Ame Doc 2

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Bijlage 1: Lesvoorbereidingsformulier stage Academie voor Muziekeducatie

Naam student:
Naam stagementor:
Stage instelling:
Klas/groep:
Datum:

Oefendoelen stagiair (geformuleerd in observeerbare beroepsvaardigheden):

Leerdoelen lerende(n) (geformuleerd in waarneembaar eindgedrag):

Beginsituatie:
VAARDIG-model Tijd Domein Leerinhoud Activiteit docent Activiteit leerling Leermiddelen Opmerkingen

Voortgang bespreken
- nagaan hoe het werk is
gegaan
- in kaart brengen en
- belonen wat succesvol is
- oorzaken onderzoeken als
het niet goed gegaan is
- het werk corrigeren

Aansluiten
-een leerweg uitstippelen
die de leerlingen kunnen en
willen gaan
- aansluiten bij de leerlingen
- richten op de doelen

Afspraken maken
- duidelijke werkomschrijving
- de leerling vragen
verantwoordelijkheid te
nemen
- de leerlingen een beeld
geven van het gevolg
Dubbele doelen Individueel benaderen Groep gebruiken Eindoordeel:
- inhoud/werkwijze - variatie aanbrengen - de groepssfeer gebruiken
- details/grote lijnen - eigen productie stimuleren - gelijkheid en verscheidenheid benutten
Reflectie stimuleren
- korte/lange termijn - stimuleren zelf vragen te stellen - denken bespreekbaar maken
- 80/20 regel
- doordachte werkvormen toepassen
- bewustwording aanbrengen
- begrijpen
- vertrouwen
- alternatieven
- voornemens
Lesevaluatie
_____________________________________________________________________________________

Fase 1: Kies één concreet moment uit je les waar op je de reflectie zal toepassen.
Omschrijf dat met behulp van één of meerdere van de onderstaande hulpvragen.
 Wat was de concrete situatie?
 Wat was mijn taak binnen deze situatie?
 Welke concrete acties heb ik in deze situatie ondernomen?
 Wat was het resultaat van deze acties?

Fase 2: Ga na of er verschil zit tussen wat je zag, deed, dacht en/of voelde.
Omschrijf dat met behulp van één of meerdere van de onderstaande hulpvragen.
 Wat zag ik?
 Wat deed ik?
 Wat dacht ik?
 Wat voelde ik?

Fase 3: Analyseer de kern van het probleem of de positieve ontdekking.


Omschrijf dat met behulp van één of meerdere van de onderstaande hulpvragen.
 Wat betekent dat nu voor mij?
 Wat is het probleem (of de positieve ontdekking)?
 Wat heeft dat veroorzaakt? Wat heeft het mee te maken?

Fase 4: Bedenk alternatieven voor je handelen.


Omschrijf dat met behulp van één of meerdere van de onderstaande hulpvragen.
 Welke alternatieven zie ik (oplossingen of manieren om gebruik te maken van mijn ontdekking)?
 Welke voor- en nadelen hebben die?
 Wat neem ik mee in mijn oefendoelen?

You might also like