Professional Documents
Culture Documents
Waanzinnige Vertellingen PDF
Waanzinnige Vertellingen PDF
Waanzinnige Vertellingen PDF
3
Hoofdstuk 1.
De gezusters Karamazov dekten zwij gend de oude mahoniehouten
tafel met damast en eeuwenoud tafelzilver dat een der voorvaderen van
Magister W, want die woonde hier, aan de vijandelijke vloot had
ontstolen. Er zou die avond bezoek komen...
Het was een herfstige avond vol regen. De wind gierde om het oude
slot. Alleen de braven bleven binnen in hun eenvoudige bewoningen
Het nabij gelegen dorpje bood een trieste verlaten aanblik.
“Het is altijd hetzelfde chanson”, verbrak een der zusters het zwij gen.
“Als het dondert en bliksemt nodigt die oude zijn vrienden uit!”
“‘Tis een elitaire proleet!”, liet zij er op volgen. “Hij loopt altijd in
geruite broeken met een gekocht familiewapen en een titel van een
universiteit uit Syldavië. En dan die rook. Overal in het hele huis.
En links en rechts as op de vloer. Ik hoest me de pleuris!“
“Ach..” zei de ander, “Het valt wel mee. Hij is goed voor zichzelf
en de honden, en hij zit meestal toch te suffen boven in zijn
studeerkamer“
4
Onder het neuriën van een aria uit de Rosenkavalier (zij was immers
van Italiaanse afkomst) garneerde zij de schotels met allerhande
heerlijkheden.
Op nog een half uur gaande gaf Heer Johannes P uit het verre
WW zijn lippizaner hengst de sporen. P, handelaar in vervalste
Fabergé paaseieren, was vol goede zin.
5
Hoofdstuk 2.
Heer P hield zijn volbloed in voor de poort van de oprijlaan. De
storm was alsmaar erger geworden en donder en bliksem waren zijn
deel.
Met moeite ontwaarde hij het in een der pilaren uitgehouwen “Huys
der Weemoed ende Verlanghen“
Aangekomen bij het bordes steeg hij met een sierlijke zwaai van zijn
ranke gestalte van zijn snuivend en bezwete rijdier af en stapte daarbij
in een verse hoop van de honden van Magister W.
“Ach Josephus!“ riep de barones uit de salon. “Doe jij even open,
het zal wel voor meneer zijn.”
6
Hoofdstuk 3.
Op het zelfde moment waarop de oude bediende de eeuwen oude
eikenhouten deur op een kier opende trok Heer P met forse kracht
aan de koperen deurbel die daardoor van het plafond stortte in een
wolk van kalk.
“De sneeuw is vroeg dit jaar“ zo zei hij tot Josephus die de vlokken
van zijn schouders veegde.
“Wellicht Heer Arnoldus uit het land over den IJssel en Heer
J graaf van Sittardia en ommelanden. Maar met dit weder zal de
trekschuit wel niet uitvaren en de diligences zitten vast in de modder“
Heer P veegde de kak van zijn laars met zijn geborduurde zijden
sjaal en sprak: “Zie hier welk een heerlijkheden ik voor de vrienden
heb meegebracht. Worstenbroden en appelbollen alsmede een
verrassing voor de Magister...”
7
“Duivelse donders!” Zo sprak de bediende “Dat wordt weer dwijlen.“
“Ah, u spreekt van een ware Heer van Stand.“ zei de bediende,
terwijl hij slinks een teug uit een zakflacon nam.
“Wellicht dat hij vanavond ons met een bezoek vereert mits hij niet
vroeg onder de wol ligt met juffrouw Doddeltje.“
Op dat moment klonk er een doffe dreun gevolgd door een schrille
kreet vanaf de bovenverdieping...
8
Terwijl een zilveren dienblad met daarop nog enkele Croquetten voor
de voeten van Heer P te pletter sloegen vroeg P:
“Roosje?“
9
Hoofdstuk 4.
De bediende wendde zich met een stoïcijnse blik af van Heer P die
in ontzetting naar boven keek.
“Ah, gezellig dat je gekomen bent P.“ sprak de vrouw des huizes
die door de door Josephus geopende salondeur de kille hal was
binnengekomen.
“Let maar niet op de rommel, mijn man is boven aan het oefenen
met het musket van opa. Hij heeft nog wat moeite met goed
richten...”
“Wat heeft u daar toch een welbespraakte vogel.“ sprak P terwijl hij
een lichte buiging maakte.
“Ach...” zei mevrouw “Ik lees hem elke avond wat voor uit het
Pijpenboek van Heer J.”
“Sta mij toe dat ik u de hand kus.“ vervolgde P galant als hij was.
10
cigarette tussen de bevallige vingers klemde zodat een ijselijke gil in
het portaal weergalmde...
“Is het nu afgelopen met die kelereherrie?!“ Zo klonk het van boven
uit de bibliotheek. Met een klap werd daar de deur dicht gesmeten
waardoor een oud familieportret van de muur vloog en krakend op de
vloer belandde
“Kijk eens aan.“ sprak mevrouw “Oom Wilhelmus den oude, hij is
indertijd kapitaalkrachtig geworden met de smokkel van Toebacken
en pijpen van waaibomenhout. Doch dit geheel ter zijde, wat doe je
daar toch op de plavuizen m’n lieve kind?“ voegde mevrouw met haar
fonkelende groene ogen het ontredderde kind toe.
“Pak m beet zei tante Greet want hij is nog heet!“ kraste de
raaf er lustig op los. Wenend snelde Roosje naar haar tochtige
zolderkamertje.
11
Heer P deed nog wat door Josephus aangereikte uierboordzalf op
zijn verbrande neus en vroeg: “Ik zag dat Roosje wel zeer kort gerokt
is. De moderne tijd? Verwerpelijke nieuwigheden?“
Hij nam een ferme teug uit een kristallen flacon die op het spinet
stond,zette zijn rode fez recht en sprak:
“Roosje heeft de laatste dagen wat last van optrekkend vocht. Dat
komt zo, zij dient op voorschrift van Dokter Fluimenbrouck geregeld
koude voetbaden te nemen. Zo u weet is de Magister op een strikt
croquettendieet ZONDER BROOD! Toen Roosje enkele dagen
de heerlijkheden serveerde vroeg hij haar “Heb je nog een droog
sneetje?” Waarop het lieve kind antwoordde “Neen Heer ik loop
altijd zo...”
P knikte begrijpend.
12
Hoofdstuk 5.
Met een doffe klap sloeg de bediende de voordeur dicht.
Toen hij zich had omgedraaid keek P hem in zijn lijkbleke gelaat
waarvan de door de drank bloeddoorlopen ogen vurig oplichtten.
P, niet voor een kleinje vervaard en voor de Duvel niet bang, sprong
met zijn katachtige lichaam naar voren en rukte de voordeur open.
Een koude wind deed enkele dode bladeren naar binnen waaien.
“Doe nou maar dicht P.“ sprak de barones rustig. “Het tocht zo en
er is toch niets te zien met dit weer.“
13
P besteeg de oude monumentale trap naar de eerste verdieping terwijl
een opgezette baviaan hem meewarig nakeek.
P kende de Magister reeds lange, doch elke maal wanneer hij hier
binnen ging maakte een lichte huivering zich van hem meester.
14
Hoofdstuk 6.
P stapte voorzichtig de schemerige kamer binnen en trapte daarbij in
enkele op de loer en vloer lig gende Croquetten.
Toen zij achter een zwaar damasten gordijn was verdwenen werd
W zichtbaar die in een hoek op een chaise longue lag gehuld in
opiumdampen.
Met een handgebaar wees W zijn vriend naar één der fauteuils
voor de haard.
15
“Maak het je gemakkelijk.“ zei W terwijl zijn vriend krakend door de
stoel zakte.
Hij bestreek het oude instrument zo fel dat alras enkele snaren het
begaven waarna hij vol toorn de Stradivarius in het vuur smeet.
W onderbrak hem en sprak “Ja ik ook vaak, doch dan dien je niet
met geopend venster te slapen.“
16
“Een stijve nek belet mij bij het vioolspelen “
P knikte instemmend.
“Ik zal Roosje wel even laten komen dan kan ze een lauwe loempia
voor je doen bereiden.“ zo sprak W, de rust zelve.
“Ja, een oude beproefde medicatie van tante Jo uit ons Indië. Je legt
hem in je nek en dan is de stijfheid rap verdwenen...”
17
Hoofdstuk 7.
De Magister stond voor het glasinloodvenster uit te kijken over
de oprijlaan waar het zicht op de gesloten poort van tijd tot tijd werd
onttrokken door duistere donkerte en omwaaiend gewas.
Hij rookte zwij gend zijn pijp gevuld met lansierslierten totdat
zijn aandacht werd getrokken door het gejammer van de zojuist
binnengekomen Roosje en het gehij g van P.
“Edoch kind wat zijt ge schaars gekleed voor de tijd van het jaar!“
“Heer, excuus voor mijn dracht, doch mijn zolderkamertje maakt water
met dit weder zodat mijn kledij drijfnat is geworden en dan uw neef
die...”
18
“Dat is mijn neef niet klein prutske!“ sprak W ziedend.
P lag inmiddels amechtig totaal verstijfd hij gend in een hoek dermate
erecterend zodat een harnas krakend over hem heen donderde.
19
“Ja maar, ik heb gedaan wat u heeft bevolen. Jonkheer Gustave heb
ik mij laten betasten in mijn riante onderkomen, zulks uit hoofde van
zijn studie. Doch thans wenst hij het gedoceerde college Voortplanting
in de praktijk te toetsen voor zijn eindscriptie... Hij heeft mij getracht
te nemen op het dressoir op de overloop! Ik ben drijfnat!“
20
Hoofdstuk 8.
De beide vrienden hadden zich inmiddels genoeglijk in de grote
fauteuils voor het knapperend haardvuur genesteld.
De strijkstok had vlam gevat en bracht spontaan het laatste deel van
de Götterdämmerung ten gehore.
“Ik ben zo vrij geweest een klein geschenk voor je mee te nemen.“
sprak P met omfloerste stem.
“Dank, dank, dat zal ons nog te pas komen.“ voegde W er aan toe
met een boosaardige glimlach.
“Jezus allemachtig!“ riep W ontsteld uit. “Wat rook jij voor kruidige
toeback?”
“Dat zijn mijn laarzen.” sprak P verheugd over het compliment. “Bij
aankomst heb ik buiten in de kak getrapt en bij binnenkomst hier in
de croquetten...”
21
“Welnu, mijn waarde doe ze dan maar fluks uit en zet ze daar bij
deur, de lucht is niet te harden.“ vervolgde W terwijl hij een flacon
reukwater over de sokken van P uitgoot.
Zij droeg een schaal van Sèvreporselein welke rijkelijk opgetast was
met loempia’s .
De Magister was een en ander wat ontgaan daar hij doende was
met zijn fraaie geschenk.
22
Roosje was inmiddels opgestaan en repte zich naar P teneinde hem
te ontzetten.
Zij struikelde daarbij over de zadeltas van P, viel over hem heen
zodat beiden op de vloer terecht kwamen waarbij Roosje en P als
een sandwich voor de voeten van de magister rolden.
Het was Roosje inmiddels gelukt de op zijn buik lig gende P van de
zwijnskop te ontdoen.
“Neen Heer dat is mijn linker borst!“ bulkte Roosje die nu vrijwel
geheel ontkleed was.
23
Hoofdstuk 9.
Roosje rende na haar geslaagde loempiapresentatie kermend naar de
deur van de bibliotheek smeet hem open en kwakte tegen de brave
bediende die een zilveren blad met glazen en flessen in de hand had.
Zijn vriend P stond voor het venster daar geroezemoes zijn aandacht
had getrokken.
“Er is sprake van geraas bij de buren.“ zei P die het venster nu
had geopend.
“En ziet, de maan schijnt door de bomen.“ sprak W die naast hem
was komen staan.
24
bij B langs voor cadeautjes en lekkenijen. Mijn buurman is een
vrij gevig mens met het hart op de goede plaats.
“Hij huurt altijd een Klaas en een stel knechten in om het oude
ritueel luister bij te doen zetten.“
25
“Staakt uw wild geraas! “ riep P het schoelje toe.
“Op dit late uur slapen fatsoenlijke mensen, doch wij komen er aan.“
Hij werd gevolgd door een handvol armetierige knechten met lege
zakken.
26
“Alle duivelse donders!“ spraken P en W tegelijk.
“Die Klaas is een neger en die pieten zijn chinezen! Bommel heeft
zich laten beduvelen!
Josephus, haal als de bliksem het kanon van opa uit het koetshuis.“
sprak de Magister op zeer rustige toon.
“Wij zullen dat stel nieuwetijdse zwendelaars wel eens mores leren!“
“Kijk eens aan.“ sprak P. “Witte zwarte pieten, welk een bedrog!“
27
Het zooitje ongeregeld droop af. En dat was maar goed ook.
Een Sint is een Sint en een Pietermanknecht blijft een echte Piet.
28
Hoofdstuk 10.
Het was weer zachtjes gaan sneeuwen.
Bij een kraampje met warme wijn en appelbollen trof het gezelschap
zowaar enkele vrienden aan.
29
De aandacht van het illustere gezelschap werd getrokken door een
armoedige in lompen gehulde vrouw met een kind op de arm.
Uit het oosten van het stadje kwam een drietal vreemd geklede
mannen aangelopen.
“Nee,zeker niet. Drie wijzen zul je hier niet snel vinden.“ vulde
Roosje aan.
“Voor de eerste keer sinds lange tijd zeg je nu niet iets stoms m’n
kind.“ stelde W met genoegen vast.
Toen hij weer wat was bij gekomen sprak hij met door tranen
verstikte stem: “Vrienden, wij die het zo goed hebben en hier met
gevulde magen en beurzen staan te zwelgen moeten niet alleen maar
aan ons zelf denken... Er is zoveel armoede om ons heen. Er
ligt hier een mooie taak voor ons als Heeren. Wij dienen goed
te doen. De armlastigen hebben ons bitter nodig. Dat is de juiste
kerstgedachte!“
30
De vrienden knikten instemmend na deze wijze woorden.
Heer P, niet voor een kleintje vervaard klopte met zijn wandelstok
zo hard op de oude kerkdeur dat het beeld van de heilige Anthonius
op de grond in scherven viel juist toen de pastoor de deur piepend
opende.
31
De prelaat rook sterk naar miswijn.
P griste de lijst uit zijn handen en smeet met een klap de kerkdeur
toe waarna het carillon spontaan “Vrede op aarde” begon te spelen.
32
Er waren er bij die dure pijpen zaten te roken waarvan de nervatuur
doorliep tot in hun dikke koppen.
“Er is wel niet veel in huis maar ik kan altijd nog een ei bakken en
er zijn ook nog wel wat loempia’s die ik kan opwarmen.“
Dat laatste was eigenlijk niet nodig want de vrienden hadden al een
warm gevoel van binnen.
33
Hoofdstuk 11.
De oude klok in de hal had zojuist zeven uren geslagen.
“Die oude herder zit zeker weer aan de miswijn.“ merkte de barones
terloops op terwijl ze “The blues is my business” speelde op het
spinet.
Magister W stond zwij gend zijn lange pijp te roken voor het
venster van zijn studeerkamer.
Li Feng, zijn trouwe helpster in het kwaad had zojuist het opiumstel
afgeruimd en masseerde thans zijn voeten.
“Het zou toch betel zijn uw laalzen volgende keel uit te tlekken Heel.“
sprak de Aziatische schoonheid die slechts gekleed was in reine zijde
van beperkte afmetingen.
34
Er werd beneden aangebeld.
P nam zijn fluwelen hoed van zijn sterk behaarde hoofd en sprak “Ja
zeker mijn waarde, doch wij zijn gehaast en blijven maar even!“
35
Hoofdstuk 12.
Nadat de oude wit damasten opvouwbare napoleontische officierstent
in de koets van P was ingeladen, zo ook de vuurkorven en antieke
Chinese bijzettafeltjes, sprak de boosaardige Magister de hem zo
kenmerkende woorden “Zo jongelui, thans drinken wij een enkel
glas...”
“Hoe typisch, die fles was zojuist nog volledig vol toen ik Josephus
opdracht gaf de aperitieven te gaan verzorgen.”
Ook was zijn tred dusdanig wankel dat hij bij het neerzetten van de
Boheemse kristallen glazen over één der honden genaamd Quibus
B. struikelde en vervolgens kermend door een antiek Chinees
kamerscherm donderde in zijn val de staart van de comptoise klok
grijpend die negen sloeg.
36
“Wat heeft u toch een leuke honden barones.” sprak P terwijl hij de
fles ledigde.
Op dat zelfde moment vloog de deur naar de hal met een ruk open
en Roosje, spaarzaam gekleed in een sjaaltje vloog krijsend voorbij op
de voet gevolgd door neef Gustave die eveneens sportief gekleed was.
“Alle donders...” riep P uit “Uw neef heeft ook een grote!”
37
Inmiddels serveerde de bij de familie zo geliefde kokkin Millica
heerlijk gekruide pasteien.
“Helaas heb ik geen pijp bij mij daar ik slechts even zou
langskomen. Morgen is immers de grote dag en moet ik fit en
helder van geest zijn.“ antwoordde P terwijl hij zowel de gevulde
glazen van W, Dirck als het zijne in één teug ledigde...
“Ik kom morgen wat later.” sprak W die zijn vriend uitgeleide deed
aan de poort.
38
Hoofdstuk 13.
De oude magister keek stuurs over bakboordzijde naar de uiteen
spattende golven langs de boeg van het sierlijke schip
“Allez zenne! Mooie meneer, dat doet ge hier niet in het openbaar!
Hier wonen fatsoenlijke mensen zenne!“ sprak de wetsdienaar en
trok zijn pet recht alsmede zijn opschrijfboekje.
39
W, die zich al waterend omdraaide zag de eenvoudige minzaam aan
en diens uniformbroek nat worden.
“Dat je zelf bezatten met die vreselijke vrienden van je eindigt immer
in dit soort verwarrende confrontaties met het gezag! Het wordt tijd
dat je weer eens op reis gaat met die afgrijselijke P die reeds voor
een fortuin aan schade heeft veroorzaakt aan mijn verfijnde interieur!“
40
Hoofdstuk 14.
“Maître...“ sprak Carolus want hij was deels Frans opgevoed.
“Maître, mag ik u verzoeken zo dadelijk wanneer het u belieft plaats
te nemen in de eerste klas salon voor het aperitief. Heer P zal zich
zo mogelijk in een wijle bij u vervoegen. Hij is nu nog doende wat te
vomeren over de reling. De weersverwachting is redelijk te noemen.
Windkracht 8 tot 9 met hier en daar een taifoen.“
Nu was de familie zulks wel gewend geraakt door de jaren heen doch
de trouwe bediende had in een vlaag van literaire bevlogenheid een
ingezonden stuk laten plaatsen in de locale courant De Claroen van
het Zuiden.
Het was een pagina groot artikel in het zaterdags bijvoegsel met als
titel “Het watercloset door den eeuwen heen.“
41
Het artikel van ‘s mans hand eindigde echter in een litanie van
vuilpraat en sloot af met het gedicht:
De pot de pot!
Waar heb je toch de pot gezet?!
Met een verre reis voor de boeg en in het verschiet was een
nieuwe bediende te rekruteren onontbeerlijk.
42
Zij kende de Heeren W en P...
Zoals er tussen een heer en een dame love at fitst sight schijnt
te bestaan, was er een vreemd soort herkenning tussen W en de
vreemdeling...
Carolus die zulks had bemerkt nam terstond een Boheemse karaf
met oude Madeira ter hand en doofde op eminente wijze de fikkende
brokaten dinnerjacket van P.
43
maakte, in zijn val een der boekenkasten meetrok en met een doffe
klap tussen de in goud gebonden folianten Oegandese harde porno
In een hoek van de kamer in een zeeg waarbij de helm van het
harnas van oudoom Fredericus zijn zwaar behaarde schedel tooide...
Zij rookte uit een lang zilveren pijpje een gekleurde cigarette met
opschrift Sobranië...
44
Hoofdstuk 15.
In de salon van het inmiddels door de naderende storm deinende
schip zat P uitvoerig te zwetsen met de dame die aandachtig
luisterde.
Plepsz was een onooglijk schriel mannetje die met een sterk Duits
accent sprak.
Hij gaf een slap week handje en keek met een half scheel oog naar
de krokodil lederen tas van P die tegen een poot van de tafel stond.
45
“Ja...” krakeelde P er lustig op los terwijl hij de tas omzichtig
omhoog hield. “Ja, ik heb hare doorluchtigheid verteld van onze
geheime reis en de waardevolle stukken die wij op slinkse wijze
hebben bemachtigd! Mondje dicht is het parool!“
46
schaal versche zeevruchten,welke met een fraaie boog in het ravijndiepe
decolleté van een dame aan een tafel verderop te pletter sloegen.
“Ach hoe interessant, maar gaat u toch verder mijn waarde.“ lispelde
de gravin met honingzoete stem terwijl Plepsz het glas van P nog
eens rijkelijk bijvulde.
Hij zag daarbij niet dat de gravin met haar glazen swarovski muiltje
de tas onder de tafel heimelijk richting de afzichtelijk Plepsz schoof...
P zag helaas daarbij niet de onaangelijnde poedel van een der gasten,
struikelde over het arme dier, nam in volle vaart een kunstig met
veel slagroom versierde drie verdiepingen hoge taart mee en kwam
47
uiteindelijk tot stilstand tegen de piano waarbij een partituur van “für
Elise” op zijn met room en fondant besmeurde hoofd bleef plakken.
Dat gaf de twee vrienden zoveel moed dat P als een brulboei inzette
met het couplet “Mein Liebchen mein Liebchen was stinkt der
Fisch, bist du es oder ich...”
W speelde er lustig op los doch met zo veel vuur dat bij het
slotaccoord de vleugel ineen stortte en de snaren en toetsen alle
kanten opvlogen waardoor enkele van de ramen van de salon aan
dig gelen gingen.
48
het promenadedek bereikten en het zilte zeewater door de kapotte
vensters naar binnen sloeg.
Doch boven het tumult en de gierende storm was een dof zwaar
gebrom te horen boven de achterplecht van het geteisterde schip.
49
Hoofdstuk 16.
Het schip deinde vervaarlijk heen en weer in metershoge schuimende
niets ontziende woeste golven.
Bliksemschichten zetten het schouwspel van tijd tot tijd in een fel
verblindend spookachtig schijnsel waardoor men het boze tweetal de
touwladder op zag klimmen die vervaarlijk heen en weer slingerde.
Met zijn ranke gestalte sprong hij de salon uit, het achterdek op
en zag tot zijn niet geringe ontsteltenis Plebsz en de gravin de
touwladder op klauteren richting een open deurtje van een soort gondel
die bevestigd was onder een ronkende...
Zeppelin...
50
Goede raad was nu duur,en zeker op volle zee.
Carolus, welke zeebenen bezat, nam zijn bolhoed af, wachtte op een
bliksemschicht en wierp toen met minutieuze precisie het hoofddeksel
richting de zwiepende touwladder vlak boven het hoofd van gravin
Soesja.
Het tweetal kon nog net zien dat de boezem van gravin Soesja in
de kolkende golven als een waanzinnige begon te zwellen en de vorm
aannam van een bescheiden reddingsboot waar de afzichtelijke Plebz
zich op hees met...
51
De zeppelin was inmiddels onverricht ter zake richting het vaste
land als een immense brommende cigaar aan de nachtelijke horizon
verdwenen.
“Er gaat toch maar niets boven een verfrissende zeereis mijn
waarden.” sprak hij.
“Het roer zit vast! Wij gaan allen naar de haaien! Mijn schone
schip en mijn prachtige uniform!“
“Spreek vrij uit oude zeebonk, hebt geen angst noch vrees. Ik zelve
ben volledig gebrevetteerd voor de Kralingse plas en zal derhalve het
commando op mij nemen teneinde ons allen op de mij zo kenmerkende
wijze veilig de haven te doen zien!”
52
P had inmiddels de kapitein van zijn met veel goudgalon versierde pet
ontdaan en getooid met pet en uiteraard een fles rum togen onze drie
vrienden naar de brug...
Wat niemand zag maar wel gebeurde, was dat de gravin en Plebsz
via een luik verdwenen in een vreemd donkergrijs vaartuig dat snel
onder de golven verdween...
53
Hoofdstuk 17.
De enorme klap van versplinterend hout en instortende kademuren
was dermate dat de Big Ben pardoes 13 sloeg.
De goede bediende Carolus tuurde door een aftandse zeekijker die hij
achterstevoren hield.
54
P, die een elegante oliejas van lichtblauwe kleur droeg met een
alleraardigste bijpassende zuidwester was op zoek naar een gaspedaal
op de grond wat er uiteraard niet was.
Was het de rum of een plotselinge golf die Heer P zijn evenwicht
deed verliezen? Hoe het ook zei, P verloor zijn evenwicht,gleed uit en
pakte in zijn val een hendel beet die daardoor op stand VKV kwam
te staan...
55
De goede bediende Carolus zocht koortsachtig naar zijn aspirines...
“Wij dienen evenwel alvorens wij op bezoek gaan bij Her Majesty
Queen Victoria inkopen te doen teneinde gekleed volgens de locale
couture onze opwachting te kunnen maken.“
56
Hoofdstuk 18.
Hoewel de reis tot nu toe niet geheel vlekkeloos was verlopen
volgens de goede bediende, hetgeen P en W uitdrukkelijk
tegenspraken, zat de stemming er goed in.
Het drietal had de trein naar Londen uiteraard gemist, zoals zij wel
meer misten.
Terwijl hij dit interessante betoog hield zwaaide hij met zijn linker
arm richting de bar waardoor een niet geheel oplettende waiter met
in iedere hand een schaal met iets dampends en penetrant riekend
kennelijk lokaal voedsel ter aarde stortte, in zijn val een vitrine met
cupcakes meesleurend
57
magister terwijl hij het boekje “Wat en hoe in het Engels.” dicht
klapte.
Sportief als zij waren kenden zij uiteraard de regels van dit zo
typische balspel voor de betere stand doch...
“No no, not eppelsep my dear.“ sprak W furieus tot het verlegen
dienstertje die drie grote glazen gelig afwaswater op het tafeltje poogde
neer te zetten.
58
“Dat is Engels bier Heer W.” sprak Carolus plechtig waarbij hij
even zijn bolhoed lichtte.
Het duurde niet lang voordat P wat groenige trekken in het ranke
gelaat begon te vertonen.
Hij verhief zich plots in volle lengte, keek koortsachtig om zich heen
en riep “Where the hell is here the W...”
“Ik zal even opzoeken wat overgeven is in het Engels. Hou de rest
even binnen wat die madam haar koffertje is nu wel vol...”
59
prachtige wijze uit over de groene kots en blies daardoor ongewild luid
op zijn fluit en de trein richting Waterloo Station vertrok met alle
deuren open.
“Ik ben zo vrij op te merken dat wij wat vertraging zullen hebben.“ zei
Carolus terwijl hij een stofje van zijn bolhoed plukte.
“Geef mij dan ook maar een aspirientje.“ sprak W terwijl hij
interessant doende was een editie van the Times ondersteboven te
lezen.
60
Hoofdstuk 19.
De stank en rook in de eerste klasse coupé waarin het drietal had
plaats genomen was niet te harden.
“Gentlemen always travel light.“ neuride hij terwijl hij uit het
mahoniehouten bagagerek een ander valies van het merk Action
opdiepte waaruit de kruidige Indische lucht van oude koude loempia’s
opsteeg.
61
“Eerst even mijn pijp uitkloppen mijn waarde.“ sprak P terwijl hij
zich optrok aan zijn met erotische ivoren voorstellingen versierde
wandelstok.
“Ik denk het nog niet mijn waarde.“ sprak P terwijl hij naar buiten
tuurde.
“Het ziet er in het ochtendgloren hier buiten nog wat ruraal uit. Only
mad dogs and Englishmen. En een enkele Cocker.“
62
noodrem had getrokken.
“Wat een heerlijke reis.” sprak P terwijl Carolus een poging deed
de onvoorstelbare chaos op te ruimen.
“En zo beleefd die Engelsen. Stiff upper lip and things like that.“
voegde W er aan toe
“Ik stel voor dat we gaan ontbijten in het restauratierijtuig. Dan kan
Carolus enkele aspirines tot zich nemen. Uw goede kokkin Millica
heeft ruimschoots onze reisapotheek voorzien.“
63
Nadat P dit uitstekende voorstel had gelanceerd schikten de Heeren
hun dassen en strikken en togen op weg richting de geur van slappe
koffie scrambled eg gs en verbrande bacon.
64
Hoofdstuk 20.
Ook dit maal verslikte de Big Ben zich.
“Quite shocking I’d say” sprak een oudere ongetrouwde dame die zich
voorstelde als Miss Marple.
65
Het drietal bestelde een full english breakfast.
Evenwel niet ver genoeg zodat de felle rijwind het overgrote deel van
de bonen in tomatensaus, kippers, mushrooms, kledderei, bacon en
vettige worstjes weer naar binnen waaide, de belendende ontbijtenden
decorerend.
“That’s no cricket Sir!“ sprak de knipper met een stiff upper lip.
66
“Het is geen cricket maar warm water met een wolkje melk.“
Er ontstond tumult.
“De Heeren worden verwacht bij Her Majesty voor een glaasje
sherry and light refreshments en...”
67
Een warrig jongmens met een grote haardos stelde zich voor als
Brian, pakte een gitaar uit een lederen foedraal, sprong op een tafel
en begon het Engelse volkslied te spelen.
(Noot van de verteller: een eeuw later zou zich iets dergelijks
voordoen doch alsdan op een dak.)
Als één man stonden de reizigers op en het God save the Queen
schalde zo oorverdovend door het rijtuig dat ons drietal de tranen in
de ogen sprongen.
“Men doet er in dit land waarlijk alles aan om het de toeristen naar
de zin te maken. Zal ik nu in return ook iets moois zingen?“ sprak
P verheugd.
Zo gezegd, zo gedaan.
Het drietal slenterde wat heen en weer over het druilerige perron
waarbij de aandacht van P werd getrokken door het blinkend
gepoetste koper in het machinistenhuis van het sissende monster
68
“Prachtig die moderne techniek nietwaar mijn waarde?” zei P een blik
werpend op de metertjes en hendels.
Ook dit keer met alle deuren open en de verblufte reizigers op het
perron achterlatend.
Carolus trok zijn bolhoed wat strakker op het hoofd. De rest laat
zich raden.
69
Hoofdstuk 21.
“Zo en nu gezellig de stad in.“ zeiden de vrienden tot elkaar over de
wrakstukken van de lelijk ontspoorde trein klimmend.
“Ik stel voor dat wij eerst even een lokale kerstmarkt bezoeken voor
een hartversterking.“ zei P die de remhendel van de locomotief naar
buiten smeet.
Want, bij een uitbundig versierde kraam die het opschrift droeg
“Scrooge and Sons“ was het dringen geblazen.
70
De rijken kochten zich blauw en dat niet alleen van de kou.
W dacht aan zijn buurman Bommel die nu in hun dorpje met gulle
hand de armen bedeelde.
Carolus deelde alles maar dan ook alles met een warme glimlach uit
aan de arme kleinen die verheugd en dankbaar waren.
“Are you by any chance the three wise men from the east?“ vroeg
een toevallige passant.
71
Het drietal slenterde de kerstmarkt af na de onoverkomelijke
incidenten welke uiteraard geheel buiten hun schuld hadden plaats
gevonden.
Uit de scheef hangende deur van het verveloze kerkje klonk gezang.
Nieuwsgierig als ons drietal was besloten zij naar binnen te gaan.
Het was er koud en vochtig doch het vrome en toch blijde gezang gaf
de Heeren een warm gevoel.
“Please do join our humble congregation and sing with us and praise
the Lord...”
72
P en W stonden op en repten zich naar het gammele orgel.
Helaas...
U begrijpt dat ook hier de historie zich herhaalt. Het kon niet
uitblijven.
Terwijl Carolus zich het klamme zweet van het voorhoofd wiste en
reeds het ditmaal echte chequeboek te voorschijn haalde, Father
Brown prettig verrast toekeek en Jezus aan het kruis een glimlach
niet kon onderdrukken barstte er een orkaan los in het anders zo
rustige kerkje.
P krijste boven het gedonder der orgelpijpen uit dat het een lieve lust
was.
73
W schudde de restanten van de orgelpijpen van zich af. P zette
de versplinterde kansel in een hoek en Carolus reikte W het
chequeboek aan waarin hij reeds een zeer fors bedrag in pounds
sterling had geschreven.
“Sta ons toe u een kleine vergoeding aan te bieden voor een nieuw
orgel en preekstoel and things like that and so on etcetera.“ spraken
de Heeren in koor.
Een zeer lieftallige dame die zich voorstelde als Lady Felicia
inviteerde de Heeren met de lispelende woorden “Do pop in later on
my dear.“
74
Hoofdstuk 22.
Voort slenterend door het winterse Londen nam ons drietal alles
goed in zich op.
Wat een enerverende stad. Ja dat was weer eens wat anders dan
het rustieke WW en ommelanden.
“Wij zijn van Scotland Yard.“ zei de gene met de langste baard.
“Wij zullen ons even legitimeren hoewel dat niet nodig is. U ziet wel
zeker dat wij not for the pussy zijn!” klonk het dreigend.
75
Onze drie vrienden, beleefd als zij waren openden eveneens hun
jassen.
-C&À
- Zeeman
- Wibra
“Are you colleagues?“ vroeg Jones die een zeer intelligente indruk
maakte.
76
Barnaby kwam niet verder daar P teneinde de situatie wat te
stileren hoffelijk cigaren aanbood.
77
Hoofdstuk 23.
“Stonehenge? Daar moeten we helemaal niet naartoe!“ sprak W nog
nahij gend van de snelle spurt die het drietal had moeten ondernemen
teneinde aan de twee bebaarde wetshandhavers te ontkomen.
“Ik zag bij toeval by Jove, dat you werd lastig gevallen door die
chaps van M I. 13. Awful creaturen, a shame voor de Yard!“
“Dan bent u dus eveneens op een geheime missie. How nice. Jolly
good!“
78
tekende zich af op het boosaardige gelaat van Magister W terwijl de
goede bediende Carolus heimelijk een slok uit een kunstig geciseleerde
zilveren hipflask nam welke nog aan de Romanovs had toebehoord.
De heupfles wel te verstaan.
“But - so ging Cont further - dan moet u wel bij de volgende halte
eruit. Daar zijn de betere winkelstraten zoals Savile Row and so on.
You will zeker slagen.
Hij haalde er een eenvoudig uitziend zakhorloge uit en gaf dat aan P.
79
“If you hier op drukt dan...”
80
Hoofdstuk 24.
“Waanzin,volslagen waanzin!“ sprak W ziedend tegen zijn vriend P.
“Ik kan met jou ook nergens komen of je stapt in een hoop kak ! Of
het van een hond is, een paard of God mag weten wie, jij knalt er
altijd midden in. Maak niet uit! Volle kracht in de Britse schijt!
Omdat je nooit uitkijkt en altijd met je neus in de wind loopt!“
“Wat staat die kerel daar te doen bij die fontein? Is die niet
helemaal fris?” vroeg W verbaasd aan zijn reisgenoten.
81
“Dat is een artiest ,een bekend straatmuzikant.“ legde P geduldig
uit terwijl hij nog wat kak met de wandelstok van Carolus van zijn
laarzen schepte.
P was een groot kenner van de Keltische muziek. Dat bleek wel
weer.
Iets verder op het plein stond een fraaie kerstboom waarvoor een
stel in uniform gestoken lieden kerstliederen stonden te zingen. In
een soort onverstaanbaar Engels
82
P en overste Alphonse (just call me Fons) waren inmiddels
in een geanimeerd gesprek verwikkeld over pijptabak en andere
belangwekkende onderwerpen...
“Merry Christmas and Happy Days!“ riep de overste hen na. Hij
droeg een baard en kerstmuts.
“You too Padre!” riep P op elegante wijze zijn hoed diep afnemend.
83
“Metoo ? Nee het is YOU too“ verbeterde P zijn vriend de
boosaardige Magister W.
“ Metoo, is heel wat anders. Ik zal je een voorbeeld geven. Als jij
nu thuis op zolder gestommel hoort en gaat kijken en je ziet dan in
het kamertje van jullie kamermeisje Roosje dat die neef van je vrouw
op ergerlijke doch charmante wijze Roosje achterlangs neemt, dan
roep jij met luide stem “Me too!“ Een soort aflossing van de wacht
dus.“
84
Hoofdstuk 25.
“Ik moet nu echt heel nodig hoor” sprak P met dichtgeknepen billen.
“Dat haal ik niet tot die W C & A daar helemaal aan de andere
kant van het plein!“
“Het is met jou ook altijd wat P. Trap je niet in een hoop dan
moet je wel piesen. We stappen stevig door en dan kun je je Belse
water in een Britse plee lozen...” voegde de boosaardige magister zijn
vriend toe.
85
“Laten we hier dan even gaan plassen in Gods naam!“ sprak P die
nu paars was aangelopen.
“Welk een goed plan P, dan kan Carolus alvast naar de Ritz gaan
om onze valiezen af te geven en onze suites te inspecteren alsmede
warme kruiken in onze sponden klaar te leg gen.” voegde W die als
altijd protserig gekleed was er aan toe.
De piepende deur viel met een klap achter het tweetal dicht.
“No reason to get exited, said the joker to the thief...” sprak een
86
zwarte neger Hij hield een oude guitaar in de handen en speelde all
along the watchtower Hij had vingers als spinnen die razendsnel de
snaren beroerden.
“Wat een leuk liedje. Waar komt u vandaan? U bent niet van hier
niet waar?“ zei W die zich niet zo op zijn gemak voelde en geen fluit
verstand van muziek had.
“Neen, ik ben niet van hier, ik kom uit Electric Ladyland. Dat
ligt ver over zee.“ antwoordde de krullebol gedecideerd terwijl hij een
slotpoweraccoord speelde.
“Ook vreemd...“ sprak P die zijn normale kleur weer terug had.
“Zo vreemd, ga ik door die deur sta ik ineens buiten. Een vettig
binnenplaatsje met een gat in de grond met een bordje “tealeafs here“.
Heb daar dus maar mijn riante plas gedaan. Gele sneeuw... Maar
toen ik mij omdraaide gleed ik uit in de...”
87
“Ja, in een verse hoop uiteraard, wat anders?!“ vulde W zijn trouwe
vriend aan.
“Wat paft de schot?“ vroeg P die nu ook verbaal een duit in de zak
wilde doen, daarbij het woord richtend tot een warrig type aan een
belendend wankel tafeltje.
Ja zeker beste lezers maar daar over later meer. Veel later.
Zo vertelde Carolus dat the Ritz een befaamd hotel bleek te zijn voor
de elitaire elite met kristallen kroonluchters en een restaurant waar
uitsluitend uitgelezen spijzen en dranken werden geserveerd. Een
decadente protserige omhoog gevallen kerstballentent voor de happy
few.
88
“Het zal u beiden wel bevallen aldaar.“ sprak Carolus de sneeuw van
zijn mantel schuddend zodat een vervallen vrouw naast hen veranderde
in een verlopen uitvoering van Sneeuwwitje
Door het steegje schuifelden een jonge vader en moeder met een pas
geboren kindje op de arm.
89
Het jonge gezinnetje was plots verdwenen en in een flits zagen onze
vrienden engeltjes boven de besneeuwde daken opstij gen.
“Dat moeten die drie wijzen uit het oosten zijn!“ sprak P en sloeg
eerbiedig een kruis.
Op dat moment wenkte een oude heer die het tafereel in een hoekje
gezeten had gade geslagen ons drietal om bij hem plaats te nemen.
90
Niets nieuws, maar toch...
Omdat het een vrij uitvoerige causerie betrof die vele paginas zou
vullen en onze aandachtige lezertjes nog boodschappen moeten doen
en andere volstrekt overbodige handelingen moeten verrichten - het is
immers kerst (sic!) - geef ik onderstaand een verkort resumé.
De oude vertelde dat hij een hard werkzaam leven achter de rug had
waarin hij uitsluitend uit was op persoonlijke verrijking ten koste van
de mensen om zich heen.
Tot dat hij op een goede dag het licht had gezien. W vroeg nog
semi geïnteresseerd wat voor licht, een peertje of tl, maar werd direct
de mond gesnoerd.
“Wij zullen nooit leren, nooit beseffen dat wij niet alleen aan ons zelf
moeten denken maar ook aan anderen die het minder hebben als u en
ik...”
91
De boosaardige W zat er wat beteuterd bij na het aanhoren van
zoveel waarheid.
92
Hoofdstuk 26.
Er hing een lichte ochtendnevel.
Zo licht dat P -de deur van het vettige café waar de vrienden
hadden overnacht uit stappend- met een rotklap over een paarse
haas struikelde en vervolgens met eierstruif bedekt tegen de pui van
een alleraardigst winkeltje aan de overkant van de steeg tot stilstand
kwam.
“Stap je niet in een hoop dan flikker je wel over een kat.“ sprak W
boosaardig als hij was tot zijn vriend die er wat beduusd bij lag.
“Weet ik, weet ik.“ sprak P kreunend een dooier uit zijn linker oog
vegend. “Maar omdat jij altijd te laat ben met het schrijven van dit
lulverhaal en de lezers gaan klagen korten we het hier en daar wat
in...”
93
Inmiddels was de uitbater van het winkeltje naar buiten gekomen om
het buitenlandse drietal te begroeten en en passant de schade op te
nemen.
Het bleek een lange smalle jonge heer te zijn met evenzo lang haar
dat hij olijk in een staart droeg.
Bij een kopje thee kwam P weer wat bij van de smak op de vroege
ochtend.
94
Hoofdstuk 27.
Na de wonderbaarlijke wederopstanding van P ging ons zo geliefde
drietal op weg de stad in om op deze zo zonnige Paasdag inkopen te
doen.
Een bezoek aan Her Majesty Queen Vicky lag immers in het
verschiet...
95
“Quite an extraordinary typical English mixture Sir, with a dash of
Latakia. Awfully nice if I may so so. Please be our guest and fill
up your bowl.“
Een negental maanden later zou er sprake zijn van een lichte
geboortegolf.
“Dit, dit is nu het grote geheim dat wij moeten gaan ontrafelen!“
sprak P waardig als hij was. Hij spreidde de armen bij het
uitspreken van deze woorden dusdanig wijd dat hij een ober die
toevallig passeerde met een blad vol Ham and Easter-Eg gs feilloos
midden in het gezicht raakte zodat de brave horecaondernemer krijsend
tussen de tafeltjes belandde...
96
Carolus mompelde “Één ei is geen ei, twee ei is een paasei. Drie
ei is...”
“Kom,laten we eens gaan zien wat dat moge zijn.“ zei P terwijl de
heertjes langs een bord liepen waarop te lezen stond “Woonboulevard
this way!“
97
Binnen in het felverlichte gebouw was het een drukte van belang. De
altoos immer zo beschaafde engelsen bulkten schreeuwend door en
over elkaar teneinde zogenaamde koopjes te bemachtigen.
98
week komt er een lading doe het zelf wc’s. Als ze het huis uitpakken
zit er alleen een poepschep in. Lachen!“
99
Hoofdstuk 28.
Het was wat warm geworden. Om niet te zeg gen ondraaglijk heet.
100
uitgevonden!“ raasde W er op los terwijl de zon zijn boosaardige
gelaat teisterde met 38 graden.
De goede P die wat meer gelezen had dan het telefoonboek van
Shanghai, legde geduldig aan zijn vriend uit dat alles te maken had
met de opwarming van de aarde.
Ons drietal sloeg een zijstraat in en bleef staan voor een winkel
waar op het venster in sierlijke letters stond gecalligrafeerd “Charatan
Gentlemens Pipes“. Een prachtige etalage met een nog fraaiere
inrichting.
101
De eigenaar stelde zich voor als Frederick Charatan, pijpmaker van
professie.
“De fijnste bruyere, Heeren. Het beste van het beste uitsluitend uit
het verre Griekenland. Gegroeid onder het toeziend oog van de goden
van de Olympus! Geheel met de hand door mijzelve vervaardigd. Ik
lever uitsluitend aan de betere klasse. Ik noem mijn winkel ook wel
“the House of the 10.000 pipes“!”
Terecht, zo riepen onze vrienden in koor terwijl P een rek met pijpen
omstootte.
“No problem Sir, dat zijn toch maar zogenaamde Freehands.“ sprak
de heer Charatan hartelijk.
102
Ons drietal kocht verschillende prachtige pijpen en nam hartelijk
afscheid van de heer Charatan.
Buiten gekomen trok een klein ventje de aandacht die naar de pijpen
in de etalage stond te kijken.
“Zo, ventje sta jij te kijken naar al dat moois? Als jij later groot
bent kun je hier zelf een prachtige pijp kopen.” voegde P de kleine
toe.
103
Hoofdstuk 29.
“221 b.“ sprak W tegen de koetsier terwijl hij met een klap de deur
van het wrakke rijtuig dichtsloeg. Met zo’n klap dat de deur aan de
andere kant waar P zat er uit donderde en de mist en regen met
vervaarlijke vlagen naar binnen woei...
Inkopen doen en er als fijne heren uitzien. Dat was het devies. Onze
vrienden staken het drukke plein in het centrum van Londontown
over en stapten de winkel W C & A binnen.
Hij kwam niet verder in zijn litanie daar er een keurige heer met
een meetlint om de nek op waardige wijze op hen toe kwam,een lichte
buiging maakte en zich voorstelde als Mister Churchill. Werumeus
Churchill, master tailor en hofleverancier.
Wat de heren zoal wensten was de vraag en of zij wellicht from the
continent waren.
104
Welnu, dat was wel duidelijk. Hoewel P en W zo ook Carolus de
bediende volgens de laatste Parijse mode waren gekleed was dit toch
niet de gepaste outfit om zich elegant in London en zeker niet bij the
Queen te doen verschijnen.
“Wilt u mij maar volgen edele heer.“ sprak de master tailor terwijl
hij voor ging naar de afdeling “Scottish Cake and other items”.
“Maar is dat niet wat frisjes dan? Ik bedoel, ik loop dan in feite in
mn blote jodocus, en daar ik nogal zwaar geschapen ben slepen mijn
ballen over de grond...” P was duidelijk wat huiverig voor deze toch
wat nihilistische dracht.
105
“Wij leveren een op maat gesneden suspensoir voor heren van uw
afmeting. Een balzakophouder van fijn geborduurd satijn versierd met
uw familiewapen. Een ander voordeel is dat door de vele plooien
in de kilt deze dermate wijd is dat u bij een spontane erectie u zich
geen zorgen hoeft te maken voor angstvallige cq begeerlijke blikken
van dames van de betere stand. U kunt ook vrijelijk uw sappen
desgewenst anywhere lozen zonder dat dat echt opvalt.“
P was zo verrukt met de kilt die hij had aangetrokken dat hij iets te
fluks een draai maakte teneinde de geplooide kilt rond zijn atletische
onderlichaam te laten golven zodat hij zijn evenwicht verloor en door
de spiegel donderde en en passant een gebeeldhouwd kledingrek met
balzakophouders meesleurde.
Toen hij wat was bij gekomen tussen de scherven met een
suspensoir op zijn hoofd werd zijn aandacht getrokken door een klein
dikkig ventje die in een driedelig pak in een hoek een sigaar zat te
roken en misprijzend zei “We will fight them in the hills, we will
fight them in the streets, we will fight them on the beaches, but we
will never, never surrender!“
106
“Dat is mijn kleine neefje Winston.“ sprak de master tailor trots.
“Hij heeft een vooruitziende blik, wij zullen nog veel van hem horen.“
107
Hoofdstuk 30.
Ons drietal was verheugd met de nieuwe garderobe Dat moge
duidelijk zijn.
“Daar moeten we bij zijn!“ kirde P, die door het dolle heen was,
“Vanzelfsprekend, zolang het maar geen heavy metal is!” vulde W
aan die een groot operaliefhebber was.
Op zoek naar een herberg teneinde zich te kunnen laven sloeg ons
drietal een zijstraat in alwaar een uithangbord met de in gouden
krulletters geschreven naam “Farty Towels” uitnodigend de aandacht
trok...
108
Binnen gekomen bleek het een ietwat schaars verlicht etablissement
te zijn alwaar de kleur donkerrood de boventoon voerde.
De zaak was vrij leeg doch aan de bar zat een tweetal pikant
geklede dames die de heren begroetten met een hartelijk “Absolutely
Fabulous...”
109
De blonde dame die zoop als een maleier en constant Balkan
Sobranie cigaretten rookte uit een kunstig uit ivoor gesneden pijp had
inmiddels een uiterst interssant gesprek aangeknoopt met heer W.
Zij vertelde dat zij zelf ook een groot verzamelaarster was van
interessante lectuur en dat zij en haar vriendin Freddy op de eerste
verdieping een grote rijkelijk gedecoreerde suite bewoonden alwaar
zij graag haar verzameling aan W en P zou willen tonen. Dat was
natuurlijk een bijzonder aangename invitatie.
Patsy, die dicht tegen W was komen aanzitten vertelde met smaak
terwijl ze nog een fles wodka opende, een groot liefhebster te zijn van
110
erotische geschriften en dan met name de afbeeldingen en bijbehorende
instructies.
Patsy kroop nog wat dichter bij en ontknoopte deels haar blouse daar
het wat warm was voor de tijd van het jaar.
Het was nu zo gezellig geworden dat Patsy het niet kon nalaten aan
W haar verzameling te laten zien.
————————
Noot van de verteller: er volgen nu in het boek een aantal passages
die dermate schandaleus zijn op het vlak van lichamelijke interactie dat
ik onder sterke dwang van mijn echtgenote u die dien te onthouden.
Het is waarlijk walgelijk Het zou u op verkeerde gedachten brengen
en dat willen we niet. Ik heb telefonisch onze dorpspastoor de
eerwaarde Zebedeus Cruyzenruicker nog geconsulteerd doch die was
het roerend met mijn echtgenote eens.
————————
111
Wel kan ik u iets voorlezen over wat zich in het boudoir van heer P
en de brunette afspeelde. Althans wat ik hoorde.
Ja, ja...
112
Hoofdstuk 31.
Omdat het nog uren duurde voordat de operavoorstelling in de Royal
Albert Hall zou beginnen en de goede Carolus reeds kaarten had
weten te bemachtigen op de eerste rij (uiteraard) hadden de heertjes
na het toch wel wat aparte bezoek aan Farty Towels tijd over om
een bezoek te brengen aan de parlementsgebouwen en de prachtige
Big Ben. Onderlegd als u bent waarde lezer weet u dat die
gebouwen aan de rivier de Theems lig gen.
Nu weet u beste lezer geletterd als u bent dat het politieke partijen
stelsel toen en vandaag de dag hier en daar wat anders is als bij
ons.
113
was de industriële revolutie in de UK op een hoogtepunt hetgeen
zich politiek vertaalde in opruiende praat en links gedachtengoed al
dan niet ingegeven door Marx en Engels. De grondleg gers van
het socialisme cq communisme hetgeen toch zoveel goeds en vooral
vrijheid over het mensdom zou brengen (nu mij niet direct aanvallen,
ik heb e.e.a. ook maar gelezen).
114
Hier wachtte de geboren socialist even en keek vergenoegd de zaal
in.
115
Hoofdstuk 32.
Na de aangename en zo spontane onderbreking door heer P tijdens
de tumultueuze seance in het Engelse parlement was de voltallige
fractie ter linker zijde scheldend en tierend afgedropen teneinde in
een nabij gelegen public house zich op kosten van de belastingbetaler
extreem te bezatten en snode plannen te smeden om dat conservatieve
zooitje op slinkse wijze ten val te brengen, verkiezingen uit te schrijven
en het proletariaat te laten zegevieren waarbij de gevestigde orde
inclusief het koningshuis verbannen diende te worden naar een ver
oord alwaar voor straf uitsluitend ijskoud bier werd verstrekt...
Los van het feit dat bovenstaande zin toch wel wat lang is op de
vroege ochtend wilde ik u zulks toch niet onthouden. De toekomst
zou het leren. Evenwel werd het spontane en zo charmant gedoseerde
optreden door heer P met luid gejuich en felicitaties door de
conservatieven met ferme handdrukken en lofuitingen bezegeld. P
glunderde. Hij was zoals u weet een uiterst innemend mens op
meerdere gebieden (sic!).
116
en dat van pijprokers uiteraard sub rosa blijven...
Pjotr droeg een fraaie hoed eveneens afkomstig uit het Zwarte
Woud.
117
Hoofdstuk 33.
“Welk een prachtig hoofddeksel draagt u mijn waarde.“ sprak W
vilein als hij was.
W, die nog niet veel in zijn luie leven had meegemaakt was beduusd
zo niet verbijsterd bij het zien en horen van een dergelijke noviteit.
“Nee hoor, alleen als het vriest, anders hangt hij op de kapstok in
de hal.“
Duidelijk dus.
Een keur van arias uit bekende opera’s met de tot op dat moment
geheim gehouden zangeressen en zangers!
Het orkest stond onder leiding van ene Von Karavaan hetgeen W
de opmerking ontlokte dat die Duitsers beter thuis konden blijven om
Wagner te dirigeren en dan met name die Götterdämmerungen...
118
Het Urker mannenkoor zou de backing verzorgen dus dat zat wel
goed.
119
Tijdens de derde acte was P wat in slaap gesukkeld.
Toen hij na een hoge C van Bianca C wakker schrok meldde hij dat
hij moest plassen.
Hij belandde bij een trapje dat hij besteeg en een deur ontwaarde
waarop vagelijk “stage” stond geschreven..
Gezien het feit dat het nogal donker was en P nogal beneveld ging
hij daar naar binnen en stond plots in het felle licht tussen het Urker
mannenkoor.
“Ach...” dacht P die zijn plas nu niet meer kon ophouden. “Ik draag
toch geen onderbroek onder mijn kilt dus niemand ziet het als ik even
water tegen deze eik”
120
Het probleem was echter dat hij de suspensoir iets te strak die
avond had aangetrokken zodat het plassen wat anders ging dan
gebruikelijk..
P pieste naast de eik maar wel tegen een der leden van het Urker
mannenkoor die vervolgens uitgleed. Het domino- effect was prachtig.
Het gehele koor lazerde om, Maria Coolass verslikte zich en
Marco Stacker kwam met een dreun in de orkestbak terecht. Hij
zou later verklaren dat het aan zijn cruise control had gelegen...
Viva la Diva!
121
Hoofdstuk 34.
————————
Noot van de verteller: De ontvangst bij HM Queen Victoria en de
privé audiëntie is een vrij lang en protserig verhaal dat ik u eigenlijk
nu met kerst niet wil vertellen. Dat komt binnenkort wel.
Brr, wat was het koud. Uit een donkere hoek klonk de vriendelijke
stem van een oude zwerver in lompen gehuld die daar kennelijk
beschutting had gezocht voor de winterse koude nacht.
122
of man. De nutteloosheid van het bestaan,van het leven, de ziektes en
armoe die de mensheid constant teisterden.
W, die de nodige glazen die avond had gedronken maakte van zijn
hart geen moordkuil.
De zwerver had dit alles met een glimlach aangehoord en stelde zich
voor als Chris...
“Het was prettig met u te spreken, zo leer ik weer wat bij moet u
maar denken.“
Hij lachte en het leek of het oude vermoeide gezicht plots veel jonger
was geworden.
W keek beduusd naar het steeds jonger en jeugdiger gelaat van deze
vreemde gestalte.
“Ik moet weer verder want mijn oude vader verwacht mij...”
123
Verbouwereerd bleef W achter en zag Chris met rustige tred
richting de waterkant van de rivier de Theems lopen.
Terwijl de vreemdeling die er nu uitzag als een jonge man van een
jaar of dertig opsteeg langs het licht draaide hij zich nog even half om
en riep iets naar de magister wat alleen W kon verstaan
124
125