TUINKALENDER JANUARI

Gazon
 Wil je in het voorjaar weer plezier hebben van een mooi gazon? Probeer dan ook deze
maand het gras zo min mogelijk te betreden. Zeker wanneer het gevroren hee� of er
sneeuw op het gazon ligt, is het belangrijk om er niet op te lopen.

Borders en bloembakken
 Bescherm de po�en en kluiten van potplanten tegen vorst, bijvoorbeeld door ze in
noppenplas�c te wikkelen.
 Controleer of de vorstgevoelige planten in de tuin nog voldoende beschermd zijn
tegen de kou.
 Geef de planten die je ter overwintering binnen hebt gezet regelma�g water.

Overige planten en bomen

 Plant bladverliezende bomen, struiken en hagen.
 Snoei fruitbomen, -planten en -struiken (appel, peer, kiwi, bessen, et cetera) wan-
neer het niet vriest. Nieuwe fruitbomen kunnen nu ook nog geplant worden.
 Ook diverse klimplanten zijn nu toe aan een snoeibeurt. Denk hierbij aan de klimop
en blauwe regen.
 Tot halverwege deze maand kun je “bloedende” bomen en struiken, zoals de wal-
noot, berk en druif nog snoeien. Wacht hier niet mee, aangezien de sapstroom
daarna weer snel op gang komt.
 Schud eventuele sneeuw van doorhangende takken. Maak coniferen en heesters
sneeuwvrij met een bezem.

Vijver
 Kijk regelma�g of je vissen nog gezond zijn. Wanneer de vissen zich veelal bovenin
de vijver bevinden, kan het zijn dat er een zuursto�ekort in het water is. Neem dan
direct maatregelen!
 Controleer regelma�g of de vijver niet is dichtgevroren. Ligt er een dikke laag ijs op
de vijver die je wilt verwijderen? Doe dit niet door op de laag in te hakken of er kokend
water op te gooien. Hierdoor kunnen de vissen uit hun winterslaap gewekt worden,
dat is in veel gevallen dodelijk. Leg in plaats daarvan een warm voorwerp op het ijs
en wacht tot er vanzelf een gat ontstaat.
 Check wanneer er geen ijs ligt of het net over de vijver nog goed gespannen is,
zodat reigers niet hun slag kunnen slaan.
 Verwijder eventuele sneeuw van het ijs, zodat er licht doorheen kan komen.

Andere klussen
 Vogels en andere dieren kun je ook deze maand nog bijvoeren. Hang vetbollen
en pinda’s op. Bij lichte vorst kun je ook een bakje water neerze�en.
 Strooi gladde paden met zand.