Professional Documents
Culture Documents
Over Het Ontwerpen Van Talen
Over Het Ontwerpen Van Talen
Joannes Richter
Abstract
In all languages the simplest one-vowel words may have been designed to symbolize water, eternity
and matrimony. This may be considered as the initial phase for languages.
In Europe the purest form of language may be found in the least populated regions of the Cévennes
mountains, where the words, their declination and conjugations resisted most efficiently against
deterioration.
For Mediterranean languages the nominative singular (such as “iéu”) of the personal pronouns of
the first person usually correlates to the corresponding sky-god's name (such as “Diéu”), which in
Provencal language corresponds to the verbal expression “I say”.
The Mediterranean correlation however does not exist for Germanic languages. For Germanic
languages the nominative dual (such as “wit”) of the personal pronouns of the first person usually
correlates to the corresponding keywords (such as “to wit”, “Wotan” and “Tiw”). Germanic
philosophy has been based on the “wit”-cores, which may be correlated to the Greek “Nous”-
concept.
The Latin word videō (“I see” → “I understand”) may be considered as a shared foundation of
European philosophy if it really correlates to the Germanic “wit”-concept. The “wit”-concept did
not spread 1:1 into the neighboring Uralic, Baltic or Slavic languages, for which similar concepts
may have developed such as the “Jumala”-core.
The absence of dual forms seems to be restricted to the Mediterranean regions. Genuine dual forms
have been identified in Old-Greek, Germanic, Slavic, most Baltic and Sami languages. Traces of
dual forms may be found in the noi-variants of the Mediterranean personal pronouns and in the
Savoyard dialects.
This paper concentrates on the role of the nominative singular and dual forms for the personal
pronouns of the first person, which may have played a mayor role in the evolution of European
philosophy. Both northern and southern philosophical European concepts may have been linked by
the “videō” - “wit” (“I know”) - relation.
The Dutch version of this manuscript also documents special Dutch words, such as “wet” (“the
law”) and for instance “fit” (“fit”), “fut” (“vitality”) and “vot” (“vagina”).
As a Dutch topic in the Germanic “wit”-project this paper analyses which keywords may have been
derived from the Futhark-alphabet. For this purpose the relevant etymological information has been
derived from the Dutch Etymologiebank.
The quintessence of this research results in the claim that the Dutch words “wet” (“law”) and
“weten” (→ “witness”, “insight”, “to know”) have been derived from the Latin verb vidēre (‘to
see’).
Samenvatting
De meeste talen beschikken over primitieve 1-letter woorden, die meestal water, eeuwigheid en
eertijds belangrijke evenementen zoals het huwelijk symboliseren. Deze woorden stammen uit de
beginfase van de taal.
In Europa kan de zuiverste taalvorm waargenomen worden in de extreem dunbevolkte landstreken
zoals het departement Lozère en de Cevennen in het zuidoosten van Frankrijk, waar de woorden en
de vervoegingen en verbuigingen het langst onveranderd bewaard blijven.
In de mediterrane talen correleert het enkelvoudige nominatief (bijvoorbeeld “iéu”) van het
persoonlijke voornaamwoord van de eerste persoon meestal met de bijbehorende godennaam zoals
“Diéu”), die in de Provençaalse taal vertaald wordt als de uitdrukking “ik zeg”.
In de Germaanse talen bestaat deze correlatie niet. In plaats daarvan correleert het duale nominatief
(zoals bijvoorbeeld “wit”) van het persoonlijke voornaamwoord van de eerste persoon met de
bijbehorende sleutelwoorden zoals “wet”, “weten”, “Wodan” en “Tiw”). De Germaanse filosofie
baseerde op de “wit”-kernen, die overeenkomen met het Griekse “Noes”-concept.
Het Latijnse werkwoord videō (“inzien” → “weten”) kan als gemeenschappelijke basis van de
Europese filosofie worden beschouwd, als videō tenminste met het Germaanse “wit”-concept
correleert.
Het “wit”-concept is niet 1:1 op de naburige Oeraalse, Baltische on Slavische talen overgegaan,
waarvoor echter gelijkwaardige principes kunnen zijn toegepast zoals de “Jumala”-kern.
In grote delen van de Mediterrane regio's lijkt de dualis te ontbreken. Echte vormen van de dualis
worden gevonden in het oude varianten van het Grieks, Germaanse talen, Slavische, Baltische en
Sami-talen. Sporen van de dualis kan men eventueel waarnemen in de “noi”-varianten van de
Mediterrane persoonlijke voornaamwoorden en in de Savoyaardse dialecten.
Dit artikel beschrijft de rol van het enkelvoud en de duale vorm van het persoonlijk voornaamwoord
van de eerste persoon, die in de Europese filosofie een grote rol gespeeld hebben. De twee Noord-
en Zuid-Europese filosofieconcepten kunnen met elkaar samenhangen door de “videō” - “wit”
(“inzien – weten”) - link.
De Nederlandse versie van het manuscript documenteert ook de speciale Nederlandse woorden,
“wet” en bijvoorbeeld “fit”, “fut” en “vot” (vagina).
In het kader van het onderzoek naar het Germaanse “wit”concept is het interessant eens te
onderzoeken welke sleutelwoorden eenduidig wel of niet uit het Futhark-alfabet stammen. Daarbij
wordt gebruik gemaakt van de Nederlandse Etymologiebank.
De Kwintessens van dit onderzoek luidt: De Nederlandse woorden “wet” en het “weten” stammen
van het Latijnse woord vidēre (‘zien’).
Inleiding tot het ontwerpen van woorden
Eenvoudige woorden zoals Aa, Ae, Die, Ee, Ie, IJ
De meeste talen bevatten een aantal fundamentele woorden, die uit losse klinkers of korte reeksen
klinkers bestaan. Vaak betreft het daarbij beken, riviertjes of meertjes.
Voorbeelden van deze waterlopen en plassen zijn er in Nederland genoeg te vinden. Als
documentatie kan men webpagina's raadplegen zoals: Aa (44), Kleine Aa (5), Ae (14), Die (6), Ee
(11), Ie (1), IJ (7), waarin voor het kleine Nederland alleen al over 83 waterlopen en meertjes
beschikt. Een vergelijkbare inventaris vindt men in de Lijst met waterlopen en meren "Aa" in
Europa, inclusief de namen Aa, Aha or Ach.
Het Occitaans, historisch ook wel langue d'oc of Provençaals genoemd, is de verzamelnaam voor
een aantal nauw verwante streektalen. Een groot deel van de zuidelijke helft van Frankrijk tot het
Occitaanse taalgebied gerekend.
5 In dit artikel wordt het ego-pronomen als de enkelvoudige nominatief “ik” van het persoonlijke voornaamwoord van
de eerste persoon .
6 “Yiou” & “Dïou” in the dialect of Nimes
7 Diaeresis (linguistics), or hiatus, is the separation of adjacent vowels into adjacent syllables,
8 diciounàri - Dictionnaire provençal– B. de La Tour d'Auvergne
9 Provence (Frankrijk)
De blauwdruk, die men als het concept van een taal mag beschouwen, bestaat wellicht uit een aantal
regels, die in legenden worden bewaard. In het Provençaalse concept moet de legende een regel
hebben bevat waarin de Schepping door een eerste Woord van de Schepper is begonnen. De
eenvoudigste formule om de Naam van de Schepper the vormen bestaat uit een medeklinker “D”,
die door toevoeging van het ego-pronomen “iéu” tot een woord “Diéu” (“ik zeg”) werd gevormd.
Vervolgens kan deze formule ook voor andere woorden toegepast worden. De kernen voor deze
woorden bestaan uit individuele letters gevolgd door de “iéu”-verbuiging (“iéu”-conjugatie). De
volgende voorbeelden verduidelijken hoe dit mechanisme werkt10:
• “d” & “iéu” → “diéu” (“Ik zeg”)
• “s” & “iéu” → “siéu” (“Ik ben”)
• “r” & “iéu” → “riéu” (“Ik lach”)
• “v” & “iéu” → “viéu” (“Ik zie”)
De lastige uitspraakvoorschrift voor de “geïsoleerde” klinkers en de medeklinkers leidt natuurlijk
tot slijtage. Zelfs de verst afgescheiden Alpenregio's kunnen de afbraak van de taal niet verhinderen,
wat men aan de verbuigingen van “aller” (“gaan”), avoir (“hebben”) en “faire” (“maken”) kan
aflezen.
In het Provençaals is de perfecte verbuigingsvorm in de conditionele en grotendeels ook in de
imperfecte conjugaties bewaard gebleven, die wellicht het minst in gebruik zijn geweest en
daardoor misschien het meest bestand waren tegen de slijtage. Deze effecten worden door de
volgende tabel geïllustreerd:
English Français Verbe Marsiho Present Imparfait Conditionnel
to go Aller Ana vau anàvi anariéu
to have Avoir Ave ai aviéu auriéu
to say Dire Dire diéu disiéu diriéu
to be Etre Estre siéu èri sariéu
to make Faire Faire fau fasiéu fariéu
to laugh Rire Rire riéu risiéu ririéu
to see Voir Veire viéu vesiéu veiriéu
1: De verbuiging voor de eerste persoon enkelvoud voor enkel Provençaalse werkwoorden
een selectie uit het Excelsheet Conjugation Provencal Verbs (met ongeveer 90 werkwoorden)
10 Bronvermelding: Excelsheet Conjugation Provencal Verbs ; geciteerd in The Symbolism of Long Vowels (Scribd)
Ten noorden van de Provençaalse regio maken de verbuigingsmechanismen der werkwoorden
meestal gebruik van losstaande pronomina zoals in de Franse uitdrukking “je dis” (“Ik zeg”).
Ten noorden van deze grens past de Franse taal een persoonlijk voornaamwoord “je” toe, dat
vergeleken met het Provençaals de symbolische band met de Naam “Dieu” van God grotendeels
verloren heeft:
Nederlands Ik ben Ik zie Ik lach Ik zeg
Engels I I I I
am see laugh say
Frans je je je je
soy vois ris dis
Provençaals (iéu) (iéu) (iéu) (iéu)
siéu viéu riéu diéu
Italiaans (io) (io) (io) (io)
sono vedo rido dico
Latijn sum videō rideo dico
Spaans (yo) (yo) (yo) (yo)
soy veo río digo
Tabel 1 Equivalenten van de Provençaals sleutelwoorden siéu, viéu, riéu, diéu
In het Nederlands, Engels en Frans zijn de ego-pronomina voorgeschreven. In het Provençaals,
Italiaans en Spaans mogen deze worden weggelaten.
De taalgrens tussen losstaande en geïntegreerde persoonlijke pronomina
De grenslijn tussen de losstaande en geïntegreerde persoonlijke pronomina in de omgeving van de
Provençaalse taal bevindt zich in de omgeving van het dunst bevolkte Europese bergregio
Cevennen in het Zuidoosten van Frankrijk.
Deze taalgrens is niet door het Romeinse Rijk beïnvloed omdat Caesar Frankrijk binnen vijf jaar
compleet heeft kunnen veroveren. De taalgrens tussen losstaande en geïntegreerde persoonlijke
pronomina moet zich al hebben gevormd voordat Caesar zijn militaire expedities gestart heeft.
Lozère (in de omgeving van de Romeinse Colonia Nemausus → Nîmes) is ontstaan als een
provincie, die zich gedeeltelijk over Languedoc uitstrekte. De bevolkingscijfers markeren Lozère
als een van de dunst bevolkte continentale regio's van de EU (15 Inh./km²)11.
In de Lozère is de bodemkwaliteit onvoldoende voor rijke oogsten, waardoor veel inwoners na de
afsluiting van een opleiding werk gaan zoeken in de omliggende steden zoals Lyon, Marseille, en
Montpellier.
In de bergachtige omgeving Cevennen konden de protestante Hugenoten ook onder Lodewijk de
XIVe grotendeels veilig blijven wonen12.
“Avoir” en “savior”
De werkwoorden “avoir” (“hebben”) en “savoir” (“weten”) zijn misschien wel varianten van “voir”
(“[in-]zien”). In het Engels geldt de uitdrukking “I see” ook als bevestiging van het “inzicht” in een
gespreksthema. Men kan dus “savoir” (“weten”) als een inzicht in de kern van een probleem
beschouwen. Het inzicht is een waardevolle kennis.
Deze inleiding in het “Ontwerpen van een taal” vormt slechts een korte verduidelijking van de
ontwerpfase van een Mediterrane taal. Van dit soort persoonlijke voornaamwoorden zijn er diverse
varianten in de omgeving van de Alpen waargenomen.
De Reto-Romaanse dialecten
The Jauer dialect (Reto-Romaans)13 ontleent de naam aan het ego-pronomen “jau”, dat de hiaat14
verloren heeft. In feite had het pronomen “jau” analoog aan “iéu” als “iáu” gespeld moeten worden
om het verhinderen dat de klinkers tot diftongen samengetrokken worden. Dit is echter slechts een
van de talloze verschillende Reto-Romaanse ego-pronomina in de omgeving van Chur:
Dialect ego-pronomen
Rumantsch Grischun jau
Sursilvaans jeu
Sutsilvaans jou
Surmiraans ia
Puter eau
Vallader eu
Tabel 2: Reto-Romaanse ego-pronomina
11 Bron: Demographics Lozère
12 Bron: Population and history (Cévennes)
13 Jauer is een Reto-Romaans dialect dat in de regio Val Müstair geschreven en gesproken wordt
14 Met een hiaat wordt in de fonetiek het verschijnsel bedoeld dat twee opeenvolgende klinkers beide afzonderlijk
worden uitgesproken en dus niet als één klank. In het Nederlands wordt een hiaat door middel van een trema
weergegeven
Dïóu u = „Ik zeg“
Niet alle varianten zoals jau leiden tot een speciale Naam van de Scheppergod, die theoretisch
“Djau” resp. “Djáu” of “Diáu” had moeten heten. De Kerk heeft vermoedelijk ingegrepen en
standaardnamen voor de diverse religieuze definities vastgelegd.
De dichter Antoine Hippolyte Bigot (1825 - 1897) heeft in het Provençaals een interessant en mooi
gedicht geschreven met de titel “Fraternita15”. In feite is het een dialect van de stad Nîmes. In dit
gedicht gebruikt de dichter de Naam Dïou van God, die wordt gevormd door een “D” met
aansluitend de “iou”-uitgang “Yiou”16.
Het dialect van de Occitaanse stad Nîmes lijkt dus een eigen Naam voor de Scheppergod te hebben
gedefinieerd in de vorm van “D” & “Yiou”. De spelling van de naam “Dïóu” lijkt op *Diou-piter,
de PIE-kern voor de Romeinse oppergod Jupiter. Dïóu wordt ook geïdentificeerd in het dialect van
het bergdorp Villar-St-Pancrace waarin men de ego-pronomina spelt als iòu më, respectievelijk m’
iòu17. Deze regio markeert de scheiding tussen de naamgeving Diéu – iéu en Dïóu – ióu.
Het gedicht verraadt ook enkele interessante spellingvarianten voor de volgende Franse woorden,
waarin meestal ook in het Franse dialect van een trema gebruik wordt gemaakt:
Dialect van Nîmes Franse standaard Engels
Opvallend is de hiaat (diaeresis) in the word Dïou, waarin men de naburige klinkers probeert te
scheiden. Desondanks worden de “o” en “u” toch nog tot een “oe”-klank versmolten. Vergeleken
met de Provençaalse standaard Diéu (“ik zeg”) is Bigot's schrijfwijze Dïou al even onvolkomen als
de naam “Jupiter”.
Als wij de perfecte Provençaalse spelling Diéu toepassen hadden zij moeten schrijven:
Provençaals Frans Engels
15 Zie bladzijde 188 in Li bourgadieiro : poésies patoises (dialecte de Nimes) : Bigot, Antoine … (gedateerd: 1881)
16 “Yiou” & “Dïou” in the dialect of Nimes
17 Patois of Villar-St-Pancrace: Personal pronouns: (Cas sujet Cas régime atone tonique direct indirect)
Sg. 1°p a (l’) iòu më, m’ iòu 2°p tü, t’ të, t’ tü 3°p M u(l), al ei(l) së lu ei F eilo la eilo N o, ul, la - lu - Pl. 1°p nû*
nû* 2°p òû* vû* vû* 3°p M î(z) së lû* iè F eilâ (eilaz) lâ* eilâ
18 In Provencal: “ieu” (the ego-pronoun “I”), related to “Dieu” (God)
Ook in het woord “Jouïne” (Frans: “jeune”, jong), “tïou” en “mïou” kan men de “ïou”-,
respectievelijk “ïóu”-kern waarnemen. Deze woordkernen lijken een belangrijke rol te spelen. Het
aantal belangrijke woordkernen kan echter worden uitgebreid tot andere talen, die met andere
soorten kernen werken.
Er is zelfs een soort dualis voor het persoonlijke voornaamwoord “wij twee” in het Savoyaardse
dialect identificeerbaar:
• B2)) nous deux : no dou mpl., no dwè fpl. (001), nourô dòy mpl., nourê djeûé fpl. (203).
In het centrale deel van Savoie is het ego-pronomen “DE”, waarbij de naam God DYU of dejeû,
dezyeû behoort. In zekere zin kan men het ego-pronomen “DE” als een soort voorzetsel bij de
Scheppersnaam dejeû resp. dezyeû beschouwen.
19 The Ego-pronouns and Divine Names in Savoy French Dialects - gepubliceerd op 11/16/2012
20 An I, Which had been Copied from the Word – gepubliceerd op 11/19/2014
21 Notes to the Walloon Dictionary - Uploaded 2.1.2015
22 In de overgangsgebieden (zoals Savoie, Sardinië en Walen) lijken de ego-pronomina (enkelvoud) vaak op de
bijbehorende Scheppernamen. (The Sky-God Names and the Correlating Personal Pronouns)
De filosofische kern der Germaanse talen
Wit = “wij twee”
Afgezien van de Mediterrane klinkerscombinaties zoals “iéu” en “ïóu” zag ik in, dat de tot dusver
beschreven concepten voor geen enkele Germaans ego-pronomen tot een gelijkwaardig resultaat
voerden. De Germaanse ego-pronomina zoals “ic”, “ik” en “ich” pasten bij geen enkele Germaanse
hemelgod (de zon, de maan, Wodan, Thor, Tiw en Saturnus23).
In plaats van de ego-pronomina vormde de dualis van de persoonlijke voornaamwoorden van de
eerste persoon het sleutelwoord in het archaïsche Grieks en in de Germaanse, Slavische, Baltische
en Sami-talen:
Taalfamilie Taal Ego-pro- Dualis pro- Pluralis pronomen
nomen “Ik” nomen (“wij 2”) (“wij”)
1 Grieks Ancient Greek ἐγώ (egṓ) νώ (nṓ), νῶϊ- μεις (meis); εμείς
(nôï)
2 Latijn Latijn egō --- nōs
3 Mediterraan Frans je --- nous, nous autres
3 Mediterraan Spaans yo --- nos, nosotros
3 Mediterraan Italiaans io --- noi, noialtri
4 Germaans Noord Fries ik wat we
4 Germaans Oud ik *wit wī, we, wij
Nederlands
4 Germaans Oud Engels iċ, y, i ƿit (wit) wē
4 Germaans Oud Fries ik wit wy
4 Germaans Oud Saksisch ik wit wir
4 Germaans– Sc. Faroers eg vit vit
4 Germaans– Sc. Gotisch (ik) (wit) (weis)
4 Germaans– Sc. IJslands ég við vér, við
4 Germaans– Sc. Oud Noors ek vit vi
4 Germaans– Sc. Oud Zweeds jag vit vi (“we”)
5 Oeraals Inari Sami mun(nâ) muoi mij
5 Oeraals Noord-Saami24 mun moai mii
6 Slavisch Oud Tsjechisch já vě my
6 Slavisch Oud Slavisch азъ (azŭ) на (“na”)
7 Baltisch Litouws aš mudu/mudvi mes
7 Baltisch Lets es mēs
Tabel 5 Persoonlijke pronomina voor Europese talen (enkelvoud, dualis, meervoud)
23 De hemelgoden (zon, maan, Wodan, Thor, Tiw en Saturnus) zijn in de namen voor de weekdagen vastgelegd (bron:
Names of the days of the week)
24 The Uralic Languages door Daniel Abondolo ; geciteerd in The Sky-God, Adam and the Personal Pronouns
De taalgrenszone voor het “wit”-concept
Aan de oostzijde worden de taalgrenzen voor het “wit”-concept door de Oeraalse, de Baltische en
Slavische talen gevormd, die elk over een van “wit” sterk afwijkende eigen soort dualis voor de
persoonlijke voornaamwoorden van de eerste persoon beschikken. Een speurtocht in de
NorthEuraLex databank leverde mij geen noemenswaardige correlaties met godennamen op.
De discipline waarmee de 11 Germaanse talen op een enorm groot territorium synchroon konden
worden gemanaged kon vermoedelijk alleen door een gemeenschappelijk alfabet worden
25 Oorspronkelijk was het werkwoord “to know” verspreid in Germaans gebied, maar nu beperkt tot de Engelse taal.
26 Achterstevoren gelezen (backward reading) wordt het runenwoord “wit”gespeld als “Tiw'”
27 The masculine noun *wōđanaz developed from the Proto-Germanic adjective *wōđaz, related to Latin vātēs and Old
Irish fáith, both meaning 'seer, prophet'. The adjective *wōđaz (or *wōđō) was further substantivised, leading to Old
Norse óðr 'mind, wit, soul, sense').
gestabiliseerd. In dit alfabet zijn wellicht de sleutelwoorden gecodeerd opgeslagen.
De Germaanse vormen van de dualis (“wij twee”) gedraagt zich relatief stabiel.
Drie regio's (het IJslands, Faroers en de kleine grensstreek Älvdalen tussen Noorwegen en Zweden
weigerden zich de duale vorm voor het persoonlijk voornaamwoord “wit” (“wij twee”) op te geven
en verkozen de oude pluralis te vervangen door de voormalige duale woorden: við, “vit”,
respectievelijk wið28.
De IJslands, Faroers woorden (met een afsluitende medeklinker “t” als duale markering29) worden
in de tabellen lichtblauw gemarkeerd.
Aan de westzijde ligt Lima, waar men in de dorpen een traditioneel dialect Dalecarlian
spreekt. In Älvdalen wijkt het dialect Elfdalian sterk af van het Noors en Zweeds 30. De
bewoners van Dalecarlia staan bekend voor de onafhankelijkheidshouding ten opzichte
van de autoriteiten.[5]31
“Weet” in de Wiktionary
In Wiktionary wordt onder weet vermeldt, dat zich daarachter een Limburgse dualis verschuilt:
weet → From Old Dutch *wit, from Proto-Germanic *wet, *wit. A rare example of the
old dual pronoun surviving into a modern West Germanic language32.
In The Limburgish case system (as presented by Wiktionary … stelt de auteur de vraag of de
Limburgse dualis (→ weet, jee; we two, you two) serieus bedoeld is.
Opvallend is, dat geen enkel citaat op een serieus citaat baseert. De website “//enacademic.com”
verrijkt de pagina met Russische reclameteksten....
In Wikipedia's origineel “Dual (grammatical number)” is de bovenstaande zin met de Linburgse
dualis verdwenen. In Wiktionary is deze echter nog steeds actief.
28 See the map in The personal pronoun "We" in Scandinavian dialects. [2134x2937] [x-post from r/mapporn]
29 Jacob Grimm claims that the letter “T” in “ƿit” (“Wit” → “We two”) marks the dual for the personal pronoun for the
first person): Neben der pluralform steht im älteren germ. der dual wit (t ist angehängte zweizahl) 'wir beide'. -
Source: The entry in Grimm's vocabulary is wir
30 It is also known for its language called Elfdalian, which along with innovations[3] also preserves some Old Norse
traits not preserved in most (other) North Germanic languages.[4] (Bronvermelding: Älvdalen)
31 Bronvermelding: Dalarna
32 Bron: Wiktionary: weet
33 Bestanddeel van 4.4 The dual in the Germanic languages
Gezien de ontbrekende bronnen bij de citaten neem ik deze dualis liever niet op in de tabellen.
Wellicht is het een Aprilgrap van enkele Russische studenten...
Overleg WikiWoordenboek:Tweevoud
Een van de serieuzere voorbeelden van een Limburgse dualis voor de pronomina van de tweede
persoon luidt:
• doe dao, wèrk! (jij daar, werk!) tegen jee dao, wèrkech! (jullie twee daar, werk!) en geer
dao, wèrktj! (jullie (twee of meer) daar, werk!). --Ooswesthoesbes 8 jan 2010 19:24 (CET) 34
34 Overleg WikiWoordenboek:Tweevoud
De grenszone met de Oeraalse talen
De Sami talen
In het noorden grenzen de Germaanse regio's aan de Sami volkeren, die in het Sápmi (vroeger:
Lapland) wonen en een eigen taal met ca. 9 regionale dialecten gebruiken:
Lapland betekent Land van de Lappen (Noord-Samisch en Zweeds Sápmi, Lule-
Samisch Sábme, Zuid-Samisch Saemie en Noors Sameland). Het volk van de Lappen
beschikt wel over meerdere eigen talen (de Samische talen), maar niet over een eigen
staat. Lapland strekt zich namelijk uit over het aller-noordelijkste gedeelte van
Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland (Kola).
De naam 'Lappen' wordt door de bevolking zelf als beledigend ervaren. Die geeft de
voorkeur aan de naam Saami, Sámi of 'Samen'.35
Voor het onderzoek van de Sami-talen vormde de NorthEuraLex een geschikte databank, waarin
men samenhangen tussen zeven beschikbare Sami-dialecten (en een groot aantal andere omliggende
talen) vrij goed kan analyseren. Van de omliggende talen zijn echter geen dialecten beschikbaar.
Voor de taal Inari Sami36 zijn 1158 begrippen gedocumenteerd.
Alle Sami talen beschikken over een dualis voor de persoonlijke voornaamwoorden, maar deze
staan niet in de databank ter beschikking:
Taalfamilie Taal Ego-pro- Dualis pronomen Pluralis God
nomen “Ik” (“wij 2”) pronomen
(“wij”)
1 Oeraals Zuid-Sami37 manne månnoeh mijjieh jupmele
2 Oeraals Ume Sami
3 Oeraals Pite Sami mån∼månnå måj∼måjå mij∼mija
4 Oeraals Lule Sami mån måj mij jubmel
38
5 Oeraals Noord Saami mun moai mii ipmil
6 Oeraals Skolt Sami mon muäna mij e´mmel
7 Oeraals Inari Sami mun(nâ) muoi mij immeel
8 Oeraals Kildin Sami мунн мыйй иммель
(mun(n))
9 Oeraals Ter Sami
Tabel 7 Overzicht van de Sami – talen
• De dualis vorm voor Inari Sami luidt: (1) muoi, (2) duoi, (3) suoi, met de personen-
markering: (1) m, (2) d, (3) s, en de dualis-sleutel: “uoi”.
• De dualis vorm voor Noord Saami luidt: (1) moai, (2) doai, (3) soai, met de personen-
markering: (1) m, (2) d, (3) s, en de dualis-sleutel: “oai”.
39 Bron: Jumala
40 Bron: Jumal
41 Personlige pronomen
42 The Uralic Languages von Daniel Abondolo ; quoted in The Sky-God, Adam and the Personal Pronouns
De sleutelelementen in de Sami dialecten
Jacob Grimm beschouwt de hemelgod “Jumala” als Zeus 43, maar in de Duitse Mythologie
analyseert hij Jumala's oorsprong nauwelijks. In Jacob Grimm's Sammelte Schriften wordt Jumala
als een standaardnaam voor elke godheid beschreven.
De volgende tabel verduidelijkt in een overzicht alle relevante samenhangende woorden met de geel
gemarkeerde “uoi”-kernen, die men in de sleutelelementen spirit, brain, liver, breathe, correct (right)
en ahead kan vinden.
De dual-pronomina (“wij twee”) met de labels (1) månnoeh, (3) måj∼måjå, (4) måj, (5) moai, (6) muäna,
(7) muoi van de Sami-dialecten zijn lang genoeg om de daarmee corresponderend sleutelwoorden in de
databank op te speuren.
Mijn speurtocht naar “uoi”-sleutels van de dualis “muoi” (“wij twee”) in de Inari Sami taal leverde een
aantal relevante woorden zoals “voejkene” en “voejngehtidh” op.
Kennelijk vormden de Sami-talen samen met het duale pronomen zoals “muoi” (“wij twee”) daarmee
samenhangende belangrijke symbolen zoals geest (nous resp. spirit), hersenen (brain), ademen (breathe)
en juist (right).
Alhoewel de duale vorm der persoonlijke voornaamwoorden van de Sami talen geen enkele etymologische
overeenkomst met de Germaanse “wit”-woorden vertonen, pasten de Sami toch een dualis toe, die in de
eigen taal met dezelfde soort sleutelelementen “geest” (nous, Engels: “wit”, resp. spirit), “hersenen”
(brain), “ademen” (breathe) en “juist” (right) overeenkomt.
43 Deutsche mythologie- Band 1 - Seite 160 Jacob Grimm ... so erscheinen Pitkäinen und Zeus als die älteste gottheit
ackerbauender Völker, von ... Ukko ist nach Jumala (den ich Wuotan vergleiche) der höchste finnische Gott...
44 A grammar of Pite Saami - Joshua Wilbur
Het ontwerp van het Futhark alfabet
De rol van sleutelwoorden in het alfabet
Merkwaardigerwijze lijken in alle varianten van het Futhark alfabet de eerste zes letters ᚠ, ᚢ, ᚦ, ᚩ,
ᚱ, ᚳ te zijn gekozen om de volgende vier mannelijke hemelgoden te coderen:
Tiw of Tuw (→ “Dinsdag”), Wodan (Odin, → “Woensdag”), Thor (→ “Dondersdag”) en
Krodo (Rodu, → “Zaterdag”) van het Germaanse pantheon45. De zondag en de maandag
zijn uiteraard naar de overgebleven “planeten” (zon en maan) genoemd.
Als wij de eerste letter ᚠ van het Futhark alfabet als een digamma wau (hoofdletter: Ϝ, kleine letter:
ϝ, als getalcode: ϛ), mogen interpreteren gedraagt deze letter zich als een joker, die meerdere letters
representeren kan.
Oorspronkelijk symboliseerde de digamma een /w/-klank46, maar werd ook toegepast als “F”, “V”,
“U”, of zelfs een “Y” of “I”…, zodat men “Futhark” van links naar rechts ook als “Wod”-an (of
“Od”) kan lezen. In Ϝuthark met een digamma als ᚠ kan men in “Ϝuth” ook Wit aflezen en in
“thar” ook: Thor.
Achterstevoren gelezen kan men de volgende namen ontcijferen: Tiw, Tuw, Rod, Rodu en Krodo.
Krodo
De naam “zaterdag”, die aan de planeet Saturnus gewijd is, vormt een vreemde eend in de bijt der
weekdagen. De namen Tiw, Wodan en Thor behoren tot het Germaanse pantheon, maar Saturnus is
een Latijnse naam. In de mythologie wordt Saturnus echter met de Slavische godheid Hrodo,
Chrodo, Krodo geassocieerd. Volgens de Saksische kronieken (auteur: Conrad Bothe, 1492) werd
"Krodo" (“Rod”) door de Saksen vereerd, die vermengd met een West-Slavische bevolking in het
huidige noorden en oosten van Duitsland gevestigd waren:
In some old writings the name appears as Hrodo, Chrodo, Krodo, or the Latinised form
Crodone.[5] The 15th-century Saxon Chronicle attests that "Krodo" was worshipped also by
Saxon tribes, who inhabited modern-day northern and eastern Germany together with West
Slavic tribes.[6]47
De kroniek van Bothe bericht, dat Julius Caesar bij zijn veroveringsexpeditie meerdere forten heeft
laten bouwen, die met beelden van locale goden werden versierd. Tot die goden behoorde ook de
Saksische god Krodo, die door de Romeinen als Saturnus werd geïdentificeerd. Een van de
“Krodo”– beelden stond op de Harzburg (bij Bad Harzburg) in het huidige Nedersaksen.
Tijdens de oorlog tegen de Saksen (780 na Christus) veroverde Karel de Grote dit gebied en
overtuigde de Saksen van zijn overmacht door de vernietiging van het afgodenbeeld. Ter afronding
van de kerstening liet hij in het huidige Osterwieck (in Saksen-Anhalt) een kathedraal bouwen.
Volgens de Saksische kronieken kon Karel de Grote Krodo door de woordspeling met “Kröte”
(“pad”) tot een duivelse afgod degraderen. Zodoende verdween Krodo al spoedig uit het Germaanse
pantheon en heeft de Germaanse bevolking alleen nog het restant “Saturnus” van de herinnering aan
Krodo in de “Zaterdag” kunnen redden.
In het museum te Goslar kan men overigens Krodo's altaar bezichtigen. Krodo's naam kan dus toch
op plausibele wijze als Slavische godheid in het runenalfabet terecht zijn gekomen.
45 The unification of medieval Europe
46 The sound /w/ existed in Mycenean Greek, as attested in Linear B and archaic Greek inscriptions using digamma. It
is also confirmed by the Hittite name of Troy, Wilusa, corresponding to the Greek name *Wilion.
47 Bronvermelding: Rod (Slavic religion)
De beginletters van het Futhark-alfabet
In de eerste vijf tot zes letters van het Futhark-alfabet kan men leesbare woorden ontcijferen. Het
lijkt erop, dat in die beginletters godennamen gecodeerd zijn. Wellicht heeft men de codering van
die namen geheim willen houden.
In feite begint het alfabet pas met de vierde letter “A” of “O”, zodat er drie letters voorafgaan aan
het eigenlijke alfabet. De eerste drie letters vormen een sleutelwoord, waarin de hoofdgod of de
hoofdsleutel (wellicht in de vorm van “wit” ?) werd bewaard.
De klanken, die de runen symboliseerden zijn slechts bij benadering bekend. Ook kunnen de
klanken in de loop der tijden door volksverhuizingen diverse veranderingen hebben ondergaan. De
officiële letterdefinitie f, u, th, a, r, k voor ᚠ, ᚢ, ᚦ, ᚩ, ᚱ, ᚳ is dan ook in feite een ruwe schatting.
Fuᚦorc ᚠ ᚢ ᚦ ᚩ ᚱ ᚳ week-
dagen
→ f u th a/o r c ←
lees- lees-
richting richting
1a VUTan V U T woensdag
1b WODan W O D A woensdag
3a THOR Th O R donderdag
3b D O R ROD zaterdag
3c U D O R RODU zaterdag
3d O D O R K KRODO zaterdag
Tabel 10: De goden Krodo (Rodu), Wodan (Odin), Thor, Tiw respectievelijk Tuw
van het Germaanse pantheon in het sleutelwoord ᚠᚢᚦᚩᚱᚳ (Futhark/Futhorc)
De “A”-”I”-”Ω”-structuur van het runenalfabet48
De ontwerpen voor de Oude Futhark respectievelijk Jonge Futhark alfabetten volgen hetzelfde
standaardpatroon, dat met een codewoord van drie letters ᚠ, ᚢ, ᚦ (“futh”) begint en in een
“A”-”I”-”Ω”-patroon rond een centraal geplaatste “I” eindigt.
x x x
1 2 345678 901234567890 1234
[ᚠ] ᚢ ᚦ ᚨ ᚱ ᚲ ᚷ [ᚹ] ᚺᚾ ᛁ ᛃ ᛈ ᛇ ᛉ ᛊ ᛏ ᛒ ᛖᛗ ᛚ ᛜ ᛞᛟ
[f] u þ a r k g [w] h n i j p ï z s t b e m l ŋ d o
Tabel 11 Het Oude Futhark alfabet
In feite kunnen er in het Oude Futhark alfabet twee runen als I-klinkersymbolen worden
geïdentificeerd, waarvan er één als een korte en de tweede als lange klinker worden toegepast. Het
verschil tussen een lange en korte klinker heeft niet alleen een rol in de taal gespeeld, maar ook in
de religieuze betekenis van de klinkers. Voor de symbolische betekenis speelden alleen de lange
klinkers een rol.
De “I” is weliswaar misschien niet zo vaak toegepast, maar behoorde tot de belangrijke symbolen.
De i (of Y van de wereldboom Yggdrasil) gold vermoedelijk als de symbolische hemelse
steunpilaar, die het heelal moest dragen. Die centrale positie voor de I werd ook al (tussen de A en
de Ω) gekozen in het Oude Futhark alfabet.
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2
1 2 3 4 5 6 7 8 9
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 1 2 3 4
Elder Futhark ᚠᚢᚦ ᚨ ᚱ ᚲ ᚷ ᚹ ᚺᚾ ᛁ ᛃᛇᛈᛉ ᛊ ᛏᛒᛖ ᛗ ᛚ ᛜ ᛟ ᛞ
Transliteratie f u þ a r k g w h n i j ï p z s t b e m l ŋ o d
Tabel 10 Het oudste Futhark-system met het sleutelwoord ᚠᚢᚦ (f,u,þ) en de klinkers ᚨᛇᛟ (a, ï, o)
Het enorm uitgestrekte territorium dat door de Futhark alfabetten moest worden verzorgd vereiste
een groot aanpassingsvermogen om een groot aantal klanken per runensymbool te kunnen
representeren. Het grote aantal invasies en de volksverhuizingen vereiste diverse aanpassingen per
symbool, waarbij de “hoofd”-letters ᚠ, ᚢ, ᚦ, aan het begin van het runenalfabet onveranderd moesten
worden gehandhaafd.
De voortplantingssymbolen
De meeste woorden symboliseren fundamentele elementen, die men voor het overleven in een
archaïsche omgeving nodig heeft. Oorspronkelijk hebben deze woorden ongetwijfeld een eervolle
plaats in de samenleving ingenomen, maar tegenwoordig zijn enkele symbolen tot scheldwoorden
en vloeken vervallen, zoals in het Engels fóðr, fuð (fud), in het Nederlands: foeteren55, hondsvot,
vod56 of vot57, en in het Duits: the Füdle, Fudloch voor de vagina.
55 Ontleend aan Frans se foutre ‘mopperen, mokken’ [begin 17e eeuw; Rey], een betekenis die moet zijn ontstaan uit
oorspr. ‘(seksuele) omgang hebben met’ [ca. 1175-80; Rey], ontwikkeld uit Latijn futuere ‘id.’, waarvan de verdere
herkomst onbekend is.
56 vod (lap, lor, prul) – Herkomst onzeker
Bron: Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010), Etymologiebank, op http://etymologiebank.nl/
57 vot (kont) (1599) – Bron: Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010), Etymologiebank, op
http://etymologiebank.nl/
58 fut (geestkracht, lichaamskracht, pit) : West-Vlaams ook in de betekenis ‘mannelijk zaad’ [1873; WNT].
Bron: Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010), Etymologiebank, (op http://etymologiebank.nl)
geciteerd in Ϝut - Het Nederlandse sleutelwoord
Vut als een afgod en afkorting van Wodan
Volgens Grimm werd de naam Vut als een afkorting van de naam Wodan toegepast.
Bij de Langobarden werd Wodan Wôdan of Guôdan genoemd en bij de Westfalen was de
naam Guôdan, Gudan. In de Noorse regio's is de naam Oðinn, in Saksen Othinus, en op de
Faeröer eilanden Ouvin.
Het Reto-Romaanse dialect had van de Alamannen of Bourgondiërs al vroeg de naam Vut opgepikt
en bewaard als het symbool voor een idool of afgod:
Up in the Grisons country (and from this we may infer the extent to which the name
was diffused in Upper Germany) the Romance dialect has caught the term Vut from
Alamanns or Burgundians of a very early time, and retained it to this day in the sense of
idol, false god, 1 Cor. 8, 4. (2) (See Suppl.)59-
Tabel 13 Woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen
61 Bijzonder gebruik van het algemene *tīwaz ‘god, godheid’ (zie tuw). Tuw (letterlijk dus ‘God’) was de
oorspronkelijke oppergod, maar werd in de laat-heidense tijd als ondergeschikt gezien aan Donder en Woen.
62 De voedselvader (foster-father in contrast tot de zaadvader) ; zie voor details De kern van de “Futhark”-talen
63 Volgens Jacob Grimm
Duitse Woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen
In de Kernel of the Futhorc Languages worden Duitse woorden gespecificeerd, die wellicht (wel of
niet) uit het Futhark-alfabet stammen:
Word/Link Additional Source Source/
Specification Author
Faden thread Latin: filum German Dictionary
Fassung countenance Latin: captus, conceptus German Dictionary
Fasten To fast ...aus der terminologie des German Dictionary
jüdisch christlichen cultus von
den Gothen empfangen...
Fessel Fetter German Dictionary
Fesseln To fetter die wurzel ist goth. fitan German Dictionary
66 Lexicon of the Homeric Dialect - by Richard John Cunliffe - University of Oklahoma Press, 1963
67 Notes to the Philosophical “Nous”-Concept
68 Bronvermelding: Logos
69 Despite the conventional translation as "word", it is not used for a word in the grammatical sense; instead, the term
lexis (λέξις, léxis) was used.[9] However, both logos and lexis derive from the same verb légō (λέγω), meaning "(I)
count, tell, say, speak".[1][9][10]
De sleutels “iou” en “nos” in de taal Latijn
Oorspronkelijk onderscheidde de Latijn grammatica alleen tussen het enkelvoud “ego” / “tu” en het
meervoud “nos” / “vos”. Een dualis of een formele beleefdheidsvorm bestond in het Latijn niet.
Wellicht was dit een praktische oplossing voor een nuchter soldatenvolk, waarin men het militaire
handwerk zonder veel poespas organiseert en optimaliseert.
De Romeinse tweeling Romulus & Remus bestond uit twee broers en bij gebrek aan huwbare
vrouwen moesten de Romeinen de dochters van de buren ontvoeren om nieuwe soldaten op te
leiden. De Romeinen namen ook geen aanstalten een eigen filosofie op te bouwen en kozen ervoor
de filosofen en leraren als Griekse slaven in te kopen.
70 this website had been restored and documented in Dutch in Patois van Villar-St-Pancrace in het web-archief. The
series of personal pronouns is: (Cas sujet Cas régime atone tonique direct indirect) Sg. 1°p a (l’) iòu më, m’ iòu 2°p
tü, t’ të, t’ tü 3°p M u(l), al ei(l) së lu ei F eilo la eilo N o, ul, la - lu - Pl. 1°p nû* nû* 2°p òû* vû* vû* 3°p M î(z) së
lû* iè F eilâ (eilaz) lâ* eilâ
71 Officieel afgeleid uit: Vulgar Latin *eo, van Latin ego (“I”).
72 “Yiou” & “Dïou” in the dialect of Nimes
De transfer van Griekse ideeën naar de mediterraanse kolonies
“Nos” → “Nosotros”
Aanvankelijk kunnen een aantal Mediterrane talen de dualis νῶϊ (“noi”, “wij beide”) van de Griekse
kolonisten overgenomen hebben.
Ook is het denkbaar, dat sommige volken de labels “otros” (“anderen”) aan de meervoudsvorm
“nos”, respectievelijk “vos” en/of aan een archaïsche dualis “noi”, respectievelijk “voi” hebben
toegevoegd.
Deze labels “otros” (“anderen”) kunnen de taalgebruikers helpen een originele dualisvorm (“noi”,
“wij beide”) van de ware meervoudsvorm “nos” onderscheiden.
Dit mechanisme verklaart wellicht waarom de Mediterrane regio met uitzondering van de Oud-
Griekse, Joodse en Arabische talen verstoken is van elke vorm van dualis. Zelfs in Italië kan de
moderne meervoudsvorm “noi” (“wij allen”) net als het Oud-Griekse νῶϊ (“noi”, “wij beide”)
oorspronkelijk een dualis geweest zijn.
E Notes to the usage of the Spanish words Nos and Vos, Nosotros and Vosotros 7 6
E Notes to the Dual Form and the Nous-Concept in the Inari Sami language 7 5
NL Een scenario voor de middeleeuwse kerstening van een heidens volk 10.10.2018 7 0
E The Role of the Slavic gods Rod and Vid in the Futhorc-alphabet 6 9
E The Correlation between Dual Forms, Vut, Svantevit and the Saint Vitus 6 5
Churches
D Die Rekonstruktion der Lage des Drususkanals 6 4
D Von den Völkern, die nach dem Futhark benannt worden sind 5 8
E The Gods in the Days of the Week and inside the Futhor-alphabet 3 2
D Die Etymologie der Wörter Hellweg, Heelweg, Rue d'Enfer, Rue de l'Enfer 1 8
und Santerre
E The Etymology of the Words Hellweg, Rue d'Enfer and Santerre 1 7
E Notes to the Finnish linguistic symbolism of the sky-god's name and the 0 8
days of the week
E A modified Swadesh List 0 7
E The Correlation between the Central European Loess Belt, the Hellweg- 08.10.2017 0 2
Markers and the Main Isoglosses
E The Central Symbolic Core of Provencal Language 07.10.2017 0 1
Inhoudopgave
Abstract ................................................................................................................................................1
Samenvatting........................................................................................................................................2
Inleiding tot het ontwerpen van woorden.............................................................................................3
Eenvoudige woorden zoals Aa, Ae, Die, Ee, Ie, IJ..........................................................................3
Simpele woorden zoals â, ê, á, æ, ἀιών (eeuwigheid), ee (de echt).................................................3
De zuiverste Indo-Europese taal...........................................................................................................4
De Provençaalse taal (Diéu = „I zeg“).............................................................................................4
De taalgrens tussen losstaande en geïntegreerde persoonlijke pronomina.................................7
“Avoir” en “savior”.....................................................................................................................7
De Reto-Romaanse dialecten......................................................................................................7
Dïóu u = „Ik zeg“.............................................................................................................................8
De overgangsgebieden Savoie, Sardinië en Walen..........................................................................9
De duale vormen in het Savoyaardse dialect..............................................................................9
De filosofische kern der Germaanse talen..........................................................................................10
Wit = “wij twee”............................................................................................................................10
De taalgrenszone voor het “wit”-concept..................................................................................11
Wit als een sleutelelement.........................................................................................................11
De raadselachtige Limburgse dualis “weet” (“wij beide”).......................................................12
“Weet” in de Wiktionary......................................................................................................12
De (Russische ?) //enacademic.com - kopie van Wikipedia................................................12
Overleg WikiWoordenboek:Tweevoud................................................................................13
De grenszone met de Oeraalse talen...................................................................................................14
De Sami talen.................................................................................................................................14
Het sleutelwoord van de hemelgod Jumala...................................................................................15
De sleutelelementen in de Sami dialecten.................................................................................16
Het ontwerp van het Futhark alfabet .................................................................................................17
De rol van sleutelwoorden in het alfabet.......................................................................................17
Krodo........................................................................................................................................17
De beginletters van het Futhark-alfabet....................................................................................18
De “A”-”I”-”Ω”-structuur van het runenalfabet............................................................................19
Het optimaliseren van het runenalfabet door stafloze symbolen .............................................19
De evolutie van het Futhark-alfabet...............................................................................................20
Het oudste futhark-systeem.......................................................................................................20
De codering van de persoonlijke voornaamwoorden...........................................................20
De sleutelwoorden in de zes letters ᚠ, ᚢ, ᚦ, ᚩ, ᚱ, ᚳ ....................................................................20
De letters van de Frankenkoning Chilperik I............................................................................21
De afleiding van het gotische alfabet........................................................................................21
De woordenschat van het Futhark alfabet..........................................................................................22
De voortplantingssymbolen ..........................................................................................................22
Fut as “vitale energie”....................................................................................................................22
Vut als een afgod en afkorting van Wodan....................................................................................23
De St.Vitus-verering verenigt voor het eerst Europa.....................................................................23
Woorden, die uit het Futhark-alfabet stammen..................................................................................24
Engelse woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen.........................25
Nederlandse woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen..................26
Duitse Woorden, die wellicht (wel of niet) uit het Futhark-alfabet stammen...........................27
De sleutelwoorden van het Oud-Grieks.............................................................................................28
De laagvorming in de taalkundige evolutie...................................................................................28
De dualis νώ, resp. νῶϊ (“wij twee”) in de Oud-Griekse taal........................................................28
De sleutelwoorden van het Oud-Grieks.........................................................................................28
De sleutels “iou” en “nos” in de taal Latijn........................................................................................30
De sleutelwoorden “iou” en “IU”..................................................................................................30
De transfer van Griekse ideeën naar de mediterraanse kolonies...................................................31
Νῶϊ (“wij twee”) → Noi (“wij allen”).....................................................................................31
“Nos” → “Nosotros”.................................................................................................................31
De geërfde “noi” en “voi” van de Griekse kolonisten..............................................................31
De uitsluiting van erfenissen van Griekse kolonisten ..............................................................31
Het filosofische Nous-concept..................................................................................................32
De sleutels van de mediterrane talen..................................................................................................33
De filosofische concepten van Europa...............................................................................................34
Appendix – Overzicht van de detailstudies........................................................................................35
Chronologisch overzicht van de Academia-Databasis..................................................................35