of the personal pronouns of
the first person usually correlates to the corresponding sky-god's name (such as “Diéu”), which in
Provencal language corresponds to the verbal expression “I say”.
The Mediterranean correlation however does not exist for Germanic languages. For Germanic
languages the nominative dual (such as “wit”) of the personal pronouns of the first person usually
correlates to the corresponding keywords (such as “to wit”, “Wotan” and “Tiw”). Germanic
philosophy has been based on the “wit”-cores, which may be correlated to the Greek “Nous”-
concept.
The Latin word videō (“I see” → “I understand”) may be considered as a shared foundation of
European philosophy if it really correlates to the Germanic “wit”-concept. The “wit”-concept did
not spread 1:1 into the neighboring Uralic, Baltic or Slavic languages, for which similar concepts
may have developed such as the “Jumala”-core.
The absence of dual forms seems to be restricted to the Mediterranean regions. Genuine dual forms
have been identified in Old-Greek, Germanic, Slavic, most Baltic and Sami languages. Traces of
dual forms may be found in the noi-variants of the Mediterranean personal pronouns and in the
Savoyard dialects.
This paper concentrates on the role of the nominative singular and dual forms for the personal
pronouns of the first person, which may have played a mayor role in the evolution of European
philosophy. Both northern and southern philosophical European concepts may have been linked by
the “videō” - “wit” (“I know”) - relation.

The Dutch version of this manuscript also documents special Dutch words, such as “wet” (“the
law”) and for instance “fit” (“fit”), “fut” (“vitality”) and “vot” (“vagina”).
As a Dutch topic in the Germanic “wit”-project this paper analyses which keywords may have been
derived from the Futhark-alphabet. For this purpose the relevant etymological information has been
derived from the Dutch Etymologiebank.
The quintessence of this research results in the claim that the Dutch words “wet” (“law”) and
“weten” (→ “witness”, “insight”, “to know”) have been derived from the Latin verb vidēre (‘to
see’).
Samenvatting
De meeste talen beschikken over primitieve 1-letter woorden, die meestal water, eeuwigheid en
eertijds belangrijke evenementen zoals het huwelijk symboliseren. Deze woorden stammen uit de
beginfase van de taal.
In Europa kan de zuiverste taalvorm waargenomen worden in de extreem dunbevolkte landstreken
zoals het departement Lozère en de Cevennen in het zuidoosten van Frankrijk, waar de woorden en
de vervoegingen en verbuigingen het langst onveranderd bewaard blijven.
In de mediterrane talen correleert het enkelvoudige nominatief (bijvoorbeeld “iéu”) van het
persoonlijke voornaamwoord van de eerste persoon meestal met de bijbehorende godennaam zoals
“Diéu”), die in de Provençaalse taal vertaald wordt als de uitdrukking “ik zeg”.
In de Germaanse talen bestaat deze correlatie niet. In plaats daarvan correleert het duale nominatief
(zoals bijvoorbeeld “wit”) van het persoonlijke voornaamwoord van de eerste persoon met de
bijbehorende sleutelwoorden zoals “wet”, “weten”, “Wodan” en “Tiw”). De Germaanse filosofie
baseerde op de “wit”-kernen, die overeenkomen met het Griekse “Noes”-concept.
Het Latijnse werkwoord videō (“inzien” → “weten”) kan als gemeenschappelijke basis van de
Europese filosofie worden beschouwd, als videō tenminste met het Germaanse “wit”-concept
correleert.
Het “wit”-concept is niet 1:1 op de naburige Oeraalse, Baltische on Slavische talen overgegaan,
waarvoor echter gelijkwaardige principes kunnen zijn toegepast zoals de “Jumala”-kern.
In grote delen van de Mediterrane regio's lijkt de dualis te ontbreken. Echte vormen van de dualis
worden gevonden in het oude varianten van het Grieks, Germaanse talen, Slavische, Baltische en
Sami-talen. Sporen van de dualis kan men eventueel waarnemen in de “noi”-varianten van de
Mediterrane persoonlijke voornaamwoorden en in de Savoyaardse dialecten.
Dit artikel beschrijft de rol van het enkelvoud en de duale vorm van het persoonlijk voornaamwoord
van de eerste persoon, die in de Europese filosofie een grote rol gespeeld hebben. De twee Noord-
en Zuid-Europese filosofieconcepten kunnen met elkaar samenhangen door de “videō” - “wit”
(“inzien – weten”) - link.
De Nederlandse versie van het manuscript documenteert ook de speciale Nederlandse woorden,
“wet” en bijvoorbeeld “fit”, “fut” en “vot” (vagina).
In het kader van het onderzoek naar het Germaanse “wit”concept is het interessant eens te
onderzoeken welke sleutelwoorden eenduidig wel of niet uit het Futhark-alfabet stammen. Daarbij
wordt gebruik gemaakt van de Nederlandse Etymologiebank.
De Kwintessens van dit onderzoek luidt: De Nederlandse woorden “wet” en het “weten” stammen
van het Latijnse woord vidēre (‘zien’).
Inleiding tot het ontwerpen van woorden
Eenvoudige woorden zoals Aa, Ae, Die, Ee, Ie, IJ
De meeste talen bevatten een aantal fundamentele woorden, die uit losse klinkers of korte reeksen
klinkers bestaan. Vaak betreft het daarbij beken, riviertjes of meertjes.
Voorbeelden van deze waterlopen en plassen zijn er in Nederland genoeg te vinden. Als
documentatie kan men webpagina's raadplegen zoals: Aa (44), Kleine Aa (5), Ae (14), Die (6), Ee
(11), Ie (1), IJ (7), waarin voor het kleine Nederland alleen al over 83 waterlopen en meertjes
beschikt. Een vergelijkbare inventaris vindt men in de Lijst met waterlopen en meren "Aa" in
Europa, inclusief de namen Aa, Aha or Ach.

Simpele woorden zoals â, ê, á, æ, ἀιών (eeuwigheid), ee (de echt)


Tot de algemene Europese klinkerswoorden behoren ook de categorieën eeuwigheid, wet 1 en de
echt, die de gemeenschappelijke Germaanse en Mediterrane talen veelal delen. Sommige van deze
woorden bevatten diverse klinkerscombinaties als symbool voor essentiële waarden zoals:
• â, ê, á, æ → aha → ahwa → aqua (“water”)
• æ, æw, eu (in Oud Engels: “law, scripture, ceremony, custom, marriage”);
• æ (in IJslands: “altijd”, “eeuwig”)
• ἀιών (aiōn), aevum, aiws (in het Gotisch: “levenslang”, “eeuwigheid”)
• æ, Ehe, ee (vertaald in het Engels, Duits, resp. Nederlands: “huwelijk”, de “echt”)
• æ: (dialect, Fjolde) “ik” (persoonlijk voornaamwoord voor de eerste persoon enkelvoud)
• æ: ik (persoonlijk voornaamwoord voor de eerste persoon enkelvoud) (dialect, meestal
waarneembaar in Trøndelag, in het noorden, westen en zuiden van Noorwegen).
• IAΩ (God)
• Εὔα (ʾÉva)
Deze woorden kunnen ook geïdentificeerd worden als klinkersreeksen of woorden die uit maximaal
7 letters lange reeksen verschillende klinkers bestaan: iau, ieu, iou, Iaoue, iaoue, Iehovah
(Ιεηωοuα). Meestal worden deze woorden fundamentele begrippen gebruikt als (1) persoonlijk
voornaamwoord van de eerste persoon enkelvoud, (2) water of (3) God.
Het woord iaoue is een dialectvorm van het Oud Franse woord iaue, ewe, euwe, egua (“water”), dat
afstamt van Latijn aqua (“water”) en als volgt wordt beschreven2:
• iâo (op het vasteland in de regio Normandië)
• iaoue f (Guernsey) water; (meervoud iaoux)
• ieau (Jersey)
• yo (op het Kanaaleiland Sark)
• iaoue douce (“zoetwater”)
Yah, Yaho, Iaô (Ιαω), Aïa, IAUE, Iaoue (Ἰαουέ), Iehovah (Ιεηωοuα3) behoren tot de Namen van
God, waarbij de volgorde van de klinkers ook kan variëren, zoals: IOA (ΙΩΑ)4
1 Wet, verwant met weten, en dit van den Idg. wt. wid = zien (vgl. Lat. videre = zien): wat men ziet, weet men. Zie
ook Wijten. T. Pluim (1911), Keur van Nederlandsche woordafleidingen
geciteerd in Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010), Etymologiebank, op http://etymologiebank.nl/
2 Source: Iaoue (f) (plural iaoux)
3 The Hermetic Codex: From „I Am that I Am“ and “I am not what I am”
4 For example, Severi of Antioch (465-538) wrote in his comments on John chapter eight that the Hebrew name of
God is IOA (ΙΩΑ). Furthermore, this name IOA (ΙΩΑ) is found in the sixth-century Codex Coislinianus. (source:
The Name Of God Yehowah. Its Story, by Gérard Gertoux)
De zuiverste Indo-Europese taal
De Provençaalse taal (Diéu = „I zeg“)
In een wedstrijd om de titel “Het zuiverste ontwerp van een taal” zou ik kiezen voor de
Provençaalse taal als het meest geperfectioneerde concept van alle talen.
Het concept baseert op het belangrijkste woord, dat volgens Morris Swadesh voor elke taal het ego-
pronomen5 “ik” moet zijn. Ik geef toe dat de overmatige aan het “ik” onbeleefd is, maar de eerste
mens moet een eenzame gestalte geweest zijn, die zich van de beleefdheid maar weinig
aangetrokken heeft.
De Provençaalse taal heeft de ideale vorm voor het ego-pronomen in de vorm van iéu zorgvuldig
bewaard. Daarnaast heb ik nog andere langere vormen van het ego-pronomen zoals Yiou 6
gevonden, maar die leverden geen beter verhelderende architectuur op.
Het ideale ego-pronomen benadrukt de drieledig gesegmenteerde woordvorm, die uit drie
verschillende, lange klinkers I, E en U bestaat. Deze klinkers vormen de basiskern voor de
Provençaalse taal. In het ego-pronomen iéu moeten de I, U en U lange, losstaande klinkers vormen,
die niet paarwijze tot een tweeklank (diftong)7 samengetrokken mogen worden.
In de meeste talen zijn de klinkers afgesleten, maar het Provençaals is een uniek voorbeeld van een
taal, die de sleutelwoorden iéu en Diéu als een onbeschadigd kleinood als een juweel heeft bewaard.
Een voorbeeld uit een woordenboek levert het volgende voorbeeld van het gebruik van (1)
Diéu (“ik zeg”) en (2) Dieu (“God”) in het dialect, dat men in Marseille (“Marsiho”)
spreekt:
1. Diéu (Marsiho) : dise – Diéu rèn d'aquéu cataclin-cataclan di ferramento di machino
(Gelu) – Je ne dis rien du bruit de ferraille des machines (165p22)8

2. que Diéu vous acoumpagne ! – que Dieu vous accompagne ! (163p193)


De regio, waar men deze kostbare woorden bewaart, wordt mijns inziens in het bergland gevonden,
waar de mensen langzaam spreken en en denken voordat zij een woord uitspreken. Langzaam
sprekende mensen zullen de taal niet zo snel verslijten als de snelle sprekers.
Een aanzienlijk deel van de Provence behoort tot hoogvlakte (Haute-Provence) van Frankrijk, die
duidelijk geringer bevolkt is dan de Basse-Provence.
In ruime zin strekt de Provence zich in het westen uit tot voorbij Nîmes (administratief
in Occitanie) en in het noorden tot het zuiden van de Drôme (Auvergne-Rhône-Alpes).
In de vijfde eeuw werd het door de Goten geregeerd. Dit duurde tot 536, toen de
Franken het veroverden. 9

Het Occitaans, historisch ook wel langue d'oc of Provençaals genoemd, is de verzamelnaam voor
een aantal nauw verwante streektalen. Een groot deel van de zuidelijke helft van Frankrijk tot het
Occitaanse taalgebied gerekend.

5 In dit artikel wordt het ego-pronomen als de enkelvoudige nominatief “ik” van het persoonlijke voornaamwoord van
de eerste persoon .
6 “Yiou” & “Dïou” in the dialect of Nimes
7 Diaeresis (linguistics), or hiatus, is the separation of adjacent vowels into adjacent syllables,
8 diciounàri - Dictionnaire provençal– B. de La Tour d'Auvergne
9 Provence (Frankrijk)
De blauwdruk, die men als het concept van een taal mag beschouwen, bestaat wellicht uit een aantal
regels, die in legenden worden bewaard. In het Provençaalse concept moet de legende een regel
hebben bevat waarin de Schepping door een eerste Woord van de Schepper is begonnen. De
eenvoudigste formule om de Naam van de Schepper the vormen bestaat uit een medeklinker “D”,
die door toevoeging van het ego-pronomen “iéu” tot een woord “Diéu” (“ik zeg”) werd gevormd.
Vervolgens kan deze formule ook voor andere woorden toegepast worden. De kernen voor deze
woorden bestaan uit individuele letters gevolgd door de “iéu”-verbuiging (“iéu”-conjugatie). De
volgende voorbeelden verduidelijken hoe dit mechanisme werkt10:
• “d” & “iéu” → “diéu” (“Ik zeg”)
• “s” & “iéu” → “siéu” (“Ik ben”)
• “r” & “iéu” → “riéu” (“Ik lach”)
• “v” & “iéu” → “viéu” (“Ik zie”)
De lastige uitspraakvoorschrift voor de “geïsoleerde” klinkers en de medeklinkers leidt natuurlijk
tot slijtage. Zelfs de verst afgescheiden Alpenregio's kunnen de afbraak van de taal niet verhinderen,
wat men aan de verbuigingen van “aller” (“gaan”), avoir (“hebben”) en “faire” (“maken”) kan
aflezen.
In het Provençaals is de perfecte verbuigingsvorm in de conditionele en grotendeels ook in de
imperfecte conjugaties bewaard gebleven, die wellicht het minst in gebruik zijn geweest en
daardoor misschien het meest bestand waren tegen de slijtage. Deze effecten worden door de
volgende tabel geïllustreerd:
English Français Verbe Marsiho Present Imparfait Conditionnel
to go Aller Ana vau anàvi anariéu
to have Avoir Ave ai aviéu auriéu
to say Dire Dire diéu disiéu diriéu
to be Etre Estre siéu èri sariéu
to make Faire Faire fau fasiéu fariéu
to laugh Rire Rire riéu risiéu ririéu
to see Voir Veire viéu vesiéu veiriéu
1: De verbuiging voor de eerste persoon enkelvoud voor enkel Provençaalse werkwoorden
een selectie uit het Excelsheet Conjugation Provencal Verbs (met ongeveer 90 werkwoorden)

De Naam van de Provençaalse God definieert zichzelf als “Ik zeg”.


De definitie van “s” & “iéu” → “siéu” (“Ik ben”) volgt hetzelfde patroon, waardoor men zich een
beeld kan vormen van de “woordschepping” en de schepping. Het “ik zeg” wordt gevolgd door de
op de Schepping volgende stap “ik ben”.
Ter hoogte van de Provençaalse taal verliest de taal de conjugatie van de geïntegreerde pronomina
“iéu” in de verbuigingen van de werkwoorden diéu, siéu , viéu , riéu.
Ten zuiden van die grens baseert de verbuiging op geïntegreerde pronomina zoals in Italie sono,
vedo, rido, dico, in het Spaans soy, veo, río, digo, etc. Dit mechanisme komt overeen met het
Latijnse concept: sum, videō, rideo, dico.
Tussen haakjes: Het woord videō (“ik zie (het in)” → “ik begrijp”) duidt misschien wel op
een gemeenschappelijke Europese filosofie als er een correlatie met het Germaanse “wit”-
concept kan worden aangetoond.

10 Bronvermelding: Excelsheet Conjugation Provencal Verbs ; geciteerd in The Symbolism of Long Vowels (Scribd)
Ten noorden van de Provençaalse regio maken de verbuigingsmechanismen der werkwoorden
meestal gebruik van losstaande pronomina zoals in de Franse uitdrukking “je dis” (“Ik zeg”).
Ten noorden van deze grens past de Franse taal een persoonlijk voornaamwoord “je” toe, dat
vergeleken met het Provençaals de symbolische band met de Naam “Dieu” van God grotendeels
verloren heeft:
Nederlands Ik ben Ik zie Ik lach Ik zeg
Engels I I I I
am see laugh say
Frans je je je je
soy vois ris dis
Provençaals (iéu) (iéu) (iéu) (iéu)
siéu viéu riéu diéu
Italiaans (io) (io) (io) (io)
sono vedo rido dico
Latijn sum videō rideo dico
Spaans (yo) (yo) (yo) (yo)
soy veo río digo
Tabel 1 Equivalenten van de Provençaals sleutelwoorden siéu, viéu, riéu, diéu
In het Nederlands, Engels en Frans zijn de ego-pronomina voorgeschreven. In het Provençaals,
Italiaans en Spaans mogen deze worden weggelaten.
De taalgrens tussen losstaande en geïntegreerde persoonlijke pronomina
De grenslijn tussen de losstaande en geïntegreerde persoonlijke pronomina in de omgeving van de
Provençaalse taal bevindt zich in de omgeving van het dunst bevolkte Europese bergregio
Cevennen in het Zuidoosten van Frankrijk.
Deze taalgrens is niet door het Romeinse Rijk beïnvloed omdat Caesar Frankrijk binnen vijf jaar
compleet heeft kunnen veroveren. De taalgrens tussen losstaande en geïntegreerde persoonlijke
pronomina moet zich al hebben gevormd voordat Caesar zijn militaire expedities gestart heeft.
Lozère (in de omgeving van de Romeinse Colonia Nemausus → Nîmes) is ontstaan als een
provincie, die zich gedeeltelijk over Languedoc uitstrekte. De bevolkingscijfers markeren Lozère
als een van de dunst bevolkte continentale regio's van de EU (15 Inh./km²)11.
In de Lozère is de bodemkwaliteit onvoldoende voor rijke oogsten, waardoor veel inwoners na de
afsluiting van een opleiding werk gaan zoeken in de omliggende steden zoals Lyon, Marseille, en
Montpellier.
In de bergachtige omgeving Cevennen konden de protestante Hugenoten ook onder Lodewijk de
XIVe grotendeels veilig blijven wonen12.

“Avoir” en “savior”
De werkwoorden “avoir” (“hebben”) en “savoir” (“weten”) zijn misschien wel varianten van “voir”
(“[in-]zien”). In het Engels geldt de uitdrukking “I see” ook als bevestiging van het “inzicht” in een
gespreksthema. Men kan dus “savoir” (“weten”) als een inzicht in de kern van een probleem
beschouwen. Het inzicht is een waardevolle kennis.
Deze inleiding in het “Ontwerpen van een taal” vormt slechts een korte verduidelijking van de
ontwerpfase van een Mediterrane taal. Van dit soort persoonlijke voornaamwoorden zijn er diverse
varianten in de omgeving van de Alpen waargenomen.

De Reto-Romaanse dialecten
The Jauer dialect (Reto-Romaans)13 ontleent de naam aan het ego-pronomen “jau”, dat de hiaat14
verloren heeft. In feite had het pronomen “jau” analoog aan “iéu” als “iáu” gespeld moeten worden
om het verhinderen dat de klinkers tot diftongen samengetrokken worden. Dit is echter slechts een
van de talloze verschillende Reto-Romaanse ego-pronomina in de omgeving van Chur:
Dialect ego-pronomen
Rumantsch Grischun jau
Sursilvaans jeu
Sutsilvaans jou
Surmiraans ia
Puter eau
Vallader eu
Tabel 2: Reto-Romaanse ego-pronomina
11 Bron: Demographics Lozère
12 Bron: Population and history (Cévennes)
13 Jauer is een Reto-Romaans dialect dat in de regio Val Müstair geschreven en gesproken wordt
14 Met een hiaat wordt in de fonetiek het verschijnsel bedoeld dat twee opeenvolgende klinkers beide afzonderlijk
worden uitgesproken en dus niet als één klank. In het Nederlands wordt een hiaat door middel van een trema
weergegeven
Dïóu u = „Ik zeg“
Niet alle varianten zoals jau leiden tot een speciale Naam van de Scheppergod, die theoretisch
“Djau” resp. “Djáu” of “Diáu” had moeten heten. De Kerk heeft vermoedelijk ingegrepen en
standaardnamen voor de diverse religieuze definities vastgelegd.
De dichter Antoine Hippolyte Bigot (1825 - 1897) heeft in het Provençaals een interessant en mooi
gedicht geschreven met de titel “Fraternita15”. In feite is het een dialect van de stad Nîmes. In dit
gedicht gebruikt de dichter de Naam Dïou van God, die wordt gevormd door een “D” met
aansluitend de “iou”-uitgang “Yiou”16.
Het dialect van de Occitaanse stad Nîmes lijkt dus een eigen Naam voor de Scheppergod te hebben
gedefinieerd in de vorm van “D” & “Yiou”. De spelling van de naam “Dïóu” lijkt op *Diou-piter,
de PIE-kern voor de Romeinse oppergod Jupiter. Dïóu wordt ook geïdentificeerd in het dialect van
het bergdorp Villar-St-Pancrace waarin men de ego-pronomina spelt als iòu më, respectievelijk m’
iòu17. Deze regio markeert de scheiding tussen de naamgeving Diéu – iéu en Dïóu – ióu.
Het gedicht verraadt ook enkele interessante spellingvarianten voor de volgende Franse woorden,
waarin meestal ook in het Franse dialect van een trema gebruik wordt gemaakt:
Dialect van Nîmes Franse standaard Engels

“Jouïne” “jeune” “jong”


“Li tïou” “les tiens” “van jou”
“dou mïou” “du mien” “van mij”
“yiou” “moi” het ego-pronomen “moi” (“mij”) of “je” (“ik”)18
“Dïou” “Dieu” “God”
“Bon-Dïou” “Bon-Dieu” “Goedgezinde God”
Tabel 3 spellingvarianten in “Fraternita” (Li bourgadieiro, Antoine Hippolyte Bigot, 1881)

Opvallend is de hiaat (diaeresis) in the word Dïou, waarin men de naburige klinkers probeert te
scheiden. Desondanks worden de “o” en “u” toch nog tot een “oe”-klank versmolten. Vergeleken
met de Provençaalse standaard Diéu (“ik zeg”) is Bigot's schrijfwijze Dïou al even onvolkomen als
de naam “Jupiter”.
Als wij de perfecte Provençaalse spelling Diéu toepassen hadden zij moeten schrijven:
Provençaals Frans Engels

Dióu Diéu “Ik zeg”


Ióupiter, (Ióu-piter) Iéupiter (Iéu-piter) “Vader Ióu”
“Vader Ik”
Tabel 4 De perfecte Provençaalse spelling Diéu

15 Zie bladzijde 188 in Li bourgadieiro : poésies patoises (dialecte de Nimes) : Bigot, Antoine … (gedateerd: 1881)
16 “Yiou” & “Dïou” in the dialect of Nimes
17 Patois of Villar-St-Pancrace: Personal pronouns: (Cas sujet Cas régime atone tonique direct indirect)
Sg. 1°p a (l’) iòu më, m’ iòu 2°p tü, t’ të, t’ tü 3°p M u(l), al ei(l) së lu ei F eilo la eilo N o, ul, la - lu - Pl. 1°p nû*
nû* 2°p òû* vû* vû* 3°p M î(z) së lû* iè F eilâ (eilaz) lâ* eilâ
18 In Provencal: “ieu” (the ego-pronoun “I”), related to “Dieu” (God)
Ook in het woord “Jouïne” (Frans: “jeune”, jong), “tïou” en “mïou” kan men de “ïou”-,
respectievelijk “ïóu”-kern waarnemen. Deze woordkernen lijken een belangrijke rol te spelen. Het
aantal belangrijke woordkernen kan echter worden uitgebreid tot andere talen, die met andere
soorten kernen werken.

De overgangsgebieden Savoie, Sardinië en Walen


Een ego-pronomen als “iéu” kan ontstaan als men de “D” uit de Scheppersnaam “Diéu” (“Ik
zeg”) verwijdert. In sommige talen zoals het Savoyaards19, Sardisch of Sardijns20 en Waals21
past men ook ego-pronomina met een “D” toe, die vrij veel op de Scheppersnaam lijken.22
De ego-pronomina in de overgangsgebieden bevatten typische “D”- of “Z”-derivaten, zoals:
• het Waalse ego-pronomen „dji“,
• het Savoyaardse „de“, „d'“, „zheu“,
• de Sardische ego-pronomina „dego“, „ego“, „zeu“ and „dèu“.
Deze varianten lijken meer op de Scheppersnamen dan de zuiver klinkerswoorden “ieu”, “iou”, enz.

De duale vormen in het Savoyaardse dialect


Savoyaards behoort tot de Franse dialecten, die in het als binnenstaat gevormde hertogdom Savoie
gesproken wordt. Savoie was onafhankelijk tussen 1416 en 1714, werd vervolgens door het
koninkrijk Sicilië en daarna vanaf 1720 door het koninkrijk Sardinië opgeslokt. In 1792 veroverde
Frankrijk het buurland en sinds 1805 behoort Savoie tot Frankrijk. Ongetwijfeld heeft die
ontwikkeling ook de dialecten beïnvloed.
In het Savoyaards varieert het persoonlijke voornaamwoord “NOUS” tussen
nos, nô, nôz, nou, ne, nez, nzeu, NO, n', NZ, z’, de, deu, d(e), d'.

Er is zelfs een soort dualis voor het persoonlijke voornaamwoord “wij twee” in het Savoyaardse
dialect identificeerbaar:
• B2)) nous deux : no dou mpl., no dwè fpl. (001), nourô dòy mpl., nourê djeûé fpl. (203).

In het centrale deel van Savoie is het ego-pronomen “DE”, waarbij de naam God DYU of dejeû,
dezyeû behoort. In zekere zin kan men het ego-pronomen “DE” als een soort voorzetsel bij de
Scheppersnaam dejeû resp. dezyeû beschouwen.

19 The Ego-pronouns and Divine Names in Savoy French Dialects - gepubliceerd op 11/16/2012
20 An I, Which had been Copied from the Word – gepubliceerd op 11/19/2014
21 Notes to the Walloon Dictionary - Uploaded 2.1.2015
22 In de overgangsgebieden (zoals Savoie, Sardinië en Walen) lijken de ego-pronomina (enkelvoud) vaak op de
bijbehorende Scheppernamen. (The Sky-God Names and the Correlating Personal Pronouns)
De filosofische kern der Germaanse talen
Wit = “wij twee”
Afgezien van de Mediterrane klinkerscombinaties zoals “iéu” en “ïóu” zag ik in, dat de tot dusver
beschreven concepten voor geen enkele Germaans ego-pronomen tot een gelijkwaardig resultaat
voerden. De Germaanse ego-pronomina zoals “ic”, “ik” en “ich” pasten bij geen enkele Germaanse
hemelgod (de zon, de maan, Wodan, Thor, Tiw en Saturnus23).
In plaats van de ego-pronomina vormde de dualis van de persoonlijke voornaamwoorden van de
eerste persoon het sleutelwoord in het archaïsche Grieks en in de Germaanse, Slavische, Baltische
en Sami-talen:
Taalfamilie Taal Ego-pro- Dualis pro- Pluralis pronomen
nomen “Ik” nomen (“wij 2”) (“wij”)
1 Grieks Ancient Greek ἐγώ (egṓ) νώ (nṓ), νῶϊ- μεις (meis); εμείς
(nôï)
2 Latijn Latijn egō --- nōs
3 Mediterraan Frans je --- nous, nous autres
3 Mediterraan Spaans yo --- nos, nosotros
3 Mediterraan Italiaans io --- noi, noialtri
4 Germaans Noord Fries ik wat we
4 Germaans Oud ik *wit wī, we, wij
Nederlands
4 Germaans Oud Engels iċ, y, i ƿit (wit) wē
4 Germaans Oud Fries ik wit wy
4 Germaans Oud Saksisch ik wit wir
4 Germaans– Sc. Faroers eg vit vit
4 Germaans– Sc. Gotisch  (ik)  (wit)  (weis)
4 Germaans– Sc. IJslands ég við vér, við
4 Germaans– Sc. Oud Noors ek vit vi
4 Germaans– Sc. Oud Zweeds jag vit vi (“we”)
5 Oeraals Inari Sami mun(nâ) muoi mij
5 Oeraals Noord-Saami24 mun moai mii
6 Slavisch Oud Tsjechisch já vě my
6 Slavisch Oud Slavisch азъ (azŭ) на (“na”)
7 Baltisch Litouws aš mudu/mudvi mes
7 Baltisch Lets es mēs
Tabel 5 Persoonlijke pronomina voor Europese talen (enkelvoud, dualis, meervoud)

23 De hemelgoden (zon, maan, Wodan, Thor, Tiw en Saturnus) zijn in de namen voor de weekdagen vastgelegd (bron:
Names of the days of the week)
24 The Uralic Languages door Daniel Abondolo ; geciteerd in The Sky-God, Adam and the Personal Pronouns
De taalgrenszone voor het “wit”-concept
Aan de oostzijde worden de taalgrenzen voor het “wit”-concept door de Oeraalse, de Baltische en
Slavische talen gevormd, die elk over een van “wit” sterk afwijkende eigen soort dualis voor de
persoonlijke voornaamwoorden van de eerste persoon beschikken. Een speurtocht in de
NorthEuraLex databank leverde mij geen noemenswaardige correlaties met godennamen op.

Wit als een sleutelelement


De Germaanse talen kunnen als een homogene groep met een gezamenlijk sleutelwoord “wit”
worden beschouwd, waaruit men in het Engels talloze andere sleutels kan afleiden zoals:
• wit (substantief): "mentaal vermogen," Oud Engels: “wit”, “witt”, of populairder →
“gewit” "inzicht, intellect, gevoel; kennis, bewustzijn, geweten."
• wit (werkwoord): "weten" (archaïsch), Oud Engels: “witan” "weten”, “voorzichtig zijn met”
of “bewust zijn van”, “inzien”, “waarnemen”, “verzekeren”, “leren”.
• witness (substantief en werkwoord) : "getuigenis", “getuigenis”, etc.
• know (werkwoord) afgeleid van *gno- (verwant met Gnosis; Gnostisch; Gnostic)25.
• Wodan en Tiw26 kunnen afgeleid worden uit vit (“wij twee”) of vid (zien) en/of wit (inzicht,
verwittigen, ziel, zintuig27). Het idee, dat het met een “woedende” oude mens samenhangt
lijkt mij onzinnig.

Taalfamilie Taal Ego-pro- Dualis pronomen Pluralis God


nomen “Ik” (“wij 2”) pronomen
(“wij”)
1 Germaans Noord Fries ik wat we
2 Germaans Oud Nederlands ik *wit wī, we, wij god
3 Germaans Oud Engels iċ, y, i ƿit (wit) wē god
4 Germaans Oud Fries ik wit wy
5 Germaans Oud Saksisch ik wit wir
6 Germ.–Sc Faroers eg vit vit
7 Germ.–Sc Gotisch  (ik)  (wit)  (weis)
8 Germ.–Sc IJslands ég við vér, við guð
9 Germ.–Sc Oud Noors ek vit vi gud
10 Germ.–Sc Oud Zweeds jag vit vi (“we”) gud
11 Germ.–Sc Älvdalen wið
Tabel 6 Germaanse talen met het Dualis pronomen “wit”

De discipline waarmee de 11 Germaanse talen op een enorm groot territorium synchroon konden
worden gemanaged kon vermoedelijk alleen door een gemeenschappelijk alfabet worden

25 Oorspronkelijk was het werkwoord “to know” verspreid in Germaans gebied, maar nu beperkt tot de Engelse taal.
26 Achterstevoren gelezen (backward reading) wordt het runenwoord “wit”gespeld als “Tiw'”
27 The masculine noun *wōđanaz developed from the Proto-Germanic adjective *wōđaz, related to Latin vātēs and Old
Irish fáith, both meaning 'seer, prophet'. The adjective *wōđaz (or *wōđō) was further substantivised, leading to Old
Norse óðr 'mind, wit, soul, sense').
gestabiliseerd. In dit alfabet zijn wellicht de sleutelwoorden gecodeerd opgeslagen.
De Germaanse vormen van de dualis (“wij twee”) gedraagt zich relatief stabiel.
Drie regio's (het IJslands, Faroers en de kleine grensstreek Älvdalen tussen Noorwegen en Zweden
weigerden zich de duale vorm voor het persoonlijk voornaamwoord “wit” (“wij twee”) op te geven
en verkozen de oude pluralis te vervangen door de voormalige duale woorden: við, “vit”,
respectievelijk wið28.
De IJslands, Faroers woorden (met een afsluitende medeklinker “t” als duale markering29) worden
in de tabellen lichtblauw gemarkeerd.
Aan de westzijde ligt Lima, waar men in de dorpen een traditioneel dialect Dalecarlian
spreekt. In Älvdalen wijkt het dialect Elfdalian sterk af van het Noors en Zweeds 30. De
bewoners van Dalecarlia staan bekend voor de onafhankelijkheidshouding ten opzichte
van de autoriteiten.[5]31

De raadselachtige Limburgse dualis “weet” (“wij beide”)


Oorspronkelijk had ik de Limburgse dualis weet in de tabellen opgenomen, tot duidelijk
werd, dat er nergens een citaat gedocumenteerd kon worden. Inmiddels heb ik de Limburgse
“weet”-dualis op ijs gelegd.

“Weet” in de Wiktionary
In Wiktionary wordt onder weet vermeldt, dat zich daarachter een Limburgse dualis verschuilt:
weet → From Old Dutch *wit, from Proto-Germanic *wet, *wit. A rare example of the
old dual pronoun surviving into a modern West Germanic language32.

Ook in de Nederlandse versie van de Wiktionary “weet” wordt vermeld:


weet → (zeldzaam en in ongebruik) nominatief tweevoud van ich

In The Limburgish case system (as presented by Wiktionary … stelt de auteur de vraag of de
Limburgse dualis (→ weet, jee; we two, you two) serieus bedoeld is.

De (Russische ?) //enacademic.com - kopie van Wikipedia


In Dual (grammatical number) 33volgt de uitspraak:
The dual survives very marginally in some Limburgish dialects as weet (we two) and
jee (you two), but is archaic and no longer in common use.

Opvallend is, dat geen enkel citaat op een serieus citaat baseert. De website “//enacademic.com”
verrijkt de pagina met Russische reclameteksten....
In Wikipedia's origineel “Dual (grammatical number)” is de bovenstaande zin met de Linburgse
dualis verdwenen. In Wiktionary is deze echter nog steeds actief.
28 See the map in The personal pronoun "We" in Scandinavian dialects. [2134x2937] [x-post from r/mapporn]
29 Jacob Grimm claims that the letter “T” in “ƿit” (“Wit” → “We two”) marks the dual for the personal pronoun for the
first person): Neben der pluralform steht im älteren germ. der dual wit (t ist angehängte zweizahl) 'wir beide'. -
Source: The entry in Grimm's vocabulary is wir
30 It is also known for its language called Elfdalian, which along with innovations[3] also preserves some Old Norse
traits not preserved in most (other) North Germanic languages.[4] (Bronvermelding: Älvdalen)
31 Bronvermelding: Dalarna
32 Bron: Wiktionary: weet
33 Bestanddeel van 4.4 The dual in the Germanic languages
Gezien de ontbrekende bronnen bij de citaten neem ik deze dualis liever niet op in de tabellen.
Wellicht is het een Aprilgrap van enkele Russische studenten...

Overleg WikiWoordenboek:Tweevoud
Een van de serieuzere voorbeelden van een Limburgse dualis voor de pronomina van de tweede
persoon luidt:
• doe dao, wèrk! (jij daar, werk!) tegen jee dao, wèrkech! (jullie twee daar, werk!) en geer
dao, wèrktj! (jullie (twee of meer) daar, werk!). --Ooswesthoesbes 8 jan 2010 19:24 (CET) 34

34 Overleg WikiWoordenboek:Tweevoud
De grenszone met de Oeraalse talen
De Sami talen
In het noorden grenzen de Germaanse regio's aan de Sami volkeren, die in het Sápmi (vroeger:
Lapland) wonen en een eigen taal met ca. 9 regionale dialecten gebruiken:
Lapland betekent Land van de Lappen (Noord-Samisch en Zweeds Sápmi, Lule-
Samisch Sábme, Zuid-Samisch Saemie en Noors Sameland). Het volk van de Lappen
beschikt wel over meerdere eigen talen (de Samische talen), maar niet over een eigen
staat. Lapland strekt zich namelijk uit over het aller-noordelijkste gedeelte van
Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland (Kola).

De naam 'Lappen' wordt door de bevolking zelf als beledigend ervaren. Die geeft de
voorkeur aan de naam Saami, Sámi of 'Samen'.35

Voor het onderzoek van de Sami-talen vormde de NorthEuraLex een geschikte databank, waarin
men samenhangen tussen zeven beschikbare Sami-dialecten (en een groot aantal andere omliggende
talen) vrij goed kan analyseren. Van de omliggende talen zijn echter geen dialecten beschikbaar.
Voor de taal Inari Sami36 zijn 1158 begrippen gedocumenteerd.
Alle Sami talen beschikken over een dualis voor de persoonlijke voornaamwoorden, maar deze
staan niet in de databank ter beschikking:
Taalfamilie Taal Ego-pro- Dualis pronomen Pluralis God
nomen “Ik” (“wij 2”) pronomen
(“wij”)
1 Oeraals Zuid-Sami37 manne månnoeh mijjieh jupmele
2 Oeraals Ume Sami
3 Oeraals Pite Sami mån∼månnå måj∼måjå mij∼mija
4 Oeraals Lule Sami mån måj mij jubmel
38
5 Oeraals Noord Saami mun moai mii ipmil
6 Oeraals Skolt Sami mon muäna mij e´mmel
7 Oeraals Inari Sami mun(nâ) muoi mij immeel
8 Oeraals Kildin Sami мунн мыйй иммель
(mun(n))
9 Oeraals Ter Sami
Tabel 7 Overzicht van de Sami – talen
• De dualis vorm voor Inari Sami luidt: (1) muoi, (2) duoi, (3) suoi, met de personen-
markering: (1) m, (2) d, (3) s, en de dualis-sleutel: “uoi”.
• De dualis vorm voor Noord Saami luidt: (1) moai, (2) doai, (3) soai, met de personen-
markering: (1) m, (2) d, (3) s, en de dualis-sleutel: “oai”.

35 Bron: Lapland; Sami people


36 Based on Sammallahti and Morottaja 1993 - NorthEuraLex is edited by Johannes Dellert and Gerhard Jäger and is
licensed under the Creative Commons Attribution-ShareAlike 4.0 International License.
37 Personlige pronomen
38 The Uralic Languages door Daniel Abondolo ; geciteerd in The Sky-God, Adam and the Personal Pronouns
Het sleutelwoord van de hemelgod Jumala
De naam van de hemelgod jupmele der Zuid-Sami hangt wellicht samen met de “Hemel” (“sky”)
maar ook met het sleutelelement “ju” (jupmele, jubmel). Volgens de etymologen stamt Jumala
echter af van een Finno-Permische wortel *juma.[4].
Tot de met de hemelgod Jumala samenhangende sleutelwoorden behoren volgens mij eventueel ook
“Juri” (“wortel”). Jumala vormt de Oeraals Naam voor alle vormen van godheden van alle religies,
inclusief de Christelijke God.
Jumala verving het oorspronkelijke Finno-Ugric woord voor de "hemel" (*ilma), dat in de
Sámi en Permische talen onveranderd in gebruik bleef, maar waarvoor de betekenis in het
Fins naar “lucht” verschoof. De oorspronkelijke betekenis van het woord "hemel" wordt in
het Fins vertaald met “Ilmarinen”. 39
Later werd de hemel met taivas vertaald en noemde men de hemelgod Ukko Ylijumala, wat
letterlijk “Grootvader” of “Oude Heer Overgod” betekent. [8] Uiteindelijk nam het
Christendom in de middeleeuwen het roer der Finse religies over en besliste dat de oude
goden uit het pantheon moesten verdwijnen. Bij deze gelegenheid werd Jumala de Finse
naam voor de Christelijke God40.
Diverse Sami talen hebben als woord voor “wortel” “roehtse”, “ruohttsa” of “ruohtas” vastgelegd.
taalfamilie taal Duale vorm (“wij 2”) god “wortel”
1 Oeraals South. Sami41 månnoeh jupmele roehtse
2 Oeraals Ume Sami
3 Oeraals Pite Sami måj∼måjå
4 Oeraals Lule Sami måj jubmel ruohttsa
42
5 Oeraals North Saami moai ipmil ruohtas
6 Oeraals Skolt Sami muäna e´mmel vue´ddes
7 Oeraals Inari Sami muoi immeel veedis
8 Oeraals Kildin Sami иммель вуэнҍтэсь
9 Oeraals Ter Sami
Oeraals Estonian jumal juur
Oeraals Finnish jumala juuri
Oeraals North Karelian jumala juuri
Oeraals Olonets Karelian jumal juuri
Oeraals Veps jumal jur'
Oeraals Hill Mari йымы (jəmə) важ (vɑʒ)
Oeraals Meadow Mari ююмо (juˑmo) вож (voʒ)
Oeraals Moksha шкай (ʃkaj) юр (jur)
ункс (unks)
Oeraals Hungarian isten gyökér

Tabel 8 De duale vorm, God en de “wortel” in de Oeraalse dialecten

39 Bron: Jumala
40 Bron: Jumal
41 Personlige pronomen
42 The Uralic Languages von Daniel Abondolo ; quoted in The Sky-God, Adam and the Personal Pronouns
De sleutelelementen in de Sami dialecten
Jacob Grimm beschouwt de hemelgod “Jumala” als Zeus 43, maar in de Duitse Mythologie
analyseert hij Jumala's oorsprong nauwelijks. In Jacob Grimm's Sammelte Schriften wordt Jumala
als een standaardnaam voor elke godheid beschreven.
De volgende tabel verduidelijkt in een overzicht alle relevante samenhangende woorden met de geel
gemarkeerde “uoi”-kernen, die men in de sleutelelementen spirit, brain, liver, breathe, correct (right)
en ahead kan vinden.
De dual-pronomina (“wij twee”) met de labels (1) månnoeh, (3) måj∼måjå, (4) måj, (5) moai, (6) muäna,
(7) muoi van de Sami-dialecten zijn lang genoeg om de daarmee corresponderend sleutelwoorden in de
databank op te speuren.
Mijn speurtocht naar “uoi”-sleutels van de dualis “muoi” (“wij twee”) in de Inari Sami taal leverde een
aantal relevante woorden zoals “voejkene” en “voejngehtidh” op.
Kennelijk vormden de Sami-talen samen met het duale pronomen zoals “muoi” (“wij twee”) daarmee
samenhangende belangrijke symbolen zoals geest (nous resp. spirit), hersenen (brain), ademen (breathe)
en juist (right).
Alhoewel de duale vorm der persoonlijke voornaamwoorden van de Sami talen geen enkele etymologische
overeenkomst met de Germaanse “wit”-woorden vertonen, pasten de Sami toch een dualis toe, die in de
eigen taal met dezelfde soort sleutelelementen “geest” (nous, Engels: “wit”, resp. spirit), “hersenen”
(brain), “ademen” (breathe) en “juist” (right) overeenkomt.

Databank dualis pluralis Geest hersenen Lever Ademen juist vooruit


definitie wijj 2 (wij) spirit (brain) (liver) (breathe) (correct) (ahead)
(nous) (right)
wit (n.)
Databank # - 643 218 45 48 735 560 611
1 South. Sami månn mijjieh aajmoe aajla mueksie voejngehtidh rïekte
oeh voejkene
2 Ume Sami
Voor deze velden bevinden zich geen gegevens in de Inari Sami
3 Pite Sami44 måj∼ Mij∼
database
måjå mija
4 Lule Sami måj mij vuojŋŋan vuojŋam librre vuojŋŋat rievtes njuolgg
a
5 North. Sami moai mii vuoigŋa vuoigŋašat vuoivvas vuoigŋat riekta njuolga
6 Skolt Sami muäna mij jiõg'g vuõivâšn vuõivâs vuõiŋŋâd vuõiǥâs vui
čuu´ddes ´jǧǧest
7 Inari Sami muoi mij vuoi'ŋâ vuoi'ŋâšeh vuoivâs vuoi'ŋâđ vuoi'gâ vuoi'gis
t
8 Kildin Sami Мыйй милл вуэййвэшна вуйвас вуййнэ вуййк вуййке
тооӆӆк сьт
9 Ter Sami Voor deze velden bevinden zich geen gegevens in de Inari Sami
database

Tabel 9: Overzicht van de duale vormen en vuoi-kernen in enkele Sami dialecten

43 Deutsche mythologie- Band 1 - Seite 160 Jacob Grimm ... so erscheinen Pitkäinen und Zeus als die älteste gottheit
ackerbauender Völker, von ... Ukko ist nach Jumala (den ich Wuotan vergleiche) der höchste finnische Gott...
44 A grammar of Pite Saami - Joshua Wilbur
Het ontwerp van het Futhark alfabet
De rol van sleutelwoorden in het alfabet
Merkwaardigerwijze lijken in alle varianten van het Futhark alfabet de eerste zes letters ᚠ, ᚢ, ᚦ, ᚩ,
ᚱ, ᚳ te zijn gekozen om de volgende vier mannelijke hemelgoden te coderen:
Tiw of Tuw (→ “Dinsdag”), Wodan (Odin, → “Woensdag”), Thor (→ “Dondersdag”) en
Krodo (Rodu, → “Zaterdag”) van het Germaanse pantheon45. De zondag en de maandag
zijn uiteraard naar de overgebleven “planeten” (zon en maan) genoemd.
Als wij de eerste letter ᚠ van het Futhark alfabet als een digamma wau (hoofdletter: Ϝ, kleine letter:
ϝ, als getalcode: ϛ), mogen interpreteren gedraagt deze letter zich als een joker, die meerdere letters
representeren kan.
Oorspronkelijk symboliseerde de digamma een /w/-klank46, maar werd ook toegepast als “F”, “V”,
“U”, of zelfs een “Y” of “I”…, zodat men “Futhark” van links naar rechts ook als “Wod”-an (of
“Od”) kan lezen. In Ϝuthark met een digamma als ᚠ kan men in “Ϝuth” ook Wit aflezen en in
“thar” ook: Thor.
Achterstevoren gelezen kan men de volgende namen ontcijferen: Tiw, Tuw, Rod, Rodu en Krodo.

Krodo
De naam “zaterdag”, die aan de planeet Saturnus gewijd is, vormt een vreemde eend in de bijt der
weekdagen. De namen Tiw, Wodan en Thor behoren tot het Germaanse pantheon, maar Saturnus is
een Latijnse naam. In de mythologie wordt Saturnus echter met de Slavische godheid Hrodo,
Chrodo, Krodo geassocieerd. Volgens de Saksische kronieken (auteur: Conrad Bothe, 1492) werd
"Krodo" (“Rod”) door de Saksen vereerd, die vermengd met een West-Slavische bevolking in het
huidige noorden en oosten van Duitsland gevestigd waren:
In some old writings the name appears as Hrodo, Chrodo, Krodo, or the Latinised form
Crodone.[5] The 15th-century Saxon Chronicle attests that "Krodo" was worshipped also by
Saxon tribes, who inhabited modern-day northern and eastern Germany together with West
Slavic tribes.[6]47
De kroniek van Bothe bericht, dat Julius Caesar bij zijn veroveringsexpeditie meerdere forten heeft
laten bouwen, die met beelden van locale goden werden versierd. Tot die goden behoorde ook de
Saksische god Krodo, die door de Romeinen als Saturnus werd geïdentificeerd. Een van de
“Krodo”– beelden stond op de Harzburg (bij Bad Harzburg) in het huidige Nedersaksen.
Tijdens de oorlog tegen de Saksen (780 na Christus) veroverde Karel de Grote dit gebied en
overtuigde de Saksen van zijn overmacht door de vernietiging van het afgodenbeeld. Ter afronding
van de kerstening liet hij in het huidige Osterwieck (in Saksen-Anhalt) een kathedraal bouwen.
Volgens de Saksische kronieken kon Karel de Grote Krodo door de woordspeling met “Kröte”
(“pad”) tot een duivelse afgod degraderen. Zodoende verdween Krodo al spoedig uit het Germaanse
pantheon en heeft de Germaanse bevolking alleen nog het restant “Saturnus” van de herinnering aan
Krodo in de “Zaterdag” kunnen redden.
In het museum te Goslar kan men overigens Krodo's altaar bezichtigen. Krodo's naam kan dus toch
op plausibele wijze als Slavische godheid in het runenalfabet terecht zijn gekomen.
45 The unification of medieval Europe
46 The sound /w/ existed in Mycenean Greek, as attested in Linear B and archaic Greek inscriptions using digamma. It
is also confirmed by the Hittite name of Troy, Wilusa, corresponding to the Greek name *Wilion.
47 Bronvermelding: Rod (Slavic religion)
De beginletters van het Futhark-alfabet
In de eerste vijf tot zes letters van het Futhark-alfabet kan men leesbare woorden ontcijferen. Het
lijkt erop, dat in die beginletters godennamen gecodeerd zijn. Wellicht heeft men de codering van
die namen geheim willen houden.
In feite begint het alfabet pas met de vierde letter “A” of “O”, zodat er drie letters voorafgaan aan
het eigenlijke alfabet. De eerste drie letters vormen een sleutelwoord, waarin de hoofdgod of de
hoofdsleutel (wellicht in de vorm van “wit” ?) werd bewaard.
De klanken, die de runen symboliseerden zijn slechts bij benadering bekend. Ook kunnen de
klanken in de loop der tijden door volksverhuizingen diverse veranderingen hebben ondergaan. De
officiële letterdefinitie f, u, th, a, r, k voor ᚠ, ᚢ, ᚦ, ᚩ, ᚱ, ᚳ is dan ook in feite een ruwe schatting.

Fuᚦorc ᚠ ᚢ ᚦ ᚩ ᚱ ᚳ week-
dagen
→ f u th a/o r c ←
lees- lees-
richting richting
1a VUTan V U T woensdag

1b WODan W O D A woensdag

2a WUT W U T TUW dinsdag


2b WIT W I T TIW dinsdag

3a THOR Th O R donderdag
3b D O R ROD zaterdag
3c U D O R RODU zaterdag
3d O D O R K KRODO zaterdag

Tabel 10: De goden Krodo (Rodu), Wodan (Odin), Thor, Tiw respectievelijk Tuw
van het Germaanse pantheon in het sleutelwoord ᚠᚢᚦᚩᚱᚳ (Futhark/Futhorc)
De “A”-”I”-”Ω”-structuur van het runenalfabet48
De ontwerpen voor de Oude Futhark respectievelijk Jonge Futhark alfabetten volgen hetzelfde
standaardpatroon, dat met een codewoord van drie letters ᚠ, ᚢ, ᚦ (“futh”) begint en in een
“A”-”I”-”Ω”-patroon rond een centraal geplaatste “I” eindigt.

x x x
1 2 345678 901234567890 1234
[ᚠ] ᚢ ᚦ ᚨ ᚱ ᚲ ᚷ [ᚹ] ᚺᚾ ᛁ ᛃ ᛈ ᛇ ᛉ ᛊ ᛏ ᛒ ᛖᛗ ᛚ ᛜ ᛞᛟ
[f] u þ a r k g [w] h n i j p ï z s t b e m l ŋ d o
Tabel 11 Het Oude Futhark alfabet

In feite kunnen er in het Oude Futhark alfabet twee runen als I-klinkersymbolen worden
geïdentificeerd, waarvan er één als een korte en de tweede als lange klinker worden toegepast. Het
verschil tussen een lange en korte klinker heeft niet alleen een rol in de taal gespeeld, maar ook in
de religieuze betekenis van de klinkers. Voor de symbolische betekenis speelden alleen de lange
klinkers een rol.

Het optimaliseren van het runenalfabet door stafloze symbolen


Om sneller te kunnen optekenen werd het runenalfabet in de loop der tijden meermaals aangepast.
Het snijden van symbolen in houtwerk kostte veel tijd en het bleek zinvol om van de runen een
complete streep weg te laten. Wat er overbleef leverde genoeg informatie om de betekenis te
ontcijferen. Voor de volgorde paste men een sorteringsmethode toe, die later in het Morse-alfabet
ook werd gekozen. De optimalisering vereist, dat de eenvoudigste symbolen moeten worden
gekozen voor de vaak toegepaste elementen49.
In een van de alfabetten werden de simpelste symbolen (de rechte strepen N, I, A) in het midden
van het alfabet geplaatst:

2: De Futhark-variant Hälsingerunor van het alfabet uit


Hälsingland (Zweden), kopie van fr:Image:Futhark
Hälsingland 15.png. (public domain)

De “I” is weliswaar misschien niet zo vaak toegepast, maar behoorde tot de belangrijke symbolen.
De i (of Y van de wereldboom Yggdrasil) gold vermoedelijk als de symbolische hemelse
steunpilaar, die het heelal moest dragen. Die centrale positie voor de I werd ook al (tussen de A en
de Ω) gekozen in het Oude Futhark alfabet.

48 Een gedetailleerdere beschrijving is gedocumenteerd in An Architecture for the Runic Alphabets


49 “apply the simplest designs for the most frequently used elements”
De evolutie van het Futhark-alfabet50

Het oudste futhark-systeem


Het oudste futhark-systeem met het sleutelwoord ᚠᚢᚦ (f,u,þ) en de lange klinkers ᚨᛇᛟ (a, ï, o) lijkt te
zijn ontworpen als container:
1. voor een ᚠᚢᚦ-woordenschat in de sleutelsectie en
2. een reeks letters in twee symmetrisch door klinkers (a, ï, o) afgescheiden vleugels, die het
heelal afbeelden met de wereldboom ï-zuil en de afgrenzende hoekstenen A en ᛟ:

1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2
1 2 3 4 5 6 7 8 9
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 1 2 3 4
Elder Futhark ᚠᚢᚦ ᚨ ᚱ ᚲ ᚷ ᚹ ᚺᚾ ᛁ ᛃᛇᛈᛉ ᛊ ᛏᛒᛖ ᛗ ᛚ ᛜ ᛟ ᛞ
Transliteratie f u þ a r k g w h n i j ï p z s t b e m l ŋ o d

Tabel 10 Het oudste Futhark-system met het sleutelwoord ᚠᚢᚦ (f,u,þ) en de klinkers ᚨᛇᛟ (a, ï, o)

Het enorm uitgestrekte territorium dat door de Futhark alfabetten moest worden verzorgd vereiste
een groot aanpassingsvermogen om een groot aantal klanken per runensymbool te kunnen
representeren. Het grote aantal invasies en de volksverhuizingen vereiste diverse aanpassingen per
symbool, waarbij de “hoofd”-letters ᚠ, ᚢ, ᚦ, aan het begin van het runenalfabet onveranderd moesten
worden gehandhaafd.

De codering van de persoonlijke voornaamwoorden


Ongetwijfeld behoorden diverse persoonlijke voornaamwoorden (het meervoud “wij”, de dualis
“wit” [“wij beide”] en het enkelvoud (“thu”) van de tweede persoon) tot de hoofdsleutels ᚠ, ᚢ, ᚦ
respectievelijk in de omgekeerde volgorde ᚦ, ᚢ, ᚠ.
• De beginletter ᚠ in het sleutelwoord ᚠᚢᚦ symboliseert een digamma die zich als een
universele sleutel met een universeel karakter ontwikkeld heeft (→ ᚠ, /w/, /u/, /v/, /f/).
• Het tweede symbool ᚢ in het sleutelwoord ᚠᚢᚦ vertegenwoordigt een klinker u (in wut en
Tuw) of een klinker y (in Tyr). De flexibiliteit van de runen ᚠ en ᚢ stelt het systeem in staat
zo nodig ook een klinker “u” of “y” af te beelden.
• De derde letter vertegenwoordigt: Þ (→ Þor), T (→ Tyr), D (→ “Dyaus”, “Ƿid”), Z (→ Ziu),
S (→ Sius). In dit schema kan ook de letter “Z” van Chilperic I eventueel als equivalent
bedoeld zijn voor de letter Þ.

De sleutelwoorden in de zes letters ᚠ, ᚢ, ᚦ, ᚩ, ᚱ, ᚳ


Het is denkbaar, dat de sleutelwoorden van drie tot zes uitgebreid werden en een deel daarvan in
feite het alfabet binnendrongen.
De sleutelelementen ᚠ, ᚢ, ᚦ, ᚩ, ᚱ, ᚳ zijn dan verantwoordelijk voor het symbolische karakter van de
runen, die de kern “wit” van het filosofische systeem, de hemelgoden Krodo (Rodu), Wodan (Odin),
Thor, Tiw respectievelijk Tuw en de persoonlijke voornaamwoorden vormen.

50 The Sky-God, Adam and the Personal Pronouns


De letters van de Frankenkoning Chilperik I
De Frankenkoning Chilperik I (561-584) voegde aan het (bij de Franken destijds in gebruik zijnde)
Romeinse alfabet vier letters toe: de Omega ω (Θ), de æ (Ψ), de “the” (Z) en de “uui” → “W” →
(Δ) (of wellicht de thorn: þ?).51:
Venantius Fortunatus52' Zeitgenosse, der fränkische geschichtsschreiber Grégoire de
Tours53, erzählt in seiner historia Francorum (V, 44) von könig Chilperik: „Addit autem
et litteras litteris nostris, id est ω, sicut Graeci habent, ae, the, uui, quarum caracteres hi
sunt : ω Θ, æ Ψ, the Z, uui Δ. Et misit epistulas in universis civitatibus regni sui, ut sic
pueri docerentur, ac libri antiquitus scripti, planati pomice rescriberentur".54

De afleiding van het gotische alfabet


De afleiding van het gotische alfabet wordt als volgt schematisch afgebeeld:
Alfabet sleutel ᚠᚢᚦ A linkervleugel I rechtervleugel Ω
Aantal letters 3 1 9 1 9 1 1
Oud Futhark ᚠ ᚢ ᚦ ᚨ ᚱᚲ ᚷ ᚹ ᚺᚾ ᛁᛃ ᛇ ᛈ ᛉ ᛊ ᛏ ᛒ ᛖᛗ ᛚ ᛜ ᛟ ᛞ
ᚩ ᚳ ᚷ ᛇ ᛉ ᛟ
Oud Engels Futhorc ᚠ ᚢ ᚦ o ᚱc ȝ ᚹ ᚻᚾ ᛁᛄ eo ᛈ x ᛋ ᛏ ᛒ ᛖ ᛗ ᛚ ᛝ œ ᛞ
Jong Futhark ᚠ ᚢ ᚦ ᚬą ᚱ ᚴ ᚼ ᚾ ᛁ ᛅa ᛋᛏᛒ ᛘ ᛚ
Transliteratie f u Þ a r k g wh n ij ï p z s t be ml ŋo d
Φ G S Ω
Gotisch alfabet Ϝ ᚢ Α RΚ Γ Υ ΗΝ Ι Ι ΠΖ ΤΒΕ Μ Λ Δ
Ψ ᛃ Σ ᛟ
De 4 letters van Δ Δ
Ζ Ψ Θ
Chilperik I ? ?
Tabel 9 De afleiding van het gotische alfabet uit de Futhark alfabetten
In dit alfabet beelden de letters van Chilperik I (561-584) de volgende letters (een consonant en drie
klinkerscombinaties) af:
1. Ζ → ᚦ (th) als theta
2. Δ → ᚹ (w) als dubbele u (uu)
3. Ψ → ᛅ (a) als de æ ofwel de klinkerscombinatie ae
4. Θ → ᛟ (o), de Griekse omega als lange o (oo of ou)
Chilperik I was vermoedelijk de laatste koning die de symbolische betekenis van het runenalfabet
heeft beheerst. Daarna is deze kennis verloren gegaan.
Indien de beginletter ᚠ als een digamma een /w/-klank vertegenwoordigde kan de Δ van Chilperik
ook als vervanger voor de ᚠ gelden.

51 De ontcijfering van de Futhark runen


52 Venance Fortunat
53 (trad. Robert Latouche), Histoire des Francs, Les Belles Lettres, coll. « Les Classiques de l'histoire de France au
Moyen Âge, 27-28 », Paris, 1963, 2 tomes, réédition 1995
54 Pag. 72-73 in Die Runenschrift; 1887 : Wimmer, Ludvig Frands Adalbert, 1839-1920
De woordenschat van het Futhark alfabet
De Germaanse woordenschat concentreerde zich op het sleutelwoord ᚠᚢᚦ (f,u,þ) respectievelijk op
de 6 letters lange “f-u-th-o-r-c” waarin de eerste letter flexibel kan zijn geweest en een hele reeks
representeerde: ᚠ, /w/, /u/, /v/, /f/..
In The Kernel of the Futhorc Languages beschrijf ik de nog niet eens voltallige woordenlijst, die
men uit zo'n “futhorc”-reeks in het Engels kan afleiden:
• wit, futter, fóðr, fud, foster, father, feed, fed-up, well-fed, fat, food, fit, fathom, fetter, fasten,
foot, feast, Voden, resp. Tiw & Thor.
In het Nederlands is de volgende (eveneens onvolledige) woordenlijst afleidbaar:
• vadem, vader, vasten, vat, vatten, feest, vet, veter, wet, fit, pit, fut, futiel, wit, wut, vot,
foeteren, opvoeden, voedsel, voedvader, voet, Wodan, resp. Tuw & Thor.
De denkbare Duitstalige lijst luidt:
• futtern, Fuodar, Fudloch, Füdle, futuz, Vater, Fett, Futter, Faden, Fass, fesseln, Fessel,
fasten, Fuß, Fest, Wotan, resp. Ziu & Thor.

De voortplantingssymbolen
De meeste woorden symboliseren fundamentele elementen, die men voor het overleven in een
archaïsche omgeving nodig heeft. Oorspronkelijk hebben deze woorden ongetwijfeld een eervolle
plaats in de samenleving ingenomen, maar tegenwoordig zijn enkele symbolen tot scheldwoorden
en vloeken vervallen, zoals in het Engels fóðr, fuð (fud), in het Nederlands: foeteren55, hondsvot,
vod56 of vot57, en in het Duits: the Füdle, Fudloch voor de vagina.

Fut as “vitale energie”


Het sleutelwoord ᚠᚢᚦ verwijst ook naar het woord “fut" (geestkracht, lichaamskracht, pit), waartoe
in een West-Vlaams dialect ook de betekenis “sperma” behoort 58.

55 Ontleend aan Frans se foutre ‘mopperen, mokken’ [begin 17e eeuw; Rey], een betekenis die moet zijn ontstaan uit
oorspr. ‘(seksuele) omgang hebben met’ [ca. 1175-80; Rey], ontwikkeld uit Latijn futuere ‘id.’, waarvan de verdere
herkomst onbekend is.
56 vod (lap, lor, prul) – Herkomst onzeker
Bron: Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010), Etymologiebank, op http://etymologiebank.nl/
57 vot (kont) (1599) – Bron: Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010), Etymologiebank, op
http://etymologiebank.nl/
58 fut (geestkracht, lichaamskracht, pit) : West-Vlaams ook in de betekenis ‘mannelijk zaad’ [1873; WNT].
Bron: Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010), Etymologiebank, (op http://etymologiebank.nl)
geciteerd in Ϝut - Het Nederlandse sleutelwoord
Vut als een afgod en afkorting van Wodan
Volgens Grimm werd de naam Vut als een afkorting van de naam Wodan toegepast.
Bij de Langobarden werd Wodan Wôdan of Guôdan genoemd en bij de Westfalen was de
naam Guôdan, Gudan. In de Noorse regio's is de naam Oðinn, in Saksen Othinus, en op de
Faeröer eilanden Ouvin.
Het Reto-Romaanse dialect had van de Alamannen of Bourgondiërs al vroeg de naam Vut opgepikt
en bewaard als het symbool voor een idool of afgod:
Up in the Grisons country (and from this we may infer the extent to which the name
was diffused in Upper Germany) the Romance dialect has caught the term Vut from
Alamanns or Burgundians of a very early time, and retained it to this day in the sense of
idol, false god, 1 Cor. 8, 4. (2) (See Suppl.)59-

De St.Vitus-verering verenigt voor het eerst Europa


Vanzelfsprekend kon Europa pas verenigd worden nadat de verering van Sint Vitus op gang
gebracht was en er een reusachtige kathedraal voor Sint Vitus in Praag ingewijd kon
worden60.
De concentratie van de geschreven godennamen, sleutelwoorden zoals “vot”, “vut” en “fut”-
symbolen in het Futhark alfabet maakte het Futhark-systeem uiteraard gevoelig voor de destructieve
aanvallen van de Kerk.
De relikwieën van Sint Vitus werden overgebracht naar de missiegebieden waar men de oude afgod
“Vut” door de introductie van een “St. Vitus” elimineerde of zelfs verving. Na enkele generaties
was de bevolking vergeten hoe de vervanging plaatsgevonden had en vereerde als vanouds wat er
ter beschikking stond.

59 Northvegr - Grimm's Teutoni Mythology - Chap. 7


60 The unification of medieval Europe and A Scenario for the Medieval Christianization of a Pagan Culture
Woorden, die uit het Futhark-alfabet stammen
In het kader van het onderzoek naar het Germaanse “wit”concept is het interessant eens te
onderzoeken welke woorden eenduidig wel of niet uit het Futhark-alfabet stammen. Daarbij wordt
in de volgende tabel van de Nederlandse Etymologiebank, op http://etymologiebank.nl/ [(Sijs,
Nicoline van der (samensteller) (2010)] gebruik gemaakt. Het aantal woorden met onzekere komaf
is in geel gemarkeerd. De Kwintessens van dit onderzoek luidt: De “wet” en het “weten” stammen
van Latijn vidēre ‘zien’).
Engelse woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen
In de Kernel of the Futhorc Languages worden Engelse woorden gespecificeerd, die wellicht (wel
of niet) uit het Futhark-alfabet stammen:

Word/Link Additional Specification Source Source/


Author
fasten (v.) PIE *fast "solid, firm" Etymonline
fat (adj.) PIE *poid- Etymonline
father (n.) “Genetic” father PIE *pəter- "father" Etymonline
fathom (n.) PIE *pot(ə)-mo-, Etymonline
feast (n.) Feast, consecrated place PIE *dhis-no- "divine, holy; consecrated Etymonline
place,"
feed (v.) PIE root *pa- "to feed." Etymonline
fetter (n.) PIE root *ped- "foot." Etymonline
fit (adj.) To be fit; To adapt, to fit unknown Etymonline
fodder PIE *pa-trom / *pa- "to feed." Etymonline
foot (n.) PIE root *ped- "foot." Etymonline
foster (v.) “Feeding” father PIE root *pa- "to feed." Etymonline
fud (n.) Cunt (and → Vagina) unknown Etymonline
Krodo
taw (v.) "to prepare" (leather) from Proto-Germanic root *taw- "to Etymonline
make, manufacture"

Thor Odins eldest Sohn from *þunroz (Donner) Etymonline


Tiw sky-god PIE *deiwos"god Etymonline
Tuesday (n.) (from Tiwes, → Tiw, related to Zeus
"Tiu")
Tuesday (n.) from PIE *deiwos "god," from root Etymonline
*dyeu- "to shine," in derivatives "sky,
heaven, god."
wit Insight, knowledge PIE root *weid- "to see," metaphorisch Etymonline
→ "to know."
Woden Anglo-Saxon god, from PIE *wod-eno-, *wod-ono- Etymonline
Odin Old English, see Odin "raging, mad, inspired,"
from root *wet- (1) "to blow; inspire,
spiritually arouse"
wood (adj.) "violently insane" PIE *wet- (1) "to blow; inspire, Etymonline
(now obsolete) spiritually arouse;"
Tabel 12 Engelse woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen
Nederlandse woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen
Woord/ Betekenis herkomst Bron/auteur
link
feest vreugdevolle viering Latijnse bn. fēstus M. Philippa e.a. (2003-2009)
fit Gezond van Engelse bn. fit en onzeker M. Philippa e.a. (2003-2009)
fitten ‘pasklaar maken' (?)
foeteren schelden, mopperen) Latijn futuere M. Philippa e.a. (2003-2009)
(onbekend)
fut geestkracht, lichaamskracht, pit onduidelijk M. Philippa e.a. (2003-2009)
futiel nietig, onbeduidend ontleend aan Latijn M. Philippa e.a. (2003-2009)
fūtilis
pit zaadkorrel, merg v. bomen, kern onbekend M. Philippa e.a. (2003-2009)
thor Noorse god → donder van Veen en van der Sijs
(1997)
Tuw61 De (oude) hemelvader *Tīwaz Taaldacht
vadem oude maat → Faden ‘draad’ M. Philippa e.a. (2003-2009)
vader man die een kind heeft ‘vader’, < pie. *ph2tḗr M. Philippa e.a. (2003-2009)
[verwekker62 van een kind]
vasten vasten (niet eten of drinken) → vasthouden M. Philippa e.a. (2003-2009)
vat ton onbekend M. Philippa e.a. (2003-2009)
vatten pakken; begrijpen (be)grijpen 1351 N. van der Sijs (2001)

vet bn. weldoorvoed,..... Pr.-Germ. *faitijan- M. Philippa e.a. (2003-2009)


zn. vette substantie ‘vetmesten’
veter koord → ‘voet(boei)’ M. Philippa e.a. (2003-2009)
voeden van voedsel voorzien (wellicht ook → pie. *peh2(i)- M. Philippa e.a. (2003-2009)
→ voorzien van een “voet” als ‘vee hoeden’
basis ??)
voet onderste deel van iets Latijn pēs M. Philippa e.a. (2003-2009)
vot Kont; vanaf 1599 als vagina ontbreekt van Veen en van der Sijs
(1997)
wet geheel van rechtsregels van → weten. M. Philippa e.a. (2003-2009)
weten kennis hebben, begrijpen van → Latijn vidēre M. Philippa e.a. (2003-2009)
‘zien’
wodan Germaanse godheid van → woede (onzeker) van Veen en van der Sijs
(1997)
wut / wit wij twee, wij beide → wij & “t”63 Taaldacht-(W-woorden)
woede razernij onzeker M. Philippa e.a. (2003-2009)

Tabel 13 Woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen

61 Bijzonder gebruik van het algemene *tīwaz ‘god, godheid’ (zie tuw). Tuw (letterlijk dus ‘God’) was de
oorspronkelijke oppergod, maar werd in de laat-heidense tijd als ondergeschikt gezien aan Donder en Woen.
62 De voedselvader (foster-father in contrast tot de zaadvader) ; zie voor details De kern van de “Futhark”-talen
63 Volgens Jacob Grimm
Duitse Woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen
In de Kernel of the Futhorc Languages worden Duitse woorden gespecificeerd, die wellicht (wel of
niet) uit het Futhark-alfabet stammen:
Word/Link Additional Source Source/
Specification Author
Faden thread Latin: filum German Dictionary
Fassung countenance Latin: captus, conceptus German Dictionary
Fasten To fast ...aus der terminologie des German Dictionary
jüdisch christlichen cultus von
den Gothen empfangen...
Fessel Fetter German Dictionary
Fesseln To fetter die wurzel ist goth. fitan German Dictionary

Fest feast vor allem fällt seine German Dictionary


abwesenheit im goth. auf.
Fett fat unhochdeutsches, erst durch German Dictionary
Luthers bibel eingedrungnes
wort
Fud, Füdlein, Vulva ? German Dictionary
Futuz
Fuß foot German Dictionary
Futter Fodder; To feed fuot German Dictionary
Futtern To swear, foutre, futuere (s. DWB futern) German Dictionary
to copulate „foutre une femme“.
Krodo
Tau Rope, cord, tow From: nd. tau seil (“rope”), German Dictionary
Thor
Vater Father Root: pa „to feed“ (“to protect”) German Dictionary
Wotan
Wut Rage idg. root *et-, *ot- (*at-) German Dictionary
'to blow, to inspire'
Ziestag Alemannic name Latin: Martis dies: ziestag German Dictionary
for Tuesday
Ziu
Tabel 14 Duitse Woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen
De etymologische details in deze tabel zijn afgelezen in het Duitse woordenboek van de gebroeders
Grimm (Deutsche Wörterbuch von Jacob und Wilhelm Grimm).
De sleutelwoorden van het Oud-Grieks
De laagvorming in de taalkundige evolutie
Er is een reden waarom ik dit essay met de Provencaalse, Germaanse en Sami talen begin en de
behandeling van de Mediterrane taalfamilie met de Griekse en Latijnse en Slavische talen tot het
slot uitstel. De complexiteit van de Germaanse en Sami talen lijkt mij eenvoudiger dan de structuur
van de Mediterrane talen, waarin de Griekse kolonisten en Romeinse troepen aan de fundamenten
nogal wat onberekenbare scheuren en barsten achtergelaten hebben.
Ook het Provençaals is natuurlijk al vroeg door de activiteiten van de Griekse kolonisten en
vervolgens nogmaals door de Romeinen beïnvloed.
De Grieken hebben daarnaast ook de Romeinen gevormd. De Griekse kolonisten hebben de
kolonisatie echter meestal beperkt tot smalle kuststroken, waar de koloniale steden de contacten met
de autochtone bevolking onderhielden.
De Romeinen en Grieken ontwikkelden eigen filosofische systemen, die echter elkaar beïnvloed
hebben.
Daarom wilde ik de filosofische hoofdbronnen zoveel mogelijk gescheiden bestuderen. In de
vrijwel alle tot dusver bestudeerde Germaanse, Griekse, Sami, en Provençaalse talen werd de
filosofische hoofdbron in de nominatieve vorm van de persoonlijke voornaamwoorden van de eerste
persoon getraceerd. De bronnen omvatten daarbij het enkelvoud, dualis en/of meervoud.

De dualis νώ, resp. νῶϊ (“wij twee”) in de Oud-Griekse taal


In de Oud-Griekse taal kan men de dualis νώ aflezen, die zich in epische vorm tot νῶϊ (“wij twee”)
ontwikkelt64.
De Germaanse en Griekse dualis-vormen wijken van elkaar af.
Jacob Grimm stelt, dat door toevoegen van de letter “t” (de “t” van “twee”) aan een
meervoudig pronomen “wij” het resultaat “ƿit” (“Wit” → “wij twee”) in een dualis voor het
Germaanse persoonlijke voornaamwoord van de eerste persoon omgevormd wordt.
De letter “t”, die de dualiteit van de “t” ook al in de beginletter van “twee” symboliseert,
ontbreekt in de Griekse dualis νώ, resp. νῶϊ (“wij twee”).

De sleutelwoorden van het Oud-Grieks


De Griekse woorden “νόος” en “νοῦς” (Nous65) kan men in het Engels vertalen als “wit”,
“witness”, “wit (v.)” resp. “wit (n.)” en verwijzen naar de wijsheid. Het gotische woord witan
("weten") correleert met Wodan (“de wetende god”).
Er bestaat een analoge correlatie tussen “wit” (“wij twee”) en “to wit” (“inzien”) respectievelijk in
het Grieks “νοος” (“wit”, “inzicht”) en de nominatieve dualis “noo(in)” (“wij twee”) van het
persoonlijke voornaamwoord voor de eerste persoon,
In het Grieks schrijft men “noo(in)” als “νώ”, νῶϊ, νῶιν en νῶν (“wij twee”), waarbij men
achterstevoren gelezen het enkelvoudige persoonlijke voornaamwoord voor de eerste persoon ἰώ
(iṓ), respectievelijk ἱών (hiṓn) van het Eolische (resp. Boeotische) dialect ontcijferen kan.

64 The etymology of the Greek dual form νώ (νῶϊ)


65 It has been suggested that the basic meaning is something like "awareness".[5] In colloquial British English, nous
also denotes "good sense", which is close to one everyday meaning it had in Ancient Greece.
Het enkelvoud ἱών (hiṓn) correleert achterstevoren gelezen met de dualis νῶϊ (“wij twee”) van
hetzelfde persoonlijke voornaamwoord voor de eerste persoon. Dat kan natuurlijk een toeval of een
zorgvuldig uitgedacht concept zijn.
Ook de etymologie (die officieel als “onbekend” geboekstaafd staat) van het sleutelwoord “Ion” in
in de naam “Ionisch” kan samenhangen met het enkelvoud persoonlijke voornaamwoord voor de
eerste persoon ἰώ (iṓ), respectievelijk ἱών (hiṓn) van het Eolische (resp. Boeotische) dialect.
De vaak opgesomde achtergrond “woede”, die aan de oppergod “Wodan” toegekend wordt, lijkt mij
ten opzichte van het inzicht (in het Engels: “wit”) en in de daarmee samenhangende Germaanse
dualis “wit” van het ego-pronomen misplaatst te zijn.
Door omkering van de leesrichting kan de naam voor de Germaanse hemelgod “Tiw” uit “wit”
afgeleid worden. Symbolisch gezien zijn beide hemelgoden als “wijze” goden gestart, waarbij
Witan wellicht als “Tiw's zoon” kan zijn ontstaan.
Beide Griekse woorden νώ, respectievelijk νῶϊ (“wij twee”) en “νόος” respectievelijk “νοῦς”
(Nous) worden toegepast in de Ilias van Homerus en wel in Boek Δ 41866 respectievelijk 1 [130]67.
Deze woorden kunnen in een filosofisch systeem als fundamentele basis gegolden hebben. Sinds de
publicatie van de Ilias en Odyssee van Homerus is het “Nous”-concept door vrijwel alle filosofen
bestudeerd respectievelijk opgebouwd, onder andere door Heraclitus, Parmenides, Anaxagoras,
Socrates, Plato, Aristoteles, Plotinus, Valentinus, Simon Magus, Averroes, de Kerkvaders…
Ongetwijfeld behoort het “Nous”-concept tot de fundamentele basis van de filosofie.
Later is de filosofische basis “Nous” uitgebreid tot de λόγος (“Logos”).
Het Griekse woord λόγος stamt af van λέγω, légō, lit. 'Ik zeg') en is een equivalent van de
Provençaalse conjugatie “D” & “iéu” → “Diéu” (“Ik zeg”).
De Logos vormde zich tot een technische formule in de Westerse filosofie en wel ongeveer
vanaf Heraclitus (c.  535 – c.  475 BC), die de Logos toepaste als een maat voor de orde en
kennis.[3]
Logos is de logica achter een argument.[4].
The lijst van de op de Logos opbouwende filosofen omvat de Sofisten, Aristoteles, the
Stoïcijnen, Philo van Alexandrië, het Evangelie van Johannes, het Soefisme en Carl Jung. 68
In contrast tot het woord νόος (Nous, het goddelijke inzicht) correleert het woord Logos (de
goddelijke gedachte69) niet met het woord νῶϊ (“wij twee”).

66 Lexicon of the Homeric Dialect - by Richard John Cunliffe - University of Oklahoma Press, 1963
67 Notes to the Philosophical “Nous”-Concept
68 Bronvermelding: Logos
69 Despite the conventional translation as "word", it is not used for a word in the grammatical sense; instead, the term
lexis (λέξις, léxis) was used.[9] However, both logos and lexis derive from the same verb légō (λέγω), meaning "(I)
count, tell, say, speak".[1][9][10]
De sleutels “iou” en “nos” in de taal Latijn
Oorspronkelijk onderscheidde de Latijn grammatica alleen tussen het enkelvoud “ego” / “tu” en het
meervoud “nos” / “vos”. Een dualis of een formele beleefdheidsvorm bestond in het Latijn niet.
Wellicht was dit een praktische oplossing voor een nuchter soldatenvolk, waarin men het militaire
handwerk zonder veel poespas organiseert en optimaliseert.
De Romeinse tweeling Romulus & Remus bestond uit twee broers en bij gebrek aan huwbare
vrouwen moesten de Romeinen de dochters van de buren ontvoeren om nieuwe soldaten op te
leiden. De Romeinen namen ook geen aanstalten een eigen filosofie op te bouwen en kozen ervoor
de filosofen en leraren als Griekse slaven in te kopen.

De sleutelwoorden “iou” en “IU”


Net als de Provençaalse bevolking kozen de Romeinen de enkelvoudige vorm van het ego-
pronomen als sleutelwoord.
Principieel bestaat het ego-pronomen uit een reeks klinkers zoals “ieu”, “iau”, “iou” of “iaω”, die
wij ook in de namen voor de hemelgod “dieu”, “diau”, “diou” respectievelijk “diaω” waarnemen.
Het mechanisme voor deze woordvorming is al beschreven in het hoofdstuk over de Provençaalse
taal:
• “d” & “iéu” → “diéu” (“Ik zeg”)
“IOU” geldt als sleutelwoord voor Iou-piter, dat later tot Iu-piter of Jupiter (officieel afgeleid van
Proto-Italisch *djous “dag, hemel”).
Diverse iou-pronomina en de bijbehorende hemelgoden zijn in de omgeving van Italië
geïdentificeerd:
• Het ego-pronomen “jou” wordt toegepast in Sutsilvaans (in de Zwitserse Alpen).
• Het ego- pronomen iòu më en m’iòu wordt toegepast in het Patois of Villar-St-Pancrace70.
• Het ego- pronomen “iu71” en de hemelgod “Diu” wordt toegepast in Sicilië.
• Het ego- pronomen Yiou en de hemelgod Dïou wordt toegepast in Nîmes72.
Oorspronkelijk waren deze ego-pronomina wellicht direct in andere Latijnse afleidingen
geïntegreerd zoals “pious”, “justitia”, “ius”, “iustus”, “*djous” (“dag, hemel”), die op de Latijnse
kern “iou” respectievelijk “iu” baseerden. Gedurende de Romeinse en kerkelijke overheersing
verspreidde zich de bestuurlijke woordenlijst in de bezette regio's, waar deze woorden in de locale
woordenschat van de onderworpen bevolking opgenomen werd.

70 this website had been restored and documented in Dutch in Patois van Villar-St-Pancrace in het web-archief. The
series of personal pronouns is: (Cas sujet Cas régime atone tonique direct indirect) Sg. 1°p a (l’) iòu më, m’ iòu 2°p
tü, t’ të, t’ tü 3°p M u(l), al ei(l) së lu ei F eilo la eilo N o, ul, la - lu - Pl. 1°p nû* nû* 2°p òû* vû* vû* 3°p M î(z) së
lû* iè F eilâ (eilaz) lâ* eilâ
71 Officieel afgeleid uit: Vulgar Latin *eo, van Latin ego (“I”).
72 “Yiou” & “Dïou” in the dialect of Nimes
De transfer van Griekse ideeën naar de mediterraanse kolonies

Νῶϊ (“wij twee”) → Noi (“wij allen”)


Bij het bestuderen van de Griekse pronomina “νώ”, νῶϊ (“wij twee”) en het Latijnse “nos” (“wij
allen”) ontdekte ik in de buurlanden een groot aantal meervoudsvormen “noi” (“wij allen”)73. Deze
“noi”-varianten kunnen natuurlijk van “nos” afstammen, maar zij kunnen ook al tevoren als dualis
of pluralis “noi” hebben bestaan.
In een latere fase kunnen zij naar de meervoudsvorm zijn verhuisd, zoals dat ook in de
meervoudsvormen við, “vit” en wið74 van de talen van IJslands, Faroers respectievelijk Älvdalens.

“Nos” → “Nosotros”
Aanvankelijk kunnen een aantal Mediterrane talen de dualis νῶϊ (“noi”, “wij beide”) van de Griekse
kolonisten overgenomen hebben.
Ook is het denkbaar, dat sommige volken de labels “otros” (“anderen”) aan de meervoudsvorm
“nos”, respectievelijk “vos” en/of aan een archaïsche dualis “noi”, respectievelijk “voi” hebben
toegevoegd.
Deze labels “otros” (“anderen”) kunnen de taalgebruikers helpen een originele dualisvorm (“noi”,
“wij beide”) van de ware meervoudsvorm “nos” onderscheiden.
Dit mechanisme verklaart wellicht waarom de Mediterrane regio met uitzondering van de Oud-
Griekse, Joodse en Arabische talen verstoken is van elke vorm van dualis. Zelfs in Italië kan de
moderne meervoudsvorm “noi” (“wij allen”) net als het Oud-Griekse νῶϊ (“noi”, “wij beide”)
oorspronkelijk een dualis geweest zijn.

De geërfde “noi” en “voi” van de Griekse kolonisten


Een aanzienlijk aantal Mediterrane talen (zoals het Aroemeens, Roemeens, Napolitaans, Catalaans,
Occitaans, Italiaans, Dalmatian75 and Sicilian) behoorde tot de taalregio's, die zich dichtbij of in de
Griekse koloniale zone bevonden hebben en kunnen de “noi” en “voi”-meervouden van de Griekse
kolonisten overgenomen hebben. De Griekse kolonisering vond plaats rond de 8 e, 7e en 6e eeuw
BC.
Een aantal "i”-markeringen in de persoonlijke voornaamwoorden “noi” en “voi” worden
aangetroffen in het Aroemeens (Macedonië en Albanië), Istriotisch (Kroatië), Sardinisch, Roemeens
en Napolitaans, Dalmatiaans, Italiaans, Siciliaans en Venetiaans.

De uitsluiting van erfenissen van Griekse kolonisten


De afwezigheid van “i”- en “otros”-markeringen in de “nos”/”noi”-pronomina in de talen Portugees
(bij de Atlantische kust), Reto-Romaans (in de Zwitserse Alpen) en Waals (in België) zijn te ver
afgelegen van de Griekse kolonies en kunnen nooit elementen uit de Griekse taal van de kolonisten
geërfd hebben. Deze talen konden dus niet op de basis van νῶϊ het karakter van het meervoud “nos”
door een “i”- of “otros”-markering hebben willen beïnvloeden.

73 Notes to the usage of Nos and Vos, Nosotros and Vosotros


74 See the legend in the map of the website The personal pronoun "We" in Scandinavian dialects
75 Dalmatia is a Roman province Illyria (in Greek) or Illyricum (in Latin) - Source: Wkitionary (Nōs)
Het filosofische Nous-concept
Het filosofische Nous-concept is vanuit Griekenland geïmporteerd. De Griekse filosofie heeft
generaties Europese filosofen beïnvloed. Het Nous-concepts kan eventueel ook de spelling van het
Franse pronomen “nous” (“wij allen”) beïnvloed hebben.
De sleutels van de mediterrane talen
De sleutels van de mediterrane talen stammen uit meerdere bronnen:
• Algemene Europese klinkerswoorden uit de categorie eeuwigheid, jurisdictie en het
huwelijk, die met vrijwel alle Germaanse en Mediterrane talen gedeeld worden. Sommige
woorden beschrijven klinkerscombinaties voor fundamentele elementen zoals:
◦ â, ê, á, æ → aha → ahwa → aqua (water)
◦ æ, æw, eu (in Oud Engels: (wet) law, (schrift) scripture, ceremonie (ceremony),
gewoonte (custom), huwelijk (marriage);
◦ æ (in IJslands) : altijd (always), eeuwig (forever)
◦ ἀιών (aiōn), aevum, aiws (in Gotisch: een leven lang (a lifetime), eeuwigheid (eternity)
◦ æ, Ehe (echt), ee (Engels, Duits, resp. Nederlands: huwelijk)
◦ æ: (dialect, Fjolde) Ik (persoonlijk voornaamwoord van de eerste persoon enkelvoud)
◦ æ: Ik (ego-pronomen) (dialect, in Trøndelag, in Noord, West en zuid-Noorwegen).
◦ IAΩ (God)
◦ Εὔα (ʾÉva)
• De fundamentele conjugaties “diéu” (“ik zeg”), “siéu” (“ik ben”), “riéu” (“ik lach”), “viéu”
(“ik zie”), die in het hoofdstuk met de beginselen van de Provençaalse taal beschreven
worden.
• Latijnse uitdrukkingen met betrekking tot de regeringsvoorschriften, die op Jupiter
gebaseerd zijn zoals bijvoorbeeld: ius, jūs, iudex, Iu-piter, gius, giure, jura, jus en jury,
jurisprudentia. Daarnaast zijn er speciale Griekse uitdrukkingen bekend, die in de Latijnse
woordenschat opgenomen werden. Deze Griekse en Latijnse woorden werden naar de
Mediterrane talen doorgegeven.
• De fundamentele termen van het Nous-concept, dat in het Frans als “le noûs” gespeld wordt
en direct afstamt van het Griekse woord νοῦς. In het Frans is het persoonlijke
voornaamwoord nous (meervoud “wij allen”) wellicht opzettelijk op een filosofische kern
“le noûs” afgestemd.
Dit brede spectrum aan woorden kan in de Mediterrane talen aangetroffen worden. De oude Griekse
woordimporten waren beperkt tot de kustregio's. In verafgelegen regio's, die minder lang door de
Griekse en/of Romeinse civilisatie beïnvloed werden, was de invloed van het Grieks en Latijn
geringer.
Met name de uitwerking van de ontbrekende dualis kan enkele volken hebben aangemoedigd de
meervoudsvorm “noi” in plaats van “nos” te kiezen of “otros”-markeringen aan het persoonlijke
voornaamwoord van de eerste en tweede persoon meervoud toe te voegen.
De toepassing van de meervoudsvorm “noi”/”voi” en de toevoeging van extra markeringen “otros”
aan “nos”/”vos” en “noi”/voi”, die men geruime tijd in de Mediterrane talen waargenomen heeft,
zijn vergelijkbaar met de verschuiving van de dualis við, “vit”, wið naar het meervoud voor de
persoonlijke voornaamwoorden van de eerste persoon meervoud in de talen IJslands, Faroers,
respectievelijk Älvdalens.
De filosofische concepten van Europa
De volgende kaart illustreert het Germaanse “wit”- en de Mediterrane ““d” & “iéu” → “diéu” (“ik
zeg”)”-concepten. De “wit”-regio wordt door een noordelijke grenszone van de Mediterrane regio
gescheiden, die de uitwerking van de Romeinse veroveringen begrenst.
Een andere, zuidelijker gelegen grenslijn doorkruist de dunst bevolkte Europese regio (het
departement Lozère, de Romeinse stad Nemausis (Nimes) en de Cevennen in Zuid-Frankrijk, waar
de Provençaalse taal het “diéu” (“ik zeg”)”-concept bewaart.
Ten oosten van de Cevennen bevindt zich in de Alpen de Savoyse taalregio, waarin zich een nogal
chaotische mengeling van lokale dialecten ontwikkeld heeft.
In het noorden van Europa vormen de Oeraalse, Baltische en Slavische talen de grenszones van het
Germaanse “wit”-concept, die in de onderstaande kaart niet konden worden aangegeven.
De vleeskleurige “νῶϊ”-, “noi”- en “nous”-markeringen illustreren de potentiële vormen van dualis
voor de persoonlijke pronomina en het Griekse “Nous”-concept, dat wellicht met het Germaanse
“wit”-concept samenhangt.

3: Kaart van de filosofische concepten van Europa


Appendix – Overzicht van de detailstudies
Chronologisch overzicht van de Academia-Databasis

taal titel Datum

D Über die Evolution der Sprachen 16.11.2018 7 9

NL Over het ontwerpen van talen 7 8

E The Art of Designing Languages 7 7

E Notes to the usage of the Spanish words Nos and Vos, Nosotros and Vosotros 7 6

E Notes to the Dual Form and the Nous-Concept in the Inari Sami language 7 5

NL Over het filosofische Nous-concept 7 4

E Notes to the Philosophical " Nous " -Concept 7 3

E The Common Root for European Religions 7 2

E A Scenario for the Medieval Christianization of a Pagan Culture 7 1

NL Een scenario voor de middeleeuwse kerstening van een heidens volk 10.10.2018 7 0

E The Role of the Slavic gods Rod and Vid in the Futhorc-alphabet 6 9

E The Unification of Medieval Europe 6 8

E The Divergence of Germanic Religions 6 7

NL De correlatie tussen de dualis, Vut, Svantevit en de Sint-Vituskerken 6 6

E The Correlation between Dual Forms, Vut, Svantevit and the Saint Vitus 6 5
Churches
D Die Rekonstruktion der Lage des Drususkanals 6 4

D Die Entzifferung der Symbolik einer Runenreihe 6 3

E Deciphering the Symbolism in Runic Alphabets 6 2

E The Sky-God, Adam and the Personal Pronouns 6 1

NL Notities rond het boek Tiw 6 0

E Notes to the book TIW 5 9

D Von den Völkern, die nach dem Futhark benannt worden sind 5 8

E Designing an Alphabet for the Runes 5 7

D Die Wörter innerhalb der „Futhark“-Reihe 5 6

E The hidden Symbolism of European Alphabets 5 5

E Etymology, Religions and Myths 5 4

E The Symbolism of the Yampoos and Wampoos in Poe's “Narrative of Arthur 5 3


Gordon Pym from Nantucket”
D Notizen zu " Über den Dualis " und " Gesammelte sprachwissenschaftliche 5 2
Schriften " 5
NL Ϝut - Het Nederlandse sleutelwoord 5 1
E Concepts for the Dual Forms 5 0

E The etymology of the Greek dual form νώ (νῶϊ) 4 9

E Proceedings in the Ego-pronouns' Etymology 4 8

NL Notities bij „De godsdiensten der volken“ 4 7

E The Role of *Teiwaz and *Dyeus in Filosofy 4 6

E A Linguistic Control of Egotism 4 5

E The Design of the Futhark Alphabet 4 4

E An Architecture for the Runic Alphabets 4 3

E The Celtic Hair Bonnets 4 2

D Die keltische Haarhauben 4 1

NL De sculpturen van de Walterich-kapel te Murrhardt 4 0

E The rediscovery of a lost symbolism 3 9

NL Het herontdekken van een vergeten symbolisme 3 8

NL De god met de twee gezichten 3 7

E The 3-faced sculpture at Michael's Church in Forchtenberg 3 6

NL Over de woorden en namen, die eeuwenlang bewaard gebleven zijn 3 5

NL De zeven Planeten in zeven Brabantse plaatsnamen 3 4

E Analysis of the Futhorc-Header 3 3

E The Gods in the Days of the Week and inside the Futhor-alphabet 3 2

NL Een reconstructie van de Nederlandse scheppingslegende 3 1

E The Symbolism in Roman Numerals 3 0

E The Keywords in the Alphabets Notes to the Futharc's Symbolism 2 9

E The Mechanisms for Depositing Loess in the Netherlands 2 8

NL Over het ontstaan van de Halserug, de Heelwegen en Heilwegen in de 2 7


windschaduw van de Veluwe
E Investigations of the Rue d'Enfer-Markers in France 2 6

D Die Entwicklung des französischen Hellwegs ( " Rue d'Enfer " 2 5

NL De oorsprong van de Heelwegen op de Halserug, bij Dinxperlo en Beltrum 2 4

E The Reconstruction of the Gothic Alphabet's Design 2 3

D Von der Entstehungsphase eines Hellwegs in Dinxperlo-Bocholt 2 2

NL Over de etymologie van de Hel-namen (Heelweg, Hellweg, Helle..) in 2 1


Nederland
NL Recapitulatie van de projecten Ego-Pronomina, Futhark en Hellweg 2 0

NL Over het ontstaan en de ondergang van het Futhark-alfabet 1 9

D Die Etymologie der Wörter Hellweg, Heelweg, Rue d'Enfer, Rue de l'Enfer 1 8
und Santerre
E The Etymology of the Words Hellweg, Rue d'Enfer and Santerre 1 7

E The Decoding of the Kylver Stone' Runes 1 6


E The Digamma-Joker of the Futhark 1 5

E The Kernel of the Futhorc Languages 1 4

NL De kern van de Futhark-talen 1 3

D Der Kern der Futhark-Sprachen 1 2

NL De symboolkern IE van het Nederlands 1 1

E Notes to Guy Deutscher's "Through the Language Glass" 1 0

E Another Sight on the Unfolding of Language 0 9

E Notes to the Finnish linguistic symbolism of the sky-god's name and the 0 8
days of the week
E A modified Swadesh List 0 7

E A Paradise Made of Words 11.04.2018 0 6

E The Sky-God Names and the Correlating Personal Pronouns 12.11.2017 0 5

E The Nuclear Pillars of Symbolism 28.10.2017 0 4

E The Role of the Dual Form in Symbolism and Linguistics 17.10.2017 0 3

E The Correlation between the Central European Loess Belt, the Hellweg- 08.10.2017 0 2
Markers and the Main Isoglosses
E The Central Symbolic Core of Provencal Language 07.10.2017 0 1
Inhoudopgave
Abstract ................................................................................................................................................1
Samenvatting........................................................................................................................................2
Inleiding tot het ontwerpen van woorden.............................................................................................3
Eenvoudige woorden zoals Aa, Ae, Die, Ee, Ie, IJ..........................................................................3
Simpele woorden zoals â, ê, á, æ, ἀιών (eeuwigheid), ee (de echt).................................................3
De zuiverste Indo-Europese taal...........................................................................................................4
De Provençaalse taal (Diéu = „I zeg“).............................................................................................4
De taalgrens tussen losstaande en geïntegreerde persoonlijke pronomina.................................7
“Avoir” en “savior”.....................................................................................................................7
De Reto-Romaanse dialecten......................................................................................................7
Dïóu u = „Ik zeg“.............................................................................................................................8
De overgangsgebieden Savoie, Sardinië en Walen..........................................................................9
De duale vormen in het Savoyaardse dialect..............................................................................9
De filosofische kern der Germaanse talen..........................................................................................10
Wit = “wij twee”............................................................................................................................10
De taalgrenszone voor het “wit”-concept..................................................................................11
Wit als een sleutelelement.........................................................................................................11
De raadselachtige Limburgse dualis “weet” (“wij beide”).......................................................12
“Weet” in de Wiktionary......................................................................................................12
De (Russische ?) //enacademic.com - kopie van Wikipedia................................................12
Overleg WikiWoordenboek:Tweevoud................................................................................13
De grenszone met de Oeraalse talen...................................................................................................14
De Sami talen.................................................................................................................................14
Het sleutelwoord van de hemelgod Jumala...................................................................................15
De sleutelelementen in de Sami dialecten.................................................................................16
Het ontwerp van het Futhark alfabet .................................................................................................17
De rol van sleutelwoorden in het alfabet.......................................................................................17
Krodo........................................................................................................................................17
De beginletters van het Futhark-alfabet....................................................................................18
De “A”-”I”-”Ω”-structuur van het runenalfabet............................................................................19
Het optimaliseren van het runenalfabet door stafloze symbolen .............................................19
De evolutie van het Futhark-alfabet...............................................................................................20
Het oudste futhark-systeem.......................................................................................................20
De codering van de persoonlijke voornaamwoorden...........................................................20
De sleutelwoorden in de zes letters ᚠ, ᚢ, ᚦ, ᚩ, ᚱ, ᚳ ....................................................................20
De letters van de Frankenkoning Chilperik I............................................................................21
De afleiding van het gotische alfabet........................................................................................21
De woordenschat van het Futhark alfabet..........................................................................................22
De voortplantingssymbolen ..........................................................................................................22
Fut as “vitale energie”....................................................................................................................22
Vut als een afgod en afkorting van Wodan....................................................................................23
De St.Vitus-verering verenigt voor het eerst Europa.....................................................................23
Woorden, die uit het Futhark-alfabet stammen..................................................................................24
Engelse woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen.........................25
Nederlandse woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen..................26
Duitse Woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen...........................27
De sleutelwoorden van het Oud-Grieks.............................................................................................28
De laagvorming in de taalkundige evolutie...................................................................................28
De dualis νώ, resp. νῶϊ (“wij twee”) in de Oud-Griekse taal........................................................28
De sleutelwoorden van het Oud-Grieks.........................................................................................28
De sleutels “iou” en “nos” in de taal Latijn........................................................................................30
De sleutelwoorden “iou” en “IU”..................................................................................................30
De transfer van Griekse ideeën naar de mediterraanse kolonies...................................................31
Νῶϊ (“wij twee”) → Noi (“wij allen”).....................................................................................31
“Nos” → “Nosotros”.................................................................................................................31
De geërfde “noi” en “voi” van de Griekse kolonisten..............................................................31
De uitsluiting van erfenissen van Griekse kolonisten ..............................................................31
Het filosofische Nous-concept..................................................................................................32
De sleutels van de mediterrane talen..................................................................................................33
De filosofische concepten van Europa...............................................................................................34
Appendix – Overzicht van de detailstudies........................................................................................35
Chronologisch overzicht van de Academia-Databasis..................................................................35

You might also like